Hoe vaak komen peri-implantaire ziekten voor?

De ontstekingsreacties rond de weefsels van tandwortelimplantaten worden peri-implantaire ziekten genoemd. Er zijn twee vormen te onderscheiden: peri-implantaire mucositis en peri-implantitis. Hoe vaak komen deze voor?

Zitzmann en Berglundh onderzochten deze vraag. Dit onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Clinical Periodontology, 2008;35 (suppl. 8): 286-291. Hieronder treft u een samenvatting aan. Prevalentie is het totaal aantal ziektegevallen in een bevolkingsgroep op een bepaald tijdstip en in het artikel wordt gekeken naar de prevalentie van twee vormen van peri-implantaire ziekten:

  • Peri-implantaire mucositis is een reversibele ontstekingsreactie van de zachte weefsels rondom een functionerend tandwortelimplantaat.
  • Peri-implantitis is een ontstekingsreactie geassocieerd met het verlies van bot rond een implantaat in functie.

Diagnose
Voor het maken van een peri-implantaire diagnose zijn de volgende punten van belang:

  • Sonderen met een lichte kracht (0.25 N) rond een tandwortelimplantaat met een pocketsonde is essentieel.
  • Bloeding na sonderen indiceert de aanwezigheid van een ontsteking in de peri-implantaire mucosa.
  • Bloeding na sonderen kan gebruikt worden als een voorspeller van verlies van steunweefsel.
  • De pocketdiepte en aanwezigheid van bloeden na sonderen en/of suppuratie dienen regelmatig (tenminste 1 keer per jaar) vastgelegd te worden.
  • Een toename in pocketdiepte vergeleken met de vorige meting is geassocieerd met verlies van aanhechting en eventueel botverlies.
  • Röntgenfoto’s zijn nodig om het botniveau te evalueren rond tandwortelimplantaten. Vergelijk de nieuwe röntgenfoto met de röntgenfoto van het implantaat dat één jaar in functie was.

Publicaties
Na het formuleren van de zoekstrategie in MEDLINE (PubMed) werden tot december 2007 683 titels gevonden. Na een screening van samenvattingen en analyses van de volledige teksten bleven 99 potentieel relevante artikelen over. Artikelen werden uitgesloten wanneer de onderzochte implantaten minder dan 5 jaar in functie waren, de grootte van de onderzoeksgroep minder dan 50 betrof en wanneer de data met betrekking tot bloeding na sonderen niet werd beschreven. Uiteindelijk bleven er 9 publicaties over die in totaal 6 grote patiëntengroepen hadden onderzocht.

Prevalentie peri-implantaire mucositis
Roos Jansåker e.a. (2006) rapporteerde dat peri-implantaire mucositis (bloeding na sonderen en geen botverlies) ongeveer 79% voorkomt bij patiënten en bij 50% van de implantaten. In een studie van Fransson e.a. (2008), was bloeden na sonderen gevonden bij meer dan 90% van de implantaten zonder botverlies.

Prevalentie peri-implantitis
Roos-Jansåker e.a. (2006) definiëren peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies (≥3 windingen botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) en kwam uit op een prevalentie van 16% op patiëntniveau. De prevalentie op implantaatniveau is 6,6%. Bij een minder strenge definitie (vanaf 1 winding botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) is de prevalentie 55,6 – 77,4% op patiëntniveau en 34% op implantaatniveau.

Fransson e.a. (2005, 2008) beschrijft peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies met een drempelwaarde vanaf ongeveer 3 mm apicaal richting de abutment-implantaatverbinding (vergeleken met de röntgenfoto van het implantaat dat 1 jaar in functie was). Op patiëntniveau rapporteerde Fransson e.a. (2005, 2008) een prevalentie van 28%. De prevalentie op implantaatniveau is 12,4%.

Karoussis e.a. (2004) definiëren peri-implantitis als een tandwortelimplantaat met pockets van 5 mm of dieper met bloeding na sonderen en röntgenologisch botverlies. De prevalentie van peri-implantitis was 15,4% op implantaatniveau in deze studie.
In tabel 1 worden de data van de publicaties weergegeven.

Conclusies
Peri-implantaire mucositis kwam voor in 79,2% – 90% van de patiënten en in 50,6% van de implantaten. De variatie in het voorkomen van peri-implantaire mucositis kan te maken hebben met de sondeerkracht. U kunt hier zelf voor waken door rond implantaten met minder kracht (0.25 N) te sonderen dan rond natuurlijke elementen (0.5 N).

Peri-implantitis was gevonden in 16% – 77,4% van de patiënten en in 6,6% – 43% van de implantaten. De variatie in prevalentie heeft te maken met de ernst van de peri-implantitis. Implantaten worden steeds vaker geplaatst. Dit betekent dat peri-implantaire ziekten vaker gaan voorkomen. Peri-implantaire mucositis kan ontaarden in peri-implantitis. Goede levenslange nazorg is daarom onmisbaar.

Bekijk de data van de publicaties geïncludeerd in de review van Zitzman en Berglundh

Recent onderzoek
Recentelijk is door Mir-Mari e.a. (2012) onderzocht dat peri-implantaire mucositis 39% op voorkomt patiëntniveau in de algemene tandheelkunde praktijk.
Zij beschreven peri-implantaire mucositis als bloeden na sonderen, zonder botverlies. Peri-implantitis werd beschreven als bloeden of suppuratie na sonderen inclusief minstens 2 windingen botverlies. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene tandheelkunde praktijk is volgens het onderzoek van Mir-Mari e.a. (2012) van 12-22%. De studie was uitgevoerd bij 245 patiënten met in totaal 964 tandwortelimplantaten die 1 – 18 jaar in functie waren. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene praktijk is vergelijkbaar met de prevalentie in academische tandheelkundige centra.

Door:
Joyce van der Horst, mondhygiënist

Bronnen:
1. Betekenis van ‘prevalentie’ op www.woorden-boek.nl
2. Zitzmann NU, Berglundh T. Definition and prevalence of peri-implant diseases. J Clin Periodontol 2008; 35 (Suppl. 8): 286–291.
3. Heitz-Mayfield, LJA. Peri-implant diseases, diagnosis and risk indicators. J Clin Periodontol 2008; 35(Suppl. 8): 292–304.
4. Mir-Mari J, Mir-Orfila P, Figueiredo R, Valmaseda-Castello ́n E, Gay-Escoda C. Prevalence of peri-implant diseases. A cross-sectional study based on a private practice environment. J Clin Periodontol 2012; 39: 490–494. 



Download brochure tabel-1-data-van-de-publicaties-geincludeerd-in-de-review-van-zitzman-en-berglundh-2008.pdf
Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z

Ondanks koudeprikkel pijnloos en smakelijk congres Gevoelige tandhalzen

Zaterdag 17 november stond het jaarlijkse wetenschappelijke congres van het Ivoren Kruis in het teken van gevoelige tandhalzen. Het congres met de aansprekende titel Gevoelige tandhalzen Het laat je niet koud! werd goed bezocht door tandartsen, mondhygiënisten, (preventie)assistenten, docenten en studenten. Alle stoelen in de prachtige collegezaal in het moderne ACTA-gebouw waren gevuld.

Het Ivoren Kruis verraste de congresbezoekers met een smakelijk en pijnloos programma. Gelukkig hadden de congresgasten zelf niet zo veel last van gevoelige tandhalzen. De raketjes die tussen de voordrachten werden uitgereikt, werden met smaak verorberd. De relatie tussen koudeprikkel en tandhalsgevoeligheid werd op deze manier op een humoristische manier onder de aandacht gebracht.

Gevoelige tandhalzen vooral probleem einddertigers
Dr. Schelte Fokkema MSc was dagvoorzitter en tevens spreker op het congres. De tandarts-parodontoloog – tot voor kort hoofddocent bij de opleiding Mondzorgkunde Utrecht – gaf een uitvoerige uiteenzetting over gevoelige tandhalzen. Het fenomeen gevoelige tandhalzen wordt gekarakteriseerd door een korte scherpe pijn vanuit blootliggend dentine als reactie op een prikkel
(temperatuur, verdamping, aanraking, osmotisch en chemisch) die niet kan worden toegeschreven aan een andere pathologie. Het komt met name voor bij de premolaren en de cuspidaten (vestibulair en cervicaal) bij 8 tot 75 van de volwassenen, voornamelijk bij einddertigers. Glazuurverlies en gingivarecessie veroorzaken tandhalsgevoeligheid. Vooral een dunne gingiva kan makkelijk tot recessie leiden. In zijn voordracht lichtte Schelte toe dat tandhalsgevoeligheid niet kan optreden zonder recessie.

Tandpasta en tandhalsgevoeligheid
Prof. dr. Cor van Loveren, voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten en bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde bij ACTA, ging in op tandpasta’s, de samenstelling en de werking ervan bij gevoelige tandhalzen. Erosie is een dominante factor in lokalisatie en initiatie van tandhalsgevoeligheid. Tandenpoetsen met tandpasta bevordert dit proces. Abrasieve werking kan zowel positief als negatief werken: het kan een smeerlaag op de open tubuli aanbrengen, maar bij langer poetsen de smeerlaag ook weer verwijderen. Tandpasta aanbrengen daar waar nodig is belangrijk en naspoelen met tandpastaslurry kan ook positief effect geven. In zijn voordracht kwamen duidelijk groepen ingrediënten (K-nitraat, K-citraat, Sr-acetaat en -chloride, Novamin, Proarginine, Sn-zouten) naar voren die een positief effect op gevoelige tandhalzen kunnen hebben. Het is uiteindelijk de patiënt die aangeeft of een tandpasta effect heeft of niet. Van Loveren benadrukte dat het de moeite kan zijn tandpasta’s uit verschillende ingrediëntcategorieën te proberen, als er bij een variant uit een bepaalde categorie geen resultaat wordt gemerkt.

Beslisboom gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk
Na de lunch informeerde prof. dr. Luc Martens van de universiteit Gent het publiek over het protocol (beslisboom) bij gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk. Wat zijn de stappen die je in de praktijk met de patiënt moet doorlopen? Een patiënt met blootliggend dentine hoeft geen pijn te ervaren. Verdere screening is wel van belang. Waarom ligt de wortel bloot? Wat kunnen ideeën zijn het proces verder te stoppen? Preventietherapieën gericht op voeding, poetsen, gebruik tandpasta kunnen soelaas bieden. Patiënten die wel pijn ervaren, kunnen de vraag gesteld worden of de pijn hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Is dat niet het geval dan is instructie aan de patiënt over te gebruiken middelen en het voorkómen van bevorderende factoren en stimuli vaak voldoende. Zodra de kwaliteit van leven negatief wordt beïnvloed, komt ‘management’ van de gevoelige tandhalzen aan de orde. Een uitgebreid onderzoek is nodig waarin de practicus de diagnose moet bevestigen door uitsluiting van alle andere mogelijke oorzaken. Soms is instructie (voeding, tandenpoetsen, tandpasta, spoelmiddel) van patiënten voldoende. Ook kan een niet-invasieve behandeling (fluoride, glutaraldehyde, dentinebonding of lasertherapie) of een invasieve behandeling (mucogingivale chirurgie of pulpectomie) nodig zijn.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Schisisspleet repareren met kunstbot

In zijn promotieonderzoek testte orthodontist Ad de Ruiter van het UMC Utrecht met succes een nieuwe manier om de kaakspleet te dichten bij kinderen met schisis. Door het aanbrengen van ‘kunstbot’ groeit de spleet dicht. Bij zes kinderen is dat al gelukt. De Ruiter promoveerde op 27 november.

Kunstbot
Centraal in het onderzoek staan korrels keramisch materiaal, een soort kunstbot. In het onderzoek van De Ruiter zijn deze korrels in de kaakspleet geïmplanteerd. De korrels bestaan uit een speciale vorm van calciumfosfaat, een kalkachtige stof waar bot mede uit opgebouwd is. De korrels trekken botvormende stamcellen aan. Die hechten zich aan de korrels en de spleet groeit grotendeels dicht. Dit werkt zo goed dat tanden doorbreken in het nieuw gevormde bot. Zo ontstaat een volwaardige kaak met tanden.

Behandeld
De eerste zes kinderen zijn met het materiaal behandeld, na een jarenlange voorbereiding in het laboratorium en in proefdieren. Samen met Noorse onderzoekers gaat De Ruiters opvolger, kaakchirurg in opleiding Nard Janssen, de behandeling bij twintig kinderen van ongeveer tien jaar uitvoeren.

De Ruiter hoopt dat het kunstbot de huidige behandeling kan vervangen. Daarbij wordt een stukje bot uit het bekken of uit de kin gehaald en in de kaak gezet. Dat kan bijwerkingen geven in de vorm van beschadiging of zenuwpijn.

Schisis
Schisis betekent een spleet in de lip, kaak of gehemelte (vroeger ook wel aangeduid met de term hazenlip). Schisis kan ontstaan door een combinatie van aanleg en storende invloeden van buitenaf in de periode tussen de zes en twaalf weken na de bevruchting. Een lip-schisis of een lip-kaak-gehemelteschisis komt voor bij 1 op de 800 pasgeborenen. Een schisis van het gehemelte komt voor bij 1 op de 2000 pasgeborenen.

Onderzoeker
Ad de Ruiter combineert zijn werk op de afdeling Kaakchirurgie van het UMC Utrecht met een eigen orthodontiepraktijk in Harlingen. Het onderzoek past binnen het UMC Utrecht-speerpunt Regenerative Medicine waarin onderzoekers weefsel herstellen via stamcellen.

Bron:
UMC Utrecht


Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
hoofd en hals

Hoofd- en halszaken in de tandartspraktijk

Patiënten kunnen zich met een klacht in het hoofd-halsgebied zowel tot een huisarts als tot een tandarts wenden. De Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI) wijdde hun jaarlijkse congres aan hoofd- en halszaken.

Zwelling
Als eerste besprak Ludi Smeele zwellingen in de hals. Hij wees erop dat hiervoor geen recente richtlijn bestaat: de CBO richtlijn voor diagnostiek van verdachte halsklierzwellingen stamt uit 1984. Volgens Smeele moeten zorgverleners in de eerste lijn zich primair focussen op de vraag of een zwelling onschuldig is.

Antibiotica
Robert van Es behandelde in zijn voordracht allerlei bacteriële infecties in het hoofd-halsgebied, waaronder odontogene infecties, sinusitis, parotitis en cervicale infecties. Hij stelde dat antibiotica bij odontogene infecties alleen geïndiceerd zijn bij lokale
verslechtering en systemische verschijnselen.

Slijmvliesafwijkingen
Jan de Visscher toonde een groot aantal slijmvliesafwijkingen. Omdat deze geen klachten geeft, is een patiënt zich niet bewust van de aanwezigheid ervan. Gelukkig zijn de meeste slijmvliesafwijkingen onschuldig. Enkele, zoals leukoplakie, zijn echter wel potentieel premaligne. Helaas blijkt behandeling van leukoplakie nauwelijks effect op de transformatie tot carcinoom te hebben.

Oorzaken pijn hoofd- en halsgebied
Mogelijke oorzaken van pijn in het hoofd- en halsgebied werden besproken door Boudewijn Stegenga. Omdat de locatie waar de pijn zijn oorsprong heeft niet gelijk hoeft te zijn aan de plaats waar deze wordt waargenomen, bestaat de kans dat patiënten bij de ‘verkeerde’ zorgverlener terechtkomen. Stegenga ging daarom uitvoerig in op allerlei oorzaken voor misdiagnostiek.

Psychopathologie
Tot slot toonde Eelco Hakman aan de hand van videofragmenten dat sommige orofaciale klachten ook het gevolg kunnen zijn van onderliggende psychopathologie. Volgens hem is het niet moeilijk om de betreffende psychische problemen te identificeren. Als je goed luistert naar de patiënt dan vertelt deze het vaak zelf. Het maken van een tijdslijn van levensgebeurtenissen kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.

Volgende VMTI-congres: 3 oktober 2013
Op 3 oktober 2013 vindt het VMTI-congres ‘Tussen de oren’ plaats.

Bron:
Verslag van het VMTI-congres ‘Hoofd en halszaken in de huisarts- en tandartspraktijk”, 11 oktober 2012 door NTvT, H.S.
Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Aantal mensen met diabetes bijna twee keer zo veel als in 2001

In 2011 had 4,7 % van de bevolking diabetes. Dit is bijna twee keer zo veel als in 2001 toen het aandeel nog 2,8% was. In de leeftijdscategorie 65-75 jarigen had zelfs 15,5 % diabetes in 2011, tegen 10,6% in 2001. Dit blijkt uit cijfers van het CBS-rapport Samelijk weten: trends in voeding en gezondheid.

Door de welvaartsstijging is overvoeding een steeds groter probleem aan het worden. In 2011 hadden ongeveer 6 miljoen Nederlanders matig tot ernstig overgewicht. Van de volwassen mannen is 54% te zwaar, bij de vrouwen is dit 43%. Dat is aanzienlijk meer dan twintig jaar geleden toen deze aandelen nog 39 respectievelijk31 procent bedroegen. Overgewicht speelt een belangrijke rol bij diabetes.

Bron:
CBS

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

VVD: arts direct op non-actief bij inspectieonderzoek

De VVD presenteerde op 3 december een plan om de patiëntveiligheid te vergroten. De VVD stelt hierin voor om artsen naar wie een inspectieonderzoek loopt direct op non-actief te zetten. De KNMG is het niet eens met dit voorstel en meldt op haar website: ‘Artsen worden gebrandmerkt als ze meteen op non-actief worden gesteld als er een inspectieonderzoek naar ze wordt gestart’.

Vertrouwen
In het plan, de Initiatiefnota Patiëntveiligheid, doet de VVD voorstellen om het aantal gevallen waarin mensen vermijdbare medische schade oplopen terug te dringen. Ook wil de VVD het vertrouwen van burgers vergroten dat zij in het geval van (het vermoeden van) een medische misser hun recht kunnen halen.

Tuchtklacht en registreren
Naast het direct op non-actief zetten van artsen waarnaar een onderzoek loopt, willen de liberalen onder meer dat er bij basisfouten standaard een tuchtklacht volgt bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en dat alle zorginstellingen meer werk maken van het vermijden en registreren van medische missers.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
justice

Mondzorgkoepels verliezen hoger beroep vrije tarieven

De mondzorgkoepels – NMT, ANT, NVM, VvO, ONT en NVIJ – hebben het hoger beroep verloren in de zaak over het afschaffen van vrije tarieven in de mondzorg. Dit blijkt uit de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag.

In januari 2012 begon het experiment met vrije tarieven in de mondzorg voor een periode van drie jaar. In juli dwong de Tweede Kamer de minister om het experiment al per 2013 te beëindigen. Aanleiding hiervoor was een onderzoek van de NZa waaruit bleek dat de mondzorgtarieven 6,1% gestegen waren. Een onderzoek van Famed en de Universiteit Maastricht kwam echter over het eerste kwartaal van 2012 uit op een stijging van 3% tot 4%.

In juli spande de NMT samen met de overige mondzorgkoepels een zaak aan tegen de staat wegens ‘onbehoorlijk bestuur’. Zij kregen in september ongelijk. De NMT gaf destijds aan in bericht op haar website: ‘De NMT is teleurgesteld over deze uitspraak en blijft van mening dat het onzorgvuldig is om het experiment te stoppen op basis van gegevens over de eerste drie maanden van dit experiment. Des te meer omdat de NZa destijds zelf ook nog een belangrijke kanttekening bij de meting maakte: ‘Een herhaalde meting met meer data over een langere periode is nodig om definitieve conclusies te trekken’, aldus de NZa.’

Bron:
Rechtspraak.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Poll Erasmus MC: Rokers moeten meer zorgpremie betalen

‘Ja, meer zorgpremie voor rokers’  Dat vindt een meerderheid van de stemmers in een poll van het Erasmus MC.

Bijna 1.900 mensen brachten hun stem op internet en intranet uit. In de peiling tekent zich een duidelijke meerderheid af voor een hogere premie voor rokers.

Weerstand
Onder werknemers in de gezondheidszorg bestaat echter meer weerstand tegen een hogere premie voor rokers dan daarbuiten.
Personeel in dienst van het ziekenhuis stemde voor 43% op intranet ‘oneens’. Stemmers van buiten het ziekenhuis tekenden minder vaak bezwaar aan, 35%.

Twee hoogleraren van het Erasmus MC verzetten zich tegen meer premie bij ongezond leven. Zo’n verhoging tast de persoonlijke levenssfeer van burgers aan, schrijven ze, en de vraag is of de overheid zich zo vergaand mag bemoeien met de stijl van leven.

Goedkoper
Als het om kosten voor de maatschappij gaat, zijn rokers juist goedkoper, merken prof. Han Bleichrodt (gezondheidseconomie) en prof. Inez de Beaufort (medische ethiek) op. Rokers overlijden eerder, en dat scheelt pensioenkosten.

Bron:
Erasmus MC

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Boete voor tandkliniek wegens verkeerd declareren

BePerfectclinics, een tandartspraktijk uit Amstelveen krijgt een boete voor verkeerd declareren. Dat heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bekend gemaakt. De praktijk van eigenaar Bartels bracht ten onrechte hoge techniekkosten in rekening bij haar klanten. In totaal ging dat om enkele tonnen. Als de praktijk haar patiënten het bedrag terugbetaalt, kan de NZa de boete verlagen.

De tandkliniek, gespecialiseerd in transparante beugels, overtrad in de periode 2009 – 2011 op verschillende manieren de declaratieregels van de NZa. Patiënten betaalden daardoor teveel voor hun behandeling. Zo declareerde de praktijk techniekkosten die voor werkzaamheden niet zijn uitgevoerd en declareerde de kliniek hogere bedragen dan het NZa-tarief.

Met de boete ontneemt de NZa de tandarts het onterecht voordeel van het fout declareren. De tandarts is in bezwaar gegaan tegen de boete. Als blijkt dat Bartels benadeelde patiënten die zich bij de praktijk hebben gemeld heeft terugbetaald, houdt de NZa daar rekening mee. Vanwege een rechtszaak kan de NZa de boetehoogte nog niet noemen. Binnen drie maanden neemt de NZa een beslissing op het bezwaar waarin de definitieve boetehoogte wordt vastgesteld.

Bron:
NZa

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Trouwe klanten betalen 86 euro meer voor zelfde zorgverzekering

Klanten die loyaal zijn aan hun zorgverzekeraar betalen meer voor hun zorgverzekering dan nodig is. Veel mensen zijn tevreden over hun zorgverzekeraar en willen daarom niet weg. Maar ook zonder over te stappen naar een andere zorgverzekeraar kunnen consumenten besparen. Dat schrijft Independer.

Internetvarianten
Alle grote zorgverzekeraars bieden internetvarianten aan van hun bestaande zorgverzekeringen tegen een veel lagere premie dan de traditionele verzekering. Gemiddeld bedraagt het premieverschil 86 euro per jaar tussen beide polissen. Dat is inclusief de gemiddelde collectieve korting van 3,7%*. Naar schatting 89% van alle Nederlanders boven de 18 jaar is verzekerd bij een traditionele zorgverzekeraar. Als zij allemaal zouden overstappen besparen zij in totaal 1 miljard euro, berekende Independer.nl.

Jongeren profiteren
Jonge mensen tussen de 18 en 34 jaar* stappen relatief vaak over (circa 9%) en profiteren daardoor van de lage premies. Independer.nl herkent deze trend in het overstapgedrag van haar klanten. 35% van de overstappers via Independer.nl behoort tot deze leeftijdsgroep. Oudere klanten zijn loyaler. Van de 55-plussers stapt maar een paar procent over. Maar ook deze groep kan besparen door bij de huidige zorgverzekeraar te kiezen voor de internetverzekering.

Loyale klant betaalt korting
Verzekeraars willen graag nieuwe klanten aantrekken en vinden die vooral onder jongeren. Daarom introduceren ze speciale internetverzekeringen. Deze verschillen qua vergoedingen voor de basisdekking niet van de traditionele zorgverzekering** . Qua premie en extraatjes zijn ze wel veel gunstiger. De kortingen en extra’s kunnen verzekeraars geven dankzij de grote aantallen loyale klanten. In 2012 bleef zo’n 94% van alle verzekerden zijn zorgverzekeraar trouw, in 2013 zal dat niet veel anders zijn.

Bron:
Independer.nl

* Bron: Vektis Zorgmonitor 2012
** De keuze voor een ziekenhuis is bij Unive Zekur beperkt tot 1 per provincie. Verder gaat de communicatie bij internetverzekeringen vaak via email en internet.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Minimumleeftijd kopen sigaretten naar 18 jaar

De minimumleeftijd om tabak te mogen kopen gaat omhoog naar 18 jaar. Het kabinet stemde in met het wetsvoorstel om de minimumleeftijd om tabak te mogen kopen, te verhogen naar 18 jaar. Dat maakte staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) bekend nadat de ministerraad had plaatsgevonden.

De tabaksindustrie drong bij het kabinet aan op de verhoging van de leeftijdsgrens voor het kopen van sigaretten.


Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Pieter van Vollenhoven: Inspecties moeten strenger zijn

Overheidsinspecties zouden na enkele waarschuwingen sneller mogen overgaan tot het stilzetten van activiteiten. Dit schrijft Pieter van Vollenhoven in het boek ‘Hier onveilig? Onmogelijk!’ dat op 26 november verschijnt, zo meldt Skipr.

Prof. mr. Pieter van Vollenhoven schrijft over zijn ervaringen met het onafhankelijk onderzoek van ‘voor’ en ‘na’ de komst van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid, waarvan hij van 2005 tot 2011 voorzitter was.

Stilleggen
Van Vollenhoven begrijpt dat een besluit tot stilleggen gevoelig ligt. “Maar in vele sectoren is de samenleving voor haar veiligheid zeer afhankelijk van het veiligheidsbeleid van ondernemingen of organisaties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de veiligheid in de gehele voedselketen, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer of het terrein van de gevaarlijke stoffen. In al deze sectoren mag de samenleving verwachten dat de overheid zich als veiligheidsregisseur zeer kritisch opstelt.”

Bron:
Skipr

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa maakt tarieven en prestaties mondzorg 2013 bekend

De prijzen voor tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici voor 2013 zijn bekend. Vanaf volgend jaar stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de tarieven en prestaties in de mondzorg weer vast. De tarieven van 2011 zijn met 4,5 procent geïndexeerd.

Voor 2013 maakte de NZa uit praktische overwegingen grotendeels gebruik van de prestaties uit 2011. De periode om weer te reguleren was te kort om alle veranderingen uit 2012 mee te nemen. Voor een aantal innovaties is wel de lijst uit 2012 gebruikt, bijvoorbeeld prestaties voor preventie en de heldere prestatieomschrijvingen uit de lijst van 2012. Ook de prestaties orthodontie uit 2012 zijn meegenomen. Dit laatste gebeurde na intensief overleg met zorgverzekeraars, tandartskoepels en consumentenorganisaties.

Max-max
De tarieven 2013 worden zogenaamde max-max tarieven. Daarbij kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over een extra 10% vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10% betaalt de verzekeraar, mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Korting orthodontie
Nu de oude tarieven weer op tafel liggen, voert de NZa ook het tweede deel van de korting op orthodontie door. De NZa besloot in 2011 om de tarieven met in totaal 32% te verlagen, 16% in 2011 en nog eens 16% in 2012, als er geen vrije prijzen zouden komen. Uit onderzoek in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren: orthodontisten hebben sommige taken bijvoorbeeld aan hun assistenten uitbesteed en kunnen goedkoper werken. Volgend jaar doet de NZa een kostenonderzoek om de tarieven mondzorg te actualiseren.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Zorgverzekeraars Nederland: Vergoedingensysteem mondzorg 2013 bevordert kwaliteit

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is blij dat de nieuwe tarieven voor tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprotetici  zogenaamde max-max tarieven worden. Dit geeft zorgverzekeraars de ruimte om bijvoorbeeld investeringen in kwaliteit extra te belonen, meldt ZN op haar website.

Dankzij de max-max tarieven kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over 10 procent extra vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10 procent betaalt de zorgverzekeraar. Mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Orthodontie
De zorgverzekeraars zijn ook positief over het behoud van de voor de consument herkenbare prestaties voor orthodontie en over het feit dat de NZa nu het tweede deel van de korting op orthodontie doorvoert. De NZa besloot in 2011 om de orthodontietarieven met in totaal 32 procent te verlagen, 16 procent in 2011 en nog eens 16 procent in 2012 als er geen vrije prijzen waren geweest. Uit kostenonderzoek van de NZa in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren.

Duidelijkheid voor consument
De nieuwe prestaties zijn tot stand gekomen met medewerking van zorgverzekeraars, consumentenorganisaties en zorgaanbieders. Voor zorgverzekeraars was daarbij van belang dat de wijzigingen in prestaties zouden bijdragen aan de duidelijkheid voor en controleerbaarheid door de consument. Zo zijn de prestaties voor gebitsreiniging en preventieve instructie per vijf minuten vastgesteld. Een consument kan immers zelf goed beoordelen hoe lang een behandeling heeft geduurd.

Bron:
ZN

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Onderzoek gestart naar contractering zorgverzekeraars in mondzorg

CZ en de Erasmus Universiteit zijn, in samenwerking met de NMT en de NVM, een onderzoek gestart naar contractering binnen de mondzorg.

Het proces van afsluiten van overeenkomsten tussen mondzorgverleners en zorgverzekeraars verloopt al jaren moeizaam. Door middel van een webenquête onder tandartsen en mondhygiënisten wordt nagegaan welke factoren een rol spelen bij het wel of niet afsluiten van een overeenkomst. De NMT en NVM leverden adressen van tandartsen en mondhygiënisten voor deze steekproef.


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Advies Preventie fissuurcariës

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. Het Ivoren Kruis is behoudend in zijn advisering fissuurlakken toe te passen. Het advies is: sealen op indicatie. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Urgentie en alternatieve behandelmogelijkheden
Soms is het geïndiceerd fissuurlakken aan te brengen in het stadium dat witte opaciteiten zichtbaar zijn. Soms zullen fissuurlakken ‘pas’ worden aangebracht in geval van betrokkenheid van het dentine. Er zijn voor de beslissing wel of geen fissuurlak aan te brengen twee belangrijke factoren: de urgentie waarmee een behandeling nodig is en de alternatieve behandelmogelijkheden. Het advies Preventie fissuurcariës is gebaseerd op een kritische evaluatie van beschikbare wetenschappelijke literatuur. Hierbij is een kwaliteitsclassificering van onderzoek gevolgd.

Reinigen doorbrekende elementen vraagt speciale aandacht
De kwetsbaarheid van de fissuren van doorbrekende elementen vraagt om specifieke preventieve aandacht. Ouders en kinderen dienen erop te worden gewezen hoe in die periode de occlusale vlakken moeten worden gereinigd. De werking van fissuurlakken is gebaseerd op het aanbrengen van een fysieke barrière die voorkomt dat bacteriën de fissuur koloniseren en voorkomt dat voedingsbestanddelen ingesloten bacteriën bereiken.

Effectiviteit hangt samen met retentie
De effectiviteit van fissuurlakken hangt nauw samen met de retentie. Het aanbrengen van fissuurlakken wordt in het algemeen gezien als een effectieve preventieve maatregel ter voorkoming van pit- en fissuurcariës bij een juiste techniek van aanbrengen, zorgvuldige controle en reparatie. Zorgvuldige reparatie houdt in dat de indicatie opnieuw wordt gesteld.

Bekijk het advies

Bekijk de samenvatting

 


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries-kaart.pdf
Lees meer over: Cariës, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z

Advies Preventie fissuurcariës, 2012

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries.pdf
Lees meer over: Adviezen, Cariës, Kennis, Thema A-Z

Advies: inspectie moet toezicht houden op afhandeling klachten door zorgaanbieders

Bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg moet een advies- en meldpunt komen voor klachten en meldingen van burgers. Het advies- en meldpunt helpt burgers op weg die klachten hebben over zorginstellingen of medische beroepsbeoefenaars. Het meldpunt neemt de behandeling van de klacht niet over. Het ziet er wel op toe dat de verantwoordelijke zorgaanbieder de klacht van de burger op een goede manier afhandelt. Dit is één van de adviezen uit het rapport ‘Doorpakken!’, waarin de resultaten staan van een onderzoek naar de organisatie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Het onderzoek is uitgevoerd door Koos van der Steenhoven, directeur van ABDTOPConsult, een consultancygroep van de rijksoverheid. Een commissie van vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties en onafhankelijke deskundigen heeft het onderzoek begeleid.

Opdracht
Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaf opdracht voor het onderzoek. Zij wil weten of de inspectie voldoende is toegerust om haar visie op het toezicht op de gezondheidszorg uit te voeren. Naast dit organisatieonderzoek is ook onderzoek gedaan naar de afhandeling van dossiers over incidenten door de IGZ. Dat onderzoek stond onder leiding van Winnie Sorgdrager.

Aanleiding voor het onderzoek waren klachten over trage afhandeling van dossiers over incidenten en gebrek aan klantvriendelijkheid bij de IGZ. Van der Steenhoven constateert dat de inspectie in de afgelopen jaren vele reorganisaties heeft ondergaan en op allerlei terreinen verbeteringen heeft doorgevoerd. Twee problemen keren echter steeds terug: de behandeling van klachten en onduidelijkheid over de rol van de IGZ.

Behandeling klachten van burgers
Sinds de invoering in 1995 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector is de behandeling van klachten een verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Toch komen er veel klachten van burgers bij de IGZ binnen. De onderzoeker stelt voor een aparte directie Advies- en meldpunt bij de inspectie in te richten. Uitgangspunt bij de nieuwe werkwijze blijft de eigen verantwoordelijkheid van zorgaanbieders voor een goede behandeling van klachten.

Als de melding van een burger een calamiteit betreft, komt de inspectie direct in actie. In andere gevallen wijst de inspectie de burger de weg naar de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder. Met een zogenoemd klachtvolgsysteem blijft de inspectie toezien op een goede afhandeling van de klacht. Als de klager en zorgaanbieder niet tot een goede oplossing kunnen komen, zou de zorgaanbieder een bemiddelingstraject (‘mediation’) moeten aanbieden. De externe bemiddelaar kan een juridisch traject voorkomen. Lukt dit niet dan rest er de mogelijkheid voor de klager naar de geschillencommissie te stappen. In de Tweede Kamer is een wetsvoorstel over de rechten van cliënten in behandeling dat zo’n geschillencommissie verplicht stelt. De onderzoeker wil met zijn voorstel juridische procedures zo veel mogelijk vermijden.

Meer openbaarheid
Het is voor de buitenwereld vaak niet duidelijk wat de IGZ met meldingen doet en wanneer zij optreedt. Van der Steenhoven geeft de minister in overweging om alle meldingen, klachten en signalen op de website van de IGZ te zetten. Openbaarheid kan het vertrouwen in de inspectie versterken. Omdat aan dit voorstel ook nadelen zijn verbonden (reputatieschade, schending van privacy), stelt hij voor hierover advies te vragen aan de Gezondheidsraad en eventueel ook aan het College bescherming persoonsgegevens.
Duidelijkheid over de rol van de inspectie

De IGZ houdt toezicht op 40.000 instellingen en een sector waar zo’n 1,3 miljoen mensen werken. De taken en bevoegdheden van de IGZ staan beschreven in tientallen wetten. Dit schept onduidelijkheid over de rol van de inspectie bij de wetgever, de IGZ, de zorgaanbieders en de burger. Van der Steenhoven stelt daarom voor het toezicht, de taken en de middelen van de IGZ in één Wet op het gezondheidszorgtoezicht te regelen.

Juridische functie versterken: toezicht en handhaving splitsen
Volgens het onderzoeksrapport moeten de juridische en opsporingsafdelingen van de IGZ worden versterkt. De inspectie kan dan sneller en beter maatregelen treffen tegen wanpresteerders. De IGZ zou een duidelijk onderscheid moeten maken in de organisatie tussen toezicht en handhavingsmaatregelen. De inspecteurs kunnen zich dan volledig toeleggen op het toezicht. Juristen en opsporingsambtenaren houden zich bezig met handhavingsmaatregelen (tuchtklacht, verscherpt toezicht enz.).
De onderzoeker adviseert de rapportages over inspectiebezoeken sterk te vereenvoudigen en te standaardiseren. Dan hebben inspecteurs meer tijd voor – vooral onaangekondigde – inspectiebezoeken.

Vliegende brigades
Bij complexe zaken zou de inspectie gebruik moeten gaan maken van multidisciplinaire teams, waar ook deskundigen van buiten de inspectie aan kunnen deelnemen. Het gaat om zogenoemde vliegende brigades, vergelijkbaar met de commissie-Lemstra die onlangs in het Maasstadziekenhuis onderzoek deed. In het algemeen zou de IGZ meer gebruik moeten maken van parttime-inspecteurs, die in deeltijd hun medische beroep uitoefenen en in deeltijd inspecteur zijn. Toezicht op geneesmiddelen en medische hulpmiddelen

De nieuwe Europese regels voor het toezicht op de kwaliteit van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen betekenen fors meer werk voor de IGZ. De inspectie moet hiervoor mensen en middelen krijgen. Het rapport stelt nader onderzoek voor naar een centrale organisatie voor de registratie en kwaliteit van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Nu hebben verschillende instanties taken op dit gebied. Deze versnippering verzwakt onze positie in Europa.

Extra personeel nodig
Om de voorstellen voor het advies- en meldpunt, de opsporing, de juridische afdeling en het programma medische hulpmiddelen uit te voeren, moet de inspectie er ongeveer 50 fte bij krijgen. Daarnaast stelt Van der Steenhoven voor de top van de IGZ te verkleinen. In de huidige organisatie zijn de oude inspecties van vóór 1995 nog zichtbaar in de functie van de vier hoofdinspecteurs. Deze vormen nu een extra bestuurslaag waaraan geen behoefte meer is. Er moet een raad van bestuur van drie leden komen, die naast de inspecteur-generaal bestaat uit twee adjunct-inspecteurs-generaal.

Regiokantoren
Ten slotte adviseert de onderzoeker de regiokantoren definitief op te heffen. Alle onderdelen van de IGZ zouden naar Utrecht moeten verhuizen. Inspecteurs kunnen gebruik maken van ‘aanlandplekken’ in rijkskantoren verspreid over het land.

Bron:
Rijksoverheid.nl

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Helft Nederlanders denkt dat tandartscontrole onder basisverzekering valt

De kennis van Nederlanders over het basispakket van de zorgverzekering is gebrekkig. Dat blijkt uit onderzoek van Verzekeringssite.nl onder 500 Nederlanders. Net als vorig jaar denkt ruim de helft van de Nederlanders dat tandartscontrole boven de 18 jaar onder de basisverzekering valt. “Een opvallend percentage, want de basisverzekering heeft nog nooit de tandartscontrole voor volwassenen vergoed,” aldus Erik Hordijk van Verzekeringssite.nl.

Misverstanden
Ook bij de vergoedingen voor fysiotherapie en brillen/lenzen bestaan er nog steeds misverstanden. 46 procent van de Nederlanders denkt dat fysiotherapie bij sportblessures onder de basisverzekering valt. En 43 procent denkt dat brillen/lenzen onder de dekking van het basispakket vallen. Beide vergoedingen zijn al langere tijd uit de basisverzekering geschrapt (of hebben er nooit ingezeten) en worden alleen vergoed door een aanvullende zorgverzekering.

Eigen risico
Voor zorg die wordt vergoed vanuit de basisverzekering geldt een eigen risico. In 2012 is het eigen risico 220 euro. 35 procent van de Nederlanders denkt dat de huisarts onder het eigen risico valt, terwijl dit niet het geval is. Ook denkt de helft van de Nederlanders dat tandarts onder het eigen risico valt. De tandarts wordt echter niet vergoed door de basisverzekering en kent hierdoor geen eigen risico. Vorig jaar dacht nog bijna de helft van de Nederlanders dat een behandeling in het ziekenhuis niet ten koste gaat van het eigen risico. Dit jaar weet denkt nog maar 30 procent van de Nederlanders dit.

Uit het onderzoek blijkt dat de kennis over de basisverzekering nog steeds niet goed is. Het gevolg is dat mensen op basis van deze kennis een keuze voor een zorgverzekering met of zonder aanvullende verzekering maken. Hierdoor kunnen zij of teleurgesteld worden door hun zorgverzekeraar, omdat iets niet onder de dekking valt. Of ze betalen te veel, aangezien ze denken dat de basisverzekering niet alles vergoedt.

Bron:
Verzekeringssite.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Zorgkosten sinds 1972 met 1250 procent gestegen

De zorgkosten zijn sinds 1972 met 1250 procent gestegen. Afgezet tegen het bruto binnenlands product valt de stijging mee: dit bedraagt slechts 6,1%. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, meldt de Ziekenhuiskrant.

De totale zorgkosten bedroegen 6,5 miljard euro in 1972. In 2010 kwam dit uit op 87,1 miljard euro waarmee de stijging uitkomt op 1250 procent. De kosten per hoofd van de bevolking stegen met 983 procent. In 1972 kwamen de kosten per inwoner uit op 484 euro, in 2010 is dit bedrag gestegen naar 5.243 euro.

De stijging van de zorgkosten in relatie tot het bruto binnenlands product (het totale inkomen van alle Nederlanders bij elkaar) was een stuk minder, namelijk een stijging van  6,1 %.

Bron:
Ziekenhuiskrant




Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen