Risico op tandvleesaandoeningen groter bij hormonale veranderingen 400

Risico op tandvleesaandoeningen groter bij hormonale veranderingen

Een speciale sessie tijdens het Europerio11 congres in mei in Wenen zal mondgezondheidsprofessionals aanmoedigen een meer gepersonaliseerde benadering te hanteren bij de behandeling van zwangere vrouwen. Daarnaast wordt verder onderzoek naar het verband tussen de mondgezondheid en gezondheid van vrouwen bevordert.

Hormonale veranderingen

Hormonale veranderingen kunnen een grote impact hebben op de mondgezondheid zoals tandvleesaandoeningen, maar ook op de algehele systemische gezondheid. De mondgezondheid bij vrouwen is dus erg belangrijk en speelt een cruciale rol bij aandoeningen zoals complicaties tijdens de zwangerschap en chronische ziekten. Echter blijft het een weinig besproken onderwerp en is er onvoldoende onderzoek naar gedaan.

Tandvleesaandoeningen worden vaak in verband gebracht met verschillende zwangerschapsproblemen, daarom is het van belang dat zwangere vrouwen veel prioriteit stellen aan hun mondgezondheid.

Zwangerschap

Verhoogde hormoonspiegels kunnen tijdens de zwangerschap de manier waarop het lichaam op tandplak reageert veranderen. Dit kan leiden tot gingivitis en parodontitis. Onbehandelde tandvleesaandoeningen kunnen leiden tot ernstige gezondheidsrisico’s bij zowel de moeder als het kind. Wetenschappelijke studies hebben verbanden aangetoond tussen tandvleesaandoeningen en zwangerschapsproblemen zoals vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en pre-eclampsie.

Wanneer er gingivitis of parodontitis wordt vastgesteld is het mogelijk om veilig te behandelen tijdens de zwangerschap. De risico’s van niet behandelen van de aandoeningen zijn groter dan wel behandelen.

Mondhygiëne

Om problemen vroegtijdig te detecteren is het aangeraden om minstens twee keer per dag minimaal twee minuten te poetsen en regelmatig de tandarts bezoeken tijdens het tweede en derde trimester van de zwangerschap. Het behouden van een goede mondgezondheid vóór en tijdens de zwangerschap is een essentiële stap in het bevorderen van de gezondheid van zowel moeder als kind.

Conclusie

Behoud van gezond tandvlees is essentieel voor de algehele systemische gezondheid. Bij zwangere vrouwen is er een verband tussen de gezondheid van het tandvlees, hun eigen gezondheid en de gezondheid van de baby.

Bron:
Europerio 11

Lees meer over EuroPerio11 Vienna 14 – 17 May 2025

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Behandeling patient

IGJ ziet grote verschillen in omgang met taakdelegatie voorbehouden handelingen

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet dat er grote verschillen zijn in de manier waarop tandartsenpraktijken omgaan met taakdelegatie van voorbehouden handelingen. Dit komt voort uit onderzoek van de inspectie onder 81 tandartspraktijken, uitgevoerd in 2024. De inspectie vindt dit niet gewenst en wil graag dat taakdelegatie in een richtlijn wordt opgenomen.

Dit gaat dan met name om taakdelegatie van voorbehouden handelingen waarvan het merendeel van de patiënten aanneemt dat dit door een tandarts wordt uitgevoerd. Ook het vragen van toestemming aan de patiënten vindt de inspectie belangrijk voor verdere uitwerking.

Onderzoek

Om een beeld te krijgen van de wijze waarop tandartsprakijken taakdelegatie organiseren, bezocht de IGJ 81 willekeurig gekozen tandartspraktijken in 2024.  Bevindingen die naar vorgen kwamen:

Voorbehouden handelingen door assistent

In bijna alle praktijken maken tandartsassistenten röntgenfoto’s en geven zij in ongeveer een derde van de bezochte praktijken ook anesthesie. Dit wordt in bijna alle gevallen in opdracht van een tandarts gedaan waarbij de patiënten niet worden verteld dat de assistent deze handeling uitvoert. De tandarts is wel bijna altijd aanwezig als de assistent deze voorbehouden handelingen uitvoert.

Buitenlandse tandartsen

In sommige bezochte praktijken werken buitenlandse tandartsen die niet in het BIG-register ingeschreven staan. Zij werken op basis van taakdelegatie en stellen vaak zelf de indicatie voor deze behandeling voor en voeren deze uit zonder opdracht van de tandarts. Vaak worden patiënten hierbij niet geïnformeerd over het uitvoeren van de voorbehouden handeling in taakdelegatie en wordt er geen toestemming voor de taakdelegatie aan hen gevraagd. In driekwart van deze praktijken is de opdrachtgevend tandarts altijd aanwezig op de momenten dat de medewerker voorbehouden handelingen uitvoert.

Mondhygiënisten

Mondhygiënisten trekken geen tanden of kiezen en voeren geen wortelkanaalbehandelingen uit in de bezochte praktijken. Wel maken ze in veel praktijken röntgenfoto’s of geven ze anesthesie. In 3 van de bezochte praktijken boren ze ook in tanden en kiezen. Mondhygiënisten maken de röntgenfoto’s vaak in opdracht van een tandarts. Bij het geven van anesthesie is deze opdracht er vaak niet.

Studenten tandheelkunde

In een klein aantal van de bezochte praktijken voeren ook studenten tandheelkunde voorbehouden handelingen uit in taakdelegatie. Deze studenten maken voornamelijk röntgenfoto’s in opdracht van de tandarts. In enkele van de bezochte praktijken geven zij ook anesthesie, boren zij in tanden of kiezen, trekken tanden of kiezen of voeren zij wortelkanaalbehandelingen uit in taakdelegatie. Ook hier worden patiënten niet altijd geïnformeerd of om toestemming gevraagd.

Lees in het rapport alle bevindingen van de inspectie

Handvatten

De KNMT geeft aan dat zij “haar leden extra handvatten gaat bieden om de eisen voor taakdelegatie nader vorm te geven.” Zij gaan daarvóór eerst de bestaande eisen checken op nut en noodzaak.

Lees meer over: Richtlijnen, Thema A-Z
KNMT Apollonia awards

Drie genomineerden voor de titel van Tandarts van het Jaar 2025

Jan de Kock van Leeuwen uit Reeuwijk, Angelica Setiaman uit Zandvoort en Marijke Westerduin uit Ede zijn genomineerd voor de titel van Tandarts van het Jaar. De KNMT reikt deze onderscheiding dit jaar voor de tweede keer uit. Er zijn ook prijzen voor de Tandheelkundestudent van het Jaar en het beste initiatief voor de mondzorg.

De prijzen worden toegekend aan een tandarts en een student Tandheelkunde die zich recent op bijzondere wijze hebben ingezet voor de mondzorg. Het gaat daarbij om maatschappelijke inzet of inzet voor de branche zelf en diegenen die daarin werkzaam zijn. Daarnaast is er een prijs voor het beste initiatief dat bijdraagt aan het bevorderen van de mondgezondheid in Nederland of daarbuiten.

In elke categorie zijn er drie genomineerden. De prijzen worden – onder de noemer Apollonia Awards – uitgereikt op vrijdag 14 maart.

Overzicht genomineerden Apollonia Awards

In alfabetische volgorde

Tandarts van het Jaar

  • Jan de Kock van Leeuwen voor zijn bijzondere betrokkenheid, zowel bij zijn patiënten als de maatschappij in het algemeen
  • Angelica Setiaman voor haar tomeloze inzet om duurzaamheid in de mondzorg op de kaart te krijgen
  • Marijke Westerduin voor haar jarenlange vrijwilligerswerk als tandarts en docent bij Mercy Ships

Tandheelkundestudent van het Jaar

  • Rozemarijn Kaman, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; voormalig Vice-Praeses van de Tandheelkundige FaculteitsVereniging Nijmegen (TFV)
  • Bram Sombekke, student Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen; lid van de Facultaire Studentenraad (FSR)
  • Tycho Vermaat, student Tandheelkunde ACTA; studentassessor en oud-bestuurslid van de Facultaire Studentenraad Tandheelkunde

KNMT Mondzorg Award (voor het beste initiatief)

  • Dental Coach – preventieprogramma met app waarmee tandheelkundige zorgverleners hun patiënten helpen hun gebit gezonder te maken
  • ‘Ouderen en mondzorg’ – landelijk gratis telefonisch spreekuur
  • Stichting Straattandarts Breda – tandheelkundige noodhulp voor mensen in armoede

 

Lees meer over: Scholing, Thema A-Z
Preventieve instructievideo 400

Preventieve instructievideo’s

Veel patiënten weten niet precies hoe ze hun tanden moeten poetsen met een elektrische tandenborstel, ongeacht hun leeftijd. Hoewel elektrisch tandenpoetsen effectiever is dan poetsen met een handtandenborstel, moet de tandenborstel op de juiste manier worden gebruikt om tandplak te voorkomen.

Bruikbare video’s over het gebruik van een elektrische tandenborstel ontbraken volledig, terwijl dit tegenwoordig de standaard is in de meeste mondzorgpraktijken. Daarom heeft Jan Henk van De Lieve Tandarts het initiatief genomen om deze video’s met Laurea Socials in co-productie te ontwikkelen.

Preventieve instructievideo’s voor iedereen

Om bij te dragen aan betere mondgezondheid en om misverstanden over poetsgewoonten te verhelpen, zijn er drie preventieve instructievideo’s ontwikkeld. Deze video’s richten zich op:

  1. De beste poetsinstructies met de focus op de drie B’s: binnenkant, bovenkant en buitenkant.
  2. Het juiste gebruik van flosdraad, ragers en stokers.
  3. De gevolgen van tandplak en het belang van preventieve mondzorg.

“Met deze video’s willen we zowel patiënten als zorgverleners ondersteunen met praktische handvatten en betrouwbare kennis over mondgezondheid, zodat deze toegankelijk is voor iedereen,” aldus De Lieve Tandarts en Laurea Socials.

Lees meer over: Dental Expo, Mondhygiëne, Thema A-Z, Video | Podcast, ZZP-er
Onderzoek naar verband tussen erectiestoornissen, occlusale ondersteuningsstatus, parodontale gezondheid en aantal resterende elementen

Onderzoek naar verband tussen erectiestoornissen, occlusale ondersteuningsstatus, parodontale gezondheid en aantal resterende elementen

Uit verschillende systematische reviews en meta-analyses is gebleken dat er een verband is tussen erectiestoornissen (ED) en parodontitis. Een huidige studie gepubliceerd in het International Journal of Urology doet onderzoek naar de relatie tussen ED, het aantal resterende tanden, parodontitis en de occlusale ondersteuningsstatus.

Onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd bij 400 thuiswonende mannen. Met behulp van de Community Periodontal Index (CPI) werd de gezondheid van het tandvlees geëvalueerd. De Eichner-classificatie werd gebruikt om de occlusale ondersteuningsstatus te beoordelen. Daarnaast werden er multivariabele analyses uitgevoerd om de relaties tussen ED en het aantal resterende tanden, parodontitis en occlusale ondersteuningsstatus te evalueren.

Erectiestoornissen

De prevalentie van erectiestoornissen ligt tussen de 3% en 77%. Volgens de auteurs zijn er associaties gepubliceerd tussen erectiestoornissen en parodontitis, maar is er nog geen onderzoek gedaan naar een mogelijk verband tussen erectiestoornissen, occlusale ondersteuningsstatus en het aantal resterende elementen.

Resultaten

Aan het onderzoek deden 400 mannen mee met een gemiddelde leeftijd van 53 jaar. 333 van de 400 mannen werden geclassificeerd met ED. Bij de overige 67 mannen werd geen impotentie vastgesteld. Er werd een significant verband gevonden tussen ED en de parodontale gezondheidsstatus in de univariabele analyse. Echter na correctie voor de verstorende variabelen zoals leeftijd en andere systemische aandoeningen waaronder diabetes, verdween de statische significatie. In multivariabele analyses werd gevonden dat een matige occlusale ondersteuningsstatus significant en onafhankelijk werd geassocieerd met een erectiestoornis. Volgens de auteurs waren het aantal resterende tanden niet gekoppeld aan ED.

Conclusie

Er is een significante associatie tussen ED en een slechte occlusale ondersteuningsstatus. Er is echter geen verband gevonden tussen ED en het aantal resterende tanden en parodontale gezondheidsstatus. De resultaten van het onderzoek kunnen bijdragen aan het identificeren van patiënten met erectiestoornissen en mogelijk behandeld worden.

Bron:
International Journal of Urology

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg afb 5

Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg

De samenwerking tussen de tandarts, mondhygiënist en parodontoloog en andere specialisten is belangrijk om tot een succesvol behandelresultaat te komen. Daarnaast zijn een goede planning en onderlinge communicatie essentieel. Tijdens zijn lezing liet prof. dr. Mark Timmerman verschillende casussen zien waarbij veel verschillende behandelaren een rol spelen en samen zorgen zij voor een optimaal behandelresultaat.

Casus 1

Een vrouw van 37 jaar, ASA I, met pijn rechtsonder is doorverwezen door haar tandarts naar de parodontoloog in verband met gegeneraliseerd parodontale problemen. Volgens de tandarts is extractie van het onderfront en enkele molaren noodzakelijk, de patiënt wil echter graag haar eigen tanden behouden. Er is sprake van een blauwe, glazige zwelling van de gingiva met spontane bloedingen, recessies in het onderfront, 94% bloeding en pusafvloed na sonderen en gegeneraliseerd fors botverlies.

De diagnose luidt ‘gegeneraliseerde parodontitis, stadium 4, graad C’. De modificerende factoren zijn de furcatietoegankelijkheid en socio-economische aspecten.

Behandelplan

  • Rapportage aan tandarts: parodontoloog
  • Extractie 27 en 48: tandarts
  • Instructie mondhygiëne: preventie-assistent || dagelijks gebruik elektrische tandenborstel || dagelijks gebruik van ragers
  • Spalken onderfront met composiet: parodontoloog
  • Gebitsreiniging met lokale anesthesie: mondhygiënist
  • Controle en herinstructie na 6 weken: preventie-assistent
  • Evaluatie na 3 maanden: parodontoloog
  • Parodontale nazorg: mondhygiënist

Tijdens de evaluatie is er klinisch minder zwelling zichtbaar maar het onderfront oogt onrustig. Naar aanleiding hiervan is een kuur metronidazol geincideerd na herhaalde gebitsreiniging. Herinstructie en parodontale nazorg om de 3 maanden zijn erg belangrijk in deze casus.

De preventie-assistent blijft verantwoordelijk voor de instructie. Het herkennen en toepassen van leerstijlen is erg belangrijk bij het geven van instructie. Niet iedereen is hetzelfde, iedere patiënt heeft een eigen voorkeursstijl.

Verschillende leerstijlen

Voelers leren door ondervinding en ervaring, gebruiken zintuigen en leren gevoelsmatig. Kijkers overdenken ervaringen, ordenen en selecteren feiten. Denkers leren eerst de theorie en voeren die uit in de praktijk. Doeners gaan direct aan de slag om te experimenten en leren gaandeweg van hun fouten en successen. Doelen stellen kan helpen om een gewoonte te veranderen. Daarnaast kunnen de volgende punten helpen om een gewoonte te veranderen.

  • Zoek naar het meest constante patroon op de dag: vaak ’s morgens
  • Verander juist dat patroon
  • Doe iets ‘nieuws’ voor iets ‘ouds’
  • Het duurt minstens 6 weken tot 3 maanden voor een gewoonte is veranderd
  • Makkelijke beschikbaarheid van benodigde middelen: kans op succes omhoog
  • Regelmatige reïnforcement in de verander-fase: kans op succes omhoog

Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg

Casus 2

Een 62-jarige man met een goede gezondheid, slikt  simvastatine, komt met pijn in het onderfront. Meneer heeft tot zijn 33e in Shanghai gewoond en nooit een opbeetplaat gedragen. Dhr. heeft veel last van maagzuur en draagt een metalen frame in de onderkaak. De wens van de patiënt is om zijn eigen tanden te behouden. Op de OPT is een apicaal granuloom te zien ter plaatse van element 15.

Ook in deze casus is de samenspraak tussen behandelaars essentieel voor een optimaal behandelplan. De orthodontist, endodontoloog, parodontoloog en implantoloog spelen hierbij een belangrijke rol.

Het behandelplan

  • Extractie 15: implantoloog
  • Endo’s 41 en later ook 31: endodontoloog
  • Intrusie 26 en 27 m.b.v. TAD’s: implantoloog, orthodontist
  • Implantaten t.p.v. 37 en 15: implantoloog
  • Opbouwen van de frontelementen boven en onder m.b.v. composiet: restauratief tandarts
  • Conventionele brug 23-d24-d25-26 en kroon i15: restauratief tandarts
  • Frame in de onderkaak t.v.v. 37, 36, 35 en 45 op locator 37: restauratief tandarts

Ook in deze casus zijn er diverse discussies en overwegingen besproken, er was sprake van een oneindig aantal mogelijkheden. Belangrijk is om te beginnen met luisteren naar de patiënt en het inventariseren van de problemen. Daarna kunnen de verschillende mogelijkheden worden bekeken met behulp van expertise. Elke behandelaar ziet behandelopties met zijn eigen expertise door zijn eigen ‘bril’. Het afstemmen van de ‘blik’ met de wens van de patiënt is hierbij cruciaal voor een succesvol behandelresultaat.

Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg

Casus 3

Deze casus gaat over een 52-jarige vrouw, rookt al 25 jaar 20 sigaretten per dag. Er zijn 3 jaar geleden nieuwe kronen geplaatst in de hele mond. Mevrouw geeft aan dat de tanden los lijken te gaan staan en er een diasteem tussen de voortanden is ontstaan.  Klinisch is een zwelling rondom de kroonranden zichtbaar, er zijn pockets van 6 tot 8 mm. aanwezig en er is sprake van 20-30% botafbraak. De diagnose luidt ‘gegeneraliseerde parodontitis, stadium 3, graad B, roken’. De uitdaging in het behandelplan is de combinatie van parodontitis, roken en de esthetische wens van de patiënt. Roken heeft een sterke invloed op de parodontale conditie en verloop van de behandeling.

Het behandelplan

  • Parodontale chirurgie: parodontoloog
  • Parodontale nazorg: mondhygiënist
  • Orthodontische behandeling: orthodontist
  • Extractie 16, 15, 14, 26, 36, 32, 42, 45, 46: restauratief tandarts
  • Endo’s 24, 25, 35, 43, 43: restauratief tandarts
  • Implantaten tpv 15, 14, 36, 45, 46: restauratief tandarts
  • Bruggen zijdelings boven, onderfront: restauratief tandarts
  • Kronen bovenfront, zijdelings onder: restauratief tandarts
  • Parodontale nazorg: mondhygiënist

Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg

Casus 4

Een 12-jarige jongen met een goede gezondheid en ADHD. De patiënt slikt melatonine en methylfenidaat. De geïmpacteerde 21 is geprobeerd met een draadje aan de beugel te krijgen, echter is dit niet gelukt en is het element dor de kaakchirurg geëxtraheerd. De patiënt is erg bang geworden door alle uitgevoerde behandelingen en de orthodontist.

Het eerste behandelplan

  • Hervatten van de orthodontist behandeling: diasteem 21 openen: orthodontist
  • Extractie 85 en autotransplantatie 45 naar locatie 21: parodontoloog/ implantoloog
  • Opbouwen van de 21 m.b.v. composiet: restauratief tandarts
  • Voltooien van orthodontische behandeling: orthodontist
  • Zo nodig finaal aanpassen van restauratie 21: restauratief tandarts

Echter blijkt de patiënt zo angstig dat op de dag van de autotransplantatie verdoven en behandelen niet mogelijk zijn. De patiënt wordt doorgestuurd naar het centrum bijzondere tandheelkunde (CBT).

Het behandelplan wordt aangepast

  • Continueren orthodontische behandeling voor zover mogelijk: orthodontist
  • Intake narcose en zoveel mogelijk angsttraining vooraf: angsttandarts CBT.
  • Extractie 85 en autotransplantatie 45 naar locatie 21 onder volledige narcose : parodontoloog/implantoloog + angsttandarts CBT + anesthesioloog
  • Angsttraining afronden: angsttandarts CBT
  • Opbouwen van de 21 m.b.v. composiet: restauratief tandarts
  • Voltooien orthodontische behandeling: orthodontist
  • Zo nodig finaal aanpassen van restauratie 21: restauratief tandarts

Een voorafgemaakt behandelplan vraagt soms meerdere malen om bij te stellen. Onderling overleg is daarom cruciaal tijdens het verloop van de gehele behandeling.

Samenwerking tussen tandarts, mondhygiënist en parodontoloog maakt de zorg

Trauma bij jonge patiënten

Bij vervanging van voortanden na trauma bij jonge patiënten moet rekening worden gehouden met het feit dat implantaten niet meegroeien met de dentitie van de patiënt. Uitneembare voorzieningen zijn oncomfortabel en adhesieve voorzieningen zijn mogelijk kwetsbaar. Daarnaast is een conventionele brug erg invasief op gaaf tandmateriaal. Een autotransplantatie is een al langer bekende techniek en is bij jonge patiënten een goede optie om een frontelement te vervangen. Een onderzoek waarbij 298 elementen met een endo naar het front zijn getransplanteerd laat zien dat autotransplantaties een hoge survival en succes rate hebben. Er is namelijk maar 0,7% verlies van elementen opgetreden. Autotransplantaties zijn daarom uiterst geschikt als enkeltandsvervanging bij zowel kinderen als volwassenen.

Conclusies

Bij het geven van instructie is het belangrijk om rekening te houden met de leerstijl van de patiënt en het feit dat gedrag veranderen veel tijd kost en terugval vaak voorkomt. Elke behandelaar kijkt met zijn eigen expertise door zijn eigen ‘bril’. Het afstemmen van die ‘blik’ met de wens van de patiënt is cruciaal voor een succesvol resultaat. Een samenwerking, waarbij meerdere behandelaren en disciplines een rol spelen, kan voor de patiënt veel opleveren.

Prof. dr. Mark Timmerman

Mark Timmerman studeerde in 1984 cum laude af in de tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Daar promoveerde hij in 2001 op zijn proefschrift, getiteld ‘Prevalence and progression of untreated periodontal disease in a young Indonesian population’. Hij werkte in een algemene praktijk en later als parodontoloog en implantoloog bij diverse centra, waaronder de Paropraktijk Utrecht en sinds 2008 bij de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Nijmegen/Horst. Daarnaast werkt hij sinds 2017 als docent Implantologie en Parodontologie bij het Radboudumc Tandheelkunde en is hij sinds 2021 voorzitter van de examencommissie Tandheelkunde. Mark is erkend parodontoloog, NVvP/implantoloog NVOI en per 1 december 2022 benoemd tot bijzonder hoogleraar Parodontologie aan het Radboudumc.

Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van prof. dr. Mark Timmerman tijdens PARO2024 van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Zirconia klinische casuistiek samengevat 400

Zirconia: klinische casuistiek samengevat

Tandarts-implantoloog Bart Beekmans deelde zijn uitgebreide ervaring met zirconia-implantaten tijdens het symposium Société Céramique van de NVOI. Hij besprak zowel de voordelen als de beperkingen. Het hoofdthema: zirconia vereist een andere benadering dan titanium en biedt unieke mogelijkheden in de moderne implantologie.

Het ontstaan en de voordelen van zirconia

Zirconia-implantaten zijn sinds hun introductie populair geworden vanwege de volgende eigenschappen:

  • Esthetiek ; De natuurlijke witte kleur van zirconia maakt het ideaal voor esthetische zones, vooral in het front. Het materiaal voorkomt het grijze doorschijnen dat bij titanium kan optreden.
  • Minder peri-implantitis; Zirconia vertoont minder plaque-adhesie en draagt daardoor bij aan gezondere peri-implantaire weefsels.
  • Vergevingsgezindheid; Zirconia maskeert fouten beter dan titanium. Zelfs bij beperkte buccale botdekking vertonen patienten vaak geen klinische problemen. Toch blijft zirconia een matertiaal met specifieke eisen en uitdagingen, zoals breukgevoeligheid bij dunne implantaten en hogere kosten

Immediate placement en restauratie

Immediate plaatsing en restauratie worden steeds vaker toegepast, mede dankzij verbeterde materialen en technieken. Zirconia blijkt hiervoor bijzonder geschikt, omdat het risico op verticaal gingivaverlies kleiner is dan bij titanium. Dit maakt zirconia aantrekkelijk voor gebruik in de esthetische zone. Beekmans benadrukt dat patiënten vaak hoge eisen stellen aan comfort en esthetiek. Ze willen:

  • Zo min mogelijk behandelingen en pijn.
  • Direct een mooie en functionele restauratie.
  • Korte behandeltrajecten.

Zirconia-implantaten spelen hierop in door direct na plaatsing een noodkroon te ondersteunen, mits de primaire stabiliteit toereikend is. Dit vraagt echter om zorgvuldige planning en een aangepaste techniek.

Technische aspecten en uitdagingen

Planning en plaatsing

Het belang moet onderstreept worden van een goede planning met CBCT-scans en het gebruik van een surgical guide. De alveole moet intact zijn, en het verwijderen van een wortel in het front wordt als een van de grootste uitdagingen gezien. Bij implantatie is het extra belangrijk om fouten bij de eerste boor te voorkomen. Hier is het gebruik van de surgical guide dus het meest geadviseerd.

Soft tissue level en emergence profile

Zirconia-implantaten worden vaak op soft tissue level geplaatst. Een breed implantaat helpt om het tandvlees te ondersteunen en black triangles (tandvleesdip) te voorkomen. Een minimum van 5 mm breedte aan voor centrale bovenincisieven wordt aangeraden. Je kan voor een breder implantaat compenseren door iets dieper te plaatsen. Hiervoor zou je echter ook dieper moeten prepareren. weghalen van het cement wordt dan echter een klinische uitdaging. Vandaar dat een diepte van 1mm ideaal is om het retractiedraadje en het cement te kunnen handhaven. Approximaal is dat wel een uitdaging, vooral als je mooie hoge papillen hebt. Er moet een goede afweging gemaakt worden tussen deze factoren.

Breekrisico en belasting

Zirconia-implantaten hebben een grotere gevoeligheid voor breuk dan titanium, vooral bij smalle diameters. Aangetoond is dat de diameter van een implantaat bepalend is voor de belastbaarheid. Grotere implantaten bieden meer sterkte, maar vereisen aangepaste technieken om schade te voorkomen. Beekmans pleit voor botcompressie en een torque van minimaal 45 Newton, wat hij toepast bij zijn zirconia-implantaten.

Materiaalkeuze en flexibiliteit

Zirconia kan simpelweg titanium niet vervangen. De materialen hebben andere spelregels:

– Zachtere kronen

Bij zirconia-implantaten is het vaak beter om een kroon van een zachter materiaal te kiezen om schade door occlusale krachten te minimaliseren.

– Geen directe kopie van titanium-technieken

Zirconia vereist een aanpassing van traditionele technieken. Beekmans gebruikt bijvoorbeeld geen impregnatievloeistof en benadrukt dat preparaties anders uitgevoerd moeten worden.

Klinische casus: een blik op 20 jaar zirconia

In een casus deelde Beekmans zijn ervaring met een 6,5 mm zirconia-implantaat dat hij twintig jaar geleden plaatste. Ondanks technische fouten en een gebrek aan buccale botdekking, blijft het implantaat tot op heden goed functioneren. Dit alles terwijl vergelijkbare fouten bij titanium implantaten vaak andere resultaten tonen. Dit illustreert de vergevingsgezindheid van zirconia als materiaal.

Conclusie

Zirconia-implantaten zijn een krachtige aanvulling op de tandheelkundige praktijk, vooral in esthetische zones. Het materiaal biedt voordelen zoals verbeterde esthetiek, minder gingivaverlies en een betere weefselintegratie. Tegelijkertijd vereist zirconia een andere aanpak dan titanium. Beekmans moedigt tandartsen aan om te leren werken met de unieke eigenschappen van zirconia en gebruik te maken van geavanceerde technieken zoals CBCT-scans en surgical guides.

Afsluiting

Zirconia-implantaten vertegenwoordigen een evolutie in de implantologie. Ze vragen om expertise en zorgvuldigheid, maar belonen tandartsen en patiënten met esthetische en functionele resultaten die de tijd kunnen doorstaan.

Bart Beekmans, tandarts, implantoloog, afgestudeerd in 1985 aan de Universiteit van Amsterdam. Oprichter en nu mede-eigenaar van het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde. Naast zijn werk in de praktijk geeft hij lezingen en cursussen zowel nationaal als internationaal. Hij is oprichter en mede-eigenaar van White Implants Development Corp. Dit bedrijf ontwikkelde een innovatief zirconia implantaat systeem voor de esthetische zone. Sinds 2013 is hij voorzitter van de Dutch Academy of Esthetic Dentistry. 

Verslag van de lezing van Bart Beekmans, door Camil Chakir, tijdens het symposium Société Céramique van de NVOI

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Thema A-Z
ergonomie - rugpijn

Verschil in opvattingen over ergonomie tussen junior en senior tandartsen en de invloed hiervan op duurzame inzetbaarheid

Amber Denekamp onderzocht het verschil op het gebied van ergonomie tussen junior en senior tandartsen en de invloed op de duurzame inzetbaarheid van tandartsen. Amber is een ervaren ergonoom en daarnaast ook arbeidsdeskundige. Zij begeleidt mensen met orthopedisch letsel en fysiek werk en is inzetbaar voor alle fysieke beroepen, maar ze heeft een specialisatie in de mondzorg en artsenberoepen. Zij kan ergonomische voorzieningen adviseren en ontwerpen waar nodig.

In haar thesis is een kwalitatieve analyse van interviews met tandartsen opgenomen om de kennis en praktijk op het gebied van ergonomie aan de hand van vier verschillende thema’s te onderzoeken. Het betreft een kwalitatief onderzoek met een relatief kleine populatie. Dit betekent dat de data niet zomaar te generaliseren is naar de populatie, maar wel op dieper niveau inzicht biedt. Bevindingen sluiten wel grotendeels aan bij de literatuur.

Thema’s

In het eerste thema wordt ervan uitgegaan dat ergonomie niet belangrijk wordt gevonden, dit staat in contrast met het tweede thema waarbij ergonomie belangrijk wordt gevonden wanneer er klachten ontstaan. Het derde thema bestaat uit het verkennen van de kennis over ergonomie en het vierde thema heeft betrekking op persoonlijke keuzevrijheid en gewoonten. Bij elk van deze vier thema’s werd het verschil tussen junior tandartsen, met 0-5 jaar werkervaring, en senior tandartsen, met meer dan 5 jaar werkervaring, onderzocht.

Lichamelijke klachten

De werkomstandigheden binnen de tandheelkunde zijn zowel mentaal als fysiek erg zwaar en kunnen leiden tot ongunstige gezondheidseffecten.

Onderzoeken laten zien dat 25% van de Zweedse tandartsen klachten heeft aan de bovenste ledematen, Duitse tandartsen last hebben van nek-, schouder- en rugklachten en tandartsen in Australië last hebben van werk gerelateerde musculoskeletale aandoeningen (WMSD’s).

19% van de lichamelijke klachten zijn gemeld door startende tandartsen, echter bij tandartsen met meer dan 30 jaar ervaring heeft 90% last van lichamelijke klachten.

Er is sprake van een wereldwijde hoge prevalentie van WMSD’s in de tandheelkunde.
Studies laten zien dat lichamelijke klachten, slecht slapen en stress niet alleen invloed hebben op de tandarts zelf, maar ook leidt tot verminderde kwaliteit van het werk door pijn of ongemak. Daarnaast laten studies laten zien dat veel tandartsen hun tandheelkundige procedures de voorkeur geven boven ergonomie.
WMSD’s zijn de belangrijkste reden voor pensionering met een slechte gezondheid en hebben daarmee een significant effect op de duurzame inzetbaarheid van tandartsen.

Onderzoek

Steekproefsgewijs werden van 11 deelnemers gegevens verzameld en interviews afgenomen. Een selectiecriterium hierbij was dat de deelnemers werkzaam moesten zijn in de tandheelkunde, en bijvoorbeeld niet als mondhygiënist of in de orthodontie. Tandartsen werden geclassificeerd als junior tandarts wanneer zij 0-5 jaar werkervaring hadden.
Vijf mannen en zes vrouwen tussen de 26 en 57 jaar, waarvan drie junior tandartsen en 8 senior tandartsen zijn geïnterviewd voor het onderzoek.

Resultaten

De resultaten van thema 1 ‘overtuiging dat ergonomie niet belangrijk is’ laten zien dat de tandarts vooral bezig is met zijn vaardigheden en dat een juiste houding er dan vaak bij in schiet.

Dit werd door een aantal deelnemers verklaard door het feit dat weinig tijd werd besteed aan ergonomie op de universiteit en ergonomisch werken geen deel uitmaakte van het cijfer bij examens. Daarnaast is er een sterke overtuiging dat tandartsen erg perfectionistisch zijn, kwaliteit staat dus voorop, zelfs als er een ongemakkelijke of pijnlijke houding moet worden aangenomen. De tandartsen benoemden verder ‘extra tijd en energie’ als redenen om niet ergonomisch te werken. Als laatste geven de tandartsen aan dat er geen interesse is in ergonomisch werken als er geen klachten zijn.

Uit de interviews van thema 2 ‘overtuiging dat ergonomie belangrijk is’ blijkt dat tandartsen wel inzien dat de lichamelijke klachten werkgerelateerd zijn en dat ergonomie een deel van de oplossing is.

Bij klachten zoeken de deelnemers dan ook vaak een oplossing in hun werkhouding of andere ergonomische factoren zoals apparatuur.

Veel tandartsen zijn zich bewust van het feit dat er een bepaald niveau van fitheid nodig is om het werk te kunnen doen. De deelnemers zijn van mening dat apparatuur zoals loepbrillen, mondspiegels voor indirect zicht en specifieke stoelen het werk comfortabeler kan maken of het risico op lichamelijke klachten kan verminderen.

Uit thema 3 ‘kennis van ergonomie’ is gebleken dat de basisprincipes van ergonomisch werken en de invloed ervan op fysieke en psychosociale klachten bekend is bij de deelnemende tandartsen. Echter de meeste deelnemers geven aan dat hun kennis maar beperkt is en een aantal weten niet hoe ergonomisch werken er in de praktijk uit zou moeten zien.

Daarnaast geven de deelnemers die wel ergonomische training hebben gehad aan dat ze er wel veel van weten, maar het alsnog lastig vinden om het in de praktijk toe te passen.
De meeste deelnemers hebben wel het gevoel dat zij de basisprincipes van ergonomisch werken wel in de praktijk toepassen.

Thema 4 ‘persoonlijke keuzevrijheid en gewoonten’ laat zien dat bepaalde gewoonten, beperkingen en werk gerelateerde factoren invloed hebben op gedrag en inzetbaarheid.

Verder bleek dat veel deelnemers hun werk in de tandheelkunde te praktisch en/of, na een aantal jaren werken, te eentonig vonden en daarom een tweede baan hadden.

Discussie

In het eerste thema was de toepassing van ergonomische principes een opmerkelijk verschil tussen junior en senior tandartsen. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat junior tandartsen zich vooral bezighouden met de kwaliteit van werk en het verwerven van vaardigheden.

Thema 2 laat zien dat ergonomie erg belangrijk is en wanneer er klachten ontstaan, de deelnemers ergonomische principes gaan hanteren.

Uit thema 3 is gebleken dat kennis en houding niet leiden tot het meer toepassen van ergonomische principes. Niet alle deelnemers hadden veel kennis over ergonomie, echter probeerden zij te werken met wat ze wisten over het onderwerp.

Thema 4 laat zien dat, opmerkelijk genoeg, zowel junior als senior tandartsen gebrek aan afwisseling als functiekenmerk benoemden. Waar dat door komt is niet duidelijk, mogelijk ligt dit in persoonlijke kenmerken. Sommige tandartsen proberen een tegenhanger te vinden door een tweede baan of andere bezigheid af te wisselen met het tandheelkundig werk. Het is relevant om hier verder onderzoek naar te doen, want gebrek aan afwisseling of verveling kan duurzame inzetbaarheid in de weg staan.

Conclusie

Er kan worden geconcludeerd dat junior tandartsen te veel bezig zijn het verwerven van vaardigheden en daardoor minder nadenken over ergonomie.

Over het algemeen worden ergonomische principes alleen toegepast als er klachten ontstaan en de kwaliteit van het werk behouden blijft. Toekomstig onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in hoe deze bevindingen kunnen worden gebruikt voor de duurzame inzetbaarheid van tandartsen.

Wil je de volledige thesis van Amber lezen? Neem dan contact met haar op.

Bron:
Thesis Amber Denekamp, ergonoom, registerarbeidsmarktdeskundige, gerechtelijk deskundige LRGD en directeur/eigenaar van Terzet

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
Onderzoek naar de associatie tussen parodontitis en overslaan van het ontbijt

Onderzoek naar de associatie tussen parodontitis en overslaan van het ontbijt

Een studie gepubliceerd in de Journal of Periodontology heeft onderzoek gedaan naar een mogelijke associatie tussen het overslaan van het ontbijt en parodontitis. Hierbij is de rol van suiker- en lipidenmetabolisme en het verband met systemische ontstekingen onderzocht. Gegevens van de National Health & Nutrition Examination Survey uit Korea zijn voor het onderzoek gebruikt.

Parodontitis en ontbijt

Parodontitis is een ziekte die bij 30% van de volwassenen voorkomt en staat in verband met systemische ziekten zoals diabetes en een hoge bloeddruk. Overslaan van het ontbijt kan leiden tot een lage bloedsuikerspiegel en een toename van de lipidenoxidatie met als gevolg chronische ontstekingen. Wanneer men niet ontbijt kan dit zorgen voor verstoring van de suiker- en lipidenmetabolisme.

Onderzoek

Aan het onderzoek onder leiding van Guoli Yang deden 11.953 deelnemers mee. Om de associatie tussen het overslaan van het ontbijt en parodontitis te beoordelen werd complexe monsterlogistische regressie gebruikt. Om modificerende factoren zoals geslacht, leeftijd, body mass index (BMI), woonplaats, opleidingsniveau, burgerlijke staat en diabetes te onderzoeken werd er een subgroepanalyse uitgevoerd.

Resultaten

Het regressiemodel liet zien dat er een positief verband was tussen het overslaan van het ontbijt en parodontitis. Volgens de auteurs zouden personen die regelmatig het ontbijt overslaan een 1,23 keer grotere kans op parodontitis hebben dan degene die ’s ochtends wel ontbijten. Bij vrouwelijke, hoogopgeleide, getrouwde personen van middelbare leeftijd (40-60 jaar) met een BMI onder 25 en bij mensen in stedelijke gebieden zonder diabetes werd het verband benadrukt. Uit onderzoek bleek daarnaast dat bloedglucose, triglyceriden en aantal witte bloedcellen waren aangemerkt als partiële mediators.

Conclusie

Er is een verband tussen het overslaan van het ontbijt en parodontitis. De auteurs schrijven dat regelmatig ontbijten het risico op parodontitis kan verminderen. Dit verband wordt voor een deel gemedieerd door het suiker- en lipidenmetabolisme en systemische ontstekingen.

Bron:
Journal of Periodontology

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Suikervervangers mogelijk gerelateerd aan cardiovasculaire problemen

Suikervervangers mogelijk gerelateerd aan cardiovasculaire problemen

Volgens auteurs, onder leiding van Dr. Stanley Hazen van de Cleveland Clinic, zijn suikervervangers met nul calorieën die onder andere aanwezig zijn in tandpasta geassocieerd met een verhoogd risico op cardiovasculaire problemen zoals beroertes en hartaanvallen.

Zoetstoffen

Caloriearme zoetstoffen zoals xylitol zijn suikervervangers die veel worden gebruikt in bewerkte voedingsmiddelen. Xylitol is een natuurlijke suikeralcohol, die als zoetstof wordt opgemerkt omdat het geen suiker bevat. Xylitol is een veelgebruikte zoetstof in kauwgom, snoep en tandpasta.

Onderzoek

Om onderzoek te doen naar bijdragende factoren van cardiovasculaire problemen werden 3000 patiënten in de Verenigde Staten (VS) en Europa geanalyseerd. Met behulp van plasmamonsters van nuchtere proefpersonen is het effect van xylitol op de responsiviteit van bloedplaatjes en trombusvorming onderzocht. Daarnaast werden er ook diagnostische hartevaluaties uitgevoerd bij de proefpersonen.

Resultaten

Wanneer er een hoge concentratie van circulerend xylitol aanwezig was werd er een verhoogd driejaarlijks risico op cardiovasculaire voorvallen gemeten. Daarnaast is uit de resultaten gebleken dat een derde van de patiënten met de grootste hoeveelheid xylitol in hun plasma een grotere kans had op een cardiovasculair voorval. Volgens de auteurs zorgde xylitol voor een toename van stolling en werd daarmee het risico op trombose verhoogd. Verder werd er geconstateerd dat patiënten die een xylitol gezoete drank innamen een onmiddellijke toename van bloedplaatjesactiviteit vertoonden in vergelijking met patiënten die een glucose gezoete drank innamen.

Conclusie

Een beperking van het onderzoek is het feit dat deze studies geen oorzakelijk verband aantonen, echter alleen een correlatie.

Xylitol wordt in verband gebracht met risico op cardiovasculaire voorvallen. Xylitol zorgde voor een verhoging van de bloedplaatjesreactiviteit en het risico op trombose. Volgens de auteur is het belangrijk om ons bewust te zijn dat de consumptie van een product met een hoog gehalte aan xylitol het risico op bloedstolsel gerelateerde gebeurtenissen kan verhogen.

Bron:
European Heart Journal

 

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Slechte slaapkwaliteit kan leiden tot parodontitis bij vrouwen

Slechte slaapkwaliteit kan leiden tot parodontitis bij vrouwen

Volgens een onderzoek in de VS, gepubliceerd in de Journal of Medicine, Surgery and Public Health, kan een slechte slaapkwaliteit in verband worden gebracht met ernstige tandvleesaandoeningen bij vrouwen.

Parodontitis

Parodontitis is een chronische ontstekingsaandoeningen die geleidelijk de parodontale weefsels kunnen vernietigen, wat kan resulteren in tandverlies. Onder Amerikaanse volwassenen komt parodontitis veel voor, meer dan 40% van de bevolking wordt erdoor getroffen. Door de vergrijzing van de bevolking en het afnemende tandverlies onder oudere volwassenen zal parodontitis een ernstig probleem voor de volksgezondheid blijven. Slaap is erg belangrijk voor het behoud van de gezondheid.

Onderzoek

Een studie heeft het verband tussen slaap en ernstige parodontitis onderzocht waarbij ook naar sekseverschillen werd gekeken. Er werd gebruik gemaakt van een steekproef van 5495 volwassenen van 30 jaar en ouder met de diagnose mild, matig of ernstige parodontitis uit de National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES). Er werden logistische regressieanalyses uitgevoerd en gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, etniciteit, armoede-inkomensratio, body-mass index, rookstatus en diabetes mellitusstatus.

Resultaten

Uit de resultaten is gebleken dat er een verband is tussen nachtelijke urinefrequentie en ernstige parodontitis. Twee of drie keer per nacht urineren was bij vrouwen significant gekoppeld aan ernstige tandvleesaandoeningen. Bij vrouwen was er daarnaast een significant verband tussen zever tot negen uur slaap per nacht en ernstige parodontitis. Bij mannen werd geen significant associatie gevonden tussen juiste slaapduur en ernstige parodontitis.

Conclusie

De resultaten vertoonden een significant verband tussen slaapgebrek en ernstige parodontitis bij vrouwen, maar niet bij mannen. Een beperking van het onderzoek was het feit dat het onderzoek gebaseerd was op zelf gerapporteerde slaapgewoonten van de deelnemers. Er zijn meer onderzoeken nodig om de causale verbanden tussen de kwantiteit en kwaliteit van slaap en parodontale gezondheid te beoordelen

Bron:
Journal of Medicine, Surgery and Public Health

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Lasertherapie voor herstel van zacht weefsel na anesthesie

Lasertherapie voor herstel van zacht weefsel na anesthesie

Uit een onderzoek dat onlangs gepubliceerd is in het International Journal of Pediatric Dentistry is gebleken dat lasertherapie kan zorgen voor herstel van zacht weefsel na anesthesie om letsel aan zacht weefsel te voorkomen.

Anesthesie

De anesthesie van het zachte weefsel (STA), wanneer er gebruik is gemaakt van anesthesie van het inferieure alveolaire zenuwblok (IANB), duurt ongeveer 3-5 uur. Het omkeren van anesthesie vermindert het risico op SOA en daarnaast zorgt het voor meer controle en aanpassingsvermogen voor tandartsen tijdens tandheelkundige behandelingen.

Onderzoek

Het is belangrijk om de anesthesie van het zachte weefsel na de behandeling ongedaan te maken om letsel aan zacht weefsel (SOA) te voorkomen. Er is daarom onderzoek gedaan naar lasertherapie met behulp van een 660 nm diodelaser op omkering van ST en het effect op SOA bij kinderen. Het onderzoek werd uitgevoerd bij 32 kinderen van 5-8 jaar waarbij anesthesie werd toegediend en er een operatieve procedure plaatsvond. Bij de helft van de kinderen werd daarna lasertherapie uitgevoerd en bij de andere helft niet. De omkering van STA werd getest door middel van tikken op de lippen, tests voor de huidige perceptiedrempel en monitoren van een functionele beoordelingstest.

Resultaten

De resultaten lieten zien dat de groep behandeld met lasertherapie een significant sneller herstel naar een normaal gevoel vertoonde dan de controlegroep. Er werd een mediane tijd van 115 minuten volgens liptapbeoordelingen en 60 minuten via CPT-tests gevonden. De groep behandeld met lasertherapie liet ook een significant sneller herstel naar normaal functioneren zien. De aanwezigheid van SOA in de vorm van roodheid was significant hoger in de controlegroep.

Conclusie

Lasertherapie met behulp van een 660 nm diodelaser kan worden gebruikt om STA en SOA na tandheelkundige ingrepen te minimaliseren.

Bron:
International Journal of Pediatric Dentistry

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
elysee goed

Wijziging in het managementteam van Elysee Dental Nederland

We willen u graag informeren over een belangrijke verandering binnen het managementteam van Elysee Dental Nederland.

Patrick Oosterwijk wordt Managing Director van Permadental in Duitsland

Patrick Oosterwijk, momenteel Managing Director van Elysee Dental Nederland, zal Klaus Spitznagel opvolgen als Managing Director van Permadental in Duitsland. Permadental bestaat al bijna 40 jaar en maakt deel uit van onze gezamenlijke moederorganisatie, Modern Dental Europe. Met zijn uitgebreide ervaring in de tandtechniek zijn we ervan overtuigd dat Patrick, Permadental verder zal versterken en laten groeien. Wij bedanken Patrick voor zijn jarenlange inzet en toewijding en wensen hem veel succes in deze nieuwe rol.

Ruud Sips nieuwe Managing Director van Elysee Dental Nederland

Wij zijn verheugd om aan te kondigen dat Ruud Sips, tandarts, de nieuwe Managing Director van Elysee Dental Nederland zal worden. Ruud brengt een brede tandheelkundige expertise en managementervaring met zich mee. Hij heeft onder andere gewerkt als Directeur Zorg bij ACTA en DentConnect en als Productmanager bij Modern Dental Europe. Naast zijn nieuwe rol blijft Ruud één dag in de week werken als tandarts, waardoor hij de verbinding behoudt tussen de klinische en de strategische koers van ons bedrijf.

We feliciteren zowel Patrick als Ruud met hun nieuwe functie en wensen hen veel succes.

 

 

 

Lees meer over: Carrière, Materialen, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Restauratie, Röntgen en beeldsystemen, Thema A-Z
Chloordioxide als desinfectiemiddel voor leidingen in tandheelkundige units

Chloordioxide als desinfectiemiddel voor leidingen in tandheelkundige units

De microbiële besmetting van waterleidingen in tandheelkundige units (DUWL’s) is een groot probleem. Een studie gepubliceerd in the International Journal of Paediatric Dentistry laat zien dat chloorhexidine een effectieve oplossing is om de risico’s van biofilmvorming en bacteriegroei en te beperken.

Tandheelkundige units

DUWL’s zijn erg gevoelig voor de vorming van biofilms in de interne pijpleidingen. Schadelijke bacteriën zoals de staphylococcus aureus (S. aureus) en Eschericia coli (E.coli) kunnen dankzij de biofilms makkelijk hechten in de leidingen en daarmee een bedreiging zijn voor de menselijke gezondheid.

Chloorhexidine

Chloorhexidine heeft een bewezen hoge kiemdodende eigenschap en wordt gebruikt bij het desinfecteren van vele micro-organismen zoals bacteriën, virussen, sporen en schimmels. Er zijn op dit moment echter relatief beperkt aantal onderzoeksgegevens over de toepassing van chloorhexidine voor tandheelkundige units.

Onderzoek

Het doel van het onderzoek was het beoordelen van de werkzaamheid van chloordioxide desinfectiemiddelen in DUWL’s en daarbij het vermogen om S. aureus en E. coli te elimineren. Daarnaast werd het effect van chloordioxide op de levensvatbaarheid van menselijke cellen en de integriteit van de apparatuur onderzocht.

Verschillende concentraties van chloordioxide desinfectiemiddelen werden onderzocht, namelijk 5, 10 en 80 mg/l om de biofilms van de S. aureus en E.coli bacteriën te behandelen. De biofilmmonsters van de twee bacteriestammen werden verdeeld in vijf groepen en elke groep werd gedurende 15 minuten behandeld met verschillende concentraties chloordioxide-oplossing en een chloorhoudend desinfectiemiddel van 20 mg/l.

Resultaten

De resultaten lieten zien dat er significante reducties in het aantal S. aureus werden waargenomen in de groep behandeld met 20 mg/l en 80 mg/l chloordioxide, evenals de behandeling met een chloorhoudend desinfectiemiddel van 20 mg/l. Alle behandelingen bleken even effectief omdat er geen statistische significantie werd gezien tussen de experimentele groepen.

Daarnaast zorgde de behandeling van E.coli met 20 mg/l en 80 mg/l chloordioxide-oplossing en 20 mg/l chloorhoudend desinfectiemiddel allemaal voor een reductie van het aantal E. coli bacteriën. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de hogere concentraties, dat wijst erop dat er een plateau in werkzaamheid is boven 20 mg/l.

Conclusie

Chloordioxide desinfectiemiddel voor DUWL’s vermindert de microbiële besmetting met minimale cytotoxiciteit. Er is echter meer onderzoek nodig om de optimale omstandigheden van 20 mg/L chloordioxide te onderzoeken.

Bron:
BMC Oral Health

 

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Evita Rekkers

Tandzorg voor kinderen: Het gebruik van narcose

Evita Rekkers is een ervaren kindertandarts bij praktijk TandInZicht, waar kinderen die extra zorg nodig hebben, terechtkunnen. Naast de reguliere behandelingen heeft ze veel ervaring in het behandelen van kinderen onder narcose. In dit gesprek vertelt ze wanneer narcose de juiste keuze is voor kinderen, hoe zo’n behandeling verloopt en hoe de veiligheid van de jonge patiënt gewaarborgd is.

Waarom heeft u zich gespecialiseerd in kindertandheelkunde?

“Na mijn master tandheelkunde in 2007 begon ik in een algemene praktijk, omdat ik nog niet precies wist welke richting ik op wilde. Al snel merkte ik dat ik het meeste energie kreeg van het werken met kinderen die speciale aandacht nodig hebben. Wat ik zo bijzonder vind aan kinderen, is hun pure karakter. Het gaat niet alleen om de behandeling, maar vooral om het opbouwen van vertrouwen op een speelse manier. Door geduld en begrip kun je als tandarts echt het verschil maken. Deze ervaring inspireerde me om me te specialiseren in kindertandheelkunde, waarvoor ik verschillende cursussen volgde. Via deze weg leerde ik de heer Arie Riem, pedodontoloog, kennen. Zijn visie en manier van werken spraken me meteen aan. Toen er een vacature vrijkwam bij kinderkliniek TandInZicht, die hij samen met Daniëlle Majtlis – de Haes aan het opbouwen was, was de keuze snel gemaakt: ik vond mijn plek bij praktijk TandInZicht.”

Welke uitdagingen komt u tegen bij het behandelen van kinderen in uw praktijk?

“De grootste uitdaging is het bieden van zorg op maat voor elk kind. In onze praktijk behandelen we uitsluitend kinderen die doorverwezen zijn en speciale zorg nodig hebben, zoals kinderen met gebitsproblemen, angst, bijzondere gedragskenmerken of lichamelijke beperkingen. Het is belangrijk om geduldig te zijn en op hun niveau te communiceren, zodat ze zich veilig en begrepen voelen. Elk kind heeft unieke zorgbehoeften, vooral de kinderen die bij ons op de stoel zitten, en het vergt flexibiliteit en geduld om de behandeling uit te voeren.”

Hoe gaat zo’n eerste afspraak bij jullie op de praktijk?

“Tijdens een intakegesprek gaan we dieper in op de reden van verwijzing: wat zijn de specifieke klachten of zorgen? Dit kan bijvoorbeeld gaan om angst, problemen met de mondhygiëne of andere tandheelkundige problemen. We kijken ook naar de thuissituatie en de ontwikkelingsleeftijd van het kind. Het doel is altijd om eerst te begrijpen welk kind er in de behandelstoel zit. Pas wanneer we een compleet beeld hebben, bepalen we samen met de ouders welke koers we gaan varen. Afhankelijk van de bevindingen stellen we een behandelplan op dat het beste aansluit bij de behoeften van het kind, zowel op medisch vlak als op emotioneel of gedragsmatig gebied, aangezien dit invloed kan hebben op de behandeling.”

Wanneer kiest u voor een behandeling onder narcose?

“Wanneer andere opties, zoals behandeling in de stoel of sedatie, niet voldoende zijn om een kind veilig en comfortabel te behandelen, kan narcose als laatste middel worden ingezet. Dit geldt bijvoorbeeld voor kinderen waarbij zelfs een eenvoudig onderzoek niet mogelijk is, door extreme angst, trauma of bijzondere gedragskenmerken. Ook bij complexe tandheelkundige behandelingen die veel tijd vergen, kan narcose een geschikte oplossing zijn. Het doel is om het kind snel pijn- en behandelvrij te maken, zodat het een nieuwe start kan maken met mondzorg.”

“Het kiezen voor narcose is altijd een weloverwogen beslissing en wordt alleen als laatste optie toegepast. In ongeveer 30% van de gevallen van doorverwijzingen naar onze praktijk voeren we de behandeling onder narcose uit. We bespreken altijd zorgvuldig de situatie met de ouders en kiezen samen de beste optie voor het kind. Het draait altijd om een zorgvuldige afweging van factoren zoals angst, de complexiteit van de behandeling en het gedrag of de beperkingen van het kind.”

Wat is het proces van een behandeling onder narcose bij TandInZicht?

“Na het intakegesprek en het opstellen van het behandelplan bespreken we samen met de ouders de mogelijke alternatieven en wegen we de voor- en nadelen zorgvuldig af. Als er gekozen wordt voor narcose, tekenen de ouders voor het behandelplan en het nazorgtraject. We bespreken van tevoren de narcose-dag; wat ze kunnen verwachten en hoe ze zichzelf en hun kind kunnen voorbereiden. We hebben een speciaal boekje voor de kinderen, waarin alles op een duidelijke, kindvriendelijke manier wordt uitgelegd.”

“Voorafgaande aan de narcose-afspraak plannen we eerst een uitgebreide screening met de anesthesioloog die de gezondheid van het kind beoordeeld om te bepalen of de narcose veilig kan plaatsvinden. Wij behandelen kinderen vanaf drie jaar die minstens vijftien kilo wegen. Tevens krijgen de ouders tijdens deze screening opnieuw uitleg over het proces, de risico’s en kunnen zij vragen stellen. Pas daarna maken we een definitieve afspraak. Eén dag voor de narcose bellen we de ouders nogmaals om te controleren of alles duidelijk is. We bespreken nogmaals het nuchterheidsbeleid, geven uitleg over pijnstilling en vragen of er bijzonderheden zijn. Op de dag van de narcose controleren wij teambreed of aan de voorwaarden voor een veilige behandeling onder narcose is voldaan en behandeling kan worden gestart. De behandelplannen en eventuele bijzonderheden worden nogmaals doorgenomen met het team tijdens een briefing en geregistreerd aan de hand van een checklist.”

Welke vragen of zorgen hebben ouders vaak over narcose?

“De vraag die ik het meeste hoor is: ‘Is het veilig?’ Bij ons behandelen we alleen gezonde kinderen en staan we voortdurend in contact met de ouders om op de hoogte te blijven van zaken die invloed kunnen hebben op de narcose, zoals verkoudheid op de dag van de afspraak. Tijdens de behandeling wordt het kind continu bewaakt door ervaren anesthesiologen. De veiligheid van de patiënt gaat altijd boven het tandheelkundig behandelplan.”

Welke professionals zijn betrokken bij een narcosebehandeling in de tandheelkunde?

“Bij ons werken we op narcosedagen met twee operatiekamers tegelijk. Dit betekent dat er twee anesthesiologen en twee anesthesiemedewerkers aanwezig zijn. Het anesthesieteam richt zich volledig op de narcose en het monitoren van het kind, terwijl de tandarts en tandartsassistente zich concentreren op de tandheelkundige behandeling. Zo bestaat elk team uit vier specialisten per operatiekamer die samen zorgen voor een veilige en succesvolle ingreep. Maar er komt meer bij kijken! Vanaf het moment dat de patiënt wordt ontvangen door de receptie tot het werk van de omloopassistent, die de operatiekamer voorbereidt en zorgt dat alle materialen klaar liggen, is het een teamprestatie. In elke stap van het proces werken we nauw samen om te zorgen dat alles veilig en soepel verloopt.”

Welke opleiding is nodig om als kindertandarts behandelingen onder narcose te mogen uitvoeren?

“Voor tandartsen maakt het in principe niet uit of ze een kind onder narcose behandelen of niet; hun focus ligt altijd volledig op de tandheelkundige ingreep. Wat wel essentieel is, is dat de tandarts ruime ervaring heeft met het behandelen van kinderen en bekwaam is in alle aspecten van de tandheelkunde. Omdat het belangrijk is dat het kind zo kort mogelijk onder narcose is, wordt er van tevoren altijd een efficiënt behandelplan opgesteld, want er kunnen tijdens de behandeling onverwachte situaties optreden, waardoor de tandarts snel moet kunnen schakelen.”

“De narcose ligt volledig in handen van de anesthesiologen. De anesthesiologen die bij ons werken worden regelmatig gevisiteerd door onafhankelijke experts. Tijdens zo’n visitatie wordt gecontroleerd of we voldoen aan alle protocollen en veiligheidsnormen. Dit zorgt ervoor dat we altijd volgens de hoogste standaarden werken, net zoals in het ziekenhuis. Een goed voorbeeld hiervan is hoe zorgvuldig we omgaan met de materialen die we tijdens de behandeling gebruiken. Alles, tot de kleinste watjes toe, wordt zorgvuldig genoteerd en geteld. Zo zorgen we ervoor dat er niets achterblijft in de mond.”

Hoe verloopt de nazorg na een narcosebehandeling?

“Na de behandeling wordt het kind naar de ouderkamer gebracht om rustig bij te komen in het gezelschap van de ouders. Zodra het kind voldoende alert is en de anesthesioloog toestemming geeft, mag het kind naar huis. We geven gedetailleerde informatie mee over pijnstilling en mogelijk te verwachten klachten, zodat de ouders goed voorbereid zijn.”

“Daarna begint het nazorgtraject, een cruciaal onderdeel van de narcosebehandeling. Narcose wordt als laatste redmiddel ingezet, met het doel een frisse start te maken zodat verdere behandelingen onder narcose niet nodig zijn. Gedurende het jaar na de behandeling blijft het kind bij ons onder zorg, met regelmatige afspraken gericht op preventie, angstreductie en voorlichting. Tijdens deze afspraken leren we ouders en kind goed poetsen en geven we voedingsadviezen om de mondgezondheid te verbeteren. Als het kind het spannend vindt om op de tandartsstoel te zitten, mag het bijvoorbeeld zijn lievelingsknuffel meenemen. Zo kunnen we eerst de knuffel laten zien hoe je goed poetst of we gebruiken een klein spiegeltje om het kind te laten zien wat er gebeurt in de mond. Voor angstige kinderen of kinderen met een trauma werken we samen met een psycholoog die ervaring heeft met tandartsangst. Het opbouwen van vertrouwen is voor ons cruciaal en we doen alles om de angst te verminderen en het zelfvertrouwen van het kind te vergroten.”

Werken jullie op de praktijk ook met lachgas-anxiolyse?

“In het verleden hebben we lachgas gebruikt, tegenwoordig niet meer. In onze praktijk behandelen we kinderen van drie tot achttien jaar. Hoewel lachgas soms bij medische ingrepen wordt toegepast, kan frequent gebruik invloed hebben op de vruchtbaarheid van de behandelaar. Daarnaast vereist het gebruik van lachgas medewerking van de patiënt, zoals het dragen van een neuskapje. Voor veel van onze patiënten, vooral jonge kinderen van drie of vier jaar, is dit niet haalbaar. Daarom maken we gebruik van andere vormen van sedatie, zoals midazolam, die we vaak inzetten bij kleine en korte ingrepen.”

Hoe ziet u de toekomst van narcose in de kindertandheelkunde?

“Bij ons in de praktijk zien we dat het aantal doorverwezen patiënten toeneemt, maar het aantal kinderen dat we onder narcose behandelen gelijk blijft. Dit geeft aan dat de vele preventieprojecten binnen de mondzorg en initiatieven om tandartsangst bij kinderen te verminderen effectief zijn. Ook gaan steeds meer ouders al naar de tandarts wanneer hun kind de eerste tandjes krijgt, waardoor kinderen vroeg kunnen wennen aan tandartsbezoeken en ouders tijdig geïnformeerd worden over voeding en mondverzorging. Toch zal narcose bij bepaalde kinderen altijd nodig blijven, vooral bij kinderen met ernstige lichamelijke beperkingen, bijzondere gedragskenmerken of complexe tandheelkundige problemen. Dit geldt ook voor vluchtelingen en kinderen uit migrantengroepen, die vaak te maken hebben met trauma’s of een gebit hebben dat intensieve zorg vereist. In zulke gevallen is narcose soms de enige veilige en efficiënte manier om de benodigde behandeling uit te voeren.”

“Ons motto bij TandInZicht is om kinderkiespijn de wereld uit te helpen. De narcosebehandeling biedt het kind niet alleen de mogelijkheid om pijnloos behandeld te worden, maar ook om een nieuwe start te maken voor de mondgezondheid. Door het nazorgtraject zorgvuldig te volgen, helpen we het kind om eventuele tandartsangst te overwinnen en geven we praktische informatie over mondhygiëne, zodat toekomstige bezoeken minder ingrijpend en stressvol zijn. Mijn ervaring is dat het nazorgtraject echt een verschil maakt, zelfs voor kinderen met autisme. Ze leren steeds beter om de tandartsstoel te accepteren. Stap voor stap, op een speelse en transparante manier, zien we het kind groeien en vertrouwen opbouwen. Het is geweldig om als tandarts dat verschil te kunnen maken.”

Interview met kindertandarts Evita Rekkers door Ilona van der Werf.

Lees meer over: Interview, Kindertandheelkunde, Opinie
restaureren - kapotte tand

Trauma, een ervaring of een traumatische ervaring?

Dento Alveolair trauma is goed onderzocht en goed te behandelen. Het vereist een protocollaire aanpak en goede logistieke organisatie in de praktijk. Trauma komt altijd ongelegen, maar is altijd vervelender voor de patiënt dan voor de zorgverlener. Militair tandarts Bart van den Heuvel vertelde in zijn lezing voor de NWVT over intake, diagnostiek, behandeling en follow-up van trauma.

Vraagstukken

– Hoe richt je je praktijk in voor trauma?

– Welke verschillende vormen van trauma onderscheiden we?

– Hoe doe je een trauma intake?

– Hoe behandel je traumata?

– Wat doe ik aan follow up?

Er is veel onderzoek gedaan naar traumata. Hierdoor worden er op internationaal niveau geen wereld revolutionaire resultaten meer uitgebracht in trauma. Kortweg omdat het grootste deel al is onderzocht. Een belangrijke naam in de traumata is Prof. Jens O. Andreasen uit Denemarken.

Volgens van den Heuvel is trauma een logistiek probleem in de tandheelkundige praktijk.
Je hebt te maken met 3 hoofdstromingen:

  • Intake
  • Behandeling
  • Follow up

Advies bij trauma/fracturen

  • Zorg dat je een stappenplan hebt en laat je niet verassen op het moment dat een patiënt met trauma binnenkomt. Het loopt vaak anders dan je denkt, waardoor improvisatie nodig is en regelmatig wordt afgeweken van de richtlijnen.
  • Zorg dat er een checklist is voor de receptie als een patiënt met trauma belt.
  • Zorg ervoor dat je de richtlijn trauma van KNMT beschikbaar hebt in de praktijk.

Bij binnenkomst van een trauma

  • Creëer rust
  • Zorg dat de agenda wordt aangepast. Laat de patiënt niet wachten en maak de behandelkamer zo snel mogelijk vrij.
  • Zorg voor veiligheid en kalmte en straal dit uit naar de patiënt. Vaak is de patiënt in paniek na een trauma.

Diagnostiek

  • Kijk naar het centrale zenuwstelsel.
    – Zodra de patiënt neurologisch niet in orde is, dan stop je en stuur je patiënt door naar de huisarts of eerste hulp.
    – Als geen neurologisch probleem is, dan kan de behandeling gestart worden.
  • Kijk of er extra orale beschadigingen zijn.
  • Vraag Tetanus profylaxe uit.
  • Eerst veiligstellen. Behandel niet meer dan strikt noodzakelijk. Probeer eerste hulp te bieden en daarna vervolgbehandeling te plannen voor ander moment. Schat hierbij in wat patiënt aankan in eerste instantie.

Laat de patiënt geen uitgebreide vragenlijsten van tevoren invullen. Het is beter om dit achteraf te doen. Vraag vooraf alleen naar de ‘bare essentials’. Dit is vaak prettiger voor de patiënt.

Intra oraal

Doe alle standaard testjes bij patiënt (palpatie, mobiliteit, percussie, sensibiliteit, pocketdiepte).
Pak het element tussen vingers en voel voor mobiliteit. Start niet met percussie.

Recall schema voor trauma:
1 week
3 week
6 weken
3 maanden
1 jaar
2 jaar

Diagnostiek

Stap 1:

Zorg dat je lichtfoto’s maakt met een camera of smartphone. Dit is vaak belangrijk voor verzekeraars.

Stap 2:

Klinisch onderzoek

  • Extra orale wonden en palperen van botranden
  • Wonden aan orale mucosa/gingiva
  • Kroonfracturen, pulpa expositie, kleurveranderingen
  • Verplaatsing van elementen
  • Occlusiestoornissen
  • Mobiliteit van tanden en/of processus alveolaris
  • Percussie pijn en percussiegeluid
  • Reactie op sensibiliteitstest

Röntgenonderzoek

  • Parallelle techniek en foto’s uit meerdere richtingen
  • Cone Beam CT > klein volume

Weken delen letsel- prevalentie

  • 1/3 van dentaal trauma komt eerst bij de tandarts
  • >1/2 van dentaal trauma komt eerst bij EHBO

Weke delen letsel soorten

  • Contusie
  • Abrasie
  • Laceratie: Als er weefsels ontbreken (delen van elementen) zorg dan dat de lip wordt gecontroleerd op losse fragmenten.  Gebruik 25% van de normale belichtingstijd voor deze röntgenfoto’s.

Behandeling weke delen

  • Lokaal anesthesie
  • Reinigen
  • Wondtoilet
  • Hemostase
  • Sluiten van de wond
  • Nazorg

Avulsie (weefselverslies)

Wie behandelt weke delen letsel?

  • Bekwaamheid maakt bevoegd
  • Afhankelijk van uitgebreidheid letsel
  • Plastisch chirurg vooral bij weefselverlies

Klinisch onderzoek vanuit buiten naar binnen en behandelen van binnen naar buiten.

Belangrijk om te oefenen, trainen

  • Wanneer zorg slecht planbaar is.
  • Wanneer zorg sporadisch voorkomt.
  • Wanneer de initiële behandeling van groot belang is voor de uitkomst.
  • Wanneer protocollair werken essentieel is.
  • Test je systeem en maakt zwakker plekken zichtbaar.
  • Raak niet gestrest en bewaar de rust.

‘No battle plan survives the first contact with the enemy’.

Melkdentitie en trauma

  • Vaak is extractie de uitgewezen behandeling.
  • De meest kritieke variant van trauma is intrusie omdat het de permanente tand kan beschadigen.

Protocol kroon-, kroon-wortel- en wortelfracturen

  • Bij een gecompliceerde kroonfractuur is extractie de aangewezen therapie. Bij coöperatieve jonge patiënten (met melk- of wisseldentitie) kan een pulpa-overkapping worden overwogen.
  • Bij een ongecompliceerde kroonfractuur wordt volstaan met het afronden van scherpe randen en het afdekken van de dentine omdat hierdoor pijnklachten en pulpa-irritatie worden vermeden.
  • Bij een pulpa-expositie lijkt extractie de aangewezen behandeling. Bij jonge patiënten kan een pulpa overkapping worden overwogen.
  • Bij een kroon-wortelfractuur is extractie de aangewezen therapie.
  • Bij een wortelfractuur kan repositie van het coronale breukstuk plaatsvinden.
  • Röntgencontrole volgt bij de eerstkomende periodieke controle. Als pulpa necrose optreedt kan het coronale breukstuk worden geëxtraheerd. Bij een fractuur in het cervicale derde deel is extractie meestal de aangewezen therapie.

Bij kinderen en trauma moet je altijd denken aan mishandelingen.

Volwassenen

  • Infracties
  • Glazuurfractuur
  • Glazuur-dentine fractuur
  • Gecompliceerde glazuur-dentine fractuur

Behandeling:

  • Bij kleine expositie die kort bestaan als het minder dan 48u (absolute max): Pulpa-overkapping
  • Bij grote exposities die langer bestaan: Partiële pulpotomie

Prognose

Bij ongecompliceerde fracturen:

  • Nauwelijks complicaties
  • Pulpa necrose 0-6%
  • Overleving element vrijwel 100%

Bij gecompliceerde fracturen:

  • Afhankelijk van duur expositie en gekozen behandeling/materiaal
  • Pulpa necrose 5-20%
  • Overleving element vrijwel 100%

4 manieren van genezen (Prof J. Andreasen, traumatic injuries teeth)

  • Genezen met hard tandweefsel
  • Gescheiden coronaal en apicaal deel met parodontaal ligament ertussen
  • Gescheiden coronaal en apicaal deel met bot ertussen
  • Eigenlijk geen genezing maar een coronaal deel met apicaal proces

Leerdoelen: hoe richt ik mijn praktijk in op trauma?

  • Welke verschillende vormen van trauma onderscheiden we?
  • Trauma intake en onderzoek hoe doe ik dat?
  • Hoe behandel ik diverse traumata?
  • Wat doe ik aan follow up?

Take home message: Wees voorbereid op trauma en laat je niet verrassen.

Kapitein ter zee tandarts Bart van den Heuvel studeerde tandheelkunde aan het ACTA (afgestudeerd 1993), waarna hij zijn dienstplicht vervulde als officier tandarts toegevoegd aan de Groep Operationele Eenheden Mariniers in Doorn. Na zijn dienstplicht volgde hij de opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA, waarna hij “per ongeluk” terugkeerde bij de Koninklijke Marine. Hij was achtereenvolgend Hoofd Tandheelkundige Dienst Den Helder, Hoofd Tandheelkundige Dienst Zeemacht, Projectleider Reorganisatie Tandheelkundige Diensten Defensie en de eerste Commandant van de Defensie Tandheelkundige Dienst. Sinds 2020 vervult hij de functie van Hoofd Geneeskundige en Personele Zorg bij het Commando Zeestrijdkrachten. In die functie is hij verantwoordelijk voor alle operationele gezondheidszorg van de vloot en de mariniers. Bart werd gedurende zijn militaire carrière vier maal uitgezonden. Naar Erithrea (2001), tweemaal naar Thailand (2005) en in 2022 als militair adviseur voor de Peshmerga strijdkrachten naar de Koerdische regio van Irak. 

Verslag voor dentalinfo.nl door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Bart van den Heuvel tijdens de cursus Trauma van de NWVT.

Lees meer over: Congresverslagen, Restaureren, Thema A-Z

De maatschappelijke waarde van topsport

In december werd voor de eerste keer het kennisevent “Maatschappelijke waarde van topsport’ gehouden. Jolanda Gortzak, mondhygiënist en onderzoeker met passie en specialisatie gericht op (top)sport, was hierbij aanwezig. Zo’n 200 deelnemers uit onderzoek, beleid, praktijk en bedrijfsleven deelden hun kennis en ervaringen. Lees haar verslag waarbij zij helaas moet concluderen: “het is teleurstellend om te ervaren dat de tandheelkunde binnen de topsport nog een lange weg te gaan heeft.”

Wat zijn de waarden van topsport?

Topsport heeft veel impact op tal van plekken in de samenleving. Hoe kunnen we die impact verder vergroten? Het antwoord op deze vraag is te vinden in wetenschappelijk onderzoek én kennis uit de praktijk, aldus Jarno Hilhorst, senior programmamanager bij het cluster Sport en Bewegen van ZonMw.

Het event opent gezamenlijk in de grote zaal met een opzwepend filmpje van de mooiste sportprestaties van de afgelopen zomer. Het filmpje onderstreept de boodschap van André Cats, Directeur Topsport van NOC*NSF dat onze medaillewinnaars Nederland inspireren met de kracht van topsport. Hij geeft aan dat topsport eigenlijk vrij simpel is: je moet proberen de beste van de wereld te worden. Als het op presteren aankomt, ligt de lat hoog en willen we tot de 10 beste landen ter wereld behoren. De focus op presteren is belangrijk. Maar als het gaat om de maatschappelijke waarde van topsport, moet je het daar niet bij laten, aldus Cats. Daarom kent de topsportstrategie van NOC*NSF naast presteren nog twee andere kernbegrippen: inspireren en verrijken. Een mooi voorbeeld is basketballer Worthy de Jong, die Nederland in de laatste seconde Olympisch goud bezorgde en clinics is gaan geven in de Bijlmer. Zo inspireert én verrijkt hij de samenleving.

Uitwisselen over de maatschappelijke waarde van topsport

Topsport vertegenwoordigt een grote maatschappelijke waarde. Het heeft bijvoorbeeld een positieve invloed op de economie, innovatie, gezondheid, sociale cohesie en nationale trots. Via topsport kun je kennis uit onderzoek en praktijk met elkaar delen, trends en ontwikkelingen verkennen en zoeken naar verbinding tussen mensen en organisaties. Ook dient topsport als platform voor bijvoorbeeld vitaliteit, inclusie en duurzaamheid. Zie filmpje: https://youtu.be/fa_KBoPL5X8?si=fqeKE2sHpadtBraA

Binnen dit kennisevent was er de mogelijkheid om verschillende workshops bij te wonen. Bij de aanmelding van het kennisevent moest je aangeven welke twee workshops je wilde bijwonen. Jolanda koos voor de workshops: ’Kansen van topsport voor sociale activering’ en ‘Stad en regio benutten topsport als platform: van onderzoek theorie naar praktijk’.

Kansen van topsport voor sociale activering

Topsportevenementen vormen een prachtig podium voor gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Ze bieden kansen voor het sneller bereiken van doelen in domeinen buiten de sport. Dit is tevens de boodschap van de Nationale topsportevenementenstrategie met als belangrijke steunpilaar het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT). Een mooi voorbeeld van maatschappelijke impact is het EK Petanque in Den Bosch (2022), waaraan het eenzaamheidsproject Boules in je Buurt werd gekoppeld. Topsport gaat over beleving, maar met mooie foto’s van een huldiging overtuig je niet per se iedereen buiten de sportsector. Belangrijk is om de maatschappelijke waarde met onderzoek aan te tonen. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de Monitor Topsport in Nederland (TiN) en het onderzoeksprogramma van MOVES, een programma van ZonMw. Als je kunt aantonen wat bijvoorbeeld een scholenproject bij een topsportevenement oplevert, laat je direct zien dat de samenleving er óók bij wint.

Er is groeiende aandacht voor de maatschappelijke waarde van topsport. Hoe die maatschappelijke waarde maximaal te benutten is nog niet duidelijk. Daarom is er een praktische aanpak ontwikkeld om hiermee concreet aan de slag te kunnen gaan. Hier kunnen Gemeenten ook een rol spelen. Een mooi initiatief is het WISE-model, een toolkit voor gemeenten en sportorganisaties en sportbonden, maar ook goed te gebruiken voor sponsoren en zelfs individuele topsporters.
Belangrijk zijn vier verschillende hoofdwaarden: Welzijn en gezondheid,
Inclusiviteit en rechtvaardigheid, Duurzaamheid en toekomstgericht en de Economische ontwikkeling.

Stad en regio benutten topsport als platform: van onderzoektheorie naar praktijk”.

Er wordt veel gesproken over de maatschappelijke waarde van topsport. Wat wordt bedoeld met die maatschappelijke waarde? Wat kun je hier als organisatie mee? Wat is theorie of change en of actie? Wat wordt bedoeld met het DNA van de regio?

Met de maatschappelijke waarde wordt bedoeld:
Producten en diensten die door (publieke) organisaties worden geproduceerd, maar ook omvat deze waarde opbrengsten voor diegenen die baat hebben bij deze waarde. (Alford & O’Flynn )

Vanuit de Hogeschool Amsterdam in samenwerking met TeamNL worden de volgende waarden benoemd:

Ontplooiingswaarde

  • Welzijn van topsporters, talenten, ontwikkeling die zij doormaken op sportief, maatschappelijk en persoonlijk gebied.

Inspiratiewaarde

  • De manier waarop en de mate waarin topsport de maatschappij inspireert tot bepaald gedrag.

Belevingswaarde

  • De mate waarin topsport bijdraagt aan een beleving en zorgt voor plezier, passie of teleurstelling.

Verbindende waarde

  • Waarde en verbondenheid met sporthelden en sport(team) als rolmodel.

Economische waarde

  • De bijdrage die sport levert aan de economie.

Sociaal-culturele waarde

  • Waarde voor de cultuur en sociale normen en waarden.

Inzetten

Hoe kun je deze kennis en expertise als organisatie inzetten om de (maatschappelijke) waarde van topsport te vergroten? Dit kan door het in kaart brengen van wat een programma of veranderinitiatief doet en hoe dit ertoe leidt dat de gewenste doelen worden bereikt, (Theory of change). Dit is de eerste keer toegepast door Weiss (1995). Vervolgens ga je kijken wat je gaat gebruiken om de gewenste doelen te bereiken door te kijken naar hoe een programma is ontworpen en opgezet (Theory of action).
Door deze manier van werken is er een beter begrip voor de activiteiten die worden ondernomen (sphere of control) en is er beter zicht op de gebieden waarop je direct invloed kan uitoefenen (sphere of influence) en of veranderingen waarvan je hoopt dat ze plaatsvinden (sphere of concern). Een mooi voorbeeld hiervan is het Brabantsport Fonds Het begon allemaal drie en een half jaar gelden met de droom: een vitaal en verbonden Brabant waar de kracht van topsport bijdraagt aan gezonde en gelukkige Brabanders.

Er is een unieke samenwerking tussen het Brabants bedrijfsleven en de provincie Noord-Brabant gerealiseerd. Gemeenschappelijke doelen en belangen zorgen voor het DNA van de regio. Ook stimuleren en ondersteunen zij maatschappelijke activatieprojecten met een sport- en beweegcomponent. Door middel van 50 projecten hebben zij ruim 23.000 Brabanders in beweging gebracht. Er is altijd een koppeling met topsport.

Afsluiting

De afsluiting van het event was in de grote zaal met een interactief deel en reacties van de nog aanwezigen. Door sportclubs te laten samenwerken met elkaar aan een ecosysteem voor sport en vitaliteit zoals die van Multi-Sportcampus Traiectum worden veel mensen geïnspireerd. Iedere gemeente heeft haar eigen uitdagingen, maar als je sportverenigingen kunt overtuigen dat ze ook op dit soort samenwerking kunnen inzetten, ontstaat er vanzelf een passende vorm. Een opmerking vanuit de zaal is om vraaggericht te gaan denken. Wat wil de sportconsument, hoe bereiken we die en hoe krijgen we hem of haar betrokken met een kanttekening niet al zelf het antwoord in te vullen.

Eind bevinding

Jolanda: “Ik vond het een interessant en leerzaam kennisevent, maar ook een beetje teleurstellend om te ontdekken en ervaren dat de tandheelkunde binnen de topsport nog een lange weg te gaan heeft.”

“Na een gesprek met André Cats van NOC*NSF blijkt dat tandheelkunde nog steeds gezien wordt als een kleine aparte niche binnen de topsport en dat daar niet direct de eerste prioriteiten liggen. Dit ondanks dat topsport een steeds belangrijkere rol wil spelen binnen maatschappelijke waarde(n) in de maatschappij zoals die van welzijn en gezondheid.”

Het belang van een optimale mondgezondheid en de relatie met de algehele gezondheid en het welzijn wordt nog steeds onderschat. Wellicht een signaal aan onze beroepsgroep om “out of te box” te gaan denken en een strategie te bedenken hoe wij deze twee werelden met ieder hun eigen belangen toch in balans kunnen brengen.

Door:
Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision, info@oral-vision.nl

Jolanda-Gortzak mondhygiënist

Lees meer artikelen van Jolanda Gortzak

Lees meer artikelen over Sporttandheelkunde

Lees meer over: Congresverslagen, Sporttandheelkunde

20 maart – Wereld Mondgezondheidsdag 2025

Ieder jaar organiseert de FDI World Dental Federation de Wereld Mondgezondheidsdag: een dag om mensen te herinneren aan het belang van goede mondverzorging. Het thema van de World Oral Health Day 2025 is ‘A happy mouth is… A happy mind’.

De campagne gaat over hoe de gezondheid van je mond van invloed is op je geest. Want goed zorgen voor je tanden, je tandvlees en je kiezen is niet alleen goed voor je mond, maar heeft ook een positief effect op de rest van je lichaam. Dubbel reden dus om op te passen met suikers en zuren in je eten en drinken, goed te poetsen en regelmatig de tandarts te bezoeken.

Waarom een dag voor de mondgezondheid?

Maar liefst 90% van de wereldbevolking krijgt op een gegeven moment in het leven te maken met een vorm van een gebitsaandoening. In veel gevallen zijn deze aandoeningen echter goed te voorkomen of te behandelen door een goede dagelijkse mondverzorging. Om mensen hiervan bewust te maken wordt jaarlijks de World Oral Health Day (WOHD) georganiseerd.

Wereld Mondgezondheidsdag in Nederland

In Nederland grijpt de KNMT de Wereld Mondgezondheidsdag aan om adviezen te delen voor een gezonde mond.

De beroepsvereniging NVM-mondhygiënisten organiseert van maandag 17 tot en met zondag 23 maart de Week van de Mondhygiënist

Bron:
World Oral Healthday.org
nvmmondhygiënisten.nl
KNMT.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
abonnement

Experiment abonnementssysteem Mondzorg voor de jeugd (tot 18 jaar)

Afgelopen juni startte een driejarig experiment van alle verzekeraars waarbij de meest voorkomende behandelingen in de mondzorg voor de jeugd worden gefinancierd via een abonnementstarief. De huidige structuur, waarbij declaratie per verrichting plaatsvindt, wordt vaak bekritiseerd omdat deze een barrière vormt voor preventieve mondzorg.

Het experiment komt voort uit de eerder geformuleerde gezamenlijke ambities van branchepartijen in de mondzorg, NZa en ZN. Doel van het experiment is onderzoek naar de relatie mondgezondheid en geboden zorg versus het type bekostiging (abonnement versus huidige bekostiging met prestatieverrichtingen).

Vast maandtarief

Tijdens het experiment ontvangt de tandarts een vast maandtarief, ongeacht de uitgevoerde behandeling.

Onderzoek

Het prospectief onderzoek vindt plaats in een RCT opzet met een interventie- en controlegroep. Het onderzoek wordt geleid door het Radboud Umc. Vanuit de EU wordt het onderzoek gesubsidieerd (Prudent). Partners in het experiment zijn naast het Radboud Umc, Vertimart, alle zorgverzekeraars in Nederland en Stichting Jeugd Tandzorg West. Het experiment duurt 3 jaar en er is afgesproken om na één en twee jaar een tussentijds evaluatie te houden.

Bron:
Zorgverekeraars Nederland

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Uitblinkers

Uitblinkers-project: verbeteren van poetsgedrag van jonge kinderen

Het Uitblinkers-project van ACTA/HU heeft als doel het verbeteren van het poetsgedrag van kinderen tussen de 2 en 10 jaar. ‘Uitblinkers’ is een gesprekstechniek waarbij wordt geprobeerd om het poetsgedrag van 2-jarige kinderen tot 10-jarige kinderen te verbeteren, kijkend naar de opvoeding van de ouders.

De gesprekken bestaan uit 2 delen: eerst wordt met de ouders gesproken over de hobbels die ze ervaren bij het tandenpoetsen van hun kinderen. Daarna wordt samen met de ouders gekeken naar manieren om ervoor te zorgen dat het alsnog lukt, door opvoedingkundige leerprincipes toe te passen, zoals consequent en positief opvoeden en het inbouwen van gewoontes. Behandelaars krijgen daarvoor een toolkit met kaarten en een script ter ondersteuning van de gesprekstechnieken.

ACTA onderzoekt met dit project, samen met de Hogeschool Utrecht (HU), of het Uitblinkers-project effect heeft op het verbeteren van het poetsgedrag van de kinderen op de lange termijn en wordt ‘Uitblinkers’ zo aangepast dat het ook kan helpen bij het verbeteren van voedingspatronen. Ook wordt onderzocht of deze methode in de mondzorgpraktijk kan worden toegepast.

Het project is in 2017 ontwikkeled door een groep van deskundigen in de kindtandheelkunde, Public Health, ontwikkelingspsychologie en gedragstherapie. Het project geeft aandacht aan de toenemende ongelijkheid in mondgezondheid van Nederlandse kinderen en dan met name van kinderen uit de lage sociaaleconomische posities.

Het project startte in 2024 en loopt tot 1 januari 2026. De betrokken onderzoekers zijn: bijzonder hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg Katarina Jerkovic (ACTA/HU), universitair hoofddocent Denise Duijster (ACTA) en onderzoeker Maddelon de Jong-Lenters (ACTA), hoogleraar Monitoring Mondgezondheid en Preventie Monique van der Veen (ACTA/InHolland) en promovendi Pomme van Maarschalkerweerd (ACTA) en Denise Leusink (HU).

Lees ook:

Uitblinkers training, 11 april 2025

Interview met Maddelon de Jong-Lenters over de Uitblinkers-interventie

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z