Casus en uitleg de oorzaken van gebitsproblemen 400 230

Preventief beleid: wittevlekleasies bij orthontische behandeling

Tijdens een orthodontische behandeling met vaste apparatuur is het risico op het ontstaan van wittevleklaesies groot. Het doel van dit onderzoek was drieledig: inzicht verkrijgen in:

  • De preventieve maatregelen die in Nederland standaard in de orthodontische praktijk worden toegepast
  • Wanneer begonnen wordt met het gebruik van een fluoridespoelmiddel
  • Welke concentratie en frequentie van gebruik van een fluoridespoelmiddel worden aanbevolen

Hiervoor werd een schriftelijke enquête onder orthodontisten in Nederland gehouden. De vragenlijst werd door 154 orthodontisten (81%) ingevuld geretourneerd.

Resultaten

 

  • Een basisprotocol mondhygiëne werd door 93% bij aanvang van de behandeling toegepast.
  • Het merendeel (90%) adviseerde 1 keer per dag te spoelen met een fluoridespoelmiddel.
  • Meestal (85%) werd aanbevolen dit ’s avonds direct na het tandenpoetsen te doen.

Aanbeveling auteurs
De auteurs bevelen aan op een ander tijdstip dan na het tandenpoetsen te spoelen met fluoridespoelmiddel, waardoor het aantal fluoridemomenten per dag stijgt. Dit verhoogt de effectiviteit van deze preventieve maatregel tegen cariës.

Bron:
NTvT mei 2010
Auteurs: A.E.G. Kerbusch, A.M. Kuijpers-Jagtman, J. Mulder, W.J.M. van der Sanden

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z
Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Kijk verder dan de feiten

Rien van der Horst, tandarts en juridisch-tandheelkundig adviseur, geeft aan de hand van een casus het belang aan van terughoudendheid bij het beoordelen van het werk van een vorige tandarts van een patiënt.

Situatie
Een patiënte verandert van tandarts. De nieuwe tandarts Y constateert ernstige parodontitis en vertelt dit aan patiënte. Tandarts Y vraagt geen verklaring aan de vorige tandarts X en vergeet hiermee ‘hoor en wederhoor’ toe te passen. De patiënte stelt haar vorige tandarts aansprakelijk via haar rechtsbijstandverzekeraar. Iets te snel door de bocht zal later blijken.

Feiten

  • Patiënte is van juni 2004 tot december 2006 onder behandeling bij tandarts X. In juli 2007 vindt de eerste behandeling bij haar nieuwe tandarts Y plaats. Hij voert een periodiek preventief onderzoek uit en vervaardigt een orthopantomogram met twee bitewingfoto’s.
  • ‘Het resultaat was verpletterend’, aldus de patiënte en ze vervolgt:’de uitkomst was dat mijn gebit in een zeer slechte staat was door diverse ontstekingen en los zittende tanden en kiezen. Het was voor zowel de tandarts als voor de mondhygiënist dan ook niet te begrijpen dat ik regelmatig zowel een tandarts als mondhygiënist bezocht had’, aldus de patiënte.
  • Op basis van deze ‘uitkomst’ stelt zij in een brief haar vorige tandarts X aansprakelijk en schakelt haar rechtsbijstandverzekeraar in.
  • De adviseur van de rechtsbijstandverzekeraar adviseert om geen aansprakelijkheids-procedure te starten om de volgende redenen:

    – Uit de door tandarts X bijgehouden behandelkaart blijkt, dat in augustus 2004 mond-hygiënische behandelingen zijn verricht in de vorm van: een uitgebreide gebitsreiniging, een bepaling van de plaque score en instructie om tussen de tanden en kiezen met ragers te reinigen.

    – Een endobehandeling is uitgevoerd, waarbij op de foto’s reeds sprake is van ernstige paroploblemen van het betrokken element en de beide buurelementen.

    – In december 2004 werd een DPSI-score van 4 vastgesteld. Tandarts X heeft nagelaten om na deze vaststelling gedetailleerde parodontale diagnostiek in te stellen door middel van een parodontiumstatus en röntgenfoto’s.

  • Op grond daarvan is de conclusie gerechtvaardigd dat tandarts X verwijtbaar nalatig is geweest in de parodontale diagnostiek en daarmee in de parodontale zorg voor de patiënte. Was op grond daarvan tandarts X aansprakelijk te stellen voor de kosten van de achterstallige parobehandelingen? Nee! Immers ook als tandarts X patiënte tijdig naar een parodontoloog zou hebben verwezen, zou patiënte dezelfde kosten voor een paro-behandeling hebben moeten maken in 2004/5 als in 2007. Het ontstaan van parodontitis kan tandarts X niet worden aangerekend. De aard en de ernst van de aandoening was reeds ontstaan vóór 2004 en ontwikkelt zich bovendien over een langere periode dan de periode waarin de patiënte onder behandeling was bij X.
  • Patiënte is het niet eens met dat advies, mede omdat haar nieuwe tandarts Y haar verbazing deelt over het advies van de tandheelkundig adviseur van haar rechtsbijstandverzekeraar.
  • De Rechtsbijstandverzekeraar besluit tot een second opinion.
    Ook de tweede tandheelkundig adviseur, die de second opinion uitvoert, adviseert om geen aan-sprakelijkheidsprocedure te starten tegen de vorige tandarts van hun cliënte, op basis van de zelfde motivering na bestudering van alle stukken uit het dossier.

Aanbevelingen

  • Stel u terughoudend op en geef geen commentaar na klinisch onderzoek bij een nieuwe patiënt waarbij u vragen heeft over mogelijk verwijtbaar nalatig handelen door de vorige tandarts.
  • Vraag de vorige tandarts om een verklaring over de geconstateerde feiten. De schuldvraag is pas te beoordelen indien naast de feiten ook de omstandigheden van het geval in beeld zijn gekomen.
  • Informeer de patiënt over de klinische bevindingen en het behandelplan.

Door Rien van der Horst

Oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars
Tandheelkundig adviseur Verzekeraars
Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving
VGZ en KNMT in gesprek over inkoopbeleid

Wat vertelt u mij daar?!

Een enquête* onder mensen met een (partiële) prothese heeft voor de onderzoekers de bekende ‘open deuren’ maar ook opmerkelijke bevinden opgeleverd. Één belangrijke conclusie willen wij u niet onthouden. Wellicht vindt u hierin zelfs een aanknopingspunt voor de informatieverstrekking vanuit uw praktijk.
Aan volwassenen – mannen en vrouwen – met een (partiële) gebitsprothesen zijn vragen voorgelegd over mondhygiëne. De resultaten waren:

  • Het overgrote deel (ongeveer 65%) van de respondenten in de leeftijd 45-70 poetst nog dagelijks zijn prothese met tandpasta en de gewone tandenborstel.
  • Bijna 50% van de respondenten geeft aan (daarnaast) bruistabletten te gebruiken voor het reinigen van de prothese.
  • Slechts een kleine 10% van de mensen geeft aan een detergent (vloeibare reiniging) te gebruiken speciaal ontwikkelt voor het schoonpoetsen of -spoelen van hun prothese.

Top 3 kenmerken voor keuze reinigingsproduct prothese
De belangrijkste kenmerken (top 3) bij het maken van de keuze voor een product waarmee de prothese schoongemaakt wordt zijn volgens diezelfde respondenten:

  • Verwijderen van hardnekkige aanslag (72%)
  • Doden van bacteriën (49%)
  • Niet agressieve werking op gladde oppervlakten (45%)

Prothese dragers weten onvoldoende over effecten reinigingsproducten
Hoe komt het dan toch dat de gewone tandenborstel in combinatie met tandpasta nog steeds de meest populaire producten zijn om de prothese schoon te maken? Respondenten –die over het algemeen al meer dan 3 jaar een prothese dragen – weten onvoldoende de effecten van bepaalde producten op de gladde oppervlakten van hun prothese. Dit maakt voorlichting aan mensen met een prothese nog steeds een actueel onderwerp in de dienstverlening vanuit uw praktijk.

Voorlichting dental professional belangrijk
De tandarts is de belangrijkste bron van informatie over het schoonmaken en schoonhouden van de prothese. Toch is er ook een groep met dezelfde grootte (ongeveer 40%) die aangeeft nooit door iemand geadviseerd te zijn over mondverzorging bij een prothese. Ondanks dat men hier wel behoefte aan heeft en het, zoals eerder bleek, ook noodzakelijk is.
Wordt vervolgd …

*Bron: Multiscope, augustus 2009

Door: Nycomed

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Vervroegde vervanging UZI-pas tandartsen met vervaldatum voor 1 september 2011

Bepaalde tandartsen en orthodontisten ontvangen van het ministerie van VWS bericht dat hun UZI-pas wordt vervangen. In het kader van de invoering van het Burgerservicenummer in de zorg heeft bijna driekwart van de tandartsen een UZI-pas (Unieke Zorgverlener Identificatie pas) aangevraagd en in gebruik.

Veiligheid
Sinds 1 december 2009 wordt de UZI-pas voorzien van de nieuwste generatie chip. Omdat het ministerie van VWS wil dat de UZI-pas moet voldoen aan het hoogst mogelijke veiligheidsniveau is door dat ministerie besloten om alle passen die zijn uitgegeven voor de datum van december 2009 te vervangen. Dit betreft dus ook de medewerkerspassen. Servercertificaten hoeven niet opnieuw aangevraagd te worden.

U krijgt een brief over vervanging
Het UZI-register is daarom in opdracht van het Ministerie van VWS een actie gestart om dit jaar deze UZI-passen te vervangen. Als eerste zullen passen die geldig zijn tot 1 september 2011 vervangen worden. Het betreft dan UZI-passen die vóór 1 september 2008 zijn afgegeven.

Volgens informatie van het UZI-register gaat het in deze eerste fase om circa 600 UZI-passen. Als u een dergelijke pas heeft dan krijgt u een dezer dagen een brief van het UZI-register met daarbij een reeds ingevuld aanvraagformulier. U moet dit formulier controleren, een pasfoto bijvoegen, en een handtekening te zetten. Om uw aanvraag tijdig te kunnen verwerken wil het UZI-register het aanvraagformulier voor 7 juni 2010 retour ontvangen.

Houdt u dit goed in de gaten. Uw oude pas is namelijk na 19 juli 2010 niet meer bruikbaar. Het UZI-register trekt op die datum alle passen met een geldigheid tot 1 september 2011 in!

Geen brief
Check of uw pas vervangen dient te worden. Als u geen brief heeft ontvangen dan hoeft uw UZI-pas op dit moment nog niet vervangen te worden. U wordt aangeraden zelf na te gaan of dat juist is door de vervaldatum van uw pas te controleren. Als uw pas een geldigheidsdatum heeft die ligt vóór 1 september 2011, dan moet uw pas vervangen worden. U kunt hiertoe een aanvraagformulier downloaden of aanvragen bij het UZI-register.

Met vragen kunnen tandartsen terecht bij de Servicedesk van het Informatiepunt BSN in de zorg en EPD: telefoon 0900 – 232 43 42.

Op de site van het UZI-register staat een lijst met veelgestelde vragen met betrekking tot de vervroegde vervanging van UZI-passen

Bron:
NMT
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Lees meer over: E-health, Kennis
Mondzorg verstandelijk gehandicapten kan beter

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’
De laatste jaren bestaat in Nederland de tendens om mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zoveel mogelijk van instellingen te verplaatsen naar gewone woonwijken. Dit onder het motto: ‘gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’. Dit geldt niet alleen voor hun leefsituatie, maar ook voor de mondzorg. De kans is hierdoor groot dat in de toekomst meer mensen met een beperking in eerste instantie in de reguliere tandarts- of mondhygiënistenpraktijk terecht zullen komen. Het is daarom goed extra kennis en vaardigheden op te doen op het gebied van de gehandicaptenzorg. Veel mensen met een beperking kunnen dan goed in de huispraktijk behandeld worden. Het is een uitdaging de mogelijkheden van deze patiënten optimaal te benutten en voor de beperkingen oplossingen te zoeken. Met wat extra kennis en aandacht is veel mogelijk. Mocht behandeling in de huispraktijk toch te lastig zijn, dan kan verwezen worden naar een centrum voor bijzondere tandheelkunde of naar gespecialiseerde praktijken (die vaak in instellingen gevestigd zijn). Adressen van centra voor bijzondere tandheelkunde zijn te vinden op de website van het Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde, www.cobijt.nl. U kunt bij deze centra ook terecht voor het vragen van advies.

Cursussen en postdoctorale opleiding
Er worden op diverse plaatsen in Nederland cursussen voor tandartsen en mondhygiënisten verzorgd op het gebied van de gehandicaptenzorg en er bestaat een postdoctorale opleiding ‘tandarts gehandicaptenzorg’ (TG), waarbij tandartsen zich kunnen specialiseren in het behandelen van mensen met een beperking. Het opleidingsplan TG is te vinden op www.cobijt.nl. Tandartsen die niet de volledige opleiding willen volgen, maar wel geïnteresseerd zijn in deze zorg, kunnen zich ook voor losse onderdelen van de opleiding aanmelden. Dit geldt ook voor mondhygiënisten. Informatie over de opleiding is te krijgen bij:

Dyonne L.M. Broers, tandarts
Voorzitter onderwijscommissie TG
Stichting Bijzondere Tandheelkunde
Louwesweg 1
1066 EA Amsterdam
Tel. 020-5188541
d.broers@sbt.acta.nl
www.sbt.nl

(per 29/7/10 wordt het adres:
Gustav Mahlerlaan 3004
1081 LA Amsterdam

De Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) is een wetenschappelijke vereniging die zich ten doel stelt de mondzorg voor mensen met een beperking te bevorderen. Zij  organiseren regelmatig cursussen en congressen hierover. Informatie is te vinden op www.vbtgg.nl.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Geld

Investeren in eHealth houdt zorg betaalbaar

De Nederlandse Vereniging voor eHealth (NVEH) stelt dat eHealth sneller verankerd moet worden in de reguliere zorg.
eHealth, de innovatieve toepassing van ICT en met name internet in de zorg, heeft een enorm potentieel om de zorg beter, toegankelijker en goedkoper te maken. Patiënten, zorgprofessionals en zorgverzekeraars profiteren ervan.
Zo zorgt teledermatologie voor 67% minder fysieke doorverwijzingen naar het ziekenhuis en bespaart de zorgverzekeraar 53% van de kosten. Toch is eHealth nog lang geen alomtegenwoordig, integraal en vanzelfsprekend onderdeel van reguliere Nederlandse gezondheidszorg. De NVEH pleit voor een versnelde, duurzame en verantwoorde verankering van eHealth in de zorg.  Het is juist nu, met het oog op de noodzakelijke hervormingen in de zorg, tijd voor actie.

Maatregelen
De volgende maatregelen zijn daarom dringend nodig: gerichter investeren in eHealth onderzoek en ontwikkeling, meer transparante regels, meer draagvlak onder zorgprofessionals en meer structurele, financiële prikkels voor innovaties.

Vooral het ontbreken van structurele tarieven belemmert de grootschalige implementatie van veel eHealth toepassingen. eHealth dient voor langere tijd en eenduidig vergoed te worden. Substitutie van dure conventionele zorg door bewezen eHealth toepassingen moet krachtig worden bevorderd en mogelijk worden afgedwongen.

Nederland eHealth land
Nederland heeft de kennis, de kunde én de infrastructuur om voorop te lopen op het gebied van eHealth. 2010 is een cruciaal jaar om deze kans te verzilveren. De Nederlandse Vereniging voor eHealth roept alle betrokken partijen op, met het oog op de komende verkiezingen en een nieuw te vormen regering om structureel te investeren in een eHealth agenda voor het komende decennium. Voor betaalbare kwaliteitszorg nu en in de toekomst.

Over de Nederlandse Vereniging voor eHealth
De Nederlandse Vereniging voor e-Health (NVEH) is dé vereniging voor e-Health en telemedicine in Nederland, waarbij de kwaliteit van de zorgverlening voorop staat. De NVEH werd in 2005 opgericht. De vereniging vertegenwoordigt Nederland op Europees niveau binnen de “International Society for Telemedicine & eHealth (ISfTeH)”, onder de naam “Dutch Association of eHealth”.

De NVEH zet zich in voor structurele en verantwoorde verankering van eHealth in de Nederlandse zorg. Brede toepassing van eHealth leidt bewezen tot betere, meer toegankelijke en goedkopere zorg en meer regie voor patiënt én zorgprofessional.

De NVEH werkt samen met partners zoals de KNMG, NPCF, eHealthNu, Syntens, overheden en onderzoeksinstellingen.

Bron:
NVEH

Lees meer over: E-health, Kennis
Pijl

Richtlijn mondzorg zorgafhankelijke patiënten verpleeghuizen

Opgesteld door de NMT, Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie en de NVVA.
Zie ook het handboek Integrale Mondzorg

De Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) is de wetenschappelijke vereniging van beroepsoefenaren die zich in het bijzonder inzetten voor de bevordering van de kwaliteit van de mondzorg voor de kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen.

 


Download brochure 2008-08-richtlijn-mondzorg - verpleeghuizen.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Gebruik van e-sigaret vergroot kans op roken bij jongeren

Twee keer zo groot risico tanduitval rokers

Uit een Duits onderzoek blijkt dat rokers een twee keer zo hoog risico lopen om hun tanden te verliezen in vergelijking met niet-rokers. De resultaten van het onderzoek werden afgelopen woensdag gepresenteerd in Berlijn. Het rapport werd opgesteld door deskundigen van een landelijke tandartsenorganisatie en wetenschappers van het kankeronderzoekscentrum.

Rokers kampen veel vaker met tandvleesproblemen en overlijden ook vaker aan mond- en keelkanker. Jaarlijks sterven circa 4500 Duitsers aan de gevolgen van deze ziekte, vooral mannen. In Duitsland rookt circa een op de drie volwassenen. De Duitse tandartsen worden opgeroepen hun klanten te adviseren om te stoppen met de ongezonde gewoonte.

Bron:
Nu.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Lager opgeleiden vatbaarder voor gezondheidsproblemen

Korter leven en verlies relatief groot deel van inkomsten
Lager opgeleiden zijn vatbaarder voor gezondheidsproblemen. Dat stelt Hans van Kippersluis is zijn proefschrift ‘Sociaaleconomische verschillen in de gezondheid: een economische analyse’. Lager opgeleiden verliezen daardoor een relatief groter deel van hun inkomsten, aldus de promovendus, en leven gemiddeld korter. Van Kippersluis promoveert op donderdag 29 april 2010 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Er bestaan enorme verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status. Zo bestempelt één op de drie 55-jarigen in de laagste inkomensgroepen zijn of haar gezondheid als slecht, tegen één op de twintig in de hoogste inkomensgroepen. Ook blijkt dat het verschil in levensverwachting tussen de hoogste en laagste inkomensgroepen gemiddeld maar liefst vijf jaar is. Het terugdringen van de ongelijkheden in gezondheid is één van de voornaamste doelstellingen van het ministerie van VWS. Echter, ondanks de gestegen levensverwachting ervaart de huidige generatie Nederlanders haar gezondheid niet beter dan vroeger en over de laatste generaties zijn de verschillen in gezondheid en levensverwachting tussen inkomensgroepen niet kleiner geworden.

Effecten van gezondheid op inkomen
In zijn proefschrift paste Van Kippersluis econometrische analyses toe op de oorsprong van deze ongelijkheden in gezondheid. Het blijkt dat verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status grotendeels worden veroorzaakt door twee effecten: dat van gezondheid op inkomen, en dat van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Het effect van gezondheid op inkomen is het belangrijkst. Een slechte of afnemende gezondheid leidt tot verminderde arbeidsparticipatie en een permanent inkomensverlies. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het tegenovergestelde effect van inkomen op gezondheid bij volwassenen maar zeer beperkt. Een slechte gezondheid veroordeelt dus tot een lager inkomen, terwijl een hoger inkomen niet automatisch tot een betere gezondheid leidt.
Een interessante bevinding daarbij is dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen gemiddeld genomen het verlies aan persoonlijk inkomen redelijk weten te beperken, maar dat het verlies aan inkomen voor het huishouden groter is dan voor het zieke individu. Vaak moet namelijk de partner van de arbeidsongeschikte stoppen met werken om de verzorging op zich te nemen, iets wat niet is verzekerd.

Effect van opleiding op gezondheid
De tweede belangrijke oorzaak van sociaaleconomische verschillen in gezondheid is het effect van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Dit is de eerste studie die aantoont dat een extra jaar opleiding de kans op vroegtijdig overlijden verlaagt – en dat dit effect zelfs tot na de leeftijd van 80 jaar doorwerkt. Van Kippersluis schetst een beeld van cumulatief nadeel voor de lagere sociaaleconomische groepen. Het blijkt dat de meest kwetsbare groepen in de samenleving – de lager opgeleiden en de laagste inkomensgroepen – de grootste risicogroepen zijn voor gezondheidsproblemen. Daarnaast dragen ze relatief gezien ook het grootste inkomensverlies na zulke problemen.

Bron:
Erasmus Universiteit

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Praktische update voor uw praktijkautomatisering

E-Health leidt tot betere zorg

Zorg op afstand, zoals een webspreekuur, is kwalitatief vaak beter dan directe zorg in de spreekkamer. Dit is één van de conclusies van een spitsseminar dat eerder deze week door Nictiz werd georganiseerd.

Digitaal spreekuur
Eén van de drie sprekers was Filip van Dijk, die de resultaten presenteerde van een webspreekuur. Dit digitale spreekuur ontwikkelde hij samen met twee artsen voor de poli Neurologie van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, ter vervanging van een deel van de controlebezoeken. Aanzienlijk meer informatie wordt door de patiënt onthouden, doordat deze de tekst rustig kan nalezen.

Dit in tegenstelling tot consulten in de spreekkamer: onderzoek wijst uit dat patiënten gemiddeld maar twintig tot veertig procent onthouden van wat daar wordt gezegd.

E-health in de praktijk
Naast Filip van Dijk, presenteerde Rolien de Jong de succesfactoren van ICT in de zorg voor zorgprofessionals. Zij benadrukte het belang van het vroegtijdig betrekken van professionals in de innovatieprojecten. Mathijs Zwier, senior verpleegkundige en transitiecoördinator bij het UMC Utrecht, liet zien dat e-Health juist voor jongeren goed kan werken. De digitale reumapoli voor jongeren is in zijn ziekenhuis een groot succes.

De bijeenkomst leverde een aantal conclusies op, namelijk dat e-health een middel is om de zorg te vernieuwen en dat ICT-ondersteuning past in de trend van meer patiëntenparticipatie in de zorg.

Bron:
NVZ

Lees meer over: E-health, Kennis
Mailvoorbeelden

Herken de échte afzender van uw e-mail

Phishing
Phishing is een vorm van internetfraude. Het bestaat uit het oplichten van mensen door ze te lokken naar een valse (bank)website, die een kopie is van de echte website en ze daar – nietsvermoedend – te laten inloggen met hun inlognaam en wachtwoord of hun creditcardnummer. Hierdoor krijgt de fraudeur de beschikking over deze gegevens met alle gevolgen van dien. De slachtoffers worden vaak via e-mail naar deze valse website gelokt met daarin een link naar de (valse) website met het verzoek om zogenaamd ‘de inloggevens te controleren’.

Herken de échte e-mail afzender
Over internetfraude via e-mail is natuurlijk voorlichting nodig. De Nederlandse Vereniging van Banken probeert consumenten met de campagne 3x kloppen te wijzen op allerlei veiligheidsrisico’s. Op de website is er ook een check of een website klopt. Deze check is voornamelijk gericht op SSL, oftewel op het slotje in de browser en https in de adresbalk. Sowieso is het opvallend dat EV SSL nog maar beperkt wordt gebruikt in Nederland. Gebruikers van een EV SSL certificaat worden beter gecontroleerd dan gebruikers van een SSL certificaat. Bij EV SSL wordt niet alleen een slotje getoond, maar wordt ook de adresbalk in de browser groen en wordt ook de naam van het bedrijf direct in beeld getoond. De banken gebruiken veelal al wel EV SSL. Hieronder de adresbalk van het inlogscherm van het internetbankieren van ABN AMRO Bank.

Bron:
Frankwatching.com

 

Lees meer over: E-health, Kennis

Tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis organiseert Museum Boerhaave een tentoonstelling
over de mond. De mond is dé plek waar onze gevoelens samenkomen: blijdschap, lust, intimiteit, angst, pijn, gulzigheid,
vraatzucht, schaamte, afkeer, ijdelheid en trots. Al die gevoelens zijn een prachtig uitgangspunt voor een publiekstentoonstelling over de emotionele, technische en sociale aspecten van de zorg voor de mond.

Wat is er allemaal te zien?
Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een verrassend beeld van de ontwikkeling van de zorg voor een goede mondgezondheid. Wat is het nut van fluoride in tandpasta? Hoe maakt de tandarts zonder dat de patiënt moet happen een digitale scan en wordt daar, klaar terwijl u wacht, een kroon van gemaakt? Waarmee poetste Napoleon zijn tanden? Hoe geef je de perfecte kus? Kun je je lachlijn verbeteren? Hoe komen kinderen in Nepal aan een gezond gebit? Via tal van verrassende invalshoeken wordt duidelijk gemaakt hoe de tandarts en de mondhygiënist bijdragen aan de mondgezondheid.
 
En natuurlijk zal de bezoeker zich na het bezoek aan Museum Boerhaave meer dan ooit realiseren dat het eigen preventiegedrag aan de basis staat van een gezonde mond. Aan de tentoonstelling wordt meegewerkt door verschillende dentale organisaties en bedrijven. Voor scholen is er een koppeling met het project Hou je mond gezond!

Wanneer?
Say Cheese! begint op 9 oktober en loopt door tot en met 3 april 2011.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Hart - gezondheid

Richtlijn endocarditisprofylaxe

Het toedienen van antibiotica bij tandheelkundige ingrepen ter preventie van endocarditis is altijd een onderwerp van discussie. Onderzoekers uit Zweden hebben onderzocht in hoeverre de thans gebruikte richtlijnen in overeenstemming zijn met het bewijs voor het effect van antibioticaprofylaxe. Zij concludeerden dat er geen bewijs is voor de preventieve werking van antibiotica in geval van endocarditis.

Bestaande klinische richtlijnen en adviezen zouden moeten worden aangepast en zouden meer evidence- based moeten zijn.

Lees hier meer.

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Een slepende zaak met een bittere nasmaak

Rien van der Horst, tandarts en juridisch-tandheelkundig adviseur, schetst aan de hand van een casus hoe adequaat te handelen bij een direct geïndiceerde endodontische behandeling.

Situatie
Bij een endodontische behandeling werd Euparal® ingesloten. Daarna vond lekkage plaats met als gevolg botnecrose. Het betreffende element moest uiteindelijk worden verwijderd.

In de procedure bij het Medisch Tuchtcollege en de daaropvolgende procedure kreeg de patiënt niet die erkenning in de vorm van ‘schuld en boete’ die zij verwachtte op basis van haar rechtvaardigheidsgevoel. Zij voelde zich te kort gedaan door de tandheelkundig adviseur van hun Rechtsbijstandverzekeraar. Deze bleef volhouden dat er geen causaal verband was tussen oorzaak (het insluiten van het devitalisatiemiddel in de 17) en gevolg (de noodzaak tot verwijdering van element 17). De zaak kon zich hierdoor bijna 10 jaar voortslepen.

Feiten

  • Bij een periodieke controle van het gebit op 7 april 1998, werd door een tandartsmedewerker aan de hand van een bitewingfoto een diepe mesiale caviteit in de 17 vastgesteld.
  • Op 23 april werd door dezelfde praktijkmedewerker een MO preparatie gemaakt, waarbij cariës werd geëxcaveerd en daarnaast werd vastgesteld dat de zenuw mogelijk was aangetast. Besloten werd de behandeling te beperken tot een restauratie om dan na verloop van tijd het element opnieuw te beoordelen.
  • Een week later werd – vanwege ernstige pijnklachten – toch een endodontische behandeling gestart door de praktijkmedewerker. Aangezien het door de slechte toegankelijkheid van de wortelkanalen niet goed mogelijk was om het pulpaweefsel volledig te extirperen werd in de pulpakamer het devitalisatiemiddel Euparal aangebracht met daarover Cavit als tijdelijke restauratie.
  • Er werd een vervolgafspraak voor 5 dagen later gemaakt. De patiënt verschoof deze afspraak nog eens met 2 dagen naar 6 mei. Tijdens dit consult bleek de gingiva rond de elementen 16 en 17 gezwollen te zijn. De praktijkmedewerker verwijderde de tijdelijke vulling, evenals het watje met Euparal, reinigde de wortelkanalen en sloot het element tijdelijk af. Ook reinigde hij de pockets bij dit element en maakte een vervolgafspraak voor 9 juni voor afronding van de endodontische behandeling. Zover is het niet gekomen.
  • Twee weken later meldde de patiënte zich al bij de praktijkhouder.
    Deze constateerde necrotisch weefsel tussen de elementen 16 en 17. Hij verwijderde dit weefsel, curetteerde een pocket en maakte een afspraak voor nog eens 2 weken later.
  • Op deze datum constateerde de praktijkhouder dat het alveolaire bot bloot lag en verwees de patiënt naar een parodontoloog, echter zonder zelf contact op te nemen met de parodontoloog. De praktijkhouder liet de patiënt zelf de afspraak maken.
  • Hierdoor werd de patiënt pas op 10 juni gezien in de paro-praktijk en werd een hoeveelheid kaakbot uit de bovenkaak verwijderd, evenals element 17.

Oordeel tuchtcollege
De kritiek van het Tuchtcollege richtte zich op het feit dat:

  • De praktijkmedewerker de patiënt onvoldoende had gevolgd. Hij had de patiënt na het insluiten van Euparal al na 1 à 2 dagen terug moeten zien.
  • De praktijkhouder de patiënt niet doorverwees naar een parodontoloog toen hij haar voor het eerst zag met een gezwollen gingiva maar pas twee weken later bij de vervolgafspraak. Bovendien informeerde hij de parodontoloog niet en liet de patiënt zelf de afspraak bij de parodontoloog maken.
  • Zij beiden handelden in strijd met de zorg die zij als tandarts behoren te geven.

Beiden kregen een waarschuwing.

Oordeel tandheelkundig adviseur

  • Het gebruik van het middel Euparal is achterhaald en zou niet meer voorgeschreven mogen worden. Een direct causaal verband kon hij echter niet leggen inzake het insluiten van het devitalisatiemiddel in het gebitselement en de latere extractie.
  • Daarnaast bekeek hij of er verdere causale verbanden waren. Er waren wel röntgenfoto’s voorhanden, maar geen foto’s die deugdelijke informatie konden geven over de situatie voor, tijdens en na de betreffende behandeling. De tandheelkundig adviseur worstelde daar zodanig mee, dat hij op basis daarvan de oorzaak van de schade niet in een verband kon brengen met het verlies van het element.Vervolgens vond er een klinisch onderzoek plaats en werd een OPG genomen.

    Beide onderdelen in combinatie met afbeelding 1 versterkten de indruk van mogelijk reeds bestaande parodontale problemen vóór de extractie van element 17. De patiënt bleef zitten met een bittere nasmaak.

Aanbevelingen

  • Zorg voor deugdelijke röntgenfoto’s.
  • Maak een verwijsbrief met informatie over de reden van de verwijzing.
  • Regel bij een spoedverwijzing zelf de afspraak met degene waarnaar u verwijst.

Door Rien van der Horst

Oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars
Tandheelkundig adviseur Verzekeraars
Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail

Lees meer over: Casus, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Overweldige belangstelling voor lesproject Hou je mond gezond!

Voor alle kinderen een gezonde mond. Dat is de doelstelling van het landelijke lesproject Hou je mond gezond! De animo voor het educatieve project vanuit het onderwijs is overweldigend. Al meer dan 3000 scholen hebben zich ervoor aangemeld.
Centraal onderdeel van het project is het bezoek van een tandheelkundig zorgverlener aan de groep of een kennismakingsbezoek van de groep aan een tandheelkundige praktijk. Maar liefst 90% van de leerkrachten wil de ‘poetsles’ graag laten verzorgen door een tandheelkundig zorgverlener. De andere 10% van de leerkrachten kiest ervoor zelfstandig met het project aan de slag te gaan. Door het project verwacht het Ivoren Kruis, initiatiefnemer, ontwikkelaar en producent van
het lesproject, dat het poetsgedrag verbetert, cariës en tanderosie kunnen worden teruggedrongen en dat kinderen al voor
het tweede levensjaar de tandarts of mondhygiënist bezoeken.

Enthousiaste tandheelkundig zorgverleners gezocht
Om al die poetslessen te kunnen geven, zijn veel tandheelkundig zorgverleners nodig. “Er doen al veel zorgverleners mee,
maar we hopen dat nog veel meer enthousiaste collega’s zich willen inzetten om deze klus te klaren”, zegt Teun Rietmeijer,
voorzitter van het Ivoren Kruis. Voor de uitvoering van het ambitieuze project werkt het Ivoren Kruis al nauw samen met de
tandartsen en mondhygiënisten verenigd in het project Kies voor gaaf!. Daarnaast worden alle tandarts- en preventie assistenten, jeudtandverzorgenden, mondhygiënisten, tandartsen, studenten van de opleidingen mondzorg, tandheelkunde
of assistentenopleiding en GGDmedewerkers opgeroepen vrijwillig hun steentje bij te dragen. Professionals (in opleiding) die het leuk vinden kinderen kennis bij te brengen over mondgezondheid worden van harte uitgenodigd aan dit project mee te werken.

Aanmelden poetsles
Wie het leuk vindt zelf een keertje voor de klas te staan, meldt zich aan via www.houjemondgezond. nl. “Als iedere tandheelkundig zorgverlener één lesje op een school zou geven, hebben we het hele onderwijs te pakken”, zegt Rietmeijer.
Het ontwikkelde lesmateriaal is zeker niet alleen voor leerkrachten bedoeld. Ook tandheelkundig zorgverleners kunnen het
gebruiken als ze in de eigen omgeving op een school een poetsles willen geven. Niet om daarmee taken van de GGD over
te nemen, maar als een blijk van gevoel voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met dit project wil het Ivoren Kruis zijn leden nog intensiever bij de uitvoering van de doelstellingen van de vereniging betrekken: bevorderen van de mondgezondheid. Maatschappelijke betrokkenheid “Wie meewerkt aan dit onderwijsproject, toont zijn of haar maatschappelijke betrokkenheid”, aldus Rietmeijer. “Bovendien is meedoen goed voor het imago van onze beroepsgroep.” Tandheelkundig zorgverleners die een les hebben gegeven, zorgden al voor de nodige publiciteit. “Je bereikt niet alleen de kinderen aan wie je de les geeft. Ook hun ouders, opa’s en oma’s zijn geïnteresseerd in de activiteiten waarmee hun
(klein)kinderen bezig zijn. ”Wie meer wil weten over het project kijkt  op www.houjemondgezond.nl of stuurt een e-mail.
Bekijk ook het  promotiefilmpje.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Gevolgen van slaapapneu: restschade en hormonaal disfunctioneren

OSAS en bimaxillaire chirurgie

Het Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) is een frequent voorkomende aandoening waarbij vermoeidheid overdag en onbedoeld in slaap vallen op de voorgrond staan. De diagnose wordt gesteld d.m.v. een uitvoerige anamnese en polysomnografie.

Gouden standaard behandeling
De gouden standaard voor behandeling is nasal Continuous Positive Airway Pressure (CPAP). Daarnaast kunnen bij een lichte tot matige OSAS ook mandibulaire repositie apparaten (MRA) worden toegepast. Dit zijn beide hulpmiddelen die de patiënt dagelijks moet gebruiken waardoor in sommige gevallen de therapietrouw te wensen overlaat. Daarnaast kunnen beide behandelopties bijwerkingen vertonen die het gebruik ernstig bemoeilijken. Bij deze patiëntengroep kan een indicatie voor een definitieve oplossing d.m.v. een kaakosteotomie ontstaan waarbij zowel boven- als onderkaak naar ventraal worden verplaatst.

Kaakosteotomie
De gebruikte chirurgische techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de kaakchirurgie ter correctie van groeiafwijkingen in het aangezichtsskelet en leidt tot voorspelbare uitkomsten van behandeling. De gemiddelde leeftijd van de patiënten, die vanwege deze skeletale discrepanties tussen onder- en bovenkaak een dergelijke ingreep ondergaan, ligt echter aanzienlijk lager dan de gemiddelde leeftijd van patiënten met een OSAS. Dit betekent dat het herstel van de OSAS patiënt na een dergelijke ingreep langer duurt en de kans op complicaties groter is. De succespercentages die in de literatuur worden genoemd, zijn hoog en lijken ook op langere termijn stabiel waardoor deze behandeling een waardevolle aanvulling kan zijn op de conservatieve therapiemodaliteiten.

Bron:
NVTS.nl
Door: Dr. Jan de Lange, spreker op het NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap.

Curriculum vitae
Dr. Jan de Lange studeerde in 1988 cum laude af aan de Rijksuniversiteit Utrecht en volgde van 1990 tot 1994 aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam de specialisatie Mondziekten en Kaakchirurgie. In 1996 behaalde hij het artsexamen aan de Universiteit van Amsterdam. In 2006 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift Central Giant Cell Granuloma of the Jaw: Epidemiology, Therapy and Related Disorders. In 2008 verkreeg hij een registratie als epidemioloog B. Overige registraties zijn: oraal implantoloog en stralingsdeskundigheidsniveau 4M. Momenteel is hij werkzaam als kaakchirurg en opleider in de Isala Klinieken te Zwolle en als kaakchirurg in het AMC te Amsterdam. Daarnaast heeft Jan de Lange diverse nevenfuncties.

Literatuur

  • Prinsell JR. Maxillomandibular advancement surgery in a site-specific treatment approach for obstructive sleep apnea in 50 consecutive patients. Chest 1999; 116: 1519-29.
  • Conradt R, Hochban W, Brandenburg U, Heitmann J, Peter JH. Long-term follow-up after surgical treatment of obstructive sleep apnoea by maxillomandibular advancement. Eur Resp J 1997; 10: 123-128.
  • Hoekema A, de Lange J, Stegenga B, de Bont LGM. Oral appliances and maxillomandibular advancement surgery: an alternative treatment protocol for the obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. J Oral Maxillofac Surg 2006; 64: 886-91.
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
NZa waarschuwt mondzorgpraktijken die vullingen verkeerd declareren

Hooglereaar waarschuwt voor extreme wensen patiënt bij tandarts

Hoogleraar tandheelkunde A. de Jongh waarschuwt tandartsen niet in te gaan op ‘extreme wensen’ van patiënten. Volgens hem is één op de tien mensen die uitgebreide behandelingen aan de tanden laat ondergaan – zoals rechtzetten van tanden – lijder aan het Body Dysmorfic Disorder (BDD) of dysmorfobie.

Dat schrijft de Amsterdamse hoogleraar tandheelkunde A. de Jongh in een reviewartikel. De Jongh stelt dat een bezoek aan de psycholoog met dysmorfobie wellicht beter is dan een behandeling bij de tandarts. Mensen die lijden aan BDD vinden zichzelf lelijk, misvormd of onaantrekkelijk. Na een behandeling bij een tandarts zijn zij niet tevreden en blijven zij terugkomen voor verdere behandelingen. Dysmorfobie is een psychiatrische afwijking in de westerse wereld waaraan een op de vijftig mensen lijdt.

Bron:
QP Tandheelkunde, maart

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
kunstgebit

Implantaten… natuurlijk!

Speciaal voor de patiënt in de praktijk heeft de NVOI de voorlichtings-
folder ‘Implantaten… natuurlijk!’ ontwikkeld. Deze folder is te bestellen via het NVOI secretariaat per pakket van 50 standaard folders. Afhankelijk van uw pakketkeuze wordt deze vervolgens geleverd met inserts over:

  • Het vervangen van één tand en/of kies
  • Het vervangen van meerdere tanden en/of kiezen
  • Het vervangen van alle tanden en kiezen
  • Het aanbrengen van extra bot wanneer er te weinig bot aanwezig is.Elk pakket bevat tevens een gratis baliedisplay.

 

 

Lees meer over: Patiëntenfolders volwassenen
Meerdere tandartsen in een gebouw: eerste groepspraktijk België

Mondhygiënische interventies beter afstemmen op doelgroepen

Preventie is de basis van mondhygiënische zorg, daar zijn mensen het wereldwijd over eens. Toch blijken programma’s en interventies van gezondheidsorganisaties minder effectief te zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Ze dragen bij aan het verlagen van het aantal mensen met mondgerelateerde ziekten, maar blijken niet alle doelgroepen te bereiken. Interventies moeten daarom beter afgestemd worden op de doelgroepen die men wil beïnvloeden, stelt Yvonne Buunk-Werkhoven. Zij promoveert 1 april 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hebben mensen last van hun gebit, dan lijdt hun psychisch welzijn daaronder. Hebben mensen een verzorgd en esthetisch gezien mooi gebit dan voelen ze zich daar juist goed bij. Toch staan mensen pas stil bij het belang van een goede mondverzorging als ze last krijgen van hun gebit.

Echt motiveren
Buunk-Werkhoven: “Vrijwel iedereen poetst zijn tanden en vindt een goede verzorging belangrijk, maar dat betekent niet per se dat iedereen het ook goed doet. Veel mensen moeten nog steeds leren hoe je eigenlijk moet poetsen. Je kunt het een beetje vergelijken met stoppen met roken. Iedereen weet dat het slecht is, maar toch blijf je het doen. Zo weet iedereen dat tanden poetsen goed is, maar om mensen écht te motiveren is het belangrijk om ze voor te lichten op een manier die hen aanspreekt.’

Interventie afstemmen
In haar proefschrift beschrijft Buunk-Werkhoven enkele interventiestudies die gericht zijn op de verbetering van persoonlijk mondhygiënegedrag, onder meer in Spanje en Uruguay. De effecten van een positieve motiverende boodschap blijken af te hangen van het land, het opleidingsniveau en van het belang dat mensen hechten aan gezondheid. Stem de interventie af op dat wat mensen belangrijk vinden, aldus Buunk-Werkhoven.

Positief motiverende boodschap
Zo blijken bij de volwassen Nederlandse bevolking een positieve houding, sociale druk, het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering en kennis over mondverzorging de belangrijkste voorspellers van mondhygiënegedrag. Buunk-Werkhoven: ’Een positief motiverende boodschap blijkt bij deze doelgroep het beste te werken.’

Bevorderen gedragscontrole
Bij landmachtmilitairen, een andere groep die Buunk-Werkhoven opnam in haar onderzoek, is het vooral belangrijk om te focussen op het bevorderen van waargenomen gedragscontrole, opdat ze een adequate mondhygiëne kunnen uitvoeren. Onder militairen blijken namelijk alleen een positieve houding en het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering ertoe te doen. ’Dental fitness is binnen defensie heel belangrijk, al ligt de focus vooral op opknappen, niet op preventie. Als iemand uitgezonden wordt, moet het gebit helemaal in orde zijn. Wil je een goed interventieprogramma ontwikkelen voor militairen dan is het dus vooral belangrijk om een positieve houding tegenover mondhygiëne te bevorderen.’

Cultureel bepaald
Om ook culturele verschillen mee te nemen, deed Buunk-Werkhoven ook onderzoek buiten Nederland. ‘Het is vaak cultureel bepaald wat belangrijk is. Iemand in Nepal die één of twee tanden mist, vindt dat niet leuk, maar het speelt geen grote rol in zijn of haar leven. Op de Nederlandse Antillen en in Uruguay speelt naast een positieve houding, vooral de sociale druk een belangrijke rol. Hiërarchie is daar heel belangrijk, terwijl in Nepal juist het gevoel in staat te zijn tot gewenste gedragsuitvoering van belang blijkt. De gemiddelde leeftijd waarop mensen in Nepal voor het eerst bij de tandarts komen is 36 jaar en tandenborstels zijn er lang niet overal verkrijgbaar. Op zo’n plek moet je voorlichting dus heel anders aanpakken dan in een westers land als Nederland.’

Curriculum vitae
Yvonne Buunk-Werkhoven (Gieten, 1967) werkte als mondhygiëniste en hogeschooldocent Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG en was van 2003 tot 2009 gedetacheerd bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen. Daarnaast studeerde ze sociale psychologie aan de RUG. Ze promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. A. Dijkstra en dr. C.P. van der Schans. De titel van haar proefschrift is World White Teeth: Determinants and promotion of oral hygiene behavior in diverse contexts. Momenteel werkt Buunk-Werkhoven als docent bij de opleiding Toegepaste Psychologie van de Hanzehogeschool Groningen. Zij zit in de redactieraad van het NTvM en is als kandidaat bestuurslid zeer betrokken bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten. Op 16 april wordt een congres over dit onderwerp gehouden in Hoorn, waarbij Buunk-Werkhoven dagvoorzitter is.

Bron:
www.rug.nl

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Checklijst-–-Beveiligingsmaatregelen

Patiëntveiligheid

Systematische incident reconstructie en evaluatie

Fouten maken is menselijk. Zelfs in de zorg. Veel hulpverleners zijn bang om fouten te maken omdat fouten kunnen leiden tot incidenten met soms ernstige gevolgen voor de patiënt. Elk incident is een drama, zowel voor de patiënt als voor de betrokken hulpverleners. Met Patiëntveiligheid, Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie (SIRE) kunnen incidenten worden onderzocht en geanalyseerd, en kunnen maatregelen worden bedacht die de kans op soortgelijke incidenten in de toekomst verkleinen.

Auteurs: I.P. Leistikow, K. den Ridder & Bart de Vries

 

Lees meer over: Folders