Het percentage jeugd, volwassenen en 65-plussers dat aangeeft het afgelopen jaar een mondhygiënist te hebben bezocht neemt toe sinds 2014, aldus de vandaag verschenen Monitor Mondgezondheid van het RIVM. De toename in de periode 2014-2023 voor de jeugd (12 t/m 17 jaar) is gestegen van 17% naar 36%, voor volwassenen van 30% naar 47% en voor 65-plussers van 25% naar 44% (VZinfo.nl).
“Mooi dat de focus van mondzorg steeds meer op preventie ligt. We zien dat de publiekscampagnes van NVM-mondhygiënisten de bekendheid van mondhygiënisten en de preventieve mondzorg vergroot heeft bij het grote publiek.” aldus Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter van NVM-mondhygiënisten.
Gebit jeugd holt achteruit
Uit andere onderzoeken blijkt dat de mondzorg van de jeugd achteruit gaat. Het is zorgelijk dat van 2014 tot en met 2023 nagenoeg 15% van de jeugd jaarlijks een declaratie voor een restauratieve behandeling heeft (bron: VZinfo.nl). Het aantal declaraties geeft een indicatie van het percentage van de jeugd dat een behandeling voor cariës heeft gehad. Loes Velthoven-Verlinden: “We zien uit deze cijfers het bewijs dat preventieve mondzorg niet alleen van jongs af aan, maar ook tijdens de lagere en middelbare schooltijd intensiever ingezet moet worden. Deze cijfers moeten echt omlaag!. Dat is ook exact de reden waarom we het belangrijk vinden dat er mondzorgcoaches worden ingezet op het consultatiebureau. Leer ouders vanaf het doorbreken van de eerste tand goede gewoonten aan voor hun kinderen want voorkomen is echt veel beter dan genezen”.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/08/Preventiecampagje-jeugd-KNMT-400.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-10-23 17:01:062024-10-23 17:07:28Preventieve mondzorg in de lift, maar toestand gebit jeugd blijft zorgelijk
Tijdens het succesvolle NWVT Lustrumcongres op 12 oktober 2024 hebben de winnaars van de NWVT Masterscriptieprijs 2022-2023 hun prijs uitgereikt gekregen. De eerste prijs is toegekend aan Mina Hayawi (ACTA) met haar scriptie: “The prevalence of distal surface caries (DSC) in the mandibular second molar teeth in the presence of a partially emerged/impacted third molar in the Netherlands”.
Begeleiders: Dr. H.S. Brand, Dr. V. Tödtling en Dr. Z. Assy.
Prevalentie van distale cariëslaesies in tweede molaren
In deze scriptie is de prevalentie van distale cariëslaesies in tweede molaren, in de aanwezigheid van gedeeltelijk doorgebroken/geimpacteerde derde molaren in kaart gebracht. Bovendien is gekeken naar de invloed van de factoren parodontale status, DMFT-getal, geslacht en socio-economische status op het voorkomen van deze cariëslaesies. Dit heeft geleid tot een zeer goed leesbare scriptie met een duidelijke lijn waarin de lezer overtuigend meegenomen wordt. Tijdens een korte en interessante presentatie heeft de winnares, Mina Hayawi, haar scriptie toegelicht voor alle congresdeelnemers.
De 2e plaats is voor Raoul Schyns (ACTA) met zijn scriptie: “The content of routine oral examination in Dutch dental practice: clinical performance of general dental practitioners and implementation of clinical practice guidelines and management”.
Begeleiders: Prof. Dr. J.J. Bruers en Dr. T.G. Mettes.
3e prijswinnaar
De 3e prijswinnaar is Rik. F. Teunissen (Radboud UMC): “Clinical evaluation of wear of natural teeth opposing monolithic zirconia: a systematic review and meta-analysis”.
Begeleiders: Dr. N. Damyanov en Dr. T. Pereira-Cenci.
NWVT Masterscriptieprijs
Het stimuleren en onder de aandacht brengen van wetenschappelijk onderzoek, relevant voor de tandarts algemeen-practicus, is een van de doelstellingen van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen. Een van de manieren waarop de NWVT dit beoogt te doen is middels het uitreiken van de jaarlijkse NWVT Masterscriptieprijs. Masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud UMC) en Groningen (UMCG) dingen mee naar deze prijs. Per faculteit worden de drie meest geschikte scripties ingezonden. De inzendingen zijn door een vakjury beoordeeld op academische kwaliteit en relevantie voor de tandarts algemeen practicus.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/NWVT.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-23 11:21:432024-10-23 11:21:43NWVT Master Scriptieprijs 2023: Prevalentie van distale cariëslaesies in tweede molaren
In Nederland mijden meer dan 650.000 mensen een bezoek aan de tandarts, omdat ze bang zijn voor de kosten. Dat levert onwenselijke gezondheidsverschillen en onnodige gezondheidsschade op, zo stelt de beroepsvereniging van tandartsen KNMT. Die roept de Tweede Kamer daarom op om aan te dringen op een landelijke mondzorg-regeling voor financieel kwetsbare mensen.
Landelijke regeling voor financieel kwetsbare mensen
De regeling is wat de beroepsvereniging betreft een van een serie van maatregelen om de toegankelijkheid van de mondzorg voor financieel kwetsbare mensen te verbeteren. Andere initiatieven zijn pilots in 15 gemeenten om vergoeding van mondzorg via de gemeentepolis en bijzondere bijstand te optimaliseren en het opzetten van netwerken van tandartsen die lokaal noodhulp aan kwetsbare groepen (willen) geven. De KNMT geeft aan dat zij ook meewerkt aan voorlichting over mondzorg en de bekostiging daarvan aan mensen met een laag inkomen op haar patiëntenwebsite Allesoverhetgebit.nl.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/04/geld-400x230.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-23 10:25:492024-10-23 10:49:37KNMT pleit voor landelijke mondzorg-regeling voor minima
Een onervaren tandarts denkt dat hij elke patiënt en restauratie kan verbeteren, maar na verloop van tijd ziet hij zijn eigen restauraties ook mislukken. Dit leidt tot een groeiend besef dat zijn invloed op de patiënt niet altijd positief is geweest. Hierdoor wordt de tandarts met de jaren niet alleen voorzichtiger, maar ook bescheidener in het beoordelen van zijn eigen kunnen.
Verslag van de lezing van dr. Paul de Kok tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg
Hybris (hoogmoed)
Hoogmoed komt voor de val. Hoogmoed is ook iets wat vaak een rol speelt bij onervaren tandartsen. Vooral bij het uitvoeren van zeer uitgebreide, ingewikkelde behandelplannen is het belangrijk om een aantal cruciale dingen niet uit het oog te verliezen.
Patiëntgericht behandelplan
Met tandheelkundige kennis kan je een patiënt helaas niet veranderen. Soms dien je voor een eenvoudigere behandelstrategie te kiezen, om zo de patiënt te ontlasten. Je kan een nog zo mooie, vaste, minder invasieve, restauratie vervaardigen maar dit betekent niet dat de patiënt hier goed voor zal zorgen. Zaken om zeker rekening mee te houden zijn:
Leeftijd (cognitieve vaardigheid, speekselvloed);
Woonsituatie;
Mondhygiëne.
Krijg je op basis van deze gegevens niet de indruk dat de patiënt voor zijn voorziening kan zorgen? Zadel hem of haar hier dan niet mee op en kies voor een eenvoudiger alternatief, zoals een uitneembare prothese.
Slapende honden niet wakker maken
Er zijn tandheelkundige zaken die goed gaan zolang je ervan af blijft. Een tandarts moet in gevallen tegen de patiënt durven te zeggen dat een risico zo groot is, dat de betreffende tand beter niet aangeraakt kan worden. Dit kan bijvoorbeeld wanneer er geen pijnklacht is en de zorgvraag puur esthetisch is. Neemt de patiënt hier geen genoegen mee? Informeer deze dan van tevoren over alle mogelijke risico’s en gevolgen.
Materiaalkennis
We zijn de afgelopen jaren gedogmatiseerd met zo minimaal invasief mogelijk werken. Dat is terecht, omdat gezond tandweefsel te veel weggeslepen werd. Maar het heeft ook zijn keerzijde.
Ook zirkonia kan kapotgaan
Een zogenaamd ‘’onbreekbaar’’ materiaal kan ook mislukken als de fysische eigenschappen niet gerespecteerd worden. Bij bruggen die in een forse curve lopen is het belangrijk aandacht te besteden aan correcte afname.
Hoe meer de keramiek doorbuigt, hoe groter de kans dat het breekt. De breuk vindt niet plaats op de plek waar drukspanning (compressie) uitgeoefend wordt, de breuk begint namelijk op het oppervlak waar trekspanning (tensie) plaatsvindt. Dit komt doordat keramiek slechter tegen trekspanning kan.
Figuur: Keramiek op een buigbare ondergrond (dentine of composiet) is kwetsbaar.
Nu hebben we op het materiaal van de ondergrond weinig invloed, dit zal vaak buigbaar dentine zijn. Wel hebben we invloed op de dikte van de uitgewerkte keramiek in de vorm van afgenomen weefsel. Sterker nog, de dikte van de keramiek heeft een kwadratisch effect op de breuksterkte.
Composiet is onafhankelijk van de dikte. Dit materiaal werkt dus wel in dunnere diktes. Als je minimaal invasief wilt werken, is composiet een betere optie.
Facings zijn translucent
Facings zijn een mooie oplossing voor verkleurde tanden. Er moet erg veel aandacht besteed worden aan de kleurbepaling wanneer een enkele facing moet matchen met de buurelementen. Maar wanneer een enkele tand een voor een facing geïndiceerd is (bijvoorbeeld door genecrotiseerde pulpa), moet er rekening mee worden gehouden dat het onderliggende tandweefsel in de loop van het leven verder verkleurt. Er zijn dan 3 opties:
Restauratie vervangen;
Intern bleken;
Niets doen.
Voor veel patiënten zal niets doen geen optie zijn. De beste optie is dan intern bleken, er zal dan echter wel een terugval optreden. Als de patiënt dit niet ziet zitten, zal er voor een vervanging gekozen moeten worden. Als je nagaat welk materiaal opaak genoeg is om de verkleuring voorgoed te maskeren, kom je uit bij zirkonia. Dit betekent echter wel dat het element volledig omslepen zal moeten worden. Dit druist in tegen de principes van minimaal invasief prepareren maar dit voorkomt wel dat er om de paar jaar een nieuwe facing vervaardigd moet worden.
Mensenkennis
Social media
Het delen van je werk op social media brengt voordelen en nadelen met zich mee. De voordelen zijn een boost in je clientèle omdat mensen zich bewuster zijn van hun uiterlijk, ze weten je makkelijker te vinden en ze zijn bereid meer te betalen voor hun behandeling. Het nadeel is dat het verwachtingspatroon van patiënten ook anders wordt.
Dat veroorzaakt een botsing in de behandelaar-patiënt relatie, omdat een patiënt de expert is als het aankomt op zijn eigen uiterlijk. Je kan de instructies van de patiënt precies opvolgen als het aankomt op een cosmetische behandeling, maar dat betekent niet dat de patiënt zichzelf er dan goed uit vindt zien. We weten tenslotte ‘’beauty is in the eye of the beholder’’. Deze discussie zal je niet winnen.
Onverzadigbare patiënten
Hoe ga je dan om met patiënten waar je het niet mee eens kunt worden over de behaalde resultaten? In extreme gevallen is het helemaal zo gek nog niet om te vragen “Wat kost het mij om van u af te komen?”.
Voor lastige patiënten draait het vaak om geld. Een bod doen voor de voorwaarde dat hij of zij nooit meer een voet in de praktijk zet is dan een oplossing die overwogen moet worden. Het is vanzelfsprekend dat dit dient te fungeren als laatste redmiddel als al het andere heeft gefaald.
Afsluiting
In de tandheelkunde geldt: ervaring komt voort uit fouten. Dr. Paul de Kok herinnert ons aan de valkuil van hoogmoed en het belang van voldoende mensenkennis en materiaalkennis.
Dr. Paul de Kok heeft Tandheelkunde aan het ACTA gestudeerd, waar hij tevens is gepromoveerd op zijn onderzoek naar restauraties van composiet en glaskeramiek. Hij is erkend restauratief tandarts (NVVRT) op de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA), waar hij op verwijzing patiënten met restauratieve en esthetische problemen behandelt. Daarnaast is Paul verbonden aan de afdeling Materiaalkunde van het ACTA en heeft hij de afgelopen jaren als universitair docent lesgegeven in indirecte restauratieve tandheelkunde. Ook heeft hij meerdere inter(nationale) publicaties op zijn naam staan, is hij voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de American Academy of Fixed Prosthodontics en is hij reviewer voor het Journal of Prosthetic Dentistry. (Bron: ACTA)
Verslag van de lezing van dr. Paul de Kok, door Camil Chakir, tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg, georganiseerd door tandarts Jerry Baas.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/04/Ervaring-is-de-optelsom-van-je-fouten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-21 12:55:442024-10-09 11:27:58Ervaring is de optelsom van je fouten
Jolanda Gortzak, eigenaar van Oral-Vision, mondhygiëne kliniek in Amsterdam en onderzoeker maakte jaren geleden een tandenpoetsliedje als interventie dat nog steeds gezongen wordt in de sloppenwijken van Nairobi. Het liedje is onlangs ook opgenomen in een voorlichtingsvideo over mondgezondheid.
Voorlichting video’s mondzorg ( Engels en Swahili)
Waarom is een optimale mondhygiëne in ontwikkelingslanden noodzaak?
Mondhygiëne is een essentieel onderdeel van de algehele gezondheid en kan significante gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven. Door bewustzijn te creëren en toegang tot middelen te verbeteren, kunnen gemeenschappen gezonder worden en tandheelkundige problemen verminderen. Er is dan ook een groeiend bewustzijn van het belang van mondgezondheid als onderdeel van de algehele gezondheid. Internationale organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), benadrukken steeds meer het belang van geïntegreerde benaderingen voor het verbeteren van mondgezondheid in ontwikkelingslanden. Het verbeteren van de mondzorg in ontwikkelingslanden vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij gezondheid, educatie en lokale gemeenschapsbetrokkenheid centraal staan.
Welke uitdagingen beïnvloeden de mondgezondheid in Afrika?
Beperkte toegang tot zorg
In veel ontwikkelingslanden is er een tekort aan tandartsen en mondzorgfaciliteiten, vooral in plattelandsgebieden.
Financiële barrières
De kosten van tandheelkundige zorg kunnen voor veel mensen onbetaalbaar zijn.
Beperkte voorlichting
Er is vaak een gebrek aan kennis over mondgezondheid en preventieve maatregelen.
Infectieziekten
Veel ontwikkelingslanden hebben te maken met hoge percentages tandbederf en andere tandheelkundige aandoeningen, vaak als gevolg van slechte voeding en gebrek aan goede mondhygiëne.
Welke Initiatieven zijn er om de mondgezondheid in Afrika te verbeteren?
Preventieve programma’s
Uit de ervaring van de afgelopen jaren is gebleken, dat een preventief programma met betrekking tot de mondhygiëne zeer succesvol is bij kinderen. DDC Foundation (De Dutch Dental Care Foundation) richt zich hiermee dus vooral op de jeugd. Door het geven van voorlichting en instructie, aangepast aan de lokale omstandigheden, wordt geprobeerd de preventie te optimaliseren. De behandelingen van pijnklachten zijn voor de kinderen een verlichting. Kinderen, die pijn hebben, slapen en eten niet, gaan dan niet meer naar school en leren dus niet. De bevolking is dan ook erg blij met alle hulp en zorg.
Mobiele tandheelkundige klinieken
Deze klinieken reizen naar afgelegen gebieden om tandheelkundige zorg te bieden op scholen en aan mensen die anders geen toegang hebben tot tandheelkundige zorg. DDC Foundation zendt twee maal per jaar teams uit naar het zuidelijke deel van Kenia om tandheelkundige hulp te verlenen op scholen. Een team is samengesteld uit meerdere tandartsen, (preventie-)assistentes, mondhygiënisten, een kaakchirurg en ondersteuning. Iedereen die meegaat betaalt zijn eigen verblijf- en reiskosten.
Opleiding van lokale zorgverleners: Het opleiden van lokale gezondheidswerkers die in de basis kan helpen om de mondzorg te verbeteren en de toegankelijkheid te vergroten. DDC Foundation heeft twee klinieken waar COHO’s (Community Oral Health Officer) werken. Tegen een geringe vergoeding kan iedereen zich er laten behandelen. Community Oral Health Officers (COHO’s) , mannen en vrouwen die een basisopleiding tandheelkunde hebben afgerond. Zij krijgen de gelegenheid mee te werken in de scholen en kunnen zo ervaring opdoen, die zij weer kunnen toepassen in de twee klinieken.
Preventieve programma’s
Jolanda is verschillende keren mee geweest met de DDC Foundation naar Kenia om op scholen kinderen en docenten te behandelen en voorlichting te geven over een optimale mondgezondheid en het belang van goede hygiëne. Het viel haar op dat In Afrika altijd veel wordt gezongen en gedanst. Muziek wordt hier dan ook gezien als een illustratie van het belang van het menselijk leven, om mensen te verbinden en om het gemeenschapsgevoel te ondersteunen. Deze gedachtegoed meegenomen in het ontwikkelen van een interventie in de vorm van een simpel poetsinstructie liedje op de sound van: “vader Jacob” heeft ertoe geleid dat dit poetsliedje nu in de sloppenwijken van Nairobi wordt gezongen en de kinderen stimuleert om twee keer per dag hun tanden te gaan poetsen.
Voorlichtingsvideo
Alice Grasveld, collega mondhygiënist en eigenaar van de The Healthy Teeth Foundationheeft als droom dat ieder kind in de wereld naar school kan. Helaas heeft 80% van de kinderen in de sloppenwijken in Afrika en Azië last van tandbederf en kiespijn. Dit is een van de voornaamste redenen van schoolverzuim en bovendien heeft dit invloed op het zelfvertrouwen van een kind. Als kinderen kiespijn hebben, gaan ze niet naar school en dat is funest voor hun toekomst. Want scholing is de enige manier om uit de armoede te komen.
Nelson Mandela zei terecht: “Education is the most powerful weapon which you can use to change the world .”
Alice Grasveld heeft samen met filmmaker Eriss Khajira en de kinderen in de sloppenwijken van Nairobi een voorlichtingsvideo gemaakt. Het doel van deze video is te helpen om het bewustzijn onder kinderen en gemeenschaps- en familieleden te vergroten en hen voor te lichten over de mondzorg. Deze video, die zowel in het Engels als Swahili is opgenomen, kan nuttig zijn in gebieden waar de toegang tot tandheelkundige zorg slecht is of helemaal niet bestaat!
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/10/Voorlichtingsvideo-mondgezondheid-voor-Afrika-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-21 12:50:162024-10-09 10:57:04Voorlichtingsvideo mondgezondheid voor Afrika
Jaarlijks studeren veel mondhygiënisten af en starten met werken in een mondzorgpraktijk om dit vervolgens heel veel jaren te doen. Hoe hou je na al die jaren plezier in je werk? Hieronder de ervaringen van acht mondhygiënisten die in 1989 afstudeerden.
“Zoals een acteur op het podium voel ik me al klussend, pratend, verbindend en helpend één met mijn omgeving,” zegt Astrid Vos over haar werk als mondhygiënist. “Ik zou niets anders willen en hoop dit nog de nodige jaren te kunnen doen,” vervolgt ze.
Vos vertelt dat ze al bijna 35 jaar op dezelfde plek werkt, in een algemene praktijk, en dat ze met zekerheid kan zeggen dat ze aan de stoel bij haar patiënten het meest in haar element is. Zij is niet de enige die zich zo voelt. Ook Mascha Nieuwenstein, die met twee mede-eigenaren een grote eigen teampraktijk in Noordwijk heeft, vindt het werk juist door de mensen zo leuk. “Ik werk nog steeds met veel plezier omdat ik mensen leuk vind. Ik zeg altijd: ‘In werken gaat een heleboel tijd zitten, dus we kunnen er maar beter iets goeds van maken.'”
Zwaar en onplezierig
Plezierig is het werk niet altijd. Yvonne Buunk-Werkhoven, mondhygiënist en psycholoog, vertelt dat de aard van het werk haar altijd plezier heeft gebracht. Denk aan patiëntenzorg, studenten opleiden, voorlichting geven en onderzoek doen onder verschillende populaties in diverse landen, professionals begeleiden, lezingen geven en publiceren. “Echter, de context waarin dit alles plaatsvond, vond ik vaak minder plezierig,” sluit ze af.
Dat het werk ‘zwaar’ is, geeft ook Elice van Berkel, een mondhygiënist die inmiddels met pensioen is, aan. “Het werken met mensen ligt mij helemaal! Aan de stoel even een praatje, de eerste keer de voorlichting en dan hard werken in de mond. Na 8 patiënten op een dag waren mij handen belast. Maar als de patiënt bij de volgende bezoeken resultaat boekt, geeft dat veel voldoening,” vertelt zij. Ilonka Westgeest, al bijna 30 jaar werkzaam als mondhygiënist bij een gezamenlijke tandartsenpraktijk in Nijmegen, heeft in verschillende praktijken gewerkt, onder andere in de parodontologie, maar ook altijd in de algemene praktijk. “De ontmoeting met mensen en hen en de volgende generatie zo lang mogen behandelen, is het leukste!”
De mensen maken het leuk
Marjan de Boer heeft 35 jaar gewerkt als mondhygiënist op verschillende plekken en is tot de conclusie gekomen dat het werk an sich niet zo spannend is. “De mensen maken het leuk. De verbinding die je maakt met je patiënten/cliënten is wat voor mij het vak écht leuk maakt.
Ik zou het vak fysiek en mentaal niet meer full-time willen uitvoeren, dit heeft vooral te maken met externe factoren als bedrijfsorganisaties en invloed van verzekeringen. Momenteel werk ik in de ouderzorg. Daar haal ik mijn voldoening niet uit een perfecte behandeling, aangezien dit bij deze doelgroep nauwelijks haalbaar is. Als het wél goed lukt is dat een mooie bonus. Het werkplezier is nu belangrijk: goed contact met de verpleging/verzorging en kijken naar het comfort van de cliënt. Als daar een wederzijdse glimlach bij komt kijken? Ja dan is de dag geslaagd!”
Creatieve heruitvinding
“In het begin van mijn carrière lag de nadruk sterk op het behalen van goede behandelresultaten (Paropraktijk Utrecht) en kennis/kunde vergaren (onderzoeksteam ACTA)”, vertelt Esther Reyerse. Zij werkt nu als mondhygiënist in een algemene praktijk op Curaçao. “Al snel ontdekte ik dat het contact met patiënten minstens zo belangrijk is, zo niet belangrijker. Op Curaçao, komen 64 verschillende nationaliteiten samen. Deze diversiteit brengt variërende kennisniveaus met zich mee en uiteenlopende manieren van communiceren. Maar ik had ik het gevoel dat ik een bepaalde vorm van creativiteit miste in het vak. Een bore-out? Tijdens mijn zoektocht naar een creatievere invulling van mijn vak heb ik – naast het werk in de algemene praktijk op Curaçao praktijkgericht onderzoek uitgevoerd met mijn vriendin en collega Yvonne Buunk-Werkhoven, was ik actief op social media, begeleidde ik stagiaires en schreef ik een tweemaandelijkse column in de lokale Amigoe-krant. Tegenwoordig uit ik mijn creativiteit vooral door te werken met klei, keramiek, polymeer en door kunst te maken. Deze creatieve heruitvinding heeft mijn huidige werkplezier vergroot en mij geholpen om een diepere connectie met zowel mijn werk als de mensen om mij heen te vinden.”
Samenwerking
Nila Munesar groeide op in Suriname en volgde in Nederland de opleiding Mondhygiëne. Ze werkte 35 jaar met plezier als mondhygiënist en is inmiddels gepensioneerd. “De laatste jaren werkte ik in het ziekenhuis en had patiënten die bij de kaakchirurgen behandeld werden. Het was heel prettig om samen te werken met de kaakchirurgen. Ik kreeg vaak complimenten en werd regelmatig om advies gevraagd. Ook waren er veel blije, tevreden patiënten die met een mooie bos bloemen of een cadeau kwamen. Dit gaf mij voldoening en eer van mijn werk en ook het gevoeld dat zij vertrouwen in mij hadden. Op mijn laatste werkdag voor mijn pensionering was het zowel voor de kaakchirurgen, patiënten als voor mij heel moeilijk om afscheid te nemen en vloeiden er veel tranen.”
Foto: Reünie cohort MH ’87-’89 te Utrecht, het laatste cohort dat nog samen met tandheelkunde is gestart voordat de tandartsenopleiding in het ‘ponskaart’gebouw stopte en de opleiding tot mondhygiënist zich onder de HU-vlag voortzette.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/09/vertellen-2.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-21 12:35:052024-10-09 11:30:50Na ongeveer ruim 30 jaar nog steeds plezierig werken. Acht mondhygiënisten vertellen hoe zij dit doen
Meer dan twee jaar geleden startten mondhygiënisten Silvia Van Hagen en Lieneke Steverink-Jorna op twee consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl. Lieneke zocht al sinds 2011 een manier om samen te werken met het consultatiebureau. Zij zocht de samenwerking op met Regionaal Overleg Mondzorg Achterhoek. Hierbij zijn onder andere de GGD Noord -en- Oost Gelderland en Yunio betrokken.
Om voor een wetenschappelijke inslag te zorgen, werd de methode Uitblinkers gevraagd. De zorgverzekeraars kregen zij hierna ook mee. Ook besloot Gemeente Doetinchem na een motie de tandheelkundige preventie voor kinderen te garanderen en kon het project daadwerkelijk uitgerold worden.
Evaluatie
Na twee jaar werd de pilot geëvalueerd door Evaluatiebureau Publieke Gezondheid met als opdrachtgever Gemeente Doetinchem. Een korte samenvatting:
In november 2020 startte de gemeente Doetinchem de pilot “Elke peuter- en kleutermond gezond!” om de mondzorg voor kinderen toegankelijker te maken. Hoewel mondzorg voor kinderen vergoed wordt via de basisverzekering, bleek dat 16-36% van de kinderen geen preventieve mondzorg had ontvangen. Het doel van de pilot was om dit percentage te verminderen door mondhygiënisten in te zetten op consultatiebureaus.
Doelen
De pilot had vier hoofddoelen:
1. Het bereik van kinderen voor mondzorg vergroten.
2. Ouders bewust maken van het belang van goede mondzorg.
3. Gedragsverandering bevorderen, zoals tandenpoetsen en het vermijden van gezoete dranken.
4. Ouders ondersteunen bij mondzorgopvoeding met de Uitblinkers methodiek.
Uitvoering
Twee mondhygiënisten waren tussen april 2022 en juni 2024 op consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl aanwezig. Ouders werden uitgenodigd om een mondzorgconsult te bezoeken. Tijdens het consult werden kinderen geïnspecteerd, tandenpoetsen werd gedemonstreerd, en zo nodig werd doorverwezen naar een mondzorgpraktijk. De Uitblinkers methodiek werd gebruikt om barrières voor tandenpoetsen bij ouders te identificeren en weg te nemen.
Resultaten
866 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bezochten de mondhygiënist.
Bij 49 kinderen werd actieve of behandelde cariës gevonden.
606 adviezen over tandenpoetsen en 248 adviezen over speengebruik werden gegeven.
Meer dan de helft van de kinderen die de mondhygiënist bezochten, gingen later ook naar de tandarts.
Waardering
De betrokken zorgprofessionals en ouders waren zeer positief over de pilot. Ouders waardeerden het consult bij de mondhygiënist met een gemiddelde score van 8,8, en 94% van de ouders vond de adviezen bruikbaar. De laagdrempelige aanpak op het consultatiebureau en de speelse manier van tandenpoetsen werden als positieve punten genoemd.
Conclusie
De pilot toont aan dat mondhygiënisten op consultatiebureaus effectief zijn in het vergroten van het bereik van kinderen voor mondzorg. Er wordt geadviseerd om deze werkwijze voort te zetten en uit te breiden naar andere gemeenten, met een focus op samenwerking tussen consultatiebureaus en mondhygiënisten.
Dit project laat zien hoe preventieve mondzorg een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen van mondgezondheid bij jonge kinderen, door ouders op een laagdrempelige manier te betrekken bij de zorg voor het gebit van hun kinderen.
Vervolg
De twee mondhygiënisten gaan door met hun project en hopen dat binnenkort de landelijke betaaltitel komt. Yunio (Jeugdgezondheidzorg door de hele regio) wenst namelijk op meerdere van haar consultatiebureaus de inzet van mondhygiënisten. Dit kan alleen als VWS hiertoe besluit. Waarschijnlijk zal dit rapport, naast het onderzoek van Gezonde Peutermonden, daartoe een zetje kunnen geven.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/10/Lieneke-Stevrink-Jorna-Evaluatie-Elke-Peuter-en-Kleutermond-Gezond-zeer-positief.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-10-21 10:57:402024-10-21 16:21:26Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief
Het nieuwe jaar staat voor de deur en in 2025 zijn er een paar veranderingen die mogelijk je werk beïnvloeden. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in samenwerking met de KNMT, het ministerie van VWS en andere betrokken partijen enkele nieuwe regels vastgesteld. Deze moeten niet alleen de kwaliteit van de zorg verbeteren, maar ook enkele administratieve lasten verlichten. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen die je moet weten.
Hogere tarieven voor mondzorg
Allereerst een wijziging die met name invloed heeft op de patiënten. De tarieven voor mondzorg gaan in 2025 opnieuw omhoog. Zo gaat het tarief voor tandheelkundige prestaties met 7,8% omhoog en voor implantologie met 6,6%.
Voor orthodontie geldt een verhoging van 3,9%, al volgen enkele specifieke behandelingen de hogere tandheelkundige tarieven van 7,8%. Deze hogere tarieven hebben direct invloed op wat je je patiënten in rekening brengt en wat zij uit eigen zak moeten betalen als hun verzekering niet alles dekt. Zodoende heeft het mogelijk effect op de keuzes die zij maken bij behandelingen.
Offerteplicht bij behandelingen boven € 500
Vanaf 2025 is het verplicht dat patiënten bij behandelingen boven de € 500 vooraf een offerte krijgen. Dit mag zowel schriftelijk als digitaal. Voorheen gold deze verplichting al bij behandelingen boven € 250,-. Bij bedragen tussen € 250 en € 500 is een mondelinge vermelding voldoende.
Als een patiënt vaker duurdere behandelingen nodig heeft, is het verstandig om hen een aanvullende tandartsverzekering aan te raden. Aangezien de dekking hiervan per zorgverzekeraar sterk kan verschillen, is het wel verstandig dat zij hun zorgverzekering vergelijken bij verschillende aanbieders. Zo vinden zij iets dat goed aansluit bij hun zorgbehoeften.
Vergoeding voor mondzorg aan huis
In sommige gevallen is het voor patiënten niet mogelijk om naar de praktijk te komen. De beroepsorganisatie van tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen in Nederland (KNMT) maakte zich daarom de afgelopen jaren sterk voor vergoeding van tandheelkundige zorg aan huis.
De NZa heeft besloten om dit vanaf 2025 mogelijk te maken. Het toevoegen van de code C023 (Toeslag Specifieke mondzorg aan huis) aan tariefstructuur zorgt ervoor dat tandartsen een vergoeding kunnen krijgen voor de extra tijd en materialen die hiervoor nodig zijn.
Duidelijker onderscheid tussen codes R79 en R24
Behandelcode R79 (over het plaatsen van een facing) leidde nogal eens tot misverstanden tussen zorgverzekeraars en mondzorgprofessionals. Hierom is de omschrijving aangepast van Schildje van keramiek of kunststof, met preparatie inclusief noodvoorziening naar Indirecte facing. Daarnaast is de puntwaarde verhoogd van 20 naar 44 punten.
Om onduidelijkheid met R24 te voorkomen is ook deze omschrijving iets aangepast. Dit wordt nu Kroon op natuurlijk element. De exacte omschrijvingen van alle behandelcodes zijn te vinden in de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg.
Nieuwe code voor uitgebreid intake consult voor endodontologie
Er is een nieuwe prestatiecode (E05) voor een langer intakegesprek voor complexe wortelkanaalbehandelingen. Dit verlengde consult duurt 30 minuten en is toegevoegd na overleg met de beroepsgroep. In het verleden werd hiervoor C28 gebruikt, maar door een andere omschrijving is deze niet meer van toepassing op deze situatie.
Klaar voor het nieuwe jaar
Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van alle belangrijke veranderingen voor het nieuwe jaar. Zo voorkom je vervelende administratieve problemen en blijf je ook in 2025 je patiënten de best mogelijke zorg bieden.
In 2022 waren er in de Nederlandse huisartsenpraktijken bijna 1,2 miljoen mensen bekend met diabetes, waarvan 108.100 met diabetes type 1 en 1.064.800 met diabetes type 2. Het aantal mensen met diabetes type 2 is langzaam gestegen in de periode 2011 – 2022. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel.
Mensen met diabetes ook vaak andere aandoeningen, zoals beschadigingen aan het netvlies in het oog.
Diabetes
Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuiker niet meer regelen. Dat gebeurt bij gezonde mensen heel precies met het hormoon insuline. Diabetes type 1 en diabetes type 2 hebben allebei te maken met insuline en bloedsuiker, maar zijn heel verschillend. Mensen met diabetes type 1 maken zelf te weinig insuline aan doordat het afweersysteem de cellen die insuline aanmaken afbreekt. Bij diabetes type 2 is het lichaam minder gevoelig geworden voor insuline en kan er te weinig insuline aangemaakt worden.
Toename van aantal mensen met diabetes type 2
Van 2011 tot 2022 is er een lichte stijging te zien in het aantal mensen met diabetes type 2. Volgens het Nivel komt dit waarschijnlijk door de toenemende vergrijzing. Het aantal mensen met diabetes type 1 is over deze periode nagenoeg gelijk gebleven.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen de diagnose diabetes krijgen is sinds 2011 licht gedaald, maar lijkt zich nu te stabiliseren. Voor diabetes type 1 wordt de diagnose op een gemiddelde leeftijd van 32 jaar gesteld en voor type 2 op 60 jaar.
Mensen met diabetes hebben vaker beschadigingen aan de ogen
Mensen met diabetes 1 hebben vaker oogaandoeningen en aandoeningen van de urinewegen dan bij de algemene bevolking. Mensen met diabetes 2 komen vooral stofwisselingsziekten, aandoeningen van het bloed en de urinewegen en hart- en vaatziekten vaker voor dan bij de algemene bevolking.
Bron:
Nivel onderzoek, in opdracht van het Diabetes Fonds.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/06/diabetespatiënten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-17 09:00:262024-10-02 10:21:35Nivel onderzoek: Bijna 1,2 miljoen mensen met diabetes in Nederland
Dilyana Joffe-Sokolova, tandarts bij Tandartspraktijk Steenwijkerdiep, was geselecteerd als één van de 100 tandartsen wereldwijd om een bijzondere klinische behandel casus te presenteren tijdens het prestigieuze IFEA World Endodontic Congress.
Dit wereldcongres, dat elke twee jaar plaatsvindt en afgelopen week werd gehouden in Glasgow (Verenigd Koninkrijk), brengt van over de hele wereld specialisten op het gebied van wortelkanaalbehandelingen (Endodontologie) samen.
Casus uitzonderlijk complexe wortelkanaalbehandeling
De casus van Dilyana, een uitzonderlijk complexe wortelkanaalbehandeling, werd uit honderden inzendingen gekozen voor een posterpresentatie. Haar presentatie benadrukte niet alleen haar vakbekwaamheid, maar ook haar toewijding aan innovatie en patiëntenzorg binnen de endodontologie.
Momenteel volgt Dilyana Joffe-Sokolova een masteropleiding in de endodontologie, waarmee zij zich verder specialiseert in geavanceerde wortelkanaalbehandelingen. Haar selectie voor dit wereldcongres onderstreept haar expertise en het hoge niveau van haar klinische vaardigheden.
Onlangs werd het onderzoek van de Nederlandse tandarts Hassan Zadeh Masoud gepubliceerd in de Journal of Clinical Advances in Dentistry. Dit onderzoek richt zich op het onderscheiden van twee typen lijnen in tandglazuur: traditionele craze lines en een nieuw geïdentificeerd type, interne craze lines. Het doel is om de diagnostische nauwkeurigheid te verbeteren en de klinische en esthetische implicaties van deze lijnen beter te begrijpen.
Belangrijkste bevindingen
Traditionele craze lines strekken zich uit van de dentine-glazuurgrens (DEJ) tot aan het glazuuroppervlak en kunnen bevlekt raken, wat ze zichtbaar maakt.
Interne craze lines beginnen ook bij de DEJ, maar eindigen halverwege het glazuur en zijn niet vatbaar voor vlekken.
Dit onderscheid is klinisch van belang omdat interne craze lines een ander karakter vertonen en mogelijk wijzen op onderliggende structurele kwetsbaarheden. Met moderne vergroottechnieken in de tandheelkunde kunnen deze lijnen nauwkeuriger worden geïdentificeerd, wat essentieel is voor een betrouwbare diagnose.
Esthetische implicaties: In de esthetische tandheelkunde vormen traditionele craze lines vaak een cosmetisch probleem door vlekvorming. Ze zijn echter relatief eenvoudig te behandelen door reiniging of het maskeren van de vlekken. Interne craze lines daarentegen zijn moeilijker te behandelen omdat ze dieper in het glazuur liggen en niet zichtbaar bevlekt worden. Dit maakt het esthetisch maskeren van deze lijnen uitdagender, omdat het vaak meer tandweefsel vereist om ze te verwijderen of te verbergen. Voor een succesvolle minimale interventie is het cruciaal om deze lijnen te herkennen, zodat de esthetische verbetering kan worden afgewogen tegen het behoud van de tandstructuur.
Dit onderscheid in craze lines is essentieel voor het maken van weloverwogen keuzes in zowel diagnostische als esthetische tandheelkundige behandelingen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/10/Onderzoek-onderscheid-van-twee-typen-lijnen-in-tandglazuur-voor-verbetering-diagnostiek.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-15 09:00:252024-10-15 11:40:23Onderzoek: onderscheid van twee typen lijnen in tandglazuur voor verbetering diagnostiek
De NWVT Hamer-Duyvenszprijs 2023 is op 12 oktober 2024 uitgereikt aan dr. Jelte Hofsteenge voor zijn proefschrift: Considerations for long-term clinical performance of partial restorations: exploring the pathway to success. In de samenvatting is een aanbeveling opgenomen voor de algemene praktijk over directe en indirecte restauraties.
De Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen (NWVT) kent eenmaal per jaar een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT Hamer-Duyvensz prijs commissie, als beste van dat jaar is beoordeeld.
Deze onderscheiding draagt de naam NWVT Hamer-Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.
Dr. Jelte Hofsteenge heeft zijn onderzoek verricht bij RU Groningen. Promotoren waren dr. M.M.M. Gresnigt, prof.dr. M.S. Cune, prof.dr. M. Özcan
Jelte Hofsteenge heeft de Hamer-Duyvensz prijs 2023 verdiend, omdat het proefschrift als beste is beoordeeld, zowel in kwaliteit van het onderzoek, opzet, uitvoering en impact voor de algemeen practicus. Zowel in de literatuur als in vitro studies werd naar breuk risico van partiele restauraties gekeken in premolaren en molaren. De preparatievorm als mede de gevolgde techniek (directe versus indirecte restauratie) en verschillende restauratie materialen werden daarbij vergeleken. In het laatste deel van het proefschrift werden ook de 15-jaars resultaten beschreven van een gerandomiseerde studie in vivo. Een dergelijk lange follow-up is zeldzaam en geeft duidelijk richting aan klinisch handelen.
Directe composiet restauratie in kleine restauraties
In de samenvatting volgt dan ook een duidelijke aanbeveling voor de algemene praktijk. Een directe composiet restauratie geeft goede resultaten in relatief kleine restauraties. Indien het grote restauraties betreft waarbij de polymerisatie krimp mogelijk niet volledig opgevangen kan worden is een indirecte restauratie een goed alternatief. Als materiaal kan dan worden gekozen voor indirecte composiet restauratie of een lithium disilicaat restauratie. De gekozen hecht techniek om deze indirecte restauratie te hechten aan de tand is dan afhankelijk van de onderlaag, glazuur of dentine.
De opgesomde conclusies en aanbevelingen kunnen een leidraad zijn voor het maken van een keuze in dagelijkse praktijk.
Lees hier het gehele onderzoek: Considerations for long-term clinical performance of partial restorations: exploring the pathway to success.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/08/NWVT.jpg196243anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-10-14 11:56:302024-10-14 11:56:30NWVT Hamer-Duyvenszprijs voor proefschrift dr. Jelte Hofsteenge
Op 8 november heeft dentalinfo.nl weer een stand op het najaarscongres van NVM-mondhygiënisten. Voor ons als redactie is het altijd leuk om met jullie in gesprek te gaan. We halen er vaak heel inspirerende interviews uit. Wil jij graag een diepgaand gesprek aangaan met een collega? Of heb jij iets wereldkundig te maken? Laat het ons weten!
In contact brengen
We willen graag deze ervaring doorgeven. We zouden het geweldig vinden als we meer mondhygiënisten (en anderen) met elkaar in contact kunnen brengen. Zo bouw je een netwerk op waar je in de praktijk echt iets aan hebt.
Wat gaan we doen?
Wat wij concreet gaan doen is bij onze stand twee zitplaatsen creëren waarmee jij met een nog relatief onbekende in gesprek gaat. We zullen je hierin begeleiden door vragenkaartjes te maken. We zullen dit gesprek opnemen, uitwerken en online plaatsen zodat de inspiratie als een olievlek gaat werken.
Doe je mee?
Wil jij graag een diepgaand gesprek aangaan met een collega? Of heb jij iets wereldkundig te maken? Of wil jij altijd al heel graag iemand spreken maar heb je net dat steuntje nodig? Laat het ons weten en wij regelen het voor je!
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/10/Oproep-Met-wie-wil-jij-een-koffietje-doen-400.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-10-14 11:40:212024-10-14 12:43:59Oproep: Met wie wil jij een koffietje doen?
Kwetsbare ouderen hebben vaak een meer gecompliceerde zorgbehoefte en juist daarom is goede dagelijkse mondverzorging van cruciaal belang. Tandarts Arie Hoeksema, met jarenlange ervaring in mondzorg voor deze groep, bundelde zijn krachten met Judith de Haan, een mondzorgkunde-student aan de Hanzehogeschool Groningen. Samen ontwikkelden ze het Mondzorgprotocol Kwetsbaar. We praten met hen over het belang van goede mondzorg voor kwetsbare ouderen en hoe hun protocol de zorg voor deze groep aanzienlijk kan verbeteren.
Arie, waarom heeft u zich gespecialiseerd in mondzorg voor kwetsbare ouderen?
“Eigenlijk ben ik bij toeval in dit vakgebied terechtgekomen. Tijdens mijn opleiding werd nauwelijks aandacht besteed aan de specifieke zorgbehoeften van oudere patiënten. Mijn eerste bezoek aan een verpleeghuis in 1991 was dan ook een echte eyeopener. Mondzorg verlenen op een keukenstoel is namelijk iets heel anders dan werken in een traditionele praktijk en de omgang met deze patiënten vroeg om een totaal andere benadering. Zo gebeurde het eens dat ik iemand met kiespijn wilde helpen, maar onverwachts werd mijn bril van mijn gezicht geslagen. Maar wat me vooral raakte, was het aantal mensen in het verpleeghuis met een slecht gebit. Dit motiveerde me om me juist op deze kwetsbare groep te richten. Met de toenemende vergrijzing in Nederland is het belangrijker dan ooit om goede mondzorg voor ouderen te waarborgen. In onze praktijk is nu al een kwart van de patiënten 65 jaar of ouder. Voor deze groep is goede mondhygiëne cruciaal, omdat een slecht gebit relaties heeft met diverse andere gezondheidsproblemen zoals reuma, COPD, Diabetes Mellitus type II en hart- en vaatafwijkingen. De afgelopen dertig jaar is het mijn drijfveer geweest om binnen de mondzorg hier meer bewustzijn voor te creëren.”
Judith, wat heeft jou geïnspireerd om een protocol op te stellen voor kwetsbare ouderen?
“Tijdens mijn stage bij Mondzorgcentrum Winschoten ging ik ook met Arie mee naar verpleeghuizen. Daar ontdekte ik direct hoe groot de impact van gebitsproblemen kan zijn op de levenskwaliteit van kwetsbare ouderen. Als onderdeel van mijn stage kreeg ik de opdracht om een protocol op te stellen. Geïnspireerd door mijn ervaringen in het verpleeghuis besloot ik een protocol te ontwikkelen dat specifiek gericht is op de behoeften van kwetsbare ouderen. Door een preventieplan op maat voor deze groep op te zetten, kunnen we hun mondgezondheid verbeteren en daarmee hun algehele levenskwaliteit verhogen.”
Op wie richt het Mondzorgprotocol Kwetsbaar zich specifiek?
Arie: “Uit een onderzoek in 2016 bleek dat maar liefst 80% van de ouderen in verpleeghuizen gebitsproblemen heeft. Dit varieert van tandvleesproblemen en gebroken tanden tot protheses die niet goed passen. Dit zette me aan het denken over de oorzaken van deze problemen. Wat bleek, is dat de gebitsproblemen vaak niet het gevolg zijn van tekortkomingen in de mondzorg binnen het verpleeghuis, maar dat veel van deze mensen al met een slecht gebit aankwamen. Vanaf de leeftijd van 65 zien we twee groepen: een groep ouderen die hun mondgezondheid goed kan onderhouden en een andere groep die door bijvoorbeeld fysieke klachten niet meer in staat is om hun gebit goed te verzorgen of regelmatig naar de tandarts te gaan. Het is daarom cruciaal om deze mensen te bereiken voordat ze in een verpleeghuis terechtkomen, omdat het daar vaak misgaat.”
Judith: “Daarom richt het Mondzorgprotocol Kwetsbaar zich specifiek op 65-plussers die nog thuis wonen, maar al moeite hebben om hun gebit in goede conditie te houden. Kwetsbaar is een breed begrip dat zich op verschillende manieren kan uiten—fysiek, cognitief, sociaal en psychisch. Elk van deze aspecten heeft specifieke kenmerken die de kwetsbaarheid van ouderen in de tandartspraktijk zichtbaar maken.”
Wat is er opgenomen in het Mondzorgprotocol Kwetsbaar?
Judith: “De adviezen in het protocol zijn gebaseerd op het Basisadvies Cariëspreventie, de klinische praktijkrichtlijnen voor Xerostomie en hyposialie gerelateerd aan medicatie en polyfarmacie en de richtlijnen voor wortelcariës bij kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen. Het Mondzorgprotocol voor kwetsbare ouderen legt de nadruk op regelmatige tandartscontroles en het up-to-date houden van medicatieoverzichten. Daarbij letten we op klachten zoals een droge mond en op specifieke mondproblemen zoals cariës en parodontale aandoeningen. Wat mondhygiëne betreft, adviseren we om tweemaal daags te poetsen met fluoridehoudende tandpasta, eventueel aangevuld met interdentale reiniging. Bij wortelcariës of een droge mond door medicatie raden we een tandpasta met een hogere fluorideconcentratie aan, soms in combinatie met professionele behandelingen.
Daarnaast geven we voedingsadviezen, zoals het beperken van eetmomenten tot zeven keer per dag en het vermijden van zure producten vlak voor of na het poetsen. Voor patiënten met een droge mond kunnen speekselsubstituten en stimulanten nuttig zijn. Bij wortelcariës adviseren we regelmatiger radiologische controles. Als iemand een prothese draagt, is het belangrijk deze dagelijks schoon te maken met een zachte borstel en vloeibare zeep en ’s nachts droog te bewaren.”
Voor kwetsbare ouderen die bijvoorbeeld vergeetachtig zijn of door reuma moeite hebben met het zelf poetsen, spelen mantelzorgers, partners of thuiszorg een cruciale rol. Hoe worden zij betrokken bij de uitvoering van het protocol?
Judith: “Mantelzorgers, partners of thuiszorgverleners zijn essentieel in de mondzorg voor kwetsbare ouderen. Zij zijn vaak dagelijks bij de patiënt aanwezig en kunnen helpen met poetsen of herinneren aan mondzorgactiviteiten. Bijvoorbeeld bij ouderen met dementie, is het makkelijk om dagelijkse routines zoals tandenpoetsen te vergeten, waardoor de steun van een mantelzorger van groot belang is. Bovendien kunnen zij signalen zoals pijn of ongemak opvangen die de patiënt zelf misschien niet kan aangeven. Daarom betrekken we hen actief bij het behandelplan en voorzien we hen van duidelijke, schriftelijke instructies.”
Arie, hoe ga je het Mondzorgprotocol Kwetsbaar implementeren binnen jouw praktijk?
“We hebben hiervoor een aantal stappen gepland. Allereerst zullen we het preventieplan aan ons gehele team presenteren, zodat iedereen op de hoogte is van de inhoud en doelstellingen. We zorgen ervoor dat het plan grondig wordt besproken, zodat alle teamleden begrijpen hoe ze de adviezen in de praktijk kunnen toepassen. Daarna drukken we het plan af en plaatsen we het op een zichtbare locatie in de praktijk, zodat het altijd beschikbaar is voor alle medewerkers. Deze aanpak helpt ons niet alleen om een uniforme benadering van mondzorg te waarborgen, maar ook om de kwaliteit van zorg voor onze oudere patiënten te verbeteren. Het Mondzorgprotocol Kwetsbaar is een uitstekend voorbeeld van hoe je kwetsbare ouderen mondzorg op maat kunt bieden. Ik hoop dan ook dat het als inspiratie kan dienen voor andere tandartspraktijken, zodat ook zij gaan nadenken over hoe ze de beste mondzorg voor deze groep kunnen bieden.”
Wat zou volgens jou, Arie, de volgende stap moeten zijn?
“Ik richt me nu al ruim dertig jaar op de zorg voor kwetsbare ouderen en ben blij te zien dat er de laatste vijf jaar aanzienlijke verbeteringen zijn geweest. Een positief voorbeeld hiervan is dat ouderen in verpleeghuizen tegenwoordig steeds vaker ragers gebruiken om hun gebit schoon te houden. Deze vooruitgang is mede te danken aan de inzet van mondhygiënisten, die een belangrijke rol spelen door het bevorderen van betere mondhygiënepraktijken en door educatie en ondersteuning te bieden aan zowel ouderen als hun verzorgers. Ook is het een mooie ontwikkeling dat studenten zoals Judith tijdens hun opleiding al aandacht krijgen voor deze specifieke doelgroep. Toch blijft er ruimte voor verdere verbetering.”
“Het Mondzorgprotocol Kwetsbaar biedt een solide basis, maar het is een eerste stap. Het is cruciaal dat wij als tandartsen beter in kaart brengen wie onze kwetsbare patiënten zijn en wat hun situatie precies inhoudt.”
Voor patiënten boven de 65 jaar moeten we niet alleen kijken naar de status van hun gebit en medicatieoverzicht, maar ook naar de praktische implicaties daarvan. Bijvoorbeeld, als een patiënt eerst met een stok komt en zes maanden later met een rollator, kan dit wijzen op een achteruitgang in mobiliteit. Als deze patiënt vervolgens helemaal niet meer naar de controle komt, kan dat betekenen dat het moeilijker voor hen is geworden om het huis uit te gaan. In zulke gevallen is het belangrijk om alert te blijven. Een huisbezoek kan dan een goede optie zijn. Gelukkig is er nu naast de bekende toeslag voor huisbezoek (C020) een nieuwe toeslagprestatie (C023) die ook thuisbehandeling beter financieel mogelijk maakt, wat een belangrijke stap is om ervoor te zorgen dat ook ouderen met verminderde mobiliteit de mondzorg van hun eigen ‘vertrouwde’ tandarts krijgen die ze nodig hebben. Het is essentieel om te begrijpen dat we voor deze groep mensen niet alleen moeten behandelen, maar ook proactief moeten zorgen voor hun mondgezondheid, omdat dit een directe invloed heeft op hun algehele welzijn en levenskwaliteit.”
Door de vergrijzing van de patiëntenpopulatie doen speekselproblemen zich in toenemende mate voor. In een interview met prof. Marja Laine, specialist op het gebied van ademgeur en mondvloeistoffen, vertelt zij over de prevalentie, oorzaak en de rol die een tandarts kan spelen bij de diagnose en behandeling ervan.
Marja Laine is ruim 30 jaar geleden uit Finland naar Nederland gekomen. Na het werk als algemeen tandarts in een praktijk zette ze haar werk voort bij het ACTA. Ze houdt daar Halitose en Speekselspreekuur, verricht onderzoek en geeft onderwijs bij de sectie Parodontologie en is hoogleraar Orale Diagnostiek op het gebied van ademgeur en mondvloeistoffen. Ze vertelt over haar veelzijdige functie en met name haar werk als droge mond deskundige.
Welke speekselproblemen doen zich veelal voor en wat is daarvan de oorzaak?
Ongeveer 20% van de bevolking heeft te maken met een droge mond. Het probleem van een droge mond neemt steeds grotere vormen aan en dat heeft zijn oorsprong in de vergrijzende bevolking. Deze bevolkingsgroep kampt met gezondheidsproblematiek in vele vormen. Zo kan het slikken van medicatie en auto-immuunziektes zoals het syndroom van Sjögren invloed hebben op de werking van de speekselklieren. Eén van de symptomen van het syndroom van Sjögren is het hebben van een droge mond. Tenslotte kan bestraling van het hoofd- en halsgebied een droge mond tot gevolg hebben. Er zijn andere oorzaken te noemen voor droge mond die samenhangen met (ongezond) gedrag zoals het gebruik van drugs of alcohol.
Hoe kan het probleem van een droge mond behandeld worden?
Voordat men over kan gaan tot behandeling is het belangrijk om een goede diagnose te stellen; is er sprake van te weinig speeksel (hyposialie) of gevoel van droge mond (xerostomie) en wat daarvan de oorzaak is. Als sprake is van hyposialie in rust is het belangrijk om na te gaan of de speekselsecretie gestimuleerd kan worden. Indien de oorzaak bijvoorbeeld medicijngebruik is kan het gebruik van vervangende medicatie, innametijdstip of een andere dosering een oplossing zijn. Indien dit de oorzaak is, is het belangrijk dat overlegd wordt met de behandelend arts.
Kun je wat meer vertellen over de verzamelnaam ‘mondvloeistoffen’?
Er zijn verschillende soorten speekselklieren in de mond die verschillende soorten speeksel aanmaken. De gingivale creviculaire vloeistof draagt ook bij aan de totale speeksel ofwel mondvloeistof. De hoeveelheid en samenstelling van speeksel is afhankelijk van bijvoorbeeld het tijdstip op de dag of de stimulatie van de zintuigen. Zo kan de geur van vers brood letterlijk zorgen voor meer speeksel, daar komt de welbekende uitspraak vandaan ‘het water loopt me in de mond’.
Je doet veel onderzoek naar speeksel, maar wat is daarvan de waarde?
Speeksel is ook een lichaamsvloeistof dat een goed beeld geeft van de algehele lichamelijke gezondheid van een mens. In speeksel kunnen honderden verschillende moleculen vastgesteld worden bijvoorbeeld om zo de gezondheid vast te stellen en eventuele ziektes op te sporen.
Waardoor wordt het drogemondgevoel bepaald of beïnvloed?
Het droge mondgevoel wordt zoals eerder beschreven beïnvloed door het gebruik van medicatie maar ook bv. het eten en drinken. In dit kader zou het goed zijn om de patiënt een droge mond vragenlijst te laten invullen om daarvan een goed beeld te krijgen en daarmee een beter advies te kunnen geven. Het gaat hier om de zogenaamde Xerostomie Inventory (XI) vragenlijst die beschikbaar is voor mondzorgprofessionals. Er is daarover tevens een artikel gepubliceerd in het NTVT, ‘Speekselonderzoek in de dagelijkse praktijk’, waarin is belicht wat de oorzaken zijn van hyposialie en xerostomie en wanneer speekselonderzoek nodig is Speekselonderzoek in de dagelijkse praktijk – NTVT (betaald).
Wat zou een tandarts kunnen adviseren aan een patiënt als deze last heeft van een droge mond?
Ten eerste is het van belang om een goede diagnose te stellen of er sprake is van xerostomie, en/of hyposialie en of speekselsecretie te stimuleren is. Een belangrijke factor voor mondgezondheid van hyposialie-patiënten is ook de frequentie van en het soort eten en drinken. Voor een goede speekselsecretie moet een patiënt voldoende drinken en goed kauwen tijdens het eten is ook belangrijk, dan wordt er speeksel aangemaakt.
Zijn er middelen op de markt om het probleem te verminderen?
Er zijn producten voor droge mond zoals mondspoelmiddelen of gels en suikervrije kauwgom. Deze kan de patiënt zelf kopen bij meerdere verkooppunten en uiteraard heeft ook de mondzorgprofessional vele kanalen om de producten te verkrijgen en kan advies geven over het gebruik ervan.
Het belangrijkste is om aandacht te geven aan het probleem binnen de praktijk. Als dat door middel van een droge mondvragenlijst gebeurt is dat de vorm waarmee de eerste stappen gezet kunnen worden om het probleem van droge mond zichtbaar te maken. Zo kan het speekselonderzoek, geven van advies, preventieve maatregelen of eventueel een doorverwijzing beter, sneller en efficiënter plaatsvinden.
Marja Laine is hoogleraar bij de sectie Parodontologie van ACTA. Na haar afstuderen als tandarts aan de Universiteit van Helsinki, Finland en een periode in de algemene praktijk promoveerde zij bij de sectie Orale Microbiologie, ACTA. Zij verzorgt voor het Halitose- en Speekselspreekuur bij de sectie Parodontologie. Haar onderzoek richt zich op de diagnostiek, biologie en behandelingen van halitose en speekselproblemen en hun relatie met parodontitis, en multifactoriële etiologie van parodontitis.
Interview door Petra van der Zwan, Gezond & Inzetbaar – auteur | leefstijlinterventies | gezondheidsonderzoeker
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/10/Marja-laine.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-07 12:58:392024-10-03 12:57:25dr. Marja Laine over speekselproblemen: ‘Het is belangrijk om aandacht te geven aan het probleem binnen de praktijk’
Cone-beam computertomografie (CBCT) scans laten zien dat de overtollige knobbel bij een vrouw een intact wortelkanaal heeft, dat is versmolten met het mesiobuccale kanaal. Dit leidde tot apicale parodontitis. Haar klinische symptomen verdwenen na een endodontische behandeling volgens een casusrapport in BMC Oral Health.
Prostylid
Prostylid is een zeldzame tandontwikkelingsafwijking waarbij een extra knobbel aanwezig is met een intact wortelkanaal. Een protostylid is een put en distale buiging van de buccale groef of een oppervlakteafwijking.
Casus
Een 52-jarige vrouw meldt zich met pijn tijdens het kauwen in haar achterste tanden linksboven. Tijdens klinisch onderzoek werd een extra knobbelachtige structuur gevonden op de mesiale helft van het buccale oppervlak van element 26. De knobbel loopt van de cervicale rand naar de mesiobuccale knobbel. Element 26 reageerde niet op een pulpa- en koudetest.
Röntgenfoto’s
Röntgenfoto’s van element 26 lieten een peri-apicale radiolucentie zien. Op de foto is niet te zien of het proststylid ook een eigen wortelkanaal heeft. Aan de hand van een CBCT is te zien dat de pulpakamer van het protostylid is versmolten met het mesiobuccale wortelkanaal in het apicale gedeelte van de wortel.
Endodontische behandeling
Bij de endodontische opening van het element werd ontdekt dat element 26 vijf wortelkanalen had. Na een succesvolle behandeling bleef het element vrij van symptomen. Ook lieten röntgenfoto’s zien dat het apicale gebied rondom element 26 is genezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/09/Casus-Extra-knobbel-veroorzaakt-apicale-parodontitis-bij-vrouwen.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-07 12:54:052024-09-18 12:43:17Casus: Extra knobbel veroorzaakt apicale parodontitis bij vrouwen
Er zijn verschillende mogelijkheden om OSA te behandelen, waarbij leefstijlfactoren een groot onderdeel zijn. Maar ook niet-chirurgische en chirurgische technieken. De literatuur suggereert nog altijd weinig bewijs om MRA te kiezen als eerst keus. In deze presentatie wordt er een vergelijking gemaakt tussen CPAP en MRA.
Studie
Hierbij is vooral belangrijk, dat de mensen die geïncludeerd zijn in deze studie, matige tot en met ernstige OSA hadden. Voor deze patiëntengroep is CPAP eerste keus therapie. Echter, bestaan er vaak ook wachtlijsten om CPAP therapie te kunnen starten. Deze studie is gestart na een terugroepactie van CPAP toestellen, vanuit de FDA, waardoor er een stock probleem was.
Mensen met matige tot ernstige OSA startte met een MRA voor 3 maanden. Metingen worden gedaan door een “embedded active thermomicrosensor (Theramon, MC Technology GmbH)” om te kijken wat de objectieve therapietrouw is, en aan het einde door middel van een polysomnografie. Na deze metingen vond er een periode van 2 weken zonder therapie plaats. Daarna startte de CPAP therapie, tevens werd na 3 maanden de gegevens van de CPAP uitgelezen voor de therapietrouw en een polysomnografie. Aan het einde van de studie werden de patiënten hun voorkeuren onderzocht (MRA, CPAP of geen voorkeur). Preliminaire resultaten van deze studie laten zien dat van een MRA de AHI verlaagt van 27 naar 9 events per uur (daling van 66.5% m.b.t. AHI, n = 50). Bovendien was het gemiddeld MRA-gebruik in deze patiëntenpopulatie 5,4 uur/nacht. In 23 patiënten konden de resultaten van MRA en CPAP met elkaar vergeleken worden. In deze groep was zowel het MRA als CPAP efficiënt in het verlagen van de AHI (van 23/u naar 8/u met MRA en 1.4/.u met CPAP). Het gemiddeld gebruik lag op 6.5 uur per nacht voor MRA, en slechts 4.5 uur per nacht voor CPAP. Bovendien gaven meer dan de helft van de patiënten aan dat ze een voorkeur hadden voor MRA (56%).
Deze studie zal nog voortlopen, gezien de follow-up nog niet van elke patiënt is volbracht.
Marijke Dieltjens is in 2009 afgestudeerd als biomedicus aan de universiteit van Antwerpen. Na haar afstuderen is zij een promotietraject gestart genaamd “Novel approaches on compliance, titration and sleep position to optimize the therapeutic outcome of oral appliance therapy in patients with sleep-disordered breathing”, die zij in 2014 met succes heeft verdedigd. Ze is nu werkzaam als senior post-doc bij de Research Foundation Flanders (FWO) op het onderwerp “The development of a multifactorial model to predict the outcome of mandibular advancement device therapy for obstructive sleep apnea based on the patients’ phenotype”.
Verslag door dr. Merel Verhoeff, tandarts en onderzoeker aan ACTA, voor dental INFO van de lezing van Marijke Dieltjens tijdens het NVTS-Lustrumcongres.
Research grant
Tijdens het NTVS-Lustrumcongres ontvingen J.P. Ho en B.R.A.M. Rösemoller beiden een research grant. J.P. Ho ontving de grant voor zijn onderzoeksvoorstel, waarbij hij een device voor patiënten met OSA zo snel mogelijk de IC te kunnen laten verlaten wil valideren. B.R.A.M. Rösemoller, won de research grant voor zijn abstract van een literatuurstudie, waarbij onder andere de werking van smart mandibular advancement devices werd bekeken. Beide prijzen bestaan uit een geldbedrag van €1.250,- en worden jaarlijks uitgereikt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/10/Vergelijking-tussen-CPAP-en-MRA-bij-slaap-apneu-1.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-07 12:52:292024-10-21 14:42:48Vergelijking tussen CPAP en MRA bij slaapapneu
In een studie werd de associatie tussen leefstijlgedrag en de klinische uitkomsten van de eerste twee stappen van parodontale behandelingen geëvalueerd. Slechte slaapkwaliteit, roken, overmatig alcoholgebruik en een ongezonde levensstijl gingen hierbij gepaard met significant lagere percentages waarmee het eindpunt van de parodontale therapie werd bereikt.
Gezondheid
Gezondheid is een volledige toestand van mentale, fysieke, en sociaal welzijn, en niet alleen de afwezigheid van ziekte. Of iemand gezond is, wordt ook beïnvloed door hun sociale en economische context, fysieke omgeving en individuele kenmerken en gedragingen. Verschillende factoren zoals voedingsgewoonten, lichamelijke inactiviteit, systemische aandoeningen, roken en alcoholgebruik hebben invloed op gezondheid.
Het gedrag van iemand met een gezonde levensstijl heeft een dieet van hoge kwaliteit, voldoende lichamelijke activiteit en niet-rokend. Mensen met een gezonde levensstijl worden in verband gebracht met een lager risico op chronische en niet-overdraagbare ziekten in vergelijking met mensen met een ongezonde levensstijl. De prevalentie van parodontitis is vaak hoger bij mensen met een ongezonde levensstijl en ook de effectiviteit van de eerste twee stappen van parodontale therapie wordt negatief beïnvloed. Interventies zoals stoppen met roken, stress verminderen, voedingsadvies, gewichtsverlies en verhoogde fysieke activiteit hebben als doel parodontitis te voorkomen en behandelresultaten te verbeteren. Het doel van de studie was het evalueren van de associatie tussen leefstijlgedrag en de klinische uitkomsten van de eerste twee stappen van parodontale behandelingen.
Het onderzoek
Aan het onderzoek deden 120 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 70 jaar met gelokaliseerde of gegeneraliseerde, onbehandelde stadium II/III parodontitis mee. De deelnemers hadden meer dan 20 tanden en minstens één locatie met een pocketdiepte (PPD) ≥4 mm. De patiënten werden gecategoriseerd als patiënten met een hoge of lage naleving van het mediterrane dieet, matig/hoog of lage niveau van fysieke activiteit, lage of matige/hoge PSS en goede of slechte slaapkwaliteit. Er is een parodontaal onderzoek van de volledige mond uitgevoerd waarbij de pocketdiepte (PPD), recessies, plaque, bloeding bij sonderen en klinisch aanhechtingsniveau (CAL) werden gemeten bij aanvang en drie maanden na stap 1 en 2 van de parodontale therapie.
Stap 1 van de parodontale therapie bestond uit mondhygiëne instructies en motivatie, professionele, supragingivale mechanische tandplakverwijdering met ultrasone instrumenten en stoppen met roken. Stap 2 van de behandeling bestond uit subgingivale reiniging met ultrasone en handinstrumenten.
Resultaten
76 van de 235 deelnemers bereikten het eindpunt van de parodontale therapie na drie maanden, dit leidde tot een vermindering van het aantal plaatsen met PPD ≥5 mm met ongeveer 60%. Deelnemers met onvoldoende slaap, overmatig roken en een hoger alcoholgebruik vertoonden significant lagere percentages van een succesvolle behandeling. Rokers hadden een hoger percentage resterende PPD ≥5 mm.
Deelnemers met een ongezonde levensstijl hadden een kleinere kans om het eindpunt van de therapie te bereiken, zelfs wanneer rekening werd gehouden met roken en alcohol gebruik. Ook vertoonden deze deelnemers een hoger percentage resterende PPD ≥6 mm en een verminderde impact van parodontale therapie op PPD-, REC- en CAL-veranderingen op locatieniveau.
Conclusies
Slechte slaapkwaliteit, roken en overmatig alcoholgebruik gingen gepaard met significant lagere percentages waarmee het eindpunt van de therapie werd bereikt.
Daarnaast vertoonden deelnemers die een combinatie van ongezond levensstijlgedrag, een lager percentage succesvolle parodontale therapieën en een hoger percentage restplaatsen met PPD ≥6 mm.
Verder moeten counseling en aanpassing van levensstijlgedrag worden uitgevoerd tijdens stap 1 van de parodontale therapie, gezien de mogelijke implicaties ervan voor de uitkomsten van parodontale behandelingen na drie maanden. Leefstijlgedrag moet ook in overweging worden genomen in klinisch parodontaal onderzoek, omdat dit als verstorende factoren kan fungeren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/11/Verband-tussen-een-gezonde-levensstijl-en-het-effect-van-parodontale-behandeling-400-1.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-05 09:00:112024-09-18 12:44:31Verband tussen een gezonde levensstijl en het effect van parodontale behandeling
Een dierstudie gepubliceerd in het Journal of Clinical Periodontology laat zien dat antibioticaprofylaxe mogelijk de mondbacteriën ontregelt en het implantaat grensvlak verzwakt bij patiënten die implantaatchirurgie ondergaan.
Antibioticaprofylaxe
Het preventief nemen van amoxicilline of clindamycine voor het ondergaan van implantaatchirurgie kan de osteo-immuunwondgenezing van implantaten ontregelen. Daarnaast kan het ook het grensvlak verzwakken. Het grensvlak is het percentage van het implantaatoppervlak dat in contact komt met het peri-implantaat alveolaire bot.
Perioperatieve antibiotica
De meeste artsen schrijven veelgebruikte antibiotica zoals amoxicilline en clindamycine routinematig voor als preventieve maatregel bij het plaatsen van implantaten. Echter hebben klinische onderzoeken onlangs aangetoond dat deze antibioticaprofylaxe een verwaarloosbaar effect hebben op de postoperatieve complicaties en op de wondgenezing bij gezonde patiënten.
Onderzoek
Het onderzoeksteam heeft een chirurgische techniek ontwikkeld om implantaten te plaatsen bij muizen, die de implantaatplaatsing bij mensen nabootst.
De muizen kregen een 3-daagse antibioticakuur voorafgaand aan de implantaatplaatsing. Om gingivale bacteriën te identificeren werd 16S-sequencing gebruikt. Met behulp van histomorfometrie werden osteoblasten en osteoclasten beoordeeld en met microcomputertomografie werd de osseo-integratie van implanten geëvalueerd.
Resultaten
De resultaten toonden aan dat het toedienen van antibioticaprofylaxe aan muizen het gingivale bacterioom verstoorde, helper T-cel orale immuniteit ontregelde, osteoclasten en osteoblasten verminderde die het alveolaire bot bekleden en het implantaat-bot grensvlak verminderde.
Het normale grensvlakbereik is 55% tot 76%. Bij de met antibioticaprofylaxe behandelde muizen was het grensvlakbereik 54% tot 61% bij amoxicilline en 40% tot 66% bij clindamycine.
Conclusie
Het succes van implantaten hangt af van de connectie tussen het alveolaire bot en het implantaat. In de toekomst moeten meerdere onderzoeken worden gedaan om het verband tussen antibioticaprofylaxe en implantaatchirurgie verder te onderzoeken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/09/Antibioticaprofylaxe-beinvloeden-de-botgenezing-van-implantaten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-03 09:00:282024-09-18 12:46:27Antibioticaprofylaxe beïnvloeden de botgenezing van implantaten
NVM-mondhygiënisten heeft alarmerende meldingen ontvangen over mondzorgverleners die zich onterecht voordoen als mondhygiënist. Dit titelmisbruik, maar soms ook zelfs fraude in de zorg, kan patiënten misleiden en leiden tot ontoereikende behandelingen, wat niet alleen de transparantie in de zorg ondermijnt, maar ook de integriteit ervan ernstig aantast.
“De titel ‘(geregistreerd-)mondhygiënist’ is wettelijk beschermd volgens de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) en mag alleen worden gevoerd door personen die een erkende opleiding Mondzorgkunde in Nederland hebben afgerond of wiens buitenlandse Mondzorgkunde diploma gelijkwaardig verklaard is door de Nederlandse overheid,” legt Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter van NVM-mondhygiënisten, uit.
Verzoek tot melding
NVM-mondhygiënisten benadrukt het belang van het maken van een melding bij de beroepsvereniging. “We zien sinds begin dit jaar een significante toename van ontvangen meldingen en luiden daarom de noodklok.” vervolgt Velthoven-Verlinden. “Wanneer een melding bij ons binnenkomt en er is inderdaad sprake van titelmisbruik of fraude in de zorg, dan nemen wij maatregelen die passen bij de melding. Als er vervolgens geen adequate actie wordt ondernomen, overlegt NVM-mondhygiënisten met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) om verdere stappen te ondernemen. Het waarborgen van de juiste beroepskwalificaties en de bescherming van patiënten zijn voor zowel ons als de patiënten van groot belang.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/11/misbruik.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-10-02 11:32:152024-10-02 11:32:15NVM-mondhygiënisten luidt de noodklok over misbruik van beschermde titel
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.