Lieneke Stevrink-Jorna, Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Meer dan twee jaar geleden startten mondhygiënisten Silvia Van Hagen en Lieneke Steverink-Jorna op twee consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl. Lieneke zocht al sinds 2011 een manier om samen te werken met het consultatiebureau. Zij zocht de samenwerking op met Regionaal Overleg Mondzorg Achterhoek. Hierbij zijn onder andere de GGD Noord -en- Oost Gelderland en Yunio betrokken.

Om voor een wetenschappelijke inslag te zorgen, werd de methode Uitblinkers gevraagd. De zorgverzekeraars kregen zij hierna ook mee. Ook besloot Gemeente Doetinchem na een motie de tandheelkundige preventie voor kinderen te garanderen en kon het project daadwerkelijk uitgerold worden.

Evaluatie

Na twee jaar werd de pilot geëvalueerd door Evaluatiebureau Publieke Gezondheid met als opdrachtgever Gemeente Doetinchem. Een korte samenvatting:

In november 2020 startte de gemeente Doetinchem de pilot “Elke peuter- en kleutermond gezond!” om de mondzorg voor kinderen toegankelijker te maken. Hoewel mondzorg voor kinderen vergoed wordt via de basisverzekering, bleek dat 16-36% van de kinderen geen preventieve mondzorg had ontvangen. Het doel van de pilot was om dit percentage te verminderen door mondhygiënisten in te zetten op consultatiebureaus.

Doelen

De pilot had vier hoofddoelen:
1. Het bereik van kinderen voor mondzorg vergroten.
2. Ouders bewust maken van het belang van goede mondzorg.
3. Gedragsverandering bevorderen, zoals tandenpoetsen en het vermijden van gezoete dranken.
4. Ouders ondersteunen bij mondzorgopvoeding met de Uitblinkers methodiek.

Elke Peuter- en Kleutermond Gezond

Uitvoering

Twee mondhygiënisten waren tussen april 2022 en juni 2024 op consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl aanwezig. Ouders werden uitgenodigd om een mondzorgconsult te bezoeken. Tijdens het consult werden kinderen geïnspecteerd, tandenpoetsen werd gedemonstreerd, en zo nodig werd doorverwezen naar een mondzorgpraktijk. De Uitblinkers methodiek werd gebruikt om barrières voor tandenpoetsen bij ouders te identificeren en weg te nemen.

Resultaten

  • 866 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bezochten de mondhygiënist.
  • Bij 49 kinderen werd actieve of behandelde cariës gevonden.
  • 606 adviezen over tandenpoetsen en 248 adviezen over speengebruik werden gegeven.
  • Meer dan de helft van de kinderen die de mondhygiënist bezochten, gingen later ook naar de tandarts.

Waardering

De betrokken zorgprofessionals en ouders waren zeer positief over de pilot. Ouders waardeerden het consult bij de mondhygiënist met een gemiddelde score van 8,8, en 94% van de ouders vond de adviezen bruikbaar. De laagdrempelige aanpak op het consultatiebureau en de speelse manier van tandenpoetsen werden als positieve punten genoemd.

Conclusie

De pilot toont aan dat mondhygiënisten op consultatiebureaus effectief zijn in het vergroten van het bereik van kinderen voor mondzorg. Er wordt geadviseerd om deze werkwijze voort te zetten en uit te breiden naar andere gemeenten, met een focus op samenwerking tussen consultatiebureaus en mondhygiënisten.

Dit project laat zien hoe preventieve mondzorg een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen van mondgezondheid bij jonge kinderen, door ouders op een laagdrempelige manier te betrekken bij de zorg voor het gebit van hun kinderen.

Vervolg

De twee mondhygiënisten gaan door met hun project en hopen dat binnenkort de landelijke betaaltitel komt. Yunio (Jeugdgezondheidzorg door de hele regio) wenst namelijk op meerdere van haar consultatiebureaus de inzet van mondhygiënisten. Dit kan alleen als VWS hiertoe besluit. Waarschijnlijk zal dit rapport, naast het onderzoek van Gezonde Peutermonden, daartoe een zetje kunnen geven.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Regels voor mondzorg 2025 vastgesteld

Regels voor mondzorg 2025 vastgesteld: belangrijke wijzigingen

Het nieuwe jaar staat voor de deur en in 2025 zijn er een paar veranderingen die mogelijk je werk beïnvloeden. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in samenwerking met de KNMT, het ministerie van VWS en andere betrokken partijen enkele nieuwe regels vastgesteld. Deze moeten niet alleen de kwaliteit van de zorg verbeteren, maar ook enkele administratieve lasten verlichten. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen die je moet weten.

Hogere tarieven voor mondzorg

Allereerst een wijziging die met name invloed heeft op de patiënten. De tarieven voor mondzorg gaan in 2025 opnieuw omhoog. Zo gaat het tarief voor tandheelkundige prestaties met 7,8% omhoog en voor implantologie met 6,6%.

Voor orthodontie geldt een verhoging van 3,9%, al volgen enkele specifieke behandelingen de hogere tandheelkundige tarieven van 7,8%. Deze hogere tarieven hebben direct invloed op wat je je patiënten in rekening brengt en wat zij uit eigen zak moeten betalen als hun verzekering niet alles dekt. Zodoende heeft het mogelijk effect op de keuzes die zij maken bij behandelingen.

Offerteplicht bij behandelingen boven € 500

Vanaf 2025 is het verplicht dat patiënten bij behandelingen boven de € 500 vooraf een offerte krijgen. Dit mag zowel schriftelijk als digitaal. Voorheen gold deze verplichting al bij behandelingen boven € 250,-. Bij bedragen tussen € 250 en € 500 is een mondelinge vermelding voldoende.

Als een patiënt vaker duurdere behandelingen nodig heeft, is het verstandig om hen een aanvullende tandartsverzekering aan te raden. Aangezien de dekking hiervan per zorgverzekeraar sterk kan verschillen, is het wel verstandig dat zij hun zorgverzekering vergelijken bij verschillende aanbieders. Zo vinden zij iets dat goed aansluit bij hun zorgbehoeften.

Vergoeding voor mondzorg aan huis

In sommige gevallen is het voor patiënten niet mogelijk om naar de praktijk te komen. De beroepsorganisatie van tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen in Nederland (KNMT) maakte zich daarom de afgelopen jaren sterk voor vergoeding van tandheelkundige zorg aan huis.

De NZa heeft besloten om dit vanaf 2025 mogelijk te maken. Het toevoegen van de code C023 (Toeslag Specifieke mondzorg aan huis) aan tariefstructuur zorgt ervoor dat tandartsen een vergoeding kunnen krijgen voor de extra tijd en materialen die hiervoor nodig zijn.

Duidelijker onderscheid tussen codes R79 en R24

Behandelcode R79 (over het plaatsen van een facing) leidde nogal eens tot misverstanden tussen zorgverzekeraars en mondzorgprofessionals. Hierom is de omschrijving aangepast van Schildje van keramiek of kunststof, met preparatie inclusief noodvoorziening naar Indirecte facing. Daarnaast is de puntwaarde verhoogd van 20 naar 44 punten.

Om onduidelijkheid met R24 te voorkomen is ook deze omschrijving iets aangepast. Dit wordt nu Kroon op natuurlijk element. De exacte omschrijvingen van alle behandelcodes zijn te vinden in de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg.

Nieuwe code voor uitgebreid intake consult voor endodontologie

Er is een nieuwe prestatiecode (E05) voor een langer intakegesprek voor complexe wortelkanaalbehandelingen. Dit verlengde consult duurt 30 minuten en is toegevoegd na overleg met de beroepsgroep. In het verleden werd hiervoor C28 gebruikt, maar door een andere omschrijving is deze niet meer van toepassing op deze situatie.

Klaar voor het nieuwe jaar

Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van alle belangrijke veranderingen voor het nieuwe jaar. Zo voorkom je vervelende administratieve problemen en blijf je ook in 2025 je patiënten de best mogelijke zorg bieden.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
diabetespatiënten

Nivel onderzoek: Bijna 1,2 miljoen mensen met diabetes in Nederland

In 2022 waren er in de Nederlandse huisartsenpraktijken bijna 1,2 miljoen mensen bekend met diabetes, waarvan 108.100 met diabetes type 1 en 1.064.800 met diabetes type 2. Het aantal mensen met diabetes type 2 is langzaam gestegen in de periode 2011 – 2022. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel.

Mensen met diabetes ook vaak andere aandoeningen, zoals beschadigingen aan het netvlies in het oog.

Diabetes

Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuiker niet meer regelen. Dat gebeurt bij gezonde mensen heel precies met het hormoon insuline. Diabetes type 1 en diabetes type 2 hebben allebei te maken met insuline en bloedsuiker, maar zijn heel verschillend. Mensen met diabetes type 1 maken zelf te weinig insuline aan doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken afbreekt. Bij diabetes type 2 is het lichaam minder gevoelig geworden voor insuline en kan er te weinig insuline aangemaakt worden.

Toename van aantal mensen met diabetes type 2

Van 2011 tot 2022 is er een lichte stijging te zien in het aantal mensen met diabetes type 2. Volgens het Nivel komt dit waarschijnlijk door de toenemende vergrijzing. Het aantal mensen met diabetes type 1 is over deze periode nagenoeg gelijk gebleven.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen de diagnose diabetes krijgen is sinds 2011 licht gedaald, maar lijkt zich nu te stabiliseren. Voor diabetes type 1 wordt de diagnose op een gemiddelde leeftijd van 32 jaar gesteld en voor type 2 op 60 jaar.

Mensen met diabetes hebben vaker beschadigingen aan de ogen

Mensen met diabetes 1 hebben vaker oogaandoeningen en aandoeningen van de urinewegen dan bij de algemene bevolking. Mensen met diabetes 2 komen vooral stofwisselingsziekten, aandoeningen van het bloed en de urinewegen en hart- en vaatziekten vaker voor dan bij de algemene bevolking.

Bron:
Nivel onderzoek, in opdracht van het Diabetes Fonds.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Steenwijkse tandarts Dilyana Joffe-Sokolova

Steenwijkse tandarts Dilyana Joffe-Sokolova presenteert unieke casus op wereldcongres Endodontologie

Dilyana Joffe-Sokolova, tandarts bij Tandartspraktijk Steenwijkerdiep, was geselecteerd als één van de 100 tandartsen wereldwijd om een bijzondere klinische behandel casus te presenteren tijdens het prestigieuze IFEA World Endodontic Congress.

Dit wereldcongres, dat elke twee jaar plaatsvindt en afgelopen week werd gehouden in Glasgow (Verenigd Koninkrijk), brengt van over de hele wereld specialisten op het gebied van wortelkanaalbehandelingen (Endodontologie) samen.

Casus uitzonderlijk complexe wortelkanaalbehandeling

De casus van Dilyana, een uitzonderlijk complexe wortelkanaalbehandeling, werd uit honderden inzendingen gekozen voor een posterpresentatie. Haar presentatie benadrukte niet alleen haar vakbekwaamheid, maar ook haar toewijding aan innovatie en patiëntenzorg binnen de endodontologie.

Bekijk de casus 

Momenteel volgt Dilyana Joffe-Sokolova een masteropleiding in de endodontologie, waarmee zij zich verder specialiseert in geavanceerde wortelkanaalbehandelingen. Haar selectie voor dit wereldcongres onderstreept haar expertise en het hoge niveau van haar klinische vaardigheden.

Lees meer over: Endodontie, Thema A-Z
Onderzoek onderscheid van twee typen lijnen in tandglazuur voor verbetering diagnostiek

Onderzoek: onderscheid van twee typen lijnen in tandglazuur voor verbetering diagnostiek

Onlangs werd het onderzoek van de Nederlandse tandarts Hassan Zadeh Masoud gepubliceerd in de Journal of Clinical Advances in Dentistry. Dit onderzoek richt zich op het onderscheiden van twee typen lijnen in tandglazuur: traditionele craze lines en een nieuw geïdentificeerd type, interne craze lines. Het doel is om de diagnostische nauwkeurigheid te verbeteren en de klinische en esthetische implicaties van deze lijnen beter te begrijpen.

Belangrijkste bevindingen

Traditionele craze lines strekken zich uit van de dentine-glazuurgrens (DEJ) tot aan het glazuuroppervlak en kunnen bevlekt raken, wat ze zichtbaar maakt.

Interne craze lines beginnen ook bij de DEJ, maar eindigen halverwege het glazuur en zijn niet vatbaar voor vlekken.

Dit onderscheid is klinisch van belang omdat interne craze lines een ander karakter vertonen en mogelijk wijzen op onderliggende structurele kwetsbaarheden. Met moderne vergroottechnieken in de tandheelkunde kunnen deze lijnen nauwkeuriger worden geïdentificeerd, wat essentieel is voor een betrouwbare diagnose.

Esthetische implicaties: In de esthetische tandheelkunde vormen traditionele craze lines vaak een cosmetisch probleem door vlekvorming. Ze zijn echter relatief eenvoudig te behandelen door reiniging of het maskeren van de vlekken. Interne craze lines daarentegen zijn moeilijker te behandelen omdat ze dieper in het glazuur liggen en niet zichtbaar bevlekt worden. Dit maakt het esthetisch maskeren van deze lijnen uitdagender, omdat het vaak meer tandweefsel vereist om ze te verwijderen of te verbergen. Voor een succesvolle minimale interventie is het cruciaal om deze lijnen te herkennen, zodat de esthetische verbetering kan worden afgewogen tegen het behoud van de tandstructuur.

Dit onderscheid in craze lines is essentieel voor het maken van weloverwogen keuzes in zowel diagnostische als esthetische tandheelkundige behandelingen.

Lees het gehele onderzoek op Researchgate 

Lees meer over: Cariës, Thema A-Z
NWVT

NWVT Hamer-Duyvenszprijs voor proefschrift dr. Jelte Hofsteenge

De NWVT Hamer-Duyvenszprijs 2023 is op 12 oktober 2024 uitgereikt aan dr. Jelte Hofsteenge voor zijn proefschrift: Considerations for long-term clinical performance of partial restorations: exploring the pathway to success. In de samenvatting is een aanbeveling opgenomen voor de algemene praktijk over directe en indirecte restauraties.

De Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen (NWVT) kent eenmaal per jaar een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT Hamer-Duyvensz prijs commissie, als beste van dat jaar is beoordeeld.
Deze onderscheiding draagt de naam NWVT Hamer-Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.

Dr. Jelte Hofsteenge heeft zijn onderzoek verricht bij RU Groningen. Promotoren waren dr. M.M.M. Gresnigt, prof.dr. M.S. Cune, prof.dr. M. Özcan

Jelte Hofsteenge heeft de Hamer-Duyvensz prijs 2023 verdiend, omdat het proefschrift als beste is beoordeeld, zowel in kwaliteit van het onderzoek, opzet, uitvoering en impact voor de algemeen practicus. Zowel in de literatuur als in vitro studies werd naar breuk risico van partiele restauraties gekeken in premolaren en molaren. De preparatievorm als mede de gevolgde techniek (directe versus indirecte restauratie) en verschillende restauratie materialen werden daarbij vergeleken. In het laatste deel van het proefschrift werden ook de 15-jaars resultaten beschreven van een gerandomiseerde studie in vivo. Een dergelijk lange follow-up is zeldzaam en geeft duidelijk richting aan klinisch handelen.

Directe composiet restauratie in kleine restauraties

In de samenvatting volgt dan ook een duidelijke aanbeveling voor de algemene praktijk. Een directe composiet restauratie geeft goede resultaten in relatief kleine restauraties. Indien het grote restauraties betreft waarbij de polymerisatie krimp mogelijk niet volledig opgevangen kan worden is een indirecte restauratie een goed alternatief. Als materiaal kan dan worden gekozen voor indirecte composiet restauratie of een lithium disilicaat restauratie. De gekozen hecht techniek om deze indirecte restauratie te hechten aan de tand is dan afhankelijk van de onderlaag, glazuur of dentine.

De opgesomde conclusies en aanbevelingen kunnen een leidraad zijn voor het maken van een keuze in dagelijkse praktijk.

Lees hier het gehele onderzoek: Considerations for long-term clinical performance of partial restorations: exploring the pathway to success.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
Oproep Met wie wil jij een koffietje doen

Oproep: Met wie wil jij een koffietje doen?

Op 8 november heeft dentalinfo.nl weer een stand op het najaarscongres van NVM-mondhygiënisten. Voor ons als redactie is het altijd leuk om met jullie in gesprek te gaan. We halen er vaak heel inspirerende interviews uit. Wil jij graag een diepgaand gesprek aangaan met een collega? Of heb jij iets wereldkundig te maken? Laat het ons weten!

In contact brengen

We willen graag deze ervaring doorgeven. We zouden het geweldig vinden als we meer mondhygiënisten (en anderen) met elkaar in contact kunnen brengen. Zo bouw je een netwerk op waar je in de praktijk echt iets aan hebt.

Wat gaan we doen?

Wat wij concreet gaan doen is bij onze stand twee zitplaatsen creëren waarmee jij met een nog relatief onbekende in gesprek gaat. We zullen je hierin begeleiden door vragenkaartjes te maken. We zullen dit gesprek opnemen, uitwerken en online plaatsen zodat de inspiratie als een olievlek gaat werken.

Doe je mee?

Wil jij graag een diepgaand gesprek aangaan met een collega? Of heb jij iets wereldkundig te maken? Of wil jij altijd al heel graag iemand spreken maar heb je net dat steuntje nodig? Laat het ons weten en wij regelen het voor je!

Mail naar info@dentalinfo.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier

Mondzorgprotocol Kwetsbaar: Optimaliseren mondzorg voor kwetsbare ouderen

Kwetsbare ouderen hebben vaak een meer gecompliceerde zorgbehoefte en juist daarom is goede dagelijkse mondverzorging van cruciaal belang. Tandarts Arie Hoeksema, met jarenlange ervaring in mondzorg voor deze groep, bundelde zijn krachten met Judith de Haan, een mondzorgkunde-student aan de Hanzehogeschool Groningen. Samen ontwikkelden ze het Mondzorgprotocol Kwetsbaar. We praten met hen over het belang van goede mondzorg voor kwetsbare ouderen en hoe hun protocol de zorg voor deze groep aanzienlijk kan verbeteren.

Arie, waarom heeft u zich gespecialiseerd in mondzorg voor kwetsbare ouderen?

“Eigenlijk ben ik bij toeval in dit vakgebied terechtgekomen. Tijdens mijn opleiding werd nauwelijks aandacht besteed aan de specifieke zorgbehoeften van oudere patiënten. Mijn eerste bezoek aan een verpleeghuis in 1991 was dan ook een echte eyeopener. Mondzorg verlenen op een keukenstoel is namelijk iets heel anders dan werken in een traditionele praktijk en de omgang met deze patiënten vroeg om een totaal andere benadering. Zo gebeurde het eens dat ik iemand met kiespijn wilde helpen, maar onverwachts werd mijn bril van mijn gezicht geslagen. Maar wat me vooral raakte, was het aantal mensen in het verpleeghuis met een slecht gebit. Dit motiveerde me om me juist op deze kwetsbare groep te richten. Met de toenemende vergrijzing in Nederland is het belangrijker dan ooit om goede mondzorg voor ouderen te waarborgen. In onze praktijk is nu al een kwart van de patiënten 65 jaar of ouder. Voor deze groep is goede mondhygiëne cruciaal, omdat een slecht gebit relaties heeft met diverse andere gezondheidsproblemen zoals reuma, COPD, Diabetes Mellitus type II en hart- en vaatafwijkingen. De afgelopen dertig jaar is het mijn drijfveer geweest om binnen de mondzorg hier meer bewustzijn voor te creëren.”

Judith, wat heeft jou geïnspireerd om een protocol op te stellen voor kwetsbare ouderen?

“Tijdens mijn stage bij Mondzorgcentrum Winschoten ging ik ook met Arie mee naar verpleeghuizen. Daar ontdekte ik direct hoe groot de impact van gebitsproblemen kan zijn op de levenskwaliteit van kwetsbare ouderen. Als onderdeel van mijn stage kreeg ik de opdracht om een protocol op te stellen. Geïnspireerd door mijn ervaringen in het verpleeghuis besloot ik een protocol te ontwikkelen dat specifiek gericht is op de behoeften van kwetsbare ouderen. Door een preventieplan op maat voor deze groep op te zetten, kunnen we hun mondgezondheid verbeteren en daarmee hun algehele levenskwaliteit verhogen.”

Op wie richt het Mondzorgprotocol Kwetsbaar zich specifiek?

Arie: “Uit een onderzoek in 2016 bleek dat maar liefst 80% van de ouderen in verpleeghuizen gebitsproblemen heeft. Dit varieert van tandvleesproblemen en gebroken tanden tot protheses die niet goed passen. Dit zette me aan het denken over de oorzaken van deze problemen. Wat bleek, is dat de gebitsproblemen vaak niet het gevolg zijn van tekortkomingen in de mondzorg binnen het verpleeghuis, maar dat veel van deze mensen al met een slecht gebit aankwamen. Vanaf de leeftijd van 65 zien we twee groepen: een groep ouderen die hun mondgezondheid goed kan onderhouden en een andere groep die door bijvoorbeeld fysieke klachten niet meer in staat is om hun gebit goed te verzorgen of regelmatig naar de tandarts te gaan. Het is daarom cruciaal om deze mensen te bereiken voordat ze in een verpleeghuis terechtkomen, omdat het daar vaak misgaat.”

Judith: “Daarom richt het Mondzorgprotocol Kwetsbaar zich specifiek op 65-plussers die nog thuis wonen, maar al moeite hebben om hun gebit in goede conditie te houden. Kwetsbaar is een breed begrip dat zich op verschillende manieren kan uiten—fysiek, cognitief, sociaal en psychisch. Elk van deze aspecten heeft specifieke kenmerken die de kwetsbaarheid van ouderen in de tandartspraktijk zichtbaar maken.”

Wat is er opgenomen in het Mondzorgprotocol Kwetsbaar?

Judith: “De adviezen in het protocol zijn gebaseerd op het Basisadvies Cariëspreventie, de klinische praktijkrichtlijnen voor Xerostomie en hyposialie gerelateerd aan medicatie en polyfarmacie en de richtlijnen voor wortelcariës bij kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen. Het Mondzorgprotocol voor kwetsbare ouderen legt de nadruk op regelmatige tandartscontroles en het up-to-date houden van medicatieoverzichten. Daarbij letten we op klachten zoals een droge mond en op specifieke mondproblemen zoals cariës en parodontale aandoeningen. Wat mondhygiëne betreft, adviseren we om tweemaal daags te poetsen met fluoridehoudende tandpasta, eventueel aangevuld met interdentale reiniging. Bij wortelcariës of een droge mond door medicatie raden we een tandpasta met een hogere fluorideconcentratie aan, soms in combinatie met professionele behandelingen.

Daarnaast geven we voedingsadviezen, zoals het beperken van eetmomenten tot zeven keer per dag en het vermijden van zure producten vlak voor of na het poetsen. Voor patiënten met een droge mond kunnen speekselsubstituten en stimulanten nuttig zijn. Bij wortelcariës adviseren we regelmatiger radiologische controles. Als iemand een prothese draagt, is het belangrijk deze dagelijks schoon te maken met een zachte borstel en vloeibare zeep en ’s nachts droog te bewaren.”

Voor kwetsbare ouderen die bijvoorbeeld vergeetachtig zijn of door reuma moeite hebben met het zelf poetsen, spelen mantelzorgers, partners of thuiszorg een cruciale rol. Hoe worden zij betrokken bij de uitvoering van het protocol?

Judith: “Mantelzorgers, partners of thuiszorgverleners zijn essentieel in de mondzorg voor kwetsbare ouderen. Zij zijn vaak dagelijks bij de patiënt aanwezig en kunnen helpen met poetsen of herinneren aan mondzorgactiviteiten. Bijvoorbeeld bij ouderen met dementie, is het makkelijk om dagelijkse routines zoals tandenpoetsen te vergeten, waardoor de steun van een mantelzorger van groot belang is. Bovendien kunnen zij signalen zoals pijn of ongemak opvangen die de patiënt zelf misschien niet kan aangeven. Daarom betrekken we hen actief bij het behandelplan en voorzien we hen van duidelijke, schriftelijke instructies.”

Arie, hoe ga je het Mondzorgprotocol Kwetsbaar implementeren binnen jouw praktijk?

“We hebben hiervoor een aantal stappen gepland. Allereerst zullen we het preventieplan aan ons gehele team presenteren, zodat iedereen op de hoogte is van de inhoud en doelstellingen. We zorgen ervoor dat het plan grondig wordt besproken, zodat alle teamleden begrijpen hoe ze de adviezen in de praktijk kunnen toepassen. Daarna drukken we het plan af en plaatsen we het op een zichtbare locatie in de praktijk, zodat het altijd beschikbaar is voor alle medewerkers. Deze aanpak helpt ons niet alleen om een uniforme benadering van mondzorg te waarborgen, maar ook om de kwaliteit van zorg voor onze oudere patiënten te verbeteren. Het Mondzorgprotocol Kwetsbaar is een uitstekend voorbeeld van hoe je kwetsbare ouderen mondzorg op maat kunt bieden. Ik hoop dan ook dat het als inspiratie kan dienen voor andere tandartspraktijken, zodat ook zij gaan nadenken over hoe ze de beste mondzorg voor deze groep kunnen bieden.”

Wat zou volgens jou, Arie, de volgende stap moeten zijn?

“Ik richt me nu al ruim dertig jaar op de zorg voor kwetsbare ouderen en ben blij te zien dat er de laatste vijf jaar aanzienlijke verbeteringen zijn geweest. Een positief voorbeeld hiervan is dat ouderen in verpleeghuizen tegenwoordig steeds vaker ragers gebruiken om hun gebit schoon te houden. Deze vooruitgang is mede te danken aan de inzet van mondhygiënisten, die een belangrijke rol spelen door het bevorderen van betere mondhygiënepraktijken en door educatie en ondersteuning te bieden aan zowel ouderen als hun verzorgers. Ook is het een mooie ontwikkeling dat studenten zoals Judith tijdens hun opleiding al aandacht krijgen voor deze specifieke doelgroep. Toch blijft er ruimte voor verdere verbetering.”

“Het Mondzorgprotocol Kwetsbaar biedt een solide basis, maar het is een eerste stap. Het is cruciaal dat wij als tandartsen beter in kaart brengen wie onze kwetsbare patiënten zijn en wat hun situatie precies inhoudt.”

Voor patiënten boven de 65 jaar moeten we niet alleen kijken naar de status van hun gebit en medicatieoverzicht, maar ook naar de praktische implicaties daarvan. Bijvoorbeeld, als een patiënt eerst met een stok komt en zes maanden later met een rollator, kan dit wijzen op een achteruitgang in mobiliteit. Als deze patiënt vervolgens helemaal niet meer naar de controle komt, kan dat betekenen dat het moeilijker voor hen is geworden om het huis uit te gaan. In zulke gevallen is het belangrijk om alert te blijven. Een huisbezoek kan dan een goede optie zijn. Gelukkig is er nu naast de bekende toeslag voor huisbezoek (C020) een nieuwe toeslagprestatie (C023) die ook thuisbehandeling beter financieel mogelijk maakt, wat een belangrijke stap is om ervoor te zorgen dat ook ouderen met verminderde mobiliteit de mondzorg van hun eigen ‘vertrouwde’ tandarts krijgen die ze nodig hebben. Het is essentieel om te begrijpen dat we voor deze groep mensen niet alleen moeten behandelen, maar ook proactief moeten zorgen voor hun mondgezondheid, omdat dit een directe invloed heeft op hun algehele welzijn en levenskwaliteit.”

Download hier het Mondzorgprotocol Kwetsbaar

 

 

 

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Marja laine

dr. Marja Laine over speekselproblemen: ‘Het is belangrijk om aandacht te geven aan het probleem binnen de praktijk’

Door de vergrijzing van de patiëntenpopulatie doen speekselproblemen zich in toenemende mate voor. In een interview met prof. Marja Laine, specialist op het gebied van ademgeur en mondvloeistoffen, vertelt zij over de prevalentie, oorzaak en de rol die een tandarts kan spelen bij de diagnose en behandeling ervan.

Marja Laine is ruim 30 jaar geleden uit Finland naar Nederland gekomen. Na het werk als algemeen tandarts in een praktijk zette ze haar werk voort bij het ACTA. Ze houdt daar Halitose en Speekselspreekuur, verricht onderzoek en geeft onderwijs bij de sectie Parodontologie en is hoogleraar Orale Diagnostiek op het gebied van ademgeur en mondvloeistoffen. Ze vertelt over haar veelzijdige functie en met name haar werk als droge mond deskundige.

Welke speekselproblemen doen zich veelal voor en wat is daarvan de oorzaak?

Ongeveer 20% van de bevolking heeft te maken met een droge mond. Het probleem van een droge mond neemt steeds grotere vormen aan en dat heeft zijn oorsprong in de vergrijzende bevolking. Deze bevolkingsgroep kampt met gezondheidsproblematiek in vele vormen. Zo kan het slikken van medicatie en auto-immuunziektes zoals het syndroom van Sjögren invloed hebben op de werking van de speekselklieren. Eén van de symptomen van het syndroom van Sjögren is het hebben van een droge mond. Tenslotte kan bestraling van het hoofd- en halsgebied een droge mond tot gevolg hebben. Er zijn andere oorzaken te noemen voor droge mond die samenhangen met (ongezond) gedrag zoals het gebruik van drugs of alcohol.

Hoe kan het probleem van een droge mond behandeld worden?

Voordat men over kan gaan tot behandeling is het belangrijk om een goede diagnose te stellen; is er sprake van te weinig speeksel (hyposialie) of gevoel van droge mond (xerostomie) en wat daarvan de oorzaak is. Als sprake is van hyposialie in rust is het belangrijk om na te gaan of de speekselsecretie gestimuleerd kan worden. Indien de oorzaak bijvoorbeeld medicijngebruik is kan het gebruik van vervangende medicatie, innametijdstip of een andere dosering een oplossing zijn. Indien dit de oorzaak is, is het belangrijk dat overlegd wordt met de behandelend arts.

Kun je wat meer vertellen over de verzamelnaam ‘mondvloeistoffen’?

Er zijn verschillende soorten speekselklieren in de mond die verschillende soorten speeksel aanmaken. De gingivale creviculaire vloeistof draagt ook bij aan de totale speeksel ofwel mondvloeistof. De hoeveelheid en samenstelling van speeksel is afhankelijk van bijvoorbeeld het tijdstip op de dag of de stimulatie van de zintuigen. Zo kan de geur van vers brood letterlijk zorgen voor meer speeksel, daar komt de welbekende uitspraak vandaan ‘het water loopt me in de mond’.

Je doet veel onderzoek naar speeksel, maar wat is daarvan de waarde?

Speeksel is ook een lichaamsvloeistof dat een goed beeld geeft van de algehele lichamelijke gezondheid van een mens. In speeksel kunnen honderden verschillende moleculen vastgesteld worden bijvoorbeeld om zo de gezondheid vast te stellen en eventuele ziektes op te sporen.

Waardoor wordt het drogemondgevoel bepaald of beïnvloed?

Het droge mondgevoel wordt zoals eerder beschreven beïnvloed door het gebruik van medicatie maar ook bv. het eten en drinken. In dit kader zou het goed zijn om de patiënt een droge mond vragenlijst te laten invullen om daarvan een goed beeld te krijgen en daarmee een beter advies te kunnen geven. Het gaat hier om de zogenaamde Xerostomie Inventory  (XI) vragenlijst die beschikbaar is voor mondzorgprofessionals. Er is daarover tevens een artikel gepubliceerd in het NTVT, ‘Speekselonderzoek in de dagelijkse praktijk’, waarin is belicht wat de oorzaken zijn van hyposialie en xerostomie en wanneer speekselonderzoek nodig is  Speekselonderzoek in de dagelijkse praktijk – NTVT   (betaald).

Wat zou een tandarts kunnen adviseren aan een patiënt als deze last heeft van een droge mond?

Ten eerste is het van belang om een goede diagnose te stellen of er sprake is van xerostomie, en/of hyposialie en of speekselsecretie te stimuleren is. Een belangrijke factor voor mondgezondheid van hyposialie-patiënten is ook de frequentie van en het soort eten en drinken. Voor een goede speekselsecretie moet een patiënt voldoende drinken en goed kauwen tijdens het eten is ook belangrijk, dan wordt er speeksel aangemaakt.

Zijn er middelen op de markt om het probleem te verminderen?

Er zijn producten voor droge mond zoals mondspoelmiddelen of gels en suikervrije kauwgom. Deze kan de patiënt zelf kopen bij meerdere verkooppunten en uiteraard heeft ook de mondzorgprofessional vele kanalen om de producten te verkrijgen en kan advies geven over het gebruik ervan.

Het belangrijkste is om aandacht te geven aan het probleem binnen de praktijk. Als dat door middel van een droge mondvragenlijst gebeurt is dat de vorm waarmee de eerste stappen gezet kunnen worden om het probleem van droge mond zichtbaar te maken. Zo kan het speekselonderzoek, geven van advies, preventieve maatregelen of eventueel een doorverwijzing beter, sneller en efficiënter plaatsvinden.

 

Marja Laine is hoogleraar bij de sectie Parodontologie van ACTA. Na haar afstuderen als tandarts aan de Universiteit van Helsinki, Finland en een periode in de algemene praktijk promoveerde zij bij de sectie Orale Microbiologie, ACTA. Zij verzorgt voor het Halitose- en Speekselspreekuur bij de sectie Parodontologie. Haar onderzoek richt zich op de diagnostiek, biologie en behandelingen van halitose en speekselproblemen en hun relatie met parodontitis, en multifactoriële etiologie van parodontitis.

Interview door Petra van der Zwan, Gezond & Inzetbaar –  auteur | leefstijlinterventies | gezondheidsonderzoeker

 

 

 

 

 

Lees meer over: Interview, Medisch | Tandheelkundig, Opinie, Thema A-Z
Casus: Extra knobbel veroorzaakt apicale parodontitis bij vrouwen

Casus: Extra knobbel veroorzaakt apicale parodontitis bij vrouwen

Cone-beam computertomografie (CBCT) scans laten zien dat de overtollige knobbel bij een vrouw een intact wortelkanaal heeft, dat is versmolten met het mesiobuccale kanaal. Dit leidde tot apicale parodontitis. Haar klinische symptomen verdwenen na een endodontische behandeling volgens een casusrapport in BMC Oral Health.

Prostylid

Prostylid is een zeldzame tandontwikkelingsafwijking waarbij een extra knobbel aanwezig is met een intact wortelkanaal. Een protostylid is een put en distale buiging van de buccale groef of een oppervlakteafwijking.

Casus

Een 52-jarige vrouw meldt zich met pijn tijdens het kauwen in haar achterste tanden linksboven. Tijdens klinisch onderzoek werd een extra knobbelachtige structuur gevonden op de mesiale helft van het buccale oppervlak van element 26. De knobbel loopt van de cervicale rand naar de mesiobuccale knobbel. Element 26 reageerde niet op een pulpa- en koudetest.

Röntgenfoto’s

Röntgenfoto’s van element 26 lieten een peri-apicale radiolucentie zien. Op de foto is niet te zien of het proststylid ook een eigen wortelkanaal heeft. Aan de hand van een CBCT is te zien dat de pulpakamer van het protostylid is versmolten met het mesiobuccale wortelkanaal in het apicale gedeelte van de wortel.

Endodontische behandeling

Bij de endodontische opening van het element werd ontdekt dat element 26 vijf wortelkanalen had. Na een succesvolle behandeling bleef het element vrij van symptomen. Ook lieten röntgenfoto’s zien dat het apicale gebied rondom element 26 is genezen.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Casus, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Vergelijking tussen CPAP en MRA bij slaap apneu

Vergelijking tussen CPAP en MRA bij slaapapneu

Er zijn verschillende mogelijkheden om OSA te behandelen, waarbij leefstijlfactoren een groot onderdeel zijn. Maar ook niet-chirurgische en chirurgische technieken. De literatuur suggereert nog altijd weinig bewijs om MRA te kiezen als eerst keus. In deze presentatie wordt er een vergelijking gemaakt tussen CPAP en MRA.

Studie

Hierbij is vooral belangrijk, dat de mensen die geïncludeerd zijn in deze studie, matige tot en met ernstige OSA hadden. Voor deze patiëntengroep is CPAP eerste keus therapie. Echter, bestaan er vaak ook wachtlijsten om CPAP therapie te kunnen starten. Deze studie is gestart na een terugroepactie van CPAP toestellen, vanuit de FDA, waardoor er een stock probleem was.

Mensen met matige tot ernstige OSA startte met een MRA voor 3 maanden. Metingen worden gedaan door een “embedded active thermomicrosensor (Theramon, MC Technology GmbH)” om te kijken wat de objectieve therapietrouw is, en aan het einde door middel van een polysomnografie. Na deze metingen vond er een periode van 2 weken zonder therapie plaats. Daarna startte de CPAP therapie, tevens werd na 3 maanden de gegevens van de CPAP uitgelezen voor de therapietrouw en een polysomnografie. Aan het einde van de studie werden de patiënten hun voorkeuren onderzocht (MRA, CPAP of geen voorkeur). Preliminaire resultaten van deze studie laten zien dat van een MRA de AHI verlaagt van 27 naar 9 events per uur (daling van 66.5% m.b.t. AHI, n = 50). Bovendien was het gemiddeld MRA-gebruik in deze patiëntenpopulatie 5,4 uur/nacht. In 23 patiënten konden de resultaten van MRA en CPAP met elkaar vergeleken worden. In deze groep was zowel het MRA als CPAP efficiënt in het verlagen van de AHI (van 23/u naar 8/u met MRA en 1.4/.u met CPAP). Het gemiddeld gebruik lag op 6.5 uur per nacht voor MRA, en slechts 4.5 uur per nacht voor CPAP. Bovendien gaven meer dan de helft van de patiënten aan dat ze een voorkeur hadden voor MRA (56%).

Deze studie zal nog voortlopen, gezien de follow-up nog niet van elke patiënt is volbracht.

Marijke Dieltjens is in 2009 afgestudeerd als biomedicus aan de universiteit van Antwerpen. Na haar afstuderen is zij een promotietraject gestart genaamd “Novel approaches on compliance, titration and sleep position to optimize the therapeutic outcome of oral appliance therapy in patients with sleep-disordered breathing”, die zij in 2014 met succes heeft verdedigd. Ze is nu werkzaam als senior post-doc bij de Research Foundation Flanders (FWO) op het onderwerp “The development of a multifactorial model to predict the outcome of mandibular advancement device therapy for obstructive sleep apnea based on the patients’ phenotype”.

Verslag door dr. Merel Verhoeff, tandarts en onderzoeker aan ACTA, voor dental INFO van de lezing van Marijke Dieltjens tijdens het NVTS-Lustrumcongres.

Research grant

Tijdens het NTVS-Lustrumcongres ontvingen J.P. Ho en B.R.A.M. Rösemoller beiden een research grant. J.P. Ho ontving de grant voor zijn onderzoeksvoorstel, waarbij hij een device voor patiënten met OSA zo snel mogelijk de IC te kunnen laten verlaten wil valideren. B.R.A.M. Rösemoller, won de research grant voor zijn abstract van een literatuurstudie, waarbij onder andere de werking van smart mandibular advancement devices werd bekeken. Beide prijzen bestaan uit een geldbedrag van €1.250,- en worden jaarlijks uitgereikt.

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Verband tussen een gezonde levensstijl en het effect van parodontale behandeling

In een studie werd de associatie tussen leefstijlgedrag en de klinische uitkomsten van de eerste twee stappen van parodontale behandelingen geëvalueerd. Slechte slaapkwaliteit, roken, overmatig alcoholgebruik en een ongezonde levensstijl gingen hierbij gepaard met significant lagere percentages waarmee het eindpunt van de parodontale therapie werd bereikt.

Gezondheid

Gezondheid is een volledige toestand van mentale, fysieke, en sociaal welzijn, en niet alleen de afwezigheid van ziekte. Of iemand gezond is, wordt ook beïnvloed door hun sociale en economische context, fysieke omgeving en individuele kenmerken en gedragingen. Verschillende factoren zoals voedingsgewoonten, lichamelijke inactiviteit, systemische aandoeningen, roken en alcoholgebruik hebben invloed op gezondheid.
Het gedrag van iemand met een gezonde levensstijl heeft een dieet van hoge kwaliteit, voldoende lichamelijke activiteit en niet-rokend. Mensen met een gezonde levensstijl worden in verband gebracht met een lager risico op chronische en niet-overdraagbare ziekten in vergelijking met mensen met een ongezonde levensstijl. De prevalentie van parodontitis is vaak hoger bij mensen met een ongezonde levensstijl en ook de effectiviteit van de eerste twee stappen van parodontale therapie wordt negatief beïnvloed. Interventies zoals stoppen met roken, stress verminderen, voedingsadvies, gewichtsverlies en verhoogde fysieke activiteit hebben als doel parodontitis te voorkomen en behandelresultaten te verbeteren. Het doel van de studie was het evalueren van de associatie tussen leefstijlgedrag en de klinische uitkomsten van de eerste twee stappen van parodontale behandelingen.

Het onderzoek

Aan het onderzoek deden 120 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 70 jaar met gelokaliseerde of gegeneraliseerde, onbehandelde stadium II/III parodontitis mee. De deelnemers hadden meer dan 20 tanden en minstens één locatie met een pocketdiepte (PPD) ≥4 mm. De patiënten werden gecategoriseerd als patiënten met een hoge of lage naleving van het mediterrane dieet, matig/hoog of lage niveau van fysieke activiteit, lage of matige/hoge PSS en goede of slechte slaapkwaliteit. Er is een parodontaal onderzoek van de volledige mond uitgevoerd waarbij de pocketdiepte (PPD), recessies, plaque, bloeding bij sonderen en klinisch aanhechtingsniveau (CAL) werden gemeten bij aanvang en drie maanden na stap 1 en 2 van de parodontale therapie.
Stap 1 van de parodontale therapie bestond uit mondhygiëne instructies en motivatie, professionele, supragingivale mechanische tandplakverwijdering met ultrasone instrumenten en stoppen met roken. Stap 2 van de behandeling bestond uit subgingivale reiniging met ultrasone en handinstrumenten.

Resultaten

76 van de 235 deelnemers bereikten het eindpunt van de parodontale therapie na drie maanden, dit leidde tot een vermindering van het aantal plaatsen met PPD ≥5 mm met ongeveer 60%. Deelnemers met onvoldoende slaap, overmatig roken en een hoger alcoholgebruik vertoonden significant lagere percentages van een succesvolle behandeling. Rokers hadden een hoger percentage resterende PPD ≥5 mm.
Deelnemers met een ongezonde levensstijl hadden een kleinere kans om het eindpunt van de therapie te bereiken, zelfs wanneer rekening werd gehouden met roken en alcohol gebruik. Ook vertoonden deze deelnemers een hoger percentage resterende PPD ≥6 mm en een verminderde impact van parodontale therapie op PPD-, REC- en CAL-veranderingen op locatieniveau.

Conclusies

Slechte slaapkwaliteit, roken en overmatig alcoholgebruik gingen gepaard met significant lagere percentages waarmee het eindpunt van de therapie werd bereikt.
Daarnaast vertoonden deelnemers die een combinatie van ongezond levensstijlgedrag, een lager percentage succesvolle parodontale therapieën en een hoger percentage restplaatsen met PPD ≥6 mm.
Verder moeten counseling en aanpassing van levensstijlgedrag worden uitgevoerd tijdens stap 1 van de parodontale therapie, gezien de mogelijke implicaties ervan voor de uitkomsten van parodontale behandelingen na drie maanden. Leefstijlgedrag moet ook in overweging worden genomen in klinisch parodontaal onderzoek, omdat dit als verstorende factoren kan fungeren.

Bron:
European Federation of Periodontology

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Antibioticaprofylaxe beïnvloeden de botgenezing van implantaten

Antibioticaprofylaxe beïnvloeden de botgenezing van implantaten

Een dierstudie gepubliceerd in het Journal of Clinical Periodontology laat zien dat antibioticaprofylaxe mogelijk de mondbacteriën ontregelt en het implantaat grensvlak verzwakt bij patiënten die implantaatchirurgie ondergaan.

Antibioticaprofylaxe

Het preventief nemen van amoxicilline of clindamycine voor het ondergaan van implantaatchirurgie kan de osteo-immuunwondgenezing van implantaten ontregelen. Daarnaast kan het ook het grensvlak verzwakken. Het grensvlak is het percentage van het implantaatoppervlak dat in contact komt met het peri-implantaat alveolaire bot.

Perioperatieve antibiotica

De meeste artsen schrijven veelgebruikte antibiotica zoals amoxicilline en clindamycine routinematig voor als preventieve maatregel bij het plaatsen van implantaten. Echter hebben klinische onderzoeken onlangs aangetoond dat deze antibioticaprofylaxe een verwaarloosbaar effect hebben op de postoperatieve complicaties en op de wondgenezing bij gezonde patiënten.

Onderzoek

Het onderzoeksteam heeft een chirurgische techniek ontwikkeld om implantaten te plaatsen bij muizen, die de implantaatplaatsing bij mensen nabootst.
De muizen kregen een 3-daagse antibioticakuur voorafgaand aan de implantaatplaatsing. Om gingivale bacteriën te identificeren werd 16S-sequencing gebruikt. Met behulp van histomorfometrie werden osteoblasten en osteoclasten beoordeeld en met microcomputertomografie werd de osseo-integratie van implanten geëvalueerd.

Resultaten

De resultaten toonden aan dat het toedienen van antibioticaprofylaxe aan muizen het gingivale bacterioom verstoorde, helper T-cel orale immuniteit ontregelde, osteoclasten en osteoblasten verminderde die het alveolaire bot bekleden en het implantaat-bot grensvlak verminderde.
Het normale grensvlakbereik is 55% tot 76%. Bij de met antibioticaprofylaxe behandelde muizen was het grensvlakbereik 54% tot 61% bij amoxicilline en 40% tot 66% bij clindamycine.

Conclusie

Het succes van implantaten hangt af van de connectie tussen het alveolaire bot en het implantaat. In de toekomst moeten meerdere onderzoeken worden gedaan om het verband tussen antibioticaprofylaxe en implantaatchirurgie verder te onderzoeken.

Bron:
Journal of Clinical Periodontology

 

Lees meer over: Implantologie, Parodontologie, Thema A-Z
Misbruik tandarts-titel

NVM-mondhygiënisten luidt de noodklok over misbruik van beschermde titel

NVM-mondhygiënisten heeft alarmerende meldingen ontvangen over mondzorgverleners die zich onterecht voordoen als mondhygiënist. Dit titelmisbruik, maar soms ook zelfs fraude in de zorg, kan patiënten misleiden en leiden tot ontoereikende behandelingen, wat niet alleen de transparantie in de zorg ondermijnt, maar ook de integriteit ervan ernstig aantast.

“De titel ‘(geregistreerd-)mondhygiënist’ is wettelijk beschermd volgens de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) en mag alleen worden gevoerd door personen die een erkende opleiding Mondzorgkunde in Nederland hebben afgerond of wiens buitenlandse Mondzorgkunde diploma gelijkwaardig verklaard is door de Nederlandse overheid,” legt Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter van NVM-mondhygiënisten, uit.

Verzoek tot melding

NVM-mondhygiënisten benadrukt het belang van het maken van een melding bij de beroepsvereniging. “We zien sinds begin dit jaar een significante toename van ontvangen meldingen en luiden daarom de noodklok.” vervolgt Velthoven-Verlinden. “Wanneer een melding bij ons binnenkomt en er is inderdaad sprake van titelmisbruik of fraude in de zorg, dan nemen wij maatregelen die passen bij de melding. Als er vervolgens geen adequate actie wordt ondernomen, overlegt NVM-mondhygiënisten met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) om verdere stappen te ondernemen. Het waarborgen van de juiste beroepskwalificaties en de bescherming van patiënten zijn voor zowel ons als de patiënten van groot belang.”

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Casus: Medicijn tegen hoge bloeddruk veroorzaakt gingiva hyperplasie bij 52-jarige man

Onderzoek: relatie cardiovasculaire risicofactoren (CRFs) van moeders en de micro-organismen in de mond van moeder en kind

Maria Azevedo onderzocht de relatie tussen de cardiovasculaire risicofactoren (CRFs) van moeders en de micro-organismen in de mond van moeder en kind.

Het cardiovasculair systeem zorgt voor het transport van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen via het bloed door het hele lichaam. Het hart en de bloedsomloop vormen dit systeem.

Meer ontstekingen in mond bij hoge bloeddruk

Azevedo ontdekte dat vrouwen met een hoge bloeddruk meer ontstekingen in hun mond hadden. Dit werd gelinkt aan een disbalans in de microbiota – een verzameling bacteriën en schimmels – van de mond. Ook vond ze een verband tussen sommige bacteriën en andere CRFs.

Het onderzoek vond geen verband tussen de micro-organismen in de mond van kinderen tot 6 maanden oud en de CRFs van de moeder. De gezondheid van het kind, omgeving, biologie en gedrag hadden wel invloed op de microbiota in de mond van deze kinderen.

Meer informatie vind je in haar proefschrift:
‘Studies on the association between maternal cardiometabolic health and the oral microbiota of mother-child pairs’

Bron:
ACTA

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Glycyrrhiza-uralensis extract kan een slechte adem verminderen

Glycyrrhiza-uralensis extract kan een slechte adem verminderen

Volgens een onderzoek gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene is onderzocht dat mondwater dat Glycyrrhiza-uralensis extract bevat effectief kan zijn in het verminderen van een slechte adem. Glycyrrhiza-uralensis is ook wel bekend als zoethout.

Mondwater

Mondwater dat zoethout bevat kan reproductie van bacteriën die zorgen voor een slechte adem tegenhouden. De auteurs schreven dan ook dat mondwater met Glycyrrhiza-uralensis extract halitose kan verminderen. Tandenpoetsen, flossen, kauwgom en gorgelen met mondwater dat chloorhexidine en triclosan bevat zijn manieren om een betere adem te krijgen. Echter zijn chloorhexidine en triclosan synthetische stoffen die ook de goede bacteriën in de mond aantasten. Onderzoekers hebben daarom natuurlijke stoffen onderzocht die geen negatieve effecten hebben maar wel een slechte adem kunnen verminderen.

Halitose

Halitose is de benaming voor een slechte adem. Om halitose te voorkomen moeten gram-negatieve anaërobe-bacteriën uit de mondholte worden verwijderd.

Studie

Er werd een studie uitgevoerd bij 60 patiënten om het effect van mondwater met zoethoutextract op halitose te bepalen. De helft van de patiënten moest gorgelen met een zoutoplossing en de andere helft met een mondwater dat zoethoutextract bevatte. De niveaus van halitose-veroorzakende bacteriën werden voor het gorgelen, onmiddellijk na gebruik van mondwater en vijf dagen na het gebruik gemeten.

Resultaten

Gorgelen met mondwater dat zoethoutextract bevatte verminderde de prevalentie van een slechte adem. Verder verbeterde de halitose onmiddellijk en na vijf dagen. Maar na een langere tijd was er geen significante verandering in de groep die gorgelde met zoutwater en de groep die gorgelde met zoethoutextract.

Conclusie

De onderzoeksperiode van vijf dagen is te kort om te bepalen wat het lange termijneffect is van zoethoutextract op halitose. Daarom moeten er in de toekomst meer onderzoeken plaats vinden met een langere onderzoeksperiode.

Bron:
International Journal of Dental Hygiene

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Aantal tandartsbezoeken in 2023

Aantal tandartsbezoeken in 2023

Het CBS heeft een gezondheidsenquête uitgevoerd waarbij is gekeken naar het aantal tandartsbezoeken in 2023. De tabel laat het percentage van mensen zien die minimaal één tandartscontact in de afgelopen 12 maanden hebben gehad en het aantal bezoeken aan de tandarts per leeftijdsgroep.

Percentage personen met minimaal 1 tandartscontact

Het percentage mensen met minimaal 1 contact per jaar bij de tandarts is gemiddeld 80,9% voor personen vanaf 1 jaar. Het gaat hierbij om alleen het contact met de tandarts, de contacten met de kaakchirurg, mondhygiënist en orthodontist zijn hierbij dus niet meegeteld. Van kinderen onder de 1 jaar wordt verondersteld dat zij niet naar de tandarts zijn geweest.

Opvallend is dat ongeveer 20% van de bevolking de tandarts niet minimaal 1x per jaar bezoekt. Daarnaast gaat 62,9% van de kinderen van 2-3 jaar minimaal 1x per jaar naar de tandarts, dit betekent dus dat een groot percentage van de kinderen niet naar de tandarts gaat op jonge leeftijd.

Aantal contacten per leeftijdsgroep

Het gemiddelde aantal tandartscontacten over een periode van 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum is 3,4 per persoon. Om het aantal contacten per 12 maanden te bepalen is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 x 4 weken = 1 jaar). Het gemiddelde aantal contacten is het hoogste in de leeftijdsgroep van 12-17 jaar, namelijk 4,3 contacten per persoon.

Bron:
Centraal Bureau voor de Statistiek

 

 

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
GUM® ORTHO

GUM® ORTHO: De complete verzorgingslijn voor jouw beugel

Ontdek de GUM® ORTHO lijn, speciaal ontwikkeld voor beugeldragers. Versterk je tandglazuur, verminder tandplak en kalmeer je tandvlees met natuurlijke ingrediënten. Voor een frisse adem en optimale mondverzorging, elke dag.

GUM® ORTHO

De GUM® ORTHO lijn is speciaal ontwikkeld om de mondgezondheid te ondersteunen tijdens orthodontische behandelingen. De producten versterken het tandglazuur, helpen gaatjes en witte vlekjes voorkomen, en verminderen tandplakopbouw. Dankzij natuurlijke ingrediënten zoals aloë vera en gemberextract kalmeren ze geïrriteerd tandvlees, terwijl vitamine E bijdraagt aan gezond tandvlees. De gel tandpasta en overige producten bereiken moeilijk te reinigen plekken rond de beugel voor een grondige reiniging. Met een zachte spearmint smaak zorgt GUM® ORTHO niet alleen voor een frisse adem, maar biedt het ook optimale bescherming voor zowel volwassenen als kinderen vanaf 7 jaar.

De GUM® ORTHO lijn biedt een complete verzorgingsroutine in drie essentiële stappen voor iedereen met een beugel. Elke stap is zorgvuldig ontwikkeld om de mondgezondheid te beschermen en te optimaliseren tijdens een orthodontische behandeling.

Stap 1: Interdentaal reinigen

Dit is de basisstap voor een gezonde mondverzorging. Interdentaal reinigen verwijdert tandplak en voedselresten die zich tussen tanden, kiezen, en beugels ophopen, waar een normale tandenborstel moeilijk bij kan komen. GUM® biedt hiervoor verschillende hulpmiddelen, zoals de GUM® TRAV-LER®, een rager met buigbare kop om makkelijk tussen de tanden en om de beugel te reinigen.

Stap 2: Poetsen

De tweede stap is het poetsen van je tanden met GUM® ORTHO tandpasta. Met zijn unieke formule versterkt het de tanden, vermindert het tandplak en kalmeert het geïrriteerd tandvlees. De tandpasta heeft een hoger fluoride gehalte om de tanden extra goed te beschermen en verzachtende ingrediënten die gevoelige tandvlees kalmeren. De V-vormige borstelharen van de bijbehorende GUM® ORTHO tandenborstel zorgen voor een optimale reiniging rondom beugels, om makkelijk op moeilijk bereikbare plekken te komen.

Stap 3: Spoelen

Na het reinigen is het belangrijk om de mond te spoelen met een antibacteriële mondspoeling. GUM® ORTHO mondspoeling biedt extra bescherming tegen gaatjes en tandvleesproblemen door de groei van bacteriën te remmen. Het bereikt plekken die zelfs na het reinigen en poetsen moeilijk toegankelijk zijn en zorgt voor een frisse adem. Gebruik de GUM® ORTHO wax tegen irritaties in de mond door de beugel.

Volg deze drie stappen dagelijks voor een gezonde mond tijdens je orthodontische behandeling met de GUM® ORTHO lijn.

Lees meer over GUM® ORTHO

Lees meer over: Mondhygiëne, Producten
Mond Mysterie

NVM-mondhygiënisten en elmex stimuleren betere mondgezondheid voor de jeugd

NVM-mondhygiënisten en elmex trekken samen op om de mondgezondheid van de jeugd te bevorderen. Na de start van een online publiekscampagne, die zich met 10 tips van de mondhygiënist richt op ouders met kinderen tot 12 jaar, ontvangen basisscholen en bso’s eind september een informatiepakket over het Mond Mysterie met de vraag of zij dit in hun lesprogramma willen opnemen. Daarnaast komen er begin oktober posters en flyers over dit spel in de Etos-filialen te hangen.

Een spannende online escaperoom voor kinderen

Het Mond Mysterie is een spannende online escaperoom voor kinderen in groep 5 t/m 8, waarin zij spelenderwijs leren over mondverzorging. Er is ook een wedstrijd aan gekoppeld om hen te stimuleren om dit te spelen.

Mond Mysterie is een initiatief van NVM-mondhygiënisten en is mede tot stand gekomen met de ondersteuning van elmex.

Preventie van jongs af aan

Uit onderzoek blijkt dat veel ouders nog onvoldoende op de hoogte zijn van het belang van preventieve mondzorg vanaf het eerste tandje. Veel barrières, zoals gebrek aan kennis en angst, verhinderen een bezoek aan de mondhygiënist, terwijl kinderen vaak kosteloos verzekerd zijn. Met als gevolg dat veertig procent van de kinderen op vijfjarige leeftijd gaatjes hebben. NVM-mondhygiënisten pleit voor een grotere rol van mondhygiënisten in consultatiebureaus en jeugdcentra om dit te doorbreken en preventie bij jonge kinderen te bevorderen.

Mooie samenwerking elmex en mondhygiënisten

Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Deze samenwerking is een goed voorbeeld van de constructieve opstelling van NVM-mondhygiënisten die voortdurend de samenwerking opzoekt met diverse partijen in de mondzorg om de preventieve mondgezondheid te bevorderen. Tanmayi Jagadeesan, namens elmex: “Via deze campagne promoten we op een speelse manier het belang van een goede poetsroutine bij kinderen.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Stress

Na een traumagerichte behandeling bij mensen met PTSS en chronische pijnlijke TMD nemen pijnlijke TMD, waakbruxisme en slaapbruxisme af

Volgens een recent onderzoek door Wendy Knibbe, Ad de Jongh, Kübra Acar-Ceylan, Zahra Al Hamami, Corine M. Visscher en Frank Lobbezoo kan een traumagerichte behandeling voor PTSS positieve effecten hebben op chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme.

Posttraumatische stressstoornis

Na confrontatie met één of meer ernstige bedreigende gebeurtenissen kunnen personen een psychische aandoening ontwikkelen die posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt genoemd. Symptomen van PTSS omvatten: zich opdringende verontrustende herinneringen of nachtmerries; het vermijden van alles was verband kan houden met de traumatische gebeurtenis; negatieve veranderingen in cognities en stemming; en veranderingen in arousal en reactiviteit. PTSS gaat relatief vaak samen met chronische pijn, waaronder chronische pijnlijke temporomandibulaire disfunctie (TMD).

Pijnlijke TMD en bruxisme

TMD is een verzamelnaam voor aandoeningen die de kaakgewrichten, kauwspieren en bijbehorende weefsels betreffen. TMD hoeft niet gepaard te gaan met pijn, maar pijn is wel het meest voorkomende symptoom. Naast tandheelkundige pijn is TMD-pijn één van de belangrijkste oorzaken van pijn in het orofaciale gebied. Net als pijnlijke TMD komt ook bruxisme vrij veel voor. TMD en bruxisme zijn tot op zekere hoogte aan elkaar gerelateerd. Er zijn twee vormen van bruxisme: waak- en slaapbruxisme. Waakbruxisme vindt plaats als de persoon wakker is, terwijl de kauwspieractiviteit bij slaapbruxisme gedurende de slaap aanwezig is. Zowel waak- als slaapbruxisme worden niet gezien als stoornis bij anderszins gezonde personen. De achtergrond van zowel pijnlijke TMD als van waak- en slaapbruxisme is multifactorieel, met een belangrijke rol voor psychosociale factoren. PTSS is één van die psychosociale factoren die een rol lijken te spelen in de etiologie van pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme. Hoewel ze dus relatief vaak samen voorkomen met PTSS, was niet eerder onderzocht wat dat betekent voor de behandeling van TMD, waak- en slaapbruxisme.

Onderzoek

In dit onderzoek was de hypothese dat chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme zouden afnemen na een op het trauma gerichte behandeling en dat deze afname zou aanhouden zes maanden na de behandeling. Er werd onderzoek gedaan onder een steekproef van personen met ernstige PTSS die waren verwezen voor traumagerichte behandeling bij een gespecialiseerd behandelcentrum voor psychotrauma. Naast de gebruikelijke diagnostische instrumenten voor PTSS vulden de deelnemers korte vragenlijsten in over chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme. De metingen vonden plaats voor de behandeling, een week na de behandeling en zes maanden na de behandeling.

De behandeling

De behandeling was een 4-8 dagen durende korte, intensieve, traumagerichte behandeling voor PTSS en bestond uit dagelijkse sessies van exposure therapie en eye movement desensitization and reprocessing (EMDR)-therapie. Bij exposure therapie worden de herinneringen aan traumatische ervaringen verwerkt door tot in detail de confrontatie aan te gaan met de traumatische herinnering(en), waardoor de angst voor deze herinnering afneemt. Bij EMDR-therapie vermindert de lading op nare herinneringsbeelden door het meest beladen herinneringsbeeld in gedachten te nemen en tegelijkertijd de aandacht te richten op het uitvoeren van een werkgeheugen-belastende taak, zoals het met de ogen volgen van de hand van de therapeut die vlak voor het gezicht heen en weer beweegt. Naast deze combinatie van evidence-based traumagerichte therapieën maakten lichaamsbeweging en voorlichting over PTSS deel uit van het behandelprogramma. Een reeks studies heeft aangetoond dat dit kortdurende intensieve behandelprogramma een effectieve behandeling voor PTSS is.

Resultaten

Er waren 98 deelnemers die naast PTSS ook chronische pijnlijke TMD rapporteerden (82 vrouwen van gemiddeld 38 jaar oud en 16 mannen van gemiddeld 45 jaar oud). In deze groep namen chronische pijnlijke TMD, pijnintensiteit, waak- en slaapbruxisme significant af na behandeling. Zes maanden na afloop van de behandeling was er op groepsniveau nog steeds sprake van een significante afname van chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme ten opzichte van voor de behandeling.

Conclusie

Deze studie is de eerste die er op wijst dat een traumagerichte behandeling voor PTSS kan bijdragen aan de vermindering van chronische pijnlijke TMD, waak- en slaapbruxisme bij patiënten met PTSS en chronische pijnlijke TMD. Deze resultaten wijzen er op dat een traumasensitieve benadering van patiënten die behandeling zoeken voor chronische pijnlijke TMD mogelijk verstandig is en dat het verwijzen van patiënten met comorbide PTSS voor traumagerichte behandeling een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn in het behandelplan.

The effects of trauma‐focused treatment on painful temporomandibular disorders, awake bruxism and sleep bruxism in patients with severe post‐traumatic stress disorder – Knibbe – Journal of Oral Rehabilitation – Wiley Online Library

𝐄𝐌𝐃𝐑 𝐞𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐞𝐡𝐚𝐧𝐝𝐞𝐥𝐞𝐧 𝐯𝐚𝐧 𝐤𝐚𝐚𝐤𝐤𝐥𝐚𝐜𝐡𝐭𝐞𝐧 𝐛𝐢𝐣 𝐩𝐚𝐭𝐢ë𝐧𝐭𝐞𝐧 𝐦𝐞𝐭 𝐞𝐧 𝐳𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐏𝐓𝐒𝐒

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z