Tuchtrecht: waarschuwing wegens niet met vereiste bekwame spoed handelen na tanduitval

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft een tandarts een waarschuwing opgelegd nadat deze niet met de vereiste spoed handelde na de uitval van een blijvende tand. Er zat te veel tijd tussen het bellen na het verlies van de tand en de behandeling.

Situatie

De klacht was afkomstig van een ouder van zijn minderjarige zoon. Deze patiënt was gevallen en had daarbij een blijvende voortand verloren. Vijf minuten daarna heeft zijn moeder de spoedgevallendienst gebeld, waarna de telefonist een spoedmelding aanmaakte en zei dat de moeder door de tandarts gebeld zou worden. De moeder bewaarde de tand intussen in een glas melk.
Nadat de tandarts 39 minuten later nog niet had gebeld, heeft de moeder nogmaals gebeld met de spoedgevallendienst. Ongeveer 10 minuten daarna ontving de tandarts een melding op het semafoonnummer, waarna hij haar heeft gebeld. De patiënt kon een uur later naar de praktijk komen. Eerder was niet mogelijk omdat zijn assistente van ver moest komen en niet veel eerder op de praktijk kon zijn. Uiteindelijk werd de tand teruggeplaatst en een spalk geplaatst.

Klacht

De klager verwijt de beklaagde dat de tandarts niet heeft gereageerd naar aanleiding van het eerste gesprek tussen moeder en spoedgevallendienst. Ook verwijt de klager de tandarts dat er een te grote tijdspanne zat tussen het verlies van de tand, het bellen door de tandarts en het tijdstip waarop de patiënt in de praktijk mocht komen. De tandarts zou daarmee in strijd hebben gehandeld met de KNMT-praktijkrichtlijn “Opvang tandheelkundige zorg buiten praktijkuren”.

Beoordeling

Het gaat er bij deze beoordeling niet om of de verweerder beter had kunnen handelen, maar of hij binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuiting is gebleven. Hoewel de tandarts zei dat hij niet eerder dan hij de moeder heeft gebeld de melding heeft gekregen op de semafoon, is de oproep wel eerder verstuurd. Aangezien niet vastgesteld kan worden of de eerste oproep daadwerkelijk de tandarts heeft bereikt, werd dit buiten beschouwing gelaten.
Bij het uitvallen van een tand is het belangrijk om de tand zo snel mogelijk terug te plaatsen. Gelet hierop had de tandarts, aldus het tuchtcollege, de patiënt sneller naar de praktijk moeten laten komen. De tandarts had zonder assistente al kunnen beginnen met de behandeling. Het spalken had eventueel later kunnen worden gedaan. Als de tandarts echt niet zonder de assistente iemand kan behandelen, is het zijn verantwoordelijkheid dat er tijdens diensturen dan ook altijd een assistente aanwezig is.

Uitspraak

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle heeft de klacht gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd.

Bron: overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving