Werken whiteningtandpasta’s?

Bijna elk tandpastamerk heeft een whiteningvariant. De meeste tandpasta’s zouden een intense of natuurlijk wit gebit geven. Maar werkt zo’n pasta ook?

Antwoord
Cor van Loveren, hoogleraar preventieve tandheelkunde aan ACTA, heeft het antwoord: “De kleur van koffie, thee en rode wijn gaan vastzitten aan speekseleiwitten die tandplak vormen. De verkleurde laag kun je wegpoetsen, maar de kleur van het onderliggende tandbeen wordt er niet door beïnvloed. Door het schoner poetsen, kunnen de tanden witter lijken”. Er zijn verschillende middelen die in tandpasta’s verwerkt kunnen worden.

Schuurmiddel
In whiteningtandpasta’s zit een soort schuurmiddel, die een specifieke reinigende werking heeft. “Dit schuurmiddel bevat enzymen die het eiwitlaagje afbreekt, waardoor het gemakkelijker weggepoetst kan worden” legt Van Loveren uit.

Covarineblauw
Daarnaast is er ook een optische methode met de kleurstof covarineblauw. “Covarineblauw voegt blauwtinten toe aan de bruin- en geeltinten van het gebit waardoor tanden witter lijken”.

Antitandsteenpasta
Van Loveren legt ook uit hoe antitandsteenpasta kan bijdragen aan wittere tanden: “Fosfaten vormen het hoofdbestanddeel van sommige antitandsteenpasta’s die een chemische verbinding aangaan met de tandsteen waardoor kleurstoffen minder goed aan de tanden kunnen hechten”.

“Bleektandpasta’s” bestaan niet
“Bleken van tanden werkt alleen met waterstofperoxide en dat zit niet in de tandpasta’s die beschikbaar zijn op de Nederlandse markt” zegt de hoogleraar.

Conclusie
Van Loveren concludeert: “Alle fabrikanten kiezen een eigen middel. Het een werkt niet beter dan het andere, wittere tanden zijn uiteindelijk vooral een kwestie van goed poetsen en voornamelijk afhankelijk van de natuurlijk kleur van je tanden”.

Bron: Volkskrant

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Nieuwe tandenborstel: geen tandpasta meer nodig

Met de nieuwste tandenborstel is geen tandpasta meer nodig. De tandenborstel hoeft alleen nat gemaakt te worden met water. De tandenborstel maakt gebruik van nanotechnologie uit mineralen waarmee het plak verwijdert en een beschermend laagje op de tanden achterlaat.

Minerale coating

Doordat er voor deze tandenborstel geen tandpasta nodig is zou het bijdragen aan de gezondheid van mensen en beter zijn voor het milieu. De tandenborstel moet echter vaker vervangen worden dan een normale tandenborstel. Na 30 dagen is de minerale coating op de tandenborstel namelijk uitgewerkt en is het tijd voor een nieuwe.

MISOKA

De naam van de tandenborstel is MISOKA en is ontworpen door de Japanse ontwerper Kosho Ueshima. De tandenborstel werd tijdens de Milaan Design Week in april van dit jaar geïntroduceerd. In Azië zijn onderhand al meer dan tweemiljoen exemplaren verkocht.

Bron: MISOKA

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Gert Stel: We zijn steeds meer coach en cariësmanager

Onderzoek geeft aan dat 90% van de tandartsen boort bij cariës, waar dat eigenlijk niet nodig is.
Kindertandarts dr. Gert stel sprak over diagnostiek en risicofactoren bij cariës.

Verslag van de lezing van dr. G. Stel tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Gert Stel: “Je moet vastleggen, je moet weten wat er gebeurt, je moet dat kunnen controleren in de tijd.” Stel legde uit wat monitoren van cariës betekent. “Als tandheelkundigen moeten we weten of cariës actief is of niet en niet in elke verkleuring een boor zetten. Zelfs als het actieve cariës is, zullen we terughoudend moeten zijn met de boor.” Aan de cursisten werd een heftige foto getoond van een mond vol cariëslaesies. Maar omdat in de mond geen wortelpuntontstekingen aanwezig waren, was geen sprake van een acute situatie. Bovendien was de patiënt pijnvrij. De mond was nu schoon maar de gingiva verraadde dat het tandenpoetsen niet altijd zo goed gebeurde. Het feit dat de patiënt geen pijn had, geeft de behandelaar tijd. Tijd om preventie in te zetten.

Cariësactiviteit
Om te bepalen hoe het met de cariësactiviteit zit, moeten we ten eerste weten wat er de vorige keren al zat. Leg daarom steeds vast welke laesies in welk stadium aanwezig zijn; bijvoorbeeld via het ICDAS systeem. De aanwezigheid van verkleuringen/ontkalkingen op twee of meer plaatsen in de mond die tijdens het vorige mondonderzoek nog niet zichtbaar waren, zijn indicaties van een cariës actieve mond.

Eerst polijsten
Als er echter geen sprake is van nieuwe laesies en de reeds aanwezige laesies geen progressie vertonen gedurende minstens twee jaar dan is de mond stabiel en is er dus geen sprake van cariësactiviteit. De laesies zijn dan als het ware littekens. “Bij aanwezigheid van cariës moet je op je hoede zijn. Je moet het in de gaten houden.”, sprak Stel. Voordat men de elementen goed kan controleren op cariëslaesies, zullen de elementen eerst gepolijst moeten worden. “Beginnende tekenen van cariësactiviteit mis je anders want dit zit onder de plaque. De patiënt moet dus altijd eerst naar de mondhygiënist of preventieassistent en daarna kan de controle gedaan worden. “Een handigheidje is het met een orthodontisch elastiekje separeren van twee kiesjes om de approximale vlakken eenvoudig te kunnen controleren als getwijfeld wordt en er geen röntgenfoto beschikbaar is of gemaakt kan worden.”

Voorspellers van toekomstige cariës
Voorspellers van cariës in de toekomst zijn:

  • Cariëslaesies nu en in het verleden, zeker in pas doorgekomen elementen
  • Speeksel tekort
  • Suikerrijk dieet
  • Lage sociaal economische status / opleiding / inkomen
  • Houding / gedrag
  • Leeftijd

Risicokind
Wat maakt dat een kind een risicokind is? “ Vraag of er broers of zussen zijn. Wonen die thuis? Dit kan de stabiliteit van het gezin aangeven. Vraag wie er na poetst. Alleen mama? Vraag je af hoe het gezin georganiseerd is. Is er regelmaat en structuur? Door vragen te stellen kom je daar achter. Want dat bepaalt (mede) het cariësrisico”, vertelt Stel na aanleiding van het recente proefschrift van Denise Duyster (“Family Matters”). Zij onderzocht de rol van het gezin in relatie tot cariësrisico.

Leeftijd
Bij sommige leeftijden neemt het aantal laesies ineens toe. Zoals bij het doorkomen van de zessen waardoor onder andere de melkkiezen lastiger te poetsen zijn. Hetzelfde zien we als de zevens doorbreken. Ook maakt de grafiek een sprong rond de leeftijd waarop velen uit huis gaan. Dit gaat namelijk vaak gepaard met een ander eet- en poetspatroon.

Controle gebitselementen
Er zijn diverse manieren waarop we de gebitselementen kunnen controleren. Naast de vertrouwde lucht, licht en bitewings – nog steeds de Gouden Standaard – bestaan nieuwe detectie-instrumenten zoals de DIAGNOcam die met sterk doorvallend licht werkt. Een nadeel van de DIAGNOcam is dat het secundaire cariës slecht in beeld kan brengen. De QLF camera (QRaycam en QRayscan) en SIROinspect bieden tevens innovatieve manieren om onder andere plaque te ontdekken en zichtbaar te maken voor de patiënt. Hierbij kleuren bacterieproducten rood op (rode fluorescentie). Nog een, inmiddels al wat oudere, innovatie is het Icon waarmee interdentaal gesealed kan worden.

Coach en cariësmanager
“We zijn steeds meer coach en cariësmanager. We moeten eigenlijk geen tandheelkunde maar cariësmanagent studeren.” Maar helaas is het huidige vergoedingensysteem op basis van verrichtingen nog steeds niet passend om preventieve benaderingen/behandelingen voldoende te waarderen. Daardoor is het moeilijk om cariësmanagement, NOTCP of innovaties breed in te zetten. Daardoor verzandt men nog te vaak in een restauratiecyclus in plaats het voorkomen van cariës. Op dit moment is het volgens onderzoek zo dat 90% van de tandartsen een boor in cariës zet waar eigenlijk geen boor in hoeft. “

Gert Stel studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG. Tot de sluiting van deze Subfaculteit Tandheelkunde was hij daar werkzaam als docent op de afdeling kindertandheelkunde. In 1992 volgde zijn promotie in Würzburg (D). De (tandheelkundige) behandeling van bijzondere zorggroepen had en heeft zijn bijzondere aandacht. Hij was o.a. voorzitter van de VBTGG en de NVvK. Tot september 2010 lagen zijn tandheelkundige werkzaamheden hoofdzakelijk binnen het Radboudumc te Nijmegen; op het gebied van theoretisch en klinisch onderwijs in de kindertandheelkunde en als tandarts-pedodontoloog binnen de verwijs(staf)praktijk kindertandheelkunde en het CBT van het Radboudumc. Van 2010 tot 2014 was hij verbonden aan het UMC Groningen. Momenteel is hij werkzaam bij de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) in Amsterdam. Naast voorzitter van het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap is hij verder bestuurslid van het Ivoren Kruis, verzorgt hij diverse voordrachten en presentaties en is hij nauw betrokken bij de opzet en uitvoering van diverse vormen van vakinhoudelijk nascholingsonderwijs.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Gert Stel tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Belgisch onderzoek: 4 op 5 kinderen poetsen niet goed

Slechts 19 procent van de Belgische kinderen tussen de 1 en 6 jaar poetst hun tanden goed. Dit blijkt uit een enquête van zorgverzekeraar CM, meldt Nieuwsblad.be. “Verontrustende cijfers”, aldus CM, aangezien het op jonge leeftijd extra belangrijk is om goed voor je gebit te zorgen.

Verontrustende cijfers

Slechts 29 procent van de onderzochte kinderen poetst hun tanden twee keer per dag. 55 procent maar één keer, en 3 procent zelfs nooit. Deze cijfers zijn met name verontrustend, omdat het van zeer groot belang is om al vanaf jongs af aan goed te leren zorgen voor het gebit. Ook zijn jonge gebitjes extra gevoelig voor gaatjes, omdat dit glazuur nog niet sterk genoeg is om dit zelf te kunnen voorkomen.

Tanden poetsen niet leuk

Uit enquêtes die werden gehouden bij ouders van jonge kinderen, blijkt dat bijna de helft van de ouders aangeeft dat hun kinderen tanden poetsen niet leuk vinden. Ze zouden hun mond niet willen openen, eten de tandpasta op of zuigen op de tandenborstel. Om dit probleem zo veel mogelijk proberen op te lossen helpt CM ouders door het geven van poetstips.

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z

Gel zou ontstoken tandvlees genezen

Biochemicus Alan Rowan van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft een nieuw hydrogel ontwikkeld. Het mogelijke wondermiddel zou de gevolgen van ontstoken tandvlees kunnen genezen.

De gel
Veel zestigplussers kampen met terugtrekkend tandvlees, met ontstekingen en eventueel tandverlies als gevolg. Omdat de gel stolt bij 37 graden, kan de gel in vloeibare vorm in de ontstane holtes tussen tand en kaakbot worden gespoten. Het nieuwe tandvlees dekt de gel, zodat deze niet afbrokkelt. Bovendien is de kunststof poreus waardoor deze medicijnen kan opzuigen die vervolgens in de holte worden afgegeven. Met ontstekingsremmers kunnen zo tandontstekingen worden genezen.

Onderzoeksgroep
Professor tandheelkunde John Jansen gaat de komende jaren met zijn patiënten in de tandartspraktijk testen of de veelbelovende kunststof inderdaad de hoge verwachtingen waarmaakt.

Brandwonden
Door de wondgenezing en het stollingseffect kan de gel ook gebruikt worden voor het genezen van brandwonden. Ook bij doorligwonden zien de onderzoekers kansen. Net als bij operaties voor het dichtmaken van een hazenlip.

Bron: De Gelderlander

 

 

Lees meer over: Actueel, Mondhygiëne, Thema A-Z

Zoetstof Xylitol: Effect voor het voorkomen van tandbederf nog niet bewezen

Het bewijs van de effectiviteit van Xylitol in het voorkomen van tandproblemen bij kinderen en volwassen blijkt beperkt. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van de Universiteit van Manchester, gepubliceerd in de Cochrane Library.

Xylitol
Xylitol is een natuurlijke zoetstof en komt voor in alledaagse producten zoals kauwgom, snoep en tandpasta. Xylitol is een populaire suikervervanger en de zoetstof blijkt ook minder schadelijk te zijn voor het gebit dan suiker. Ook is er gesuggereerd dat het toevoegen van Xylitol aan producten kan helpen om tandbederf te voorkomen. Echter volgens het onderzoek is er weinig bewijs dat Xylotiol inderdaad nuttig is in de strijd tegen tandbederf.

Resultaat
Gebaseerd op gegevens van 4216 schoolkinderen blijkt dat het niveau van tandbederf 13% lager is bij de kinderen die drie jaar een fluoride tandpasta met Xylitol gebruikten dan bij de kinderen die een tandpasta gebruikten zonder Xylitol. Bij andere Xylitol bevattende producten zoals zuigtabletten en kauwgom was er weinig of vrijwel geen bewijs van enig voordeel voor het voorkomen van tandbederf.

Bron: Manchester

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
algemene bevolkingsgezondheid

Mondhygiënisten kunnen de algemene bevolkingsgezondheid bevorderen

De British Association of Therapists (BADT) in Engeland stelt dat mondhygiënisten er voor kunnen zorgen dat de Engelse bevolking op een gezondere manier gaat leven.

Making every contact count
Om te zorgen dat gezondheidsmedewerkers in Engeland positief invloed uitoefenen op de keuzes en gedrag van patiënten is er een landelijke programma opgericht: ‘Making every contact count’. Dit programma nodigt gezondheidsmedewerkers uit om met patiënten over hun levensstijl te praten en advies te geven.

Rol mondhygiënisten
Volgens BADT kunnen mondhygiënisten een grote rol spelen bij de gezondheidsbevordering door patiënten te adviseren om te stoppen met roken, gezonder te gaan eten en minder alcohol te drinken. Zowel het identificeren van mondzorgproblemen als patiënten informeren dat hun mondzorggezondheid gekoppeld is aan hun algemene gezondheid is een belangrijke taak van de mondhygiënist. Veel mondhygiënisten hebben goed contact met hun patiënten, waardoor zij in een uitstekende positie zijn om te praten over hun welzijn en deze middels advies te bevorderen.

Bron: Dentistry

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Bijwerking van medicijnen zichtbaar in de mond

Bijwerking van medicijnen zichtbaar in de mond

Van een aantal medicijnen is bekend dat ze invloed kunnen hebben op de dentitie. Zo kan antibiotica zorgen voor verkleuringen van tanden en kiezen. Ziet u een relatie tussen een bepaald medicijn en de mondgezondheid? Meld dit bij Lareb.

Geneesmiddelenziekte
Een tweede ziekte wordt het ook wel genoemd: geneesmiddelenziekte of ziekten die men krijgt als gevolg van gebruikte geneesmiddelen. Het slikken van medicatie brengt dus enige risico’s met zich mee. Een bekend voorbeeld is het medicijn Softenon waarvan later bleek dat het zorgde voor ernstige aangeboren afwijkingen bij het kind. Een ander recent voorbeeld is de Diane-pil: de kans op trombose wordt door deze pil vergroot.
Uit een studie van Pirmohamed et al. is gebleken dat 6,5% van niet geplande ziekenhuis opnames gerelateerd zijn aan geneesmiddelgebruik: 0,15% gaat er aan dood en 72% van de gevallen is te voorkomen. Het blijkt dat de geneesmiddelen NSAID (29,6%), diuretica (27,3%), anticoagulantia (10,5%) en antidepressiva (7,1%) in de meeste gevallen tot ziekenhuisopnames leiden.

Dentitie en geneesmiddelen
Van een aantal medicijnen is bekend dat ze invloed kunnen hebben op de dentitie. Zo kan antibiotica zorgen voor externe verkleuringen van de tanden en kiezen en is bruxisme een bijwerking van serotineheropnameremmers. Het blijkt dat weinig tandartsen een mogelijke relatie tussen een bepaald medicijn en een effect op de mondgezondheid melden bij Lareb, het Nederlandse Bijwerkingen Centrum. Bij de aanwezigheid van een onverklaarbare aandoening in de mond, bestaat er een grote kans dat een medicijn hierbij een rol speelt. Het is dus goed om een vermoeden van een relatie tussen een bepaald medicijn en een aandoening te melden bij Lareb.

Bijwerking in de mond
Medicijnen hebben bijwerkingen en dit kan zich ook uiten in de mond. Hieronder een aantal voorbeelden.

  • Gingiva zwelling: anti-epileptica, calcium antagonisten (nifedepine, verapramil), immunosuppressiva.
  • Droge mond: antidepressiva, antihistamiinica, antipsychotica.
  • Tandverkleuring:
    Extrinsiek (reversibel): orale antibiotica.
    Intrinsiek: tetracycline, fluor-verbindingen in hoge dosering.
  • Osteoradionecrose: bisfosofonaten (Fosamax). Dit is vooral gevaarlijk wanneer het medicijn intraveneus is toegediend of als er een relatie is met een extractie of ontsteking. Stoppen van het medicijn heeft geen zin.
  • Zwelling speekselklieren: thiazolidinediones
  • Congenitale afwijking:
    Tetracyclines zorgen voor intrinsieke verkleuringen.
    Schisis lijkt vaker voor te komen bij het gebruik van valproaat.
    Prenatale blootstelling aan anti-epileptische middelen lijken een relatie te hebben met het ontstaan van
    agenesie. Dit is echter nog niet hard gemaakt.

Conclusie
Als tandarts kun je heel veel zien in de mond, ook met betrekking tot geneesmiddelen.

Prof. dr. A.C. van Grootheest is hoogleraar Geneesmiddelenbewaking en geneesmiddelenveiligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Prof. dr. A.C. van Grootheest tijdens het afscheidssymposium Kaaskiezen? Geen Keuze! in het UMCG.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
tanden poetsen

Promotie: Tandenborstel poetst niet effectiever met tandpasta

Op woensdag 22 april zal N.A.M. Rosema zijn proefschrift verdedigen. Voor zijn proefschrift onderzocht hij de effectiviteit van tandenpoetsen. Hierbij onderzocht hij meerdere factoren die van invloed zijn op de effectiviteit, zoals gebruik van tandpasta en het soort tandenborstel.

Leren poetsen
In zijn onderzoek toonde Rosema aan dat tandpasta er niet voor zorgt dat de tandenborstel effectiever tandplak weghaalt. Wel is tandpasta belangrijk voor andere doeleinden, zoals het beschermen tegen gaatjes door de toevoeging van fluoride. Volgens Rosema is het de manier waarop iemand poetst het belangrijkste bij het verwijderen van tandplak, dat moeten we dus leren.

Bron: ACTA

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Nationale mondzorganalyse in Duitsland

De vijfde ‘German Oral Health’ (DMS V) vindt dit jaar weer plaats om gegevens te verzamelen over de status van de mondgezondheid in Duitsland, gedrag ten aanzien van mondzorg en de risicofactoren.

Eerdere resultaten
Het DMS-onderzoek is al eerder uitgevoerd in 1989, 1997 en 2005. Uit deze data kwam naar voren dat cariës en parodontale aandoeningen zeer vaak voorkomen in Duitsland. Wel heeft er een aanzienlijke verbetering van de mondgezondheid plaatsgevonden in de afgelopen decennia, met name bij kinderen.

Verzameling data
Sociaal-demografische gegevens worden verzameld van deelnemers van vier verschillende leeftijdscategorieën. Ook hun attitude ten opzichte van gezondheid en voeding wordt in beeld gebracht. Daarnaast zullen klinische gegevens worden verzameld over het verlies van tanden, cariës, parodontitis, prothetische status, mond- en spijsverteringsslijmvliezen en hard weefsel.

Belangrijk
DSM is het enige grootschalig cross-sectioneel onderzoek in Duitsland op het gebied van mondzorggezondheid. Het is voor de algemene gezondheid belangrijk dat trends in de prevalentie van mondziektes in de gaten worden gehouden en mondzorganalyses blijven plaatsvinden.

Bron: Biomedcentral


Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Tooth on white

3D-beelden helpen cariës te begrijpen

Wetenschappers in Londen onderzoeken door middel van 3D foto’s welke veranderingen er in de dichtheid en structuur van een tand plaatsvinden tijdens een tandziekte. Hiermee hopen ze de oorzaken van tandziektes te achterhalen.

Straling
Op de School of Dentistry aan de Queen Mary Universiteit in Londen worden de nieuwste technieken gebruikt om tandziektes verder te onderzoeken. Hiervoor wordt een geëxtraheerde tand op een draaiplateau gezet waarna het van alle kanten gefotografeerd wordt met een röntgenapparaat. De teruggekaatste straling wordt door een andere camera opgevangen. De opgevangen straling wordt vervolgens omgevormd waardoor de verschillende delen van de tand onderscheiden kunnen worden.

De informatie die hieruit afgeleid kan worden over de samenstelling van de tand is van groot belang voor het begrijpen en verder onderzoeken van tandziektes.

Bron: ZWP online

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
diploma - geslaagd

Vakdiploma geeft doorslag in keuze mondzorgprofessional

De Nederlander hecht veel waarde aan de vakdiploma’s van de mondzorgprofessional. Dit is zelfs het belangrijkste aspect bij de keuze van de tandarts en mondhygiënist, gevolgd door hygiëne in de praktijk en locatie van de praktijk. Dit blijkt uit een onderzoek naar mondverzorging in Nederland, dat in februari onder 1000 Nederlanders is uitgevoerd door onderzoekbureau GfK in opdracht van Listerine.

Gemiddeld een 7,4
De Nederlander geeft zichzelf met gemiddeld een 7,4 een ruime voldoende als het gaat om de eigen mondgezondheid. Niet minder dan 90% vindt een goede mondverzorging ook erg belangrijk. Toch zegt slechts een minderheid voldoende tijd aan mondverzorging te besteden. Vier op de tien mannen en vrouwen zijn van mening dat zij er eigenlijk meer aan zouden moeten doen. Vooral jongeren zijn in dat opzicht kritisch op zichzelf. Maar ook veel mensen die mondverzorging niet zo belangrijk vinden, zeggen dat ze er meer tijd aan zouden moeten besteden. Daarbij staat de Nederlander open voor professioneel advies, dat in veel gevallen ook wordt opgevolgd.

Afspraak maken via internet
Als mensen van praktijk wisselen is dat in de meeste gevallen omdat ze niet tevreden zijn over de behandeling (57%). Minder vaak is de oorzaak dat mensen de behandeling te duur vinden (14%). Een meerderheid van 56% stelt er prijs op om via sms aan een afspraak herinnerd te worden en 60% wil ook graag een afspraak kunnen inplannen via internet. Eén derde van de respondenten stelt een afspraakherinnering per post op prijs.

Gebruik mondverzorgingsproducten
Er wordt in Nederland over het algemeen goed gebruik gemaakt van mondverzorgingsproducten. Eén op de vier mensen gebruikt regelmatig een mondspoelmiddel. Vrouwen maken vaker dan mannen gebruik van aanvullende producten zoals ragers (interdentale borsteltjes), tandfloss en producten voor gevoelige tanden. Over de specifieke functie van mondspoelmiddelen zijn de meningen verdeeld. De meesten mensen denken dat deze bedoeld zijn voor een fris mondgevoel (76%) en bescherming tegen plak en cariës (59%). Opvallend is dat mensen die hun eigen mondverzorging als onvoldoende beoordelen, vaker een speciale mondspoeling voor gevoelige tanden kiezen dan anderen. Slechts 12% geeft aan geen enkel mondverzorgingsproduct te gebruiken.

Open voor advies
Bijna zes op de tien mensen – vooral degenen die mondverzorging erg belangrijk vinden – wil graag professioneel advies over te gebruiken verzorgingsproducten. En driekwart geeft ook aan die adviezen op te volgen. Zo’n 25%, vooral degenen die mondverzorging als belangrijk beoordelen, hoort van de professional graag de mening over verschillende merken mondverzorgingsproducten. Slechts 13% geeft aan de adviezen over merken ook echt in koopgedrag om te zetten. In de mogelijkheid om verzorgingsproducten direct bij de mondzorgprofessional aan te schaffen is een minderheid van de Nederlanders (14%) geïnteresseerd. Vooral voor ouderen en hoger opgeleiden is dat niet nodig. Jongeren (18-34) en minder hoog opgeleiden geven vaker aan dit prettig te vinden.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Tandarts

Vrouwen beoordelen partner op zijn gebit

Een slechte adem? Bloedend tandvlees? Veel mensen hebben hier last van. Meer dan de helft van de Nederlanders heeft wel eens een slechte adem. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen meer aandacht besteden aan hun mondgezondheid. Zij willen het liefst een stralende lach en een frisse adem. En… ook niet onbelangrijk, zij beoordelen een eventuele partner hierop!

Vrouwen alert op slechte adem
Vrouwen zijn meer dan mannen, alert op een slechte adem. Angst voor sociale afwijzing ten gevolge van een slechte adem of andere mondproblemen, speelt daarbij een grote rol. Hoewel mannen en vrouwen even vaak de mondzorgpraktijk bezoeken, lijkt de laatste groep zich meer bewust van het belang van goed poetsen en het schoonmaken tussen de tanden en kiezen. Vrouwen verzorgen hun mond veel beter en – belangrijker nog – beoordelen mannen hierop! Vrouwen zullen een potentiële partner sneller afwijzen wanneer deze een slechte adem heeft. Dit blijkt uit onderzoek dat Yvonne en Bram Buunk onlangs presenteerden tijdens het World Dental congres van de FDI in India. Aan het onderzoek werkten 1677 personen mee van 18 jaar en ouder.(*)

Slechte adem negatief voor carrière
Ernstige slechte adem (halitose) kan zelfs substantiële economische gevolgen hebben. Door de effecten van schaamte op sociale interactie, kan dit zelfs een succesvolle carrière in de weg staan.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Slijtagebehandeling

Prof. dr. Cune: Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling

Slijtage-gerelateerde problemen komen steeds meer voor. Vooral bij jonge patiënten moet u hierop alert zijn. Wat zijn de oorzaken en welke aanpak is het meest geschikt?

Prevalentie erosie

  • Tekenen van slijtage: 1 op de 4 bij 12-jarigen, 1 op de 3 bij 15-jarigen.
  • Ernstige slijtage: 3% van de 20-jarigen, 17% van de 70-jarigen.

Met name voor slijtage bij jonge patiënten moet aandacht zijn.

Oorzaken van niet-cariogeen gebitsweefselverlies

1. Erosie

Voedingsmiddelen met een ph <4, met name koolzuurhoudende frisdranken. Redbull heeft zelfs een ph van 2,7.

  • Maagzuur (ph 2): anorexia en boulimia, alcoholverslaving – erosie veroorzaakt door overgeven, niet door alcohol -, maag-slokdarm reflux ziekte, hemodialyse patiënten (vocht wordt door slechte werking nieren niet weggefilterd, daardoor oprispingen).
  • Beroepsgerelateerd: fotografen, werknemers electrolytische zinkfabrieken, sporters, zwemmers.
  • Weetje: De helft van de Olympische spelers heeft last van erosie. 

    2. Attritie: tand-tand contact Bruxisme: slaapstoornissen, stress, alcoholgebruik, roken, reflux, medicatie waaronder xtc en antidepressiva.

  • Serotonineheropnameremmers (antidepressiva) indiceren bruxisme. Fluoxetine (Prozac) en andere serotoneheropnameremmers, geven bruxisme als bijwerking. Patiënten die deze middelen gebruiken kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding via de regeling Bijzondere Tandheelkunde als het medicijngebruik tot aantoonbare gebitschade leidde.
  • Tip: vraag aan patiënten om hun medicijnenlijst te laten zien en bekijk of de medicijnen in verband kunnen worden gebracht met de tandheelkundige situatie.Beleid bij niet cariogeen gebitsweefselverlies
    1. Oorzaak achterhalen
    2. Advies geven en monitoren of restaureren. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van :
    • Indices – Volgens prof. Cune niet erg geschikt voor individuele patiënt, meer voor onderzoek.
    • Mondfoto’s
    • Modellen
    • Digitaal materiaal

    Subjectief

    • Pijn
    • Esthetiek

    Objectief

    • Dentine expositie
    • Aantal aangetaste elementen bekijken
    • Verlies hoektand bescherming
    • Noodzaak om ruimte te creëren

    Hamvragen bij slijtage

    • Lokaal versus gegeneraliseerd?
    • Met of zonder beethoogte verlies?

    Langzame lokale slijtage → Dento-alveolaire compensatie: Proc. alveolaris, gingiva en elementen groeien mee om occlusie te herstellen.

    1. Passieve eruptie van elementen en proc. alveolaris
    2. Occlusale contacten blijven intact om kauwfuncties te behouden.

    Slijtage bij hemodialyse patiënten gaat juist heel snel. Bij hen is dan meestal geen sprake van dento-aleolaire compensatie.

    Aanpak
    Er bestaat geen vast behandelplan voor slijtage. Er zijn veel verschillende methoden beschreven maar in Nederland wordt vooral met composiet gewerkt.

    Directe aanpak:

    1. Dahl: geschikt bij lokale slijtage in het front.
      Door een Dahlplatform palatinaal van de bovenincisieven is de richting van de krachten langs de tandas. Patiënten hebben weinig klachten van de beetverhoging, voorwaarden hiervoor zijn een gezond parodontium en kaakgewricht. Herstel van occlusale contacten in de zijdelingse delen duurt gemiddeld 6 maanden tot een jaar. Premolaren vaak als laatste.
      Intrusie vs extrusie. Meeste compensatie lijkt vanuit zijdelingse delen te komen.
      94% succes onafhankelijk van leeftijd en geslacht
    2. Freehand
      Prof. Cune past deze methode meestal toe.
      Maak stops van composiet op de premolaren om ruimte in te schatten. Vervolgens het front. De incisale lengte kan bepaald worden met een eenvoudige composietopbouw. Na het front, komen de zijdelingse delen. Laat de patiënt op zacht composiet dichtbijten, tand voor tand.
    3. Mal techniek: geschikt voor gegeneraliseerde slijtage.
      Leg de nieuwe beethoogte vast met futar slot. Maak daarna een opwas met (putty)mal. Kan beter zijn: Daarna wordt een opwas gemaakt met (putty) mal. (in de meeste gevallen wordt dit namelijk door de tandtechnieker gedaan) Patiënten wennen makkelijk aan een beetverhoging, gaf Prof. Cune aan.

    Beschouwing

    Monitor, restore or ignore?
    Bij 25% van de jeugdigen is sprake van slijtage. Hou het in de gaten! Het is een morele plicht om de patiënt op slijtage te wijzen.

    ‘Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling. Je doet het niet altijd zus of zo’, sloot prof. Cune af.

    Prof. dr. Marco Cune is sinds 2010 hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de restauratieve en reconstructieve tandheelkunde aan het UMC Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en prothetische tandheelkunde. Hij publiceert regelmatig over deze onderwerpen en verzorgt voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland. Vanaf 2007 is hij 1 dag per week werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein.

    Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van prof. dr. Cune tijdens de klinische avond Slijtage en restauratief herstel van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Restaureren, Thema A-Z

Voorlichting over je gebit in de bioscoop

Kinderen van 5, 6 en 7 jaar in de Engelse stad Plymouth hebben afgelopen week in een bioscoop geleerd hoe ze goed voor hun gebit kunnen zorgen.

De film ‘Open Wide and Step Inside’ wordt vertoond in een filmtheater in Plymouth waar het scherm als een halve bol om het publiek heenstaat, net zoals in het Omniversum in Den Haag. Het is voor het eerst dat deze technologie wordt gebruikt om kinderen van 5, 6 en 7 te overtuigen goed te zorgen voor hun tanden.

Zelf poetsen
Kinderen van deze leeftijd zijn de doelgroep van de film omdat kinderen van 7 moeten beginnen zelf hun tanden te poetsen, dus zonder begeleiding van hun ouders. Ook kunnen ze zelf goede keuzes maken over wat én wanneer ze eten en drinken.

3-jarigen met rotte tanden
Uit onderzoek blijkt dat andere manieren om kinderen te wijzen op beter poetsen, een beter dieet en halfjaarlijkse controles geen effect hebben. Daarnaast blijkt uit twee rapporten dit jaar dat de gebitten van kinderen in Groot-Brittannië sterk achteruit gaan. Uit de eerste blijkt dat meer kinderen in ziekenhuizen behandeld worden met dentale problemen dan wat voor ziekte dan ook. Uit het tweede rapport blijkt dat 12% van de 3-jarigen al last heeft van tandbederf.

Onderwijspakket
Naast de film is er een onderwijspakket voor onderwijzers en een tasje met cadeautjes voor de leerlingen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Passie voor patiënten én studenten

Haar studenten kozen Stella van Hoeve, docent Mondzorgkunde aan de Hanzehogeschool Groningen, onlangs tot Docent van het Jaar. Een interview met een mondhygiënist die studenten liefde en passie voor het vak bijbrengt.

Bijna tien jaar geleden begon mondhygiëniste Stella van Hoeve als docente aan de opleiding Mondzorgkunde in Groningen.
“Daar ontdekte ik mijn passie voor het lesgeven en het begeleiden van studenten. De kwaliteiten die ik bezit met betrekking tot de patiëntenzorg kon ik toepassen in mijn werk als docent. Het is mooi om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van studenten en ze mijn liefde en passie voor het vak bij te brengen. Ze bewust te proberen te maken wat het vak inhoudt en dat het niet alleen om scoren en geld verdienen gaat.”

Was het een verrassing dat je onlangs tot Docent van het Jaar werd verkozen?
“De nominatie kwam als een verrassing. Ik weet dat ik streng ben en veel van studenten verwacht. Ik had niet verwacht dat ik genomineerd zouden. Toen ik mijn naam tijdens de uitreiking groot in beeld zag schrok ik wel even. Ik vind het een hele eer. Het gaat uiteindelijk om de studenten en daar doe je je werk als docent uiteindelijk voor. En het is een waardering en een mooie afsluiting van mijn werk bij de opleiding mondzorgkunde. Een mooier afscheidscadeau had ik me niet kunnen wensen.”

Wat is je geheim als docent?
“Ik denk mijn betrokkenheid en inlevingsvermogen, maar ook mijn kennis en deskundigheid. Af en toe een grapje om het allemaal wat luchtiger te maken kan ook helpen. Studenten staan onder grote prestatiedruk en de opleiding Mondzorgkunde is een intensieve opleiding. De meeste studenten zijn vaak perfectionistisch. Daarom is het goed om af en toe de druk eraf te halen door wat luchtiger met wat zaken om te gaan. Als docent verdiep ik me in de student: hoe gaat het echt met hem of haar? Wat kan ik doen om de studenten beter te begeleiden en te motiveren, vraag ik me af. Wat hebben ze van mij nodig om goed te kunnen presteren? De student vrijheid en vertrouwen te geven is vaak essentieel.”

Waar komt je eigen passie vandaan?
“Mijn vader Jan van Hoeve is parodontoloog. Het was voor mij een logische stap om na de Havo aan de opleiding tot mondhygiënist te beginnen. Toen ik in de Praktijk voor parodontologie Arnhem ging werken, ontdekte ik mijn liefde voor het vak. Vooral bij het motiveren en informeren van patiënten ligt mijn kracht. Maar ook het uitvoeren van initiële behandelingen vind ik leuk: hoe dieper en bloediger de pocket, des te beter! Ik merkte dat patiënten zich op hun gemak voelden bij mij en de meest angstige patiënten kreeg ik zover om zich te laten behandelen.”

Stella heeft de afgelopen acht jaar ook als mondhygiënist bij het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde gewerkt. Daar heeft ze zich onder andere gespecialiseerd in halitose. “Tijdens mijn werk bij Mondzorgkunde heb ik nauw samengewerkt met Tandheelkunde en was ik lid van de sectie Orale Functieleer (Tandheelkunde) .”

Wat is er in de afgelopen tien jaar belangrijk geworden binnen de opleiding?
“De opleiding heeft een mooie ontwikkeling doorgemaakt. Het curriculum is uitgebreid met prepareren en restaureren.‘Evidence Based Practice’ heeft een belangrijke rol gekregen: studenten leren kritisch artikelen te lezen en niet op reclames en vertegenwoordigers af te gaan, maar zelf een oordeel te vormen.
Er is vanuit het beleidsniveau steeds meer de nadruk op rendement komen te liggen. Er is ook meer aandacht voor professioneel handelen en kritisch denken gekomen. “Daardoor is in mijn beleving wat minder oog voor de vakinhoud en kwaliteit van de inhoud. De studenten worden zelfstandiger en professioneler opgeleid zodat ze duidelijk de rol van paramedicus kunnen pakken.”

Hoe zie je de toekomst van de mondhygiënist?
“De patiënt zou meer centraal moeten staan. Er zou niet alleen vanuit economisch oogpunt gehandeld moeten worden en vanuit de behandelaar om te scoren. Mondhygiënisten zouden moeten zorgen dat er goede en betaalbare zorg wordt geleverd. Samen met andere (para)medici en de tandarts zouden we de mondzorg van de patiënt moeten optimaliseren. Er gaat wellicht een groep patiënten ontstaan die geen mondzorg meer gaat ontvangen. Er ligt een grote taak in het aanbieden van preventie op scholen, consultatiebureaus en in de ouderenzorg. Daar zou de mondhygiënist zich kunnen profileren. Wellicht zou de mondhygiënist een rol moeten nemen binnen de thuiszorg.”

Stella ziet nog meer verantwoordelijkheden voor de mondhygiënist in de toekomst: “Misschien ligt er ook een nog bredere rol voor ons omdat we patiënten regelmatig zien en we een vertrouwelijke band met ze hebben. Daarom zouden we onze kennis en kunde in kunnen zetten om de algemene gezondheid te bevorderden. De mondhygiënist zal dan meer aan lifestyle interventie kunnen gaan doen. Dit zou via internet/social media kunnen want onze maatschappij is hierdoor veranderd. De tijd van alleen patiënten behandelen in een kamertje is al lang voorbij. Patiënten hebben beschikking over meer informatie en worden steeds mondiger. Daar zullen we in de mondzorg op in moeten spelen.”

Hoe ziet je eigen toekomst eruit?“
Mijn vriend en ik verhuizen naar Deventer. Ik ben dan ook op zoek naar een nieuwe baan als mondhygiënist of docent binnen de mondzorg in Deventer en omgeving!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist


Lees meer over: Mondhygiëne, Opinie, Thema A-Z

Introductie van test voor vroegtijdige herkenning verborgen ontstekingen in de mond

Henry Schein Dental introduceert de nieuwe gepatenteerde aMMP-8 test PerioSafe PRO, voor adequate preventie van parodontitis. De test helpt bij het bewust maken van de gezondheidsrisico’s van onvoldoende mondverzorging bij patiënten.

Eenvoudige en vroegtijdige diagnose
PerioSafe PRO is een interdisciplinair inzetbare mondgezondheidstest voor de preventie en vroegtijdige herkenning van verborgen ontstekingen in de mond. De gepatenteerde sneltests vormen een delegeerbare, biochemische chairside-testmethode die aangeeft of de aMMP-8 waarde van een patiënt binnen het normale bereik ligt, of dat er sprake is van een verhoogd paradontaal risico. De eenvoudige en vroegtijdige diagnose van parodontale ontstekingen draagt bij aan adequate preventieve behandelingen.

Slechts 10 minuten
In slechts 10 minuten geeft de PerioSafe mondgezondheidstest aan of het immuunsysteem van de patiënt te stellen heeft met verborgen ontstekingen in de mond en of er sprake is van een verhoogd risico op parodontitis. Recent gepubliceerd onderzoek geeft aan dat de aMMP-8-diagnostiek met een zekerheid van ruim 95% parodontitis herkent. Deze testprocedure wordt in ruim 100 andere wetenschappelijke publicaties momenteel beschouwd als de veiligste biomarker voor de vroege herkenning van parodontitis, de hoofdreden voor tandverlies, en vormt een belangrijk diagnostisch hulpmiddel voor medici en mondzorgspecialisten.


Lees meer over: Mondhygiëne, Producten

Echte tandenstokers in de horeca

In een restaurant of café tref je ze wel eens aan op tafel: cocktailprikkers. Waarom geen echte tandenstokers?, vroeg psychologiestudente Nora Löb zich af tijdens haar werk in de horeca. Eenmaal afgestudeerd en mede-eigenaar van advies- en onderzoeksbureau All About Behaviour zette ze met mondhygiënist-onderzoeker Yvonne Buunk-Werkhoven het pilotproject Pick a T op.

Mijn mondhygiënist legde me bij een controlebezoek uit hoe belangrijk tandenstokers en/of ragers zijn om interdentaal te reinigen. Maar er zijn nog altijd veel mensen die er geen gebruik van maken, vertelt psychologe Nora Löb. Zo werd het idee van Pick a T geboren. De gedragsdiscrepantie tussen wel weten dat het belangrijk is om interdentaal te reinigen maar er niet in slagen om er een gewoonte van te maken, interesseerde haar enorm. Löb raakte met Buunk-Werkhoven in gesprek en samen met nog een collega startte ze het pilotonderzoek om het gebruik van interdentale hulpmiddelen te bevorderen, in het bijzonder het gebruik van de tandenstoker binnen de horeca. Er werd in kaart gebracht hoe men gasten kan stimuleren om na het eten tandenstokers te gebruiken. Dat is op een passieve en actieve manier onderzocht.

Op de passieve manier werden de plaatsen waar de tandenstokers werden aangeboden aan de gasten gemanipuleerd. Zo zijn cocktailprikkers die in de horecagelegenheden werden aangeboden vervangen door individueel verpakte houten tandenstokers of werden deze tandenstokers geïntroduceerd. Daarnaast werden er op meerdere locaties, zoals het toilet en de bar, tandenstokers geplaatst.

Op de actieve manier werden er onder andere tandenstokers met de rekening aangeboden. Ook werden er bij de rekeningen fraai vormgegeven dispensers geplaatst.

Wat waren de resultaten?
Als individueel verpakte tandenstokers actief worden aangeboden aan gasten werden er op een dag (14.00 uur- 23.00 uur) in totaal 203 gepakt door de gasten.
In een restaurant waar de tandenstokers passief werden aangeboden werden er in 4 dagen 104 stuks gepakt. In een ander eetcafé (ook passief aangeboden) werden er in 5 dagen maar liefst in totaal 370 stuks gepakt. Als de tandenstokers actief werden aangeboden hebben sommige gasten aangegeven dat ze het erg fijn vonden. Ook het personeel zag het als extra service die ze aan de gasten leverden. Gezien de aantallen die gepakt werden, kan gesteld worden dat gasten een tandenstoker op prijs stellen.

Met jouw bureau creëer je gezonde werkomgevingen. Hoe creëer je in grove lijnen een gezonde werkomgeving?
Een werkomgeving is een sociale omgeving en die kan verschillend zijn. Dit maakt werken op maat erg belangrijk. Uiteindelijk spelen sociale aspecten als attitude, sociale norm en groepsdruk een doorslaggevende rol bij gedrag. Dit geldt ook voor gezond gedrag. Een bedrijf komt meestal met een vraagstuk na een observatie op de werkvloer. Wij beginnen dan met het in kaart brengen van de sociale structuur van de werkomgeving. Pas dan kun je een gezonde werkomgeving creëren. Bij sommige gezondheidsgedragingen zie je dat mensen geen of weinig kennis hebben en dus ook niet bewust zijn van hun gedrag. Kennis delen en mensen bewust maken kan al verandering bewerkstelligen. Wat ik ook vaak tegenkom, is dat mensen het wel weten maar niet doen. Het gebruik van tandenstokers is hier een goed voorbeeld van. Dit soort gedrag kan vaak aangepakt worden door het geven van handvatten en het stellen van doelen. Zo proberen wij nieuwe gedragingen te stimuleren.

Hoe kunnen mondzorgprofessionals het voor elkaar krijgen om gezond gedrag bij hun patiënten te bewerkstelligen?
Ook al zijn mensen zich wel bewust van hun ongezonde gedrag, blijft je stelselmatig gezond gedragen moeilijk. Vaak komt het doordat ongezond gedrag een gewoonte is geworden en daardoor moeilijk te veranderen is. De combinatie van het delen van kennis en handvatten aanreiken aan patiënten is erg belangrijk. Zo kan je mensen motiveren om zich gezonder te gedragen. Dit is altijd afgestemd op hun eigen ervaringen en behoeftes. Vooral barrières weghalen blijkt vaak belangrijk. Om dit te kunnen bewerkstelligen moet je de juiste vragen stellen en samen werken aan een oplossing. Deze aspecten vormen een belangrijke eerste stap voor een gezonder leven. Op basis van de ervaringen van het Pick a T-project valt er in het dagelijks leven nog veel te winnen. Zoals gedragsverandering stapsgewijs verloopt, gaat ons Pick a T-project ook stap voor stap vooruit.

Mocht je geïnteresseerd zijn in een oriënterend gesprek in je eigen praktijk of werksituatie, dan kun je te allen tijde contact opnemen, op tel. 06 417 44310 of per e-mail info@allaboutbehaviour.nl

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Wereld Diabetes Dag – 14 november

Wereld Diabetes Dag vindt elk jaar plaats op 14 november ter gelegenheid van de verjaardag van Frederick Banting die, samen met Charles Best, aan de basis stond van de ontdekking van insuline in 1922. Wereld Diabetes Dag werd in 1991 geïntroduceerd door de Internationale Diabetes Federatie (IDF) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als reactie op de alarmerende toename van diabetes over de hele wereld. Het is de belangrijkste wereldwijde bewustwording campagne voor diabetes.

Slechtere mondgezondheid
Bij patiënten met diabetes blijft de bloedsuikerspiegel niet meer binnen de normale grenzen. Als gevolg van diabetes kan de mondgezondheid verslechteren. Mensen met diabetes hebben ook vaker last van tandvleesontsteking.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Producten, Thema A-Z
Minder dan 3% suiker per dag voor een gezonde mond

Minder dan 3% suiker per dag voor een gezonde mond

Onderzoekers van onder meer de University College van Londen constateren dat, ondanks het gebruik van fluoride tandpasta, minder dan 3% van de ingenomen calorieën uit suiker mag bestaan om het ongemak en de kosten van cariës te beperken. Een uiterst maximum wordt gesteld op 5%.

Zonder suiker zelden cariës
Geraffineerde suiker in voeding of drank is de belangrijkste oorzaak van cariës. Uit onderzoek blijkt dat in landen waar weinig suiker werd geconsumeerd cariës enorm afnam. Bijvoorbeeld in Japan, waar tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog de gemiddelde Japanner slecht 2 ons suiker per jaar gebruikte. Voor en na deze periode was de inname 15 kg per persoon per jaar. Bij deze hoeveelheden komt cariës veel voor. In Nigeria bleek dat bij een inname tot 2 gram suiker per dag er vrijwel geen sprake van cariës was, ook niet bij ouderen. Bij 2% van de mensen was er wel sprake van cariës. In Amerika, waar het gemiddelde dieet veel suiker bevat, heeft 92% van de mensen last van tandbederf.

Suikertax
Cariës is een van de meest voorkomende chronische ziekten in industrialiseerde landen en de meeste lage inkomens landen. De auteurs roepen overheden op voedingsmiddelen met veel suiker te labelen en een suikertax in te voeren om cariës en obesitas te voorkomen. De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft recent haar limiet van 10% van de dagelijkse calorieën van toegevoegde suiker bijgesteld naar 5%. Dat betekent voor volwassenen een reductie van 12 naar 6 theelepels aan toegevoegde suiker en de van nature voorkomende suikers in honing, stroop en vruchtensap.

Bronnen:
BMC Public health 
Dentistry




Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z