Landelijke Standaard Keten Antistolling ondertekend

Zorgpartijen in de eerste- en tweedelijnszorg, waaronder de NMT, ondertekenden op 13 december de Landelijke Standaard Keten Antistolling (LSKA). Alle schakels rondom antistolling komen in de standaard bijeen.

De LSKA is ontwikkeld in een projectgroep van zorgprofessionals en velddeskundigen afgevaardigd door de landelijke stuurgroep. In deze projectgroep waren vertegenwoordigd de FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA, KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso en De Hart&Vaatgroep. Nadat de IGZ (Inspectie voor de Gezondheid) in 2010 in een rapport ernstige tekorten signaleerde in de trombosezorg is een Stuurgroep ingesteld die zich heeft gebogen over hoe deze knelpunten opgelost konden worden. De LSKA is het resultaat hiervan.

In de LSKA staat beschreven hoe het zorgproces wordt ingericht en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Ook staat hierin hoe de communicatie en afstemming tussen de partners in de keten en de patiënt plaatsvindt.

Bekijk de LSKA.

Bron:
NMT
Hart & Vaatgroep

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Welke voordelen biedt een HKZ- en ISO kwaliteitsysteem?

Welke voordelen biedt een HKZ- en ISO kwaliteitsysteem?

Veel praktijken starten een HKZ en ISO certificering vanuit de gedachte dat dit een goede uitstraling naar buiten geeft. De meeste voordelen van certificering liggen echter op intern gebied. Welke? Lees meer

Steeds meer praktijken zijn de laatste tijd bezig zich te certificeren. Veelal blijkt de primaire reden hiervoor te liggen in het verbeteren van de uitstraling van de praktijk naar patiënten. In werkelijkheid blijken patiënten echter maar zelden te vragen of tandartspraktijken al dan niet gecertificeerd zijn en zijn patiënten vaak niet eens op de hoogte van deze mogelijkheid. Ondanks dat praktijken een certificering vaak primair insteken vanuit de patiëntgedachte en de externe uitstraling van de praktijk, ligt de toegevoegde waarde van een certificering toch vooral intern. Het opzetten en bezitten van een kwaliteitsysteem biedt de praktijkorganisatie namelijk vele voordelen.

HKZ en ISO
Binnen de tandartspraktijken wordt gewerkt met HKZ en ISO certificeringen. HKZ is een norm voor de certificering van kwaliteitsystemen binnen de zorg. Er zijn normvarianten voor diverse sectoren, zoals een specifieke normvariant voor tandartspraktijken. De HKZ normen zijn gebaseerd op ISO 9001, maar bevatten ook de (belangrijkste) wettelijke eisen die op tandartspraktijken van toepassing zijn. Een praktijk kan HKZ gecertificeerd worden als het over een werkend HKZ-kwaliteitsysteem beschikt en hier tenminste drie maanden mee werkt.

Voordelen
De voordelen van een werkend kwaliteitsysteem liggen vooral op het vlak van interne praktijkorganisatie. De voordelen van een kwaliteitsysteem zijn onder andere:

  • Het systeem richt zich op continu verbetering en ontwikkeling
  • Het nodigt uit om periodiek stil te staan bij het huidige kwaliteitsniveau en de toekomstplannen van de praktijk en dit te vertalen naar doelstellingen
  • Het kwaliteitshandboek creëert een gestructureerde praktijkorganisatie wat ook duidelijkheid creëert voor medewerkers

De praktijk is ‘op orde’, doordat het HKZ normenkader een volledige lijst geeft van richtlijnen en wet- en regelgeving voor tandartspraktijken . Dit geldt in mindere mate voor ISO certificeringen.

Voorwaarden succesvolle implementatie
Om te beschikken over een goed werkend kwaliteitsysteem, dient een praktijk wel te voldoen aan diverse voorwaarden. Voorwaarden voor een succesvolle implementatie van een kwaliteitsysteem zijn onder andere:

  •  Praktijkhouder is overtuigd van de toegevoegde waarde van het systeem
  • Medewerker is voor bepaald aantal uren per week beschikbaar voor het vervullen van de rol van kwaliteitsfunctionaris
  • Draagvlak en commitment van het personeel
  • Discipline onder praktijkhouder en medewerkers in het beheren en naleven van de afspraken binnen het kwaliteitshandboek

Als een praktijk aan bovenstaande voorwaarden voldoet, dan zal de implementatie van een kwaliteitsysteem een grote toegevoegde waarde opleveren voor de interne organisatie. En zo ben je als praktijk al voorbereid op het moment dat patiënten en verzekeraars wel actief gaan vragen naar een certificering.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement.

Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen, wet- en regelgeving, organisatie en klantgerichte zorg.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Advies Preventie fissuurcariës

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. Het Ivoren Kruis is behoudend in zijn advisering fissuurlakken toe te passen. Het advies is: sealen op indicatie. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Urgentie en alternatieve behandelmogelijkheden
Soms is het geïndiceerd fissuurlakken aan te brengen in het stadium dat witte opaciteiten zichtbaar zijn. Soms zullen fissuurlakken ‘pas’ worden aangebracht in geval van betrokkenheid van het dentine. Er zijn voor de beslissing wel of geen fissuurlak aan te brengen twee belangrijke factoren: de urgentie waarmee een behandeling nodig is en de alternatieve behandelmogelijkheden. Het advies Preventie fissuurcariës is gebaseerd op een kritische evaluatie van beschikbare wetenschappelijke literatuur. Hierbij is een kwaliteitsclassificering van onderzoek gevolgd.

Reinigen doorbrekende elementen vraagt speciale aandacht
De kwetsbaarheid van de fissuren van doorbrekende elementen vraagt om specifieke preventieve aandacht. Ouders en kinderen dienen erop te worden gewezen hoe in die periode de occlusale vlakken moeten worden gereinigd. De werking van fissuurlakken is gebaseerd op het aanbrengen van een fysieke barrière die voorkomt dat bacteriën de fissuur koloniseren en voorkomt dat voedingsbestanddelen ingesloten bacteriën bereiken.

Effectiviteit hangt samen met retentie
De effectiviteit van fissuurlakken hangt nauw samen met de retentie. Het aanbrengen van fissuurlakken wordt in het algemeen gezien als een effectieve preventieve maatregel ter voorkoming van pit- en fissuurcariës bij een juiste techniek van aanbrengen, zorgvuldige controle en reparatie. Zorgvuldige reparatie houdt in dat de indicatie opnieuw wordt gesteld.

Bekijk het advies

Bekijk de samenvatting

 


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries-kaart.pdf
Lees meer over: Cariës, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z

Na ernstig falen arts voorlopig schorsen

Minister Schippers onderzoekt in hoeverre zorgverleners bij ernstig disfunctioneren beperkt kunnen worden in de uitoefening van hun beroep. Dit geeft zij aan antwoord op kamervragen van de PvdA.

De minister geeft aan dat in de Kaderwet tuchtprocesrecht de mogelijkheid tot voorlopige schorsing zal worden opgenomen. ‘Bij een ernstig vermoeden van een handelen of nalaten waardoor het algemeen belang zeer ernstig wordt geschaad of dreigt te worden geschaad, kan aan de BIG-geregistreerde zorgverlener een voorlopige bevoegdheidsbeperking worden opgelegd totdat er een definitieve uitspraak is’ , zeg minister Schippers.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Toetsing kaakchirurgen herregistratie-eisen vanaf 21 maart 2013

Per 21 maart 2008 is de geldigheid van een inschrijving in het register van kaakchirurgen gebonden aan een periode van ten hoogste vijf jaar. Vanaf 21 maart 2013 toetst de Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) periodiek of de kaakchirurg voldoet aan de herregistratie-eisen van het College Tandheelkundige Specialismen (CTS). Daarbij kijkt de RTS telkens vijf jaar terug, de zogenaamde referteperiode.

Bekijk de NMT-brief met de herregistratie-eisen van het CTS en de wijze waarop de RTS deze uitvoert.

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Heeft u al een kwaliteitsjaarverslag? Bekijk een voorbeeld

Met een kwaliteitsverslag kunt u uw patiënten op de hoogte te houden van het gevoerde kwaliteitsbeleid, de geboekte voortgang en innovaties in de praktijkvoering. Het is een flinke klus maar het houdt u scherp.

Sinds 1996 is het kwaliteitsjaarverslag verplicht voor zorginstellingen. Een tandartspraktijk is een zorginstelling als er twee of meer tandartsen werken die het patiëntenbestand delen. Het kwaliteitsverslag moet voor 1 juni worden opgestuurd naar de Inspectie, het ministerie van VWS en een regionale patiëntenfederatie.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NPCF wil ook waarschuwingen en lichtere maatregelen tegen artsen openbaar

Patiëntenfederatie NPCF wil dat ook waarschuwingen en lichtere maatregelen tegen artsen openbaar worden gemaakt. Vanaf 1 juli 2012 is de wet BIG veranderd, de Wet op individuele beroepen in de gezondheidszorg. In het BIG-register staat de bevoegdheid en vakbekwaamheid van 400.000 artsen en andere zorgverleners beschreven. De wetswijziging maakt het mogelijk dat in het BIG register nu ook alle tuchtmaatregelen worden vermeld.

Patiëntenfederatie NPCF vindt de verandering een stap in de goede richting naar meer openheid in de zorg, maar nog niet voldoende. ‘De lichtere maatregelen, zoals waarschuwingen, zijn nu nog niet openbaar. Dat is vreemd. Als je openheid geeft doe het dan goed, en niet half’, vindt Wilna Wind, directeur van de NPCF. Wilna Wind doet de oproep zaterdagavond in het RTL Nieuws.

Kwaliteitsverschillen
De NPCF vindt dat patiënten meer inzicht moeten krijgen in de kwaliteit van zorg en het functioneren van zorgverleners. ‘Bij de ene dokter heb je een goede kans op herstel en bij de andere dokter kun je zo je hersteloperatie inplannen,’ zegt Wilna Wind. ‘Kwaliteitsverschillen tussen zorgverleners kunnen groot zijn. Het is goed om je daarvan bewust te zijn. Vervolgens is het belangrijk dat er informatie over die kwaliteit beschikbaar komt. Alles helpt daarbij. Informatie over hoe vaak een dokter een bepaalde ingreep uitvoert per jaar, hoe vaak er complicaties optreden. Maar ook wat de ervaringen zijn van patiënten en hoe tevreden deze zijn over het resultaat.’

Openbaar
De NPCF maakt zich er hard voor dat zo veel mogelijk van dit soort informatie openbaar wordt. Het liefst zo centraal en toegankelijk mogelijk. Wilna Wind: ‘Daarom zijn we ook ZorgkaartNederland.nl steeds verder aan het uitbreiden met informatie waar je als patiënt iets aan hebt. Dus naast de waarderingen van andere patiënten ook andere vormen van kwaliteitsinformatie die je helpen om een keuze te maken voor de juiste dokter of andere zorgverlener. Op ZorgkaartNederland staan inmiddels meer dan 85.000 ervaringen en waarderingen van patiënten over verschillende zorgverleners.’

BIG
De NPCF vindt het daarom ook belangrijk dat de tuchtmaatregelen tegen zorgverleners openbaar worden. En dat is vanaf 1 juli het geval. ‘Nu is het alleen nog wachten op volledige openheid, dus ook de lichtere maatregelen. Ik verwacht dat dat een kwestie van tijd is,’ zegt Wilna Wind. ‘Daarnaast is het ook belangrijk dat er meer inzicht komt in andere signalen over mogelijke tekortkomingen van zorgverleners. Dus naast de tuchtklachten en de eventuele maatregelen ook klachten, claims of meldingen bij de inspectie. Patiënten zijn best in staat om de informatie op waarde in te schatten. Maar dan moet er wel volledige openheid zijn. En de informatie moet toegankelijk en goed leesbaar zijn. Nu is het voor patiënten nog heel lastig zoeken naar wat er over een bepaalde arts in het BIG register staat.’

Bron:
NPCF

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Competentieprofiel voor ieder die werkt met preventie

Het vak en werkveld zijn veranderd. Tegenwoordig werken naast specifiek hiervoor opgeleide professionals steeds meer professionals uit andere sectoren aan gezondheidsbevordering en preventie. Daarnaast staat het regionale en lokale krachtenveld van beleid, onderzoek en praktijk meer centraal en dat vraagt om andere expertise van professionals.

Competentieprofiel
Het nieuwe profiel bevat concrete competentiebeschrijvingen voor gezondheidsbevordering en preventie. Daarnaast beschrijft het profiel de ontwikkelingen in het vak en het werkveld. Ook de context en positionering waarbinnen professionals hun werk uitvoeren komen aan bod.

Voor wie?
Zowel professionals als hun managers kunnen zien welke competenties van belang zijn voor hun werk, de eigen ontwikkeling, voor personeelsbeleid en bijscholingsactiviteiten. Voor opleidingen biedt het profiel inzicht in de competenties waarop zij zich kunnen richten.

Co-productie
Het competentieprofiel is een co-productie van een werkgroep, met deelnemers vanuit landelijke organisaties en kennisinstituten, opleidingen en het beroepsveld van gezondheidsbevordering en preventie. RIVM Centrum Gezond Leven vervulde hierbij een coördinerende rol.

Op weg naar versie 2.0

De werkgroep introduceert en bespreekt het nieuwe competentieprofiel bij en met professionals, managers en opleidingen. Onder andere via de LinkedIn-groep Competentieprofiel Gezondheidsbevordering en Preventie kunnen professionals het profiel raadplegen, erop reageren en met elkaar discussiëren.

Meer weten of reageren?
Bekijk het competentieprofiel (pdf).
Neem deel aan de discussie op de LinkedIn-groep Competentieprofiel Gezondheidsbevordering en Preventie

Bron:
Loketgezondleven.nl



 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NEN en HKZ samen: duidelijkheid voor de zorgsector

NEN en HKZ zijn per 1 mei gefuseerd. Zo ontstaat één loket voor alle vragen over kwaliteit in de zorg. Het HKZ -keurmerk en de daaraan verbonden activiteiten blijven bestaan.

De activiteiten van de twee bekende organisaties op het gebied van normen in de zorg vullen elkaar goed aan. Beide stimuleren kwaliteit en veiligheid in zorg en welzijn. Aan de ruim 3000 HKZ-certificaten en de HKZ-keurmerken verandert niets. “Uit gesprekken met het zorgveld bleek dat de markt behoefte heeft aan één loket. Door de fusie kunnen we organisaties nog beter ondersteunen bij het aantoonbaar verbeteren van hun patiënten-, en cliëntenzorg.” zegt Sylvia Veereschild, Manager NEN Kwaliteit Zorg & Welzijn.

Eén aanspreekpunt
Voor alle vragen over certificaten, normen en het toepassen daarvan kan men voortaan terecht bij NEN Kwaliteit Zorg & Welzijn. Dit maakt einde aan de verwarring over diverse partijen, keurmerken, normen en regelingen. Kees Ahaus, voorzitter van het Centraal College van Deskundigen voor Zorg en Welzijn: “We zijn trots op deze bundeling van krachten. Met het internationale netwerk van NEN kunnen we nu ook goed inspelen op de Europese ontwikkelingen.”

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Gezondheidsraad wil richtlijnen voor tandartsen

Net als in de geneeskunde, zou ook in de mondzorg gewerkt moeten worden volgens evidence-based richtlijnen. Dat verbetert de kwaliteit van de zorg en helpt ongefundeerde verschillen in aanpak tussen zorgverleners verminderen. Ook kunnen tandartsen dan
beter laten zien hoe de kwaliteit van de zorg zich verhoudt tot de kosten. De kosten voor mondzorg bedragen 3% van de totale zorgkosten; dat is even hoog als de kosten van huisartsenzorg. De tandarts moeten mensen zelf betalen. Logisch dus dat patiënten willen weten wat ze kunnen verwachten, zeker nu de tarieven zijn vrijgegeven. Dit schrijft de Gezondheidsraad in zijn advies De mondzorg van morgen, dat de raad heeft aangeboden aan de minister van VWS.

Nauwelijks
De afgelopen jaren is er in de mondzorg veel aandacht geweest voor kwaliteitsbeleid. Dat richt zich echter vooral op de randvoorwaarden van de zorg en minder op de inhoudelijke kwaliteit ervan. Richtlijnen die beschrijven wat de bewezen beste behandeling is van een aandoening zijn er nauwelijks of worden onvoldoende nageleefd. Overigens is dat niet alleen in Nederland het geval, maar ook internationaal. Veel tandartsen hanteren bijvoorbeeld een vaste frequentie voor periodieke controles, terwijl deze zou moeten afhangen van de individuele situatie van de patiënt. Ook bestaan er grote verschillen tussen tandartsen in de behandeling van cariës in het melkgebit van jonge kinderen.

Functionaliteit en/of esthetiek?
De Gezondheidsraad beveelt aan de wetenschappelijke onderbouwing van de praktijk te versterken. Om te beginnen zouden de professionals in de mondzorg met elkaar moeten formuleren wat optimale zorg inhoudt: gaat het vooral om functionaliteit of is esthetiek ook belangrijk? Verder zouden tandartsen op korte termijn zogenoemde best practices moeten opstellen: wat de beste manier van handelen is, afgaande op de ervaringen uit de tandartspraktijken. Op die manier kunnen de ongefundeerde verschillen in behandeling tussen tandartsen verminderen. Uiteindelijk moeten er evidence-based richtlijnen komen, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Ook de invoering van richtlijnen verdient dan aandacht. Nu is het namelijk zo dat de richtlijnen die er zijn niet altijd worden nageleefd. Zo volgen lang niet alle tandartsen de richtlijn die aangeeft wanneer een verstandskies
wel en niet getrokken zou moeten worden.

Bron:
Gezondheidsraad

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing

Zichtbare Mondzorg – enquete kwaliteitsindicatoren start 14 mei

Op 14 mei 2012 gaat de landelijke uitvraag Zichtbare Zorg van start. Nog even resumerend: één van de voorwaarden die de minister stelt aan het experiment is transparantie van de aanbieders op het gebied van kwaliteit van zorg.

Hiervoor zijn zogenaamde kwaliteitsindicatoren ontwikkeld in een samen-werkingsverband van NVM, NMT, ANT en ONT, de NPCF, de Consumenten-bond, Zorgverzekeraars Nederland, de Inspectie voor de Volksgezondheid en het ministerie van VWS.
Het resultaat van deze samenwerking is een landelijke uitvraag op praktijkniveau van kwaliteitsinformatie.

Zelfstandig ondernemers
Het betreft hier de gegevens over kwaliteit van de geboden zorg door tandartsen, mondhygiënisten werkzaam in de vrijgevestigde praktijk en tandprothetici.

Praktijkvragenlijst en patiëntenenquête
De landelijke uitvraag wordt gecoördineerd door onderzoeksbureau ITS en bestaat uit twee onderdelen: een praktijkvragenlijst en een patiëntenenquête. Bent u geïnteresseerd in de vragen?
Klik hier voor de praktijkvragenlijst voor mondhygiënisten.
De vragenlijsten voor tandartsen en tandprothetici vindt u vanaf 14 mei op de website www.zichtbarezorg.nl

Werk mee
Medio mei ontvangt u via ITS een brief met daarin instructies en uw inloggegevens. U kunt er in een later stadium zelf voor kiezen of u de gegevens wilt laten publiceren of niet. Het levert u in ieder geval interessante spiegelinformatie op over u en uw praktijk.

Documenten
De volgende documenten zijn vanaf heden te raadplegen op de website van Zichtbare Zorg:
1. Indicatorgids 2012;
2. Dataprotocol Zichtbare Mondzorg 2012;
3. Operationalisatie kwaliteitsindicatoren Mondzorg (eindrapport Regioplan).

Bron:
NVM

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
ACTA en NMT werken aan richtlijnenprogramma Mondzorg

ACTA en NMT werken aan richtlijnenprogramma Mondzorg

Het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en de Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Tandheelkunde (NMT) werken samen aan een ‘Richtlijnenprogramma Mondzorg’. Dit werkprogramma moet wetenschappelijke kennis vertalen naar richtlijnen voor de dagelijkse praktijk van tandartsen en andere mondzorgprofessionals. Daardoor komen de praktiserende beroepsgroep en de wetenschap tot afstemming én concrete samenwerking.

Transparantie
Tandartsen en andere zorgverleners binnen de mondzorg willen duidelijker verantwoording afleggen (‘transparantie’) over het wat, het hoe en het waarom van hun professionele handelen. Om dit nog beter te kunnen doen, heeft de beroepsgroep behoefte aan een betere en zo actueel mogelijke vertaling van bestaande ‘bewezen’ kennis naar de praktijk. De beroepsgroep wil – met andere woorden – meer evidence based werken. Zorgverzekeraars Nederland is blij met de komst van de richtlijnen want “transparantie is de basis voor het inzichtelijk maken van kwaliteit”, vindt Mirjam Maasdam, beleidsadviseur Zorg bij ZN.

Klinische richtlijnen
Om tandartsen beter van evidence en practice based richtlijnen te voorzien, willen ACTA en de NMT een structuur opzetten waarin wetenschap en praktijk goed kunnen samenwerken. Aan de hand daarvan kunnen klinische richtlijnen ontwikkeld en beschikbaar gesteld worden, ten behoeve van de mondzorg. Inclusief het daarvoor benodigde kennis- en implementatieonderzoek. Nog dit jaar worden de plannen uitgewerkt en wordt een begin gemaakt met de uitvoering daarvan.


Bron:
Zorgverzekeraars Nederland


Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Jan Willem Weck volgt Gerrit van der Wal op bij IGZ

Jan Willem Weck zal, op verzoek van minister Edith Schippers (VWS), per 1 juli de functie van Inspecteur-generaal (IG) voor de Gezondheidszorg waarnemen. Gerrit van der Wal, die deze zomer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, gaat – zoals al eerder bekend werd gemaakt – op die datum met pensioen.

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

CVZ wordt Nederlands Zorginstituut

Vanaf 2013 is het College voor zorgverzekeringen (CVZ) een andere organisatie met een nieuwe naam: het Nederlands Zorginstituut (NZi). Naast de taken die het CVZ nu al uitvoert (uitvoering verzekeringen en pakketbeheer) worden twee andere taken in het Nederlands Zorginstituut ondergebracht: het verbeteren van de kwaliteit van de zorg én het vernieuwen van zorgberoepen en -opleidingen. Daarmee zijn de taken en verantwoordelijkheden voor kwaliteit van zorg bij elkaar gebracht in één organisatie.

Organisatieonderdelen en taken Nederlands Zorginstituut

 

  • NZi Uitvoering Verzekeringen: uitvoeren van regelingen voor specifieke groepen verzekerden.
  • NZi Pakketbeheer: adviseren over de inhoud van de wettelijke verzekerde zorg.
  • NZi Kwaliteit: stimuleren van permanente verbetering van kwaliteit van zorg.
  • NZi Innovatie zorgberoepen en -opleidingen: bevorderen van vernieuwing en verbetering van zorgberoepen en -opleidingen.

NZi Kwaliteit: betere en doelmatigere zorg
NZi Kwaliteit beoogt een forse impuls te geven aan de kwaliteitsverbetering van de zorg. Belangrijk onderdeel daarvan is het stimuleren en ondersteunen van de ontwikkeling van ‘professionele standaarden’ en richtlijnen. Deze zijn voor artsen en andere beroepsgroepen leidraad bij hun handelen; wensen en behoeften van patiënten staan hierbij centraal.

NZi Kwaliteit is de plaats waar zorgpartijen uit de care en cure hun kennis, ervaring en innovaties uitwisselen. Bijvoorbeeld in interactieve, digitale ontwikkelgemeenschappen, waarin zij hun inbreng leveren. Samen maken zij voor een aantal behandelingen professionele standaarden: een overzicht met afspraken voor goede zorg. Daarin is bijvoorbeeld opgenomen welke richtlijnen of ‘best practices’ kunnen worden gebruikt, welke kwaliteitsindicatoren gelden en hoe verschillende professionals samenwerken. Het Kwaliteitinstituut ondersteunt zorgpartijen ook bij de implementatie van standaarden. Hierdoor kunnen cliënten overal dezelfde goede zorg verwachten. Met de ervaring en inzichten die alle zorgpartijen vervolgens opdoen en uitwisselen, wordt de standaard op gezette tijden geactualiseerd. Daarnaast worden onderscheidende indicatoren ontwikkeld die de kwaliteit van het zorgaanbod inzichtelijk maken en daarmee patiënten helpen bij hun keuzes in de zorg.

NZi Innovatie zorgberoepen en -opleidingen functioneert vanaf 1 april 2012 bij het CVZ en bestaat uit een adviescommissie en een klein ondersteunend team. De voorzitter van de Adviescommissie is Dr. Marian Kaljouw. Zij is en blijft directeur van de St. Antoniusacademie.

Lees meer

Bron:
CVZ

Apr 2012

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Kwaliteit vraagt om een definitie en richtlijnen

Een discussie tussen Wilna Wind (patiëntenfederatie NPCF), mr. Erno Kleijnenberg (zorgverzekeraar ONVZ) en mr. Alexander Tolmeijer (beroepsorganisatie NMT), geleid door Fenno Moes.

Stelling 1

Een conflict over de honorering en/of vergoeding van kwalitatief hoogwaardige zorg lijkt onafwendbaar als de definitie van kwaliteit niet eenduidig is.

Kleijnenberg: “Het niet eenduidig zijn van de definitie hoeft niet te leiden tot een conflict. Een definitie moet er echter wel komen. De verzekeringen dienen zich hiermee niet te bemoeien. Wij laten het graag aan de mondzorgspecialisten over om deze definitie vast te stellen.”

Wind: “De patiënt wil weten wat kwaliteit is, wat hij krijgt voor zijn geld. Niet alleen de vertrouwensrelatie is belangrijk; de patiënt wil tegenwoordig meer weten. Er moeten meer richtlijnen komen binnen de mondzorg die inzichtelijk zijn voor de patiënt. Zodat de patiënt weet of zijn mondzorger de richtlijn al dan niet volgt. Informatie over de kwaliteit moet makkelijk vindbaar zijn.”

Tolmeijer: “Er zijn al richtlijnen, maar het moeten er meer worden. Daar wordt ook hard aan gewerkt. Dit wordt betaald door de NMT. Niet alle verzekeringen vragen echter om richtlijnen als kwaliteitsinstrument.”

Wind: “De NPCF denkt aan de patiënt en de tandarts moet niet alleen maar aan zichzelf denken (protest vanuit de zaal). Het experiment met de vrije tarieven moet stoppen, want de patiënt heeft er niks aan.”

Tolmeijer: “Nu al het experiment stoppen? We zijn net begonnen en het experiment zou drie jaar duren. Men moet niet verwachten dat we alles in één keer goed kunnen doen. Voor de mondzorger is het ook nieuw en de prijzen worden daardoor om de zoveel maanden aangepast. Sommige prijzen blijken te hoog en worden naar beneden bijgesteld en vice versa. Ik ben trots, want de organisatie is al goed en heel veel tandartsen hebben de tarieven op de website staan. Slechts dertien procent heeft dit niet. Dit zijn veelal tandartsen die geen patiënten meer aannemen en spoedig met pensioen zullen gaan.”

Wind: “Het experiment is te vroeg gekomen. De prijsvergelijkers kwamen te laat. Vergelijkers van de kwaliteit zijn er nog niet. Dus wat heeft de patiënt aan het hele experiment? Wij krijgen veel klachten binnen en horen weinig goede geluiden.” (kwade geluiden vanuit de zaal)

Kleijnenberg: “Ik vind ook dat het experiment te vroeg kwam. De NMT, de verzekeraars en de NPCF rollebollen nu over straat. De patiënt is de dupe geworden, mede door het toedoen van enkele verzekeringen. De minister is de lachende vierde. Verzekeringen moesten af en toe ook de keutel intrekken.” (duidt hier op de ‘markconforme prijslijsten’ die door enkele verzekeringen werden opgesteld en weer ingetrokken. Patiënten moesten het verschil betalen tussen tarief tandarts en tarief verzekering en dit viel niet uit te leggen. Ook riep een aantal verzekeraars dat de prijzen flink zouden stijgen, hetgeen niet is gebeurd)

Tolmeijer: “Ik vind die lijsten ook belachelijk, want de jeugd hoort in elk geval voor honderd procent de zorg vergoed te krijgen.”

Wind: “Er zijn zelfs patiënten die zeggen even te wachten met naar de tandarts gaan totdat de rust is weergekeerd. Dat is een slechte zaak. De patiënt heeft dus behoefte aan meer transparantie.”

Kleijnenberg: “Het is onbegrijpelijk dat een grote verzekering (hier wordt Achmea bedoeld) nog steeds aan de zogenaamde marktconforme prijzen wordt gehouden. En ook Menzis vergoedt wel veel, maar ook heel veel niet (zoals parodontale nazorg, terwijl dit heel hard nodig is; stoppen met behandeling = terugkeer van de ziekte = gebitsverlies en hogere kans op bijv. hart- en vaatziekten).
Verzekeringen onderling hebben ook een verschil van mening over wat kwaliteit is. CZ heeft een zwarte lijst van ziekenhuizen en dit idee werd overgenomen door andere verzekeringen. Die hebben echter een totaal andere lijst… Dus wat is kwaliteit? Voor de klant is dit erg onduidelijk!”

Stelling 2

De slager die zijn eigen vlees keurt is niet acceptabel. De kwaliteitsregisters KRM en KRT worden door de eigen beroepsverenigingen onderhouden. Dus moet er een onafhankelijk controle-instituut worden opgezet. Elke vijf jaar zal een examen moeten worden afgelegd.

Wind: “Graag wel verplichte controle, maar dit mogen de beroepsverenigingen best zelf organiseren.”

Tolmeijer: “Visitatie is een heel goed middel om de kwaliteit te controleren. Het zou mooi zijn als dit verplicht werd.”

Wind: “Ik vind de patiëntenervaringen belangrijker. Er moeten tevredenheidsonderzoeken worden afgenomen, waarvan de resultaten op vergelijkingswebsites gepubliceerd worden. Pas dan kan de patiënt goed kwaliteit en prijs vergelijken.”

Kleijnenberg: “Op dit moment zijn er te veel prijsvergelijkers (13). Enkel de prijs lijkt er toe te doen.”

Wind: “Daarom wil de NPCF ook een prijsvergelijker maken waaraan de kwaliteit is gekoppeld.”

Kleijnenberg: “Specialistische zorg dreigt onbetaalbaar te worden, omdat kwaliteit niet inzichtelijk is. De regering moet dit zien te voorkomen. Verzekeraars zouden meer om kwaliteit moeten vragen bij contractering in plaats van prijsafspraken te maken. De contractering moet anders; kwaliteitseisen moeten worden ingebouwd in het contract, maar verzekeringen kunnen de druk niet aan. Vanuit mondzorgers zijn voorstellen gedaan, die met spoed zouden worden doorgevoerd. Het duurt echter vier maanden voordat de software van de verzekering zover is…”

Een onderonsje als besluit…
Wind zei verderop in de discussie nogmaals dat tandartsen alleen maar geld willen verdienen.
Ik heb haar hierop aangesproken samen met een orthodontist. Deze woorden doen ons echt zeer. Wij hebben hart voor de patiënt en denken echt niet aan geld graaien. Wind zei daarop dat ze dit ook niet dacht over de congresbezoekers, maar dat er wel tandartsen zijn die zo denken. Wind ziet geen enkel voordeel van het experiment.

Toch zijn mijns inziens veel praktijken heel hard bezig om aan transparantie te werken. Er zijn veel websites bijgekomen van tandartsen waarbij het personeel wordt voorgesteld. Dan is te zien wie precies mondhygiënist is en wie preventieassistenten, wie tandarts en wie orthodontist. Veel praktijken zijn gaan werken met naambordjes. Ik zei Wind dat als je rode potloden spaart, je geen blauwe balpennen krijgt. Als ze klachten verzamelt, kan ze ook enkel klachten verwachten. Ik verzocht haar ook eens naar positieve geluiden te vragen. Die opmerking had ze al wel vaker gehoord, gaf ze als ‘tegenargument’…

Door: Lieneke Steverink-Jorna

Bron: Voorjaarscongres ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ van de NVvK en VBTGG, 16 en 17 maart 2012.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kwaliteit

Kwaliteitsindicatoren: welke aspecten zijn belangrijk?

Patiënten kunnen straks aan de hand van indicatoren de kwaliteit van mondzorgverleners ‘beoordelen’ en op een verantwoorde wijze zorg kiezen. Welke aspecten zijn belangrijk voor kwaliteit? Interview met NVM-bestuurslid Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven.

Kwaliteitsindicatoren
In juli vorig jaar heeft de Stichting Zichtbare Mondzorg een pilotlijst met 18-kwaliteitsindicatoren ontwikkeld voor tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprothetici.

De Samenwerkende Mondzorg Koepels (SMK)*, de NMT, de Consumentenbond, de NPCF, de IGZ en Zorgverzekeraars Nederland werken momenteel samen met Regioplan aan de definitieve versie van deze lijst aan de hand van de uitkomsten van de pilot. De patiënt zal straks onder andere aan deze indicatoren kunnen zien over welke kwaliteiten de tandarts- en/of mondhygiënistenpraktijk beschikt. Naar verwachting zal de lijst met kwaliteitsindicatoren rond de zomer definitief zijn.

Interview
dental INFO sprak met NVM-bestuurslid Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven over de aspecten van kwaliteit. Bij de NVM is zij verantwoordelijk voor de portefeuille onderwijs, scholing en wetenschap (OS&W) en sinds kort valt ook de portefeuille kwaliteit grotendeels onder haar beheer.

Ervaring patiënt
‘De ervaring van de patiënt is een belangrijk aspect in de totale lijst met kwaliteitsindicatoren’, zegt Yvonne Buunk-Werkhoven. Het is voor de mondzorgverlener van belang hier veel aandacht aan te geven. ‘Als mondzorgverlener moet je je steeds afvragen wat het doel en effect van een behandeling is. Als dit duidelijk is, kun je de juiste voorlichting en afgestemde adviezen geven aan de patiënt.’

Fasen
Bij de kwaliteitsindicatoren gaat het om vier fasen:

  1. Screenen
  2. Monitoren
  3. Behandelen
  4. Evalueren

De aspecten die hierbij een rol spelen zijn:

  • Doen van een ‘nulmeting’; uitvoeren (periodiek) mondonderzoek en vaststellen van de mondsituatie, inclusief de medische anamnese
  • Indiceren en uitvoeren van afgestemde behandelingen
  • Goede verslaglegging van de vastgestelde mondsituatie en het verloop van de mondgezondheid in het patiëntendossier
  • Monitoren van het gedrag van de patiënt als het gaat om het schoonhouden van de mond en voeding
  • Actualiseren van de medische anamnese en klinische metingen zoals bijvoorbeeld de DPSI-scores
  • Evaluatie van uitgevoerde verrichtingen conform behandelplan/zorgplan; naast technische aspecten, vooral de patiëntervaringen in de evaluatie opnemen

Helikopterview
‘Het is belangrijk dat een mondzorgverlener een helikopterview ontwikkelt met een goede combinatie tussen het bewustzijn van de kwaliteitsprocessen én de praktijkervaring’, zegt Buunk-Werkhoven. Het gaat dus niet alleen om de tandheelkundige behandeling op zich.

Aandacht voor kwaliteit is niet alleen een zaak van werkende mondzorgverleners. Ook de Tandheelkunde- en Mondzorgkunde opleidingen zouden dit vanaf het begin moeten meenemen zodat studenten met een goed ontwikkelde ‘kwaliteitgerichte’ attitude het beroep in gaan.

‘Preventie is meer dan alleen het wapperen met een folder’
Focus op preventie en gedragsverandering zouden volgens haar de pijlers moeten zijn van de opleidingen Mondzorgkunde. Mondhygiënisten worden sinds 2002 opgeleid om primaire cariës te behandelen en dat is goed. Maar de primaire en secundaire preventie blijven de basis. ‘Het gaat erom mensen bewust te maken van het belang van mondgezondheid en hun gedrag. Als mondzorgverlener moet je patiënten motiveren en stimuleren, ze bewust maken van de noodzaak van een gezonde mond als onderdeel van hun gehele gezondheid en verzorging. Preventie is meer dan alleen het wapperen met een folder.’

‘Mét elkaar werken, niet langs elkaar’
Goede samenwerking tussen mondzorgverleners is een voorwaarde voor het kunnen leveren van kwaliteit. ‘Met elkaar werken, niet langs elkaar’, zegt Buunk-Werkhoven. Tandarts, mondhygiënist, tandprotheticus en patiënt zouden, voor zover mogelijk, een op elkaar afgestemd zorg- en behandelplan moeten opstellen waarin staat aangegeven:

  • Wat is de zorgvraag?
  • Wat wil de patiënt?
  • Wat zijn de (on)mogelijkheden?

Echter, een gemeenschappelijke visie op de mondzorg, een gelijkwaardige professionele houding en goede onderlinge communicatie zijn hierbij van wezenlijk belang. Een goede samenwerking tussen mondzorgverleners begint bij de opleidingen en dit wordt gecontinueerd in het werkveld.

Bij- en nascholing
Het volgen van bij- en nascholing is een ander essentieel aspect voor het leveren van kwaliteit. Met de huidige vrije tarieven is objectieve kwaliteitsinformatie nodig voor de patiënt om uit het aanbod van mondzorgverleners te kunnen kiezen. Een inschrijving in een kwaliteitsregister van de KRM of KRT geeft patiënten deze objectieve informatie.

Ruim 1000 mondhygiënisten zijn geregistreerd in het KRM-kwaliteitsregister. Het KRM timmert hard aan de weg voor meer inschrijvingen. Zo is er een aspirantenregister opgezet voor mondhygiënisten, die nog niet kunnen voldoen aan de gestelde eisen voor inschrijving in het Kwaliteitsregister maar in het jaar voorafgaand aan de inschrijving in het Aspirantenregister wel 1/5 van het totaal aantal benodigde accreditatiepunten hebben behaald. Voor pas afgestudeerde mondhygiënisten is er ook een goede regeling. Als zij zich binnen een half jaar na afstuderen aanmelden, krijgen ze het eerste registratiejaar gratis.

Tuchtrecht mondhygiënisten
‘De NVM neemt de eerste stappen in de ontwikkeling van een model verenigingstuchtrecht voor mondhygiënisten’, geeft Buunk-Werkhoven aan. Onder de oude wetgeving behoorde de tandheelkunde exclusief toe aan de tandarts. De wet BIG bracht hier verandering in en mondhygiënisten zijn nu wettelijk bevoegd om functioneel zelfstandig voorbehouden behandelingen uit te voeren.

Voor mondhygiënisten is er nog geen vorm van tuchtrecht. Daar komt verandering in. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVM op 13 april zal nader worden ingegaan op het hoe en waarom van het tuchtrecht. Het model verenigingstuchtrecht zal worden voorgelegd en er zal over gestemd worden.

MondiX®
Op persoonlijke titel werkt Buunk-Werkhoven aan een index voor het vaststellen en evalueren van mondhygiënegedrag van individuen en groepen: de MondiX®. De MondiX® bevat allerlei details van het tandenpoetsen, inclusief het gebruik van interdentale hulpmiddelen en tongpoetsen. ‘In combinatie met een plakmeting en een bloedingsindex kan de MondiX® een goede basis zijn voor het monitoren van de mondverzorging in relatie tot de mondgezondheid’, zegt Buunk-Werkhoven.

Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven (1967) is werkzaam als NVM-bestuurslid met de portefeuilles Onderwijs, Scholing en Weten¬schap (OS&W) en Kwaliteit. Vanuit haar eigen onderneming SPOH ARTS werkt zij als zelfstandig psycholoog, mondhygiënist en onderzoeker. Zij is nationaal en internationaal in advies- en onderzoeksfuncties betrokken bij preventie-maatregelen, voorlichting en gedragsverandering binnen de mondzorg. In september 2010 is zij toegetreden tot het bestuur van de Public Health Section van de FDI World Dental Federation. In 2011 is zij – op uitnodiging – lid van het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap en lid van de Task Force bij de ontwikkeling van een doctoraal programma in Mondhygiene (Idaho State University, USA). Lees meer

* Samenwerkende Mondzorg Koepels bestaat uit de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), de Nederlandse Vereniging van Instellingen voor Jeugdtandzorg (NVIJ) , de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM), de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en de Samenwerkende Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging (SRI).

Mrt 2012

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Opinie, Thema A-Z

Garantiefonds Mondzorg wordt sectorbreed

Stichting Garantiefonds Mondzorg (SGM) gaat een nieuwe fase in. Het in 2009 door de ANT opgerichte fonds wordt sectorbreed en telt straks ruim 7.000 leden. Dinsdag 20 maart bereikten alle betrokken partijen daartoe een principe-akkoord.

“Met deze verbreding wint het Garantiefonds voor de patiënt enorm aan waarde”, stelt SGM-voorzitter Marnix de Romph. “Voor een patiënt geldt straks: met welke mondzorger hij ook een probleem krijgt, het wordt in verreweg de meeste gevallen opgelost.”

Gegrond verklaarde klacht
Het Garantiefonds Mondzorg biedt patiënten de garantie dat bij een gegrond verklaarde klacht tegen een mondzorger de kosten voor een herstelbehandeling te allen tijde worden vergoed. De leden van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) waren al sinds 2009 aangesloten bij het fonds. Daar kwamen vervolgens ruim 350 tandprothetici en een aantal jeugdtandartsen bij en nu nog eens zo’n 800 vrijgevestigde mondhygiënisten en 5.500 praktijkhoudende NMT-leden.

Imago
De leden van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) sloten zich als eersten bij de SGM aan. Vervolgens gingen de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) en de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) in 2011 met de SGM in gesprek over toetreding tot het Garantiefonds. De Romph, tevens directeur van de ONT: “Iedereen ziet het belang van het fonds voor de patiënt. Maar het is ook een positieve impuls voor het imago van de hele mondzorgsector. De overheid heeft de SGM immers omarmd als een goede kwaliteitsindicator.”

Direct beschikbaar
Bij herstelbehandelingen tot 10.000 euro zorgt het Garantiefonds dat het bedrag direct beschikbaar is. Achteraf verhaalt het die kosten op de verantwoordelijke mondzorger. Voor bedragen boven de 10.000 euro is de SGM verzekerd.
Overigens is het aantal herstelbehandelingen waarvoor in de afgelopen drie jaar een beroep op het Garantiefonds werd gedaan, te verwaarlozen. De Romph: “Het ging om een enkele behandeling tot 10.000 euro. Het geeft maar weer eens aan dat de Nederlandse mondzorg van een hoog niveau is.”

Bezwaar
Waar ANT-leden in eerste instantie automatisch lid waren van het fonds, zijn ze dat nu niet meer. De Romph: “Eind 2010 heeft een van de leden de juridische implicaties van een collectieve deelname aan het fonds aan de orde gesteld. Hij wees op het risico dat een individuele tandarts op die manier het recht zou kunnen verspelen om bezwaar te maken tegen het gegrond verklaren van een klacht door de klachtencommissie van de ANT. Terwijl voor een SGM-lid de uitspraak van die commissie bindend is.”

De leden van de NMT en de NVM krijgen binnenkort een collectief gefinancierd lidmaatschap aangeboden. “Mét een uitleg van de eventuele juridische implicaties en de mogelijkheid om van lidmaatschap af te zien”, stelt De Romph. “Zo blijft aansluiting dus een individuele keuze van de mondzorger. Wij voorzien echter niet dat velen zullen afhaken. Van de ANT-leden zijn vorig jaar na het stopzetten van het collectieve lidmaatschap ruim 600 tandartsen opnieuw uit eigen beweging lid geworden. En van de 362 tandprothetici die via de ONT het SGM-lidmaatschap kregen aangeboden, gaven slechts zeven aan daar om diverse redenen geen prijs op te stellen.”

Verschillende risico’s
De Romph gaat er vanuit dat de mondzorgkoepels zelfreinigend zijn. “Als zorgverleners er een potje van maken, dan wordt dat opgemerkt. Elke koepel heeft een codex en ons eigen reglement voorziet in de mogelijkheid om leden eventueel te royeren. Uiteraard realiseren we ons dat verschillende mondzorgers verschillende risico’s op claims lopen. De kans dat er in de complexe behandeltrajecten van bijvoorbeeld een gnatoloog iets mis gaat waarbij een herstelbehandeling nodig blijkt, is natuurlijk groter dan dat een mondhygiënist fouten maakt bij het verwijderen van tandsteen.”

Het lidmaatschap van de SGM wordt in bijna alle gevallen collectief gefinancierd en gaat voor de meeste mondzorgers vooralsnog niets extra kosten.

Lees meer over: Actueel, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z
Checklijst

Consumentenbond: De vijf eisen aan transparantie

De Consumentenbond pleit voor het openbaar maken van gegevens die iets zeggen over de kwaliteit van de zorg. Wat de Consumentenbond betreft gaat dit over het toegankelijk maken van het register voor zorgverleners, het openbaar maken van sterftecijfers en over gegevens over de kwaliteit van zorg. Om de transparantie in de gezondheidszorg te bevorderen, is de Consumentenbond de campagne Kiezen moet Kunnen gestart. Nu deze campagne is afgesloten, zetten zij op een rij wat ze hebben gedaan en bereikt. Lees hieronder het bericht van de Consumentenbond.

Vijf speerpunten transparantie
Omdat transparantie een zeer breed onderwerp is, hebben wij binnen dit thema vijf speerpunten geformuleerd. Deze punten sluiten wat ons betreft aan bij een knelpunt in de zorgsector. Doelstelling van de campagne was om de aandacht te vestigen op deze verschillende knelpunten en bovendien een stap te zetten in de richting van verbetering hiervan, in de breedste zin van het woord.

Bij sommige speerpunten is de mogelijkheid om veranderingen te bewerkstelligen niet zo een-twee-drie te realiseren. Hiertoe moeten (politieke) trajecten worden ingezet die niet op korte termijn resultaat opleveren. Wel worden uiteraard deze trajecten in gang gezet en houden wij een vinger aan de pols ten aanzien van de successen en kansen.

Hieronder zetten wij, nu de campagne is afgesloten, op een rij wat wij op de vijf speerpunten hebben gedaan en bereikt.

1. Stop de doofpotcultuur
Ziekenhuizen en artsen moeten open zijn over fouten en incidenten en deze met de patiënt bespreken.

Wat is het probleem?

In Nederland lopen jaarlijks zo’n 40.000 mensen gezondheidsschade op en overlijden ruim 1950 mensen door vermijdbare fouten. Wie met een medische fout te maken krijgt, loopt vaak op tegen de in Nederland heersende doofpotcultuur. Bovendien is de weg om een klacht of claim in te dienen lang, tijdrovend en kostbaar!

Dit moet verbeteren door consumenten bewust te maken van de rechten en plichten die ze hebben en door het bestaan van de doofpotcultuur aan te tonen en zo mogelijk te veranderen.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

In het kader van de campagne hebben wij een Meldactie medische missers gehouden. In korte tijd kregen wij veel reacties binnen over (de abominabele afhandeling van) medische missers. Met deze resultaten is een reportage gemaakt door KRO Brandpunt, waarin artsen zelf toegeven dat er een doofpotcultuur heerst in de Nederlandse zorgsector en waarin slachtoffers hun verhaal doen. Hiermee is het onderwerp op de kaart gezet en hebben wij de politiek opgeschud om dit onderwerp op te pakken.
Een selectie van deze verhalen is opgenomen in ons boek “Dokter, luister nou!”. Dit boek is aangeboden aan de vaste Kamercommissie van VWS, om duidelijk te maken dat er een probleem is dat niet ontkend mag worden.

2. Maak klagen makkelijk
Het moet eenvoudig worden voor patiënten om een klacht in te dienen.

Wat is het probleem?

Je recht halen in de zorg is niet eenvoudig. Enerzijds blijkt uit verschillende rapporten zoals van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) de tekortkomingen van het huidige systeem. Ook blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond dat cliënten het moeilijk vinden de juiste weg te vinden in de zorg en vaak geen vertrouwen hebben in de afhandeling van hun klachten.

Een betere klacht- en geschillenbeslechting zou hier de oplossing kunnen bieden.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

De Consumentenbond heeft de Minigids ‘Ken uw rechten als patiënt’ ontwikkeld. Zowel leden als niet-leden konden gratis de Minigids aanvragen, waarin veel informatie is opgenomen over de rechten en plichten van de cliënt. Zoals wat je kunt doen bij een klacht en hoe het verkrijgen van een second opinion in zijn werk gaat. In combinatie met de nodige uitingen om cliënten te wijzen op deze gids, is de afname groot geweest en hiermee hebben wij veel cliënten bekend gemaakt met belangrijke regels en mogelijkheden in de zorgsector. Gedurende de campagne heeft de Consumentenbond de mogelijke komst van een nieuwe wet; de Wet Cliëntenrechten Zorg, goed in de gaten gehouden en hierop gereageerd indien mogelijk. Deze nieuwe wet zou wat de Consumentenbond betreft zo snel mogelijk moeten worden ingevoerd, omdat de positie van de cliënt hierdoor sterk zal verbeteren. De Consumentenbond maakt zich hard om dit te realiseren.

Ter afsluiting van de campagne heeft het Campagneteam Kiezen moet Kunnen de wegwijzer voor zorgklachten geproduceerd en gepresenteerd. Deze online tool helpt mensen de juiste keuzes te maken wanneer zij een klacht hebben over een zorgaanbieder. Hiermee helpen wij concreet consumenten de weg te vinden bij hun zorgklacht. Om een betere positie te creëren voor consumenten die slachtoffer zijn geworden van een medische misser, heeft de Consumentenbond bepleit om de bewijslast te verschuiven bij een incompleet dossier. De Consumentenbond is van mening dat incidenten moeten worden opgenomen in het dossier en dat bij een onvolledig medisch dossier, de rechter uit zal moeten gaan van de stelling van het slachtoffer. De minister van VWS steunt de Consumentenbond hierin.

De Consumentenbond is in het kader van de afhandeling van medische missers van mening dat er een onafhankelijke kenniscommissie zou moeten komen, die de consument kan bijstaan wanneer er sprake is van een mogelijke medische misser. Het moet voor de consument makkelijker worden gemaakt om te achterhalen wat er is gebeurd en hoe de kaarten verdeeld zijn. De onafhankelijke kenniscommissie zou hierin goed kunnen helpen.
Meer overkoepelend dan enkel campagnebreed, is de Consumentenbond binnen veel sectoren in de zorg druk bezig met het opstellen van tweezijdige Algemene Voorwaarden. Hierin worden over en weer de rechten en plichten weergegeven van de zorgaanbieder en de cliënt en is het tevens de bedoeling duidelijkheid te creëren over de klachtafhandeling.

3. Maak kwaliteit zichtbaar

Cijfers over onder andere ervaring van artsen, resultaten van behandelingen, complicaties en sterftecijfers moeten openbaar gemaakt worden.

Wat is het probleem?

Er gebeurt veel en er zijn ook vrij veel cijfers bekend, maar daar gebeurt hoe dan ook te weinig mee en sommige sectoren blijven ook lelijk achter met cijfers. Keuze-informatie is een eerste vereiste voor de ‘zorgconsument’ om zijn positie op de zorgmarkt invulling te kunnen geven. Zonder keuze-informatie kan een zorgconsument geen weloverwogen keuze maken. De druk op zorgverzekeraars en zorgaanbieders om cliëntgericht te werken komt dan niet tot stand. Het recht op keuze-informatie zou erkend moeten worden!

Wat hebben we gedaan en bereikt?

Op onze campagnesite hebben wij een verwijzing opgenomen naar de informatie die beschikbaar is over de kwaliteit op de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
De Consumentenbond participeert in meerdere trajecten ten aanzien van het verkrijgen van informatie over de zorg. Op meerdere manieren zal de Consumentenbond de mogelijkheden benutten om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen en openbaar te maken voor het maken van een weloverwogen keuze in de zorg.

Ten aanzien van het openbaar maken van sterftecijfers van ziekenhuizen, houdt de CB ook een vinger aan de pols. Hier zijn nog steeds geen bruikbare vergelijkingen te maken. De CB blijft hier de aandacht op vestigen.

4. Zorg voor goed geïnformeerde patiënten
Patiënten moeten voor de behandeling weten wat hen te wachten staat.

Wat is het probleem?

Cliënten zijn niet goed op de hoogte van hun rechten en plichten in de zorg en ook zijn zij vaak niet goed genoeg geïnformeerd voorafgaand aan een behandeling. Onvoldoende informatie zorgt voor onbegrip en ontevredenheid, dat op zijn beurt weer leidt tot klachten. Zowel artsen als consumenten moeten alles in het werk stellen elkaar zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van belangrijke informatie.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

De Consumentenbond heeft vraagwijzers ontwikkeld. Op deze vraagwijzers staan de belangrijkste vragen die je aan je arts kunt stellen. Deze vraagwijzers zijn gratis verspreid, door ze in te plakken in de Gezondgids van de Consumentenbond. Ook niet-leden konden gratis een vraagwijzer aanvragen. Hiernaast is deze vraagwijzer ook meegestuurd met de Margriet, waarmee wij zo’n 200.000 consumenten hebben weten te bereiken, en zijn ze momenteel te vinden op onze website. Met deze vraagwijzers willen wij consumenten duidelijk maken dat zij ook een belangrijke rol spelen in het verkrijgen van de juiste informatie. Met dit hulpmiddel zijn consumenten concreet geholpen.

Het campagneteam heeft onder Nederlandse ziekenhuizen posters verspreid met de belangrijkste vragen die een cliënt aan zijn arts zou moeten stellen om goed geïnformeerd te raken. Hiermee wil de Consumentenbond aantonen dat vragen kan en mag. Deze posteractie roept artsen hopelijk tegelijkertijd op om zich er bewust van te zijn dat cliënten recht hebben op informatie. Hoe beter de arts de consument van tevoren instrueert, hoe minder communicatiestoringen en ontevreden consumenten er zijn.

5. Stop het BIG-geheim
Patiënten moeten makkelijker hun medisch hulpverlener kunnen opzoeken in het Big-register, het kwaliteitsregister voor zorgverleners.

Wat is het probleem?

Het Big-register is niet goed toegankelijk. Dit blijkt ook uit onderzoek van de Consumentenbond (Gezondgids juni/juli 2011) waar een derde van de gezochte hulpverleners niet te vinden was. Ook heeft het onderzoekspanel meerdere verbeterpunten aangedragen die het zoeken makkelijker maken en de controle of je echt de juiste zorgverlener hebt gevonden, verbeteren.

Het tweede probleem is dat op dit moment waarschuwingen van het tuchtcollege nog niet openbaar zijn. Uit eigen onderzoek blijkt dat driekwart van de respondenten wil dat de naam van de arts openbaar wordt gemaakt. Daarnaast zijn de uitspraken niet gekoppeld aan het Big-register, waardoor het dus niet duidelijk is waarvoor iemand precies is veroordeeld.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

In het begin van de campagne is er een grote BIG-meldactie geweest. Consumenten konden met hulp van de Consumentenbond hun zorgverlener opzoeken in het BIG-register. Hiermee wil de CB niet alleen dit belangrijke register onder de aandacht brengen, ook wil de CB aantonen dat het gebruik van dit register hard aan verbetering toe is. Ruim 800 mensen hebben via ons hun hulpverlener gezocht in het BIG-register, omdat zij zelf moeite hadden met het vinden van hun zorgverlener. Naar aanleiding van deze BIG-actie was het voor ons heel duidelijk waar de verbeterpunten lagen en deze zijn besproken met de beheerder van het BIG-register, het CIBG.

We houden de ontwikkelingen op gebied van de Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ) nauw in de gaten. In deze WCZ is namelijk opgenomen dat het register verplicht moet worden geraadpleegd bij nieuwe werknemers. Al met al is het campagneteam Kiezen moet Kunnen trots op de behaalde resultaten. De Consumentenbond zal dit onderwerp zeker nog op de agenda laten staan, want deze stappen in de goede richting mogen niet meer terug gezet worden. Het campagneteam is blij met de steun die zij heeft gekregen van alle consumenten die de campagne een warm hart toedragen door de campagne te steunen en de grote interesse in de nieuwsbrief.

Bron:
Consumentenbond

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kwaliteit
commentaar

Richtlijn Mondzorg voor jeugdigen open voor commentaar

Tot 2 februari 2012 kunnen tandartsen reageren op de conceptrichtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ van de NMT.

Achtergrond
De richtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ is ontwikkeld op initiatief van de NMT met medewerking van diverse organisaties. De richtlijn geeft aanbevelingen over screening, preventie, diagnostische instrumenten en therapeutische interventies rond de mondzorg bij jeugdigen. Daarnaast biedt de richtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ aanknopingspunten voor samenwerking tussen de verschillende disciplines die betrokken zijn bij de verschillende facetten rondom de mondzorg voor jeugdigen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NPCF meet patiëntenervaringen via vragenlijst op internet

De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) gaat mensen vragen wat hun ervaringen zijn met de invoering van vrije prijzen in de mondzorg. Tandartsen (en andere mondverzorgers) mogen vanaf nu zelf hun tarieven vaststellen. De NPCF wil graag weten wat mensen in de praktijk merken van de nieuwe prijzen? Stijgen de prijzen? Veranderen mensen van tandarts? Via een vragenlijst wil de NPCF zoveel mogelijk ervaringen verzamelen.

De NPCF vindt dat het experiment met vrije prijzen in de mondzorg te vroeg komt. Het is nu nog niet mogelijk om online na te gaan hoe een tandarts op kwaliteitsaspecten zoals hygiëne, het aantal patiënten met cariës (gaatjes) en de levensduur van kronen scoort. Samen met de prijzen van de behandeling heb je deze informatie nodig om een goede keuze te kunnen maken voor een tandarts.

Geheimzinnigheid
“Tandartsen moeten verplicht een website hebben waarop de prijzen van hun behandelingen staan. Dat is de voorwaarde die minister Schippers heeft gesteld bij dit experiment met vrije prijzen. Maar nu blijkt dat er niet op gecontroleerd wordt! Ik vind dat ongelooflijk. De minister stelt het verplicht, en vervolgens komen de tandartsen er zo mee weg. Een tandarts hoort in deze tijd een fatsoenlijke website te hebben, waar onder meer duidelijk de prijzen en behandelingen op te vinden zijn. Als patiënt kun je bijna alleen maar prijzen vergelijken als je dat online kunt doen.”

De NPCF is ook benieuwd of de prijzen erg zullen stijgen. “De geheimzinnigheid van tandartsen om hun prijzen pas na 1 januari bekend te maken, belooft hiervoor weinig goeds”, zegt de NPCF. 

Keuzes maken
‘Het wordt beter kiezen voor uw tanden’, is de slogan van de tandartsorganisatie NMT. “Maar er valt nu eigenlijk niets te kiezen voor patiënten. Als je tandarts geen website heeft is het lastig om prijzen te vergelijken met andere tandartsen. En kwaliteit kun je al helemaal niet vergelijken. Hoe kun je dan een goede keuze maken?

We zijn erg benieuwd naar de mening van de patiënt hierover,” zegt Wind. “Pas als je als patiënt echt kunt kiezen op prijs en kwaliteit gaat het systeem werken en ervaren tandartsen een prikkel tot verbetering van hun dienstverlening en het hanteren van een scherpe prijs.” Uit onderzoek van de NOS blijkt dat de prijzen enorm uiteenlopen, met forse stijgingen die niet verklaarbaar zijn. De nieuwsdienst voerde een steekproef uit onder 127 tandartsen.

De vragenlijst staat de komende maanden open. De NPCF heeft ook een vraag-en antwoordenlijst over de vrije prijzen in de mondzorg op de site staan. Daarnaast kunnen mensen in de kennisbank informatie opzoeken of hun vragen stellen bij de Zorglijn van de NPCF.

Bron:
NPCF


Lees meer over: Kennis, Kwaliteit