Verband tussen tandverlies moeder en het aantal kinderen

Verband tussen tandverlies moeder en het aantal kinderen

Vrouwen met meer kinderen verliezen vaak meer tanden. Dit blijkt uit een omvangrijk Europees onderzoek dat is gepubliceerd in het Journal of Epidemiology & Community Health.

‘Ieder kind kost je een tand’ is een bekende uitdrukking, waarmee een direct verband wordt gesuggereerd tussen het aantal kinderen en het tandverlies van de moeder. Het is veelgehoord bakerpraatje, maar toch ook met een licht serieuze ondertoon. Goed onderzocht is het eigenlijk nooit.

Vijftigplussers

Inmiddels ligt het iets anders, want vandaag publiceren onderzoekers – onder wie Stefan Listl, hoogleraar aan het Radboudumc – het eerste grootschalige onderzoek naar dit vaak gesuggereerde verband. Daarvoor gebruikten ze gegevens uit de databank SHARE (Survey of Health Ageing and Retirement in Europe). SHARE bevat gegevens van meer dan 120.000 vijftigplussers uit 27 Europese landen en Israël.

Gesneuvelde tanden

De onderzoekers maakten in SHARE gebruik van het deelonderzoek Wave 5, waarin onder ander de geboorten in het gezin en het aantal resterende eigen tanden werden geregistreerd van bijna 35.000 mensen in 14 Europese landen en Israel. Listl: “Met het stijgen van de leeftijd sneuvelen meer tanden. Ook het opleidingsniveau speelt mee.” Vrouwen tussen vijftig en zestig missen gemiddeld 7 tanden. Mannen boven de tachtig moeten het met gemiddeld 19 tanden minder doen. Hoger opgeleide vrouwen en mannen lopen minder kans om tanden te verliezen.

Derde kind

De onderzoekers namen specifieke groepen verder onder de loep: vrouwen die een twee- of drieling hadden en vrouwen van wie de eerste twee kinderen hetzelfde geslacht hadden. Listl: “Als de eerste twee kinderen hetzelfde geslacht hebben, neemt de kans toe dat je nog een derde kind wilt met de kans op een ander geslacht. We zien dat de vrouwen in die groep duidelijk meer tanden zijn kwijtgeraakt dan vrouwen die een meisje en een jongen als eerste twee kinderen hebben gekregen. Bij mannen zien we geen verschil.”

Tipje van de sluier

De conclusie is, dat in deze groep een derde kind duidelijk aan het aantal tanden van de moeder knaagt, terwijl ze dat niet doet bij de vader. “Die conclusie kunnen we voor deze groep duidelijk trekken”, zegt Listl, “maar dat betekent nog niet dat die voor iedereen geldt. Dit vraagt om verder onderzoek en dat geldt ook voor welke factor dit verschil veroorzaakt. Is het echt een gevolg van de zwangerschap zelf of is het misschien een effect dat door het ouderschap wordt veroorzaakt? Dat weten we nog niet. Met dit onderzoek hebben we een tipje van de sluier opgelicht, maar de sluier zelf nog niet weggenomen.”

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Speeksel: smeerolie voor de mond

Speeksel: smeerolie voor de mond

Speeksel speelt bij veel processen in de mond een belangrijke rol. Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor veranderingen in de hoeveelheid speeksel? En hoe kunnen mensen met een droge mond geholpen worden? Dr. Casper Bots, tandarts-epidemioloog, sprak erover tijdens het Congres Ivoren Kruis.

Samenstelling speeksel

Speeksel wordt aangemaakt in verschillende speekselklieren. Het is samengesteld uit sereus speeksel uit de glandula parotis (waterig, eiwitarm speeksel), sero-muceus speeksel uit de glandula submandibularis en glandulae mucosae, en muceus speeksel uit de glandula sublingualis (kleverig, eiwitrijk speeksel).

Belang van speeksel

Speeksel is voor tal van processen in de mond van groot belang. Het speelt in de eerste plaats een belangrijke rol bij de verwerking en de smaaksensatie van voeding. Daarnaast is het belangrijk bij spreken, slikken en zoenen. Het zorgt voor gebitsbescherming door de bufferende en remineraliserende werking. Het heeft ook een antimicrobiële werking; het heeft antivirale, antibacteriële en antischimmelkenmerken. Door de aanwezigheid van histatine in speeksel groeien wondranden in de mond tot 1,5 keer zo snel naar elkaar toe in vergelijking met buiten de mond.

Xerostomie en hyposialie

Er is verschil tussen het gevoel van een droge mond en het hebben van een droge mond. Wanneer de patiënt het gevoel van een droge mond heeft, spreken we van xerostomie. Objectief gezien kan er dan nog wel genoeg speeksel aanwezig zijn. Wanneer er meetbaar te weinig speeksel is, spreken we van hyposialie.

Wanneer de speekselproductie (grotendeels) droog valt, is dat te vergelijken met wanneer de olie in een machine droog valt. De processen in de mond gaan mis en de impact op de patiënt kan enorm zijn. Om deze patiënten te helpen en bij te staan is het Nederlands Speekselcentrum opgericht.

Oorzaken hyposialie

Eén van de grootste veroorzakers van hyposialie is medicatiegebruik. Alle medicatie waar ‘anti’ voor staat (antihypertensiva, antidepressiva, antipsychotica etc.) zorgt voor een droge mond. Er bestaat een eenvoudig ezelsbruggetje voor het gebruik van medicijnen in Nederland: 40% van de personen tot 40 jaar, 60% van de personen tot 60 jaar en 70% van de personen tot 70 jaar gebruikt een of meer medicijnen.

Het gebruik van een medicijn geeft 25% kans op een droge mond, het gebruik van vijf verschillende medicijnen geeft 50% kans op een droge mond.

Daarnaast zijn er andere belangrijke factoren die hyposialie kunnen veroorzaken, zoals de ziekte van Sjögren. De ziekte van Sjögren gaat gepaard met reuma, het hebben van droge ogen en een droge mond. Ook diabetes, nieraandoeningen en bestraling in het hoofd-halsgebied kunnen leiden tot een verminderde speekselvloed. Tot slot speelt bij alcoholisme en bij depressie een droge mond een rol.

Indeling in categorieën

Aan de hand van hun speeksel kunnen patiënten in drie categorieën worden ingedeeld:

  • rood (high risk): patiënten die in het verleden zijn bestraald in het hoofd-halsgebied, patiënten met de ziekte van Sjögren en patiënten die veel medicatie gebruiken;
  • oranje (medium risk): patiënten met een ongezonde levensstijl, veel suikergebruik en die roken;
  • groen (low risk): patiënten die op het moment van screening een gezonde kwaliteit en kwantiteit aan speeksel hebben.

Diagnostiek

Er zijn meerdere manieren om een droge mond te kunnen meten. Zo kan er gebruik worden gemaakt van een xerostomie-vragenlijst, waarbij de patiënt bij diverse stellingen moet aangeven of hij er last van heeft.

Daarnaast kan de behandelaar gebruik maken van de Clinical Oral Dryness Score (CODS), om de ernst van een droge mond vast te stellen. Hierbij wordt tijdens een intraoraal onderzoek gekeken naar de volgende punten:

  • Blijft de onderzoekspiegel plakken aan de wang?
  • Blijft de onderzoekspiegel plakken aan de tong?
  • Zijn er groeven/fissuren aanwezig op de tong?
  • Zit er debris op het palatum (niet onder een prothese)?
  • Ziet het speeksel er schuimend uit?
  • Is de mondbodem droog/atrofisch?
  • Is het palatum droog en glanzend?
  • Glijdt je vinger soepel door de omslagplooi heen?
  • Is er sprake van cervicale cariës, of recent vervaardigde cervicale restauraties?
  • Ziet de gingiva er rood en glad uit?

Drogemondonderzoek

Zijn er langer dan drie maanden klachten van een droge mond en/of klinische symptomen met wel of geen risicofactoren, dan is dat een indicatie voor een drogemondonderzoek (DMO).

Bij een DMO wordt onder meer gemeten of de speekselklieren nog een restfunctie hebben. Is dit het geval, dan valt dit te vergelijken met een kraan die in rust dicht zit, maar door stimulatie kan worden opengedraaid. Tijdens het speekselspreekuur wordt op drie momenten de hoeveelheid speeksel gemeten: in rust, na kauwstimulatie met paraffinefilm en na zuurstimulatie met citroenzuur.

Stimulatie speekselproductie

Wanneer de speekselklieren bij stimulatie nog wel speeksel produceren, dan kun je de speekselproductie van de patiënt stimuleren met suikervrije zuurtjes, kauwgom, of pilocarpine. Het is van belang te beseffen dat hoe lager de secretiesnelheid (flow) van speeksel is, hoe lager de pH is (hoe zuurder het speeksel is). Dit betekent dat minder speeksel dubbel schadelijk is voor de dentitie.

Wanneer de speekselklieren ook bij stimulatie geen speeksel meer produceren, dan moet je mondvocht ergens anders vandaan halen (palliatief) door bijvoorbeeld gebruik te maken van kunstspeeksel of -gel.

Tips voor patiënten met een droge mond

Patiënten met een droge mond kunt u de volgende tips geven:

  • ’s Nacht vaseline op de lippen smeren geeft al het gevoel van een vochtige mond waardoor mensen door kunnen slapen.
  • Een patiënt kan bij de apotheker langs gaan voor aanpassing of herbeoordeling van de medicatie. Soms helpt het om het tijdstip van inname te wijzigen.
  • Komkommer met een beetje olijfolie erop kan zorgen voor een prettiger mondgevoel.
  • Wanneer de patiënt noodgedwongen veel water moet drinken, kan wat munt erdoorheen zorgen voor een prettigere smaaksensatie.

Dr. Casper Bots is tandarts-epidemioloog en oprichter van het Nederlands Speekselcentrum.

Verslag door Jacolien Wismeijer, tandarts, voor dental INFO van de lezing ‘Speeksel in de praktijk; smeerolie voor de mond’ van dr. dr. C.P. Bots tijdens het Congres Ivoren Kruis ‘Bijzondere mond, bijzondere aandacht!’

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Council of European Dentists vraagt aandacht bij Europees parlement: vergeet de mond niet

Pathogenen betrokken bij vorming cariës

Franse onderzoekers bestudeerden welke specifieke bacteriën aanwezig zijn in interdentale biofilms en zo komen kijken bij de vorming van cariës. De resultaten van de studie zouden gebruikt kunnen worden om patiënten het poetsen van tanden en interdentaal reinigen meer serieus te laten nemen.

Verwijderen van pathogenen

Denis Bourgeois, PhD aan de afdeling preventie en algemene gezondheid aan de tandheelkundige faculteit aan de University Lyon in Frankrijk, en zijn team verzamelden biofilms van vier interdentale plekken in de mond onder 25 cariësvrije volwassenen. Er werd bevonden dat Streptococcus en Lactobacillus aanwezig waren op alle plekken. Streptococcus mutans werd gevonden op 28% van de plekken. De conclusie van het onderzoek was dat cariësvrije mensen deze pathogenen zouden moeten verwijderen door te flossen en goed te poetsen.

Het onderzoek

Wereldwijd gezien zijn er zo’n 2 miljard patiënten met onbehandelde cariës. Tandbederf komt met name voor bij mensen onder de 35 jaar. Om die reden is het noodzakelijk dat er verder wordt onderzocht hoe cariës in elkaar zit en hoe dit voorkomen zou kunnen worden.

De 15 mannen en 10 vrouwen die deelnamen aan het onderzoek waren allen tussen de 20 en 35 jaar oud. De patiënten waren gezond, hadden geen cariës en ook geen vullingen en/of missende tanden. De interdentale biofilms tussen tand 15 en 16, 25 en 26, 35 en 36 en 45 en 46 werden verzameld. De resultaten waren als volgt:

Pathogenen betrokken bij vorming gaatjes

Verder onderzoek

Een limitatie van het onderzoek is het kleine aantal deelnemers en het feit dat alle deelnemers dezelfde etnische achtergrond hadden. Dit haalt niet weg dat de resultaten potentieel conclusies geven over de pathogenen die betrokken zijn bij de vorming van cariës en dat deze resultaten als uitgangspunt genomen kunnen worden voor verder onderzoek.

Bron:
Plos One

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Taak voor mondhygiënist om onderliggende ziektes in beeld te brengen

Parodontitis kan mede veroorzaakt worden door een andere, ernstige ziekte. Er moet daarom altijd onderzocht worden waarom een patiënt parodontitis ontwikkeld heeft. Wijnand Teeuw gaf tijdens de themadag Up-to-date van Quality Practice Mondhygiëne inzicht in de factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van parodontitis. Hij lichtte een en ander toe aan de hand van twee afbeeldingen: een vraagteken en een volumeknop.

Het vraagteken: waarom parodontitis?

Bij een patiënt met parodontitis moet je nagaan waarom hij parodontitis heeft ontwikkeld. “Als je niet weet waarom iemand parodontitis heeft, vind ik dat je niet mag behandelen,” aldus Teeuw. Dus niet routinematig aan de slag gaan, maar bij iedere patiënt opnieuw deze vraag stellen. Overigens geldt voor cariës hetzelfde. Alleen heeft parodontitis directere gevolgen voor de gezondheid. Als je de vraag ‘waarom’ niet stelt, dan wordt de behandeling te simpel. Er wordt dan enkel plak verwijderd, omdat voorheen gedacht werd dat dit de enige oorzaak was.

De volumeknop: er moet balans zijn

Als een auto hard rijdt, moet de volumeknop verder opengedraaid worden om de radio nog goed te horen. Als de radio goed te horen is, is er balans. Als de volumeknop ver open staat terwijl de auto niet zo hard rijdt, dan is er een disbalans, want dan staat de radio vreselijk hard.

Bij disbalans in het lichaam kan parodontitis ontstaan. Bij iedere patiënt werkt dit anders. Bij de een moet er harder aan de volumeknop worden gedraaid voor balans of disbalans dan bij de ander.

Als een patiënt weinig tot geen afweer heeft, dan is er disbalans. De meerderheid van patiënten met parodontitis heeft een afwijkend afweer. Als duidelijk is wát aan die volumeknop draait, dan kan de behandeling daarop aangepast worden. Alle factoren die de balans kunnen verstoren, zullen in beeld moeten worden gebracht voordat een behandeling gestart kan worden. Als de oorzaak niet volledig bekend is, kan je de oorzaak of bron niet aanpakken.

Factoren voor disbalans

Er zijn naast de biofilm meerdere factoren die bepalen of iemand in balans of disbalans is. Sinds de jaren 80 is de invloed van omgeving, leefstijl en genetica bekend. Daarnaast speelt ‘epigenetica’ een rol: een drager van een verkeerd gen hoeft er niet per se last van te hebben. Wat leefstijl betreft: hier leren we nog steeds over bij. Ook wordt rekening gehouden met de invloed van systemische ziekten en andere minder bekende factoren, zoals overbelasting.

De factoren kunnen ook elkaar beïnvloeden. Zo heeft een lichamelijke ziekte vaak consequenties voor de leefstijl of andersom. En menig ziekte kan stress veroorzaken en maakt medicijngebruik nodig. Dit kan parodontitis in de hand werken.

Ziekten van invloed op parodontitis

Inmiddels worden meer dan 50 lichamelijke ziekten geassocieerd met parodontitis, zoals kanker, reuma, luchtweginfecties en hart- en vaatziekten. Zeker als een patiënt meerdere van deze ziekten heeft, neemt het risico op parodontitis toe. Een patiënt kan bij verschillende artsen voor verschillende ziekten behandeld worden, terwijl ze allemaal door dezelfde factoren veroorzaakt kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan roken of een bepaald eetpatroon.

Intake parodontitispatiënt

Om alle factoren helder in beeld te krijgen zal een intake bij een parodontitispatiënt veel tijd in beslag nemen. Bij verdenking van onderliggende lichamelijke factoren, zoals stress, diabetes mellitus, reumatoïde artritis etc., zal gezocht moeten worden naar interdisciplinaire samenwerking.

Teeuw geeft van een aantal ziekten aan hoe zij van invloed zijn op het ontstaan van parodontitis.

Kanker

Bij iemand met kanker is de aanname dat alleen een chirurgische behandeling in de mondholte niet direct invloed heeft op het ontstaan van parodontitis. Lokale bestraling kan daarentegen de botstructuur en de doorbloeding zodanig beïnvloeden dat het een zeer progressieve parodontitis in de hand werkt. De vermindering van de afweer duurt waarschijnlijk het hele leven. Ondersteuning met antibiotica voor de parodontitisbehandeling kan daarom nodig zijn. Bij chemo valt de afweer een periode weg, maar is weer snel terug. Patiënten zijn vaak wel chronisch vermoeid na en tijdens de chemokuur. Daarom zal er overleg moeten plaatsvinden met de oncoloog. Vraag hoe het met de afweer op dat moment is.

Reuma

Reumatische artritis is een auto-immuunziekte, waarbij voornamelijk de gewrichten worden aangetast. Bij reumapatiënten is de lichamelijke ontsteking verhoogd en staat de volumeknop te hard, de afweer is te hoog. Hierdoor is de kans op parodontitis verhoogd. Medicatie bij reumapatiënten is er juist opgericht om de ontstekingsgraad te doen verminderen. Er zijn studies die een indicatie geven dat deze medicatie soms daarom ook beschermend tegen parodontitis kan werken. Het tegendeel is ook aangetoond, dat soms door de medicatie het immuunsysteem zo onderdrukt wordt dat de kans op secundaire infecties, zoals parodontitis, juist verhoogd is. Bij deze medicatie is het ook goed om er op te letten dat door de bacteriemie, die altijd ontstaat na een  parodontale behandeling, de kans op sepsis verhoogd is. Bij sommige reumapatiënten is het daarom beter de medicatie stop te zetten voordat ze een parodontitisbehandeling ondergaan. Een goede interdisciplinaire behandeling met een reumatoloog is dan noodzakelijk.

Diabetes

Diabetes mellitus is een chronische ziekte, waarbij de suikerregulatie verstoord is, met als gevolg vaak te hoge bloedsuikerwaarden. Door te hoge bloedsuikerwaarden raken verschillende organen, maar ook vitale processen ontregeld, die betrokken zijn bij het onderhoud van het hart- en vaatstelsel, de wondgenezing en de afweer tegen infecties. Op langere termijn ontstaan vooral complicaties op het gebied van HVZ. Vanwege de verhoogde kans op infecties en de slechte wondgenezing, wordt parodontitis twee tot drie keer vaker gediagnosticeerd bij diabetespatiënten. Een goede bloedsuikerregulatie is  belangrijk voor het bereiken van een gezonde parodontale situatie. De suikerregulatie draait bij 1:1 aan de volumeknop voor parodontitis. Een goede instelling bereiken is dus essentieel, ook voor de mond. Ook hier geldt dat een interdisciplinaire behandeling met een diabetesbehandelaar belangrijk is.

Verborgen ziekte

Als niet duidelijk is hoe parodontitis wordt veroorzaakt, kan het nodig zijn om een patiënt te verwijzen naar de huisarts om te laten uitzoeken of er sprake is van een nog onbekende onderliggende ziekte. Zo is uit onderzoek op ACTA gebleken dat 25% van de mensen met ernstige parodontitis ook al bloedsuikerwaarden hadden die wijzen op de aanwezigheid van diabetes mellitus. Ongeveer 20% van deze mensen was hiervan niet op de hoogte. Hieruit kan geconcludeerd worden dat parodontitis mogelijk een vroege aanwijzing is voor het hebben van diabetes mellitus. Mondhygiënisten kunnen daarom mogelijk bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van onderliggende ziekten, zoals diabetes mellitus.

Wijnand J. Teeuw, parodontoloog NVvP, behaalde in 2003 zijn doctoraaldiploma Biologie aan de Universiteit Utrecht met als afstudeerrichting Fundamentele Biomedische Wetenschappen (FBMW). In 2006 studeerde hij als tandarts af aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) waaraan hij sinds die tijd verbonden is aan de sectie Parodondologie. Van 2009 t/m 2012 volgde hij aldaar de MSc-opleiding tot parodontoloog, welke hij cum laude heeft afgerond. Sinds 2015 is hij hoofd van de Kliniek voor Parodontologie ACTA. In 2017 promoveerde hij op de relatie tussen parodontitis en de algemene gezondheid, in het bijzonder diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Wijnand Teeuw tijdens de themadag van Quality Practice Mondhygiëne.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Gepubliceerd artikel mondhygiënisten Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Gepubliceerd artikel mondhygiënisten: Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

In Annual Clinical Journal of Dental Health van The British Society of Dental Hygiene and Therapy is onlangs een artikel gepubliceerd van Yvonne Buunk-Werkhoven, Kristina Takrovskaja en Lieneke Steverink-Jorna. Hierin beschrijven zij hun onderzoek naar de invloed van voorlichting over mondzorg tijdens het kinderfestival Kidsfabriek.

Kidsfabriek

Kidsfabriek is een jaarlijks terugkerend gratis kinderfestival in Ulft. Sinds 2014 wordt hieraan ook deelgenomen door een aantal mondhygiënisten met het doel om op een leuke manier kinderen bewust te maken van het belang van een goede mondhygiëne. Dit blijkt een groot succes te zijn, de kinderen zijn erg enthousiast over de poetsles en andere mondzorgactiviteiten.

In 2015 en 2016 hebben Yvonne Buunk-Werkhoven en Lieneke Steverink-Jorna tijdens Kidsfabriek kinderen en hun ouders ondervraagd over onder andere hun poetsgedrag. Dit vormde de basis voor het nu gepubliceerde onderzoek.

Onderzoek

Doel van het onderzoek was het bepalen van de invloed van promotie van mondgezondheid tijdens een openbaar speel- en leerevenement op de mondhygiëne van kinderen en hun ouders.

Tijdens Kidsfabriek 2015 zijn aan 74 bezoekende ouders enquêteformulieren uitgereikt met vragen over mondzorg. Zij kregen de vragen voordat hun kinderen een workshop tandenpoetsen volgden.
Een jaar later zijn tijdens Kidsfabriek 2016 108 kinderen geïnterviewd nadat zij een interactieve workshop tandenpoetsen – gegeven door mondhygiënisten – volgden.

Resultaten 2015

Uit het onderzoek van 2015 kwam naar voren dat 18 van de geënquêteerde ouders (27,3%), met een middelbaar tot hoger opleidingsniveau, nog nooit een mondhygiënist had bezocht. 26 ouders (39,4%) gaven aan dat ze nooit poetsinstructies voor hun kinderen hadden gekregen van een mondzorgprofessional. 33 ouders (50%) poetsten de tanden van hun kinderen twee keer per dag. 11 respondenten (16,7%) gaven aan dat ze probeerden het eten van tussendoortjes door hun kinderen te beperken.

Resultaten 2016

Tijdens Kidsfabriek 2016 werd door twee derde van de kinderen enthousiast op de tandenpoetsworkshop gereageerd.

Uit vragen over de sociaaleconomische achtergrond van de ouders bleek dat 70 ouders (64,8%) een gemiddeld gezinsinkomen hadden en 28 (25,9%) een bovengemiddeld inkomen.

Een derde van de volwassen respondenten had nooit een mondhygiënist bezocht, 27 ouders (25%) bleken dat wel te willen. De geïnterviewde kinderen gaven veelal aan hun mondzorg te willen verbeteren en het snoepen en drinken van zoete drankjes te willen verminderen.

Conclusie

Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat deelname aan een evenement zoals de Kidsfabriek de kennis over mondhygiëne van kinderen en hun ouders kan vergroten en kinderen en ouders kan aanmoedigen om de mondzorg thuis te verbeteren.

Lees het gehele onderzoek Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Bandje voor minder koordweerstand

Bandje voor minder koordweerstand

CordEze is een pols- of armbandje dat de weerstand van het koord van een handstuk, ultrasonic scaler of air polisher kan verminderen in het gebruik. Een Amerikaanse mondhygiënist ontwikkelde het product.

Makkelijker gebruik van koord-instrumenten

Door gebruik te maken van een bandje zoals CordEze wordt de omgang met alle koorden soepeler en wordt het makkelijker om vrij te bewegen en zo alle macht over de instrumenten te behouden.

Comfortabel

Het bandje is gemaakt van zacht materiaal dat comfortabel om de arm zit. Er zijn drie verschillende kleuren beschikbaar en de maat van het bandje kan naar wens worden aangepast.

Bron:
CordEze.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
16 mei: European Gum Health Day

16 mei: European Gum Health Day

Op 16 mei vindt de European Gum Health Day plaats, een internationale dag om bij het publiek het bewustzijn van tandvleesaandoeningen te vergroten. Dit jaar krijgen alle parodontologen, tandartsen en mondhygiënisten in Nederland het verzoek om aandacht te besteden aan deze dag. Hoe kunt u dat doen? 

De European Gum Health Day is een initiatief vanuit de European Federation for Periodontology (EFP) en wordt in 2018 voor de vijfde keer georganiseerd. ‘Health begins with healthy gums’ is de bijbehorende slogan, die treffend de visie van de EFP – ‘Periodontal health for a better life’ – omvat. Met deze dag proberen we onder de bevolking meer bewustzijn te bereiken voor parodontale gezondheid en ontsteking, de daarmee gepaard gaande gezondheidsrisico’s en de mogelijkheden van preventie en behandeling. Daartoe maken we reclame via (social) media, bieden we gratis screening aan en geven we informatie over de staat van het tandvlees. Vele nationale verenigingen binnen Europa nemen deel aan European Gum Health Day 2018, waaronder uiteraard ook de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP).

Een extra spreekuur in uw praktijk

Dit jaar krijgen alle parodontologen, tandartsen en mondhygiënisten in Nederland het verzoek om aandacht te besteden aan deze dag. Het idee hierbij is dat u in uw praktijk een speciaal spreekuur houdt, waarbij mensen een gratis screening van het tandvlees krijgen – via de DPSI-screening – en informatie ontvangen over tandvlees en gingivitis/parodontitis.

U kunt zelf bepalen op welk moment van de dag u een spreekuur wilt houden en hoe lang dit zal duren. Ter ondersteuning ontvangt u promotiemateriaal plus informatie die u aan patiënten kunt meegeven. Op de website van de NVvP worden per praktijk het tijdstip van het spreekuur en de gegevens van de betreffende praktijk aangegeven.

Screening in de Mobiele Praktijk van Defensie

Maar dat is niet alles! Dit jaar heeft Defensie de Mobiele Tandheelkundige Praktijk, een echte tandartsbus, beschikbaar gesteld voor de European Gum Health Day. Deze bus wordt op 16 mei op een strategische locatie in Nederland geplaatst, zodat langslopend publiek de bus kan betreden voor nadere informatie plus een screening van zijn/haar tandvlees.

Meer informatie en aanmelden

Inschrijven voor de European Gum Health Day kan snel en eenvoudig via de website www.nvvp.org.

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Pilot bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Pilot: bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Hoe bewust zijn jonge moeders van 17 tot 24 jaar van mondgezondheid voor henzelf en voor hun baby’s? Yvonne Buunk-Werkhoven en Selma Burrekers onderzochten dit en publiceerden hierover. Deze doelgroep blijkt lastig te bereiken voor gedragsverandering.

Door middel van twee interactieve workshops gegeven aan de MJD groep* in Groningen en de antwoorden op een vragenlijst ingevuld door jongemoeders van 17-24 jaar werd de persoonlijke mondverzorging geëvalueerd. Als aanvulling daarop werd een persoonlijke screening – per uitnodigingsbrief en telefonisch – aangeboden in de Praktijk voor mondhygiëne van Selma Burrekers.

*De MJD Groep is een  maatschappelijke organisatie die met professionals en vrijwilligersadvies, informatie en ondersteuning biedt aan bewoners in Groningen en de drie Noordelijke provincies.

Bevorderen van mondgezondheid is minstens zo belangrijk als preventie van mondziekten. Hierbij leren mensen hun mondgezondheid te verbeteren door middel van meerdere activiteiten en oefeningen, ook wel aan te duiden als gezondheidsvaardigheden. In eerdere studies, ook onder kinderen,werd aangetoond dat gezondheidseducatie in het verleden en promotie-interventies (OHEPIs) effectief zijn en positieve invloed hebben op tandartsbezoek, poetsen en flossen.

Doelstelling onderzoek

Een artikel in een locale krant was de inspiratie voor dit vrijwillige initiatief van Buunk-Werkhoven en Burrekers. De bedoeling was om te bepalen wat het effect (impact) is van een laagdrempelige benadering van mondgezondheidsbevordering en om de betrokkenheid  van de zelfzorg beter te begrijpen. Daarnaast is het belangrijk om inzicht te krijgen in welke factoren van invloed zijn op de eigen verantwoordelijkheid en  het vermogen van jonge moeders om hun baby’s op een (kosten)effectieve manier preventieve zorg te bieden.

Door middel van twee Powerpointpresentaties werd uitleg gegeven en gediscusieerd over mondgezondheid en andere gezondheidsonderwerpen.Tijdens de eerste workshop vulden de deelnemers een index over mondgezondheid in. Als aanvulling daarop werden de jonge moeders per brief uitgenodigd om een screening in de praktijk te ondergaan. In de tweede workshop lag het accent vooral op de mondverzorging van de baby’s en peuters. Een half jaar na de eerste keer werden10 moeders persoonlijk uitgenodigd via een telefoongesprek om langs de praktijk te komen voor een gratis consult.

Resultaten

De groep bestond op papier uit 15 jonge moeders van 17-23 jaar. Ze hadden allen babies tussen 0-6 maandenof peuters in de leeftijd van 1,5 tot 4 jaar.

Bij de eerste keer waren 8 moeders aanwezig, 3 waren ziek en 4 anderen waren zonder bericht afwezig. De MondiX werd gebruikt als maatstaf voor het eigen mondhygiënegedrag.

Tweederde poetste tweemaal daags met een handtandenborstel en driekwart rapporteerde tenminste voor het slapen gaan het gebit te poetsen. Ongeveer de helft poetste minder dan een minuut, slechts 4 poetsten 2 minuten of langer. Interdentale reinigingsmiddelen werden niet of nauwelijks gebruikt.
Ongeveer 3 maanden na de eerste workshop bestond de groep op papier uit 11 moeders, inclusief 5 nieuwe jongemoeders, waarvan 1 7 maanden zwanger was. 5 moeders waren aanwezig, 5 waren afwezig en 1 kwam later binnen. Deze groep had gevraagd om een follow-up voor meer informatie, met name over de mondverzorging van hun kindje. Deze informatie was meer gespecificeerd en werd beter ontvangen door de groep. Echter, deze informatie was wederom niet voldoende om de moeders voor een gratis consult in de praktijk te krijgen.

Na observatie en navraag tijdens de discussie in de workshop hadden de moeders niet het besef en de intentie om de hoeveelheid zoet te beperken of om pas te poetsen een uur na inname van zure drankjes: ze vonden dit niet belangrijk.

In de herfst –een half jaar na aanvang van het project– konden uit de totale groep slechts 6 moeders per telefoon worden bereikt en uitgenodigd. Hiervan maakten 4 moeders een afspraak en slechts 2 kwamen opdagen. Deze twee bleken ook nog eens niet aanwezig te zijn geweest bij de workshops.

Case reports worden beschreven in de Engelse versie van het artikel.

Conclusie

Het blijkt uit dit interventieonderzoek dat veel directe aandacht, twee keer een interactieve workshop en herhaalde uitnodiging per brief en daarna nog telefonisch contact voor een gratis consult met kind niet voldoende zijn om deze jonge moeders te motiveren en/of te stimuleren.
De doelgroep die het nodigheeft, blijkt lastig te bereiken en mee te krijgen in bewustwording en gedragsverandering; De jonge moeders verkeren vooral in de eerste (pre-contemplatie) en tweede (contemplatie) fase van het gedragsveranderingsmodel (TTM).
Inzicht is nodig om te finetunen: wat is daadwerkelijk nodig bij en voor deze specifieke groep en op welke aspecten moet de focus gelegd worden om de jonge moeders meer bewust te laten worden en meer verantwoordelijkheid te laten krijgen voor gezondheidsgedrag, voor henzelf en voor hun kind.

Lees het complete onderzoek  

Onderzoek door Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoogen onderzoeker binnen de preventieve mondzorg  en mondhygiënist Selma Burrekers.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
World Oral Health Day – Say Ahh Think Mouth, Think Health

World Oral Health Day – Say Ahh: Think Mouth, Think Health

Ook dit jaar zal op 20 maart de World Oral Health Day (WOHD) wereldwijd gevierd worden. De WOHD als initiatief bestaat al sinds 2013 en is ontwikkeld om mensen bewust te maken van het belang van een goede mondgezondheid. Het FDI heeft daarom een breed scala aan materialen ontwikkeld om het geluid rondom deze dag te helpen versterken.

Thema

Het thema van de campagne 2018 ‘Say Ahh: Think Mouth, Think Health’ wordt geïntroduceerd in de WOHD-toolkit. Dit thema moedigt mensen aan om het verband te leggen tussen hun orale gezondheid en hun algemene gezondheid en welzijn.

Deelname

De toolkit bevat belangrijke berichten en ideeën om de campagne lokaal te implementeren en is beschikbaar in verschillende talen. Van social media tot het maken van eigen posters, meer informatie over deelname is te vinden op de website van de World Health Day.

Evenementen

Elk jaar worden er wereldwijd honderden evenementen georganiseerd ter viering van de WOHD. Voor maximale zichtbaarheid kunnen gebruikers met een interactieve evenementenkaart hun aankomende evenementen en activiteiten uploaden. Daarnaast hebben ze ook een app en kun je ze volgen op social media.

Bron:
World Oral Health Day

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
tandenborstel - tandpasta

Triclosan in tandpasta kan achterblijven in tandenborstel

Sinds 1998 is het bekend dat Triclosan schadelijke effecten kan hebben, maar toch wordt de stof nog veel gebruikt in producten als tandpasta en deodorant. Een recente studie onderzocht of de stof achterblijft in tandenborstels, en wat voor gevolgen dit met zich meebrengt.

Triclosan als ontsmettingsmiddel en schadelijke stof

Het antibacteriële middel Triclosan werd in 1972 geïntroduceerd, en werd veelvuldig gebruikt als ontsmettingsmiddel in ziekenhuizen. Daarnaast wordt het onder andere verwerkt in cosmetica en kleding.

In 1998 werd bekend dat het middel schadelijke effecten kent: zo bevordert het antibiotica resistentie, kan het de hormoonbalans verstoren en is het schadelijk voor in water levende organismen. Daarnaast bleek de stof af te dwalen, waardoor een grote kans ontstond dat de stof in het voedsel zou komen te zitten en mensen meer dan de maximale dagelijkse veilige dosis Triclosan binnen zouden krijgen. Om die reden werd in 2009 door het Federale Instituut voor Risicobeoordeling (BfR) aanbevolen om de stof niet in verpakkingsmateriaal te verwerken.

Verbod in Europa

Sinds 2015 is de chemische stof in heel Europa verboden om gebruikt te worden in producten die op de huid aangebracht worden en daar blijven, zoals crèmes. De stof bevindt zich echter nog steeds in producten als zeep, deodorant en tandpasta. Onlangs dienden 206 verschillende artsen gezamenlijk een verzoek in om Triclosan volledig te verbieden.

Ophoping in tandenborstels

Recentelijk hebben Amerikaanse milieuchemici, onder leiding van Baoshan Xing van de Universiteit van Massachusetts, onderzocht of de Triclosan in tandpasta’s zich ook ophoopt in tandenborstels. Dit werd gedaan door middel van de creatie van een tandenborstelrobot, die het gedurende drie maanden tweemaal per dag het poetsen van de tanden simuleerde. Dit werd gedaan met 22 verschillende, veelgebruikte tandenborstels en zes tandpasta’s met Triclosan, en enkele tandpasta’s zonder de stof.

Nylon borstelharen

Het bleek dat de stof in een derde van de tandenborstels in grote hoeveelheden bleef zitten. Met name tandenborstels met nylon borstelharen en zachte componenten, zoals bij tongreinigers, absorbeerden bijzonder hoge hoeveelheden. Overstappen naar tandpasta’s zonder Triclosan maakte dat de stof gedurende twee weken vrij werd gegeven.

Geen directe gezondheidsrisico’s

De onderzoekers beschouwen Triclosan in de mond niet direct als een gezondheidsrisico, maar wijzen er wel op dat hier op gelet moet worden. Daarnaast worden tandenborstels weggegooid, wat kan maken dat de chemicaliën los komen in het milieu. Verder tonen de resultaten van de studie dat bijzondere aandacht zal moeten besteed aan bijvoorbeeld make-up producten die in aanraking komen met de absorberende componenten.

Bron:
UMass Amherst

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Lieneke-Steverink-Jorna

Blog mondhygiënist op website ministerie van VWS

Wat je altijd al wilde weten over de mond. Dat is de titel van de blog van mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna op de website van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In haar blog geeft zij “De top 4 over mond en gebit”. Een mooie promotie voor de mondzorg.

“Als ik vertel dat ik mondhygiënist ben, krijg ik als reactie: “Hoe zei je? ” Een mondhygiënist heeft als doel ziekte te voorkomen door middel van een frisse en gezonde mond voor iedereen. Na het behalen van de HBO-opleiding wilde ik alles uit mijn vak halen. Daarom werk ik niet alleen in de mond, maar zoek ook actief de media op. Dat doe ik omdat ik merk dat mijn prachtige vak nog te onbekend is. Ik beantwoord dan veel vragen over de mond. Hier de top 4 en mijn antwoorden”, de start van haar blog.

Lees de complete blog

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Project Gezonde Peutermonden wint ‘Preventieproject van het Jaar 2018’

Project Gezonde Peutermonden wint ‘Preventieproject van het Jaar 2018’!

Het project Gezonde Peutermonden is het ‘Preventieproject van het Jaar 2018’. De prijs werd afgelopen vrijdag uitgereikt tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent.

Het Ivoren Kruis is deelnemer van het project Gezonde Peutermonden. Er wordt onderzocht wat het effect is op de mondgezondheid van nieuwgeborenen die met hun ouder(s) het consultatiebureau bezoeken waarbij één groep begeleid gaat worden door een mondzorgcoach en de controle groep niet.

Het project bestaat uit een 4-jarige studie onder begeleiding van Katarina Jerkovic (hogeschool Utrecht), prof. Cor van Loveren (ACTA en voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis) en prof. Geert van der Heijden (ACTA).
Het doel van het project is bijdragen aan onderbouwde interventies om mondzorg van peuters te optimaliseren, en bewijs leveren voor haalbaarheid en (kosten)effectiviteit van innovatie waarbij mondzorg binnen de eerstelijns zorg geïntegreerd wordt op het consultatiebureau.

Verkiezing Preventieproject van het jaar

De verkiezing Preventieproject van het jaar is georganiseerd door SCEM. SCEM: ‘Preventieve mondzorg is belangrijk en wordt steeds belangrijker.’ Begin december zijn drie finalisten geselecteerd: Gezonde Peutermonden, Glansje en Toothcamp. Zij presenteerden hun project tijdens de Landelijke Dag voor de Preventieassistent op vrijdag 12 januari jl.. De deelnemers van de Landelijke Dag voor de Preventieassistent mochten hun stem uitbrengen, waarna het project Gezonde Peutermonden werd uitgeroepen tot ‘Preventieproject van het Jaar 2018’.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
Sealen ook effectief bevonden bij premolaren

Sealen ook effectief bevonden bij premolaren

Een nieuwe systematische review heeft uitgewezen dat seal-afdichtmiddelen effectief zijn, ongeacht het type tand of de locatie van de tand. Het sealen van premolaren blijkt zelfs langer mee te gaan en meer cariës te voorkomen dan sealen van de eerste en tweede molaren.

Effectiviteit

De auteurs van het review besloten om de effectiviteit van sealen te onderzoeken nadat de American Dental Association en American Academy of Pediatric Dentistry sealen voor primaire en permanente kiezen aan zowel kinderen en adolescenten aanraadden.

Richtlijnen

De hiervoor opgestelde richtlijnen, die in 2016 werden gecreëerd, vermelden echter geen onderscheid tussen eerste en tweede kiezen of de premolaren. Dit was voor de onderzoekers aanleiding om te analyseren of de locatie van de sealing van invloed is op de levensduur en ultieme cariëspreventie van de sealing.

Onderzoek

De uiteindelijke 16 proeven werden in samenwerking met 2778 patiënten uit 12 landen gehouden. De sealings werden aangebracht op een mix van cariësvrije tanden en tanden met carieuze laesies.

Geen invloed

Uit het onderzoek blijkt dat de prestaties van de sealings niet negatief te worden beïnvloed door mondzijde, kaak of tand-type. Alle achter-tanden kunnen dus ook effectief worden afgedicht.

Positief

De sealings die op premolaren werden geplaatst, ontwikkelden juist minder carieuze laesies en hadden een langere levensduur dan die op de eerste permanente molaren.

Significant

Hoewel het verschil significant was vanuit een wetenschappelijk standpunt, merkten de onderzoekers op dat de onderzochte groep relatief klein was en dat de follow-up periode kort was. Er is dus nog wel behoefte aan toekomstige studies.

Bron:
ScienceDirect

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Chronisch slechte adem ook veroorzaakt door gen

Chronisch slechte adem ook veroorzaakt door gen

Onderzoekers hebben ontdekt dat een slechte adem ook door een genetische fout kan worden veroorzaakt. Mensen met een defect in het gen SELENBP1 hebben geen eiwit dat de de zwavelverbinding methaanthiol omzet. Dit concluderen onderzoekers van het Radboudumc en de Radboud Universiteit in Nature Genetics.

Een slechte adem (halitose) wordt meestal veroorzaakt door bacteriën in de mondholte die zwavelverbindingen vormen. Over andere oorzaken van een slechte adem is nog weinig bekend, maar er wordt al lang gedacht dat er ook een genetische oorzaak mogelijk is. Al in de jaren negentig Dr Albert Tangerman (Radboudumc, interne geneeskunde) een Nederlandse familie waarvan meerdere mensen een slechte adem hadden. Samen met hoogleraar Erfelijke Stofwisselingsziekten Ron Wevers zocht hij naar de oorzaak, waarbij ze uiteindelijk bij deze mensen op enkele zwavelverbindingen stuitten, waaronder het sterk stinkende methaanthiol. Die stof verspreidt een sterke koolachtige lucht. ‘Methaanthiol wordt in grote hoeveelheden in de darm geproduceerd en kan ook uit voeding afkomstig zijn. We dachten dat het eiwit dat deze stof moet opruimen bij deze mensen kapot was’, zegt Wevers, ‘maar konden daar geen aanknopingspunten in de stofwisseling voor vinden. Het proces waarmee het lichaam deze stof onschadelijk maakt was onbekend, dus zaten we op dat moment vast.’

Zwavelomzetting in bateriën

Wevers presenteerde het probleem op congressen en kwam zo in contact met families uit Duitsland en Portugal met hetzelfde probleem. Daarnaast ontstond er een samenwerking met hoogleraar Microbiologie Huub Op den Camp, die onder andere gespecialiseerd is in zwavelomzettingen in bacteriën. Samen met onderzoekers van de Universiteit van Warwick vonden ze onlangs in de bacterie Hyphomicrobium een eiwit dat zorgt voor de omzetting van methaanthiol: het methaanthiol oxidase.

De bacterie gebruikt de verontreinigingen in het rioolwater, waaronder zwavelverbindingen zoals methaanthiol, als voedsel, waardoor deze uit het rioolwater worden verwijderd. Vervolgens werd gekeken of het gen dat codeert voor het methaanthiol oxidase eiwit van de bacterie, ook in de mens aanwezig was. Het menselijke gen dat de meest overeenkomsten vertoonde was het gen SELENBP1. Hoogleraar Microbiologie Huub Op den Camp: ‘De functie van het bijbehorende menselijk eiwit SELENBP1 was echter nog onbekend. Daarmee was ook onbekend in welke stoffen ons lichaam het methaanthiol omzet. Het SELENBP1 gen staat in de literatuur wel te boek als een tumorsuppressor gen. Maar we dachten meteen dat de afwezigheid van dit eiwit wel eens de oorzaak van de stinkende adem zou kunnen zijn bij deze mensen’.

Veel voorkomend defect in stofwisseling

Dus onderzochten Wevers en Op den Camp adem, bloed en urine van de patiënten en bleken ze inderdaad een verhoogde hoeveelheid van vooral methaanthiol en dimethylsulfide te hebben. Wevers: ‘Dat was een duidelijke aanwijzing dat er bij deze patiënten dus iets fout gaat in de stofwisseling waardoor een viertal zwavelverbindingen zich ophopen in het bloed waaronder het methaanthiol. Deze stof en het dimethylsulfide zijn zeer vluchtig en komen daardoor via de longen makkelijk in de uitademingslucht. Nu bekend was dat er een menselijke variant bestaat van het eiwit dat zwavelverbindingen omzet, namelijk SELENBP1, bekeken wij ook het DNA van deze patiënten. Ze bleken inderdaad allemaal mutaties in het SELENBP1 gen te hebben.’

Verder onderzoek leverde nog meer bewijs op voor hun nieuwe ontdekking. De huidcellen van de patiënten bleken bijvoorbeeld een sterk verminderde hoeveelheid van het eiwit en weinig tot geen enzymactiviteit te vertonen. Hetzelfde zagen ze bij een muis waarbij het gen uitgeschakeld werd. Dat leidde tot de conclusie dat SELENBP1 inderdaad een methaanthiol oxidase is en mutaties in dat gen een chronisch slechte adem kunnen veroorzaken. Iets wat waarschijnlijk veel vaker voorkomt dan gedacht. De onderzoekers hebben berekend dat ongeveer 1 op de 90.000 mensen de mutatie hebben. Voor deze patiënten is nog geen therapie beschikbaar. Voorlopig kunnen ze een stinkende adem eigenlijk alleen verminderen met dieetmaatregelen. Verder onderzoek zal zich richten op het ontwikkelen van een mogelijke therapie en op de rol van de stoffen die uit methaanthiol ontstaan bij een niet verstoorde stofwisseling.

Bron:
Radboudumc en Nature Genetics

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Mondhygiëne, Thema A-Z
Kind, tandenpoetsen

De helft van alle kinderen liegt over tandenpoetsen

Ongeveer de helft van alle kinderen in het Verenigd Koninkrijk liegt over tanden poetsen. Hiervan laat een vijfde hun ouders denken dat ze goed hebben gepoetst. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek van Brushlink.

Al gepoetst

Uit het onderzoek bleek ook dat 48 procent van de kinderen ‘de hele tijd’ of ‘af en toe’ tegen hun ouders loog, waarbij ze zeiden dat ze hun tanden al hadden gepoetst terwijl dat niet het geval was.

Maatregelen

Een vijfde van de Britse kinderen nam andere maatregelen om het te doen lijken of ze hun tanden hadden gepoetst, zoals het bevochtigen van hun tandenborstel.

Niet langer acceptabel

‘Ik heb me laten vertellen dat als tienduizenden kinderen een jaar lang in het ziekenhuis zouden worden opgenomen om een lichaamsdeel onder algemene verdoving te laten verwijderen, vanwege een ziekte die volledig te voorkomen was, er rellen op straat zouden komen,’ zegt Professor Elizabeth Kay MBE, stichtingsdecaan op Peninsula Dental School en lid van de wetenschappelijke commissie van Brushlink. ‘Toch accepteren we het op de een of andere manier wel als het op tanden aankomt.’

Tandbederf de nieuwe gebroken arm

Uit een nieuwe analyse van het NHS Digital Data bleek namelijk dat het aantal kinderen jonger dan tien jaar dat een ziekenhuisbehandeling nodig heeft vanwege tandbederf, twee keer zo hoog is als het aantal dat hulp nodig heeft voor een gebroken arm.

Vitaal belang

‘Producten zoals Brushlink en apps als Brush DJ zijn naar mijn mening van vitaal belang, omdat ze via technologie op kinderen reageren op een manier die voor hen meeslepend en boeiend is, waardoor we resultaten krijgen,’ aldus Kay.

Toezicht houden

Ongeveer een derde van het tandenpoetsen van kinderen wordt tweemaal per dag onder toezicht gedaan in het Verenigd Koninkrijk, blijkt uit het onderzoek. Ondanks aanbevelingen dat het toezicht hierbij van groot belang is, beweren 13 procent van de ouders dat ze nooit het tandenpoetsen van hun kinderen hebben begeleid.

Leven lang gezondere mond

‘Door goede mondgezondheidstechnieken bij kinderen in te bedden terwijl ze jong zijn, redden we ze niet alleen van pijnlijke, dure en uiteindelijk onnodige behandelingen, we zorgen ook voor een gezondere mond tot in de volwassenheid,’ zei Dr. Dev patel, oprichter en CEO van Brushlink.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
peri-implantitis

Risicofactoren voor peri-implantitis

Onderzoek onder patiënten met titaniumimplantaten heeft inzicht gegeven in de factoren die het risico op peri-implantitis verhogen. Er is hierbij gekeken naar de conditie van de patiënt, kenmerken van de implantaten en klinische factoren.

Doel van de studie

Doel van de studie was om systemische en lokale factoren te vinden die de kans op peri-implantitis vergroten. De bestudeerde implantaten werden aangebracht bij de Stichting voor Wetenschappelijke en Technologische Ontwikkeling van Tandheelkunde (FUNDECTO) van de Universiteit van Sao Paulo (USP) tussen 1998 en 2012.

Onderzochte factoren

Het onderzoek vond plaats onder 183 patiënten met 916 titaniumimplantaten, die minstens een jaar eerder in de kaak aangebracht en osseogeïntegreerd waren.

Factoren die onderzocht zijn, hadden in de eerste plaats betrekking op systemische aandoeningen van de patiënt, zoals hartstoornissen, hoge bloeddruk, rookgewoonten, alcoholisme, leverstoornissen, hepatitis, maag- en darmaandoeningen, diabetes mellitus type 1 en 2, hyperthyreoïdie of hypothyroidisme, radiotherapie, chemotherapie, menopauze, osteoporose, actieve parodontale aandoeningen, geschiedenis van parodontale aandoeningen en bruxisme. Daarnaast is ook gekeken naar de eigenschappen van het implantaat (locatie, diameter, lengte, verbinding, vorm en antagonist) en klinische factoren (zoals slijtagefacetten, periodontale toestand van de aangrenzende tanden, opeenhoping van plaque op de aangrenzende tanden, plaque-index, bloedingindex, sonderingsdiepte, bloeding na sonderen en breedte van keratinized weefsel).

Resultaten

Uit het onderzoek kwam naar voren dat patiënten met een geschiedenis van paradontale aandoeningen 2,2 keer zo veel kans lopen om peri-implantitis te ontwikkelen. Een gecementeerde prothese levert 3,6 keer zo veel risico op als een geschroefde. Als de prothese al slijtage liet zien, was het risico 2,4 keer zo groot. Bij volledige vervanging door implantaten blijkt de kans op peri-implantitis 16,1 groter te zijn dan bij plaatsing van een enkele implantaat.

Er werd geen verband gevonden tussen de eigenschappen van het implantaat en de aanwezigheid van peri-implantitis.

Bron:
Wiley Online Library

Lees meer over: Implantologie, Mondhygiëne, Thema A-Z
Tanden

Je tanden zijn het visitekaartje

Het lijkt erop dat de methode om een hart te veroveren via de mond loopt. Uit een enquête blijkt dat 57% van de mensen zich direct aangetrokken voelt tot iemands tanden of lach.

Bleek away

Uit dit onderzoek van Spotlight Teeth Whithening komt ook naar voren dat ongeveer 95% van de Britten ongezonde of gele tanden als een dating turn off beschouwt. Zeven op de tien Britten bleken dan ook hun tanden.

Redenen om te bleken

De meeste mensen bleken hun tanden om meer zelfvertrouwen te krijgen, aantrekkelijker over te komen en om verkleuring van de tanden door het roken of drinken van koffie en thee tegen te gaan.

Bron:
thesun.ie

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Cariës

Onderzoekers ontwikkelen vaccin tegen cariës

Wereldwijd is cariës een groot probleem. Een Chinees onderzoeksteam is er nu echter in geslaagd om een vaccin tegen cariës te ontwikkelen, waarmee het probleem binnenkort nog wel eens verleden tijd zou kunnen zijn.

Eerder succesvolle fusie met bijwerkingen

De onderzoekers probeerden al eerder de gastheer van gaatjes, de bacterie Streptococcus mutans, te blokkeren door deze te combineren met eiwitten uit de darmbacterie escherichia coli. Deze fusie bleek succesvol, maar bracht teveel bijwerkingen met zich mee.

Optimalisatie

In het nieuwe onderzoek van het team werd de formule op zo’n manier geoptimaliseerd dat de nadelige bijwerkingen uitbleven. De nieuwe versie van het eiwittenvaccins werd getest op muizen en ratten, en toonde hier zowel profylactische als therapeutische effecten. Bij de muizen zonder cariës was een profylactische werking te zien in 64,2% van de gevallen. Bij de muizen met cariës bleek een therapeutische werking in 53,9% van de gevallen.

Goede mondhygiëne

Voordat het vaccin eventueel op de markt gebracht kan worden zullen nog meer tests moeten worden uitgevoerd. Daarnaast benadrukken de onderzoekers dat geen enkele vaccinatie ooit het belang van goede mondzorg weg zal nemen.

Bron:
Nature

Lees meer over: Cariës, Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Vernieuwd advies Droge mond

Vernieuwd advies Droge mond

Tijdens haar najaarscongres lanceerde het Ivoren Kruis zijn nieuwe advies Droge mond. Het advies is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten die te maken krijgen met patiënten met een droge mond.

Het bevat inhoudelijke aspecten van de begeleiding van de patiënt met een droge mond, de voorlichting, preventie, en behandelingen die de zorgverlener(s) alleen met hulp van de patiënt kunnen verrichten. Het advies Droge mond is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Risico’s verminderde speekselsecretie

Bij een verminderde speekselsecretie treden problemen op bij spreken, kauwen en slikken. Daarnaast neemt de kans op het ontstaan van tandcariës, tandslijtage en infecties van de orale mucosa, bijvoorbeeld candidiasis, sterk toe. Bij ernstige monddroogheid kan een gave dentitie, indien geen adequate preventie wordt toegepast, binnen enkele maanden volledig te gronde gaan.

Speeksel bestaat grotendeels uit water (99,5%), eiwitten (glycoproteïnen en enzymen) mineralen en antimicrobiële stoffen. Het behoedt de lippen, mondhoeken, tong en het slijmvlies van de mond en keel tegen uitdroging en infectie. Speeksel beschermt de gebitselementen tegen demineralisatie en zorgt voor remineralisatie. Speeksel bevordert het spreken, kauwen, slikken en de spijsvertering en is belangrijk bij het proeven. Het speelt een rol bij de bloedstolling en de wondgenezing en houdt een prothese op zijn plaats (Van Amerongen, 2005).

Veel aandoeningen kunnen de oorzaak zijn van onvoldoende speeksel en een chronische droge mond. De voornaamste oorzaken zijn bijwerkingen van medicatie, psychische aandoeningen zoals angst of stress, (systeem)ziekten, zoals het syndroom van Sjögren en beschadiging bij bestraling van hoofd-halstumoren. Speekselsecretie kan hierdoor reversibel, maar ook irreversibel zijn verstoord.

Droge mond tijdig herkennen

Omdat afgenomen speekselsecretie catastrofale gevolgen kan hebben voor het gebit, de monden algemene gezondheid en de ervaren kwaliteit van leven, is het de verantwoordelijkheid van de tandarts en mondhygiënist een droge mond tijdig te herkennen, liefst voordat de mondgezondheid verslechtert. Tijdens het periodiek mondonderzoek (PMO) kan de mondzorgverlener eenvoudig nagegaan of een drogemondonderzoek is geïndiceerd. Bij het PMO actualiseert de mondzorgverlener onder meer de anamnese en het medicatieoverzicht, gevolgd door een extra- en intra-oraalonderzoek (Richtlijn PMO, 2007). ”Hierbij kunt u oorzaken, klachten en symptomen van een droge mond waarnemen.” Bij een patiënt met cariësactiviteit die het Basisadvies Cariëspreventie correct uitvoert (groep 4, rood) is het van belang na te gaan of er sprake is van een chronische droge mond (Advies Cariëspreventie, Ivoren Kruis, 2011). Een drogemondonderzoek bestaat uit onderzoek naar xerostomie, de speekselklierfunctie en voedingsgewoonten.

Bij speekselklierfunctieonderzoek worden secretiesnelheid, zuurgraad en viscositeit van het ongestimuleerde, kauwgestimuleerde en eventueel zuurgestimuleerde totaalspeeksel gemeten. Dit is van belang voor het vaststellen van de ernst en de mogelijke oorzaak van hyposialie. Speekselklieronderzoek is verder van belang voor de begeleiding en behandeling van een patiënt met een droge mond. Doel is met de juiste maatregelen een droge mond te verlichten en de mondgezondheid inclusief de gezondheid van het mondslijmvlies te bevorderen. Het is van belang alle bevindingen en afspraken zorgvuldig vast te leggen.

Bekijk een kosteloos exemplaar van het advies

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Vruchtbaarheid beïnvloed door mondgezondheid

Vruchtbaarheid beïnvloed door mondgezondheid

Al eerder maakte onderzoek bekend dat parodontale bacteriën een negatief effect kunnen hebben op een zwangerschap en de foetus. Uit een Finse studie is nu echter ook gebleken dat deze bacteriën zelfs de oorzaak kunnen zijn van het mislukken van een zwangerschap.

Kinderwens

De studie, die werd gepubliceerd in Journal of Oral Microbiology, werd gedaan onder 256 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 29,2 jaar oud, variërend van 19 tot 42 jaar, die zwanger wilden raken. Gedurende een jaar werd bekeken of die kinderwens uitkwam. Om te beginnen werden de vrouwen getest op parodontale bacteriën. Risicofactoren als leeftijd, roken of andere ziekten werden ook meegenomen als mogelijke oorzaken van eventuele onvruchtbaarheid.

Parodontitis verkleint kans op zwangerschap

De resultaten van het onderzoek lieten zien dat de vrouwen die binnen een jaar niet zwanger waren een hogere concentratie van de bacterie porphyromonas gingivalis hadden in hun speeksel en de antilichamen in het bloed, welke wordt geassocieerd met parodontitis. Dit betekent dat vrouwen met een hoge concentratie van de bacterie wel 3 keer minder kans hebben om zwanger te worden. Als de klinische symptomen van parodontitis hierbij worden opgeteld wordt de kans zelfs 4 keer kleiner.

Goede mondzorg van belang

De onderzoekers benadrukken dat de aanwezigheid van parodontale bacteriën niet de oorzaak is van onvruchtbaarheid, maar wel de kans kan vergroten. Hoe dit precies in zijn werk gaat moet verduidelijkt worden in verdere studies, maar tot nu toe kan in elk geval worden geconcludeerd dat een goede mondzorg ook van belang is voor de vruchtbaarheid.

Bron:
Tandfonline 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z