Kindertandheelkunde; als je het niet kan, moet je het niet doen – Jaap Veerkamp

Kindergebit

Verslag van de lezing van Jaap Veerkamp over kindertandheelkunde tijdens de 8e Talking Points in Dentistry van GSK.

De spreker Jaap Veerkamp, werkzaam bij de sectie kindertandheelkunde van ACTA, begon zijn betoog met de dilemma’s die de zorg voor kindergebitten kent, zowel in de diagnostiek als in de behandeling. Kinderen moeten nu eenmaal anders benaderd worden dan volwassenen. Kinderen snappen het niet, willen het niet, kunnen het niet, hebben mondige ouders die bovendien andere prioriteiten hebben en internet voor waar aannemen. Kinderen onder de 5 jaar zijn het lastigst te behandelen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat maar liefst 80% van de behandelaars graag zou willen verwijzen. Verder blijkt dat tandartsen die meer zorg besteden aan de gebitten van jonge kinderen, dat later ook doen. De groep die kinderen behandelt, doet dat op alle terreinen (o.a. preventief, curatief).

Eerste twee jaar cruciaal

De gebitten van de meeste kinderen worden pas tussen het derde en zevende levensjaar voor het eerst door een tandheelkundig zorgverlener bekeken. Maar de eerste twee jaar na doorbraak zijn cruciaal. Zo is er een significant verschil in glazuurhardheid van opvolgende leeftijdsgroepen. Hoe jonger een tand hoe zachter het glazuur. En andersom: hoe langer een element in de mond zit, des te dikker de glazuurlaag wordt. Glazuur moet minimaal twee jaar “rijpen” voordat het een goede hardheid heeft. Juist in die fase moeten professionals ouders op de gevaren wijzen! Cariës die door hypomineralisatie ontstaat, verloopt sneller. Uit onderzoek bleek dat kinderen die heel vroeg gaatjes kregen, een 5 tot 6 keer grotere kans hebben op cariëstoename. Maar je weet pas wat er aan de hand is als je het ziet. En daar ligt nu net het probleem. Het is verdraaid lastig in een mond te kijken van heel kleine kinderen. Vaak als je één caviteit ziet, is er kans op nog veel meer caviteiten en stuit je veelal op een megaprobleem. Met andere woorden: zonder post eruptieve remineralisatie gaat het van kwaad tot erger. Daarom moet de nadruk op preventie liggen.

Gedrag bekijken

Bij de diagnostiek bij kinderen is het heel erg belangrijk naar het gedrag van het kind te kijken. Kan het kind bijvoorbeeld ijs eten? Kan hij wat hij normaal lekker vindt nu nog eten? Kijk wat er gebeurt als je een kies open boort. Bij heftige bloeding zal de kies eruit moeten. Is de bloeding niet heftig, dan kan er een kroon op. Een passende behandeling houdt waar mogelijk rekening met de leeftijd van het kind, is gebaseerd op röntgenfoto’s, is gekoppeld aan preventie en aan het geven van een toelichting aan de ouders. Door zo jong mogelijk foto’s te maken kan de professional de diagnose beter stellen. Ook kan hij met meer kracht een preventief beleid instellen. Als het niet lukt om foto’s te maken, leg dat dan aan de ouders uit.

Vooraf bespreken met ouders

Sowieso is het advies aan de professional dat hij altijd vooraf met de ouders bespreekt wat hij wel en wat hij niet kan doen. Hij geeft daarbij ook aan wat hij van de ouders verwacht. Mag hij bijvoorbeeld onder dwang de mond van het kind openen als die dat zelf niet doet? Hij kijkt daarbij altijd kritisch naar zijn eigen functioneren en zegt een keer sorry in een gesprek met de ouders. Sorry neemt veel stress weg en kan klachten voorkomen.

Resumerend

Tot slot en resumerend adviseerde Veerkamp: “Kies altijd een behandeling in het belang van het kind, realiseer dat cariës bij kinderen anders is en maak tijdig röntgenfoto’s. Daarbij is het beter om niet te restaureren dan slecht. Creëer optimale omstandigheden om de behandeling uit te voeren en maak bij twijfel een tweede foto. Onderschat het klinische beeld niet, maak eerder simpele restauraties en extraheer meer.”

Bron:
GSK

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *