Omgaan met de zachte weefsels: Opklappen en hechten (Nederlands ondertiteld)
Het maken van een opklap en de bijbehorende hechttechnieken zijn een onderdeel van uw dagelijkse werk als tandarts. Dr. Dr. Markus Tröllzsch geeft door middel van praktische tips een overzicht van dit thema.
Duur video: 18:28
Hij bespreekt het indicatiegebied voor een opklap en de anatomische bijzonderheden die een opklap bemoeilijken. Ook bespreekt hij de keuzes voor het kiezen van een hechtmateriaal en de eenvoudige hechttechnieken.
Opklap
Vooral de aan het oppervlak lopende zenuwen en vaatstructuren kunnen voor complicaties als hyper-, an- of paresthesie en bloedingen zorgen. In de onderkaak spelen met name de n. mentalis en de n. lingualis een rol, in de bovenkaak de a. palatina major en de n. palatinus major. Om deze anatomische structuren tijdens het opereren te herkennen en daardoor ook te kunnen beschermen, is een opklap gewenst die volledig zicht geeft.
Primair sluiten wond
Op deze manier kan een wond ook primair gesloten worden. Dit is vooral belangrijk als het een immuungecompromitteerde of een diabetespatiënt betreft omdat zij een verhoogd risico hebben op postoperatieve wondinfectie. Tevens is het primair sluiten van de wond gewenst als een patiënt anticoagulantia als ASS of Marcumar gebruikt. Dit om het gevaar op nabloedingen te verminderen.
Volledige opklap
Over het algemeen adviseert dr. Tröltzsch het prepareren van een volledige opklap. Op de tweede plaats adviseert hij een marginale incisie door de sulcus waarbij de lap richting vestibulair geprepareerd kan worden. Het afschuiven van het periost vermindert de rigiditeit van de lap en maakt daarmee een ontspanningsincisie, vooral in het gebied van kritische anatomische structuren, onnodig.
Hechtmateriaal
Het standaard hechtmateriaal is zijde met een sterkte 3.0 en 4.0. Deze zijn prijstechnisch gunstig en zeer biocompatibel. In het esthetische gebied zoals het front in de bovenkaak wordt vaak een synthetische monofile hechtdraad gebruikt.
Spreker
Dr. Dr. Markus Tröltzsch
Dr. Tröltzsch studierte Zahnmedizin an der Universität Erlangen - Nürnberg bis 2005.
Anschließend studierte er bis 2010 Medizin an der gleichen Universität.
Währenddessen bildete er sich mit dem Curriculum für Ästhetische Zahnheilkunde der APW und an der Abteilung für Chirurgie der Universität Sydney und der Abteilung für Mund- Kiefer und Gesichtschirurgie der Universität Zürich weiter.Dr. Tröltzsch arbeitet in der Forschungsgruppe von Professor Messlinger (Abteilung für Physiologie der Universität Erlangen-Nürnberg), arbeitete an der Abteilung für Mund-, Kiefer und Gesichtschirurgie der Ruhruniversität Bochum und ist zur Zeit Assistenzarzt an der Abteilung für Mund- Kiefer und Gesichtschirurgie der Universität Göttingen.
Er ist Verfasser verschiedener wissenschaftlicher Artikel und ist Referent auf Kongressen und Kursen in Deutschland und International.
Zudem arbeitet er in privater Praxis für Zahnmedizin und Mund-Kiefer-Gesichts-Chirurgie in Ansbach.