Onvrijwillige (mond)zorg bij mensen met een licht verstandelijke beperking

Hou je mond gezond op Radio Limburg

Radio Limburg heeft op 20 mei aandacht besteed aan het project ‘Hou je mond gezond’.

Bron:
Radio Limburg

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Onderzoek Goed je best doen is niet genoeg voor schone tanden

Meer dan een derde volwassenen afgeleid tijdens tandenpoetsen

Een onderzoek van de National Smile Month van de Britse Dental Health Foundation geeft aan dat 34% van de volwassenen afgeleid wordt bij het tandenpoetsen.

Afleiders
De grootste afleiders zijn te laat zijn en haasten in de ochtend. Ook kinderen leiden af, gevolgd door mobiele telefoons.
Het onderzoek liet zien dat vrouwen eerder afgeleid zijn dan mannen. Van de leeftijdsgroep 60 jaar en ouder poetsten de meeste mensen wel de volle twee minuten.

Verschil werkelijke poetstijd
66% van de deelnemers aan het onderzoek gaf aan dat zij hun tanden twee minuten poetsen. Studies uit de afgelopen jaren  hebben echter aangetoond dat mensen in werkelijkheid ongeveer 45 seconden poetsen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
200 jaar oud kunstgebit van goud en ivoor

Deel goud na crematie bereikt goede-doelenpot niet

Jaarlijks verdwijnt zo’n 1 miljoen euro aan edelmetaalresten in crematie-as. Het gaat met name om goud afkomstig uit gebitsvullingen.

Halve gram
De as van een gemiddelde Nederlander bevat anderhalve gram aan goud en andere edelmetalen. In de praktijk, zo blijkt nu, wordt slechts een halve gram per gecremeerde ingezameld. De goede-doelenpot van de Nederlandse crematoria (het Dr. C.J. Vaillantfonds) loopt zo een miljoen euro op jaarbasis mis. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van Landelijke Vereniging van Crematoria (LVC).

Niet onrustbarend, wel vervelend
Henry Keizer, secretaris van de Landelijke Vereniging van Crematoria: “Het is niet onrustbarend, wel vervelend want het Vaillantfonds streeft ernaar zoveel mogelijk inkomsten te hebben zodat we zoveel mogelijk goede doelen kunnen steunen. Het is echter niet de hoofdtaak van een crematorium om resten uit de as te vinden”. Keizer sluit diefstal niet uit: “Het blijft mensenwerk. Je zult nooit kunnen uitsluiten dat er op enig moment iemand is die een hele verkeerde beslissing neemt,” aldus Keizer.

Te klein
Het onderzoek naar de behandeling van crematie-as in de 67 Nederlandse crematoria werd uitgevoerd door de voormalig Ombudsman van het uitvaartwezen, Gerrit Morren. Hij acht de kans op diefstal niet groot: “De hoeveelheid edelmetaal per crematie is heel erg klein. Als je dat vermenigvuldigt met het toch beperkt aantal crematies per crematorium dan is het haast de moeite niet waard om als crematoriummedewerker daar oneigenlijk mee om te gaan.” Morren acht het waarschijnlijker dat tweederde van de edelmetaalresten te klein is om gevonden te worden.

Neurenberg
De LVC stelde onderzoek in nadat was gebleken dat in een crematorium in de Duitse stad Neurenberg goudresten te gelde waren gemaakt door crematorium-medewerkers. Uit het Duitse justitie-onderzoek kwam naar voren dat er per gecremeerde Duitser ruim 3 gram overblijft, tegen de veel lagere gemiddelde opbrengst van anderhalve gram per gecremeerde in Nederland.

Verklaring
Onderzoeker Morren heeft het opvallende verschil kunnen verklaren aan de hand van onderzoeksgegevens van TNO en de Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde. Hieruit bleek dat Nederlandse tandartsen in tegenstelling tot hun Duitse collega’s minder goud en vooral goud van een minderwaardiger kwaliteit gebruiken. Hier blijft minder van over na een crematie. Eventueel mee gecremeerde sieraden spelen geen rol van betekenis omdat de legering van de meeste sieraden dermate laag is dat het edelmetaal als het ware verdampt.

Veiligheid
De Landelijke Vereniging van Crematoria beveelt de crematoria geen specifieke aanpassingen aan zoals het crematorium in Neurenberg deed door cameratoezicht in te voeren. “Ieder crematorium moet zelf beoordelen hoe de veiligheidssituatie ter plaatse is en zelf de meest adequate maatregelen treffen die nodig zijn,” aldus Henry Keizer.

Chirurgische materialen
In de Nederlandse crematoria is het gebruik dat niet alleen edelmetalen van de as worden gescheiden. Ook worden overgebleven chirurgische materialen zoals kunstheupen en kunstknieën ingezameld. Opbrengsten uit deze materialen komen eveneens ten goede aan het Vaillantfonds dat wordt beheerd door de gezamelijke Nederlandse crematoria sind 1997.

In 2009 werden in Nederland 76191 mensen gecremeerd. Dat is 56 procent van alle overledenen.

Bron:
Nova

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Alles over fluoride

Het fluoride advies bestaat uit een basisadvies en een advies voor aanvullende maatregelen. Het fluoride basisadvies geldt voor iedereen en het advies voor aanvullende fluoride maatregelen is bedoeld voor mensen met een verhoogd cariësrisico.

Wie adviseren aanvullende fluoride maatregelen?

  • Tandarts en mondhygiënist
    De tandarts of mondhygiënist is de aangewezen persoon om op basis van exacte diagnose van de mondgezondheid, gedragsfactoren en ontwikkelingen hierin te beoordelen of er aanvullend individuele maatregelen nodig zijn. Hij of zij zal indien nodig professionele fluoride applicatie uitvoeren.
  • Jeugdartsen en -verpleegkundigen
    Naast de tandarts en mondhygiënist geven jeugd- en consultatiebureau artsen en wijkverpleegkundigen voorlichting over mondverzorging. Zij zijn de eersten die vanuit de medische professie adviezen geven over de verzorging van het gebit van het kind. Zij adviseren over fluoride, tandenpoetsen, voeding en tandartsbezoek.De meeste jeugdartsen van de GGD (`schoolarts’) zien vrijwel alle kinderen tweemaal gedurende de basisschoolperiode. Zij beoordelen tijdens het Preventief Gezondheidskundig Onderzoek ook de gebitssituatie. Zij kunnen cariës of de voorstadia ervan signaleren. Ook kan de jeugdarts beoordelen of het gebit er verzorgd uitziet. Zij kunnen aan ouders het basisadvies voor fluoridegebruik geven en indien nodig in het algemeen adviseren over eventuele extra fluoride maatregelen. Voor dit laatste dienen zij te verwijzen naar de tandheelkundig zorgverlener. De jeugdarts ziet de kinderen namelijk niet vaak genoeg om een individueel advies te kunnen geven. Ten slotte kan de jeugdarts op basis van algemene beoordeling van groepen kinderen een rol spelen bij het opsporen van scholen die in aanmerking komen voor een collectief fluoride programma.

Eenduidigheid van adviezen
Als de tandarts, de consultatiebureau- of jeugdarts afwijkende adviezen geven, is dat voor de ouder niet geloofwaardig. Degene die van het fluoride basisadvies afwijkt moet daar een bepaalde reden voor hebben en deze ook kunnen aangeven. In principe moet er van worden uitgegaan dat de tandheelkundig zorgverlener beter zicht heeft op de toekomstige gezondheidsituatie van de mond van het kind dan de consultatiebureauarts of jeugdarts.

Fluoride tabletjes
Jarenlang is het gebruik van fluoridetabletjes gepropageerd als dé preventieve behandeling, die door zoveel mogelijk kinderen – met name 0-4 jarigen – zou moeten worden toegepast. Met fluoridetabletjes probeerde men drinkwaterfluoridering na te bootsen door het gebruik ervan over de dag te laten spreiden. Dit laatste bleek in de praktijk dikwijls moeilijk uitvoerbaar. Fluoride tabletjes bleken vooral te worden gebruikt door kinderen die toch al een verantwoord mondhygiënisch gedrag vertoonden en niet door kinderen met een slechtere gebitsgezondheid, die ze juist nodig zouden hebben. De therapietrouw van met name kinderen uit risicogroepen aan het gebruik van fluoride tabletjes was gering. Deze kinderen kregen, doordat ze gemiddeld maar één keer per dag poetsten en geen fluoridetabletjes gebruikten, te weinig fluoride in de mond.

Verder blijkt uit onderzoek, dat hooguit een enkeling duidelijk zichtbare fluorose in het gebit heeft. Vaak blijkt uit de anamnese dat deze kinderen vroeger meer dan één tabletje tegelijkertijd namen of een tabletje direct na het tandenpoetsen. Ook is uit onderzoek gebleken, dat het risico op fluorose bij tabletgebruik groter is dan bij tandpastagebruik. Daarnaast bestond in brede kringen een toenemende afkeer van medicalisering. Ook het innemen van fluoridetabletjes kan worden gezien als een vorm van medicatie.

Opwaardering van peutertandpasta
Peutertandpasta werd in 1982 ingevoerd en bevatte aanvankelijk een fluoridegehalte van 250 ppm. Tot deze lage concentratie werd besloten om te voorkomen dat jonge kinderen teveel fluoride zouden binnenkrijgen – en daardoor mogelijk fluorose zouden ontwikkelen – wanneer ze tevens fluoride tabletjes namen. Maar deze peutertandpasta met 250 ppm fluoride bood zonder combinatie met de geadviseerde fluoridetabletjes te weinig fluoride. Bij de totstandkoming van het fluoride advies in 1998 moest een keuze worden gemaakt tussen de beschikbare fluoride voorzieningen: fluoride tabletjes of fluoride tandpasta. Daarbij ging het erom een juiste maat te vinden tussen maximale cariëspreventie en minimale kans op overdosering. Intussen was een grote effectiviteit van fluoridetandpasta vastgesteld. Bij fluoridetandpasta was het mogelijk de samenstelling op relatief eenvoudige wijze aan te passen. Daarom werd in 1998 gekozen voor peutertandpasta met 500-750 ppm fluoride, de helft van de concentratie van de gewone fluoridetandpasta met 1000-1500 ppm fluoride, in plaats van de 250 ppm fluoride die tot dan toe gangbaar was. Bij deze concentratie is het niet meer nodig om, naast peutertandpasta, nog fluoridetabletjes voor jonge kinderen te blijven gebruiken.

Pre-eruptief effect van minder belang
Vóór 1982 werd nog veel belang gehecht aan een pre-eruptief effect (inwendig effect, vóór de doorbraak) van fluoride. Uit gegevens verzameld in Tiel en Culemborg gedurende de periode dat in Tiel het drinkwater werd gefluorideerd (1953-1973) werd afgeleid dat gebitselementen die doorbraken in het jaar waarin de drinkwaterfluoridering startte, meer door cariës werden aangetast dan elementen die nog in de vormings- of pre-eruptieve maturatiefase verkeerden toen de drinkwaterfluoridering begon. Hieruit – en uit vergelijkbare onderzoeken uitgevoerd in andere landen – kan worden geconcludeerd dat fluoride toegevoegd aan drinkwater een pre-eruptief effect heeft. Op theoretische gronden mag worden aangenomen dat zo’n effect ook uitgaat van fluoride die voor de doorbraak van de elementen worden gebruikt. Overtuigende onderzoeksgegevens die zo’n effect aantonen, ontbreken echter. Uit de twee in Nederland uitgevoerde onderzoeken kon een dergelijk effect niet worden afgeleid.

Werking van fluoride op het gebit
Als iemand cariëslaesies krijgt, wijst dit erop dat te vaak, te veel en te lang ontkalkend zuur in de mond aanwezig is en dat de remineraliserende krachten van het speeksel op het tandglazuur te kort schieten. Het evenwicht tussen de- en remineralisatie is verstoord. Frequent gebruik van suikers is hiervan de oorzaak. Fluoride kan dit uit balans gebrachte evenwicht verregaand herstellen, met name als het tweemaal per dag tijdens de gebitsreiniging op tanden en kiezen wordt aangebracht.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de pre- en de post-eruptieve werking van fluoride. Veruit de belangrijkste van de twee is de post-eruptieve werking, dus de werking na de doorbraak van de gebitselementen.

Post-eruptieve werking
De belangrijkste bijdrage aan de remming van het cariësproces wordt geleverd door fluoride dat in de tandplak wordt opgenomen. Tandplak is vrijwel altijd aanwezig, ook nog nadat de tanden zijn gepoetst. Het cariësproces wordt geremd via de volgende mechanismen:

  • Remming van de demineralisatie
    Door de aanwezigheid van fluoride in de tandplak wordt de ontkalking van het glazuur geremd, dat wil zeggen er kan minder tandmateriaal oplossen.
  • Bevordering van de remineralisatie
    Hierdoor kunnen beginnende cariëslaesies herstellen. Fluoride wordt ingebouwd waardoor vooral kort na de doorbraak een kwalitatieve verbetering van het glazuur optreedt (maturatie).
  • Remming van de zuurvorming
    De zuurvorming door bacteriën wordt in aanwezigheid van fluoride geremd, met als gevolg dat de ‘zuuraanval’ iets minder sterk wordt. Deze werking is minder belangrijk.

Fluoride in de tandplak heeft maximale werking op poreus glazuur dat in de rijpingsfase verkeert, carieus is of beschadigd is door afslijpen of zuur. Een klein deel van het fluoride is in de tandplak aanwezig als vrije fluoride-ionen, terwijl de rest van het fluoride reversibel is gebonden en dus weer kan vrijkomen. Als de fluorideconcentratie van een toepassing hoog is, zoals bij een fluoride applicatie, ontstaat er een depot van calciumfluoride in het glazuur. Door het langzaam oplossen van dat calciumfluoride komen fluoride-ionen vrij die in het glazuur kunnen worden ingebouwd. Tevens wordt in aanwezigheid van voldoende calcium en fosfaat vanuit de plak of het speeksel de (re)mineralisatie bevorderd. Bij de cyclus van de- en remineralisatie wordt de tand voortdurend sterker: het best oplosbare tandmineraal lost het eerst op en wordt vervangen door minder oplosbaar materiaal.

Pre-eruptieve werking
De pre-eruptieve werking, dus de werking vóór de doorbraak van de gebitselementen, is van geringer belang, maar er werd vroeger veel belang aan gehecht. Daarbij wordt fluoride ingebouwd in glazuur en – in mindere mate – in dentine. Fluoride kan alleen nadat het is opgenomen uit het maagdarmkanaal, via de bloedbaan de gebitselementen bereiken. Het wordt dan voornamelijk opgenomen in het bot en in het zich vormende glazuur en in het dentine. Fluoride stimuleert de vorming van grotere en regelmatiger kristallen (voornamelijk hydroxylapatiet) en vormt via inbouw en uitwisseling van anionen een geringe hoeveelheid hydroxylfluorapatiet. Glazuur en – in mindere mate – dentine lossen hierdoor iets minder snel op en zijn zo beter bestand tegen cariës. Gedurende de hele vormings- en pre-eruptieve maturatiefase (rijpingsfase) van tijdelijk en blijvend gebit kan fluoride deze effecten hebben. Als alle elementen zijn doorgebroken, zijn er geen mogelijkheden meer voor een pre-eruptief effect. Het pre-eruptieve effect houdt geen stand als ook niet na de doorbraak fluoride wordt gebruikt. Niet alleen fluoride tabletjes, maar ook tandpasta, waarbij de fluoride na het poetsen in de mond achterblijft en daarna wordt doorgeslikt heeft een gering pre-eruptief effect op de nog niet doorgebroken elementen.

De gevolgen van teveel fluoride
De schadelijke effecten van fluoride kunnen ruwweg worden verdeeld in acute toxiciteit door eenmalige overdosering en schadelijke effecten op lange termijn door chronische overdosering.

  • Acute intoxicatie door eenmalige overdosering van fluoride
    Het belangrijkste gevaar van een eenmalige hoge overdosering is, dat een zeer hoge fluorideconcentratie de vrije calciumconcentratie in het bloed verlaagt (hypocalciëmie) en het kaliumniveau verhoogt (hyperkaliëmie), waardoor kramptoestanden, stuiptrekkingen, ademhalingsstoornissen en hartstilstand kunnen optreden en een meestal snelle dood het gevolg kan zijn. De geschatte mogelijke letale dosis is 5 mg per kilogram lichaamsgewicht. De verschijnselen bestaan uit misselijkheid en in ernstiger gevallen transpiratie, braken, buikpijn en diarree. Er zijn diverse factoren, zoals het lichaamsgewicht, de mate van maagvulling en vooral de tijd, die is verstreken sinds het fluoride werd genomen, die mede bepalend zijn voor de ernst en dus de behandeling van de intoxicatie. De verstreken tijd is relevant, omdat fluoride – zeker bij een lege maag – binnen een half uur uit de maag is geresorbeerd en in het bloed is opgenomen.
    Voor volwassenen vormen de meeste fluoride producten voor thuisgebruik een verwaarloosbaar risico, bovendien zullen zij zelden de neiging hebben de producten te `eten of drinken’. Echter een tube tandpasta voor volwassenen bevat een totale hoeveelheid fluoride die bij opeten van de hele tube dodelijk kan zijn voor een kind. Er zit ca. 1 mg fluoride in 1 centimeter of 1 gram tandpasta. Het is denkbaar dat een kind snoept van de tandpasta of de fluoride tabletjes of drinkt van fluoride vloeistof. Fluoride producten dienen dan ook buiten bereik van kleine kinderen te worden bewaard. Producten met hoge concentratie in de tandartspraktijk kunnen bij ondeskundig gebruik gevaar opleveren.
  • Chronische overdosering van fluoride
    Chronische overdosering kan zich manifesteren in de vorm van witte streepjes en/of gevlekt glazuur, aangeduid als tandfluorose, ook wel als mottling, mottled enamel, zebratanden en dentale fluorose. Fluoride heeft al bij relatief lage concentraties in het plasma een negatief effect op de vorming van tandglazuur. Een relatief `veilige’ dosis waaronder geen fluorose optreedt lijkt niet te bestaan, maar voor alle preparaten die lokaal effectief zijn in de preventie van cariës, zoals bijvoorbeeld peutertandpasta, is de concentratie fluoride zo gekozen dat optreden van zichtbare fluorose verwaarloosbaar is. Ook hier geldt wel dat abnormaal gedrag, zoals snoepen uit de tube tot ongewenste effecten kan leiden.

Maatregelen bij acute intoxicatie
Voor kinderen kan globaal van een geringe acute intoxicatie worden gesproken bij opname tot 25 mg fluoride. Deze hoeveelheid komt overeen met:

  • 1/4-1/3 tube gewone fluoridetandpasta
  • 1/2-2/3 tube fluoride-peutertandpasta
  • 100 fluoridetabletjes
  • 6 g gel met 0,4% fluoride
  • 25 ml spoelvloeistof met 0,1% fluoride (voor wekelijks gebruik)
  • 100 ml spoelvloeistof met 0,025% fluoride voor dagelijks gebruik

De maatregel die bij een geringe acute intoxicatie moet worden genomen is het slachtoffer laten braken en veel melk laten drinken. Als geen melk voorhanden is, is water of een andere drank ook geschikt. Melk is het beste, omdat het calcium uit de melk fluoride bindt en opname uit de maag remt. Door te drinken wordt de uitscheiding van fluoride bevorderd.

Bij het binnenkrijgen van 75 of meer mg fluoride (¾ tot 1 tube fluoridetandpasta, 1½ tot 2 tubes peutertandpasta of 300 fluoridetabletjes) binnen korte tijd, moet, naast bovengenoemde maatregelen, het slachtoffer snel naar het ziekenhuis worden gebracht om zo nodig de maag leeg te laten pompen en schoon te laten spoelen. Verder dienen laxantia te worden gebruikt.

Carcinogeniteit en allergeniteit
Voor eventuele carcinogeniteit zijn geen aanwijzingen gevonden, noch voor allergeniteit.

Fluorose in het blijvend gebit
Fluorose, ofwel gevlekt glazuur, ontstaat tijdens de tandvorming. Zolang het niet in ernstige mate optreedt, is het uitsluitend een esthetisch probleem. Echter niet alle witte strepen of vlekken zijn het gevolg van fluorose; ook bijvoorbeeld carieus ontkalkt glazuur ziet er krijtachtig wit uit. Alleen een tandarts of mondhygiënist met ervaring kan het verschil zien. In Nederland worden uitsluitend lichte overdoseringen van fluoride, en als gevolg daarvan slechts matige verstoringen van de glazuurvorming waargenomen. Omdat de snijtanden (incisieven) zo goed zichtbaar zijn, is de vormingsperiode van de blijvende snijtanden van belang. De vorming van het glazuur van de snijtanden start in de 3e of 4e maand van het eerste levensjaar. Vanaf ongeveer ½ tot 4½ jaar wordt het later zichtbare glazuur van de snijtanden gevormd. De meest kwetsbare periode voor de snijtanden ligt daarom tussen ½ en 4½ jaar.

Er zijn verschillende onderzoeken gedaan die een bijdrage hebben geleverd aan het inzicht in de factoren die verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van fluorose. Uit experimenten met ratten is gebleken dat zowel een permanent verhoogde plasma-fluorideconcentratie boven een bepaalde grenswaarde als één- of tweemaal per dag optredende pieken in de plasma-fluorideconcentratie fluorose kunnen veroorzaken. Bij mensen is onderzoek gedaan naar fluorideconcentraties in het bloed na fluoride-opname. Daarbij bleek de hoogte van de piek fluoride concentratie leeftijdsafhankelijk te zijn. De snelheid waarmee fluoride uit de maag wordt opgenomen, hangt mede af van de maagvulling. Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij geringe maagvulling, is bij kinderen tot en met vier jaar een inname van 0,50 – 0,75 mg (2-3 fluoride-tabletjes) fluoride voldoende om de serum fluorideconcentratie tot boven een kritieke waarde voor fluorose te laten stijgen.

Het is moeilijk onderzoek te doen naar de factoren die fluorose bij de mens veroorzaken. Fluorose is immers pas een aantal jaren nadat een kind een tijd lang teveel fluoride heeft gehad zichtbaar. Bij kinderen met fluorose-verschijnselen moet dus worden achterhaald welke vormen van fluoride zij jaren geleden hebben gebruikt. Onderzoek waarbij het gebruik van fluoridetabletten en fluoridetandpasta tijdens de kleuterperiode werd vastgelegd en de fluorose-prevalentie op oudere leeftijd werd onderzocht, liet zien dat er vooral een verband bestaat tussen het gebruik van fluoridetabletten en het vóórkomen van fluorose. Wanneer de resultaten van de verschillende onderzoeken tezamen worden beschouwd, kan worden geconcludeerd dat bij juist gebruik van de bestaande fluoridepreparaten bij kinderen in de kritieke leeftijdsfase een verwaarloosbaar risico op fluorose bestaat.

Bron:
Ivoren Kruis
NMT
Baart JA, Loveren C: Het fluorideadvies ter voorkoming van tandcariës, 2004

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Meerdere-soorten-fluoridebehandelingen-werken-mogelijk-bij-oudere-volwassenen

Wat adviseert u over fluoride ter voorkoming van cariës?

Het toenemende aantal slechte kindergebitten geeft het belang van preventie aan. Wat adviseert u als het om fluoride gaat? Een overzicht van het basis fluoride advies en de aanvullende maatregelen.

Fluoride advies
Het fluoride advies bestaat uit een basisadvies en een advies voor aanvullende maatregelen. Het fluoride basisadvies geldt voor iedereen en het advies voor aanvullende fluoride maatregelen is bedoeld voor mensen met een verhoogd cariësrisico.

Het fluoride basisadvies is in 1998 opgesteld op initiatief van het Ivoren Kruis en wordt onderschreven door de NMT, de NVM, de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (het Landelijk Centrum Ouder- en Kindzorg) en GGD Nederland.

Fluoride basisadvies

0 t/m 1 jaar
Vanaf de doorbraak: 1 x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750 ppm fluoride).

2 t/m 4 jaar
2 x per dag poetsen met fluoride peutertandpasta (500-750 ppm fluoride).

5 jaar en ouder
2 x per dag poetsen met gewone fluoride tandpasta (1.000-1.500 ppm fluoride).

Aanvullende maatregelen

Voor alle leeftijden geldt: extra maatregelen op individueel advies van de consultatiebureau arts, tandarts of mondhygiënist.

1. Cariës en niet volgen van fluoride advies
Iemand met cariësactiviteit die het fluoride basis advies niet volgt, moet allereerst worden gemotiveerd om het basisadvies wél te volgen. Ga na waarom het basisadvies niet wordt gevolgd. Is het een kwestie van onvoldoende kennis, motivatie of vaardigheden?

Het basisadvies kan worden aangepast aan individuele omstandigheden. Ook kan voedingsvoorlichting gewenst zijn.

Mogelijke aanvullende maatregelen

  • Een fluoride applicatie met gel-in-lepel
  • Lokale vloeistofapplicatie met wattenstaafje of penseel met 1% fluoride, na gebitsreiniging met fluoride tandpasta
  • Fluoride lak

Bij kinderen jonger dan zes jaar mag alleen een applicatie met fluoride lak worden toegepast.

Additioneel fluoride gebruik
Additioneel fluoride gebruik via zelfzorg kunt u over het algemeen beter niet adviseren aan patiënten die het fluoride basisadvies niet volgen. Als er te weinig motivatie is om het basisadvies te volgen, zal de compliance ten aanzien van aanvullend fluoride gebruik waarschijnlijk nog slechter zijn.

Een uitzondering vormen kinderen die het fluoride basisadvies niet goed kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld kinderen tot twee jaar waarbij het niet lukt om de tanden te poetsen. Fluoride tabletjes kunnen dan een alternatief bieden.
Een ander alternatief voor peuters ouder dan 1 jaar die slechts éénmaal per dag poetsen: éénmaal per dag een klein beetje fluoride tandpasta voor volwassenen gebruiken of een beetje tandpasta op de tanden aan brengen.

2. Cariës en wél volgen fluoride advies

Poetsinstructie
Bij een patiënt met cariësactiviteit die aangeeft het basisadvies te volgen, moet allereerst worden gekeken of dit echt zo is. Wordt er niet te snel, te kort en/of te oppervlakkig gepoetst? Een poetsinstructie kan in deze situatie helpen.

Voedingsgedrag
Ook het voedingsgedrag moet worden bekeken. Hoe vaak worden er tussendoortjes (voedsel én drank) genuttigd?

Extra fluoride
Sommige mensen zijn cariësgevoeliger dan anderen, bijvoorbeeld door lage speekselsecretie en lage speeksel pH. Deze patiënten zullen extra aandacht aan hun gebit moeten besteden door één of meer extra fluoride momenten per dag te creëren. Echter maximaal 4, inclusief poetsmomenten.

Extra fluoride momenten

  • Eénmaal per dag extra poetsen met fluoride tandpasta
  • Gebruik van één of twee fluoride tabletjesGebruik één fluoride tabletje per keer, niet direct na het poetsen en niet op de nuchtere maag.Fluoride tabletjes moeten door de hele mond worden bewogen en zo lang mogelijk in de mond worden gehouden. Ook kan thuis dagelijks worden gespoeld met een 0,025% fluoride oplossing of – op uitdrukkelijk voorschrift van de tandarts – wekelijks met een 0,1% fluoride oplossing. De patiënt kan zelf z’n voorkeur aangeven voor de wekelijkse of dagelijkse methode.
  • Orthodontie patiënten
    Het spoelen met een fluoride oplossing is geïndiceerd bij orthodontie patiënten. Daarnaast is de toepassing van een professionele fluoride applicatie (fluoride lak met wattenstaafje of penseel, fluoride vloeistof of gel-in-lepel) zinvol.

3. Cariësvrij maar niet volgen fluoride advies

Bij cariësvrije mensen die het fluoride advies niet volgen zijn geen aanvullende fluoride maatregelen geïndiceerd. Wél moet deze persoon worden gemotiveerd het basisadvies te gaan volgen. Bij tandplak, is in ieder geval een poetsinstructie op zijn plaats.

4. Cariësvrij en wél volgen fluoride advies

Sommige patiënten willen maximale zekerheid als het om cariëspreventie gaat. Bij advisering over extra poetsen, spoelen met fluoride, het gebruik van fluoride tabletjes en professionele fluoride applicaties dient u zich te realiseren dat:

  • Extra tandenpoetsen het risico op slijtage van het glazuur met zich meebrengt
  • Additioneel gebruik van fluoride tabletjes bij jonge kinderen risico op fluorose geeft, zeker bij onjuist gebruik.
    Onjuist gebruik is: het tabletje meteen na het poetsen of direct op de nuchtere maag nemen. Ook moet erop worden gewezen dat het pre-eruptief effect van fluoride veel minder groot is dan altijd werd aangenomen. Veruit de belangrijkste werking van fluoride blijft de locale werking direct in de mond.
  • Fluoride applicatie vanuit kosten-baten verhouding niet effectief is. Als ieder cariësvrij kind elk half jaar een fluoride applicatie zou krijgen, zou er sprake zijn van overbehandeling. Het gebit zou immers bij veel kinderen ook zonder applicaties cariësvrij blijven.

Uiteindelijk zal de keuze voor extra fluoride maatregelen in overleg tussen patiënt (of diens ouders) en de tandarts moeten worden gemaakt.

Evalueren
Het is goed als de tandheelkundig zorgverlener bij kinderen op bepaalde momenten een evaluatie doet tijdens een uitgebreide halfjaarlijkse controle. Op zo’n bezinningsmoment wordt de gehele gebitssituatie beoordeeld alsof men voor het eerst de mond bekijkt. Indien nodig worden daarbij röntgenfoto’s gemaakt. Deze evaluaties vinden plaats op de volgende leeftijden:

  • 4-4½ jaar – hele melkdentitie compleet
  • 6-7 jaar – doorbraak van de eerste molaren
  • 14-14½ jaar – enige tijd nadat het blijvend gebit compleet is
  • 17-17½ jaar – laatste keer voor volwassenheid

Meer informatie
Klik hier voor meer informatie over fluoride.

 

Bron:
Ivoren Kruis
NMT
Baart JA, Loveren C: Het fluorideadvies ter voorkoming van tandcariës, 2004

 

Lees meer over: Cariës, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Belang preventieve mondzorg bij kinderen en de rol van de mondhygiënist op de kaart bij de gemeente

Preventie: naar wie verwijs ik?

De mondhygiëniste wordt omschreven als dé preventiespecialist. Tegenwoordig zijn er ook preventieassistenten. Wie kan er naar wie worden verwezen? Hier een heldere omschrijving.

Kinderen

0-6 jarigen
Het consultatiebureau is de eerste instantie die ouders van kinderen tot 3 à 4 jaar voorlichting geeft. Vanaf het 1e tandartsbezoek kan de tandarts de voorlichtingstaken overnemen of delegeren naar de preventieassistent/mondhygiënist. Bij deze leeftijd is het belangrijk dat er verkeerde mondgewoontes worden opgespeurd zoals mondademhaling, duim- of fopspeenzuigen of gebruik van een zuigfles.

6-12 jarigen
Op 6-jarige leeftijd breekt normaliter de 1e molaar door, een belangrijk preventiemoment.
Op deze leeftijd kunnen zich makkelijk trauma’s ontwikkelen, bijvoorbeeld voor de tandarts. Een preventieve behandeling is een goede kennismaking met behandeling van de tandarts of mondhygiënist. U kunt ook handig gebruik maken van de fantasie van kinderen voor het leren omgaan met angst en pijn.

12-18 jarigen
Rond de 12 jaar gaan kinderen naar de middelbare school en komen ze in de puberteit.
Lichamelijk en geestelijk verandert er veel. Dit gaat vaak hand in hand met veranderingen in het eetpatroon, het poetsgedrag en de zelfzorg. Kortom: een leeftijd waarop cariës, erosie en gingivitis zich in rap tempo kunnen ontwikkelen.

Controle-model
Het is van groot belang dat tijdens de controle het onderstaande model wordt gebruikt en dat er tijdig bitewings worden gemaakt.

Hoe vaak opnamen?

  • Laag risico – 24 maanden interval
  • Matig tot hoog risico – 12 maanden interval

Matig tot hoog risico:

  • Weinig fluoridegebruik
  • Slechte mondhygiëne
  • Afwijkende voedingsgewoonten en frequent suikergebruik
  • Onregelmatig tandartsbezoek
  • Onvoldoende speekselvloed

Score
De volgende score kan worden gemaakt vanaf het doorbreken van de eerste blijvende molaar tot aan het 18e jaar. De score kan door de tandarts worden gemaakt tijdens de half- jaarlijkse controle.

1 punt 2 punten
Medewerking ouders/kind Goed Onvoldoende
Actieve cariës ergens in de mond Nee Ja
Doorbraakstadium Volledig Gedeeltelijk
Actieve cariës in het occlusale vlak van de M1 Nee Ja
Onvoldoende mondhygiëne en/of fluoridegebruik Nee Ja
  • 5 punten
    Dit is de minimale score. Er hoeven er geen preventieve maatregelen worden getroffen. Er
    kunnen voorlichtingsleaflets en bijvoorbeeld een poetsdiploma worden meegegeven.
  • 6 punten en 7 punten zonder cariës
    Er wordt een ‘poetsles’ gegeven en eventueel geseald (indicatie wordt door de tandarts of mondhygiënist gesteld) door de preventieassistent of mondhygiënist. Het kind komt na 3 maanden op nacontrole. Bij de halfjaarlijkse controle wordt bekeken of het kind vervolgens weer moet komen. Is er weer een zitting nodig, dan wordt er wederom na 3 maanden geëvalueerd. En ga zo maar door.
  • 6 punten en 7 punten met cariës tot en met score 10
    Er wordt een ‘poetsles’ gegeven en aanvullende preventieve maatregelen worden genomen door de mondhygiënist. De patiënt moet vervolgens elke 6 weken terug komen tot aan de volgende controle. Patiënten die doorgestuurd zijn naar de mondhygiënist, blijven bij de mondhygiënist tot aan de controle.

Afwijking protocol

  • Bij onvoldoende medewerking van ouder/kind, kan het protocol altijd worden afgebroken als blijkt dat de ouder/kind totaal niet te motiveren valt en dus het preventieve protocol zo goed als zinloos is.
  • Bij erosie en ontwikkelingsstoornissen wordt er altijd doorgestuurd naar de mondhygiënist.

Volwassen

Preventieve interventie bij kinderen heeft voornamelijk als doel cariës en/of erosie te voorkomen. Bij de volwassenen ligt dit voornamelijk op een ander vlak. Bij de preventie voor volwassenen zal meer de nadruk liggen op het voorkomen van parodontitis.

Bij ouderen is het belangrijk om op tandhalscariës te letten en preventieve middelen in te zetten. Ook andere ontstekingen, zoals stomatitis, zijn voor deze groep van belang. Dit kan een pneunomie veroorzaken. Xerostomie komt tevens voor bij deze patiëntengroep. Ook hiervoor kan verwezen worden naar de mondhygiënist.

Dutch Periodontal Screening Index (DPSI) – Parodontologie protocol

Bij kinderen wordt een model gebruikt om te bepalen welke kinderen preventieve interventie nodig hebben.
Bij volwassenen wordt een meting gebruikt waarbij men het tandvlees op conditie beoordeeld. Deze is onder te verdelen in categorieën A, B en C.

Categorie A

DPSI 0

  • Geen pockets dieper dan 3 mm
  • Geen bloedingen na sonderen
  • Geen tandsteen
  • Geen overhangende restauratie(s)

DPSI 1
Idem als bij index 0, maar wèl bloeding na sonderen.

DPSI 2
Idem als bij index 1, maar met tandsteen en/of overhangende restauratie(s).

Categorie B

DPSI 3-
Pockets van 4-5 mm met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s)
ZONDER waarneembare recessie(s) bij de verdiepte pocket(s).

Categorie C

DPSI 3+
Pockets van 4-5 mm met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s) MET waarneembare recessie(s) bij de verdiepte pocket(s).

DPSI 4
Eén of meer pockets van tenminste 6 mm diep, met bloeding na sonderen, met tandsteen en/of overhangende restauratie(s).
Voor patiënten die op grond van de DPSI gescreend worden in categorie A is verdergaande parodontale diagnostiek en behandeling met betrekking tot het parodontale behandelingsprotocol niet geïndiceerd. Patiënten in categorie A met tandsteen of gingivitis behoeven voorlichting over mondhygiëne en bij hen moet tandsteen worden verwijderd door de mondhygiënist of preventieassistent. Bij subgingivaal tandsteen dient dit te geschieden bij de mondhygienist. Er hoeft echter geen parostatus te worden gemaakt. Wel dient er na het tandsteen verwijderen te worden gecheckt of de pockets niet dieper zijn dan aanvankelijk werd aangenomen.

Voor patiënten gescreend in categorie B en C is verdergaande parodontale diagnostiek door de mondhygienist wél geïndiceerd om daarmee de daadwerkelijke parodontale behandelingsbehoefte te kunnen vaststellen. 3-B is een mogelijke paropatiënt, 3+ en 4 C zijn paropatiënten. Aan de hand van diagnostiek kan er eventueel verwezen worden naar de parodontoloog. Dit zal vooral geïindiceerd zijn bij complicaties zoals furcaties en angulaire defecten.

Behandeling DPSI 1 en 2
Deze patiëntencategorie kan worden behandeld door de preventieassistent en eventueel door de mondhygiënist. De patiënten blijven zoveel mogelijk bij dezelfde behandelaar. Bij subgingivaal tandsteen wordt er enkel naar de mondhygiënist doorverwezen.

Behandeling DPSI 3 en 4
Deze categorie valt niet meer onder preventie. Deze patiënten dienen te worden doorgestuurd naar de mondhygiënist voor een eventuele parobehandeling.

18-22 jaar

Deze leeftijdscategorie wordt apart genoemd: zij vallen nu nog onder de basisverzekering. Dit is daarmee de laatste kans om preventieve maatregelen in te zetten, zonder dat dit de patiënt geld kost. Bovendien gaan deze jong volwassenen vaak een aantal veranderingen door waardoor wederom het gedrags-, leef- en eetpatroon kan veranderen. Dit betekent wellicht een verhoging van het cariës-, gingivitis- en erosierisico.

ANUG
Acute necrotiserende ulcererende gingivitis is een zeldzame maar zeer pijnlijke vorm van gingivitis met soms spontane bloedingen. Kenmerkend zijn de necrotische papillen. Het treft vaak pubers en jongvolwassenen. Soms hebben deze patiënten een ziekte onder de leden zoals HIV. Andere oorzaken zijn stress, roken en matige lichaamsverzorging. Patiënten met ANUG dienen naar de mondhygiënist doorgestuurd te worden. Stuur deze patiënten ook door naar de huisarts voor een bloed- en HIV test.

De medisch gecompromitteerde patiënt

Er is medisch steeds meer mogelijk waardoor er meer zieke en oudere mensen in de praktijk komen. Een verzwakte afweer en medicatie gaan vaak hand in hand met ontstekingen en andere aandoeningen in de mondholte. Deze patiënten moeten extra in de gaten worden gehouden en zo nodig worden doorgestuurd naar de mondhygiënist. De preventieassistent is hiervoor niet opgeleid.

Voorbeelden hiervan zijn patiënten met:

  • Geplande orgaantransplantatie (ontstekingsvrij houden, excessieve tandsteenvorming, infectiegevoelig, gingivahyperplasie)
  • Heamodialyse en nier-insufficientie (excessieve tandsteen vorming, afwijkend rontgenbeeld, metaal smaak, foetor ex ore, bleke gingiva)
  • Reumatische aandoeningen (SLE, sclerodermie, sydroom van Sjogren etc)
  • Diabetes mellitus (snel tandvleesontsteking, wisselwerking met medicijnen)
  • Bloedziekten (voorkomen van infecties, angstig voor bloeden, hoge bloedingsneiging)
  • Hyposialie
  • HIV
  • Kanker

Ook zwangere vrouwen behoren tot deze groep.

Bron:
Het Nexø-model: als inspiratie en dit model is vertaald naar een werkbare Nederlandse wijze
Kindertandheelkunde 2
NVVP
Beroepsprofiel mondhygiënist

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
VGZ en KNMT in gesprek over inkoopbeleid

Wat vertelt u mij daar?!

Een enquête* onder mensen met een (partiële) prothese heeft voor de onderzoekers de bekende ‘open deuren’ maar ook opmerkelijke bevinden opgeleverd. Één belangrijke conclusie willen wij u niet onthouden. Wellicht vindt u hierin zelfs een aanknopingspunt voor de informatieverstrekking vanuit uw praktijk.
Aan volwassenen – mannen en vrouwen – met een (partiële) gebitsprothesen zijn vragen voorgelegd over mondhygiëne. De resultaten waren:

  • Het overgrote deel (ongeveer 65%) van de respondenten in de leeftijd 45-70 poetst nog dagelijks zijn prothese met tandpasta en de gewone tandenborstel.
  • Bijna 50% van de respondenten geeft aan (daarnaast) bruistabletten te gebruiken voor het reinigen van de prothese.
  • Slechts een kleine 10% van de mensen geeft aan een detergent (vloeibare reiniging) te gebruiken speciaal ontwikkelt voor het schoonpoetsen of -spoelen van hun prothese.

Top 3 kenmerken voor keuze reinigingsproduct prothese
De belangrijkste kenmerken (top 3) bij het maken van de keuze voor een product waarmee de prothese schoongemaakt wordt zijn volgens diezelfde respondenten:

  • Verwijderen van hardnekkige aanslag (72%)
  • Doden van bacteriën (49%)
  • Niet agressieve werking op gladde oppervlakten (45%)

Prothese dragers weten onvoldoende over effecten reinigingsproducten
Hoe komt het dan toch dat de gewone tandenborstel in combinatie met tandpasta nog steeds de meest populaire producten zijn om de prothese schoon te maken? Respondenten –die over het algemeen al meer dan 3 jaar een prothese dragen – weten onvoldoende de effecten van bepaalde producten op de gladde oppervlakten van hun prothese. Dit maakt voorlichting aan mensen met een prothese nog steeds een actueel onderwerp in de dienstverlening vanuit uw praktijk.

Voorlichting dental professional belangrijk
De tandarts is de belangrijkste bron van informatie over het schoonmaken en schoonhouden van de prothese. Toch is er ook een groep met dezelfde grootte (ongeveer 40%) die aangeeft nooit door iemand geadviseerd te zijn over mondverzorging bij een prothese. Ondanks dat men hier wel behoefte aan heeft en het, zoals eerder bleek, ook noodzakelijk is.
Wordt vervolgd …

*Bron: Multiscope, augustus 2009

Door: Nycomed

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Reiniging, desinfectie van oppervlakken, ruimten, apparatuur en materialen (Word bestand)

Hoe reinigt u een prothese?

Wanneer u opzoek gaat naar informatie over het onderhouden van een gebitsprothese, komt u al snel in verwarring. De een zegt dit, de ander dat. Hoe zit het nu?

Welk reinigingsmiddel wel?

  • Lauw water met (groene) zeep mag altijd
    Het liefst na elke maaltijd en voor het slapen gaan.
  • Een protheseborstel voor dagelijks gebruik
    Met een protheseborstel kan de prothese goed worden gereinigd omdat men hiermee ook in de nauwe ruimtes kan. Een nagelborstel kan gebruikt worden als het flink geschrobd moet worden.
  • Tandpasta af en toe
    Het schuurmiddel in tandpasta’s kan het toplaagje van de prothese beschadigen. Hierdoor wordt het ruw en wordt zo dus een retentieplaats voor plak, tandsteen en aanslag. Echter kan de prothese best wat hebben en kan het dus wel af en toe gebruikt worden.
  • Schoonmaakazijn af en toe
    Dit kan af en toe om een lichte aanzet van tandsteen te verwijderen. Echter zijn techniekers hier niet zo blij mee als ze de prothese een keer moeten repareren: er komt dan een erg nare geur vanaf. Ook wordt er niet alle aanslag mee verwijderd.
  • Ecosym dagelijks
    Met Ecozym gel kan de prothese dagelijks worden gereinigd.
  • Ecosym Forte wekelijks
    3-4 dopjes met de oplossing in de gebitsbox (van Ecosym). Neem de prothese uit de mond en leg deze op het rooster van de gebitsbox. Vul de gebitsbox met lauw water totdat de prothese geheel is ondergedompeld. Na een aantal uur (6-8) wordt het optimale schoonmaak resultaat behaald. Neem het rooster uit de gebitsbox en laat de prothese goed af spoelen met lauw water.
  • Bruistabletten af en toe
    Bruistabletten kunnen eveneens de oppervlakten van de prothese beschadigen (ruw maken) en dus een retentieplaats voor plak, tandsteen en aanslag worden. De bruistabletten zijn wel effectief tegen bruine (hardnekkige) aanslag.
  • Sporadisch een heel klein druppeltje bleek in een glas water
    Dit kan geen kwaad en maakt de prothese weer helder wit. Uiteraard moet de prothese wel zeer goed afgespoeld worden! Op de langere termijn kan het de prothese doen verkleuren.

Welke niet?

  • Alcohol
  • Andere oplosmiddelen
  • Scharen, nagels, schuurmiddelen, veilen
  • Heet water; dit kan de prothese vervormen

Boven de wasbak
Zorg dan dat er een laag water in de wasbak staat. Wanneer de prothese wegglipt, gaat deze niet kapot.

Het bewaren van de prothese
De prothese moet bewaard worden in enkele druppels lauw water. Zonder water droogt de prothese uit waardoor de overgebleven plak en speeksel indroogt tot tandsteen. Sommigen zeggen dat de prothese dan zelfs zou kunnen krimpen. Maar dit lijkt een broodje aap verhaal. Als men de prothese in te veel water legt, kan er nog meer verkalking plaats vinden.

Reinigen binnen de tandarts- of mondhygiënistpraktijk
Het verwijderen van tandsteen en aanslag met handinstrumenten of met een tandsteenapparaat kan de prothese beschadigen. Een ultrasoon bad kan geen kwaad. De prothese kan ook met een grijs cupje en non-abrasieve polijstpasta worden schoongemaakt.

Reinigen bij de technieker
De technieker heeft speciale spullen om de prothese weer als nieuw te maken. Hij is de expert op dit gebied. Dus wanneer het u niet lukt om de prothese voldoende te reinigen, laat het dan aan de technieker over.

Uit of in?
De prothese moet ’s nachts worden uitgelaten. Wanneer deze namelijk tijdens de slaap wordt gedragen, kan het orale weefsel gaan ontsteken. Ook wel prothesestomatitis genoemd. Dit is te herkennen aan de roodheid.

Schimmelgroei
Ook schimmelgroei komt voor. Vooral ouderen lopen dan het risico op longontsteking bij het inademen van deze schimmels en bacteriën.

Chloorhexidine?
Bij een overkappingsprothese kan het nuttig zijn om chloorhexidinegel te gebruiken. De chloorhexidine wordt dan in de prothese gedaan; in de uitsparingen voor de elementen. Zo kunnen de elementen beschermd worden tegen cariës en de gingiva tegen ontstekingen. Chloorhexidine kan wel aanslag veroorzaken op de elementen.

De mondholte
Wat vaak vergeten wordt, is dat de mondholte ook nog gereinigd moet worden. Met name de tong is hier van belang. Als men de tong niet poetst, kan dit een nare geur gaan verspreiden. De tong kan met een tongreiniger schoon gehouden worden.
Ook het tandvlees moet worden gepoetst met een zachte tandenborstel. Hiermee wordt de doorbloeding gestimuleerd. Hiermee kan voorkomen worden dat de kaken versneld slinken.

Hechtmiddelen
Hechtmiddelen die lang worden gebruikt, bemoeilijken de hygiëne van de prothese.

Bronnen:
Diverse websites van tandtechnische laboratoria
Techniekers en mondhygiënisten van het MondhygienistenForum en Tandarts.nl
Ivoren Kruis

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Casus en uitleg de oorzaken van gebitsproblemen 400 230

Preventief beleid: wittevlekleasies bij orthontische behandeling

Tijdens een orthodontische behandeling met vaste apparatuur is het risico op het ontstaan van wittevleklaesies groot. Het doel van dit onderzoek was drieledig: inzicht verkrijgen in:

  • De preventieve maatregelen die in Nederland standaard in de orthodontische praktijk worden toegepast
  • Wanneer begonnen wordt met het gebruik van een fluoridespoelmiddel
  • Welke concentratie en frequentie van gebruik van een fluoridespoelmiddel worden aanbevolen

Hiervoor werd een schriftelijke enquête onder orthodontisten in Nederland gehouden. De vragenlijst werd door 154 orthodontisten (81%) ingevuld geretourneerd.

Resultaten

 

  • Een basisprotocol mondhygiëne werd door 93% bij aanvang van de behandeling toegepast.
  • Het merendeel (90%) adviseerde 1 keer per dag te spoelen met een fluoridespoelmiddel.
  • Meestal (85%) werd aanbevolen dit ’s avonds direct na het tandenpoetsen te doen.

Aanbeveling auteurs
De auteurs bevelen aan op een ander tijdstip dan na het tandenpoetsen te spoelen met fluoridespoelmiddel, waardoor het aantal fluoridemomenten per dag stijgt. Dit verhoogt de effectiviteit van deze preventieve maatregel tegen cariës.

Bron:
NTvT mei 2010
Auteurs: A.E.G. Kerbusch, A.M. Kuijpers-Jagtman, J. Mulder, W.J.M. van der Sanden

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z

Tweede Kamer stemt in met wetsvoorstel opsporing onverzekerden

De Tweede Kamer heeft op 19 mei unaniem ingestemd met het wetsvoorstel Opsporing onverzekerden. Minister Klink van Volksgezondheid wil met deze wet het aantal onverzekerden terugdringen. Uit de laatste cijfers van het CBS blijkt dat er nog altijd zo’n 152.000 onverzekerden zijn. Hiermee is circa € 140 miljoen euro aan gederfde premie gemoeid.

Het wetsvoorstel beoogt om verzekeringsplichtigen zonder zorgverzekering op te sporen door bestanden te koppelen. Een deel van de verzekeringsplichtigen kan zich nu nog onttrekken aan de verzekeringsplicht en tast daarmee de onderlinge solidariteit aan. Door het opsporen van onverzekerden én de aanpak van de wanbetalers scheelt dat voor alle andere verzekerden al snel zo’n 45 euro aan premie per jaar.

Met het wetsvoorstel worden de volgende maatregelen genomen:

Onverzekerden die door middel van bestandsvergelijking zijn opgespoord, krijgen eerst een brief van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Daarin worden ze gewezen op hun verzekeringsplicht en aangespoord een zorgverzekering te sluiten. Als blijkt dat zij dit na drie maanden nog steeds niet hebben gedaan, dan krijgen ze een boete van drie maal de standaardpremie per maand (circa € 300). Als na een nieuwe bestandsvergelijking blijkt dat de betrokkene nog steeds niet verzekerd is, dan wordt voor de tweede keer een boete opgelegd. Degenen die na twee boetes nog altijd onverzekerd blijken, zal het CVZ ambtshalve verzekeren bij een zorgverzekeraar. Zij zijn dan 12 maanden lang een bestuursrechtelijke premie verschuldigd ter hoogte van de standaardpremie (in totaal ongeveer 1200 euro). Deze wordt zo mogelijk via bronheffing geïnd.
De uitvoeringsorganisaties (SVB, CVZ en CJIB) staan klaar voor inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2011, onder voorbehoud van instemming door de Eerste kamer.

Voordat de wet in werking treedt, worden voorlichtingscampagnes ingezet om specifieke groepen onverzekerden te informeren.

Bron:
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Elektrische tandenborstel meest effectieve borstel tegen tandplak

Jeugd poetst niet graag elektrisch

Nederlandse jongeren houden er niet van hun tanden te poetsen met een elektrische tandenborstel. Dit blijkt uit onderzoek door Aquafresh onder 1000 inwoners van Nederland en België.

Ongeveer 83 procent van de jongeren onder de twintig jaar geeft de voorkeur aan de ouderwetse tandenborstel.

Onder de rest van de ondervraagden was ook een voorkeur voor poetsen met de hand. In Nederland heeft 41 procent een handtandenborstel. In België is de borstel in 53 procent van de badkamers te vinden.

Eén op de vijf (20 procent) van de ondervraagden geeft aan zowel een elektrische- als een handtandenborstel te gebruiken voor wittere tanden.

Mondwater
Uit het onderzoek bleek verder dat de populariteit van mondwater toeneemt. Van de Nederlanders gebruikt 15 procent dagelijks mondwater, tegenover 8 procent in België. In totaal spoelt 53 procent van de Belgen wel eens met mondwater. In Nederland is dit 44 procent.

Bron:
Nu

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Reinigen met een rubbercup niet effectief tegen gingivitis of cariës

Wat is het effect van de mechanische reiniging van gebitselementen met een rubbercup op de mate van gingivitis en cariës? Deze vraag stond centraal in een systematisch literatuuronderzoek waarin onder meer een inclusiecriterium was behandelafspraken met een interval van 4 maanden.

In 4 artikelen werd gevonden dat de profylactische behandeling niet nodig is vóór het appliceren van fluoride ter preventie van cariës bij kinderen. Deze uitkomst kan niet worden geëxtrapoleerd naar tieners en volwassenen. In 2 andere onderzoeken kon het voordeel van mechanische reiniging met rubbercup ter preventie van gingivitis niet worden aangetoond.
Uit deze onderzoeken volgt dat een profylactische behandeling van de gebitselementen met een rubbercup elke 4 maanden niet bijdraagt aan een vermindering van gingivitis.

Bron:
NTvT 

  • Azarpazhooh A, Main PA. Efficacy of dental prophylaxis (rubber cup) for the prevention of caries and gingivitis: a systematic review of literature. Br Dent J 2009; 7: e14.
  • Sampson C. Is routine dental prophylaxis effective? Evid Based Dent 2010; 1 :16-17.

 

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Voorbeeld Invoeren zorgplan

Nationaal verkiezingsdebat: Zeker over Zorg

Patiëntenorganisaties en verzekeraars debatteren met kamerleden over toekomst zorg.

Op dinsdag 1 juni organiseren de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad), de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) samen het nationale zorgverkiezingsdebat ‘Zeker over Zorg’. Patiëntenvertegenwoordigers en verzekeraars debatteren daar met (aanstaande) kamerleden over de toekomst van de zorg.

De zorg is op allerlei manieren in beweging. Patiënten en gehandicapten willen meer maatwerk en zeggenschap over zorg. Cliënten in de zorg, zorgverzekeraars en zorgverleners gaan meer samenwerken om zorg beter en goedkoper te maken. De toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg wordt bedreigd. Bijvoorbeeld door de gevolgen van de financiële crisis en de plannen om de eigen bijdragen te verhogen en het collectieve pakket uit te dunnen. De roep om de AWBZ ingrijpend te hervormen, wordt door de een als een bedreiging gezien en door de ander als een kans.

Kleur bekennen
Op 1 juni gaat de achterban van de CG-Raad, de NPCF en ZN over deze onderwerpen in debat met (aanstaande) ‘zorg-kamerleden’ van de belangrijkste politieke partijen. Thema’s die aan de orde komen tijdens het debat zijn de organisatie van de zorg, het vraaggestuurde stelsel, de betaalbaarheid van de zorg en de toekomst van de langdurige zorg. Op elk van deze thema’s moeten kamerleden kleur bekennen. Zij gaan duidelijk maken waar hun partij voor staat en hoe zij de cliënt in de zorg daadwerkelijk centraal stellen.

Het debat is bedoeld voor de leden en achterban van de CG-Raad en de NPCF, de zorgverzekeraars en andere geïnteresseerden uit de wereld van de zorg.

Organisaties
De CG-Raad is de koepelorganisatie van ruim 160 organisaties van chronisch zieken en gehandicapten. De CG-Raad wil dat iedereen daadwerkelijk kan meedoen aan het maatschappelijk leven. De CG-Raad behartigt levensbreed de collectieve belangen van haar leden.

De NPCF is een samenwerkingsverband van patiëntenkoepels- en organisaties. De federatie fungeert als platform voor gemeenschappelijke beleidsontwikkeling en belangenbehartiging op inhoudelijke thema’s.

ZN is de brancheorganisatie van de zorgverzekeraars in Nederland. ZN behartigt de belangen van verzekerden en de gemeenschappelijke belangen van zorgverzekeraars. Daarnaast zet de brancheorganisatie zich in voor ondernemingsruimte voor haar leden.

Het nationale zorgverkiezingsdebat ‘Zeker over zorg’ vindt plaats in Studio A12 te Bunnik en start om 14.00 uur. Aanwezigheid op uitnodiging.

Bron:
CG-Raad

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Een tandartspraktijk overnemen, hoe doe je dat?

IGZ beveelt sluiting tandartspraktijk in Barendrecht

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaf op 12 mei de directie van tandartspraktijk Duradent in Barendrecht (voorheen Maximakliniek) opnieuw een bevel tot sluiten op grond van de Kwaliteitswet Zorginstellingen. De tandartspraktijk voldoet niet aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg, waardoor ernstige risico’s ontstaan voor de kwaliteit van de geleverde zorg.

Onbevoegd tandheelkundige handelingen verricht
De inspectie bracht op 11 mei een onaangekondigd bezoek aan Duradent. De IGZ constateerde dat in de tandartspraktijk onbevoegd tandheelkundige handelingen werden verricht; een basisarts voerde tandheelkundige handelingen uit zonder dat hij daartoe bekwaam was. Dit is de tweede keer dat de IGZ deze man hierop op heterdaad heeft betrapt. Bovendien was de patiënt niet op de hoogte dat hij geen tandarts is.

Het bevel gaat in op 13 mei 2010 en is zeven dagen geldig. Zo nodig kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het bevel na zeven dagen verlengen.

Bevel tandartsenpraktijk Clinique du Commerce te Echt-Susteren verlengd
De minister van VWS heeft het bevel tot sluiten van tandartsenpraktijk Clinique du Commerce te Echt-Susteren verlengd. Dit betekent dat deze praktijk dicht blijft totdat de inspectie oordeelt dat ze weer verantwoorde zorg kan leveren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg sloot vorige week de praktijk omdat deze onder meer de richtlijn ‘infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk’ niet volgde en geen bevoegdheden had om röntgenapparatuur te gebruiken. Dit bracht ernstige risico’s voor de gezondheid van patiënten met zich mee.

Bron:
IGZ.nl

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
spoelen

Stof in chilipepers kan tot nieuwe pijnstiller leiden

Capsaïcine, de “hete” stof in chilipepers, is een handig instrument gebleken in de zoektocht naar een nieuwe manier van pijnbestrijding.

Onderzoekers van de Universiteit van Texas zeggen dat stoffen die lijken op capsaïcine in het menselijk lichaam worden aangetroffen op plaatsen waar pijn vastgesteld wordt.

Net zoals capsaïcine zich bindt aan cellen in het lichaam, doen de zuren die een gewond lichaam produceert dit ook. Deze stoffen veroorzaken, via receptoren, pijn.

Blokkeren
De productie van deze stoffen stoppen kan chronische pijn doen verdwijnen. Daarom ging het team onderzoeken of er een manier was om deze stoffen te blokkeren. Tests op muizen wezen uit dat het uitschakelen van een gen voor de receptoren ervoor zorgde dat de gevoeligheid voor capsaïcine verdween.

Nu willen de wetenschappers medicijnen ontwikkelen die hetzelfde effect teweegbrengen, zodat chronische pijn verholpen kan worden.

Bron:
Gazet van Antwerpen

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Pijn | Angst, Thema A-Z

Reactie NMT uitzending Tros Radar over tandartsen

Ondanks inspanningen van de NMT heeft de redactie van Tros Radar de keuze gemaakt om de NMT niet uit te nodigen of te interviewen in het kader van de uitzending van Tros Radar op maandag 10 mei. De NMT heeft onderstaande reactie gegeven.

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) betreurt het dat er patiënten zijn die ontevreden zijn en hoopt dat hun vervelende ervaring eenmalig was. Bijna 80% van alle tandartsen zijn lid van de NMT.
De reactie van de NMT:

1. Transparantie in de praktijk
De NMT wil samen met patiëntenorganisaties zorgen voor meer helderheid in de beroepskolom. We zijn daarom gestart met een project dat er voor moet zorgen dat het voor patiënten altijd duidelijk is of zij van doen hebben met een tandarts, of met bijvoorbeeld een mondhygiënist, of een tandartsassistent. Dat kan bijvoorbeeld door foto’s met naam en functie aanduiding duidelijk zichtbaar in de wachtkamer op te hangen, door dit op de website van de praktijk aan te geven, of door herkenbare naambordjes en kleding te dragen. Veel tandartspraktijken werken al op de manier. De NMT gaat dit samen met patiënten en consumentenorganisaties verder aanjagen. Het doel is dat de transparantie toeneemt en dat misverstanden als deze worden voorkomen.

Kortom, tandartsen willen dat de patiënt te allen tijde weet door welke tandheelkundige zorgverlener hij geholpen wordt.

2. Weinig klachten
Ieder jaar voeren tandartsen samen met hun medewerkers ruim 75 miljoen tandheelkundige ingrepen uit. Dit leidt tot minder dan 600 klachten per jaar bij de NMT. De kans dat een tandartsbezoek leidt tot een klacht is daarmee kleiner dan 1 op de 125 duizend. Alle tandartsen hebben overigens verplicht een klachtenregeling. De meeste tandartsen maken gebruik van de NMT-klachtenregeling. Uit een analyse door ons van die klachten ten behoeve van jullie uitzending blijkt dat klachten vooral tandheelkundige aspecten (45%) en patiëntrechtelijke aspecten (40%) betreffen. In geringere mate betreft het organisatorische aspecten (15%); onder deze laatste categorie vallen de klachten betreffende taakdelegatie en het toezicht op medewerkers.

Zowel het aantal klachten als de aard van de klachten tonen aan dat tandartsbezoek in Nederland gelukkig nagenoeg probleemloos verloopt. In rapport meldactie Mondzorg van de patiëntenfederatie NPCF beoordeelden patiënten de kwaliteit van de tandarts met een 7,6.

3. Patiënt heeft vrije keuze, NMT onderschrijft richtlijn Inspectie
Dat de taakdelegatie van tandartsen naar andere professionals heel sterk stijgende is valt in de praktijk wel mee, naar de mondhygiënisten stagneert deze zelfs. De meeste praktijken kennen nog steeds de klassieke organisatievorm met een tandarts die wordt bijgestaan door een assistent. Van belang is dat de patiënt vrij is om een tandarts te kiezen met een werkwijze die bij hem of haar past. Er zijn tandartsen die heel veel zelf doen en tandartsen die meer dan gemiddeld delegeren. De patiënt is vrij om daaruit zijn keuze te maken. De tandarts is en blijft overigens wel altijd verantwoordelijk en medisch tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het handelen van assistenten en mondhygiënisten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft hier regels voor gesteld die niets aan duidelijkheid te wensen over laten. De NMT onderschrijft deze circulaire volledig.

Kortom, de patiënt is vrij om te kiezen en de Inspectie borgt de kwaliteit.

4. Prijsverschillen
Dan de rekeningen. Waar het om gaat is welke verrichtingen er zijn gedaan. Er zijn verschillende type ‘gaatjes’. De prijzen van het gaatjes vullen (caviteitrestauratie) zijn sterk afhankelijk van de behandeling die nodig is. Je hebt kleine eenvlaksrestauraties (klein gaatje) en grote drievlakrestauraties (groot gat), verschillende soorten materialen (composiet, porselein, goud, amalgaam). Het ene materiaal is goedkoper dan het andere en daarnaast is in geval van diepe gaten meestal ook verdoving nodig of in ieder geval zeer wenselijk. De tarieven voor de tandheelkunde zijn door de NZa gereguleerd en krachtens de wet gemaximeerd. Er bestaat geen tarief voor verrichtingen door assistenten, assistenten werken immers altijd namens en onder verantwoordelijkheid van de tandarts. Als het fout gaat is niet de assistent, maar de tandarts aansprakelijk. Een tandarts die werk delegeert naar een assistent moet dus nog steeds toezicht houden op die assistent, zorgen voor voldoende bijscholing en nascholing en zorgen voor eigen instrumenten zoals een tweede behandelstoel en dergelijke, bovendien blijft de tandarts eindverantwoordelijk. Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van de tandarts om te bepalen of er een reden is voor foto’s. Tandartsen houden zich daarbij aan het principe: geen straling wanneer dat niet nodig is.
Met andere woorden, omdat de behandelingen voor aandoeningen van elkaar verschillen, verschillen ook de prijzen voor die behandelingen. Wij begrijpen als NMT goed dat de tandartsnota niet altijd even duidelijk is. Daarom werken we nu aan het verduidelijken van de teksten die we gebruiken voor de aanduiding van verschillende behandelingen.

Buitenlands gediplomeerde tandartsen
Er zijn in Nederland ongeveer 700 buitenlandse tandartsen. De NMT start binnenkort een project met als doel om buitenlands gediplomeerde tandartsen te doordringen van de kwaliteitsnormen die in de Nederlandse tandheelkundige zorg gebruikelijk zijn. De NMT vindt dit essentieel.

Ten aanzien van de vraag over wat de NMT van het idee vindt dat de overheid kwaliteitsverlies in de hand werkt benadrukt de NMT dat er wat betreft de beroepsorganisatie NMT met kwaliteit niet valt te marchanderen, de tandheelkundige wetenschap is glashelder over wat wel en geen verantwoorde zorg is. Ook de IGZ circulaire, die de NMT volledig onderschrijft, inzake taakdelegatie maakt duidelijk dat de kwaliteit altijd voorop staat.

De reactie van de NMT is ook te vinden op de website van Tros Radar

Bron:
Tandartsennet.nl

 

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
IGZ, sluiten, tandartspraktijk

Inspectie sluit tandartspraktijk Echt

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft op 7 mei een tandartspraktijk in Echt (Limburg) gesloten. Bij twee controles was gebleken dat de kliniek niet voldoet aan verschillende hygiënevoorwaarden, waardoor ernstige risico’s voor patiënten zijn ontstaan, aldus het sluitingsbevel.

Eind april vond een onaangekondigde controle plaats en was afgesproken dat de praktijk zou sluiten om de fouten te herstellen. Toen een reactie op de schriftelijke bevestiging van de afspraken uitbleef, vond vorige week een tweede controle plaats. De kliniek was nog steeds open. Hoewel er werd verbouwd, zaten in de wachtkamer patiënten, was de tandarts aan het werk en was er verder niks veranderd.

Sterilisator
Zo werd de sterilisator niet systematisch onderhouden, waren er geen protocollen voor schoonmaken, desinfecteren en steriliseren, lagen er gebruikte spuiten met onbekende inhoud in de lade, waren werkplekken niet opgeruimd, was röntgenapparatuur niet volgens de regels aangemeld en hadden medewerkers niet het juiste opleidingniveau. Het bevel tot sluiting geldt een week en kan als het nodig is, worden verlengd.

Bron:
ANP

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Tros Radar uitzending: behandeling door tandarts of assistente?

Als je in de stoel van de tandarts ligt, weet je vaak niet van tevoren of je door de tandarts zelf behandeld gaat worden of door één van de tandartsassistentes. Zo kan het zijn dat een complexe handeling wordt uitgevoerd door een assistente en niet door de tandarts zelf. Radar stelt de vraag of dat wenselijk is.

Bron:
Tros Radar

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Lijst

Wat bieden de verkiezingsprogramma’s u?

De NMT heeft voor de tandarts en tandarts-specialist de beschikbare verkiezingsprogramma’s per politieke partij in kaart gebracht.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
kind - tandarts - behandeling

Is tandheelkundige behandeling in narcose dé oplossing voor tandartsangst?

De laatste jaren groeit het aantal commerciële tandheelkundige praktijken die zich profileren als gespecialiseerde “angsttandarts” praktijken. De door hen veelal geboden ultieme oplossing voor de tandartsangst is een eenmalige, volledige tandheelkundige behandeling in narcose. Wetenschappelijk gezien is dit echter absoluut geen oplossing voor de angst. De patiënt krijgt hierbij geen gelegenheid de oorzaak van zijn angst aan te pakken en blijft dus bang. Hierdoor zal de patiënt na de narcosebehandeling de reguliere tandheelkundige zorg blijven vermijden met verdere negatieve gevolgen voor de gezondheid van het gebit. Bovendien is een behandeling onder narcose relatief kostbaar, leidt dit eerder tot onnodige extracties van gebitselementen en bestaat er altijd een zeker gezondheidsrisico voor de patiënt.

Hoe angst voor de tandarts wél oplossen?
Angst voor de tandarts kan pas structureel afnemen of beheersbaar worden als de patiënt in de gelegenheid wordt gesteld positieve ervaringen bij zijn tandarts op te doen waardoor de negatieve ervaringen uit het verleden vervagen. Hiervoor worden speciale behandelprotocollen gevolgd cdie in het algemeen plaats vinden binnen de centra voor bijzondere tandheelkunde  door een hiertoe gespecialiseerde tandarts, al dan niet ondersteund door een psycholoog. Een tandheelkundige behandeling in narcose kan dan uiteraard onderdeel zijn van het totale behandelplan, met name bij extreme behandelachterstand, maar is nooit een doel op zich.

Kwaliteitscriteria
De centra voor bijzondere tandheelkunde werken volgens kwaliteitscriteria welke zijn afgesproken binnen het Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde (COBIJT), en worden onderschreven door alle zorgverzekeraars. Het is opmerkelijk dat in elk geval de schijn gewekt wordt dat dezelfde zorgverzekeraars voorbij lijken te gaan aan de door hen onderschreven criteria door met vele commerciële narcosepraktijken behandelovereenkomsten te sluiten.

Narcose bij instellingen en ziekenhuizen
In schril contrast met de vercommercialisering van narcose faciliteiten staat het schrijnende tekort hieraan in instellingen en ziekenhuizen waar een categorie patiënten behandeld wordt die voor hun tandheelkundige zorg volledig afhankelijk is van behandeling onder narcose. Het zou de zorgverzekeraars dan ook sieren als zij zich juist hard zouden maken de narcosefaciliteiten op deze locaties te ondersteunen of zelfs te faciliteren.

Opleidingen
Het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) verzorgen twee opleidingen tot differentiatie binnen de bijzondere tandheelkunde, te weten de opleiding tot Tandarts Angstbegeleiding (TA) en de opleiding tot Tandarts Gehandicaptenzorg (TG).
Informatie:
Dyonne L.M. Broers, tandarts, SBT, Tel. 020-5188541, d.broers@acta.nl,  www.sbt.nl. De geaccrediteerde tandartsen van beide opleidingen alsmede de centra voor bijzondere tandheelkunde zijn te vinden op de website van de VBTGG

Bron:
Tandartsennet

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z