Pilot: bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Pilot bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Hoe bewust zijn jonge moeders van 17 tot 24 jaar van mondgezondheid voor henzelf en voor hun baby’s? Yvonne Buunk-Werkhoven en Selma Burrekers onderzochten dit en publiceerden hierover. Deze doelgroep blijkt lastig te bereiken voor gedragsverandering.

Door middel van twee interactieve workshops gegeven aan de MJD groep* in Groningen en de antwoorden op een vragenlijst ingevuld door jongemoeders van 17-24 jaar werd de persoonlijke mondverzorging geëvalueerd. Als aanvulling daarop werd een persoonlijke screening – per uitnodigingsbrief en telefonisch – aangeboden in de Praktijk voor mondhygiëne van Selma Burrekers.

*De MJD Groep is een  maatschappelijke organisatie die met professionals en vrijwilligersadvies, informatie en ondersteuning biedt aan bewoners in Groningen en de drie Noordelijke provincies.

Bevorderen van mondgezondheid is minstens zo belangrijk als preventie van mondziekten. Hierbij leren mensen hun mondgezondheid te verbeteren door middel van meerdere activiteiten en oefeningen, ook wel aan te duiden als gezondheidsvaardigheden. In eerdere studies, ook onder kinderen,werd aangetoond dat gezondheidseducatie in het verleden en promotie-interventies (OHEPIs) effectief zijn en positieve invloed hebben op tandartsbezoek, poetsen en flossen.

Doelstelling onderzoek

Een artikel in een locale krant was de inspiratie voor dit vrijwillige initiatief van Buunk-Werkhoven en Burrekers. De bedoeling was om te bepalen wat het effect (impact) is van een laagdrempelige benadering van mondgezondheidsbevordering en om de betrokkenheid  van de zelfzorg beter te begrijpen. Daarnaast is het belangrijk om inzicht te krijgen in welke factoren van invloed zijn op de eigen verantwoordelijkheid en  het vermogen van jonge moeders om hun baby’s op een (kosten)effectieve manier preventieve zorg te bieden.

Door middel van twee Powerpointpresentaties werd uitleg gegeven en gediscusieerd over mondgezondheid en andere gezondheidsonderwerpen.Tijdens de eerste workshop vulden de deelnemers een index over mondgezondheid in. Als aanvulling daarop werden de jonge moeders per brief uitgenodigd om een screening in de praktijk te ondergaan. In de tweede workshop lag het accent vooral op de mondverzorging van de baby’s en peuters. Een half jaar na de eerste keer werden10 moeders persoonlijk uitgenodigd via een telefoongesprek om langs de praktijk te komen voor een gratis consult.

Resultaten

De groep bestond op papier uit 15 jonge moeders van 17-23 jaar. Ze hadden allen babies tussen 0-6 maandenof peuters in de leeftijd van 1,5 tot 4 jaar.

Bij de eerste keer waren 8 moeders aanwezig, 3 waren ziek en 4 anderen waren zonder bericht afwezig. De MondiX werd gebruikt als maatstaf voor het eigen mondhygiënegedrag.

Tweederde poetste tweemaal daags met een handtandenborstel en driekwart rapporteerde tenminste voor het slapen gaan het gebit te poetsen. Ongeveer de helft poetste minder dan een minuut, slechts 4 poetsten 2 minuten of langer. Interdentale reinigingsmiddelen werden niet of nauwelijks gebruikt.
Ongeveer 3 maanden na de eerste workshop bestond de groep op papier uit 11 moeders, inclusief 5 nieuwe jongemoeders, waarvan 1 7 maanden zwanger was. 5 moeders waren aanwezig, 5 waren afwezig en 1 kwam later binnen. Deze groep had gevraagd om een follow-up voor meer informatie, met name over de mondverzorging van hun kindje. Deze informatie was meer gespecificeerd en werd beter ontvangen door de groep. Echter, deze informatie was wederom niet voldoende om de moeders voor een gratis consult in de praktijk te krijgen.

Na observatie en navraag tijdens de discussie in de workshop hadden de moeders niet het besef en de intentie om de hoeveelheid zoet te beperken of om pas te poetsen een uur na inname van zure drankjes: ze vonden dit niet belangrijk.

In de herfst –een half jaar na aanvang van het project– konden uit de totale groep slechts 6 moeders per telefoon worden bereikt en uitgenodigd. Hiervan maakten 4 moeders een afspraak en slechts 2 kwamen opdagen. Deze twee bleken ook nog eens niet aanwezig te zijn geweest bij de workshops.

Case reports worden beschreven in de Engelse versie van het artikel.

Conclusie

Het blijkt uit dit interventieonderzoek dat veel directe aandacht, twee keer een interactieve workshop en herhaalde uitnodiging per brief en daarna nog telefonisch contact voor een gratis consult met kind niet voldoende zijn om deze jonge moeders te motiveren en/of te stimuleren.
De doelgroep die het nodigheeft, blijkt lastig te bereiken en mee te krijgen in bewustwording en gedragsverandering; De jonge moeders verkeren vooral in de eerste (pre-contemplatie) en tweede (contemplatie) fase van het gedragsveranderingsmodel (TTM).
Inzicht is nodig om te finetunen: wat is daadwerkelijk nodig bij en voor deze specifieke groep en op welke aspecten moet de focus gelegd worden om de jonge moeders meer bewust te laten worden en meer verantwoordelijkheid te laten krijgen voor gezondheidsgedrag, voor henzelf en voor hun kind.

Lees het complete onderzoek  

Onderzoek door Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoogen onderzoeker binnen de preventieve mondzorg  en mondhygiënist Selma Burrekers.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z