De uitdaging van een gesaneerde praktijk
Lieneke Steverink-Jorna interviewde drie tandartsen met een zeer gesaneerde praktijk. Deze tandartsen leggen de nadruk op preventie en duurzame restauratie. Hoe bereikten zij hun hoge saneringsgraad? Wat vinden de patiënten daarvan? En voelen zij zich nog wel uitgedaagd in een praktijk waar alles op orde is?
Hameren op preventie
Richard Schäffer nam in 1982 een tandartspraktijk over waar de saneringsgraad zeer laag lag. Dat kwam door de portemonnee en de achtergrond van de patiënten.
De eerste dag had Richard 45 patiënten in een uur, de tweede dag 65! De eerste twee jaar werkte hij van 08.00 uur tot 23.00 uur. Verstand op nul en doorwerken, legt Richard uit. Hij trok zon 200-300 tanden per maand. Toch heeft hij van het begin het accent gelegd op preventie en duurzame restauraties. Nu heeft Richard 3750 patiënten en is zijn agenda maar twee dagen echt helemaal vol. De rest van de week heeft hij nog wel ruimte voor afspraken.
Gesaneerd patiëntenbestand
Richard legde zich steeds meer toe op preventie. In 2001 verhuisde hij met de praktijk en kreeg de beschikking over vier behandelkamers met vier preventieassistenten. Dat was een hele investering, dus de tijd van liefdadigheid was voorbij. Ik ging meer, maar eerlijk, declareren. De praktijk groeide in die tijd tot 3500 patiënten. Tegelijkertijd verloor ik 1500 minder gemotiveerde patiënten.
Patiënten moeten erg wennen aan de moderne preventieve aanpak, merkte tandarts Charlotte Jorna. Ze spreekt niet alleen van gesaneerde gebitten, maar ook van een gesaneerd patiëntenbestand. Toch heeft zij een praktijk met 1800 patiënten en een agenda die twee weken vol staat.
Even wennen
De voorganger van Richard was aan de behandeling van parodontitis niet toegekomen. Het tandvlees ging bloeden tijdens het reinigen. Dat begrepen veel patiënten niet. Ze vonden het onaangenaam. Bij hun vorige tandarts bloedde het niet, dus er zou vast iets mis zijn met hun huidige tandarts, dachten ze dan. Zeer frustrerend, als je denkt het juist goed te doen, aldus Richard.
Tandarts Yvonne Schalk-van der Weide ervoer hetzelfde. Zij nam haar huidige praktijk in 2006 over en is al 25 jaar tandarts. Haar praktijk telt bijna 5.500 patiënten en ze staat zon drie weken vol. Ook Yvonne hamert op preventie.
Yvonne merkt ook dat er voordelen zijn voor de patiënt: Gelukkig zijn er ook veel mensen die dankbaar zijn dat we dingen gingen uitleggen. Zeker als ze merken dat het tandvlees stopt met bloeden. Dan heb je echt eer van je werk.
Volhouden
Toen ik net begon, stond ik bekend als de tandarts die in je tandvlees ging prikken, vertelt Yvonne. Ik mat het DPSI, maar dat gebeurde daarvoor nooit. Ik vraag altijd weer aan mijn patiënten of ze nog tandenstokers gebruiken. Ik denk dat menig patiënt daar wel eens gek van wordt, maar het werkt wel!
De tandartsen bleven volhouden. Financieel heeft de nadruk op preventie geen consequenties, merkte Richard: Als een dag maar gevuld is, dan is het goed. Ook scheelt het dat preventie nu goed te declareren is. Charlotte maakt duidelijk dat preventie voor de patiënt op lange termijn voordeliger kan zijn. Hoe vaak de praktijk bezocht moet worden is heel persoonlijk en hoort ook bij een doordacht zorg- en preventieplan. We maken dit bespreekbaar en waar nodig met motivatie. Daarmee voorkom je onnodig veel aantasting van gezonde weefsels. Tegelijkertijd probeer je de praktijkbezoeker zo min mogelijk te belasten op financieel en logistiek gebied.
Het geheim
Richard vertelt het geheim van een goed lopende gesaneerde praktijk: Als je een goed gesaneerde praktijk wilt hebben, durf dan genoegen te nemen met minder financieel rendement voor preventie. Het duurt langer voordat je de vruchten kunt plukken. Maar als je werkt, komt het inkomen vanzelf. Ik kan mij voorstellen dat andere praktijk dit niet altijd kunnen doen. Als de vergoeding voor preventie beter zou zijn, wordt dat bezwaar opgeheven. Ook denk ik dat het voor een keten niet te realiseren is.
Verder raadt Richard aan om geen concessies te doen aan materiaal en kwaliteit. Bekijk het eindresultaat van elke behandeling alsof de behandeling om jezelf gaat. Ik wil altijd het beste. Durf een resultaat af te keuren en over te doen. De patiënt zal het na uitleg waarderen.
Nieuwe uitdagingen
Een gesaneerde praktijk kan ook minder uitdagend zijn. Je ‘standaardiseert’ de patiënt, wat het voor mij minder uitdagend maakt, stelt Charlotte. Maar je geniet meer vertrouwen. Dat is ook prettig. En wij ontvangen nog steeds nieuwe praktijkbezoekers, wat zeker uitdagend en spannend blijft.
Uitdaging vinden de drie tandartsen in andere dingen. Een weekenddienst kan heel verfrissend zijn, vindt Charlotte. Je ziet bezoekers in je praktijk die te lang de mondzorg niet hebben bezocht.
Ook Richard ziet nog steeds veel uitdagingen in zijn werk. Ik kom nu toe aan behandelingen en cursussen waar ik vroeger geen tijd voor had. Door het bijhouden van je vak kom je tot nieuwe uitdagingen. Bijvoorbeeld HKZ-certificering, andere behandeltechnieken leren, enzovoorts. Ik heb rust gevonden door mij volledig op behandelingen te concentreren. Het reilen en zeilen van de praktijk laat ik over aan mijn officemanagers.
Charlotte zoekt ook de uitdaging in bij- en nascholing: Ik hou van nieuwe dingen, niet van ‘op de winkel passen’. Ik ben mij in orthodontie gaan verdiepen om iets meer te bieden. Daardoor kan ik een deel van mijn taken delegeren. Zo heeft elke medewerker een nieuwe uitdaging. Ik vind het ook inspirerend om een praktijk met drie behandelkamers en vier à zeven vrouw personeel te hebben.
Yvonne: Werken in een nieuw pand met een prachtig team maakt het heel leuk! Het is mooi om de ontwikkeling van je teamleden te zien en mensen daarin te begeleiden. Daarnaast maken nieuwe technieken het werk leuker, zoals glasvezelbruggen, composietopbouwen en digitale mondscanners. Ook Yvonne vond een uitdaging in bijscholing: Doordat ik een masterclass tandheelkunde heb gevolgd, ben ik de praktijk ook meer gaan zien als een bedrijf. Het is leuk en uitdagend ook de zakelijke kant te ontwikkelen.
NZa en tarieven
Hoewel de tandartsen nog genoeg uitdagingen zien, kunnen zij niet al hun plannen uitvoeren. De nieuwe regelgeving van de NZa zit daarbij soms in de weg. Helaas heb ik sommige plannen in de vriezer moeten zetten vanwege de onzekerheid rondom de tarieven. Bijvoorbeeld nieuwe investeringen of verlengen van contracten.
Hoewel Richard zich belemmerd voelt door de NZa, ziet Yvonne daar juist een uitdaging in: Nu is het een uitdaging om om te gaan met dat wat de overheid ons oplegt. Ik ben niet van plan mij failliet te moeten laten verklaren, dus moet je ook een manier vinden om daar mee om te gaan. Richard: Het blijft een prachtig vak! Wat jammer dat de beleidsmakers dat vak om zeep willen helpen. Bezuinigingen gaan ten koste van de kwaliteit en voorzieningen voor de patiënt. De overheid speculeert erop dat zorgverleners hun bedrijf niet failliet laten.
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!