Highly Detailed Red Shopping Tag

Uitgaven tandheelkunde gedaald met 0,9%

De consumentenuitgaven voor mondzorg in tandartspraktijken zijn 0,9% gedaald in 2013, vergeleken met 2012. Dit meldt het CBS. In 2013 werd 2.818 miljoen uitgegeven versus 2.792 miljoen in 2012.

De totale uitgaven aan zorg in Nederland zijn in dezelfde periode met 1,6% gestegen, een groei die lager is dan in voorgaande jaren. Dit komt deels doordat het geneesmiddelengebruik minder hard is gestegen terwijl de gemiddelde prijs van geneesmiddelen verder daalde. Ook daalden tarieven en vergoedingen van zorgdiensten, vooral op het terrein van verzorging en verpleging. De totale uitgaven aan de gezondheids- en welzijnszorg bedroegen ruim 94,2 miljard euro.

Uitgaven gezondheidszorg
Tabel van CBS


Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Vitamine C en parodontitis

Dat vitamine C belangrijk is voor de mondgezondheid weten we al vanaf de tijd van de VOC. Wanneer de zeelui voor een lange tijd geen fruit gegeten hadden, ontwikkelden ze scheurbeuk. En ook van necrotiserende parodontitis weten we dat het geretaleerd is aan een tekort van vitamine C.

Verslag van de lezing van parodontoloog in opleiding drs. T.M.H. de Jong tijdens de cursus Paro Update van Quality Practice.

Voeding krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht als etiologische factor voor parodontitis en vele onderzoeken hebben een relatie aangetoond tussen vitamine C en parodontitis. Vitamine C is betrokken bij de vorming van collageen en als antioxidant belangrijk voor onze afweer. Het is een essentieel nutriënt omdat mensen het niet zelf kunnen synthetiseren.

Het blijkt dat de plasmawaarde van vitamine C in het bloed lager is bij parodontitis patiënten. Dit fenomeen kan deels worden verklaard door een verminderde inname via de voeding van vitamine C bij parodontitis patiënten. Andere mogelijke verklaringen zouden kunnen zijn: een gereduceerde opname van vitamine C het bloed in vanuit de darmen, een gereduceerde heropname in de nieren of een verhoogd verbruik.

Waarden
Is de hoeveelheid vitamine C in het bloedplasma meer dan 4 mg/L, dan spreekt men van normaal, ligt deze tussen de 2 – 3,9 mg/L, dan is er sprake van een vitamine C tekort en bij een minder dan 2 mg/L is er sprake van deficiëntie. Maar hoeveel vitamine C moet er geconsumeerd worden voor een optimale bloedwaarde?

Verschil in opname vitamine C
Het is aangetoond dat er verschillen bestaan tussen mensen in het opnemen van vitamine C in het bloed, vooral wanneer de inname via voeding laag is. Onderzoeker Levine liet proefpersonen eerst deficiënt worden voor vitamine C en wanneer dit was bereikt gaf hij hun per dag 30 mg vitamine C waardoor de plasmawaarde steeg. Op het moment dat de plasma waarde van vitamine C niet verder steeg, was de ‘plateauwaarde’ bereikt. Daarna verhoogde hij de dosis door 60 mg per dag te geven, totdat een nieuwe plateauwaarde was bereikt. Vervolgens werd dit herhaald met 100, 200 tot zelfs 2500 mg per dag vitamine C, maar boven de 200 mg nam de hoeveelheid vitamine C in het bloed niet veel meer toe. Nu bleek voor sommige mensen 60 mg een bloedwaarde van 10,4 mg/L te geven maar bij anderen kwam de bloedwaarde niet verder dan 2,6 mg/L. Te weinig dus. Pas bij 100 mg steeg iedereen boven de 4mg/L uit, wat betekend dat niemand meer een tekort had aan vitamine C en bij 200 mg per dag hadden alle proefpersonen een plasma waarde van boven de 10 mg/L, de hoeveelheid die nodig is voor optimale functie.

Transport eiwitten
Niet iedereen neemt dus vitamine C even goed op. Mogelijk ligt dat aan een genetische variatie in de transport eiwitten voor Vitamine C, momenteel doet De Jong daar zelf onderzoek naar. De mens heeft twee Natrium-afhankelijke Vitamine C Transport eiwitten, SVCT1 en SVCT2, en die zorgen voor de opname van vitamine C in de cellen. Een variatie in de genen die voor deze eiwitten corresponderen, zou van invloed kunnen zijn op de functie van deze transporteiwitten. Maar omdat men niet weet wie er wel en wie er niet voldoende kan opnemen, kan men het beste van 200 mg vitamine C per dag uitgaan.

Hoeveelheid
Hoe komt men aan 200 mg vitamine C per dag? Dat kan worden bereikt door voldoende groente en fruit te eten, maar de hoeveelheid vitamine C per soort is nogal verschillend. Eet je per dag 2 kiwi’s dan heb je gemiddeld al zo’n 150 mg binnen, maar kiwi’s bevatten dan ook veel vitamine C. Wilt u weten hoeveel vitamine C er in andere soorten fruit en groenten zit en of uzelf wel voldoende binnen krijgt? Kijk dan eens op de site van Nevo Online, en klik op ‘zoek’.


Drs. T.M.H. de Jong studeerde in 2009 af aan het ACTA als tandarts en volgde in het laatste jaar van zijn studie keuzeonderwijs ‘parodontale chirurgie’. Sindsdien is hij werkzaam in de algemene praktijk en daarnaast is hij verbonden aan de sectie parodontologie als docent. Hij geeft onderwijs aan tandheelkunde studenten in zowel het bachelor- als masteronderwijs. Anderhalf jaar geleden is hij begonnen met de opleiding tot parodontoloog en momenteel houdt hij zich vooral bezig met zijn onderzoek naar de relatie tussen vitamine C en parodontitis.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO i.s.m. T.M.H. de Jong van zijn lezing tijdens de cursus Paro Update van Quality Practice.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z

Periodontal Inflamed Surface Area (PISA), parodontitis als ontstekingslast

Wat is ‘Periodontal Inflamed Surface Area’ (PISA)? De relatie parodontitis – diabetes en parodontitis – reumatoïde artritis aangetoond. Verslag van klinische avond. Verslag van de lezing van dr. W. Nesse tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Wat is ‘Periodontal Inflamed Surface Area’ (PISA)?
Wanneer er naar onderzoeken over parodontitis wordt gekeken, dan blijkt dat er 13 verschillende definities van parodontitis worden gebruikt. Hiervan hanteert geen een van de onderzoeken de hoeveelheid ontstoken weefsel.
PISA staat voor de grootte van de wond in de mond veroorzaakt door parodontitis. Het weerspiegelt de ontstekingslast: hoe groter het wondoppervlak, hoe groter de ontstekingslast. PISA is relatief eenvoudig te berekenen en geeft een beeld van de systemische belasting van parodontitis.

Diabetes
Het hemoglobine A1c gehalte (HbA1c) reflecteert de bloedglucose spiegel over langere tijd. Er is onderzocht of er een relatie is tussen parodontitis en het HbA1c-gehalte in het bloed. Uit een onderzoek, dat is uitgevoerd op Curaçao, is gebleken dat naarmate de PISA-waarde toeneemt, het HbA1c-gehalte hoger is. Er kan dus gesteld worden dat ernstiger parodontitis samenhangt met slechtere bloedsuikerspiegel regulatie bij type 2 diabetes patiënten. De PISA is in een gezonde populatie (dwz mensen zonder diabetes) de enige definitie van parodontitis die het HbA1c-gehalte voorspelt.

Reumatoïde artritis
Reumatoïde artritis (RA) is een auto-immuun aandoening waarvan de oorzaak nog onbekend is. 1-3% van de bevolking heeft RA. De gewrichten zijn bij deze aandoening ontstoken. Het is een systeemziekte: er is sprake van extra-articulaire manifestaties, verminderde levensverwachting en het is invaliderend. Mensen met parodontitis hebben vaker RA en mensen met RA hebben vaker last van parodontitis. Het lijkt zo te zijn dat parodontale behandeling reductie geeft van RA ziekteactiviteit en ernst, maar om hier zeker van te zijn is meer onderzoek nodig.
ACPA (anti-citrullinated protein antibody) is een type auto-antilichaam dat typerend is voor RA. Jaren voordat RA manifesteert, blijkt er al ACPA aanwezig te zijn in het lichaam. Uit onderzoek met muizen is gebleken dat ACPA-transfusies de artritis verergeren. Citrulline is aanwezig in tandvlees bij parodontitis patiënten. Deze eiwitten kunnen dus mogelijk zorgen voor de een auto-antilichamen reactie specifiek voor RA.

Dr. W. Nesse is kaakchirurg in opleiding en werkzaam bij het UMCG, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
moderne adhesieven

Hechting aan tandweefsel: moderne adhesieven kunnen meer dan u denkt

De adhesieve technologie maakt onzichtbaar tandherstel mogelijk, er kan minimaal invasief gewerkt worden en de behandelingen zijn goed betaalbaar. Welk bondingsysteem kan er het beste gebruikt worden?

Met directe technieken kunnen er kleine kleurcorrecties vervaardigd worden, bijvoorbeeld bij een patiënt met fluorose. Ook zijn uitgebreidere behandelingen mogelijk, dit is bijvoorbeeld het geval bij iemand met ernstige erosie/abrasie waarbij er sprake is van beethoogteverlies. Door met glasvezelversterkt composiet te werken, wordt het mogelijk om steeds grotere sterke composietvullingen te vervaardigen. Het glasvezel voorkomt scheuren en breuk van het materiaal. Glasvezelversterkt composiet wordt altijd afgedekt met gewoon composiet, de bulk bestaat uit glasvezelversterkt materiaal. Ook is er veel mogelijk met porselein, de indirecte techniek.

Adhesieven
De trend op dit moment is een ‘all-in one’ bondingsysteem omdat dit snel en makkelijk werkt. De vraag is echter of dit materiaal duurzaam genoeg is. Er zijn veel verschillende bondingsystemen en producten op de markt. Welk bondingsysteem kan er het beste gebruikt worden?

Allereerst moet er onderscheid gemaakt tussen twee systemen, namelijk de ‘ets-en-spoel’ adhesieven en de ‘zelf-ets’ adhesieven (‘droog’ systeem).

‘Ets-en-spoel’ adhesief

De stappen voor het gebruik van dit systeem zijn als volgt:

  1. Isolatie
    Het te restaureren element moet goed drooggelegd worden, bij voorkeur met een rubberdam en matrix.
  2. Etsen met fosforzuur
    Eerst moet het glazuur geëtst worden en daarna pas het dentine. Vervolgens wordt er gespoeld en (zacht) gedroogd. Na het drogen wordt er gecontroleerd of het glazuur voldoende geëtst is.
  3. Aanbrengen van de waterhoudende primer
    Voor een optimale werking moet de primer ingemasseerd worden met een kwastje of micro-brush.
  4. Aanbrengen van een bonding agent (adhesief hars) en deze polymeriseren.

Glazuur vereist fosforzuur en voor glazuur geldt dus dat de ‘ets-en-spoel’ techniek de beste hechting geeft.
Fosforzuur lijkt echter te agressief te zijn voor dentine. Voor de hechting aan dentine speelt microretentie door harsuitlopers en de vorming van een hybride laag een grote rol. De natuurlijke bescherming van collageen, zijnde hydroxyapatiet, wordt door het fosforzuur verwijderd en bijkomend is de harsinfiltratie zelden volledig wat zorgt voor geleidelijke degradatie van de hechting. Hierdoor is het lastig om een volledig verzegelde hybride laag te bekomen.

Verbeteren hechting
Om deze hechting te verbeteren, kan het volgende gedaan worden:

  1. Het toepassen van de ‘ethanol wet-bonding techniek’.
    Na het etsen en spoelen wordt ethanol aangebracht als tussenfase. Dit is een meer geschikt medium voor het hars, waardoor het beter in het collageennetwerk infiltreert. Uit onderzoek blijkt dat deze techniek werkt, maar alleen indien ethanol in oplopende concentraties worden aangebracht. Voor een tandarts zal dit betekenen dat hij/zij hier minimaal drie minuten mee bezig is.
  2. Het inhiberen van biodegradatie door gastheerenzymen.
    Uit onderzoek blijkt dat gastheerenzymen door bondingsystemen worden geactiveerd en daar mede instaan voor de teloorgang van de hechting. Bijgevolg kan men met een gepaste inhibitor, zoals het in de tandheelkunde alom gebruikte chloorhexidine, dit proces van biodegradatie afremmen. Helaas is het positieve effect verdwenen na 12 maanden.

3.    Het toepassen van biomimetische reparatie van ‘ets-en-spoel’ hybride lagen.
Hier wordt gewerkt met calciumfosfaten om gedemineraliseerde hybride lagen te re-mineraliseren; deze methode neemt
echter ook verschillende weken in beslag en is daardoor klinisch moeilijk toepasbaar.

Uit onderzoek blijkt dus dat de bovengenoemde methoden wel potentiële oplossingen bieden maar op dit moment zijn ze (nog) niet goed uitvoerbaar in de praktijk.

‘Zelf-ets’ adhesief

Er bestaan verschillende ‘zelf-ets’ bondingsystemen. Afhankelijk van hun zuurtegraad reageren ze op verschillende wijze met het tandmateriaal en met de smeerlaag: Hoe lager de pH-waarde, hoe agressiever het bondingsysteem. De voorkeur gaat daarom uit naar een milde ‘zelf-etsende’ primer met een pH van ongeveer 2.
Bij gebruik van een ‘zelf-ets’ adhesief kan gesproken worden van een tweevoudige kleef-techniek omdat er sprake is van zowel microretentie als chemische hechting.

Monomeren
De chemische hechting is afhankelijk van het monomeer. Er bestaan verschillende monomeren, zoals bijvoorbeeld:

  1. 10-MDP
    Dit monomeer is duurzaam omdat het bindt aan hydroxyapatiet, dat zo collageen blijft beschermen, en er vindt vorming plaats van stabiel calcium-zout.
  2. phenyl-P
    Dit monomeer vormt geen stabiele binding met hydroxyapatiet en lost het integendeel op, het legt collageen vrij en resulteert in een onstabiel calcium-fosfaat dat ingebed wordt in de hybride laag.

10-MDP lijkt dus vele voordelen te hebben en draagt bij aan een betere hechting door de chemische interactie. Het is momenteel één van de meest doeltreffende monomeren.

Samenvatting

  • Moderne adhesieven zijn klinisch effectief.
  • Er moet een keuze gemaakt worden uit een ‘ets-en-spoel’ techniek of een ‘zelf-ets’ techniek.
  • Voor glazuur geldt dat het beste gekozen kan worden voor een ‘ets-en-spoel’ techniek.
  • Voor dentine is deze keuze lastiger:
    – Voor de ‘ets-en-spoel’ techniek geldt het volgende: hydroxyapatiet wordt verwijderd, collageen wordt vrijgelegd, er vindt diepe hybridizatie plaats en er is geen of nauwelijks (zwakke) chemische interactie. Kortom, er vindt collageendenaturatie en harsdegradatie plaats.
    -Voor het ‘zelf-ets’ adhesief geldt het volgende: het materiaal bindt wel aan hydroxyapatiet, het materiaal beschermt collageen, er vindt oppervlakkige hybridizatie plaats en er is sprake van een primaire chemische binding. Kortom, het gaat om een meer stabiele kleeftechniek.

Besluit
Het besluit op dit moment is dan ook dat beide kleeftechnieken nodig zijn. Glazuur moet selectief geëtst worden met fosforzuur. Voor een goede hechting aan dentine kan het beste een milde ‘zelf-etsende’ primer op basis van 10-MDP gebruikt worden. Na de primer wordt er in het ideale geval afzonderlijk een solventvrije bonding agent aangebracht en wordt deze vervolgens gepolymeriseerd. Hierna kan het composiet aangebracht worden.

Prof. Dr. Bart Van Meerbeek studeerde aan de KU Leuven in 1988 af als tandarts.
Is nu hoogleraar tandheelkunde aan de KU Leuven en geeft leiding aan de BIOMAT onderzoeksgroep te Leuven. Kijk op: http://med.kuleuven.be/biomat. Hij doet fundamenteel en klinisch onderzoek naar hechting van adhesieve materialen aan gemineraliseerde tandweefsels, glazuur en dentine. Daarnaast is hij algemeen practicus in de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Van zijn hand zijn honderden internationale artikelen verschenen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Vlaamse tandartsen willen dringend maatregelen voor mondzorg

De Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) dringt bij alle politieke partijen aan op structurele wijzigingen in de mondzorg voor de komende regeringsperiode, meldt Metro. De VBT benadrukt haar standpunten voor een betaalbare, efficiënte en kwalitatieve mondzorg:  “Een goede mondzorg heeft de maatschappij heel wat te bieden op het vlak van algemene gezondheid, tewerkstelling, innovatie en investeringen”, zegt VBT-voorzitter Yann Van Hoecke.

Maatregelen
De VBT stelt een pakket met maatregelen voor: “Wij willen een hervorming van de nomenclatuur met als pijlers preventie, responsabilisering van de patiënt, betere transparantie en betaalbaarheid van een kwalitatieve mondzorg”, verduidelijkt Van Hoecke.

Het effectiviteit van het preventiebeleid is volgens de VBT onvoldoende. De vereniging wil dat er een bachelor opleiding Mondzorg komt zodat de eerste lichting mondhygiënisten in 2018 kunnen starten. Ook pleiten de tandartsen voor het invoeren van een Digitaal Mondzorg Paspoort.

Bron:
Metro

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Pakistaanse straattandartsen vormen gezondheidsrisico

Pakistaanse straattandartsen vormen gezondheidsrisico

Pakistan telt meer dan 13.000 straattandartsen die werken onder onhygiënische omstandigheden. Zij bieden hun diensten aan zonder dat zij daarvoor opgeleid zijn en brengen de volksgezondheid in gevaar, meldt The Eastern Tribune .

Gezondheidsrisico
De straattandartsen werken met ongesteriliseerde instrumenten aan de kant van de weg. Door de onhygiënische omstandigheden kunnen patiënten hepatitis of aids oplopen.

Betaalbaar
Toch gaat een groot deel van de bevolking naar de straattandarts. Veel Pakistani kunnen een bezoek aan de gewone tandarts niet betalen. Ook is er een groot tekort aan goed opgeleide tandartsen.

Bron:
The Eastern Tribune

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Pijnaanvallen in het gezicht soms veroorzaakt door neuralgie

Patiënten die klagen over pijnaanvallen in het gezicht kunnen last hebben van neuralgie: zenuwpijn. Een geprikkelde drielingszenuw kan namelijk aangezichtspijn veroorzaken, dat schrijft ZWP-online .

Oorzaak
Aangezichtspijn kan worden veroorzaakt door een kloppende slagader in de hersenen die een hersenzenuw prikkelt: de drielingszenuw. Daardoor ontstaat heftige pijn, die enkele seconden tot twee minuten aanhoudt.

Symptomen
De pijnaanvallen worden onder andere uitgelokt door eten, praten of een koude luchtstroom. Patiënten ervaren vervolgens pijn in de kin, de wang, de lippen, de kaken of de neus. Het pijnlijke gezichtsdeel wordt meestal warm en rood.

De pijnaanvallen beginnen vaak na het veertigste levensjaar. Patiënten kunnen ook lijden aan andere ziekten zoals een zeldzame tumor of multiple sclerose.

Behandeling
Aangezichtspijn kan behandeld worden met medicijnen, een operatie of bestraling van de zenuw.

Bron:
ZWP online 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z

Kanker door slechte mondgezondheid en -hygiëne

Slechte mondhygiëne en verminderde mondgezondheid zijn risicofactoren voor kanker in de mond en keel. Dat blijkt uit een recente studie, meldt Oral Oncology.

Onafhankelijke risicofactoren
Slechte mondverzorging en slechte mondgezondheid verhogen het risico op kanker in de mond of keel. Opvallend is dat deze factoren een rol spelen ongeacht rook- en drinkgedrag en socio-economische status. Dat blijkt uit een onderzoek onder bijna 4000 Europeanen.

Mondgezondheid
De onderzoekers interviewden de deelnemers over hun mondgezondheid en mondverzorging. Onregelmatig tandartsbezoek en weinig tandenpoetsen waren indicatoren voor slechte mondverzorging. Een slechte mondgezondheid werd onder andere vastgesteld op basis van tandvleesbloedingen.

Mondwater risicofactor
Mogelijk speelt overmatig gebruik van mondwater ook een rol bij het ontstaan van kanker. De precieze gezondheidsrisico’s van mondwater zijn echter nog onduidelijk.

Bron:
Oral Oncology


Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Duitse gynaecologen informeren zwangeren over cariëspreventie bij kind

Alle zwangere vrouwen in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein krijgen binnenkort van hun gynaecoloog voorlichtingsmateriaal over mondgezondheid bij kinderen, schrijven ÄrzteZeitung en Ärzteblatt.

Met de Kindergebitspas willen gynaecologen zwangere vrouwen aansporen om op hun eigen mondgezondheid en die van hun kind te letten. De pas bevat bijvoorbeeld informatie over mondhygiëne tijdens de zwangerschap. Ook worden ouders voorgelicht over tandenpoetsen bij kinderen, het ontstaan van cariës en gezonde voeding.

Aanstaande moeders worden ook opgeroepen om voor de bevalling op controle te komen. De mondgezondheid van de moeder beïnvloedt namelijk die van het kind na geboorte. Duitse gynaecologen hopen bijvoorbeeld zwangerschapsgingivitis en overdracht van gingivitis naar het ongeboren kind te voorkomen.

Preventie
Volgens de Duitse Tandartsenkamer hebben jonge kinderen steeds vaker cariës door ongezonde voeding en slechte gebitsverzorging. Duitse tandartsen hopen dat ouders door de Kindergebitspas meer gaan letten op preventie van gebitsproblemen.

Ouders krijgen daarom de aanbeveling om regelmatig op controle te komen met hun kind, al vanaf het doorkomen van de eerste tandjes. De tandarts noteert vervolgens de bevindingen tijdens de controle in de Kindergebitspas.

Moederpas
Zwangeren krijgen in Duitsland al een ‘Moederpas’, waarin informatie over de gezondheid van de moeder wordt genoteerd. De Kindergebitspas wordt in Sleeswijk-Holstein nu tegelijk met de Moederpas verstrekt.

Bronnen:
ÄrzteZeitung
Ärzteblatt
Kassenzahnärtzliche Vereinigung Nordrhein

 

Lees meer over: Cariës, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
1,3 miljoen Nederlanders bezochten tandprotheticus

1,3 miljoen Nederlanders bezochten tandprotheticus

Ruim 1,3 miljoen Nederlanders bezochten de afgelopen jaren een tandprotheticus. Dit blijkt uit cijfers van het NIVEL. Patiënten zijn tevreden over de zorg van de tandprotheticus en geven hem een 8,2 als cijfer. Met de bekendheid van deze mondzorgprofessional is het minder goed gesteld: de helft van dragers van een kunstgebit weet niets over zijn bestaan.

Bezoek
21% van de Nederlanders ouder dan 18 jaar heeft een tandprothese of kunstgebit. 47% van deze groep bezoekt een tandprotheticus en veel mensen blijven voor controle bij hun tandarts.

Eigen initiatief
Tandprothetici krijgen iets minder dan de helft van hun patiënten via verwijzing door een tandarts. De meeste mensen bezoeken op eigen initiatief een tandprotheticus. De aanleiding voor een bezoek aan de tandprotheticus is het laten aanmeten van een gebitsprothese of kunstgebit. Repatie of aanpassing zijn redenen voor vervolgbezoek. Patiënten bezoeken de tandprotheticus gemiddeld 6,5 keer.

Vaste bezoekers van de tandprotheticus geven hem de voorkeur boven de tandarts vanwege zijn speciale opleiding en wettelijke registratie. 

Het onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL, in opdracht van de Organisatie van Nederlandse Tandprotetici (ONT).

Bron:
NIVEL


Lees meer over: Tandprothese | techniek, Thema A-Z

NHG: Preventieve screening door tandarts niet verstandig

Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) vindt het niet verstandig als tandartsen BMI en bloeddruk gaan meten, meldt Medisch Contact. Tijdens het NMT-lustrumcongres stelde NMT-voorzitter Rob Barnasconi dat tandartsen naast het zorgen voor een gezond gebit, ook preventieve screenings kunnen doen, zoals het bepalen van BMI en bloeddruk.

Klakkeloos meten heeft geen zin als je er niet een vervolg aan kunt geven, zegt bestuursvoorzitter Rob Dijkstra in een reactie op Medisch Contact. Maar als een tandarts schimmelinfecties constateert, of een patiënt is zo obees dat hij niet meer in de tandartsstoel past, dan is het uitstekend als hij dat met de patiënt bespreekt en deze zo nodig doorverwijst naar de huisarts. Dat tandartsen problemen signaleren, prima. Maar zij moeten geen diagnoses gaan stellen als hoge bloeddruk of een te hoog cholesterol.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z

Verzorgenden willen niet tandenpoetsen bij ouderen

Veel verzorgenden vinden mondverzorging bij ouderen onaangenaam werk. Daardoor krijgen ouderen slechtere mondzorg. Dat meldt het Tijdschrift voor Verzorgenden (TvV).

TvV vroeg websitebezoekers welke taak zij ‘het minst fris’ vinden. Uit de poll blijkt dat verzorgenden het meest opzien tegen mondverzorging (25%), gevolgd door verzorging van doorligwonden (10%) en incontinentie (8%).

Weerstand tegen mondverzorging leidt tot ondermaatse mondzorg voor ouderen. Onderzoek onder 1300 Nederlandse ouderen wees uit dat 80% een slechte mondgezondheid heeft.

Bron:
Tijdschrift voor verzorgenden

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
overkappingsprothese

Overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak

Voor een overkappingsprothese op implantaten in de bovenkaak is het voldoende om vier implantaten te plaatsen. Verslag van de klinische avond over het onderzoek van dr Slot, de chirurgische procedures voor het plaatsen van implantaten, de vervaardiging van een overkappingsprothese en de digitale stappen.

De klinische avond in het UMCG stond in het teken van de promotie van dr. Slot. Hij deed onderzoek naar de overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak.

Gebrek aan stabiliteit en retentie van de conventionele gebitsprothese kan worden verholpen door het maken van een prothese op implantaten in de bovenkaak. Tevens kan deze behandeling ervoor zorgen dat kokhalsneigingen afnemen, omdat er bij een prothese op implantaten geen gehemelte bedekking is. De klachten van een onvoldoende passende gebitsprothese betreft meestal de onderkaak en minder vaak de bovenkaak.

Consensus
Over de behandeling met implantaten in de edentate onderkaak is wereldwijd inmiddels consensus over de optimale behandeling. Een conventionele gebitsprothese is niet de eerste keus, maar een prothese op implantaten. (McGill consensus statement 2002 en The York consensus) De stabiliteit en retentie van de overkappingsprothese en de patiënttevredenheid kan sterk verbeterd worden door twee implantaten in het interforaminale gebied met een staaf-suprastructuur. Indien er sprake is van een processus mandibularis lager dan 12 mm, drukintolerantie of een gedeeltelijk of volledig betande bovenkaak worden 4 implantaten geplaatst in plaats van 2 implantaten.

Proefschrift
Voor de overkappingsprothese op implantaten in de edentate bovenkaak lijkt ook te gelden dat de stabiliteit en retentie sterk verbeterd kunnen worden. Echter het optimale behandelconcept voor een prothese in de bovenkaak is onbekend. In de wetenschappelijke literatuur staat nog niet beschreven hoeveel en waar de implantaten in de bovenkaak geplaatst moeten worden. Hierover heeft dr. Slot zijn proefschrift geschreven.

In de literatuur is een variatie van 2 tot 8 implantaten voor een overkappingsprothese in de bovenkaak beschreven. Bij 6 of meer implantaten wordt altijd gekozen voor een staaf-suprastructuur. Een overkappingsprothese op 4 (knop of staaf) en 6 (staaf) implantaten is de meest voorkomende behandeling. Bij deze drie behandelopties liggen de succespercentages hoger dan 95% na 1 jaar. Het primaire doel van het promotieonderzoek van dr. Slot was het onderzoeken of een overkappingsprothese op 4 implantaten net zo goed functioneert als een overkappingsprothese op 6 implantaten. Daarnaast werd onderzocht wat de ideale plaats van de implantaten in de bovenkaak was. Implantaten in de frontregio en in de zijdelingse delen werden met elkaar vergeleken.

De chirurgische procedures voor het plaatsen van implantaten in de edentate bovenkaak
Door prof. dr. G.M.G. Raghoebar

Wanneer in een bovenkaak onvoldoende bot aanwezig is voor het plaatsen van de implantaten, kan voor een sinusbodem elevatie een autoloog bottransplantaat worden geoogst uit de mond of uit de crista iliaca (bekken). Bij de onderzoeksgroep met 6 implantaten was een sinusbodem elevatie vaker geïndiceerd, dan bij de onderzoeksgroep met 4 implantaten. Bij een meerwandig botdefect gaat de voorkeur naar autoloog bot. Een behandeling waarbij bot geoogst moet worden uit de crista iliaca geeft altijd nabezwaren. Patiënten wordt verteld dat lopen in de eerste periode na de ingreep lastig gaat. Bij de patiënten uit het onderzoek van dr. Slot duurde het gemiddeld 12 maanden voordat de patiënten de prothese kregen.

Voorkeur
Een sinusbodem elevatie met de open techniek (luik preparatie in de laterale wand van de sinus maxillaris) heeft de voorkeur van prof. dr. Raghoebar. Bij een hoogte van 4 mm of lager van de proc. maxillaris wordt altijd gekozen voor een open benadering. Na 4 maanden worden dan de implantaten geplaatst. Er wordt gekozen voor een augmentatie bij gebrek aan primaire stabiliteit. De ervaring van prof.dr. Raghoubar is dat het implantaat meer primaire stabiliteit heeft door te boren tot een boor kleiner dan wordt aangeven door de fabrikant Bij een smalle bovenkaak treedt vaker labiale implantaat exposure op.

Groot botdefect Autoloog bot
Betrouwbare processes Minder implantaat verlies
Afname morbiditeit Door minder bot uit bekken (crista iliaca)

Vervaardiging van een overkappingsprothese op implantaten
Door prof. dr. H.J.A. Meijer

Om de implantaten voorspelbaar op de juiste posities te plaatsen, is een goede voorbereidende planning met behulp van een boorsjabloon noodzakelijk. In sommige gevallen is een duplicaat van de huidige prothese een zeer goede richtlijn voor het boorsjabloon. Vaak werden 6 implantaten geplaatst in de edentate bovenkaak (regio 13/23, 15/25 en 17/27). Tegenwoordig worden steeds vaker 4 implantaten in de frontregio geplaatst (regio 12/22 en 14/24). Voordeel hiervan is dat er minder morbiditeit is doordat een augementatie vaak niet nodig is. Bovendien zijn de kosten lager.

Vervaardiging
Het vervaardigen van een prothese op implantaten gaat in principe hetzelfde als een conventionele prothese. Aan de hand van foto’s liet prof.dr. Meijer stap-voor-stap zien hoe de overkappingsprothese op implantaten vervaardigd wordt na de osseo-integratieperiode.

Voor de definitieve afdruk worden afdruklepels gemaakt met openingen voor de op de implantaten te bevestigen afdrukstiften. De afdrukstiften dienen boven de afdruklepel uit te komen. De afdruk wordt gemaakt met een stug afdrukmateriaal, zoals impregum. Bij het maken van de afdruk worden de afdrukstiften eerst volledig omspoten. U moet erop letten dat de stiften zichtbaar blijven. Na een volledige uitharding moeten de afdrukstiften namelijk nog worden losgedraaid.
Als de prothese-elementen naar tevredenheid zijn opgesteld wordt digitaal de staaf-hulsmesostructuur ontworpen en vervaardigd. Bij 2-fase implantaten (bone level) moeten eerst abutments geplaatst worden voordat de structuur verschroefd kan worden.

Digitale stappen in de overkappingsprothetiek
Door G. van Dijk

Tegenwoordig zijn er vele digitale mogelijkheden in de tandtechniek. Met name op het gebied van kroon- en brugwerk zijn er veel digitale ontwikkelingen, in mindere mate voor protheses. Volgens tandtechniekspecialist Van Dijk is het in de toekomst mogelijk om een functionele prothese met elementen in de juiste vorm, in de juiste kleur en op de juiste plaats digitaal te kunnen ontwerpen en vervaardigen. Hierdoor kunnen dan ook geen zwarte randen langs de elementen ontstaan, omdat de prothese uit één geheel is gemaakt. Het ontwerpen van de supra- en versterkingsstructuur gebeurt inmiddels al wel geheel digitaal. Het verstevigingsframe wordt in het acryl van de overkappingsprothese geïntegreerd. Hierdoor is het mogelijk een retentiesysteem te maken met weinig breukrisico en minder retentieverlies van de clips. Enkele vraagstukken hierbij zijn of de staafconstructie het beste doorlopend of onderbroken moet zijn. En of er het beste gekozen kan worden voor een U- of ei-vormige staaf. De antwoorden hierop liet Van Dijk in het midden, hierover is nog geen consensus. Tot op heden blijft het digitale occlusie concept lastig.

Resultaten en conclusie
Door dr. J.W.A Slot

Dr. Slot beschreef de uitkomstparameters in zijn proefschrift:de overleving van de implantaten, de overleving van de overkappingsprothese, de plaque-index, de conditie van de peri-implantaire mucosa, de pocketdiepte ter plaatse van de implantaten, de veranderingen in de peri-implantaire bothoogte en de tevredenheid van de patiënten.

Na een functionele periode van 1 jaar was de implantaat overleving:

  • Onderzoeksgroep met 4 implantaten  –   100%
  • Onderzoeksgroep met 6 implantaten  –   99%
  • De peri-implantaire botresorptie bedroeg een kwart millimeter.
  • Er werd weinig plaque waargenomen.

Na een jaar gaven patiënten aan geen last meer te hebben van problemen. De esthetiek was vaak vóór de behandeling ook al goed. De tevredenheid was in beide groepen aanzienlijk verbeterd en er was geen verschil tussen de groepen. Na 1 jaar was het gemiddelde cijfer van de patiëntenenquête van een 4,3 naar een 8,9 gestegen. Uit het onderzoek blijkt dat het plaatsen van 4 implantaten voldoende is voor een functionele prothese. Dr. Slot heeft een voorkeur voor het gebruik van een grote clip voor meer retentie.

Conclusie
Voorts geniet plaatsing van 4 implantaten, waarop een staaf-suprastructuur wordt vervaardigd, de voorkeur boven het plaatsen van 6 implantaten vanuit een perspectief van nabezwaren, prothestische procedure en kosteneffectiviteit.

Sprekers
G. van Dijk
Tandtechnicus, Dijk tandtechnisch laboratorium

Prof. dr. H. J.A. Meijer
Tandarts, centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG

Prof. dr. G.M. G. Raghoebar
Kaakchirurg, afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde UMCG

Dr. J.W.A. Slot
tandarts implantoloog, centrum voor Tandheelkunde
en Mondzorgkunde UMCG

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de de klinische avond van Het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Onderzoek, Tandprothese | techniek, Thema A-Z

Meer bevoegdheden voor Britse mondhygiënisten

Een nieuw behandelsysteem in Groot-Brittannië leidt tot lange wachttijden voor patiënten, blijkt uit een pilot. Daarom wil de overheid dat mondhygiënisten (dental therapists) taken van tandartsen over gaan nemen. Dat schrijft Mail Online .

Bevoegdheden
De mondhygiënisten krijgen mogelijk bevoegdheid voor vullingen en extracties. De overheid wil daarmee de langere wachttijd voor patiënten verkorten.

Pilot
De lange wachttijden ontstaan door een nieuwe werkwijze waarmee de National Health Service experimenteert. Daardoor kosten controles tandartsen veel meer tijd: tot een half uur in plaats van 15 minuten.

Uitgebreide controle
In het nieuwe systeem krijgen alle patiënten eerst een check up met een beoordeling van hun tanden en tandvlees. Tandartsen mogen verdere behandeling weigeren bij patiënten met slechte mondgezondheid door ontoereikende mondhygiëne.

Nieuw systeem
Britse tandartsen zijn positief over het nieuwe behandelsysteem. Er is namelijk zowel aandacht voor behandeling als voor preventie. Mogelijk wordt het systeem over twee jaar landelijk ingevoerd.

Bron:
Mail Online



Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Congres ‘Diagnostiek in de praktijk’

31 oktober 2014, Amsterdam RAI

Patiënten met een chronische ziekte, een knobbelfractuur, periapicale radiolucenties, kaakgewrichtsklachten, beginnende cariëslaesies, psychische problemen of een ongezond parodontium, u komt ze dagelijks tegen in uw praktijk. In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten

Inhoud
Door het congres ‘Diagnostiek in de praktijk’ loopt een rode draad: In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten. Wanneer gaat u wel een behandeling inzetten en wanneer (nog) niet? Is de parodontale status van uw patiënt ineens veel slechter? Kan ik beginnende cariës vroegtijdig herkennen en de patiënt aanzetten tot gedragsverandering? Is een gebarsten element nog te redden en neem ik een 2D of een 3D röntgenopname? Begin ik direct een endo of wacht ik rustig af? Is mijn patiënt gezond en hoe is zijn of haar psychische gemoedstoestand?

De sprekers hebben voor u een goed gestructureerde congresdag samengesteld. Diverse diagnostische vraagstukken, waarmee u dagelijks te maken heeft, worden tijdens het congres besproken. Zowel de theoretische achtergronden als heel praktijkgerichte informatie zullen uitgebreid aan de orde komen.

Acht bekende specialisten op hun vakgebied geven u genoeg stof tot nadenken. Over beslissingen die u bij iedere patiënt steeds weer neemt om de juiste diagnose te stellen. De basis voor iedere tandheelkundige (be)handeling. Een volle dag over onderwerpen die met bijna elke patiënt raakvlakken hebben. Een dag die u als tandarts of mondhygiënist niet wilt missen.

De sprekers en de titels van de lezingen

  • Dr. Denise van Diermen
    Medische diagnostiek
  • Prof.dr. Ad de Jongh
    Diagnostiek van (onderliggende) psychische problemen
  • Dr. Jules Hesse
    Diagnostiek van kaakgewrichtsklachten
  • Jan Berghmans
    Diagnostiek van fracturen: hoofdbrekens over barsten en breuken
  • Dr. Guus van Strijp
    Cariësdiagnostiek: waarom wachten op cavitatie?
  • Dr. Dick Barendregt
    Parodontale diagnostiek: hoe diep moet het probleem worden?
  • Dr. Erwin Berkhout
    Diagnostiek met straling, 2D en 3D beeldvorming
  • Michiel de Cleen
    Endodontische diagnostiek: snel ingrijpen of rustig afwachten?

Het congres wordt georganiseerd door Bureau Kalker.

Meer informatie en inschrijven

Lees meer over: Diagnostiek, Kennis, Scholing, Thema A-Z

NMT: Tandarts wil grotere medische rol

Naast het zorgen voor een gezond gebit, zouden tandartsen ook preventieve screenings kunnen doen, zoals het bepalen van
BMI en bloeddruk. Tandartsen kunnen een grotere rol krijgen bij het vroegtijdig signaleren van ziekten en het doorverwijzen naar de huisarts. Dat stelde NMT-voorzitter Rob Barnasconi tijdens het NMT-lustrumcongres, meldt de Telegraaf.

Moment gekomen
Barnasconi denkt dat het moment gekomen is voor een grote doorverwijsrol van tandartsen naar huisartsen. Een bredere rol van de tandarts bij tijdige signaleren kan volgens de voorzitter gezondheidsproblemen voorkomen wat direct een kostenbesparing geeft. Hij gaf als voorbeeld: ‘Afgelopen weken heb ik nog twee patiënten doorgestuurd vanwege het vermoeden van suikerziekte. Ik zag onverklaarbare ontstekingen, schimmelinfectie en een droge mond. Dat zijn vroege signalen van diabetes.’

Relatie gezonde mond – algehele gezondheid
De relatie tussen een gezonde mond en algehele gezondheid wordt in steeds meer onderzoeken aangetoond. Veel ziekten en bijwerkingen van medicijnen zijn zichtbaar in de mond. Barnasconi noemde als voorbeeld bloedarmoede en nierziekten. ‘Ook weten we dat een patiënt met forse tandvleesontsteking wel 30 procent meer kans heeft op hart- en vaatziekten. Daarnaast is de kans op een vroeggeboorte groter bij een zwangere vrouw met een ontsteking in de mond’, zei Barnasconi.

Bron:
Telegraaf
NMT-lustrumcongres

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
herken-de-stress

Start campagne: Check je werkstress

Een derde van het werkgerelateerde ziekteverzuim wordt veroorzaakt door werkstress. Daarmee is stress op de werkvloer het grootste beroepsrisico in ons land. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gaat daarom de komende vier jaar samen met werkgevers en werknemers werkstress verder bespreekbaar maken en aanpakken.

Start
Minister Asscher gaf onlangs het startsein voor een plan om werkgerelateerde stress aan te pakken. Op deze bijeenkomst lanceerde Asscher ook de communicatiecampagne ‘Check je Werkstress’. Deze campagne is bedoeld om werkgevers en werknemers te wijzen op de risico’s van teveel werkstress en moet ervoor zorgen dat het onderwerp bespreekbaar wordt op de werkvloer. In de campagne staan ervaringsverhalen van bekende en onbekende Nederlanders centraal. Zo vertellen onder meer Hugo Borst en Leontien van Moorsel over hun ervaringen met werkstress.

Taboe
Minister Asscher: ‘Het is nu vaak nog een taboe om over werkstress te praten, daar schamen werknemers zich voor. Maar de bekende uitspraak ‘van hard werken wordt niemand ziek’, klopt in de praktijk niet. Met hard werken is niks mis, maar de randvoorwaarden om dit te kunnen doen moeten er wel zijn. Bijvoorbeeld dat je naast je werk ook de zorg op je kunt nemen voor een familielid of vriend. En dat er op je werk geen sprake is van agressie, pesten en intimidatie. Ik wil dat het normaal wordt dat werkgevers en werknemers werkstress met elkaar bespreken en aanpakken’.

Landelijke Week van de Werkstress
Verder kondigt de minister in zijn brief een landelijke Week van de Werkstress aan. Ook gaat het ministerie van SZW bijeenkomsten organiseren waar werkgevers en werknemers goede voorbeelden over het omgaan met werkstress uitwisselen die ze direct op de werkvloer kunnen toepassen.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Henry Schein ondersteunt Najib Foundation

In april organiseerde Henry Schein Dental het Dental Event 2014 in Almere, vroeger bekend als Openhuisdagen. Daarbij wordt elk jaar traditioneel een goed doel ondersteund. Dit jaar ondersteunt Henry Schein Dental de Najib Foundation, de liefdadigheidsstichting van de Nederlandse cabaretier Najib Amhali.

Najib Foundation
Kinderen staan centraal in de missie van de Najib Foundation. In het bijzonder kwetsbare kinderen, die met een redelijk eenvoudige medische interventie goed geholpen zijn, maar geen toegang hebben tot de gezondheidszorg. De Najib Foundation faciliteert interventies op het gebied van horen, zien en spreken en zorgt voor duurzame nazorg en begeleiding. Zo hebben kinderen weer de mogelijkheid om onbezorgd te spelen, onderwijs te volgen en hun talenten te ontwikkelen.

Marokko
Henry Schein ondersteunde eerder de Najib Foundation. Met een team van tandartsen reisde Najib Amhali in september 2013 af naar het Noorden van Marokko om in drie weken tijd ruim 700 kansarme kinderen van gedegen tandheelkundige zorg te voorzien.

“Wij zijn erg verheugd om de Najib Foundation opnieuw te ondersteunen, zij delen ons doel om de toegang tot zorg voor minderbedeelde kinderen te vergroten”, zegt Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland. “Wij zijn erg blij en dankbaar voor de ondersteuning die we tijdens ons Dental Event hebben ontvangen van onze klanten voor dit belangrijke goede doel.”

Henry Schein Cares
Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein, probeert de toegang tot zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en educatie, voorbereiding op noodgevallen en noodhulp, en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Meer patiënten met HPV-keelkanker, maar wel betere overleving

Het percentage keelkanker in Nederland dat veroorzaakt wordt door het humaan papillomavirus (HPV) is de laatste 20 jaar verzesvoudigd, van 5% naar 30%. Veel wisselende seksuele contacten en orale seks zijn risicofactoren voor deze vorm van keelkanker die vooral bij mannen voorkomt. De overleving van patiënten bij wie keelkanker is veroorzaakt door HPV is wel beter dan bij andere keelkankerpatiënten. ‘Blijkbaar reageren HPV-positieve keeltumoren dus goed op behandeling met chemo en bestraling’, concludeert arts-onderzoeker Michelle Rietbergen, die op 7 mei promoveert bij VUmc.

In Nederland krijgen meer dan 550 mensen per jaar keelkanker. Belangrijke oorzaken hiervan zijn roken en overmatig alcoholgebruik. Uit onderzoek van Michelle Rietbergen blijkt echter dat ook infectie met het humaan papillomavirus (HPV) steeds vaker keelkanker veroorzaakt, met name bij mannen. HPV is het virus dat baarmoederhals kanker bij vrouwen kan veroorzaken.

Overleven
Rietbergen vergeleek de overleving van patiënten met HPV-positieve keelkanker met die van patiënten met keelkanker veroorzaakt door roken en overmatig alcoholgebruik. Vijf jaar na de diagnose leeft nog zeventig procent van de patiënten met HPV-positieve keelkanker, terwijl dit percentage bij de andere groep slechts veertig procent is. Blijkbaar reageren de HPV-positieve keeltumoren dus goed op de behandeling door middel van chemo en bestraling. Dit kan betekenen dat patiënten met HPV-positieve keelkanker in de toekomst mogelijk een minder zware chemo- of bestralingsbehandeling hoeven te ondergaan. Daarom worden alle keelkankerpatiënten in Nederland tegenwoordig getest op HPV. Omdat het cruciaal is om hiervoor een betrouwbare HPV-test voor keelkanker te gebruiken, onderzocht Rietbergen verschillende testen die in omloop zijn. Zij toonde aan dat de combinatie van een immunokleuring met daarna een HPV-DNA-test het beste werkt.

Pleidooi voor HPV-vaccin
Het percentage keelkanker in Nederland dat veroorzaakt wordt door het humaan papillomavirus (HPV) is de laatste 20 jaar gestegen van 5% naar 30%. Dat blijkt uit Rietbergens promotieonderzoek onder patiënten van VUmc in de periode 1990 tot en met 2010. Veel wisselende seksuele contacten en orale seks zijn risicofactoren voor deze vorm van keelkanker die meer bij mannen voorkomt dan bij vrouwen. Rietbergen benadrukt dat deze feiten pleiten voor HPV-vaccinatie. ‘Door inenting kan je niet alleen baarmoederhalskanker bij vrouwen voorkomen, maar mogelijk ook deze vorm van keelkanker bij vrouwen én mannen.’ Voordat ook mannen zullen worden gevaccineerd tegen HPV zal eerst de effectiviteit van het vaccin bij hen moeten worden aangetoond. Op dit moment wordt hier volop onderzoek naar gedaan.

Bron:
Persbericht VUmc

Mei 2014

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

NZa: Milliman onderzoek ANT onvolledig en niet representatief

Bijna een half jaar na ontvangst van het Milliman rapport over de prijsontwikkeling van mondzorgbehandelingen in 2012, reageert de NZa op dit onderzoek dat in opdracht van de ANT is uitgevoerd. Het Milliman onderzoek is volgens de NZa onvolledig en niet representatief. Zo’n twee weken geleden diende de ANT een klacht in bij de Nationale Ombudsman over het uitblijven van een NZa reactie op dit rapport.

De NZa rapporteerde in twee marktscans dat de stijging van de mondzorgtarieven ruim 10% bedroeg. Uit het Milliman-rapport blijkt dat tandartsen in 2012 slechts een inflatiecorrectie van bijna 3 procent hebben doorgevoerd bij het vaststellen van de vrije tarieven. De NZa zegt nu ‘de keuzes in het onderzoek van de ANT niet te kunnen volgen’.

De NZa vindt dat het onderzoeksbureau een groot aantal behandelingen weg liet en een beperkte database gebruikte. Zo zou de ANT in het Milliman rapport haar conclusie trekken op basis van 5 behandelingen in plaats van 26 behandelingen en de facturen van 1 factoringmaatschappij gebruiken. Veel voorkomende behandelingen als vullingen en wortelkanaalbehandelingen en data van andere factoringmaatschappijen vallen hierdoor buiten de analyse waardoor het onderzoek niet volledig en niet representatief zou zijn voor het beeld over de prijsontwikkeling in 2012.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z