gebit-op-implantaat

Advies Zorginstituut Nederland bezuiniging implantaatgedragen gebitsprothesen

Zorginstituut Nederland heeft het rapport Implantaatgedragen gebitsprothesen aangeboden aan minister Schippers. In dit rapport wordt aangegeven welke afspraken met partijen zijn gemaakt over maatregelen om de kostenstijging te beperken c.q. terug te dringen en gepast gebruik van de zorg rond de implantaatgedragen gebitsprothesen te bevorderen.

Volgens het rapport zijn de kosten van implantaatgedragen gebitsprothesen het gelopen decennium bijna vertienvoudigd. De voorgestelde maatregelen zouden een besparing van € 10 miljoen opleveren.

Het Zorginstituut adviseert de minister om:

  • Voor alle gebitsprothetische zorg, met uitzondering van de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de
    bovenkaak, een eigen bijdrage van 10% in rekening te brengen.
  • Voor de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de bovenkaak een eigenbijdrage van 8% te berekenen.
  • Een eigen bijdrage van 10% in te voeren voor rebasings en reparaties.
  • Voor tandeloze verzekerden met ernstig geslonken kaken, in de bijzondere tandheelkunde alleen het recht op implantaten te regelen en het recht op gebitsprothesen te plaatsen op implantaten te regelen onder
    artikel 2.7, vijfde lid, onder b. van het Besluit zorgverzekering.

De samenvatting van het rapport

De geadviseerde maatregelen zijn gericht op de volgende onderdelen:

  • Opstellen van zorginhoudelijke richtlijn; aanscherping indicatiestelling
  • Centralisering van diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van implantaatgedragen prothesen in de bovenkaak
  • Vaststellen regie en verantwoordelijkheid
  • Onderbouwen van het honorarium van de zorgverlener
  • Maximering van materiaal- en techniekkosten
  • Aanpassing van de eigen bijdrage

Het Zorginstituut heeft afspraken met ‘belanghebbende partijen’ gemaakt over de uitwerking van bovenstaande maatregelen.

  • De NVOI zal een richtlijn ontwikkelen voor implantaatgedragen gebitsprothese in de onder- en bovenkaak.
  • Vervolgens zal Zorginstituut Nederland een aanscherping van de verzekeringstechnische indicatiestelling uitwerken.
  • De NVOI zal afspraken maken over de wijze waarop zorgverleners de diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van
    implantaatgedragen prothesen in de bovenkaak, in samenspraak met zorgverzekeraars, organiseren en vormgeven.
  • Ook neemt de NVOI het voortouw om met partijen afspraken te maken over de inrichting van de regie en verantwoordelijkheid voor de totale behandeling.
  • ANT, NMT en ONT ondernemen gezamenlijk actie om, eventueel samen met ZN, bij de NZa een voorstel in te dienen om te komen tot een nieuwe set van tarieven voor de implantologie.
  • Zorgverzekeraars maken inzichtelijk welke materiaal- en techniekkosten, gezien de kwaliteit van de gebruikte materialen, aannemelijke kosten zijn en maken daarover met zorgverleners afspraken.

Zorginstituut Nederland adviseert de minister de eigen bijdrage voor een uitneembare volledige prothetische voorziening dan wel een uitneembare volledige prothetische voorziening te plaatsen op tandheelkundige implantaten en voor reparaties en rebasings vast te stellen op 10 procent van de kosten van die voorziening.

Voor de op implantaten gebaseerde gebitsprothetische zorg in de bovenkaak adviseert het Zorginstituut een eigen bijdrage van 8 procent.

Zorginstituut Nederland gaat er vanuit dat de zorg rond de implantaatgedragen gebitsprothese, na een gefaseerde invoering van de in dit rapport genoemde maatregelen, vanaf 2016 zodanig is vormgegeven en georganiseerd dat deze zorg
toekomstbestendig is en dat ook dan geen pakketmaatregelen noodzakelijk zijn.

Bron:
Zorginstituut Nederland

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Vrouw vindt tand in haar kaas

Een Britse vrouw keek vreemd op toen ze een tand vond in haar kaas. De tand bleek niet van haarzelf te zijn maar van een ander. De vrouw ging met de tand naar haar tandarts die dit bevestigde, meldt de Mirror. De dag ervoor was zij zelf voor een behandeling bij haar tandarts geweest, waardoor zij in eerste instantie dacht dat het om haar eigen tand ging. ‘Ik walg ervan nu ik weet dat de tand van iemand anders is’, zei de vrouw tegen de Engelse krant.

De vrouw overhandigde de tand aan een onderzoeksteam van de overheid en diende een klacht in tegen de manager van de supermarkt.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Moeilijke kanaalbehandeling: opnieuw openen voor resultaat

Voor een succesvol behandelresultaat is de endodontische opening een essentiële stap. Endodontische diagnostiek door aanvullend optisch onderzoek wordt door endodontoloog Walter van Driel Intra Coronale Diagnostiek (ICD) genoemd. Met deze kijkoperatie wordt beoogd het element intern toegankelijk te maken voor visuele inspectie, het stellen of bevestigen van de diagnose en het inschatten van de moeilijkheidsgraad van de behandeling en de haalbaarheid ervan. Van Driel adviseert: ‘kijk in het element in plaats van enkel röntgenfoto’s te maken voor diagnostiek en behandeling’. U kunt een endo-kijkoperatie uitvoeren bij een persisterende infectie in het wortelkanaal, een her-infectie van het wortelkanaal of een persisterende apicale infectie.

Intra Coronale diagnostiek

Bij intra coronale diagnostiek wordt gekeken naar:

  1. Cariës
  2. Defect restauratie
  3. Tertiair dentine, pulpastenen
  4. Pulpaweefsel
  5. Isthmus
  6. Wortelkanaalvulling
  7. Perforatie
  8. Resorptie
  9. Obliteratie
  10. Verticale fractuur
  11. Fragment afgebroken instrument

Endodontische missers

Lengteverlies
Lengteverlies van de kanaalpreparatie is de basis van veel endodontische missers. Vaak is dit ontstaan door een ledge in het kanaal. Om weer op lengte te komen, kan een NiTi-vijl worden voorgebogen om zo langs de ledge te komen. Als er sprake is van een beperkte mondopeningen, kunt u het beste lange instrumenten gebruiken.

Kanaalvulling
Er zijn verschillende technieken om een kanaalvulling te verwijderen. Dit kan onder andere met roterend instrumentarium, hedstrom vijlen, vlechttechiek en ultrageluid.

Positie vijl
Bij een afgebroken vijl is het succes afhankelijk van de positie van de vijl in het kanaal: hoe dichterbij de apex des te lastiger. U kunt kijken in welke fase de vijl is afgebroken. Er kan besloten wordt de vijl te laten zitten, als deze op het einde van de behandeling afbreekt bij de apex (Ungerechts et al. 2014, Ward et al. 2013). Het is belangrijk dat u de patiënt uitleg geeft over de situatie en prognose.

Efficiëntie en doelmatigheid

Efficiëntie en doelmatigheid in de endodontie wordt verkregen door:

  • Gebruik van rubberdam
  • Kennis over de anatomie van de pulpaholte
  • Gebruik van een behandelmicroscoop
  • Goede reiniging en vormgeving

Walter van Driel studeerde van 1977 tot 1984 tandheelkunde aan de UvA. Van 1997-2005 was hij universitair docent endodontologie op het ACTA. Daarnaast heeft hij diverse functies vervuld binnen de NVvE en NMT. Hij is van diverse wetenschappelijke verenigingen lid en tevens Fellow van het International College of Dentists (ICD). Sinds 1986 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie. Walter geeft veel lezingen en cursussen over endodontologie. Hij is eigenaar van het CIDE in Den Haag, een cursuscentrum voor praktische cursussen, met name op het gebied van de endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Mondzorg voorkomt ook kanker bovenste maagdarmkanaal

Slechte mondhygiëne en onvoldoende mondzorg verhogen het risico op kanker van het bovenste maagdarmkanaal, zo meldt een apothekerstijdschrift onder aanhaling van een EU-studie. De Universiteit van Bremen was ook betrokken bij deze studie.

Ook voor dragers van een kunstgebit is grondige mondverzorging zeer belangrijk.

Gevaren van mondwater
Toch waarschuwen wetenschappers tegelijkertijd niet te overdrijven met de mondhygiëne. Hun studie heeft aangetoond dat overmatig gebruik van mondwater – meer dan drie keer per dag – de kans op kanker in de mondholte en het strottenhoofd kan verhogen.

Bron:
ZWP online


Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Jongen verzint kidnapping om niet naar tandarts te hoeven

Sommige kinderen zijn wel erg bang voor de tandarts. Een twaalfjarige Franse jongen ging zo ver dat hij de politie vertelde dat hij ontvoerd was om niet naar de tandarts te moeten, meldt The Local. De politie vond de jongen in het dorpje St. Gervais. De jongen beweerde dat hij ontvoerd was uit een nabij liggende dorp en gaf zelf seen beschrijving van de dader. Hij vertelde dat hij op weg naar de tandarts was en toen door een man in zijn auto werd meegenomen.

Na het bekijken van de camerabeelden zag de politie niemand die voldeed aan de beschrijving van de jongen. Na een ondervraging gaf de jongen toe alles verzonnen te hebben om een tandartsbezoek te voorkomen.

De politie heeft alles bij elkaar een maand aan deze zaak gewerkt.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Röntgenapparatuur in uw praktijk: de do’s en dont’s

Hoe gaat u veilig om met Röntgenstraling in uw praktijk? En wie mag een Röntgenfoto indiceren? Erwin Berkhout en Reinier Hoogeveen spraken over radiologie voor tandartsen en mondhygiënisten.

Een verslag van de lezing van Quality Practice ‘Radiologie: straling, diagnostiek en verantwoordelijkheden’ door Reinier Hoogeveen en Erwin Berkhout.

Historie
Slechts enkele maanden na de ontdekking van Röntgenstraling maakte tandarts dr. Otto Walkhoff al de eerste Röntgenfoto’s van zijn eigen gebit. De eerste opname, die wat weg had van een bitewingopname, had een belichtingstijd van 25 minuten. De foto was van slechte kwaliteit: slechts de contouren van gebitselementen waren zichtbaar.

Tegen 1920 werden al vrij goede opnames van het gebit gemaakt, maar de belichtingstijd was nog lang; zo’n twee minuten. Terwijl de belichtingstijd verder afnam, bleef de behandelaar nog steeds bij de patiënt staan tijdens de opname. Diverse tandheelkundigen hebben waarschijnlijk daardoor tumoren opgelopen. Er moesten zelfs vingers afgezet worden. In 1930 werd werken met Röntgenstraling veiliger doordat er een kap kwam om het Röntgentoestel. Later werd er geëxperimenteerd met de lengte en de vorm van de tubus op het toestel. Met een rechthoekige tubus werd het bestraalde oppervlak maar net iets groter dan de Röntgenfilm en werd de dosis voor de patient ten opzichte van een ronde tubus smet meer dan 40% gereduceerd.

Wat is Röntgenstraling?
Röntgenstraling behoort tot het elektromagnetische spectrum (EM-spectrum) waarbij ook ultraviolette straling, zichtbaar licht en radiogolven behoren. Het verschil met de twee laatstgenoemde stralingstypen is dat Röntgenstraling in staat is tot het ioniseren van lichaamsatomen en daardoor behoort tot de subgroep van ioniserende straling binnen het EM-spectrum .

Röntgenstraling wordt in een toestel opgewekt, maar vele andere soorten ioniserende straling komen van nature in ons leefmilieu voor. Het betreft dan kosmische straling uit het heelal en radioactieve isotopen in de aardkorst, bouwmaterialen en in voedsel. Daardoor zit straling ook in het menselijk lichaam. Door deze natuurlijk stralingsbronnen loopt iedere Nederlander ongeveer 2,4 millieSievert straling per jaar op.

Veel straling in de tandartspraktijk?
De stralingsdosis voor de patient in de tandartspraktijk bij het maken van een Röntgenopname is niet overdreven groot. Een bitewing geeft een stralingsbelasting van vier microSievert (0,004 milliSievert). Echter, een panoramaopname geeft een stralingsrisico van 16-20 microSievert en een Cone Beam CT scan 100-250 microSievert. Ter vergelijking: bij een vliegreis naar bijvoorbeeld Ibiza loopt men 10 microSievert op.

Digitaal Röntgenapparaat
Tegenwoordig heeft bijna elke tandartspraktijk een digitaal Röntgensysteem. Eén van de verkoopargumenten was en is soms nog steeds de lagere dosis voor de patiënt ten opzichte van film. Onderzoek heeft echter aangetoond dat doordat er meer opnamen worden (over)gemaakt en doordat film al vele jaren nagenoeg even gevoelig is als digitale systemen voor straling, er geen sprake is van dosisreductie door gebruik van digitale Röntgensystemen in plaats van film.

Een belangrijke manier om de dosis te beperken is het gebruik van instelapparatuur. Hierdoor worden er minder fouten in de opnametechniek gemaakt waardoor er minder foto’s hoeven worden overgemaakt. Speciaal bij digitale sensoren ‘’aan een snoertje’’ is het gebruik van instelapparatuur sterk aan te bevelen omdat deze sensoren door hun dikte over het algemeen lastiger goed in de mond te positioneren zijn.

Een andere makkelijke manier van dosisreductie bij digitale systemen is het juiste gebruik van de timer van het Röntgentoestel. Het blijkt dat in veel praktijken de timer standaard op één belichtingsstijd staat ingesteld, Als daarmee de foto’s van de molaren goed lukken dan kan er bij premolaar- en frontopnamen makkelijk 2 tot 3 keer zo kort worden belicht. “In het onderfront kan de belichtingstijd dan vaak terug naar 0,06 seconde”, zei Hoogeveen.

Tips voor panoramaopnamen
Tegenwoordig worden er regelmatig orthopantomogrammen (OPT’s, ook wel panoramaopnamen) gemaakt. “Te vaak naar mijn zin”, vertelde Hoogeveen. “Er is namelijk vaak toch weer een aanvullende solo-opname nodig, omdat een OPG minder goed in detail is. Cariësdiagnostiek op een panoramaopname is bijvoorbeeld sterk inferieur aan bitewings .”

Hoogeveen gaf verschillende tips voor goede panoramaopnamen. Hij benadrukte dat het heel belangrijk is om goed op te letten of er end-to-end wordt dichtgebeten, want anders worden de voortanden niet scherp afgebeeld. Verder dient de tong tegen het gehemelte gehouden te worden, anders ontstaat er een soort luchtbel die als een zwarte vlek over de wortels van de bovenelementen op de foto verschijnt. Daardoor wordt de foto moeilijker te beoordelen. Nog een hele goede tip van Hoogeveen was om het panorama-apparaat in te stellen op ‘kinderstand’. Hierbij worden de kaakgewrichten niet afgebeeld. Als er geen klinische reden is om de kaakgewrichten af te beelden dan moet dat ook vooral niet worden gedaan. “Dit reduceert de dosisstraling met 30%. Is de foto niet superscherp nodig? Stel hem dan in op high speed. Dan is er bij elkaar zelfs 65% stralingsreductie!”

Berkhout liet nog een panoramaopname zien waarop de hele kaak gegolfd was weergegeven. “Wat is hier gebeurd?”, vroeg hij ons. “Was er een aardbeving? Nee, dit is het gevolg van niet goed opletten van degene die de foto maakte. U heeft de plicht om uw patiënt goed in de gaten te houden; staat hij wel stil? Zo niet, dan laat u de timerknop los en stopt u de opname, zodat u de patiënt meer op zijn gemak kan stellen. Zeker bij kinderen dient hieraan speciale aandacht te worden besteed.”

Indicaties voor CBCT
Met de Cone Beam CT-scan kan een 3D-Röntgenopname gemaakt worden. Daarvoor zijn maar weinig indicaties. Een CBCT wordt het meest bij de planning voor implantaten gebruikt en soms ook voor endodontische problemen. CBCT kent een voor de tandheelkunde hoge stralingsdosis en er is verplicht aanvullende scholing voor gebruik nodig. De indicatiestelling luistert nauw.

Röntgenindicatie door mondhygiënisten
Hoewel alleen artsen Röntgenfoto’s mogen indiceren, blijkt uit vragen die Berkhout aan de zaal stelt en die middels stemkastjes door de aanwezigen worden beantwoord dat 36 % van de aanwezige mondhygiënisten ook zelf Röntgenopnamen bij patiënten indiceren. Berkhout vindt dit schokkend. Als een mondhygiënist een foto wil maken, dan zal de tandarts daarvoor eerst toestemming moeten geven. Ook een mondhygiënist met een stralingsopleiding, bijvoorbeeld stralingsdeskundigheid 5AM mag geen indicatie geven voor Röntgenfoto’s.

Een foto indiceren mag enkel na klinische inspectie. Dan volgt er een afweging van het diagnostische of therapeutische effect tegen de schade die de blootstelling aan Röntgen kan veroorzaken bij de patiënt. “Je moet van te voren precies weten waar je naar gaat kijken. Dus niet: we zien wel wat er te voorschijn komt”, zei Berkhout. Rekening houdend met doeltreffendheid, de voordelen en de risico’s van alternatieve technieken, neemt de tandarts uiteindelijk het besluit voor indicatie.

De mondhygiënisten in de zaal vonden deze regeling voor indicaties niet prettig. “We vragen soms foto’s op of vragen er een te maken, maar we krijgen dan óf verkeerde foto’s opgestuurd óf geen reactie!” Berkhout antwoordde: “Dan moet je zorgen dat de tandarts naar je luistert en je serieus neemt.” De toehoorders betwijfelden of dit zou werken.

Draagbare Röntgenapparatuur en stralingsbescherming
Tegenwoordig bestaan er ook draagbare Röntgentoestellen. Een nadeel daarvan is dat de bescherming tegen straling bij verschillende typen onvoldoende is. De behandelaar moet het apparaat blijven vasthouden, staat dicht bij de patiënt en er is een langere belichtingstijd nodig. Hoogeveen vertelt dat draagbare Röntgenapparatuur wellicht gebruikt kan worden bij niet-mobiele patiënten. “Het is uiteraard niet de bedoeling om het apparaat even mee te nemen naar de wachtkamer en er daar op los te flitsen!” In de Praktijkrichtlijn Radiologie van het NMT worden deze toestellen dan ook ontraden voor de tandartspraktijk. Dat advies wordt ook gegeven door de Europese vereniging voor Tandheelkundige Radiologie en het Europese overlegorgaan van Stralingsexperts.

Reinier Hoogeveen
Reinier Hoogeveen werkte van 1984 tot 1994 als tandarts. Sinds 1994 is hij werkzaam in de orthodontie. In 2004 is hij een orthodontiepraktijk gestart. Reinier Hoogeveen is voorzitter van de OVAP (Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici). Verder is hij lid van de ANT (Associatie Nederlandse Tandartsen) en NVOS (Nederlandse Vereniging voor Orthodontische Studie). Sinds mei 2011 is hij verbonden als docent aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) afdeling Radiologie.

Erwin Berkhout
Erwin Berkhout (1974) studeerde af als tandarts in 1998, promoveerde in 2007 op het onderwerp ‘digitale radiologie’ en voltooide in 2009 de opleiding tot stralingsdeskundige niveau 3.

Hij is hoofd van de sectie tandheelkundige radiologie van ACTA en houdt zich daar bezig met onderwijs aan studenten tandheelkunde, mondzorgkunde en radiologisch laboranten en post-academisch onderwijs. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de sectie radiodiagnostische rapporten bij ConebeamCT scans. Ook voert hij in Loosdrecht een algemene tandartspraktijk.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de cursus van Quality Practice, Radiologie: straling, diagnostiek en verantwoordelijkheden.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
internet

Klantgegevens VGZ openbaar

Bij coöperatie VGZ zijn door een fout van een medewerker klantgegevens van zo’n 27.000 verzekerden toegankelijk geweest voor onbevoegden. Vanaf 2011 waren de gegevens online toegankelijk totdat de fout eind 2013 werd ontdekt.

De fout is ontstaan toen een medewerker gegevens van verzekerden op een privé-omgeving heeft gezet ten behoeve van het testen van nieuwe software voor VGZ. Overigens is het niet volgens de procedure van VGZ om dat op deze manier te doen, al geeft VGZ zelf aan dat er geen kwade opzet in het spel was. Het testen gebeurde met zowel fictieve als echte klantgegevens. Na de testfase zijn de gegevens echter niet meer van de prive-omgeving verwijderd. Het betreft klantgegevens van zo’n 27.000 verzekerden. Dit alles vond plaats in 2011. De fout werd eind 2013 ontdekt.

Gevolgen
De gegevens die toegankelijk waren, waren naam en adresgegevens in combinatie met declaratiegegevens. Het betrof geen medische dossiers en inloggegevens. De gegevens zouden volgens VGZ alleen te vinden zijn voor mensen die gericht naar minder beveiligde gegevens op zoek zouden zijn.

Maatregelen
Na ontdekking van de fout zijn de gegevens direct verwijderd van de privé-omgeving. VGZ heeft een onderzoek ingesteld en heeft naar aanleiding daarvan de procedures omtrent gegevensbescherming aangescherpt. Toezichthouders en de verzekerden wie het aanging, zijn per brief op de hoogte gesteld en VGZ heeft excuses aangeboden aan de betrokken verzekerden.

Bron:
Zorgverzekering.net

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
henryschein roparun

Medewerkers verzamelen € 8.000 voor het goede doel

Een team van 25 medewerkers van Henry Schein heeft het afgelopen Pinksterweekend meegedaan aan de Roparun, een estafetteloop van meer dan 500 km van Parijs naar Rotterdam. Hierbij leveren mensen, in teamverband, een sportieve prestatie om geld op te halen voor mensen met kanker. Het motto van de Roparun is reeds jaren: “Leven toevoegen aan de dagen, waar vaak geen dagen meer kunnen worden toegevoegd aan het leven”.

Roparun teams
Het Henry Schein team deed dit jaar voor het eerst mee. Het Roparun-Team bestaat uit maximaal acht lopers die ieder gemiddeld zo’n 65 kilometer lopen oftewel meer dan 1½ marathon. Daarnaast bestaat een team uit vier fietsers en nog een aantal mensen in de begeleiding. Denk hierbij aan chauffeurs, verzorgers (sportmasseurs), cateraars en navigators. Alle Teams (ca. 350) zijn zelf verantwoordelijk voor de invulling van al deze taken. Naast de sportieve inspanning, moet er ook een inspanning geleverd worden om geld op te halen voor het doel. Teams doen dit door het organiseren van allerlei acties. Denk hierbij aan het inpakken van boodschappen, het wassen van auto’s, het houden van collectes en het zoeken naar sponsors. Ook hebben de leden van een team Roparun loten verkocht waarvan de opbrengst ten goede komt aan het doel.

Avontuur
“Dit project is voor de lopers een avontuur voor het leven. Om dit te combineren met het goede doel is ongelooflijk belangrijk voor het individu en het team”, aldus Irene Verkaar, Henry Schein Roparun teamleider. Twee medewerkers van de Binnendienst in Cuijk die voor het eerst meededen zeiden “het was enorm afzien maar met de finish inzicht hebben we besloten om dit elk jaar te doen en nog meer collega’s over te halen dit ook te doen”.

Dit Team Schein initiatief is onderdeel van Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen. Henry Schein Cares probeert de toegang tot de zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie en behandeling, voorbereiding op noodgevallen en noodhulp, en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg.

“Henry Schein Cares ondersteunt projecten van non-profit organisaties in kansarme bevolkings-groepen, maar ook de initiatieven van Team Schein medewerkers voor gezondheidszorg gerelateerde projecten. Daarom zijn wij verheugd dat zoveel vrijwillige lopers voor de Roparun zich hebben verzameld om voor de eerste keer een eigen Henry Schein team te vormen. Dit is een belangrijk initiatief om het bewustzijn voor kanker te vergroten en het inzamelen van sponsorgeld om deze ziekte te bestrijden”, aldus Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland.

Doneren
Henry Schein heeft teamnummer 122 en heeft ruim € 8.000,00 bij elkaar gekregen. Degenen die willen doneren op naam van team 122 aan de Stichting Roparun kunnen dat alsnog doen via www.Roparun.nl. De afgelopen 22 edities van de Roparun is al meer dan 57 miljoen euro opgehaald voor zorg aan mensen met kanker. Stichting Roparun heeft het CBF keurmerk.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Hoe voorkomt u bij diepe cariës toch een lange, onaangename wortelkanaalbehandeling?


Biodentine™, de levensverzekering van de pulpa? Bij diepe caviteiten wordt vandaag nog al te vaak naar een wortelkanaalbehandeling gegrepen. Voor de patiënt, een onaangename, lange en dure behandeling. Het goede nieuws is dat het in sommige gevallen anders kan. In 2011 presenteerde Septodont Biodentine™. Met Biodentine kan de vitaliteit van de pulpa behouden blijven.

De makers van Medical Travel (RTL 4) gingen op zoek naar innovaties in de tandheelkunde, zij wilden weten of men met Biodentine™ nu echt zo’n vervelende en dure wortelkanaalbehandeling kan vermijden? Bekijk hierboven de reportage.

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z, Video

Aad van der Helm nieuwe KNMT-voorzitter

Aad van der Helm is benoemd tot nieuwe KNMT-voorzitter. De leden van de KNMT stemden tijdens de Algemene Vergadering in met zijn benoeming. Van der Helm zal per 1 januari 2015 Rob Barnasconi opvolgen. De toekomstige voorzitter is werkzaam als tandarts-implantoloog bij Dental Clinics in Ridderkerk.

Foto: KNMT
KNMT-voorzitter Rob Barnasconi feliciteert Aad van der Helm.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Patiënt overleden na trekken 20 tanden

Een Indiase tandarts mag zijn beroep niet meer uitoefenen nadat hij twintig tanden tegelijk trok van een oudere vrouw. De 64-jarige vrouw overleed tijdens de ingreep, meldt The Times of India. De tandarts was werkzaam in de Verenigde Staten.

De vrouw begon tijdens de behandeling van tandarts Rashmi Patel te gorgelen en verloor haar bewustzijn. De tandartsassistent verklaarde naderhand dat hij de vrouw had horen vragen om te stoppen. De tandarts werkte echter door en wilde in een behandeling ook de implantaten inbrengen.

De tandarts was vijf jaar geleden ook al berispt. De tandarts vecht de beschuldigingen nu aan via zijn advocaat. Hij wil z’n praktijk voortzetten.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Alzheimer

Drie tinten grijs: Alzheimer

Oorzaak en (risico)factoren Alzheimer
Bij een toename van het aantal ouderen neemt ook de prevalentie van de ziekte Alzheimer toe. Het gaat om een exponentiële toename met de leeftijd. De exacte oorzaak van Alzheimer is nog niet bekend, maar men kan verdedigen dat de ziekte van Alzheimer een versnelde, vervroegde veroudering van de hersenen is. Ook is er een genetische risico factor: APOEepsilon 4. In tegenstelling tot wat er vaak gedacht wordt, is er in de cortexgeen sprake van massaal verlies aan hersencellen, er is voornamelijk sprake van atrofie.

Risicofactoren voor het krijgen van deze ziekte hangen samen met leeftijd, geslacht en dysmaturiteit. Vrouwen krijgen de ziekte vaker dan mannen. Baby’s met een laag geboortegewicht lopen meer kans deze ziekte te krijgen. Ook schijnt de kans op het krijgen van Alzheimer te worden beïnvloed door opleiding, roken en alcoholgebruik, traumata, cardiovasculaire factoren, diabetes mellitus en vetzucht. Beschermende factoren zijn het spreken van twee talen, een hoge opleiding en een spannende baan.

Fases van Alzheimer
Aan de hand van het hersenweefsel kan de ziekte van Alzheimer in verschillende fases onderverdeeld worden. In stage I en II zijn alleen de entorhinale cortex en hippocampus aangedaan. In deze fases zijn er nog geen tekenen van dementie, de patiënt lijkt nog gezond. In stage III en IV gaat het proces verder en treden de eerste symptomen van Alzheimer (geheugenproblemen) op. Deze fase staat bekend als Mild Cognitive Impairment.In stage VI is de hele hersenschors aangedaan en kan de patiënt niet meer zelfstandig functioneren.

Heractivatie hersenen
Bij Alzheimer is het dag-nachtritme aangetast. Door genoeg licht in de woonruimte te creëren, vindt er een verbetering plaats. De juiste stimulus geeft dus heractivatie van de biologische klok in de hersenen, en daarddor een beter dag en nacht ritme, minder nachtelijke onrust, een betere stemming en een wat verbeterde cognitie (MMSE).

Euthanasie
Er kan gezegd worden dat Alzheimer een enorm probleem aan het worden is en dat hiervoor momenteel geen oplossing bestaat. Euthanasie is echter wel geaccepteerd in een vroeg stadium en is in discussie voor een later stadium van de ziekte.

Spreker: Prof.dr. D.F. Swaab, arts, hoogleraar neurobiologie UvA

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond “Drie tinten grijs” van het Wenckebach Instituut in het UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Geen selfies meer in Vlaamse ziekenhuizen

Vlaamse ziekenhuizen overwegen een verbod op het nemen van selfies, meldt Knack.be. Ze doen dat na klachten van verplegers en andere patiënten die ongewild op foto’s op sociale media komen. In een aantal Nederlandse ziekenhuizen geldt al een selfieverbod.

”We zullen in de nieuwe patiëntenbrochure de regels duidelijk afbakenen: je neemt geen foto’s van andere patiënten noch van ons personeel zonder daar eerst uitdrukkelijk toestemming voor te vragen”, stelde een woordvoerster van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Bron:
Knack.be

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Tandartsbezoek voor zwangerschap voorkomt tandvleesontsteking

Vrouwen die kinderen willen, kunnen het beste al voor de zwangerschap op gebitscontrole komen.
Een bezoek aan de tandarts kan tandvleesontsteking tijdens de zwangerschap namelijk voorkomen, meldt
ZWP online .

Tandvleesontsteking
Preventieve maatregelen helpen tandvleesontsteking tijden de zwangerschap te voorkomen.
Tijdens de zwangerschap wordt tandvlees vatbaarder voor ontsteking door een veranderde hormoonhuishouding. Daardoor kan parodontitis ontstaan.

Weeën
Door parodontitis neemt de hoeveelheid ontstekingsbevorderende stoffen in het bloed toe. Dit kan leiden tot voortijdige weeën, blijkt uit studies. Zwangere vrouwen wordt daarom aangeraden tweemaal daags te poetsen met fluoridetandpasta en goed te flossen.

Bron:
ZWP online


Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Restauratie zonder boren: de toekomst?

Wetenschappers van het King’s College in Londen hebben een nieuwe methode ontwikkeld om tanden te versterken via ‘Electrically Accelerated and Enhanced Remineralisation’. Volgens de onderzoekers kan elektriciteit gebruikt worden om mineralen als calcium en fosfaat in het glazuur te brengen. De tanden worden zo versterkt waardoor cariës vermindert.  Boren en vullen zou dan niet meer nodig zijn.

Op de tand met cariës wordt een elektrode geplaatst die kleine elektrische impulsen geeft waardoor kalkafzet ontstaat en de cariës vermindert.

Er zijn nog geen publicaties over de effectiviteit van de nieuwe methode in dentale vakbladen verschenen. Voor de commerciële uitbating van de uitvinding is inmiddels het bedrijf Reminova in Perth, Schotland, opgericht.

Bron:
BBC News






 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z

Overzicht aandachtsgebieden inspecties IGZ

Uit recente rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) blijkt dat zij haar toetsingskader heeft aangevuld met vakinhoudelijke richtlijnen. Een overzicht van de onderwerpen waarop wordt getoetst.

Toetsingskader
De inspectie hanteert als beoordelingskader de wet- en regelgeving en de veldnormen van de koepelorganisaties en beroepsverenigingen. De volgende onderwerpen kunnen aan bod komen tijdens IGZ inspecties. Dit blijkt uit de analyse van verschillende recente IGZ rapporten na bezoek van praktijken. Dit overzicht pretendeert niet compleet te zijn.

1. Organisatie

Patiëntenbelangen

 

  • Toegankelijkheid
  • Bereikbaarheid
  • Spoedgevallen (spoeddienst geregeld buiten kantooruren)
  • Klachtenregeling en klachtenjaarverslag (aangesloten bij een klachtenregeling)
  • Instellingsinformatie voor de patiënt (via website of praktijkbrochure)
  • Bescherming patiëntengegevens

Sturen op kwaliteit

 

  • Kwaliteitscyclus (implementatie van een ISO of HKZ kwaliteitssysteem)
  • Kwaliteitsjaarverslag
  • Deskundigheid (beleid voor bij- en nascholing en/of intercollegiaal overleg)
  • Protocollen (aanwezigheid van protocollen voor infectiepreventie, radiologie en zorgverlening)
  • Evaluatie zorgverlening (onderzoek naar ervaringen van patiënten, zoals een enquête)

Sturen op veiligheid

 

  • Onderhoud apparatuur (periodiek preventief onderhoud van apparatuur)
  • Bewaking expiratie geneesmiddelen en medische hulpmiddelen

2. Infectiepreventie

  • Persoonlijke hygiëne
  • Immunisatie
  • Handhygiëne
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen
  • Preventie accidenteel bloedcontact
  • Reiniging, desinfectie en sterilisatie
  • Afvoer afval
  • Veilig werken in de tandheelkundige praktijk
  • Chirurgische ingrepen
  • Algemeen infectiepreventie

3. Radiologie

Veiligheid

 

  • Uitgevoerde stralingsrisicoanalyse
  • Rapporten van de preventieve controles zijn aanwezig
  • KEW dossier is compleet en actueel
  • Röntgenapparatuur is deugdelijk, de arm is stabiel en reparaties zijn deskundig uitgevoerd

ALARA

 

  • Toestellen zijn voorzien van rechthoekig opzetstuk

Deskundigheid

 

  • Tandartsen zijn bevoegd en bekwaam en beschikken over diploma en certificaat
  • Bij taakdelegatie worden de voorwaarden voor het delegeren van voorbehouden handelingen gehanteerd
  • Röntgenopnamen worden alleen gemaakt op individuele indicatie en herhalingsfrequentie wordt bepaald aan de hand van de diagnostische vraagstelling

Aanmelding en vergunning

 

  • Van elk röntgenapparaat beschikt u over een vergunning of een melding aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

4. Zorg en verslaglegging

Richtlijn patiëntendossier

 

  • Vastleggen medische anamnese
  • Informatie verschaft aan patiënten
  • Verleende toestemming door de patiënt

Richtlijn Periodiek Mondonderzoek

 

  • Bijhouden medische anamnese
  • Vastlegging DPSI-score

Paroprotocol

Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

  • Rechtvaardiging voor het maken van de foto (indicatiestelling)
  • Vastlegging van de beoordeling van de foto

Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen
Algemene richtlijn tandheelkundige implantaten
Consensus report: Quality guidelines for endodontic treatment
Gedragsregels voor tandartsen
Praktijkwijzer WGBO in de praktijk (informatie en toestemming)
Richtlijn Horizontale  en Verticale verwijzing
Richtlijn Samenwerking Tandtechnicus
Meldcode Tandheelkunde Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
Tariefbeschikking Tandheelkundige Zorg 2013

5. Taakdelegatie

  • Zich vergewissen van de bekwaamheid van diegene die de voorbehouden handeling uitvoert
  • Beschik over een schriftelijke opdracht per patiënt en een schriftelijk protocol van de uitvoering van de voorbehouden handelingen
  • Tandarts(-specialist) moet fysiek aanwezig zijn in het pand
  • Opdrachtnemer moet zich redelijkerwijs bekwaam achten
  • Vraag uw personeel of zij de voorwaarden voor het mogen uitvoeren van voorbehouden handelingen kennen

Bronnen:
– Diverse IGZ rapportages
– NMT document ‘Aandachtsgebieden IGZ’

Door:
Sjoerd Kuiken –

Bekijk alle artikelen in de rubriek Inspectie

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

De toekomst van de mondhygiënist

Mondhygiënisten moeten inspelen op de vergrijzing, de professionalisering van hun beroep en veranderingen in zorgvraag en -aanbod. Het takenpakket van de mondhygiënist is echter nog nauwelijks aangepast. Hoe komt dat? En wat is er aan te doen?

Dr. Katarina Jerkovic-Cosic over de toekomst van de mondhygienist.

Evidence based mondhygiëne
De mondzorg verandert. De relatie tussen de gezondheid van het gebit en de algehele gezondheid wordt steeds duidelijker. Toch is bewijsvoering nog steeds hard nodig om aan te tonen dat de preventieve mondzorg daadwerkelijk effectief is. Er is behoefte aan effectiviteitsonderzoeken, want er is weinig bekend over de verhouding tussen kosten en baten.

De samenleving vereist van alle zorgprofessionals, dus ook van mondzorgprofessionals, om onze werkwijze en beroepsuitoefening te verantwoorden en steeds meer met richtlijnen te gaan werken. Deze richtlijnen moeten uiteraard wel goed gestoeld zijn op onderzoek, vertelt dr. Jerkovic. “Als we kunnen aantonen dat wat we doen echt werkt, dan kunnen we pas echt onze stem laten horen.” Overigens zijn er al wel een aantal richtlijnen, die tot op zekere mate ook op evidence berusten maar deze worden nog onvoldoende in de praktijk gebruikt.

Sommige professionals zijn ongerust over het werken met richtlijnen. Moeten we onze eigen hersenen uitschakelen? Nee, dat is uiteraard niet de bedoeling. Vertrouwen op eigen ervaring is nog steeds toegestaan en hoort zeker ook in het rijtje thuis van evidence based practice.

Complexere zorgvraag, ander zorgaanbod
De complexiteit van de mondzorg neemt toe. Mensen worden ouder en vaak verslechtert hun gezondheid dan. Patiënten hebben vaak medische problemen en slikken vele medicijnen. Het aantal risicogroepen is toegenomen en ook de vraag van de patiënt is anders dan vroeger. Patiënten zijn mondiger geworden en sommige willen een filmsterrengebit.

Dit betekent dat Zelfmanagement de toekomst is voor de patiënt en de mondhygiënist. “Ons vak wordt steeds breder. In de toekomst is alleen het paroprotocol afdraaien niet meer genoeg, omdat er meer medische interacties zullen zijn. We moeten patiënten tools gaan geven om hun eigen ziekte te managen.”, vindt dr. Jerkovic.

Niet alleen de zorgvraag, maar ook het zorgaanbod verandert. Er zijn steeds meer grote praktijken. Tegelijkertijd komt de zorg juist dichterbij voor de patiënt, zelfs aan huis bij mobiele mondzorg. Verder is de tandarts allang niet meer de enige die mondzorg levert. Door veranderingen in de wet BIG worden er nu naast mondhygiënisten vaak (preventie)assistenten ingezet.

Veranderingen voor de mondhygiënist
Van de hbo-geschoolde reflectieve mondzorgprofessional wordt nu en in de toekomst het volgende verwacht:

  • Vakliteratuur bijhouden;
  • Bijdragen aan onderzoek;
  • Overzicht houden en prioriteiten stellen bij multiproblematiek;
  • Begeleiden in zelfmanagement en bij veranderingen in de leeftijd;
  • Samenwerken met anderen.

 

De mondhygiënist zal de primaire, secundaire en tertiaire preventie op zich nemen van cariës en parodontitis, gesteund door een (preventie)assistent. Ook kan de mondhygiënist een preventief mondonderzoek (PMO) uitvoeren. Uit onderzoek blijkt dat er bij het screenen op cariës en mondkanker geen verschillen zijn tussen een mondhygiënist en een tandarts. Dit geldt ook voor technische handelingen, zoals boren.

Taakherschikking
Uit onderzoek blijkt dat een team van één tandarts met vijf mondhygiënisten kosteneffectiever is en beter voor cariëspreventie, dan een team van twee tandartsen en 4 assistenten.

Volgens dr. Jerkovic zijn patiënten dus meer gebaat bij de preventieve aanpak van de mondhygiënist bij cariësdetectie. “Maar de mondhygiënist heeft de rol nog niet gekregen en trekt de taakherschikking ook nog niet naar zich toe.”

Mondhygiënisten werken vaak parttime in verschillende praktijken. Onderzoek laat zien dat de kans groter is dat mondhygiënisten gehele takenpakket kunnen uitvoeren als ze minstens vier dagen in één praktijk kunnen werken. Maar deze taken krijgen ze niet op een presenteerblaadje aangereikt. De mondhygiënist verwacht dat de tandarts weet welke taken hij kan uitvoeren en welke verantwoordelijkheden hij kan dragen. Maar de praktijk wijst anders uit. De tandarts is hier regelmatig niet goed van op de hoogte.

Ook de patiënt weet niet voldoende wat u kunt en mag. Dat kunt u oplossen door uzelf voor te stellen en uw functie te noemen. Dat is prettig voor de patiënt.

Uiteraard zijn de wensen van de patiënt belangrijk: door wie wil hij behandeld worden en het preventief mondonderzoek laten doen? Onbekend maakt onbemind. Het blijkt dat mensen met ervaring met de mondhygiënist sneller kiezen voor de mondhygiënist dan mensen die hier geen ervaring mee hebben.

Nieuwe taken voorstellen
Het is de taak van de mondhygiënist om de tandarts duidelijk te maken wat hij kan betekenen voor de praktijk. Dit begint al bij het sollicitatiegesprek. “Vertel de tandarts wat je kan en hoe dat gepland moet worden. Met 2 dagen in de praktijk kan je je taken niet voldoende uitvoeren”, stelt dr. Jerkovic. “Probeer je als mondhygiënist te verplaatsen in de tandarts. Bekijk het vanuit zijn oogpunt. Welke voordelen levert het voor hem op? Bespreek dat.”

Eigen initiatief
De mondhygiënist moet dus zelf het initiatief nemen. Als u echt verdieping in uw vakgebied wilt, en complete zorg voor de patiënt wilt leveren, dan kunt u beter meerdere dagen in één praktijk werken. Ook op deze manier creëer je variatie in je taken. Bespreek met de tandarts wat u kunt, wat u graag wilt doen en hoe u dat wilt doen. Als de tandarts een mondhygiënist voor 4 dagen in de week werk aanbiedt, dan hoeft de mondhygiënist niet alleen maar paro te behandelen!

Volgens dr. Jerkovic biedt taakherschikking veel mogelijkheden. “Maar je moet ze zelf creëren. Ga niet klakkeloos verder waar de vorige mondhygiënist was gebleven.”

Verslag door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van Dr. Katarina Jerkovic-Cosic, mondhygiënist en hoofddocent Hogeschool Utrecht, tijdens het VPM congres.

Katarina Jerkovic-Cosic (Bosnië, 1976) studeerde af als mondhygiënist aan de Hanzehogeschool Groningen in 2000 en behaalde haar master Klinische Epidemiologie aan de UvA in Amsterdam in 2006. In 2012 is zij gepromoveerd aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit in Groningen met het proefschrift: “The relation between profession development and job (re)desing; The case of dental hygiene in the Netherlands”. Na 12 jaar gewerkt te hebben bij de opleiding Mondzorgkunde te Groningen is zij sinds 2012 hogeschool hoofddocent aan de opleiding Mondzorgkunde te Utrecht met als taak ontwikkeling van de onderzoekslijnen binnen het kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening en verbinding van onderzoek en onderwijs in het curriculum Mondzorgkunde.

Jun 2014

 

Lees meer over: Carrière, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z
facebook-twitter

Sociale media zijn waardevolle informatiebron voor IGZ

Sociale media kunnen de IGZ sneller informeren over mogelijke risico’s in de gezondheidszorg. Dit blijkt uit onderzoek van het Radboudumc.

Toevoeging
De onderzoekers onderzochten of informatie van sociale media als Twitter, Facebook en ZorgkaartNederland een toevoeging zijn voor de uitoefening van toezicht. Zowel in onderzoeksliteratuur als in eigen case studies werd dit positief bevestigd. Onderzoeker Tom van de Belt: “Onze case studies maken duidelijk dat deze informatie bruikbaar is als bij het verzamelen van de informatie de juiste zoekstrategieën en selecties worden gebruikt. Op dit moment bevat de waarderingssite ZorgkaartNederland de meest relevante informatie.”

Aanvullend onderzoek
De onderzoekers concludeerden dat ongeveer de helft van de geselecteerde mededelingen en waarderingen van toegevoegde waarde zijn voor de IGZ. De IGZ-inspecteurs wilden in bijna 10% van de gevallen aanvullend onderzoek naar aanleiding van informatie op ZorgkaartNederland.

Bron:
Radboudumc

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Calciumhydroxide wel of niet gebruiken?

Calciumhydroxide: wel of niet gebruiken?

De discussie komt u overal tegen: wel of geen calciumhydroxide bij een wortelkanaalbehandeling? Endodontoloog Ron Fransman gaf hierover een presentatie. Het blijkt lastig te zijn een eenduidig antwoord te geven.

Calciumhydroxide wordt al sinds de jaren 30 van de vorige eeuw gebruikt bij wortelkanaalbehandelingen. Het voorkomt vermenigvuldiging van de eventueel in het kanaal achtergebleven micro-organismen en her-infectie van het wortelkanalenstelsel. Calciumhydroxide werkt het beste in een vochtige omgeving.

Voordelen

  • Langdurige desinfectie van de pulpaholte door de antimicrobiële werking van calciumhydroxide.
  • Tegengaan van her-infectie.
  • Remt metalloproteinen.

Nadelen

  • Calciumhydroxide verkalkt de biofilm, waardoor deze mogelijk nog hardnekkiger wordt.
  • Er zijn geen spoelmiddelen die calciumhydroxide afdoende oplossen, waardoor het moeilijk en met name tijdrovend is om uit ovale kanalen te verwijderen.

Uitkomsten onderzoek

  • Het is iets beter om calciumhydroxide te gebruiken. Hierdoor groeien iets minder bacteriën terug.
  • Er is ongeveer 10% minder kans op genezing zonder calciumhyrdoxide.
  • Het is in het algemeen geen probleem als calciumhydroxide wordt doorgeperst, het lost vanzelf weer op.
  • De sterkte van dentine wordt verminderd door langdurig insluiten van calciumhydroxide. Het effect valt de eerste 30 dagen nog wel mee, maar gebruik het liever niet langer. In vitro is na een jaar de sterkte van het dentine ongeveer gehalveerd.
  • Een nadeel van het gebruikt van MTA bij directe overkappingen is dat het een grijze verkleuring veroorzaakt. Biodentine is hier waarschijnlijk een betere optie.
  • Een alternatief voor calciumhydroxide is Octenisept. Dit heeft een vergelijkbare werking als chloorhexidine en is makkelijker te verwijderen dan calciumhydroxide.

Aanbrengen
Calciumhydroxide kan worden aangebracht met:

  • Spuitje (bijvoorbeeld visco tips van Vista Dent)
  • Lentulonaald
  • Pastinject van Micro Mega

Samenvatting
Samenvattend kan worden gesteld dat op grond van de beschikbare literatuur geen eenduidige conclusie kan worden getrokken over de toepassing van calciumhydroxide in de algemene praktijk. Het nut van desinfectie is twijfelachtig.

  • Er is nog steeds behoefte aan iets dat beter werkt dan calciumhydroxide.
  • 4 weken gebruik is in de meeste gevallen voldoende.
  • Voor apexificaties wordt tegenwoordig meer gebruik gemaakt van biokeramische cementen. MTA wordt steeds meer vervangen door cementen als EndoSequence van Brasseler.
  • Voor regeneratie is calciumhydroxide met biodentine een goed alternatief voor AB met MTA.
  • Bij resorptie na trauma blijft calciumhydroxide de eerste keuze.
  • 1 zitting heeft dezelfde prognose als 2 zittingen. Goede reiniging heeft de prioriteit.
  • Calciumhydroxide moet goed apicaal zitten, de laatste drie millimeter is waar het om gaat, de rest van het kanaal is redelijk goed te reinigen.
  • Verwijderen gaat het beste ultrasoon.
  • Wil je geen caliumhydroxide gebruiken laat dan gewoon natriumhypochloriet in het kanaal zitten of meng calciumhydroxide met natriumhypochloriet of gebruik Octenisept.

Ron Fransman is tandarts-endodontoloog en heeft een verwijspraktijk in Amsterdam.
In 1998 heeft hij zijn specialisatie endodontologie voltooid. Hij geeft cursussen en lezingen in binnen- en buitenland op het gebied van endodontologie. Ook heeft hij een aantal artikelen geschreven voor nationale en internationale vaktijdschriften.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Ron Fransman tijdens ENDO2014 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Restauratie tanden via laser

Amerikaanse wetenschappers  van de universiteit van Harvard hebben een manier gevonden om aangetaste tanden te laten herstellen met een laserstraal. De onderzoekers testten op rattentanden, echter nog niet op die van mensen.

Het laseren van tanden is niet eenvoudig. Volgens professor David Mooney moet bij het laseren gezocht worden naar de exacte hoeveelheid licht. ‘Het is zoeken naar de ideale hoeveelheid. Te weinig laser zorgt ervoor dat er niets verandert in de tand en bij te veel laser brokkelt de tand af. Het moet precies goed zijn’, zegt Mooney tegen Fox News.

Het is niet duidelijk wanneer de techniek voor mensen gebruikt kan worden. Voorlopig zal verder getest worden op rattentanden.

Bron:
Fox News

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z