Casusrapport plaatst vraagtekens bij protocollen rondom de autotransplantatie van tanden

Tanden, mond open

Kaakchirurgen uit Syrië hebben bij een 24-jarige vrouw met infectieverschijnselen geen implantaat geplaatst maar een molaar geautotransplanteerd. Volgens het casusrapport in Annals of Medicine and Surgery was de getransplanteerde kies na twee jaar in goede gezondheid. Het artikel plaatst vraagtekens bij enkele normen van de conventionele protocollen met betrekking tot autotransplantatie van tanden.

Voordelen van natuurlijk gebit

De kaakchirurgie maakte gebruik van tandheelkundige autotransplantatie (dental autotransplantation, DAT), een chirurgische procedure waarbij een tand van de ene plaats wordt geëxtraheerd en op een nieuwe locatie in dezelfde persoon wordt getransplanteerd. Als dit lukt, heeft de vervangende tand de voordelen van een natuurlijk gebit in plaats van een prothese.

Overdreven uitdagingen

Desalniettemin is deze behandeloptie door veel tandartsen en kaakchirurgen wereldwijd en specifiek in Syrië genegeerd, volgens de auteurs van Damascus University in Syrië. Ze zouden de uitdagingen overdrijven, zoals het standaard uitvoeren van wortelkanaalbehandelingen voor de autotransplantatie en het voorbereiden van de ontvangende plaats. Daarnaast is de aanwezigheid van een infectie op de ontvangende plek altijd beschouwd als een contra-indicatie voor tandheelkundige autotransplantatie.

24-jarige vrouw

De auteurs willen oplossingen te bieden voor een aantal DAT-gerelateerde problemen en suggereren dat sommige DAT-standaarden en -protocollen gewijzigd zouden moeten worden. Dit doen ze door de casus te beschrijven van een 24-jarige vrouw die klaagde over ernstige kauwstoornissen, en een onaangename geur en smaak uit haar mond. Ze rookte niet en had een onopvallende medische voorgeschiedenis.

Niet-herstelbare molaren

Na klinisch en radiologisch onderzoek werd de patiënt gediagnosticeerd met niet-herstelbare eerste en tweede ondermolaren aan de rechterkant met klinische tekenen van chronische infectie. De kiezen moesten worden geëxtraheerd. Cone-beam computertomografie (CBCT)-beeldvorming bevestigde dat de derde molaar rechtsboven van de patiënt zou kunnen werken als een donortand voor autotransplantatie.

3D-geprinte replica

De afdeling kaakchirurgie gebruikte de CBCT-scans van de patiënt om een replica van de derde molaar te isoleren en te fabriceren. De replica werd vervolgens 3D-geprint en gebruikt om de transplantatieplaats voor te bereiden en de pasvorm vóór de procedure te controleren.

De procedure

Op de dag van de procedure werden eerst de ondermolaren getrokken waarna de replicatand werd gebruikt om de ontvangende site voor te bereiken. Vervolgens wekte de arts een bloeding op en instrueerde hij de assistent om geen bloed uit de holte te zuigen. De derde molaar rechtsboven werd vervolgens atraumatisch verwijderd zonder het gebruik van chirurgische boren.
De clinicus verplaatste de geëxtraheerde derde molaar in minder dan 20 seconden naar de voorbereide onderste eerste molaar. De 3D-geprinte replica werd vervolgens gebruikt om de occlusie te onderzoeken, en de clinicus voltooide de procedure door zijden hechtingen te gebruiken om de getransplanteerde tand te immobiliseren.

Richtlijnen na de operatie

Na de operatie mocht de patiënt een maand lang alleen zacht voedsel eten en moest ze de getransplanteerde tand zo min mogelijk aanraken. De vrouw kreeg antibiotica en een niet-steroïde ontstekingsremmend medicijn voorgeschreven hield zich goed aan de richtlijnen.

Tevreden met het resultaat

De patiënt werd gedurende 2 jaar gevolgd. Na twee jaar was de getransplanteerde molaar enigszins gedraaid maar was de tand goede parodontale gezondheid en functionele status. Ook vertoonde de tand geen verkleuring en was de elektrische pulpvitaliteitstest positief. De vrouw zei tevreden te zijn met het resultaat.

Vraagtekens bij richtlijnen

De casus toont aan dat molaartransplantatie succesvol kan zijn bij jonge patiënten die misschien niet de beste kandidaten zijn voor implantaten. Het zet ook vraagtekens bij de bestaande richtlijnen rond tandheelkundige autotransplantatie, waaronder het niet uitvoeren van een molaartransplantatie op plaatsen die een infectie hebben gehad of zonder eerst een wortelkanaalbehandeling uit te voeren.
“Hierbij stellen we voor het protocol te wijzigen en te vervangen door een protocol dat [wortelkanaalbehandeling] beperkt tot transplantaties die klinische en/of radiografische tekenen van tandpulpnecrose vertonen”, schreven de auteurs.

Bron:
Annals of Medicine and Surgery

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis