Geld, pot

Inkomen orthodontisten hoger dan normtarief

Orthodontisten verdienen vermoedelijk veel meer dan het gemiddelde norminkomen van euro 140.000, dat de overheid heeft vastgesteld. Het is voor de PvdA aanleiding om een spoeddebat te vragen in de Tweede Kamer.

Het Financieele Dagblad meldt na eigen onderzoek dat orthodontisten vermoedelijk veel meer dan het norminkomen verdienen. Toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft onderzoeksbureau Conquaestor ingeschakeld om te achterhalen hoeveel orthodontisten precies verdienen.

Kamervragen PvdA
De Tweede-Kamerfractie van de Partij van de Arbeid heeft om een spoeddebat in de Tweede Kamer gevraagd.
Eelke van der Veen, woordvoerder Zorg van de PvdA, noemt de winsten die orthodontisten maken ‘schandalig.’ ‘Dit is echt onaanvaardbaar. En dat in een tijd dat we elke euro om moeten draaien in de zorg.’ De PvdA maakt zich al langer grote zorgen over de hoge inkomens die worden verdiend door sommige medisch specialisten. ‘Er kan niet genoeg onderzoek worden gedaan naar de inkomens van specialisten,’ aldus Van der Veen.

Kamervragen SP
Ook de Socialistische Partij (SP) gaat mondelinge vragen stellen aan demissionair minister Klink. SP-Tweede-Kamerlid Henk van Gerven: ‘Wij staan op het standpunt dat in de publieke sector niemand meer mag verdienen dan de minister-president behoort te verdienen. Dat geldt ook voor orthodontisten die verzekerde zorg bieden. Inmiddels heb ik mondelinge vragen aangemeld voor morgen voor minister Klink. Hij moet zo snel mogelijk ingrijpen om dergelijke zelfverrijkingspraktijken tegen te gaan.’

Balanstotaal
De meesten van de naar schatting 250 orthodontisten hebben hun praktijk ondergebracht in een besloten vennootschap(bv). Daarboven staat vaak een holding. Het FD bekeek van 130 orthodontisten de jaarverslagen van hun bv’s en holdings.
Het gemiddelde balanstotaal bedroeg bijna euro 2 mln. Vijfentwintig bv’s hebben een totaalbalans van meer dan euro 3 mln. Dat vermogen kan deels worden gebruikt voor de pensioenopbouw; er zijn echter ook orthodontisten met een aparte pensioenbv.

Uit gesprekken met enkele (ex)orthodontisten blijkt dat in de sector veel meer wordt verdiend dan het gemiddelde norminkomen van euro 140.000. Volgens de NZa en de Nederlandse Maatschappij voor Tandheelkunde kan dat inkomen inderdaad substantieel stijgen door efficiënter te werken in grotere praktijken met meer dan drie stoelen, waarbij een groot deel van de handelingen wordt verricht door assistenten. Volgens (ex)orthodontisten zijn inkomens van euro 250.000 tot euro 600.000 niet uitzonderlijk.

Algemene reserves
Naast die reguliere inkomsten groeien de algemene reserves van de onderzochte bv’s met bedragen die jaarlijks kunnen oplopen van euro 50.000 tot wel euro 200.000 en meer. Een aantal vennootschappen keert bovendien dividend uit. FD onderzocht de jaarrekeningen van zeventien van die bv’s. Die keerden de afgelopen drie jaar hun grootaandeelhouder (de orthodontist) jaarlijks gemiddeld een kleine euro 200.000 uit.

De Wet Marktordening Gezondheidszorg, sinds 2006 van kracht, biedt de NZa voor het eerst de bevoegdheid om het aanleveren van gegevens door orthodontisten af te dwingen. Orthodontisten die niet aan het onderzoek van de NZa en Conquaestor willen meewerken kunnen een dwangsom opgelegd krijgen die kan oplopen tot een maximum van euro 500.000. De NZa verwacht in april het onderzoek af te ronden.

Bron:
fd.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Beugel

Gezond gebit belangrijk voor Nederlanders

Nederlanders vinden een mooi, gezond gebit van groot belang. Maar liefst 94% onderschrijft de waarde van het hebben van gave tanden. Toch is men maar matig tevreden met het eigen gebit: gemiddeld krijgt het slechts een 6,9 als cijfer. Een derde van de Nederlanders is ronduit ontevreden met het gebit en is bereid voor mooie tanden te investeren. Na vakantie, beslaat een gezond en gaaf gebit de tweede plaats van de wensenlijst, nog vóór nieuwe kleding of het aanschaffen van gadgets. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit online onderzoek verricht door bureau Multiscope in opdracht van CDC Kliniek. Het betreft hier een representatieve steekproef onder ruim 500 respondenten.

Van groot belang
Voor velen is een stralend gebit representatief voor een goede mondgezondheid en draagt het bij aan een krachtige uitstraling en een zelfverzekerd gevoel. Bijna 95% van de Nederlanders vindt het hebben van een gezond en mooi gebit dan ook van belang. Overigens neemt dit belang toe met het ouder worden: vindt 34% van de jongeren (25 jaar of jonger) het heel belangrijk, zo is dat 67% bij de groep 65-plus. Onder een mooi gebit wordt verstaan dat de tanden wit zijn en natuurlijk van vorm.

Tevredenheid kan beter
Op het gebied van het gebit, laat de tevredenheid bij Nederlanders te wensen over. Ruim 32% geeft aan niet blij te zijn, omdat het gebit ongezond of in slechte staat zou zijn. Jongeren onder de 25 jaar en 65-plussers zijn het meest tevreden, 46-55 jarigen het minst. Vragend naar een cijfer, wordt gemiddeld een magere 7 gegeven aan de tanden (6,9).

Geld? Dan op vakantie én mooie tanden!
Het oplossen van gebitsproblemen staat hoog op de verlanglijst van de Nederlander. Maar liefst 86% van de mensen met een gebitsprobleem, zoekt naar een oplossing. Daarbij speelt de eigen tandarts een grote rol: maar liefst driekwart gaat te raden bij zijn eigen specialist. Voor een verzorgd, mooi gebit is men bereid (eenmalig) te investeren.

Op de vraag waar men geld aan zou uitgeven, als het voorhanden zou zijn, nam het gebit een verrassende tweede plaats in. De top 3:
1) Vakantie
2) Gebit
3) Nieuwe kleding

Zowel mannen als vrouwen zijn desgevraagds bereid eenmalig nieuwe kleding op te geven in ruil voor een gezond en mooi gebit.

Bron:
www.cdckliniek.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Sociaal isolement gelinkt aan minder resterende tanden en versneld tandverlies

Gratis tandarts voor sociaal-economisch zwakkeren

Vanwege haar 5-jarig bestaan heeft Vallei Tandartsen zaterdag 27 februari jl. met zeven tandartsen belangeloos de gebitten behandeld van een dertigtal sociaal-economisch zwakkeren uit Veenendaal en omgeving. Vallei Tandartsen werkte in dit project samen met Tandprothetische Praktijk Veenendaal en Kwintes Zuid-Oost Utrecht, een organisatie die sociaal-economisch zwakkeren opvangt en begeleidt.

Enkele weken geleden al inventariseerde Vallei Tandartsen de gebitsproblemen van de door Kwintes geselecteerde groep, waardoor het team afgelopen zaterdag gericht aan de slag kon. Johan Oost, teamleider van Vallei Tandartsen en initiatiefnemer van het project: “Vanwege ons 5-jarig jubileum wilden we iets doen voor de gemeenschap in Veenendaal. Vandaar de belangeloze behandeling van sociaal-economisch zwakkeren met echt grote gebitsproblemen. Om die doelgroep ook daadwerkelijk in onze stoelen te krijgen, hebben wij de selectie overgelaten aan Kwintes.”
Dat de tandartsen van Vallei Tandartsen niet de gezondste gebitten zouden aantreffen, was wel te verwachten. Maar van wat zij te zien kregen tijdens de inventarisatie, zijn zij toch wel geschrokken. Johan Oost: “Een aantal gebitten was er zo slecht aan toe, dat we nu niet meer konden doen dan het trekken van tanden en kiezen en prothesen plaatsen. Daarvoor werkten we samen met Tandprothetische Praktijk Veenendaal, waar men de afgelopen weken al druk bezig is geweest met het maken van de prothesen. Van de geselecteerde groep waren tijdens de inventarisatie al gebitsafdrukken gemaakt, zodat we de prothesen op 27 februari klaar hadden. Daardoor hoefden we die dag alleen maar te trekken en konden we direct daarna de prothesen plaatsen, zodat bijna iedereen met een verzorgd gebit de deur weer uit is gegaan. Maar er zijn ook mensen die verdere behandeling nodig hebben en nog een keer terug moeten komen.”

Voldoening
Dat de gebitten van de groep sociaal-economisch zwakkeren zo slecht zijn, komt volgens Johan Oost doordat de meeste tandheelkundige behandelingen niet meer in het basispakket zitten. Hij legt uit: “Veel mensen, en zeker de groep die wij in het kader van ons jubileum behandelen, sluiten geen aanvullende verzekering voor tandheelkunde af. Vaak omdat voor hen de kosten voor de basisverzekering al te hoog zijn. Ze kiezen dan bijvoorbeeld eerder voor het laten trekken van tanden dan voor de duurdere wortelkanaalbehandeling. Of men gaat helemaal maar niet meer naar de tandarts. Met de gevolgen zoals wij die nu hebben kunnen zien. Dat we nu als Vallei Tandartsen iets voor deze groep hebben kunnen doen geeft dan ook veel voldoening.”

Bron:
Medical Facts
Jeronimus & Company

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

‘Zwangere carrièrevrouwen moeten oppassen’

Carrièrevrouwen die zwanger zijn, moeten zichzelf zeer in acht nemen. Ze moeten stress voorkomen en veel rusten, zeker tijdens de eerste twaalf weken van de zwangerschap, maar ook daarna.

Dat heeft hoogleraar public health Koos van der Velden van het Nijmeegse UMC St Radboud gezegd tijdens een gesprek met leden van de Tweede Kamer.

Hij is ook voorzitter van de stuurgroep die onderzocht heeft waarom in Nederland meer baby’s vlak voor, tijdens en vlak na de geboorte sterven dan in andere Europese landen.

Stress net zo slecht als roken
Recent onderzoek heeft volgens hem uitgewezen dat ongeboren kinderen juist in de eerste drie maanden van de zwangerschap schade kunnen oplopen, als de moeder veel stress heeft, bijvoorbeeld op het werk.

Ook in de overige maanden is stress bij de moeder zeer slecht voor de ontwikkeling van het kind. De gevolgen voor het kind kunnen volgens Van der Velden net zo erg zijn als roken tijdens de zwangerschap.

Zwangerschapsverlof krap
De nieuwe inzichten kunnen naar zijn mening gevolgen hebben voor de regelingen voor zwangerschapsverlof. Nederlandse vrouwen krijgen nu veertien weken. De hoogleraar noemt dat ‘aan de krappe kant’.

Er zijn carrièrevrouwen die de veertien weken niet eens volmaken, en eerder weer aan het werk gaan. ‘Die vrouwen moeten zich goed realiseren wat ze doen’, vindt de hoogleraar.

Andere risicogroepen
Hij wees de Tweede Kamer op andere risicogroepen die slecht bereikbaar blijken voor hulpverleners die voorlichting willen geven over gezond gedrag tijdens de zwangerschap. Volgens hem zijn dat niet alleen de traditionele groepen zoals bijvoorbeeld Turken en Marokkanen, maar ook migranten uit Oost-Europa, en autochtone vrouwen met een lage sociaal-economische positie.

Het Tweede Kamerlid Khadija Arib (PvdA) noemt die laatste groep een ‘vergeten groep’. ‘De vrouwen vinden dat ze genoeg kennis hebben over zwangerschap en zijn moeilijk te benaderen voor hulpverleners.’ Arib wil dat er extra aandacht komt voor deze vrouwen.

Bron:
Zibb.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Student mondzorgkunde naar Lombok voor poetslessen

Mevrouw dr. Carine Carels hoogleraar Orthodontie

Mevrouw prof. dr. C.E.L. (Carine) Carels (1957) is met ingang van 1 maart 2010 benoemd tot hoogleraar bij de Faculteit der Medische Wetenschappen/UMC St Radboud met als leeropdracht Orthodontie, in het bijzonder congenitale afwijkingen van gelaat en dentitie. Het gaat hier om onderzoek, diagnostiek, preventie en behandeling van aangeboren gelaatsafwijkingen voor zover de aandoening gevolgen heeft voor de groei van het gelaat en de ontwikkeling van het gebit.

Carine Carels studeerde van 1975 -1980 tandheelkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) en specialiseerde zich vervolgens van 1980 – 1985 in de orthodontie. In 1985 promoveerde ze aan de Katholieke Universiteit Leuven tot Doctor in de Medische Wetenschappen en werkte daarna twee jaar als postdoctoraal onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 1987 werd mevrouw Carels erkend als specialist in de Dento-Maxillaire Orthopedie door de Nederlandse Specialisten Registratie Commissie.

Genetica aangeboren aandoeningen
Mevrouw Carels is sinds 1987 hoogleraar Orthodontie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ze was ook 21 jaar hoofd van de afdeling Orthodontie van de Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Vanaf juli 2008 verbleef zij voor een jaar aan de Radboud Universiteit Nijmegen voor een sabbatical waar ze zich vooral heeft toegelegd op de genetica van aangeboren aandoeningen van het gelaat en het gebit. Ook was ze gasthoogleraar bij de vakgroep Orthodontie en Orale Biologie.

Schisis
Prof. Carels zal de leidende rol van het UMC St Radboud en de Radboud Universiteit op het gebied van de Bijzondere Orthodontie internationaal versterken en uitbreiden. De Radboud Universiteit is toonaangevend in topzorg op het gebied van schisis en aangeboren schedel- en gelaatsafwijkingen.
Prof. Carels zal meewerken aan de centralisering van de zorg voor deze patiënten in Nederland. Verder zal ze onder meer onderzoek doen naar de moleculair genetische oorzaken van hypodontie, een aangeboren tekort in aantal aangelegde tanden. Voorts zal ze een rol hebben in het opleiden van toekomstig mondartsen en orthodontisten.

Bron:
www.ru.nl

 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z

Dr. Gert Meijer hoogleraar Orale implantologie

Dr. G.J. (Gert) Meijer (Coevorden, 1955) is met ingang van 1 maart 2010 benoemd tot hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen met als leeropdracht Orale Implantologie. De leerstoel richt zich op toepassing van orale implantaten in brede zin: als houvast voor prothetische voorzieningen, maar ook voor gelaatsprotheses. Ook de pre-implantologische chirurgie behoort tot het werkterrein.

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtchirurgie
Gert Meijer (1955) studeerde tandheelkunde aan de Universiteit Utrecht waar hij in 1979 cum laude afstudeerde. In 1996 voltooide hij de specialisatie Mondziekten, Kaak- en Aangezicht (MKA)-chirurgie. In datzelfde jaar promoveerde Meijer aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar tandwortelimplantaten met als titel Flexibel Bone Bonding Implants.

Parodontologie en Biomaterialen
Dr. Meijer werkt sinds 2006 als universitair hoofddocent bij de vakgroep Parodontologie en Biomaterialen van de afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud. Hij is tevens senior staflid van de afdeling MKA-chirurgie en verantwoordelijk voor het organiseren van patiëntenzorg met betrekking tot reconstructieve chirurgie en implantologie.

Leerboek Implantologie
Meijer is auteur van Implantologie in Partiële Edentate Situaties, een leerboek voor MKA-chirurgen, tandartsen en studenten. Samen met prof. dr. J. Jansen verwierf hij in 2007 een SmartMix subsidie van ruim twee miljoen euro voor translationeel onderzoek gericht op bot en kraakbeen. Smart Mix is een subsidieprogramma van de ministeries van EZ en OCW, bedoeld om economische, sociaal-maatschappelijke en culturele innovatie te stimuleren

Bron:
www.ru.nl

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
onderzoek, microscoop

Odontogeen onderzoek. Wanneer en wat daarna?

Wat is een odontogeen onderzoek?
Bij het odontogeen focusonderzoek worden ontstekingshaarden opgespeurd in de dentitie. Een ontsteking kan namelijk onder sommige omstandigheden tot zowel lokale als algemene lichamelijke aandoeningen leiden (Jansma en Vissink, 1998). Het wordt veelvuldig uitgevoerd als preventieve maatregel voorafgaand aan bepaalde medische behandelingen.

Indicatie
Er bestaat nogal wat onenigheid over wanneer een endontogeen focusonderzoek nuttig zou zijn. Bij de volgende patiënten is het in elk geval heel belangrijk om dit onderzoek af te laten nemen bij de kaakchirurg of ziekenhuistandarts en eventueel in samenwerking met de mondhygiënist:

  • Patiënten die radiotherapie moeten ondergaan in het hoofd- halsgebied
  • Patiënten die een orgaantransplantatie ondergaan
  • Patiënten die een openhartoperatie moeten ondergaan
  • Patiënten die chemotherapie krijgen
  • Patiënten die zijn opgenomen met onbegrepen koorts

Dit is geen officieel protocol; het wordt niet door onomstotelijk wetenschappelijk bewijs ondersteund. (bron; oncoline.nl)

Voor een patiënt die curatieve radiotherapie in het hoofdhalsgebied moet ondergaan, betekent dit niet alleen dat hij gedurende de behandeling focusvrij moet zijn, maar ook nog jaren na deze behandeling. Feitelijk zou een dergelijke patiënt levenslang focusvrij moeten zijn vanwege het ook op de lange termijn bestaande risico van osteoradionecrose van het bot in de kaken. Bij een patiënt die wordt behandeld met een hoge dosis chemotherapie kan worden volstaan met het focusvrij zijn tijdens de oncologische behandeling. Immers, na het herstel van de bloedwaarden is het risico van complicaties door orale foci weer genormaliseerd tot het niveau van gezonde individuen.

Intake

  • Huisarts, tandarts en specialist(en) van de patiënt
  • Medische en dentale historie
  • Kanker- en kankertherapie gerelateerde factoren: locatie, stadium, therapie type, dosis, veld van radiatie, wanneer wordt er behandeld etc etc
  • Patiënt gerelateerde factoren (leeftijd, wensen etc)

Essentiële onderzoeken

  • Het mondonderzoek
  • Parodontiumstatus
  • Röntgenonderzoek
  • Vitalititeitstest

Naar aanleiding hiervan kan nader onderzoek geïndiceerd zijn.

En dan?
Bij chemotherapie en bestraling van het hoofd-halsbebied wordt er gebruik gemaakt van de Dental Risk factors en Malignancy Related Risk Factors:

  • Dental Risk Factors (DRF):

    Parodontale ontstekingen
    Pocketdiepte > 6 mm
    Gingiva recessie > 6 mm
    Spontane gingiva bloeding
    Furcaties
    Mobiliteit > 2 mm
    Diepe cariës
    Wortelcariës ≥ 0,5 van de wortelomtrek
    Periapicale granulomen
    Interne en externe wortelresorptie
    A-functionele elementen
    Gedeeltelijk geïmpacteerde elementen
    Wortelresten
    Volledig geïmpacteerde elementen met folliculaire cyste
    Slechte mondhygiëne
    Slechte motivatie
    Patiënt niet coöperatief
  • Malignancy Related Risk Factors (MRRF):

    Bestralingsdosis > 55 Gy
    Molaren in het bestralingsveld
    Gebitselementen dicht bij de tumor
    Tijd tot de radiotherapie < 14 dagen

Op basis van de DRF en de MRRF, de aanwezigheid van strategische gebitselementen en de algehele indruk, wordt besloten welke foci verwijderd worden.

Het verwijderen van de foci
Over het algemeen zal dit gebeuren bij:

  • gemiddelde tot vergevorderde parodontitis
  • extensieve peri-apicale laesies
  • extensieve cariës
  • partieel geïmpacteerde of half doorgebroken elementen
  • wortelresten waarbij translucenties waarneembaar zijn op de röntgenfoto

Dental Conditions to assign Dental Risk Factor (DRF) Score
Wat is nu de beste oplossing? Extraheren of een tandheelkundige behandeling? Het volgende schema helpt bij maken van de uiteindelijke beslissing per element.

Clinical and Radiographic Findings (CFR) Afwegingszwaarte voor extractie
Parodontitis
Pocketdiepte Medium
Pocketdiepte: > 6 mm Hoog
Recessie: 3 t/m 6 mm Medium
Recessie > 6 mm Hoog
Bloeding bij sonderen Medium
Spontane bloeding Hoog
Furcatie Hoog
Horizontale mobiliteit < 2 mm Medium
Horizontale mobiliteit > 2 mm of/en 1 mm verticaal Hoog
Endodontisch
Abnormale responsie op testen, geen endodontische
behandelingen gehad, geen osteitis
Medium
Abnormale responsie op testen, geen endodontische
behandelingen gehad, osteitis
Hoog
Zwelling en/of sinus tract Hoog
Osteitis, < 3mm, met adequate wortelkanaalvulling,
zonder pijn
Laag/Medium
Osteitis, < 3mm, met inadequate wortelkanaalvulling,
met pijn
Hoog
Osteitis > 3 mm Hoog
Condenserende osteitis f/hypercementosis
met normale reacties op testen
Laag
Condenserende osteitis
met abnormale reacties op testen
Medium
Interne en/of externe wortelresorptie Hoog
Extensieve caries
Primair < 2/3 van de klinische kroon Medium
Primair> 2/3 van de klinische kroon
/pulpa betrokken
Hoog
Defecte restauratie met secundaire caries,
geen pulpa betrokken
Medium
Wortelcaries< 1/2 van de wortelomtrek,
pulpa niet betrokken
Medium
Wortelcaries> 1/2 van de wortelomtrek Hoog
Niet-functionele elementen
Partieel geimpacteerde elementen
of permucusale wortelresten
Hoog
Wortelresten met botverlies Hoog
Volledig geimpacteerde elementen zonder botverlies
zonder folliculaire cyste
Laag
Volledig geimpacteerde elementen met botverlies
Met follliculaire cyste
Hoog
Mondhygiëne, ingangsniveau en co-operatie Hoog

Bron:
NTVT
Oncoline.nl
Pretherapy dental decisions in patients with head and neck cancer:
a proposed model for dental decision support
Hubert H. Bruins, Ron Koole, and Daniel E. Jolly,
Utrecht, the Netherlands, and Columbus, Ohio
UNIVERSITY OF UTRECHT AND THE OHIO STATE UNIVERSITY

Voor u gelezen en vertaald door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Persoonlijke hygiëne en beschermingsmiddelen (Word bestand)

Probiotica. Het nieuwe wondermiddel voor mond en darmen?

Probiotoca zou tegen candida, xerostomie, gingivitis, halitose en cariës kunnen werken en de darmklachten kunnen reduceren tijden antibioticagebruik.

Wat zijn probiotica?
Probiotica zijn levende micro-organismen, die na consumptie de darmflora van de gebruiker gunstig beïnvloeden en daarmee een gezondheidsbevorderend effect hebben. Probiotische bacteriën overleven grotendeels de inwerking van het maagzuur en de galzuren. Hierdoor komen ze levend in de darmen en kunnen daar hun werk doen. De ontwikkelingen op het gebied van probiotica gaan razendsnel. Steeds meer onderzoeken onderbouwen positieve gezondheidseffecten van probiotische bacteriën.

Antibioticagebruik
In de tandheelkunde wordt veelvuldig gebruik gemaakt van antibiotica. Helaas kan dat voor nare bijwerkingen zorgen. Antibiotica hebben niet alleen invloed op de ziekmakende bacteriën (pathogenen) maar kunnen ook effect hebben op de bacteriën die van nature in de darm voorkomen. Aantasting van deze darmflora kan diarree tot gevolg hebben. Wanneer dit zich voordoet spreken we van een Antibioticum -Geassocieerde Diarree (AGD). In zeldzame gevallen kan ook één bepaalde darmbacterie als gevolg van antibioticumgebruik uitgroeien (Clostridium difficile) en een darminfectie veroorzaken. Ook dan treedt er (ernstige) diarree op.
Het innemen van probiotica, zoals in Yakult en Plusbiotics zit, kan bijdragen aan het onderhouden van een gezonde darmflora. Geadviseerd wordt om dit tijdens en na (tot 1 week) het gebruik van antibiotica voor het slapen gaan in te nemen.

Candida en xerostomie
Probiotica kunnen mogelijk worden gebruikt als preventie of behandeling van schimmelinfecties in de mond. Daarnaast hebben ze een gunstige invloed op de speekselproductie en het gevoel van een droge mond. Sommige probiotica zijn bijvoorbeeld lactobacillen die waterstofperoxide of fungicide stoffen produceren, waardoor de groei van schimmels
wordt geremd.

In het volgende onderzoek is nagegaan of kaas verrijkt met speciale lactobacillen (probiotica) bij ouderen een werking heeft tegen de groei van Candida in de mond. Een eerste constatering was dat het percentage patiënten met grote aantallen gisten in de mond (voornamelijk Candida albicans) na 16 weken in de probioticagroep was gedaald, terwijl dit in de controlegroep was toegenomen. Deze toename is waarschijnlijk het gevolg van het gedurende het onderzoek niet gebruiken van melkzuurhoudende producten, die ook een anti-Candidawerking hebben. Een tweede constatering was dat de ongestimuleerde speekselvloed in de probioticagroep toenam. Het percentage mensen met hyposalivatie nam af in de probioticagroep, terwijl dit percentage in de controlegroep juist toenam. Er was in de probioticagroep echter geen
significante afname in het aantal klachten over een droge mond. De buffercapaciteit, de aanwezige laesies in de mond en de klachten over een pijnlijke mucosa vertoonden een tendens tot verbetering, maar deze kon niet statistisch worden onderbouwd.

Gingivitis
Op PubMed zijn slechts 2 onderzoeken te vinden waarbij het effect werd bekeken van probiotica op gingivitis. Zo werd bij een gerandomiseerd, placebo-gecontroleerd, dubbelblind onderzoek tijdens 2 weken onderzocht of Lactobacillus Reuteri invloed had op de mate van bloeding van de gingiva. Lactobacillus Reuteri was significant effectief in het reduceren van gingivitis en plak.

Verder werden de Russische probiotica Acilact en Bifidumbacterin bij behandeling van gingivitis en verschillende niveau’s van parodontitis getest. Het effect van Acilact en Bifidumbacterin om de microflora te normaliseren waren hoger in vergelijking met de Tantum-Verde (dit is voor symptomatische behandeling van pijn en irritaties in de mond en keel, werkzame stof: Benzydamine), vooral bij oppervlakkige gingivitis and parodontitis.

Halitose
Bij mensen die geen halitose hebben, blijkt vooral Streptococcus salivarius op de tong voor te komen. Deze bacteriestam is nu onderwerp van de eerste onderzoeken naar een verdringend effect van halitose-veroorzakende bacteriën. Uit een placebogecontroleerd onderzoek onder 23 mensen met halitose komen bemoedigende resultaten. Een zuigtablet met deze bacteriestam blijkt de hoeveelheid vluchtige zwavelverbindingen in de adem te kunnen verminderen (Burton, 2006).

Cariës
Volgens een review op PubMed: 6 van de 7 onderzoeken bevestigen dat probiotica een verlaging gaf op de mutans streptococcen. Of dit daadwerkelijk een reductie betekent op de ontwikkeling van cariësleasies, is niet duidelijk. Consumptie van probiotica bleek de kans op cariës significant te verlagen met bijna 50% (Näse, 2001). Het effect was vooral duidelijk bij 3 en 4 jarige kinderen.

Als u dit leest zal u het onderstaande bevreemden: De Bifidobacterie zit regelmatig in probiotica. Maar niet alle soorten van de Bifidobacterie verbeteren de gezondheid. Sterker nog, de Bifidobacterie Dentium is een opportunistische pathogeen en kan juist cariës veroorzaken. Deze bacterie is zuurbestandig en heeft een verdedigingssysteem tegen antibacteriële substanties en is erg sterk.

Conclusie
Probiotica kunnen helpen de mondflora in balans te houden. Het idee is dat grote aantallen van deze goede bacteriën de schadelijke bacteriën in de mond verdringen. Het onderzoek naar de rol van probiotica bij mondgezondheid staat, zeker in vergelijking met darmgezondheid, nog in de kinderschoenen. Toch zijn de eerste resultaten erg bemoedigend (Meurman, 2007). Het kan in ieder geval als ondersteuning worden gebruikt voor de darmen tijdens antibioticagebruik. In Amerika wordt er zelfs al een ‘wonderpil’ op de markt gebracht om gingivitis en cariës te lijf te gaan.

Bron
Public Library of Science
PubMed
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17251510
Laboral
Gut Flora Foundation
Twetman, 2008

Door Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Onbegrepen pijnklachten in de mond

Wat te doen als je via-via een klacht krijgt over een medewerker?

“Wat kan ik als leidinggevende doen als ik via andere medewerkers klachten hoort over één van mijn medewerkers? Kan ik hem hier zo maar mee confronteren en hoe doe ik dat? Als de medewerker in kwestie de klacht vervolgens niet herkent en afstandelijk en ongeïnteresseerd reageert, welke vervolgstappen moet ik dan nemen?”

Antwoord 
Informatie en klachten die via via tot je komen moet je eerst controleren voordat je de betrokkene ermee confronteert. Doe dat in drie stappen.

Aard, bron en frequentie klacht
Er zijn een aantal zaken waar je op kunt letten als je een klacht krijgt.
– Wat is de aard van de klacht? Is het ernstig, werkgerelateerd etcetra?
– Wat is de frequentie van de klacht? Hoe vaak wordt er geklaagd?
– Wie klaagt er? Wat is de relatie tussen de klager en de medewerker? Zijn die mensen betrouwbaar, zijn er belangen?

Observeren
De volgende stap is dat je de medewerker waar de klacht over gaat, gaat observeren. Let op gedrag, houding (verbaal en non-verbaal), relatie tot anderen en indien mogelijk let je op de relatie t.a.v. de klacht. Met het observeren verkrijg je zelf informatie. Daarmee heb je een betere aanleiding om iemand aan te spreken, in plaats van dat je dat alleen doet op basis van klachten van anderen.

Confrontatie/gesprek
De derde stap is wat jij de confrontatie noemt. Omdat je niet zeker weet hoe zaken in elkaar steken, is het beter om niet uit te gaan van een confrontatie, maar van een gesprek om de klacht te onderzoeken. Begin met relevante punten uit je eigen observatie. Vraag feedback (“Hoe moet ik dat zien?”). Daarna kun je ingaan op wat je ter ore is gekomen zonder namen te noemen (“Er gaan geruchten waar ik niet omheen kan…”). Als de feedback voldoende duidelijk is, is het soms niet meer nodig om te noemen dat anderen dat ingebracht hebben.  Als de klachten ongegrond blijken te zijn, kijk dan toch hoe je kunt zorgen dat er geen klachten meer komen. Je hebt dan een appeltje te schillen met de mensen die de klacht ingebracht hebben. Als de klachten gegrond zijn, leg dan uit waarom je de aard van de klacht serieus neemt. Leg de relatie met het werk, het functioneren, de teamsfeer en de reputatie van de praktijk indien van toepassing.

Vraag verbetering
Leg hierbij concreet uit wat je verbeterd wilt zien en hoe. En heel belangrijk is verder dat je uitlegt wat het betekent voor zijn functie als zaken niet verbeteren voor. Denk in termen van sancties. Het probleem dat hij afstandelijk en ongeïnteresseerd reageert is dan niet meer jou probleem, maar ligt bij hem.

Bron:
Managersonline.nl
Auteur: Asha Kalijan

 

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z
sigaretten - roken

Stoppen met roken in basispakket

Univé-VGZ-IZA-Trias gaat als eerste verzekeraar stoppen met roken via het behandelcentrum van STIVORO vergoeden uit het basispakket. Univé-VGZ-IZA-Trias wil de beste begeleiding beschikbaar maken voor haar verzekerden. Daarmee krijgen verzekerden zelf meer regie over hun gezondheid. Ze kunnen nu, anders dan tot op heden het geval was, kosteloos intensieve hulp bij het stoppen krijgen. De verzekeraarscombinatie tekent dinsdag als eerste verzekeraar een overeenkomst met STIVORO voor deze bewezen werkzame methoden.

Basispakket
Univé-VGZ-IZA-Trias is de eerste verzekeraar in Nederland die stoppen met roken mogelijk maakt uit het basispakket voor al haar verzekerden. In het basispakket worden twee methoden van STIVORO opgenomen: de telefonische coaching en de groepstraining. De telefonische coaching houdt in dat je via telefonische contacten wordt voorbereid op en begeleid bij het stoppen-met-roken. Daarnaast worden er regionaal groepstrainingen georganiseerd onder de naam ‘Pakje kans’. Hierbij worden rokers groepsgewijs begeleid bij het stoppen. Deze training wordt via STIVORO gegeven door geschoolde begeleiders, met een beproefde methode.

Regie op gezondheid
Stoppen met Roken is een van de belangrijkste preventieve maatregelen tegen (chronische) ziekten als COPD, diabetes, hart en vaat ziekten en kanker. “Wij willen onze klanten de mogelijkheid geven om actief te werken aan hun gezondheid. De begeleiding via STIVORO biedt deze mogelijkheid”, aldus Lidy Hartemink, directeur Gezondheidszorg van Univé-VGZ-IZA-Trias. “Het past bovendien prima in onze gezondheidsprogramma’s”.

Ondertekening
Dinsdag 9 februari vindt in Arnhem de ondertekening plaats van de overeenkomst tussen Univé-VGZ-IZA-Trias en STIVORO. Univé-VGZ-IZA-Trias is de eerste verzekeraar waarmee STIVORO een contract sluit. “Wij zijn blij met deze samenwerking omdat het mogelijk wordt rokers die willen stoppen, te ondersteunen bij het stoppen zonder dat de kosten een belemmering vormen. STIVORO herbergt sinds kort een behandelcentrum van waaruit we rokers kunnen ondersteunen met bewezen werkzame hulp’, aldus Lies van Gennip, directeur STIVORO.

Feiten
In Nederland roken ongeveer 3,7 miljoen mensen van 15 jaar en ouder. Hiervan proberen ieder jaar 1 miljoen rokers te stoppen. 23% van de rokers die probeert te stoppen gebruikt een hulpmiddel. De kans op succes is 2 tot 4 keer groter bij gebruik van stopondersteuning.

Bron:
Allepersberichten.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Kindergebit

‘Het is slecht gesteld met het kindergebit in Nederland’

‘Meer dan de helft van de kinderen van 5 jaar heeft meer dan twee gaatjes in zijn of haar mond. Dat is nogal wat’, stelt Nynke Blanksma, docent kindertandheelkunde en cariologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ook worden veel gaatjes niet behandeld. ‘Het is slecht gesteld met het kindergebit in Nederland.’ Hoog tijd voor meer bewustwording bij de ouders dus.

Ouders hebben vaak een gaaf gebit
In de jaren zeventig ging de campagne ‘Snoep gezond, eet een appel’ van start. Met succes: de aandacht voor mondgezondheid vergrootte. Blanksma: ‘De jaren daarna ging het goed, mede door het sterk toegenomen gebruik van fluoridetandpasta, maar waarschijnlijk is daardoor de aandacht verslapt. Gaatjes lijken de wereld uit. Ouders hebben vaak zelf een (bijna) gaaf gebit en denken dat hun kinderen dat dan automatisch ook hebben.’ Deze houding is volgens haar merkbaar aan verschillende dingen. Zo kregen kinderen vroeger fruit of hartige dingen mee naar school. Nu zijn traktaties vaak weer zoet.

Hou je mond gezond
Blanksma: ‘Het is belangrijk dat ouders hun kinderen al op jonge leeftijd bewust maken van hun gebit.

Twee keer per jaar naar de tandarts en twee keer per dag twee minuten poetsen.’ Om deze boodschap kracht bij te zetten ging eind vorig jaar de campagne Hou je mond gezond van start ( www.houjemondgezond.nl ). Alle scholen en peuterspeelzalen in Nederland ontvingen een lespakket met tips over goede mondverzorging. Een bezoekje van tandarts of mondhygiënist maakt de les compleet.

Praktische tips
De tips zijn praktisch en laagdrempelig, volgens Blanksma. ‘Eigenlijk weet iedereen dat het belangrijk is om je gebit goed te verzorgen, maar in de praktijk valt er het nodige te verbeteren. Zo laten veel ouders hun peuters al zelf hun tanden poetsen. Prima, vindt Blanksma, maar vergeet niet om dan nog even goed na te poetsen. ‘Eigenlijk moet je blijven napoetsen tot het kind zo’n tien jaar is. Tot die tijd kunnen kinderen het gewoon nog niet zelf. Die beweging is te fijn voor hun motoriek.’

Verstandig eetpatroon
Tandarts Frederik Parrée hecht daarnaast veel waarde aan een verstandig eetpatroon: ‘Geef je kind niet meer dan zeven eet- of drinkmomenten op een dag. Dat betekent dus drie volwaardige hoofdmaaltijden en maximaal vier tussendoortjes, inclusief drankjes en fruit. Daarbij is het beter om in één keer alles op te eten of te drinken, want dan krijgt het gebit in de uren daarna de tijd zich rustig te herstellen van al die zuuraanvallen.’

Jonge kinderen
Met de campagne hopen Blanksma en Parrée dat met name ook ouders van heel jonge kinderen worden bereikt. Blanksma: ‘Al op het consultatiebureau zou het belang van een goede mondverzorging moeten worden aangestipt.’ Die verzorging begint al bij het eerste tandje, legt Parrée uit: ‘Van het eerste tandje tot twee jaar is het belangrijk om elke dag te poetsen met speciale peutertandpasta. Vanaf twee jaar is het belangrijk om per dag een tweede poetsmoment toe te voegen. Vanaf vijf jaar moet er met kinder- of volwassentandpasta met extra fluoride worden gepoetst.’

Richtlijnen kinderbehandeling
Ook kunnen tandartsen nog wel een steuntje in de rug gebruiken, merkt Blanksma. ‘Aan het eind van het jaar hopen we met richtlijnen te komen om tandartsen meer houvast te bieden bij het behandelen van kinderen. Kinderen behandelen is toch anders dan volwassenen. Kinderen liggen niet altijd even stil. Je moet er dus wel gevoel voor hebben. Of in elk geval de tijd.’ Heeft een tandarts dat niet, dan is het volgens Blanksma zaak dat hij/zij kinderen goed doorverwijst. ‘Er zijn in Nederland veel tandartsen met affiniteit voor kinderen.’

Basisprincipes
Parrée: Eigenlijk zijn de basisprincipes heel simpel. Je moet rustig zijn, uitleg geven en eerlijk zijn. Niet zeggen dat het geen pijn doet, als dat wel zo is. Dan is het kind meteen het vertrouwen in je kwijt. Doe wat je zegt en zeg wat je doet. Dan ben je al een heel eind.’

Curriculum Vitae
Nynke Blanksma (1963, Franekeradeel) studeerde tandheelkunde aan de RUG. Ze is docent kindertandheelkunde en cariologie aan het UMCG/CTM en lid van het adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten Ivoren Kruis, Daarnaast werkt ze mee aan de ontwikkeling van de Richtlijn Kindertandheelkunde van de NMT.
Frederik Parrée (1966, Emmeloord) studeerde tandheelkunde aan de RUG. Na zijn studie werkte hij in diverse tandartspraktijken in Friesland en is nu algemeen practicus in Zuidlaren. Hij is verbonden aan de opleiding Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG/CTM als tandarts-docent met als speciaal aandachtsgebied kindertandheelkunde.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Achtergrond informatie per hoofdstuk (Word bestand)

Informatie over geneesmiddelen

Dagelijks wordt een grote hoeveelheid informatie gegenereerd over geneesmiddelen. Zorgverleners krijgen een deel van die informatie via media, vakbladen en nascholing, maar ook via diverse marketingactiviteiten van de farmaceutische industrie. Zorgverleners (en hun beroepsorganisaties) hebben een eigen verantwoordelijkheid om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen in hun vakgebied ¨¦n om de informatie die hen bereikt, kritisch te beschouwen. Maar het is ondoenlijk voor de individuele zorgverlener om voortdurend antwoord te geven op twee centrale vragen:

– Heb ik nu de beschikking over alle relevante informatie?
– Is alle informatie die ik heb, ook correct?

Minister Klink onderscheid daarin drie pijlers:
1. Informatie gewenst? Zoek het op in het Farmacotherapeutisch Kompas
2. Bijblijven? Lees het Geneesmiddelenbulletin
3. Bijwerkingen? Bundel de krachten van Lareb en TIS

Objectieve informatiebronnen
Objectieve informatiebronnen met betrekking tot geneesmiddelen zijn van groot belang voor zorgverleners die geneesmiddelen voorschrijven of afleveren. Samenhang in het aanbod is cruciaal om te zorgen dat zorgverleners die informatie optimaal kunnen gebruiken. Alleen dan kan het doel van die informatie bereikt worden: een bijdrage leveren aan een effectieve, veilige en doelmatige farmacotherapie.
Er is een aantal informatiebronnen dat aan de overheid is verbonden door organisatie, financiering en/of wetgeving. Daarbij gaat het vooral om het Geneesmiddelenbulletin (GeBu), het Farmacotherapeutisch Kompas (Kompas), het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), het Nederlands Bijwerkingencentrum Lareb (Lareb) en de Teratologie Informatie Service (TIS). Minister Klink heeft zijn visie op de informatievoorziening voor zorgverleners vandaag bekend gemaakt.

Kamerstuk, 3 februari 2010
GMT/IB-2959675

Bron:
Medical Facts

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tanden, mond open

Tanden zijn ook botjes

Verschillende onderzoeken hebben een verband aangetoond tussen het verlies van gebitselementen en resorptie van de kaak enerzijds en gegeneraliseerde osteoporose anderzijds.

Vanuit Californië is een groot cohort postmenopauzale vrouwen prospectief gevolgd (8.877 vrouwen). Na elf jaar retourneerden 3.921 vrouwen (van de 5.935 nog levende) een vragenlijst over hun gebit. Bij gebruiksters van oestrogenen bleek minder verlies van gebitselementen te zijn opgetreden en kregen minder vrouwen een kunstgebit: relatief risico van respectievelijk 0,64 (95%-bi. 0,51 0,79) en 0,81 (95%-bi. 0,71 0,93).

Bron
Journal Medisch Farmaceutische Mededelingen, Bohn Stafleu van Loghum

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Een kijkje in het gebit van een Neanderthaler

Tanden neanderthaler gevonden in Polen

Een team van Poolse wetenschappers heeft drie tanden van een neanderthaler gevonden in een grot ten noorden van de Karpaten. Mikolaj Urbanowski, de onderzoeksleider, zei maandag dat het de eerste keer is dat er restanten van neanderthalers in het land zijn gevonden. Hij hoopt dat de resten meer inzicht kunnen geven in de overeenkomsten tussen de moderne mens en de neanderthaler.

Urbanowski zei dat er naast de tanden ook vuurstenen werktuigen zijn gevonden evenals botten van de uitgestorven wolharige mammoet en de wolharige neushoorn. Tevens vonden de wetenschappers een hamer gemaakt van rendiergewei en botten van beren. Op de berenbotten werden sporen van messen gevonden, een teken dat de neanderthalers de dieren aten. “De grotberen waren grote, gevaarlijke dieren en dit ondersteunt het idee dat de neanderthalers efficiënte jagers waren”, aldus Urbanowski.

Het feit dat de tanden werden gevonden in de grot, samen met de vuurstenen werktuigen duidt er volgens de wetenschappers mogelijk op dat de grot een primitieve begraafplaats was en dat de neanderthalers wellicht geloofden in een leven na de dood. “Hoe ze met de dood omgingen is cruciaal voor het bepalen van de gelijkenis met moderne mensen”, zei Urbanowski.

De vondst werd vemeld in het Duitse wetenschappelijke tijdschrift Naturwissenschaften, een uitgave van het Max Planck Instituut.

Bron
Nu.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Casus-parodontitisklachten-blijken-door-kwaadaardige-tumor-veroorzaakt-te-zijn

Mondhygiëne adviezen bij patiënten met hoofd-hals tumoren

In de praktijk komen regelmatig patiënten die gaan starten met radio- en/of chemotherapie. Het ziekenhuis adviseert hen steeds vaker een tandarts of mondhygiënist te bezoeken. Hieronder vindt u een overzicht van de adviezen tijdens de therapie. Deze adviezen zijn deels evidence-based, deels best-practice.

Chemotherapie

Algemene klachten tijdens de chemotherapie:
Algemeen voorkomende klachten in de mondholte bij mensen met chemotherapie zijn :

  • Candida infecties
  • Pijn bij het slikken
  • Herpes labialis
  • Mucositis
  • Misselijkheid
  • Xerostomie
  • Verminderde smaak

Specifieke klachten tijdens de chemotherapie
Specifieke klachten die we tegenkomen bij patiënten met chemotherapie zijn:

  • Orale petechiën
  • Het opvlammen van apicale granulomen
  • Verhoogde cariësactiviteit
  • Pijn die lijkt op kiespijn
  • Veregeren van parodontale klachten
  • Rapid progressive parodontitis

Mondhygiëne adviezen tijdens de chemotherapie
Het meest comfortabel voor de patiënt is een tandpasta met een zachte smaak op een zeer zachte tandenborstel. Daarnaast 4-6 xp/dg spoelen met een zout-sodaoplossing (1 theelepel zout +1 theelepel soda op 1 liter water). Daarnaast kan de patiënt spoelen met een kamille- of saliethee. Wanneer de patiënt geen normale dagelijkse reiniging van de mond kan verdragen, dan is een alcoholvrije chloorhexidine spoeling een goed alternatief. Ook bij een matige reiniging kan men door middel van een spoeling de mondhygiëne aanvullen. Het is aan te raden de patiënt interdentaal te laten rageren met extra soft ragers. Een fluoride advies wordt op basis van de individuele behoefte van de patiënt gegeven. Voor patiënten die een prothese dragen is het advies de prothese minimaal dagelijks goed te reinigen met water, zeep en een protheseborstel. Tevens 1 x per week de prothese een nacht in een oplossing van 50% water, 50% azijn leggen. Gedurende de nacht de prothese uit de mond laten.

Radiotherapie

Algemene klachten tijdens de radiotherapie
Tijdens de radiotherapie zijn de algemene klachten in de mondholte gelijk aan de klachten tijdens de chemokuur.

Specifieke klachten tijdens de radiotherapie
Specifieke klachten die tijdens de radiotherapie kunnen optreden zijn:

  • Osteoradionecrose
  • Trismus
  • Bestralingcariës

Mondhygiëne adviezen tijdens de radiotherapie
De adviezen zijn gelijk aan de adviezen tijdens de chemotherapie, echter aangevuld en uitgebreid met de volgende adviezen.

Het spoelen met de zout-sodaoplossing verhogen naar 8-10x p/dg. Het advies om te spoelen met fluoride is niet voldoende om radiatiecariës te voorkomen of te beperken. Hiervoor dient men fluoridelepels te maken en om de dag 5 minuten te appliceren met 1% NaF-gel. De prothese wordt tijdens de radiotherapie niet gedragen en is dus dag en nacht uit. Laat de  patiënt wekelijks terugkomen voor controle en het bijstellen van de adviezen. Heeft een patiënt veel pijn, dan kan een pijnbestrijding gegeven worden door middel van een viskeuze lidocaïne gel.

Bronnen:
CBO richtlijnen Mondholte-/Orofarynxcarcinoom
CBO conceptrichtlijn Hypofarynxcarcinoom
Focusonderzoek en mondverzorging bij patiënten met kanker, NTvT nr 4 2008
Afstudeeropdracht Hoofdhalsoncologie M.A.C.F. Stevens 11 mei 2004
Advies droge mond – Ivoren kruis 2007
ww.levv.nl

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Antibiotica en mogelijke alternatieven nu en in de toekomst

Antibiotica. Wanneer en waarom?

Indicaties
In de tandheelkundige praktijk worden antimicrobiële middelen toegepast bij de:

– Bestrijding van acute bacteriële ontstekingen en eventuele complicaties
– Profylaxe en bestrijding van bacteriemie en de eventuele gevolgen bij risicopatiënten
– Ondersteuning van de behandeling van ernstige parodontale problemen

Pas op voor overbodige en overmatige toepassing
Met nadruk wordt gewaarschuwd tegen gebruik van deze middelen zonder dwingende noodzaak. Overbodige en overmatige toepassing ervan leiden tot resistentie-ontwikkeling, waardoor bepaalde pathogene micro-organismen niet meer adequaat kunnen worden bestreden. Ook moet rekening worden gehouden met de kans op sensibilisatie en toxiciteit.
Bij verergering van ontstekingen in de mond dient men er rekening mee te houden dat deze een (eerste) symptoom van een ernstig onderliggende ziekte (HIV-infectie) of een bloedbeeldafwijking kan zijn.

Ontstekingen in het tandkaakstelsel
De toediening van antibiotica ter voorkoming van uitbreiding van een acute infectie is alleen geïndiceerd als een causale behandeling niet mogelijk is of bij een beginnend infiltraat dat nog niet heeft geleid tot abces.
Het is van groot belang dat er eerst een gedegen diagnose wordt gesteld, waarna de therapie op de oorzaak gericht moet zijn. Als men toch antibiotica voorschrijft, dan loopt met risico dat het eigen vermogen van het lichaam om zich te herstellen wordt verstoord. Maar bij ernstige of recidiverende abcessen kan een kuur nut hebben om – in afwachting van de definitieve behandeling het acute karakter van de ontsteking te bestrijden. Als de patiënt koorts krijgt na adequate drainage, dreigt er een sepsis. Ook dan mag er overgegaan worden op antibioticatoediening.

Ernstige parodontale problemen
Bij ernstige parodontale problemen, is het verantwoord in sommige gevallen de mechanische tandheelkundige behandeling te ondersteunen met het systemisch toedienen van antibiotica. Na het nemen van een kweek- of DNA-test kan er indicatie zijn om een recept uit te schrijven. Het laboratorium onderzoekt hierbij welke bacteriën er aanwezig zijn in de subgingivale microbiële flora.

Indicaties voor kweken

  • Refractaire parodontitis
  • De Juveniele parodontitis
  • Rapidly progressing adult periodontitis

Het behandelen met ondersteuning van antibiotica is enkel geïndiceerd wanneer de mondhygiëne nagenoeg perfect is.

Starten van de kuur
De kuur mag enkel vlak voor (2 uur van te voren) of net na scalen en rootplanen worden gestart. Anders loopt men gevaar op abcessen doordat er onder andere tandsteen wordt ingesloten. Het laboratorium geeft een advies uit wanneer het antibioticum zal moeten worden ingenomen.

Bij welke bacteriën is er antibiotica geïndiceerd bij parodontitis?
Een Amerikaans tandheelkundig tijdschrijft (Perio Reports dec 2009) schrijft het volgende:
Bij gebruik van antibiotica trad er duidelijke pocketreductie op in het geval van meetbare P gingivalis. Bij geen aanwijsbare P gingivalis werd geen verschil in de pocketdiepte gemeten. Daarom zal systemische antibiotica niet mogen worden voorgeschreven voor diegene die geen meetbare G gingivalis met zich meedragen.

Een nuancering:
Wanneer een patiënt enkel verhoogde aantallen Treponema denticola, F. nucleatum en P. micros heeft, zou scalen en rootplanen en het optimaliseren van de mondhygiëne voldoende resultaat moeten boeken. Is deze patiënt reeds initieel behandeld, is de mondhygiëne adequaat te noemen en er zijn geen hopeloze elementen aanwezig, dan kan men toch het gebruik van een metronidazol-ondersteuning kunnen overwegen. De patiënt zou dan alle verschijnselen moeten vertonen van een infectie, geen roker moeten zijn en adulte parodontitis moeten hebben. Bij patiënten met pijnklachten, ANUG en jeugdige leeftijd kan dit ook overwogen worden. Maar standaard metronidazol voorschrijven bij deze bacteriën is dus absoluut niet aan de orde.

Richtlijnen antibioticumgebruik  bij parodontale infecties.

Weinig goede bacteriën
Tegenwoordig wordt er bij de kweek ook gekeken naar het level van goede bacteriën. Wat nu als er volgens het laboratorium weinig goede bacteriën zijn? Kan er dan geen goed resultaat verwacht worden van het behandelen met antibiotica?

Contra-indicaties
Van metronidazol, amoxicilline, Cefuroximaxetil en Ciprofloxacin

Wanneer er een antimicrobiële ondersteuning is geïndiceerd en er een contra-indicatie is voor metronidazol kan clindamycine worden overwogen. Klinisch onderzoek heeft aangetoond dat de werking van metronidazol en clindamycine in patiënten met ernstige parodontitis vergelijkbaar is (Sigush et al. 2001, J.Periodontol 2001: 72: 275-283).

Clindamycine is een vertegenwoordiger van de lincomycinegroep. Clindamycine is een antibioticum dat wordt ingezet bij anaërobe infecties. De dagdosis voor clindamycine is 1200-1800 mg, verdeelt in 3-4 gelijke doses. Een goed regime is 450 mg 3x daags. In de regel wordt 7 dagen aangehouden en 10 dagen in patiënten met parodontitis die roken.
De periode van toediening is afhankelijk van het klinisch verloop van de aandoening en het wel/niet roken van de patiënt.

Profylaxe
Gebleken is dat na bloedige tandheelkundige ingrepen een kortdurende bacteriëmie ontstaat. Soms bestaat het gevaar dat strepto- of stafylokokken vanuit het operatiegebied via het bloed onder andere op het endocard belanden, zich daar gaan nestelen en zo aanleiding kunnen geven tot endocarditis lenta (i.c. sepsis lenta).

Bron
NTVT nieuwsbrief 31 oktober 2007
Laboral
Nederlandse Hartstichting
Farmacotherapeutisch Kompas
Abraham-Inpijn, Voorkoming van medische accidenten
Loesche & Giordano, 1994

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
het Plataaneffect

99% van de beursbezoekers heeft bloedend tandvlees

De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) heeft in het weekend van 22 t/m 24 januari jl. het tandvlees van de bezoekers van de Nationale Gezondheidsbeurs gescreend. In totaal namen er 249 bezoekers plaats in de stoel van de mondhygiënist.

NVM geschrokken van hoge percentage mensen met tandvleesontsteking
Van de 249 gescreende bezoekers waren er 192 (77%) vrouw en 57 (23%) man. De gemiddelde leeftijd was 42 en varieerde van 9 tot 80 jaar. Bij 99% van de bezoekers werd ontstoken (bloedend) tandvlees geconstateerd. Daarvan bleek dat bij 66% van de bezoekers de ruimtes tussen tand en tandvlees op 1 of meerdere plaatsen verdiept waren. Het laatste kan duiden op gevorderde ontsteking en afbraak van steunweefsels en kaakbot. De NVM is geschrokken van het hoge percentage mensen met (ernstige) tandvleesontsteking.

65% heeft nog nooit een mondhygiënist bezocht
Uit de screening bleek dat 95% van de bezoekers onder controle bij een tandarts is. Opvallend is dat 65% van de bezoekers nog nooit een mondhygiënist heeft bezocht. De meeste bezoekers zijn niet op de hoogte van het feit dat tandvleesontsteking wordt veroorzaakt door tandplak.

Bron:
Persbericht Nederlandse Vereniging Mondhygiënisten

Lees meer over: Mondhygiëne, Producten
Combinatie van opioïden en NSAIDs werkt beter tegen pijn na tandextractie dan ibuprofen

Nieuwe techniek met plasmastraal lost tandproblemen pijnloos op

Vergeet de vervaarlijke boor van de tandarts. Over drie tot vijf jaar zitten we onder de plasmastraal om onze rotte tanden te laten genezen. Althans, dat is wat de Duitse dokter Stefan Rupf aankondigt in het vakblad ‘Journal of Medical Microbiology’.

Plasmastraal zou de tandenboor vervangen
Angst voor de boor is nu voor één op de zeven mensen dé reden om een hoogdringend bezoek aan de tandarts tegen beter weten in uit te stellen. Dokter Stefan Rupf van de Homburg-universiteit in Saarland (Duitsland) voorspelt dat de plasmastraal op korte termijn de tandenboor zal vervangen. ‘Koud plasma doet hetzelfde als een boor, maar is helemaal niet pijnlijk. Over drie tot vijf jaar wordt dit de standaardmethode bij tandartsen.’

Elektrisch geladen gas
Plasma is in de natuurkunde een hoog energetische toestand van materie: de allesovertreffende trap van vast naar vloeibaar naar gas, waarbij gas onder dermate hoge druk en temperaturen staat dat elektronen wegkoken van hun atomaire kernen zodat een elektrisch geladen gas overblijft. Plasma’s zijn in het heelal de meest voorkomende vorm van materie, het hoofdbestanddeel van sterren, maar op onze aardse planeet zijn plasma’s zeer kortstondige verschijnselen, bijvoorbeeld in experimentele fusiereactoren of in bolbliksems, in lasbogen en in plasmaschermen.

Dokter Rupf spuit heliumgas door haarfijne buisjes en bestookt ze met microgolven en laserlicht, waardoor het gas bij kamertemperatuur in zogenaamde plasmatoestand geraakt. Als hij dat plasma richt op holle tanden, doodt de straal alle bacteriën onder het glazuur van deze tanden, zonder de structuur ervan aan te tasten. Nu worden zieke, holle tanden uitgeboord en uitgeschuurd met een echte tandboor, vooraleer ze worden gevuld. Een pijnlijke en afschrikwekkende methode.

Spier- en brandletstels
Dr. Rupf testte zijn methode tot nog toe alleen uit op getrokken hoektanden. Eerstdaags wil hij zijn plasmastraal richten op levende tanden, in het gebit van levende mensen. Hij verwacht géén moeilijkheden, integendeel. Zijn optimisme wordt bevestigd door collega’s die nu al experimenteren met plasmastralen om beschadigde spierweefsels van topsporters te herstellen. Met dezelfde plasmastraal kunnen ook wonderen worden verricht bij het behandelen van brandletsels.

Bron
Nieuwsblad

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Gebit

Ontevredenheid over gebit leidt tot schaamte en jaloezie

Eén op de drie Nederlanders is in meer of mindere mate ontevreden over zijn of haar gebit, blijkt uit onderzoek van Oral-B*. Zij storen zich met name aan kronen of vullingen, gele tanden en aan gevoelige tanden. Deze ontevredenheid heeft verstrekkende gevolgen.

32% schaamt zich voor zijn of haar gebit
Van de ondervraagden blijkt 32 procent zich te schamen voor zijn of haar gebit. Door hun gebit durven veel Nederlanders niet voluit te lachen, treden ze niet graag op de voorgrond en verbergen ze hun gebit als ze op de foto gaan.

Minder aandacht andere sekse
Van de respondenten die ontevreden zijn over hun gebit, denkt 1 op de 8 dat zij door hun gebit minder aandacht van de andere sekse krijgen en durven ze niet goed te flirten.

60% jaloers op mensen met een mooi gebit
Naast schaamte leidt ontevredenheid over het gebit tot sterke gevoelens van jaloezie. 60 procent geeft aan jaloers te zijn op mensen met een mooi gebit.

* Kwantitatief onderzoek uitgevoerd door marktonderzoeksbureau KIEN in december 2009 onder 505 Nederlanders van 16 jaar en ouder.

Bron: Oral-B

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z

Experiment vrije prijsvorming mondzorg lijkt van de baan

Het experiment met vrije prijsvorming in de mondzorg gaat vrijwel zeker niet door. De NZa heeft voor het experiment geen capaciteit en financiële middelen beschikbaar gesteld in het werkplan voor 2010.

NMT en ANT teleurgesteld
De NMT en ANT zijn teleurgesteld over de gang van zaken. Beide organisaties hebben al de nodige energie gestoken in de voorbereidingen van het experiment. Minister Ab Klink van VWS moet formeel nog een besluit nemen over het werkplan. De NMT heeft de minister met het oog hierop begin januari een brief gestuurd met het dringende verzoek heet experiment toch van start te laten gaan. Zowel de NMT als de ANT hebben weinig hoop dat het experiment zal doorgaan. Volgens een woordvoorder van VWS is het moeilijk in te schatten wanneer Klink een beslissing neemt.

Vrije prijsvorming orthodontie ook van de baan
Het mogelijk afblazen van het experiment betekent ook dat vrije prijsvorming in de orthodontie van de baan is. De minister heeft vorig jaar aangegeven dit te willen koppelen aan het experiment voor de hele mondzorg.

Bron: Nederlands Tandartsenblad

Lees meer over: Actueel, Financieel, Ondernemen, Thema A-Z