Behandeling van kinderen en toestemming van de ouders: hoe zit dat ook alweer?

Behandeling van kinderen en toestemming van de ouders: hoe zit dat ook alweer?

Steeds vaker krijgen mondzorgprofessionals te maken met kinderen met gescheiden ouders. In het gunstige geval kunnen de ouders goed met elkaar overweg en zijn er goede afspraken gemaakt, die worden nageleefd. Maar het kan ook weleens anders zijn, waarbij conflicten over de hoofden van de kinderen worden uitgevochten. En soms is toestemming voor een behandeling de inzet. Het kan ook voorkomen dat er een acute situatie ontstaat, waarbij de toestemming niet gevraagd kan worden. Hoe hiermee om te gaan? En hoe kijkt de tuchtrechter hier tegenaan?

Gezag

Het ouderlijk gezag houdt de zeggenschap over minderjarigen in. Dat gezag ziet ook op behandelingen in de zorg. Ouders met gezag moeten namelijk beiden toestemming geven voor een behandeling. Vanaf 16 jaar mag een jongere zelf beslissen en is de toestemming niet meer nodig.

Vragen wie het gezag heeft

Maar hoe weet de mondzorgprofessional dan wie het gezag heeft? Er simpelweg van uitgaan dat de ouder die het kind begeleidt ook gezag heeft is niet voldoende. Er zal bezien moeten worden hoe de gezagsverhouding in elkaar steekt. Dat kan aan de ouder gevraagd worden die de jeugdige begeleidt, waarna de mondzorgprofessional daarvan aantekening kan maken in het dossier.
Als er reden is om twijfelen aan de juistheid, dan moet er gevraagd worden naar een bewijs van het gezag. Dat kan een bestaand huwelijk zijn, een uittreksel uit het gezagsregister of een uitspraak van een rechter bijvoorbeeld. Als er sprake is van gescheiden ouders, dan dient doorgevraagd te worden naar de afspraken over het gezag. In de meeste gevallen ligt dit vast in een ouderschapsplan.

Toestemming voor inschrijving en uitschrijving?

Bij het inschrijven van een kind in de praktijk wordt een nieuwe behandelrelatie gestart. Zeker in die situatie is het van belang dat helder is wie het gezag heeft en als dat beide ouders betreft, dat zij allebei toestemming geven voor de inschrijving.

Maar geldt dat ook voor de uitschrijving uit de praktijk? Op 4 mei 2021 is gebleken in een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege Den Haag dat ook in het geval van uitschrijving geïnformeerd moet worden naar de gezagsrelatie. Er was sprake van een uitschrijving omdat de moeder met de dochters met de dochters verhuisde, waarvoor een gerechtelijke procedure nodig was geweest omdat de vader daar niet mee instemde. De arts ging ervan uit dat de vader ervan op de hoogte was en dat de uitschrijving in lijn was met de uitspraak van de rechtbank, en schreef de dochters dus uit. De klacht van de vader werd echter gegrond bevonden, omdat de arts had moeten informeren naar de toestemming van de vader.

En is altijd toestemming nodig, ook in geval van een vechtscheiding?

Het uitgangspunt is dat er toestemming van beide gezagdragende ouders moet zijn, maar het kan voorkomen dat dit in strijd is met de belangen van het kind zelf. De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) heeft daar een uitzondering voor gemaakt: als het niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener, kan hiervan afgeweken worden.

Een situatie waar het Regionaal Tuchtcollege Zwolle zich over gebogen heeft in 2016 laat zien dat er inderdaad soms van het uitgangspunt afgeweken kan worden. Een moeder zat in een Blijf-van-mijn-lijf huis en kwam met haar dochter op het spreekuur van een fysiotherapeut. Er was geen contact met de vader. Er is op enig moment voor gekozen geen toestemming te vragen van de vader, vanwege de situatie. Het college geeft aan dat ook in vechtscheidingen de toestemming van beide ouders in beginsel voorop staat, maar dat dat complex kan zijn. De afweging om in dit geval geen toestemming van de vader te vragen, kan het college, in het belang van de minderjarige, billijken, zo wordt aangegeven. Wel wijst het college wederom op het belang van het controleren van de juridische gezagsverhouding bij aanvang van de behandelrelatie.

Toestemming voor een second opinion?

En hoe zit het bij een verzoek om een second opinion uit te voeren? Dat is over het algemeen een korte exercitie, met een duidelijk doel. Maar ook in dat geval gelden de regels voor de toestemming van beide gezagdragende ouders, als het gaat om een minderjarige. Ook een second opinion is namelijk een behandeling. Dit is op 4 mei 2021 door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag verduidelijkt. Er is dus ook voor een second opinion toestemming nodig van beide ouders met gezag.

Wat te doen bij acute situaties?

Voorgaande voorbeelden gaan uit van de situatie dat voor de behandeling de toestemming van de ouder(s) kan worden afgewacht. Maar er kunnen zich ook situaties voordoen waarbij dat niet zo is: acute situaties. De wet geeft hier een uitzondering voor, namelijk in het geval de tijd voor het vragen van toestemming ontbreekt aangezien de behandeling kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen. Gedacht kan worden aan een verkeersongeval of andere situatie waarbij direct ingegrepen moet worden. Ook kan het voorkomen dat één ouder met gezag niet te traceren is, maar de behandeling wel nodig is. Ook in dat geval kan het op enig moment de behandeling zonder toestemming van die ouder toch uitgevoerd worden.

Tot slot

Complexe situaties in de praktijk kunnen wat minder ingewikkeld worden als de juridische verhoudingen helder zijn. Daarom is het in de eerste plaats van belang bij aanvang van de behandelrelatie met een minderjarige kort maar grondig na te gaan en vast te leggen wat de gezagsverhoudingen zijn. Verder is het goed voor ogen te houden dat toestemming voor de behandeling van beide ouders met gezag het uitgangspunt is, maar dat zich situaties kunnen voordoen waarbij daar (in het belang van het kind) anders mee omgegaan moet worden.

Door: Daniël Post & Élize Breugem – www.eldermans-geerts.nl. Advocaten | Zorgmakelaars | Juristen| Adviseurs in de zorg

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving