Tuchtrecht: onvoldoende zorg geleverd, maar geen maatregel

Keuzes - werkplek

Na de eerste twee behandelingen voor parodontitis zegt een patiënt de overige twee behandelingen af. De tandarts komt hier vervolgens niet meer op terug, ten nadele van de patiënt. Die dient een klacht in. Het tuchtcollege beoordeelt de klacht als deels terecht, maar legt de tandarts geen maatregel op.

Situatie

In september 2009 komt klager bij de tandarts voor een periodieke controle. De tandarts constateert parodontale problemen. Hiervoor wordt een afspraak voor de behandeling gemaakt met de klager. In totaal worden er vier behandeldagen ingepland. Op 2 en 9 november komt klager opdagen en voert de tandarts de behandeling uit.

De overige twee behandelingen worden door klager afgezegd, aangezien deze het behandeltraject wil stopzetten. Er is toen geen nieuwe afspraak voor de behandeling van de parodontitis ingepland. Ook later is geen nieuwe afspraak gemaakt.

De eerste keer dat tandarts en klager elkaar weer zien is op 8 maart 2010, tijdens een periodieke controle. Die is normaal verlopen. Verweerder (de tandarts) is tijdens de controle niet teruggekomen op de parodontitisbehandeling.

Jaren later, medio 2019, komt klager onder behandeling van een nieuwe tandarts. Die acht het noodzakelijk hem door te verwijzen naar een parodontoloog.

Klacht

De klacht van de klager bestaat uit twee onderdelen:

  1. “Klager verwijt verweerder ten eerste dat hij de ernst van de situatie betreffende de toestand van het tandvlees van klager niet met hem heeft besproken, met als gevolg dat klager voor behandeling naar een parodontoloog moest en het niet zeker is of klager zijn gebit kan behouden.”
  2. “Ten tweede verwijt klager verweerder dat hij geen overzichtsfoto heeft gemaakt.”

Beoordeling

Volgens het college moet een tandarts het recht van de patiënt tot zelfbeschikking in beginsel respecteren. Dat houdt ook in dat toestemming van een patiënt nodig is voordat overgegaan kan worden tot behandeling. En dat die toestemming op elk moment door een patiënt kan worden ingetrokken. Ook als dat wordt afgeraden op medische gronden.

Maar het college is ook van mening dat informatie een voorwaarde is voor het kunnen uitvoeren van zelfbeschikking. Een tandarts zou daarom niet volgzaam en passief moeten zijn, maar de patiënt (pro)actief moeten informeren over de verschillende scenario’s en de gevolgen van zijn beslissing.

Het college beoordeelt daarom dat van verweerder had mogen worden verwacht dat deze terug zou komen op het belang van de parodontale behandeling en de consequenties van het niet voortzetten van deze behandeling. Dat de tandarts in de veronderstelling was dat de patiënt het behandelingstraject wilde stopzetten, brengt hier geen verandering in.
Het college begrijpt echter wel waarom verweerder geen overzichtsfoto’s meer heeft gemaakt als hij in de veronderstelling was dat de patiënt het behandelingstraject wilde stopzetten.

Uitspraak

Klachtonderdeel 1 wordt door het college als deels gegrond verklaard. Klachtonderdeel 2 wordt ongegrond verklaard. Aangezien het handelen van de tandarts geen ernstige gevolgen heeft gehad en klager zelf ook niet is teruggekomen op de parodontitis en de behandeling daarvan besluit het college om verweerder geen maatregel op te leggen.

Bron:
Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving