Mondzorg bij het kind

Kindergebit

Wie kent ze niet, kinderen die ogenschijnlijk niets mankeren maar die eenmaal in een behandelsetting toch een medische aandoening blijken te hebben die invloed heeft op de tandheelkundige behandeling.

Symposium “Mondzorg bij het kind”
Tijdens het symposium “Mondzorg bij het kind” dat onlangs door SCEM werd georganiseerd voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten, maar ook voor kinder- en JGZ-artsen, passeerden aan de hand van herkenbare casuïstiek een aantal veel voorkomende aandoeningen bij (jonge) kinderen de revue.
Van het kind met astma, het overgevoelige kind, het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap en het kind met kanker, werden op interactieve wijze steeds eerst de algemeen medische aspecten belicht door kinderarts mevrouw drs. J.G.M. Rijntjes en vervolgens de kindertandheelkundige door tandarts-pedodontoloog dr. G. Stel. De nadruk lag hierbij op de vraag hoe voorkomen kan worden dat de aandoening verslechtert.

Tijdens het ochtendprogramma gaf dagvoorzitter R.J.M. Knevel, mondhygiënist B health, volop ruimte voor vragen en interactieve discussie. In de workshops van het middagprogramma werden de aanwezigen nader geïnformeerd over middelen en materialen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van kinderen met een rugzakje. Zo kwamen lokale anesthesie, de toepassing van een adrenaline auto-injector, cariëspreventieve maatregelen en de droge mond aan de orde.

Beknopte samenvatting van de behandelde casus:

Het benauwde kind – het kind met COPD klachten/astma
Bij het kind met astma is het belangrijk stress, één van de oorzaken van een astma-aanval, te beperken door een goede uitleg van de behandeling. Ook het laten innemen en bij zich hebben van de medicatie (verstuiver: bijvoorbeeld salbutamol) is belangrijk. Het gebruik van vernevelende luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie kan leiden tot een verminderde speekselvloed. Ook worden daarbij lagere concentraties eiwitten waargenomen. Het aantal potentieel pathogene micro-organismen – met name S. Mutans – zou daarbij ook verhoogd kunnen zijn.
De vaak gebruikte ontstekingsremmers (inhalatie steroïden) zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor een daling van de pH met aantasting van de harde tandweefsels als gevolg. Welke rol de speekselvloed- en samenstelling daarbij heeft wordt nog volop onderzocht. Wel kan bij kinderen die inhalatiemedicatie gebruiken en die een niet met het medicatiegebruik en de mondhygiëne samenhangend cariësbeeld vertonen een speekseltest worden uitgevoerd. Als een verhoogd cariësrisico blijkt is preventie belangrijk, zie voor meer informatie de adviezen van het Adviescollege Preventie Tand- en Mondziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Fluoride is momenteel in bewerking. Kijk op de websitye van het Ivoren Kruis (www.ivorenkruis.nl) voor de laatste stand van zaken.
Het innemen van een pijnstiller (doorgaans Paracetamol) een uur voor de behandeling kan het effect van de lokale anesthesie versterken en een gunstig effect hebben op de wondgenezing. Een goed overzicht van geschikte orale analgetica biedt het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fkcvz.nl)
Het gebruik van adrenalinehoudende anesthesievloeistof kan in zeldzame gevallen een allergische reactie uitlokken. Bij twijfel over de ernst van de astma of de mate van overgevoeligheid is het raadzaam de behandelend (kinder)arts te raadplegen.

Het gevoelige kind – het kind met een atopische constitutie
Latexallergie komt niet veel voor. Bij kinderen < 5 jaar is nog nooit een latexallergie beschreven. Patiënten met een latexallergie behandelen kan alleen wanneer de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het specifieke type allergie en de ernst van de reactie. De werkruimte en de handschoenen van de operateur moeten latexvrij zijn (vynil of nitrile). Eventueel is verwijzing naar een gespecialiseerd centrum wenselijk. Als behandeling in de eigen praktijk plaatsvindt is het raadzaam een EpiPen® of Anapen® paraat te hebben. Dit is een auto-injecterende “pen” die bij een voorkomende anafylactische reactie de verschijnselen van bloeddrukdaling bij een allergische reactie snel kan behandelen.

Het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap – schisis
Kinderen met een schisis hebben een verhoogde kans op cariës. Het voorkómen van cariës door een goede mondverzorging is dus een belangrijk onderdeel van de preventieve behandeling van een kindje met schisis. Een goede mondreiniging en het gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel.
Als het niet goed mogelijk is het fluoride basis-advies (Advies Fluoride) te volgen kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn zoals fluoridelakken of -vernissen (bijvoorbeeld Duraphat® van Colgate) of chloorhexidinegels of -vernissen.
De middelen waarin chloorhexidine is verwerkt hebben voor kinderen een minder aantrekkelijke smaak en zijn minder eenvoudig aan te brengen dan fluoridelakken of – vernissen. Fluoride zal daarom eerder middel van eerste voorkeur zijn.

Klik hier voor meer informatie over schisis en mondverzorging: www.schisis.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/Schisis

Het kind met een oncologische aandoening
Leukemie, verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker wordt in Nederland in zeven kinderkankercentra behandeld.  Acute leukemie komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Leukemie wordt behandeld met cytostatica, bestraling van het hoofd-halsgebied soms gecombineerd met stamceltransplantatie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen meer of minder uitgesproken effecten op de mondweefsels optreden. Bestraling in het hoofd-halsgebied kan effect hebben op de werking van de in het bestralingsgebied gelegen speekselklieren maar ook de zich ontwikkelende gebitselementen in hun groei remmen. Soms is door behandeling op erg jeugdige leeftijd de gebitsontwikkeling zo verstoord dat multidisciplinaire behandeling in een gespecialiseerd centrum moet plaatsvinden.
Preventie van tandheelkundige problemen is tijdens de behandeling van acute leukemie van groot belang. Mondhygiëne en behandeling van de effecten van een eventuele droge mond staan centraal. Naast de verminderde speekselvloed en het effect daarvan op het ontstaan van cariës kan mucositis optreden. Om slijmvliesproblemen te voorkomen is tenminste 4 keer per dag spoelen met een 0,9% NaCL oplossing aan te raden. Richtlijnen voor tandheelkundige professionals zijn onder meer te vinden op www.oncoline.nl; de landelijke richtlijn met betrekking tot de preventie van orale mucositis (evidence based) is eveneens via deze website te vinden.
De behandeling van effecten van een verminderde speekselvloed is mede afhankelijk van de oorzaak van de droge mond. Over de verschillende oorzaken en de behandelmogelijkheden is recent het Advies Droge Mond uitgebracht door het Ivoren Kruis. Het speekselcentrum biedt nuttige informatie voor professionals én patiënten over oorzaken en behandelingen van droge mond

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z