berekenen - premie

Nederlander vreest financiële problemen door zorgpremie

Kwart Nederlanders komt in financiële problemen door stijging zorgpremie
Ruim helft bespaart op boodschappen; een derde gaat minder vaak uit eten; 20% schrapt vakantie

Een kwart van de Nederlanders zegt in de financiële problemen te komen wanneer de zorgpremie het komende jaar met gemiddeld iets meer dan negen procent stijgt. Dat blijkt uit de HealthTracker© van communicatie-adviesbureau Porter Novelli en De Vos & Jansen Healthcare, een continu onderzoek onder ruim 600 Nederlanders. Bijna negen op de tien Nederlanders noemt de gemiddelde toename van ongeveer €104,- per jaar een forse stijging. Slechts een relatief klein deel (16%) verwacht in het geheel geen gevolgen te gaan ondervinden van de stijgende zorgpremie.

Maatregelen
De ondervraagde Nederlanders geven aan kostenbesparende en inkomensverhogende maatregelen te moeten treffen als gevolg van de verhoogde premies. De top 5 financiële maatregelen is:

1. Besparen op dagelijkse boodschappen (56,0%)

2. Minder luxe producten kopen (45,2%)

3. Minder vaak uit eten (29,1%)

4. Schrappen korte vakantie (19,7%)

5. Meer gaan werken/parttime dag inleveren (14,2%)

Oneens
Het grootste gedeelte (bijna de helft) is het fundamenteel oneens met de premiestijging, ongeacht mogelijke verbeteringen binnen de gezondheidszorg. Toch zou 38,8% minder problemen met de premiestijging hebben, als de kwaliteit van de zorg toeneemt. De wachtlijsten scoren ook hoog als verbeterpunt ter compensatie van de toekomstige premiestijgingen: 28,9% heeft een mildere houding ten opzichte van de verhoogde premies, als de wachtlijsten minder lang zouden worden. Als de stijgende uitgaven in de gezondheidszorg kunnen worden betaald, heeft een kwart (24,9%) van de ondervraagden er minder moeite mee dat de premies omhoog gaan. Het zelf uitzoeken van het ziekenhuis of specialist wordt door minder Nederlanders als pleister op de financiële wond ervaren (11,2%, resp. 12,8%).

Aanpassen premie en eigen risico
Ruim de helft van de Nederlanders (58,6%) overweegt de zorgpolis aan te passen, door zich voor minder zaken te verzekeren. Die maatregel wordt vaker overwogen door Nederlanders die jonger zijn dan 55 jaar. Tot de kostenbesparende optie van het verhogen van het eigen risico is men wat minder snel bereid. Toch overweegt nog bijna de helft (46,8%) op deze manier op de premie te bezuinigen. Het verhogen van het eigen risico wordt vaker als optie gezien door vrouwen en Nederlanders onder de dertig dan door mannen en de oudere Nederlanders.

Voorlichting
De meeste Nederlanders, ruim de helft, begrijpen waarom de zorgpremie gaat stijgen. Wel vindt een groot deel van de ondervraagden (62,1%) dat verzekeraars meer met hen moeten communiceren over de stijging van de zorgpremie. De snelheid waarmee de zorgverzekeraar contact zoekt met haar cliënten is bijvoorbeeld voor verbetering vatbaar. Zo geeft 58% aan dat hun zorgverzekeraar hen niet tijdig op de hoogte heeft gebracht van de toekomstige stijging van de premie. “Verzekerden hebben behoefte aan vroegtijdige en duidelijke informatie omtrent de stijging van hun persoonlijke zorgpremie”, aldus Frank Peters, managing director bij Porter Novelli. “Verzekeraars zouden deze kans kunnen aangrijpen om de noodzakelijke stijgingen van de premies – waarvan er in de huidige kabinetsperiode meer op komst zijn – duidelijker uit te leggen aan de verzekerden. Verzekeringsmaatschappijen zullen actief moeten investeren in de relatie en dialoog met hun klanten. Hiermee kunnen ze wellicht voorkomen dat cliënten hun zorgpakketten massaal willen aanpassen of op zoek gaan naar alternatieve verzekeraars.”

Bron:
Porter Novelli

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Gesprek

Medische fouten door slechte communicatie

Gebrekkige communicatie met patiënten en slechte samenwerking tussen zorgverleners zijn volgens patienten de belangrijkste oorzaken van medische fouten. Zorgverleners negeren te vaak de signalen die patiënten geven. Als het dan mis gaat had dat in de ogen van de patiënten bijna altijd voorkomen kunnen worden.

Onvoldoende opvang
Ook worden patiënten na een medisch fout onvoldoende opgevangen. Dit blijkt uit de resultaten van de meldactie van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) waar ruim drieduizend mensen aan deelnamen.

Luisteren
Twee van de drie deelnemers aan de meldactie heeft wel eens meegemaakt dat er bijna of echt iets mis ging in de zorg. Het gaat vooral om gebeurtenissen in het ziekenhuis. Bij een kwart van de deelnemers zelfs met permanent lichamelijk letsel als gevolg. Volgens 85% van de 2000 slachtoffers had de gebeurtenis voorkomen kunnen worden. ‘Als ze maar geluisterd hadden’, en ‘Ik had meer op mijn strepen moeten staan,’ zijn de meest gehoorde antwoorden op de vraag hoe het incident voorkomen had kunnen worden.

Signalen
‘De communicatie met patiënten schiet tekort’, zegt Marjolein de Booys, manager Kwaliteit van de NPCF. ‘Artsen en verpleegkundigen luisteren slecht naar patiënten en het gebeurt te vaak dat er niets met hun signalen wordt gedaan. De patiënt is bang dat er iets niet klopt, en de zorgverlener stelt hem uit een soort automatisme gerust. ‘We hebben alles onder controle’ zeggen ze dan. Als zorgverleners dan niet checken of dat ook echt zo is, gaat het fout.’ De NPCF doet een dringend beroep op zorgverleners. ‘Neem de signalen van de patiënt of zijn naasten serieus. Ook al denk je dat alles klopt, check het dan nog een keer.’

Opletten
Zestig procent van de deelnemers vindt dat ze zelf ook moeten opletten dat er geen fouten worden gemaakt. Veel deelnemers melden dat er niks fout ging, juist doordat zij zelf goed hebben opgelet. De Booys: ‘Voor patiënten geldt: vertrouw op je intuïtie, zorg dat de zorgverlener daadwerkelijk nagaat of alles klopt en neem niet te snel genoegen met geruststellingen.’

Opvangen
Twee van de drie mensen die een incident hebben meegemaakt zijn niet goed opgevangen door de zorgverleners. Er vond geen gesprek plaats, laat staan dat er excuses werden aangeboden. ‘Dat is echt zorgelijk’, zegt De Booys. ‘Het is al erg genoeg dat zaken niet goed verlopen, maar mensen kunnen dat over het algemeen nog wel begrijpen. De zorg is mensenwerk. Maar dat er daarna geen gesprek plaatsvindt en artsen en verpleegkundigen geen excuses aanbieden, is kwalijk.’

Bron:
NPCF

Nov 2010

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
spoedeisende tandzorg

Nieuwe richtlijn spoedgevallendienst tandartsen stelt patiënt centraal

Tandartsen hebben de regels vernieuwd omtrent de organisatie van de spoedgevallendienst waarop mensen buiten werktijden kunnen terugvallen bij pijnklachten. De essentie van de nieuwe richtlijn is dat deze meer geformuleerd is vanuit het patiënten- en consumentenperspectief. Tandartsen hebben zich bij het opstellen van de richtlijn dan ook gebaseerd op de wensen van patiëntenfederatie NPCF.

Patiënt centraal
Zo moet het voor de patiënt altijd duidelijk zijn wie zijn of haar tandarts waarneemt bij afwezigheid en moeten patiënten altijd op begrip kunnen rekenen, ook als hun klachten meevallenen en niet-spoedeisend blijken te zijn. Persoonlijke gevoelens of overwegingen uit concurrentie mogen niet belemmeren dat een tandarts toetreedt tot een spoedgevallendienst. De nieuwe richtlijn die per 1 januari 2011 in werking treedt zal tevens gelden als medisch-tuchtrechtelijke toetsnorm.

“Als patiënt is het al vervelend genoeg om pijn te hebben. Als je dan terecht komt bij de spoedgevallendienst moet dat soepel gaan en geen extra gedoe geven. Onze vernieuwde richtlijn voor spoedgevallen stelt daarom de patiënt centraal. Gelukkig hebben vrijwel alle Nederlandse tandartspraktijken een goede spoedgevallendienst waar je als patiënt terecht kunt. Als tandartsen gaan we extra onze best doen iedereen zo snel mogelijk te helpen en om mensen uit te leggen dat niet iedere vorm van pijn meteen een spoedgeval is”, aldus NMT-voorzitter en tandarts Rob Barnasconi.

Bron:
NMT

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
vaccin - naald

Jaarlijkse griepvaccin werkt niet goed

Het jaarlijkse griepvaccin tegen de wintergriep, dat vier miljoen Nederlanders de afgelopen weken bij hun huisarts hebben gehaald, werkt slecht. RIVM-directeur Roel Couthino geeft dat toe in actualiteitenprogramma Zembla.

Couthino: ‘Je wilt het vaccin gebruiken voor mensen die oud en ongezond zijn. Maar juist bij die groep werkt het vaccin het minst.’ Ook viroloog Ab Osterhaus zegt in het programma dat de werking van het griepvaccin in oude onderzoeken te positief is voorgesteld: ‘In het verleden is nogal wat onderzoek gedaan en dat onderzoek is te optimistisch uitgevallen, dat wil zeggen dat de te voorkomen aantallen sterfgevallen ten gevolge van vaccinatie te hoog werden ingeschat.’

Banden met farmaceutische industrie
Opmerkelijk is volgens Zembla dat griepdeskundigen die de Gezondheidsraad adviseren over het influenzavaccin ook banden hebben met de farmaceutische industrie. Griepdeskundigen weten al langer dat het griepvaccin niet goed werkt, maar dat heeft geen consequenties voor het griepbeleid gehad. Integendeel, het aantal mensen dat in aanmerking komt voor de griepprik werd juist op advies van de Gezondheidsraad uitgebreid. De leeftijdsgrens waarop Nederlanders een gratis griepvaccin halen, werd verlaagd van 65 naar 60 jaar. Nederland heeft met vier miljoen griepvaccinaties per jaar, de hoogste vaccinatiegraad van Europa.

‘De Zembla-aflevering ‘De overbodige griepprik’ werd zaterdag 20 november uitgezonden.

Bron:
Nursing

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Medicatie

Meer dan de helft online verkochte medicijnen nep

In deze tijd is het bijna vanzelfsprekend om medicijnen te bestellen via het internet. Pillen voor veel voorkomende klachten zoals slapeloosheid, depressie, erectiestoornissen en om af te vallen worden in Nederland het meeste online besteld.

Volgens recent Brits onderzoek is inmiddels 63% van de aangeboden medicijnen via internet nep. Daarom staat het onderwerp hoog op de politieke agenda.

Het Ministerie van VWS heeft vorig jaar een campagnesite Internetpillen.nl opgezet en deze is nu voor meer informatie aangevuld met de site www.medi-plaza.nl. Hier kunnen mensen zien en ervaren hoe criminele organisaties hun nepmedicijnen online proberen te verkopen.

Mensen vinden het prettig om anoniem op internet medicijnen te kopen. De schaamte van in de rij staan bij de apotheek om bijvoorbeeld Viagra, Cialis of Levitra te kopen is voorbij met het ruime aanbod aan medicijnen dat online in webshops te koop is.

Met de groei van deze gewoonte is ook het gevaar toegenomen. Inspelend op de behoefte van mensen om snel en makkelijk medicijnen online te bestellen, zetten de criminele netwerken namelijk ook webshops op waarin ze – mogelijk gevaarlijke – medicijnen aanbieden.

Deze medicijnen zijn vaak niet van het origineel te onderscheiden maar ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Doordat deze criminelen snel en goedkoop leveren, stijgt het aantal consumenten dat via deze illegale sites medicijnen online koopt fors.

Bron:
NCPF

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

GGD Nederland: snijden in preventie kost kapitalen

Als de overheid wil bezuinigen op de kosten van de zorg, dan moet ze juist investeren, in preventie. Elke euro die aanzet tot een gezondere leefstijl, levert tot wel drie euro op. Maar het tegenovergestelde dreigt. Snijden in preventie, zoals nu gebeurt, kan de samenleving op termijn een schadepost opleveren die kan oplopen tot 300 miljoen euro.

Dat zegt Laurent de Vries, directeur van GGD Nederland. Gemeenten kampen door alle bezuinigingen met forse dalingen van hun eigen inkomsten. Als gevolg verminderen ze hun bijdrage aan de GGD in hun eigen regio. “De GGD in Zuid-Limburg heeft al een korting van twintig procent van het budget aan de broek hangen.”

De Vries vreest de gevolgen: een verschraling van preventie op het gebied van roken, drinken en overgewicht. “Maar er zal ook worden gesneden in anti-valtrainingen voor ouderen. Doodzonde. Want op ouderen die als gevolg van zo’n training minder vallen, besparen we zeventig procent aan zorg. Van heupoperaties tot rollators,” aldus De Vries.

Rapport PWC
“Vijftig procent van de ziektes en aandoeningen zijn vermijdbaar, dus ook vijftig procent van de ziektelasten. Met bezuinigen op preventie slacht je de kip met de gouden eieren.” De Vries wijst op een recent rapport van PWC, waaruit blijkt dat het stimuleren van een gezondere leefstijl pure winst oplevert. “Als minder mensen ziek zijn, dalen de kosten voor zorg en uitkeringen als gevolg van ziekte en arbeidsongeschiktheid.”

Zo daalt volgens PWC het aantal rokers met 75 procent bij een investering van 435 miljoen euro in anti-rookbeleid. Dat levert een rendement op van 960 miljoen euro, meer dan het dubbele. De Vries: “Als minder mensen roken, heb je ook minder longkanker en andere aandoeningen. De kosten voor behandeling daarvan kunnen enorm oplopen.”

Preventie van overmatig alcoholgebruik is bij beperkte voorlichting al goed voor een rendement van 60 procent. Bij een intensieve aanpak kunnen campagnes die leiden tot verminderd drankgebruik zich in het gunstigste scenario zelfs driedubbel terugverdienen (280 procent). De Vries: “Simpelweg door niet gemaakte zorgkosten. Denk aan hersen- en leverbeschadigingen, die het gevolg kunnen zijn van langdurig overmatig alcoholgebruik, of comazuipen.”

Jongeren
Zeker bij jongeren valt grote winst te halen door preventie, meent de directeur van GGD Nederland. “Neem een te zwaar meisje van tien jaar. De kans dat zij diabetes ontwikkelt voor haar vijftigste is groot. Dat betekent de rest van haar leven, zeg twintig tot dertig jaar lang, dieet en zorg. En zelfs dan moet ze nog goed oppassen dat er geen complicaties bijkomen. Iedere diabetespatiënt kost jaarlijks minimaal 1000 euro en afhankelijk van het ziekteverloop nog aanzienlijk meer. Wanneer het lukt om dit te zware kind op een gezond gewicht te krijgen en houden, kunnen er dus duizenden euro’s worden bespaard.”

Het overgrote deel van de bevolking is prima in staat om zelf te kiezen voor een gezondere leefstijl en doet dat ook, zegt De Vries. “Maar er zijn ook kwetsbare groepen die we wel moeten bereiken met ondersteuning.”
Als voorbeeld noemt hij een project in de Utrechtse achterstandswijk Overvecht tegen overgewicht. Bij aanvang in 2004 was één op de vier jongeren te zwaar. Vorig jaar was dat gedaald tot één op de vijf.

De Vries: “Dergelijke projecten leiden op termijn tot een structurele kostenbesparing, van vele miljoenen euros. En tot meer actieve burgers. En tot gezondheidswinst. Een win-win-win situatie dus.” Volgens De Vries biedt de crisis daarmee juist kansen om te besparen, zónder het vangnet aan zorg af te breken. “Maar dan moet je gezond gedrag wel gaan bevorderen, zodat je op termijn minder hoeft uit te geven aan uitkeringen en zorgkosten.”

Bron:
Rondom tien

Nov 10

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Poetsen - tanden - schoon

Voorzetstuk voor witte tanden

Mensen die een prachtige glimlach willen, kunnen nu hun heil zoeken in het voorzetstuk voor witte tanden.

De snap-on-smile is een Amerikaanse uitvinding en doet exact wat het belooft: een witte glimlach in een handomdraai. Het voorzetstuk kost 800 dollar, maar daar zitten de tandartsbezoekjes bij inbegrepen. Tijdens een eerste sessie wordt een afdruk van de tanden gemaakt en wordt er gekeken hoe de beet is. Daarna mag de patiënt zelf z’n favoriete witte kleur kiezen. Die informatie wordt naar een labo gestuurd, waar enkele weken later de witte voorzetstukken klaar zijn voor gebruik.

De snap-on-smile is een soort van beugel. Je brengt het voorzetstuk aan over je gewone tanden. Volgens de makers is het de ideale oplossing voor vrouwen die snel een witte glimlach moeten hebben, maar voor voortdurend gebruik raden ze het niet aan.

De snap-on-smile is in Nederland verkrijgbaar via Keur & Sneltjes.

Bron:
Zita.be

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Kindergebit

Infopakket voor mondverzorging schisiskinderen

Goed gepoetst! Hoe krijg je ze schoon en hoe houd je het leuk? Dat is de insteek van een nieuw informatiepakket, gemaakt door het Schisisteam Friesland. Speciaal voor kinderen met een vorm van schisis (gespleten lip / kaak / gehemelte) is een informatiepakket ontwikkeld over de complete mondverzorging.

Voorleesboek
Centraal staat het voorleesboek Silke bij de tandenpoetsjuf. Het is bedoeld voor ouders met jonge kinderen die schisis hebben, maar kan ook heel goed in bijvoorbeeld de klas van het kind gebruikt worden. Het boek, geschreven door Astrid Kuiper en geïllustreerd door Monique Beijer, gaat over het meisje Silke dat naar de tandenpoetsjuf gaat. Onderwerpen als ‘er tegen op zien om naar de tandarts te gaan’ en ‘manieren om gaatjes te voorkomen’ worden op een leuke manier aan het licht gebracht. Kinderen die het schisisteam bezoeken krijgen het boekje mee naar huis.

Instructiefilmpje
Verder zit er in het pakket een instructiefilmpje, een folder en een op maat gemaakte persoonlijke poetskaart. Het instructiefilmpje laat zien hoe en met welke middelen je mond goed schoon gehouden kan worden en is op de site van het schisisteam te bekijken. www.mcl.nl/schisis

De folder gaat over de relatie tussen voeding en mondgezondheid. Meerdere middelen om je tanden en kiezen goed schoon te houden komen hier aan bod. De folder wordt meegegeven aan de kinderen die op het spreekuur van hun schisisteam komen.
Andere belangstellenden kunnen de folder ook op internet downloaden of bestellen bij het schisisteam info@schisisteamfriesland.nl.
Om de campagne compleet te maken is een persoonlijke kaart met speciale poetsinstructies voor het kind ontwikkeld. Hiermee kan je stap voor stap thuis precies zien hoe je je tanden en kiezen moet verzorgen. De kaart wordt door de tandarts, mondhygiëniste of preventieassistent aan de kinderen meegeven.

Verkrijgbaarheid
Het boekje Silke bij de tandenpoetsjuf kost € 6,50 (exclusief verzendkosten) en is verkrijgbaar in een aantal boekhandels in Leeuwarden, Drachten en Sneek. Het boekje is ook te bestellen bij: Landelijk Bureau van de BOSK, vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders.
Telefoon 030 245 90 90
E-mail: info@bosk.nl
Website: www.bosk.nl

Bron:
De Koerier

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Checklijst

NPCF: Huishoudboekje van de zorg is niet op orde

Waarom moeten alle Nederlanders fors meer betalen voor de gezondheidszorg? Wat levert ons dat op? En waar gaat al dat geld naartoe? Aan de vooravond van het debat over de begroting van gezondheidszorg roept patiëntenfederatie NPCF de overheid en de zorgverzekeraars op om die vragen te beantwoorden.

In een brief aan de Tweede Kamer vraagt de NPCF zich af waarom we meer moeten betalen voor de zorg, en waar dat geld aan wordt besteed. De zorgpremie stijgt niet alleen in het komende jaar met ruim 100 euro, maar ook in de jaren daarna. We zullen in 2014 minimaal veertienhonderd euro per jaar kwijt zijn voor een basisverzekering.

Onnodig
De NPCF vindt het onnodig dat iedereen zo fors moet bijdragen aan de gezondheidszorg, terwijl niet alles wordt aangewend om de zorg beter te maken en daarmee gezondheidswinst te behalen. Er gaat nog teveel geld naar onnodige zorg, onnodig dure zorg, en slecht gecoördineerde zorg. De NPCF vindt dat deze ‘luchtbellen’ in de zorg beter moeten worden aangepakt. Zo komen dubbele behandelingen nog te vaak voor en kan de zorg vaak slimmer worden georganiseerd.

Onlangs bleek uit onderzoek van Volkskrant Banen en onderzoeksbureau Newcom dat ook zorgpersoneel denkt dat met een efficiëntere organisatie meer bespaard kan worden dan door te bezuinigen.

Diverse behandelingen niet vergoed
Naast een flinke stijging van de zorgpremie wil het kabinet een aantal zaken schrappen uit de basisverzekering. Zo worden straks behandelingen niet meer vergoed van aandoeningen als chronische voorhoofdsholteontsteking, lichte vormen van incontinentie, lichte vormen van angststoornissen, depressie, cholesterolverlagers en maagzuurremmers.

De NPCF vindt deze ingreep riskant, temeer omdat verwaarlozing van dit soort aandoeningen kan leiden tot meer schade aan de gezondheid en daarmee tot hogere kosten. De NPCF pleit dat een simpele en goedkope behandeling van deze aandoeningen met een lage ziektelast blijven behoren tot het basispakket.

Bron:
NPCF

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
bleken tanden

Tieners bleken tanden met keukenmiddeltjes

Tienermeisjes die doe-het-zelfkits of keukenmiddeltjes gebruiken om hun tanden te bleken lopen risico op permanente tand- en tandvleesschade. Britse tandartsen waarschuwen voor het groeiende aantal websites dat tieners aanraadt om tanden te bleken met bijvoorbeeld zeep, zout, bleekmiddel, soda-bicarbonaat of zelfs waterstofperoxide.

De doe-het-zelftechnieken worden volgens de Daily Mail steeds populairder als alternatief voor dure professionele behandelingen, zeker bij tienermeisjes omdat ze zich niet kunnen veroorloven.

Professor Anthony Eder zegt in de krant: “Steeds meer tieners maken zich zorgen over hun tanden, vooral wat de kleur betreft. Op het internet vind je tal van tips. Verschillende daarvan kunnen echter schade aanrichten aan gezonde tanden. Soda-bicarbonaat en zout haalt het glazuur van de tanden, waardoor ze bruiner en gevoeliger worden, zeker het gebruik van zure stoffen kan heel wat schade aanrichten.”

Bron:
Algemeen Dagblad

Lees meer over: Communicatie patiënt, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Thema A-Z
Checklist

Checklist voor controles Inspectie Gezondheidszorg

De Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) controleert de laatste tijd intensief en vaak onaangekondigd dentale praktijken op infectiepreventie en röntgenstraling. Hierdoor ontstaat in veel praktijken enige onrust ten aanzien van deze praktijkscreening. De VGT heeft daarom een checklist samengesteld zodat u, voorafgaand aan deze controlebezoeken, een interne controle uit kunt voeren.

Cruciale punten

1. Richtlijn Infectiepreventie
Neem de Richtlijn Infectiepreventie in de Tandheelkundige Praktijk van de Werkgroep Infectiepreventie nauwgezet door.
Klik hier voor de richtlijn Of kijk op www.vgt.nl (hoofdgroep veiligheid).

Het bepaalde in deze richtlijn wordt gezien als de professionele standaard. Afwijken van deze richtlijn is toegestaan, maar dan dient u zich wel te realiseren dat u goed moet kunnen verklaren wat u dan wel doet en vooral waarom u van de richtlijn afwijkt. En dat is geen eenvoudige opgave.

2. Scheiding schoon en vuil instrumentarium
Houdt een goede fysieke scheiding aan tussen schoon en vuil instrumentarium. In een kleine ruimte of met een kleine werkplek zal deze fysieke scheiding op problemen stuiten. Toch dient u er voor te zorgen dat het onmogelijk is dat vuil in contact kan komen met schoon. Voor een optimale scheiding tussen vuil en schoon : zie pagina 18 van de WIP Richtlijn.

3. Thermodesinfector
De thermodesinfector wordt gezien als een cruciaal onderdeel van een goede praktijkhygiëne. Het ontbreken van een thermodesinfector is op zichzelf al verdacht genoeg om de hygiëneaspecten in de praktijk nader te analyseren.

4. Veiligheid
Werk veilig. Kijk naar loop- en werkroutes. Beoordeel handelingen en zet instructies over het juist handelen op papier in de vorm van een werkprotocol. Controleer met regelmaat of handelingen nog aanpassingen behoeven en goed worden nageleefd. Zorg hierbij ook voor systematische scholing en nascholing van uw personeel, zeker bij de komst van een nieuwe medewerker/ster.

5. Preventief onderhoud
Laat – aantoonbaar! – jaarlijks preventief onderhoud uitvoeren op (tenminste) uw röntgentoestel(len), sterilisator/autoclaaf en behandelunit.

Route vuil instrumentarium

1. Thermodesinfector
Vuil instrumentarium gaat eerst in de thermodesinfector, pas na desinfectie wordt nog aanwezig vuil verwijderd. Gebruik hiervoor goede handschoenen (P-kwaliteit) of een ultrasonisch reinigingsapparaat, daarna opnieuw desinfecteren in de thermodesinfector of steriliseren in een autoclaaf.

2. Ultrasonische reiniger
Bij gebruik van een ultrasonische reiniger moet u een deksel toepassen, de (eventuele) mengverhouding van de vloeistof goed bewaken en goed registreren wanneer de vloeistof is ververst of dient te worden ververst.

Gebruik desinfecterende middelen

1. Alcohol
Gebruik bij voorkeur alcohol 80% (70% alcohol bestaat vrijwel niet meer) als standaard desinfectans. Het werkt snel, goed en is uitermate effectief.

2. Geen schijnveiligheid
Bij het gebruik van desinfecterende middelen is de stelregel dat, als u desinfecterende middelen niet goed gebruikt of goed toepast, u daarmee voor uzelf, uw personeel én uw patiënten een schijnveiligheid creëert.

3. Beoordelen
U dient de desinfecterende middelen goed te beoordelen op punten als:

  • Het toepassingsgebied, is het gebruikte middel wel toepasbaar voor het doel waarvoor u het wilt gebruiken?
  • De mengverhouding, wordt de vereiste mengverhouding wel goed gedoseerd?
  • Wat is de inwerktijd van het middel, is deze inwerktijd niet veel te lang voor het beoogde doel?
  • Effectiviteitsduur, hoe lang kan ik het middel (eventueel in verdunde vorm) gebruiken, waar staat wanneer het middel de laatste keer is aangemaakt?

4. Werkplekinstructiekaart
Desinfecterende middelen bevatten vaak gevaarlijke stoffen met een verhoogd risico. Print van de door u gebruikte middelen een werkplekinstructiekaart (WIK) over deze gevaren en houdt deze beschikbaar op de locatie waar deze middelen worden gebruikt. TIP: plak deze WIK aan de binnenkant van een kastdeurtje.
Print hier de gebruikershandleiding van Dental Stoffenmanager

5. Vermijd spuitbus
Om dezelfde reden als genoemd onder punt 4 is het sterk af te raden om desinfecterende middelen middels een spray- of spuitbus te vernevelen. Gebruik bij voorkeur alcoholtissues.

Autoclaven

1. Indeling autoclaven
Autoclaven zijn ingedeeld in 3 klassen, t.w. klasse N, B of S.

  • Klasse N (normal) is alleen geschikt voor onverpakt massief instrumentarium
  • Klasse B (big), is geschikt voor verpakt instrumentarium en hol instrumentarium (bijvoorbeeld hand- en hoekstukken en steriliseerbare afzuigbuizen)
  • Klasse S (special) is alleen geschikt voor de toepassingsgebieden (en beperkingen!) die door de fabrikant zijn aangegeven. Bij een klasse S moet u zich dus eerst er van overtuigen of de autoclaaf wel aan uw behoefte voldoet.

2. Heteluchtsterilisator of chemiclaaf niet toegestaan
Het gebruik van een heteluchtsterilisator of chemiclaaf is (al lang) niet meer toegestaan. Onderhoud ten aanzien van autoclaven dient (conform de WIP Richtlijn bladzijde 12) periodiek onderhoud te worden uitgevoerd, gevolgd door een controlemeting. Dit onderhoud dient te worden uitgevoerd conform de instructies van de fabrikant en dient schriftelijk te worden vastgelegd.
Voor een klasse B geldt dat de printgegevens van de autoclaaf kunnen worden gezien als een eenvoudige controlemeting. De klasse B autoclaaf moet dan wel voorzien zijn van een printer. Andere controlemetingen zijn uit te voeren met een Bowie-Dick test en/of een Helix test.

3. Validatie sterilisatoren
Uitgebreide validatie van sterilisatoren is niet noodzakelijk zolang de gebruiker de sterilisator alleen gebruikt voor de toepassing die door de fabrikant wordt aangegeven (bladzijde 12 WIP Richtlijn).

4. Laminaatzakjes
Voor instrumenten in de risicocategorie A (zie WIP Richtlijn bladzijde 9) is het gebruik van laminaatzakjes verplicht.
5. Als u laminaatzakjes gebruikt in een klasse B of (eventueel) een klasse S autoclaaf mag u deze zakjes niet dichtvouwen of beschrijven! U moet de zakjes dichtsealen of dichtplakken.

Gebruik röntgentoestellen

1. Toepassing

De NMT Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie geeft een duidelijk beeld over de toepassing van röntgentoestellen in een tandheelkundige praktijk.

Klik hier voor de Praktijkrichtlijn Tandheelkundige Radiologie

2. Kaders röntgentoestellen
Voor het gebruik van röntgentoestellen bestaan verschillende wettelijke kaders:

  • Het deskundigheidsvereiste
    Tandartsen dienen in het bezit te zijn een afdoende stralingsdeskundigheid. De in Nederland na 1985 afgestudeerde tandartsen worden geacht deze deskundigheid te hebben. Tandartsen die voor 1985 of buitenlandse tandartsen dienen een nascholingscursus te volgen teneinde deze deskundigheid te verkrijgen.
  • KEW-dossier
    In het Besluit Stralingsbescherming is bepaald dat een röntgentoestel pas in gebruik genomen mag worden NADAT er een KEW-dossier is samengesteld. Op de website van de VGT  kunt u onder de hoofdgroep ‘wetgeving praktijk’ de informatie over een dergelijke KEW-dossier en wat hiervoor noodzakelijk is teruglezen.
    Leden van de VGT kunnen u behulpzaam zijn in het opstellen en samenstellen van een KEW-dossier.
  • Voorbehouden behandeling
    In de Wet BIG (artikel 36 lid 8) is bepaald dat het doen van een röntgenopname een voorbehouden handeling is die alleen maar gedelegeerd mag worden als de tandarts in de praktijk aanwezig is.

3. Badges persoonsdosimetrie
Badges voor persoonsdosimetrie zijn niet verplicht als er een KEW-dossier aanwezig is, omdat de werkplekbelasting dan bekend is.

4. Onderhoud
Het onderhoud van een röntgentoestel dient schriftelijk vastgelegd te worden. In bijlage 4 van de NMT Richtlijn Radiologie staat het onderhoud aan röntgentoestellen beschreven.

Verdere punten van aandacht

  • Volg voor het gebruik van en het wisselen van handschoenen en mond/neusmakers het bepaalde in de WIP Richtlijn.
  • Gebruik ALTIJD een naaldencontainer, ook voor scalpelmesjes.
  • Gebruik voor het reinigen of desinfecteren van het afzuigsysteem GEEN middelen die schuim kunnen vormen, omdat dit schuim de afzuigmotor (onherstelbaar!) kan beschadigen.
  • Zorg dat u voldoende hand- en hoekstukken in de praktijk heeft.
  • Gebruik geen zeep of middelen met zeepbestanddelen voor het schoonmaken van afdrukken. Zeep kan de afdruk vervormen.
  • Hanteer voor al uw producten, maar speciaal voor geneesmiddelen, altijd het First-In-First-Out principe en controleer de expiratiedatum van de door u gebruikte producten regelmatig, vooral van de producten die u minder vaak gebruikt.
  • Maak van belangrijke punten een gedegen werkinstructie of werkprotocol waarin beschreven staat wie verantwoordelijk is voor welke handeling en hoe deze handeling ten uitvoer gebracht moet worden.
  • Hou een logboek bij waarin onderwerpen zoals verversen desinfecterende middelen, onderhouds-gegevens van apparatuur (met name desinfector, autoclaaf en röntgentoestel), verwisselen milieubox etc. bijgehouden kunnen worden. Dan heeft u zelf ook een veel beter overzicht van de periodieke handelingen.

Andere controlepunten IGZ
In deze checklist worden een aantal punten niet toegelicht omdat deze geen directe relatie hebben met de groothandelsactiviteiten van de VGT. Deze punten zijn wel onderwerp van controle tijdens de visitatie van IGZ.

  • Taakdelegatie
  • Patiëntendossiers
  • Klachtenregeling
  • Informatieverstrekking
  • Waarneemregeling
  • Spoedgevallen

Andere zorginhoudelijke- en ondernemerspunten
Naast de punten zoals genoemd in deze checklist zijn er nog meer punten die, naast de zorginhoudelijke en ondernemersinhoudelijke punten, aandacht behoeven. Klik hier voor een overzicht.

Bron:
VGT
E. Kolsteeg

Nov 2010

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Kindergebit

Evidence-based preventie en bestrijding van cariës in het kindergebit

Presentatie van Prof. dr. Svente Twetman tijdens het lustrumcongres – 100 jaar voor een gezonde mond – van het Ivoren Kruis.

Prof. dr. Svente Twetman

Het bewaren van evenwicht en diversiteit is van groot belang binnen de preventieve tandheelkunde. Als de balans tussen de diverse mondbacteriën wordt verstoord, dreigt er cariës te ontstaan. Het evenwicht kan bijvoorbeeld worden verstoord door suikerinname die de pH van het mondmilieu verlaagd. Hierdoor sterven zwakke bacteriën af. De overlevende bacteriën zijn wel bestand tegen dit zuur en zo ontstaat een reductie van de diversiteit.

Het bewaren van het evenwicht en de diversiteit zou als methodiek moeten worden aangehouden binnen de preventieve tandheelkunde. Dit kan door de pathologische factoren te verlagen en protectie factoren toe te voegen. Wat is de beste werkwijze?

Niveaus evidence-based practice
Er zijn vier niveaus binnen de evidence-based practice. Dit wil zeggen: Wat zegt de wetenschap, wat is de ervaring en wat wenst de patiënt. De niveaus:

  1. Sterk wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van een tandenborstel en tandpasta.
  2. Gematigd wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van fluoridelak.
  3. Gelimiteerd wetenschappelijk bewijs
    Bijvoorbeeld: gebruik van fluoridegel, spoelmiddelen, xylitol.
  4. Te weinig of geen wetenschappelijk bewijs

Altijd fluoride
Er mag absoluut geen preventief programma bestaan zonder het gebruik van fluoride. De concentratie van de fluoride is hierbij van ondergeschikt belang ten opzichte van de frequentie. Hoe vaker, hoe beter. Penetratie van fluoride gaat traag door een dikke plaklaag. Dus moet er goed gepoetst worden. Bij een hoog cariësrisico dient fluoridevernis twee keer per jaar te worden geappliceerd. Dit geeft een sterke reductie van de cariës. Bij een laag risico patiënt kan er geen tot nauwelijks reductie worden verwacht.

CPP-ACP als plan B
De werking van CPP-ACP lijkt op die van fluoride. Het werkt slechter, maar kan als plan B worden ingezet bij mensen die etische problemen hebben met fluoride of de alcohol in spoelmiddelen. Als er niet goed drooggelegd kan worden bij sealents is fluoridelak een alternatief. Op de derde plaats vinden we de zoetstof xylitol.

Geen chloorhexidine
Het inzetten van chloorhexidine bij cariës werd afgeraden. Na enkele weken bleken de aantallen streptococcen juist vele malen hoger te zijn.

Probiotica veelbelovend
Tot slot zou het dagelijks innemen van probiotica veelbelovend zijn. Kinderen die probiotica kregen, hadden 6% nieuwe leasies tegenover 15% nieuwe leasies bij kinderen zonder probiotica gebruik.

Prof. dr. Svante Twetman is professor in de Cariologie aan de Universiteit van Kopenhagen, Denemarken.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
onderzoek

VvAA: NZa bedreigt kwaliteit en toegankelijkheid zorg

Zelfstandige zorgverleners vinden dat het beleid van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een gevaar is voor de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg. Dat blijkt uit een enquête van de VvAA, een ledenorganisatie van honderdduizend zorgprofessionals.

Enquête TNS NIPO
TNS NIPO hield de enquête in opdracht van de VvAA onder vijftienhonderd fysiotherapeuten, huisartsen, verloskundigen, apothekers, tandartsen, orthodontisten en medisch specialisten. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgestelde beleidsregel van de NZa om de tarieven in de eerstelijnszorg te baseren op kostprijsonderzoek.

Tandartsen stoppen
In de mondzorg leidt deze NZa-koers tot forse tariefverlagingen. De NZa wil de tarieven voor orthodontiebehandelingen per 1 januari voor tandartsen met 40 procent verlagen en voor orthodontisten met 34 procent. Vrijwel alle tandartsen en orthodontisten vrezen dat zij hun praktijk hierdoor niet meer kostendekkend kunnen runnen. Een vijfde geeft zelfs aan voortijdig te zullen stoppen. Dat betreft grotendeels zelfstandigen van 55 jaar of ouder. Hierdoor zullen orthodontische behandelingen een schaars goed worden, stelt Edwin Brugman, directeur Kennismanagement VvAA. Hij wijst erop dat dit haaks staat op het streven van het nieuwe kabinet om de basiszorg dichter bij huis te verbeteren. “Als de consequenties van deze beleidsregel in de mondzorg exemplarisch zijn voor de overige beroepsgroepen in de eerste lijn, is te verwachten dat de dokter om de hoek op den duur verdwijnt.”

Bereikbaarheid
Een ruime meerderheid (67 procent) van alle zorgverleners vindt dat het beleid van de NZa niet leidt tot een betere positie van de patiënt. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor patiënten is een van de speerpunten van het nieuwe kabinet. 71 procent van de huisartsen, 45 procent van de verloskundigen, 85 procent van de apothekers, 75 procent van de tandartsen en 96 procent van de orthodontisten is van mening dat het NZa-beleid geen of een zeer geringe bijdrage levert aan het vergroten van de toegankelijkheid van de zorg.

NZa frustreert innovatie
Naast bereikbare zorg legt het nieuwe kabinet sterk de nadruk op zorginnovatie. Ook daar sluit de koers van de NZa niet bij aan. Een meerderheid van de huisartsen (56 procent), apothekers (82 procent), tandartsen (83 procent), orthodontisten (97 procent) en medisch specialisten (81 procent) vindt dat de NZa met haar beleid het ondernemersklimaat niet stimuleert. 68 procent van de zorgprofessionals geeft aan dat de huidige tarieven nauwelijks toereikend zijn om te investeren in innovatie.

NZa als marktmeester
Verder zijn zorgprofessionals zeer ontevreden over de manier waarop de NZa haar taak als ‘marktmeester’ in de zorgsector uitoefent. 78 procent van de huisartsen is ontevreden tot zeer ontevreden. Hetzelfde geldt voor 94 procent van de apothekers, 91 procent van de medisch specialisten en voor alle orthodontisten (100 procent).

Betrokken bij NZa-beleid
Zorgprofessionals willen meer worden betrokken bij de ontwikkeling van het beleid van de NZa. 97 procent van de zorgverleners vindt dat zij door de NZa niet of nauwelijks worden betrokken bij de ontwikkeling van beleid voor hun beroepsgroep. Edwin Brugman: “Als de NZa beter zou luisteren naar argumenten en meer aandacht zou besteden aan het toelichten van haar beleid zou dit bijdragen aan een betere balans tussen zorgverzekeraars, zorgverlener en consument.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Contract

NZa dwingt apotheek tot tekenen contract zorgverzekeraar

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verplicht zorgaanbieders om contracten van zorgverzekeraars te ondertekenen. Dit blijkt uit het voorgenomen NZa-besluit inzake Apotheek Breskens. Deze apotheek was het niet eens met de inhoud van een contract dat werd aangeboden door zorgverzekeraar Menzis. De rechter concludeerde eerder dat Apotheek Breskens de overeenkomst niet hoefde te ondertekenen. De NZa heeft nu toch anders beslist.

Contracten van zorgverzekeraars ‘altijd redelijk’
De NZa concludeert dat de inkoopmodellen die zorgverzekeraars in contracten opnemen altijd redelijk zijn. Het gaat dan om zogenaamde pakjesmodellen, om preferentiebeleid (al dan niet onder couvert) of een laagste prijs garantie. Om deze reden mag een zorgaanbieder volgens de marktmeester nooit een contract weigeren. Volgens de KNMP blijkt uit het voorgenomen NZa besluit dat van een gelijk speelveld in de contractverhoudingen tussen zorgaanbieders en verzekeraars geen sprake is.

Vervolg
Tot en met 26 november kunnen belanghebbenden bezwaar maken tegen de beslissing van de NZa. De KNMP zal van deze mogelijkheid gebruik maken.

Bron:
KNMP

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Stijging - verzekering

Forse premiestijging zorgverzekeringen zet consument niet aan tot overstappen

Slechts 4,6% van alle zorgverzekerden is van plan om naar een andere zorgverzekeraar over te stappen per 1 januari 2011. Dat percentage komt neer op 760.000 consumenten. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNS NIPO in opdracht van vergelijkingssite Independer.nl.

Bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006 stapte 19% van de verzekerden over. In de jaren erna liep het percentage overstappers terug naar 3,6% in 2008. Eind 2009 steeg dit percentage licht naar 4,3%. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit.

Uitkomsten
TNS NIPO vraagt voor Independer.nl elke week 100 zorgverzekerden naar hun wens om van zorgverzekeraar te wisselen per 1 januari. Het onderzoek loopt tot en met half december. Independer.nl werkt elke week de uitkomsten van het onderzoek bij op zie Independer.nl

Marktwerking blijft uit
Het nieuwe zorgstelsel werd 5 jaar geleden ingevoerd om de marktwerking in de zorg te stimuleren. Maar daar is tot nu toe weinig van terecht gekomen. Alleen op 1 januari 2006 stapte een groot aantal verzekerden over. Hoewel de premies voor de zorgverzekering jaarlijks (fors) stijgen, heeft de consument zijn belangstelling voor overstappen verloren. Verzekeraars kunnen vrijwel ongestraft de premies verhogen en de pakketten uitkleden. Independer.nl heeft geen echte verklaring voor het uitblijven van de marktwerking. Een reden kan zijn dat de consument denkt dat het vergelijken van zorgverzekeringen een lastige klus is. Maar de vele vergelijkingssites op internet kunnen de consument er snel en eenvoudig bij helpen.

Een andere verklaring kan zijn dat consumenten denken dat zorgverzekeringen weinig van elkaar verschillen. Ook dat is niet zo. Door het goed kiezen van juiste dekking kunnen consumenten een zorgverzekering kiezen die goed aansluit op hun zorgbehoeften en persoonlijke situatie. Gezinnen kunnen daarmee tientallen tot wel honderden euro’s per jaar besparen.

Bron:
Independer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Geld

Rijden voor het goede doel succesvol

Het sponsorevenement Rijden voor Malawi werd zondag 19 september jl. gehouden. Het evenement was een succes. Al de equipes hebben meegereden voor het goede doel: Stichting vrienden van St John’s, Mzuzu. Het was een zeer mooie dag ondanks de slechte voorspellingen van het weer. De vele klassieke en moderne auto’s reden een prachtige route door het mooie Limburgse landschap.

Stichting Vrienden van St. John’s
Stichting Vrienden van St. John’s, Mzuzu ondersteunt sinds 1987 projecten in Mzuzu, Malawi. De Stichting, waarvan het bestuur geheel uit tandartsen bestaat, richt zich momenteel op het Sonda Youth and Community Development Centrum net buiten Mzuzu. In Sonda worden kinderen van 0-18 jaar begeleid naar een verantwoorde toekomst. Daarnaast betaalt de Stichting de specialistenopleiding van Dr. Vincent Luhanga in Johannsburg tot kinderarts. In 2012-2013 zal Dr. Luhanga terugkeren naar Mzuzu, Malawi om daar als eerste kinderarts werkzaam te zijn in een gebied zo groot als Nederland.

De heer Richard Reinders van de Amalia kliniek en de heer Ralph Dankers van Arseus Dental Nederland overhandigden aan de heer Ben de Ponti een cheque ter waarde van € 3.350,-.

Bron:
Arseus Dental Nederland

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
medaille

Koninklijke Onderscheiding voor de heer Rietmeijer, voorzitter Ivoren Kruis

De heer A.G.M. Rietmeijer is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij ontving zijn onderscheiding uit handen van de Larense burgemeester Elbert Roest, tijdens het congres ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het Ivoren Kruis. De heer Rietmeijer is voorzitter van deze vereniging die zich richt op het bevorderen van de mondgezondheid.

De heer Rietmeijer heeft van 1974 tot begin 2010 zijn eigen tandartsenpraktijk gehad in Laren. Daarnaast heeft hij zich op vele manieren ingezet binnen de mondverzorging, onder andere op het gebied van opleidingen, voorlichting en preventie. Ook heeft hij verschillende bestuursfunctie vervuld en vervult hij deze nog steeds.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Tandarts

Gesjoemel met goudpercentage Chinese import-kronen

Deens testrapport toont sporen van lood aan. Opnieuw zijn Chinese importkronen in opspraak geraakt. Uit testresultaten blijkt dat het door het Chinese tandtechnisch lab opgegeven goudpercentage niet correct is. Het gaat hierbij om significante afwijkingen: niet de beloofde 75 procent maar slechts 27 tot 54 procent. Ook werden er tijdens het onderzoek sporen van nikkel en lood aangetroffen. Dit blijkt uit een publicatie in het Tandtechnisch Magazine dat volgende week verschijnt.

De Branchevereniging Tandtechniek ziet in de Deense fraudezaak met Chinese importkronen aanleiding om het pleidooi om import van tandtechnisch werk uit lage lonen landen te limiteren te herhalen. Tandarts en patiënt kunnen er kennelijk niet altijd van op aan dat de geleverde producten voldoen aan de opgegeven specificaties. Concurrentie is goed, maar dan wel op een eerlijke manier waarbij alle marktpartijen zich aan dezelfde kwaliteits- en arboregels dienen te houden.

Het Deense televisieprogramma ‘21 Sontag’ heeft in samenwerking met een tandarts 5 ‘hoogwaardige kronen’ besteld bij het Deense bedrijf PTL/Oversea in Silkeborg. Deze kronen zijn getest in het onafhankelijke laboratorium Force Technology. In de bij de geleverde kronen bijgesloten Verklaring van Overeenstemming staat dat de kronen 75% goud bevatten.

Schokkende testresultaten
Ole Bundaard van Force Technology: ‘we troffen circa 27 tot 54 procent goud aan in deze kronen. Dit is een significant verschil van de opgegeven specificatie. De kronen zouden 75% goud moeten bevatten.’ De beste kroon bevatte niet meer dan 54% goud, de slechtste kroon zelfs maar 27%. Geen enkele kroon voldeed aan de specificatie. Ulla Palesen, (Head Dentist, Dental School, Copenhagen University):’ik snap nu misschien beter waarom deze kronen zo goedkoop verkocht kunnen worden. Als je vals speelt met het goudpercentage kun je het ook goedkoper verkopen. Maar ik maak me ook zorgen om wat de waarde is van de beloften met betrekking tot andere metalen in de geleverde producten.’

Specificaties niet betrouwbaar
PTL/Oversea labs heeft ondermeer goud vervangen door zilver en palladium. Maar er zijn ook sporen aangetroffen van nikkel en zelfs lood. Dr. Russel Giordano, een onderzoeker verbonden aan de Boston Universiteit en gespecialiseerd in dentale materialen stelde in een reactie naar aanleiding van testresultaten van een Amerikaanse tv-reportage over Chinese importkronen dat lood er helemaal niet dient te zijn.Tandarts Per Raedkajaer die al tien jaar samenwerkt met PTL/Oversea lab is onaangenaam verrast. ‘Ik kan het niet geloven. Dit zal gevolgen hebben. Uiteraard zullen wij onze samenwerking met PTL stoppen omdat we niet op hun specificaties kunnen vertrouwen.’

De uitzending op de Deense nationale televisie leidde ondermeer tot Kamervragen over het toezicht op bedrijven die geïmporteerd tandtechnisch werk aan tandartsen aanbieden.

Bron:
ANT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
bacterie1

Bacteriën kunnen staan en lopen

Amerikaanse onderzoeker Joshua Shrout toont aan dat bacteriën in het beginstadium van de kolonisatie van een nieuw gebied in staat zijn om zich op te richten en voort te bewegen. Het onderzoek is belangrijk, want de bacterie in kwestie veroorzaakt akelige longinfecties die dankzij de studie wellicht behandeld kunnen worden.

Mobiliteit
Een kind die zijn eerste stapjes doet is aandoenlijk. Bibberend staat hij op en gaat met onvaste stapjes op verkenning uit. Bij een bacterie is dit aanzicht een stuk minder schattig, maar vormt het een belangrijke ontdekking voor de medische wereld. Eerst ligt de pilvormige bacterie nog gewoon op zijn kant. Dan, opeens, richt hij zich op en wandelt met de zwalkende tred van een dronkeman.
Shrout doet al lang onderzoek naar bacteriën en hun mobiliteit. Hij stuitte op een aantal interessante patronen en liet deze analyseren. Een aantal van deze patronen ontstonden doordat bacteriën ‘wandelden’. “We tonen aan dat bacteriën in staat zijn om recht overeind te staan en zich in verticale positie voort te bewegen,” vertelt Shrout aan de website scientas.nl.

Schild
De Amerikaanse onderzoeker denkt dat bacteriën aan de wandel gaan als ze een biofilm vormen. Een biofilm is een structuur die de kolonie bacteriën bedekt nadat deze een nieuw gebied is binnengetrokken. Een biofilm werkt als een soort beschermend schild dat ervoor zorgt dat de bacteriën onaantastbaar zijn. Het gedrag van de bacteriën verklaart mogelijk waarom biofilms zich sterk zijn.

Berucht
De bacterie Pseudomonas aeruginosa is berucht om zijn biofilms. Hij veroorzaakt infecties in onder meer de longen, ogen en huid. Bij een longinfectie raken de longen bedekt met een laag bacteriën waar antibiotica maar weinig vat op krijgen. Voor de vorming van zo’n biofilm moeten de bacteriën hun normale, vrij zwemmende leven (status) opgeven en zich aan een vast oppervlak hechten. Microbiologen verwachtten al dat de bacteriën zich daarbij actief rangschikken.

Tentakels
Daarop is deze Pseudomonas nu betrapt. Op het moment dat de bacteriën zich hechten aan een oppervlak, veranderen ze van gedrag. Ze worden bewegelijk met hulp van hun ‘pili’, een soort tentakels. De meeste schuiven ‘op hun buik’ recht vooruit, maar een deel richt zich op en gaat aan de wandel. Waar zij vervolgens naartoe bewegen, is willekeurig. De onderzoekers interpreteren het wandelen als een vorm van ‘lokale verkenning’. De bacteriën halen een flink tempo – wandelen gaat sneller dan schuiven – maar gaan alle kanten op.

Lepeltje-lepeltje
Nog een opvallende ontdekking was dat wanneer bacteriën zich delen, een van de dochtercellen op zijn plaats blijft. De andere gaat op verkenning. Uiteindelijk rangschikken de bacteriën zich lepeltje-lepeltje tegen elkaar en vormen een ondoordringbare laag.
Het onderzoek is zeer belangrijk voor de medische wereld. De bacterie Pseudomonas veroorzaakt infecties die vaak dodelijk zijn voor mensen met taaislijmziekte. Door te achterhalen hoe de bacterie een nieuw gebied betrekt, kan wellicht een effectieve behandeling worden ontwikkeld.

Bronnen:
Scientias.nl
NRC

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Onderzoek - microscoop

Wetenschappers ontdekken hoe herpesvirus in slaap raakt

Onderzoekers hebben ontdekt dat het immuunsysteem herpesvirussen ‘in slaap’ kan krijgen. Herpesvirussen blijven levenslang slapend aanwezig in het lichaam, maar de infectie flakkert soms op.

Levenslang herpes
Herpesvirussen hebben de unieke eigenschap dat ze levenslang aanwezig blijven in de mens of het dier die ze infecteren. Ze doen dit onder een slapende vorm die latentie wordt genoemd. Soms kunnen herpesvirussen uit deze slapende toestand opflakkeren, wat bijvoorbeeld leidt tot steeds terugkerende koortsblaasjes en genitale letsels bij het herpes simplex virus.
Bij veel herpesvirussen bevindt het slapende virus zich in zenuwcellen maar hoe het virus ‘in slaap raakt’ was tot nog toe niet gekend. UGent-onderzoekers van de Vakgroep Virologie, Parasitologie en Immunologie (faculteit Diergeneeskunde) hebben nu ontdekt dat een deel van ons eigen immuunsysteem het virus in slaap kan krijgen.

Interferon als tweesnijdend zwaard
Interferon is een zeer belangrijke antivirale molecule die door ons immuunsysteem zeer snel wordt aangemaakt wanneer we een virale infectie doormaken. Zonder interferon kan het immuunsysteem een virale infectie zeer moeilijk onder controle krijgen.
In het onderzoek van de UGent, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift PLoS ONE, tonen de onderzoekers aan dat het samenbrengen van zenuwcellen, herpesvirus en interferon in een cultuurschaal in het laboratorium voldoende is om het virus in slaap te brengen.

De huidige bevindingen tonen voor de eerste keer aan dat interferon bij herpesvirusinfecties een tweesnijdend zwaard kan zijn. Enerzijds is interferon nodig om ervoor te zorgen dat de herpesvirusinfectie niet uit de hand loopt, maar anderzijds kan datzelfde interferon ervoor zorgen dat het virus overgaat naar zijn slapende toestand en zo levenslang aanwezig blijft in de gastheer.

Op basis van deze bevindingen kunnen nieuwe inzichten verkregen worden in het mechanisme van latentie bij herpesvirussen, om op die manier nieuwe antivirale middelen te ontwikkelen die kunnen ingrijpen op de levenslang terugkerende symptomen zoals koortsblaasjes en genitale letsels.

Bron:
Universiteit van Gent

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z