nascholing KRT

Nieuw KRT-scholingsreglement

Het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) heeft onlangs een periode van evaluatie afgerond, waarin tandartsen en opleiders hun mening konden geven over het toekennen van KRT-punten.
Op grond van de uitkomsten is
een nieuw scholingsreglement opgesteld.

Wijzigingen

Het KRT-scholingsreglement beschrijft op welke wijze aan de registratienorm voor deskundigheidsbevordering voldaan kan worden. Naar aanleiding van de gehouden evaluatie zijn er een aantal wijzigingen doorgevoerd.

Per uur scholing 1 KRT-punt

Nieuw is dat er niet langer maximaal 6 KRT-punten per dag scholing te ‘verdienen’ zijn. Ieder uur scholing levert 1 KRT-punt op. Dit geldt zowel voor klassikale bijeenkomsten als voor scholing online. Voor beide vormen moet de opleider een bewijs overleggen van de hoeveelheid tijd die de cursist aan de bijscholing heeft besteed. Dit kan in de vorm van een dagprogramma zijn, een digitale tijdsregistratie of de uitkomsten van een enquête onder de cursisten over de tijdsbesteding.

Algemene scholing

Naast vakinhoudelijke scholing komt nu ook algemene scholing in aanmerking voor KRT-punten, zoals scholing die gericht is op de praktijkvoering. Er wordt daardoor beter aangesloten bij het CanMeds-competentiemodel.

Opgeheven regelingen

Enkele regelingen komen niet meer voor in het nieuwe scholingsreglement. Zo zijn er geen extra punten meer te krijgen voor het volgen van een geaccrediteerde scholing, het afleggen van een toets en het deelnemen aan een algemene ledenvergadering.

Invoering

Het nieuwe scholingsreglement gaat in op 1 oktober 2017. Voor aanvragen tot 1 oktober 2017 is het oude reglement nog geldig.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Hallo Dokter maakt Online Video Consult mogelijk

Hallo Dokter maakt Online Video Consult mogelijk

Afgelopen week is de dienst ‘Hallo Dokter’ live gegaan. Via dit platform kunnen patiënten videoconsulten met de huisarts voeren. Deze gebruiksvriendelijke website werkt in combinatie met de Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO).

Hallo Dokter

Zorgconsumenten sluiten via Hallo Dokter een lidmaatschap af het met bedrijf. Via een unieke Medi-ID nummer kunnen ze vanaf een laptop, telefoon of tablet inloggen om videoconsulten met de huisarts te voeren. Via deze beveiligde web-omgeving kunnen ze ook hun medische gegevens bijwerken in het PGO.

Vergoeding basisverzekering

Het videoconsult heeft een tarief van de Nederlandse Zorgautoriteit ontvangen en valt daarmee officieel onder de basisverzekering. Deelnemende huisartsen krijgen ook een jaarlijkse vergoeding van de online videodienst.

Digitale gezondheidszorg

Hallo Dokter draagt bij aan de digitale gezondheidszorg in Nederland. De Coöperatie van Innoverende Huisartsen in E-Health (C.I.H.E.) werkt daarom ook mee aan deze dienst. Zij zorgen ervoor dat Hallo Dokter voldoet aan alle wetten en regels die er zijn.

Lidmaatschap

Lidmaatschapskosten liggen op 25 euro per jaar voor het eerste volwassen familielid dat meedoet. De volgende thuiswonende familieleden betalen 20 euro en kinderen tot achttien kunnen gratis lid worden indien een van de ouders lid is.

“Een vernieuwing zoals deze moet vanuit de consumenten zelf komen”, aldus Guido Maas, founder van Hallo Dokter. Met het opzetten van deze dienst was hij van plan het onderdeel van de basiszorg in Nederland te maken. Uiteindelijk is er voor gekozen om deze dienst te starten op basis van de gebruiker.

Hallo Dokter maakt gebruik van de bestaande infrastructuur, wat betekent dat geen enkele partij iets hoeft te downloaden om gebruik te maken van de dienst.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
MedischOndernemen-LIVE

MedischOndernemen LIVE

Dit webinar is voorbij

Op 6 en 7 oktober organiseert MedischOndernemen in samenwerking met alle belangrijke stakeholders in de eerstelijnszorg MedischOndernemen LIVE, een kennis-, innovatie- en netwerkevenement voor tandartsen, huisartsen,  fysiotherapeuten, gezondheidscentra en andere eerstelijnszorgondernemers.

Tijdens MedischOndernemen LIVE ontmoet u andere gelijkgestemden die ook willen samenwerken. Gelijkgestemden die van mening zijn dat samenwerking in de eerstelijnszorg de toekomst heeft. U wordt uitgedaagd en scherp gehouden zodat u beter kunt inspelen op een wereld die verandert en van u als ondernemer steeds nieuwe beslissingen vraagt.

Wat biedt MedischOndernemen LIVE? 

Tijdens MedischOndernemen LIVE vindt u producten, diensten, inspirerende sprekers, trends, praktische sessies en vele vakgenoten om kennis en ervaring mee uit te wisselen. Allemaal toegespitst op de vragen waar u als ondernemer in de eerste lijn tegenaan loopt. We helpen u met het maken van grote keuzes en het vinden van praktische oplossingen.

Openingstijden

  • vrijdag 6 oktober van 13.00 tot 21.00 uur
  • zaterdag 7 oktober van 10.00 tot 17.00 uur

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kennisagenda-mondgezondheid

Kennisagenda Mondgezondheid vraagt input van mondzorgprofessionals

De projectgroep Kennisagenda Mondgezondheid inventariseert waar mondzorgprofessionals tegenaan lopen tijdens hun werkzaamheden. Welke mondzorgonderwerpen zijn voor u het belangrijkst? Helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen? Vul de  vragenlijst in.

Het nemen van beslissingen over behandelingen is niet altijd even simpel. Verschillende bronnen geven verschillende informatie, die dan vaak ook weer kunnen afwijken van uw eigen kennis of ervaring. Deze kloof tussen praktijk en wetenschap lijkt steeds groter te worden, terwijl wetenschappelijk onderzoek wat aansluit op uw kennisbehoefte zou kunnen zorgen voor een hogere kwaliteit van mondzorg en meer maatschappelijke waarde van gedaan onderzoek.

Mondzorgprofessionals aan het woord

Als mondzorgprofessionals zelf meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek kan dat de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Dit kan leiden tot betere behandelbeslissingen en betere zorg voor patiënten.
In een eerdere enquête hebben mondzorgprofessionals onderwerpen voor toekomstig onderzoek aangedragen. Deze onderwerpen zijn gebaseerd op lastige beslismomenten in de dagelijkse praktijk van patiëntenzorg.

Nu willen we graag weten welke onderwerpen voor mondzorgprofessionals het belangrijkste zijn. Door te kiezen welke onderwerpen voor u het belangrijkst zijn, helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen.

Vul de  vragenlijst van de Kennisagenda Mondgezondheid in

Doe mee en draag bij aan de Kennisagenda Mondgezondheid: Kies de onderwerpen die voor u het uw belangrijkste zijn door de enquête in te vullen.

Het opstellen van een kennisagenda waarin mondzorgprofessionals zelf kunnen meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken kan de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Meer klinische toepasbaar wetenschappelijk onderzoek kan het maken van behandelbeslissingen vergemakkelijken. Maar hiervoor moeten wetenschappers weten wát er precies onderzocht moet worden.

Uw bijdrage is dus belangrijk. Deel uw onderwerpen en vraagstukken waar u in uw werk tegenaan loopt en help mee een representatieve Kennisagenda Mondgezondheid op te stellen.

Meer informatie

Op www.mondzorg2020.nl vindt u uitgebreide informatie over het project.

Vragenlijst invullen

Vul de vragenlijst van de Kennisagenda Mondgezondheid in

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Dagelijks gebruik chloorhexidine bij verpleeghuisbewoners leidt niet tot minder kans op longontsteking

Dagelijks gebruik chloorhexidine bij verpleeghuisbewoners leidt niet tot minder kans op longontsteking

Longontsteking is een belangrijke overlijdensoorzaak bij verpleeghuisbewoners. Slikproblemen en orale bacteriën vormen een risico voor het ontstaan van een longontsteking door verslikking (aspiratie pneumonie). Dagelijkse mondverzorging vermindert het aantal orale bacteriën, maar het is onduidelijk welke interventies effectief zijn om longontsteking door verslikking te verminderen. Ook is meer inzicht nodig in welke kennis en vaardigheden verplegend personeel moet hebben voor het uitvoeren van complexe mondverzorging bij zorgafhankelijke cliënten.

Chloorhexidine

Uit het promotieonderzoek van Vanessa Hollaar bij 103 verpleeghuisbewoners in 17 verpleeghuizen blijkt onder andere, dat het tweemaal dagelijks toevoegen van een mondspoelmiddel met 0.05% chloorhexidine aan de dagelijkse mondverzorging bij verpleeghuisbewoners met slikproblemen niet zorgt voor een afname van het aantal longontstekingen door verslikking. Slikproblemen blijkt wederom een significante risicofactor te zijn voor het ontstaan van een longontsteking. Het aantal en de samenstelling van de orale bacteriën lijken in mindere mate een rol te spelen, omdat in dit onderzoek geen verschil is gevonden in het aantal longontstekingen tussen dentate of edentate verpleeghuisbewoners. Daarnaast had het verpleegkundig personeel een gebrek aan kennis over het reinigen van kunstgebitten en ervoeren zij praktische belemmeringen bij het uitvoeren van de dagelijkse mondverzorging.

Slikonderzoek

Naast dat er meer onderzoek gedaan moet worden, welke interventies effectief zijn in het verminderen van longstekingen bij verpleeghuisbewoners, wordt aanbevolen een slikonderzoek standaard bij elke cliëntopname in een verpleeghuis uit te voeren. Maar om goed te kunnen slikken, is een gezonde én pijnvrije mond met een goede kauwfunctie noodzakelijk.

Mondhygiënist als lid van zorgteam

Echter is mondverzorging bij zorgafhankelijke mensen complex door de combinatie aan sociale, cognitieve en lichamelijke beperkingen. Om deze complexe mondzorg aan te kunnen, is het belangrijk om mondzorgprofessionals, zoals een mondhygiënist, op te nemen als een vast lid van een multidisciplinair zorgteam. Tevens is het belangrijk dat toekomstige (mond)zorgprofessionals zo worden opgeleid dat zij de orale, tandheelkundige en medische complexiteit van mondzorg bij zorgafhankelijke ouderen aan kunnen ter verbetering van de mondgezondheid en ter voorkoming van problemen in de algehele gezondheid.

 

 

Biografie
Vanessa Hollaar (1978) studeerde Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Psychologie aan de Radboud Universiteit. Vanessa is als hoofddocent en onderzoeker verbonden aan de Opleiding Mondzorgkunde van de HAN. Zij voerde bovenstaand onderzoek uit in samenwerking met de afdeling Tandheelkunde van het Radboudumc en HAN Lectoraat Neurorevalidatie. Zij is oprichter van The Oral Evidence Academy (www.oralevidence.nl) en auteur voor het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Afwijkende mondgewoonten bij kinderen: wanneer is logopedie gewenst?

Over het algemeen richt de logopedie zich op spraak, stem, gehoor en taal. Een logopedist kan echter ook helpen bij het afleren van afwijkende mondgewoonten. Volgens de richtlijnen is een tandarts verplicht zijn of haar patiënt door te verwijzen wanneer er sprake is van afwijkend mondgedrag.

Groei en ontwikkeling

Skeletale opbouw

Elk persoon groeit anders en dit heeft invloed op de skeletale opbouw. Sagittaal kan er sprake zijn van een neutrorelatie, distorelatie of mesiorelatie. De verticale skeletale opbouw kan onderverdeeld worden in normale, convergente (short face) en divergente groei (long face ).  Mensen met een divergente groei zijn vaak lastig orthodontisch te behandelen.

Groei kaken

De bovenkaak groeit op relatieve jonge leeftijd. De onderkaak begint pas later (tegen het einde van de puberteit) met groeien en groeit langer door dan de lichamelijke lengte-groei. De groei van de onderkaak vindt plaats vanuit de ramus en de kaakkopjes en de groeirichting is daardoor naar voren en naar beneden (ventraal en caudaal.)

Hoe groei je divergent of convergent?

Het skeletale groeipatroon is onder andere afhankelijk van genetische factoren. Daarnaast spelen omgevingsfactoren ook een grote rol. Mensen met een mondademhaling vertonen vaak een meer verticaal groeipatroon met vaak een open beet als gevolg. Ook hebben de tong en de lip een grote invloed op het skeletale groeipatroon. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een sterke tong dan is dit te herkennen aan protrusie van frontelementen. Het gedrag van de tong en de lip is beïnvloedbaar, een logopedist kan helpen om deze afwijkende mondgewoonten te veranderen.

De logopedist: oro-myofunctionele therapie

Oro-myofunctionele therapie is een oefentherapie, die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren van het orofaciale skelet. De stand van gebitselementen wordt bepaald door extra-orale krachten (m.n. aangezichtsspieren) en door intra-orale krachten (m.n. tongspieren). Een tong is zodanig sterk dat het in staat is om elementen te verplaatsen.

Triangle of forces

De ‘triangle of forces’ bestaat uit:

  • Laterale wangdruk door de m. Masseter (extra-oraal)
  • Tongdruk (intra-oraal)
  • Lipdruk (extra-oraal)
  • Occlusie en eruptie krachten (intra-oraal)

Wanneer deze krachten in balans zijn, kunnen gebitselementen normaal groeien.

Het slikproces

Slikken is een reflex en daarom wordt er vaak gedacht dat je slikgedrag niet kunt beïnvloeden. Slikken bestaat echter uit vier fases waarvan de eerste twee bewust en willekeurig gebeuren en daardoor beïnvloedbaar zijn.

Tongpositie bij een goede slik

Bij een ‘goede slik’ wordt het voorste deel van de tong tegen alveolum en de front elementen in de bovenkaak geperst. Het middelste deel van de tong komt tegen het palatum en het achterste deel van de tong wordt onder een hoek van 45 graden tegen de pharyngeale wand aangedrukt. De slik verloopt met een negatieve druk in de pharynx.

Tongpositie bij afwijkende slik

Bij afwijkend slikgedrag wordt het voorste deel van de tong tegen of tussen de gebitselementen gedrukt. Het middelste deel van de tong is naar beneden geklapt of is uni/bilateraal verbreed en het achterste gedeelte van de tong drukt zich tegen het achterste gedeelte van het palatum.  De slik verloopt met een positieve druk in de pharynx en met een actieve m. mentalis. De kans op middenoorontsteking is hierdoor groter bij mensen met een afwijkende tongpositie tijdens slikken.

Afwijkende mondgewoonten

Onder afwijkende mondgewoonten vallen duimzuigen, vingerzuigen, liplikken, tongzuigen, speenzuigen, mondademen en vinger/nagelbijten. Wanneer deze afwijkende mondgewoonten worden geëlimineerd, zie je al heel snel het effect op de stand van de dentitie. Nu is de vraag: wordt de vorm bepaald door de functie of bepaalt de functie de vorm?

Bepaald afwijkend mondgedrag is vaak intra-oraal te herkennen.

  1. Afwijkende slik

Gevolgen van een afwijkende slik zijn: toename disto-occlusie, vergroote overjet, open beet, smal gotisch gehemelte, transversale compressie (kruisbeet), open beet, spacing in het front of end-to-end in het front (pseudo klasse 3)

  1. Open mond (long face syndrome)

Wanneer er sprake is van een open mond dan is er sprake van grotere kans op gingivitis en cariës. Andere kenmerken zijn toename van dento-alveolair hoogte, gummy smile, lang en divergent gezicht, smalle neus, vaker verkouden, ‘open groei’ waardoor de kans op OSAS in de toekomst groter is.

Preventie afwijkend mondgedrag

Preventie van afwijkend mondgedrag begint op jonge leeftijd. De zuigreflex stopt tussen 9-12 maanden normale voeding start rond de 4-8 maanden en spraak rond het eerste levensjaar. Belangrijk is dat op dat moment het afwijkende mondgedrag wordt afgeleerd. Op jonge leeftijd is dit veel makkelijker af te leren. Ook is het belangrijk dat de ouders de neusademhaling stimuleren bij een kind.

Wanneer moet de logopedist ingrijpen?

1. Eerste wisselfase

Wanneer er sprake is van afwijkende mondgewoonten tijdens de eerste wisselfase dan moet er gekeken worden of er sprake is van een dwangbeet of van slijtage. Wanneer dit het geval is dan is het goed het kind eerst naar de orthodontist te verwijzen en daarna kan het kind nog trainingen volgen bij de logopedist. Wanneer er geen sprake is van een dwangbeet of slijtage dan kan het kind eerst naar de logopedist gestuurd worden.

2. Tweede wisselfase

Wanneer er tijdens de tweede wisselfase sprake is van een overtuigde distorelatie of een kruisbeet dan is het goed om het kind eerst naar de orthodontist te sturen. Daarna kan nog gekeken worden of aanvullende behandeling bij de logopedist nodig is.

Volgorde therapie logopedist

Behandeling bij de logopedist gaat in de volgende volgorde:

  1. Afleren afwijkende mondgewoonten. Met deze stap valt of staat de therapie.
  2. Tongpositie in rust.
  3. Aanleren alveolaire slik.
  4. Verbeteren articulatie.
  5. Automatiseren. Deze stap is het lastigst.

Diagnostisch instrumentarium

Om de juiste diagnose te stellen wordt gebruik gemaakt van de volgende hulpmiddelen:

  1. Force-scale: meet hoe sterk m. orbiculairis oris is.
  2. Payne-techniek: registreert de tongbewegingen met behulp van een past die op vier punten van de tong wordt aangebracht. Bij protrale en unilaterale/bilaterale tongbeweging is er na het slikken een streep in plaats van een stip zichtbaar.
  3. Measuring station 430: met dit instrument worden de m. masseter contractie, tongdruk en de compressie van de lip gemeten.

Wetenschap

Uit onderzoek blijkt dat er een grote kans bestaat op relapse (17-43%) wanneer iemand orthodontisch behandeld is voor een openbeet. Onderzoek laat zien dat OMFT-therapie zinvol is in combinatie met orthodontie.

Bekijk ook: 3 casussen: afwijkend mondgedrag corrigeren via OMFT

Bekijk de patiëntenfolder over afwijkend mondgedrag

Nicoline van der Kaaij studeerde in 2007 als tandarts af aan ACTA, direct aansluitend heeft ze daar haar specialisatie tot orthodontist gedaan. Sindsdien is ze werkzaam als algemeen praktiserend orthodontist en daarnaast is ze verbonden aan het Erasmus MC Sophia en aan ACTA. Ze is lid van het schisisteam van het Erasmus MC Sophia en houdt zich in Rotterdam bezig met orthodontie in het kader van schisis en andere bijzondere (aangeboren) afwijkingen. 

Peter Helderop studeerde logopedie aan de Leidse Hogeschool en heeft zich in 1989 gevestigd als logopedist in Vlaardingen en vanaf 1991 heeft hij acht andere vestigingen geopend. Twee van zijn logopediepraktijken zijn gevestigd in een tandartsenpraktijk. Daarnaast geeft hij lezingen OMFT en nascholingen Logopedie en Tandheelkunde. Hij is lid geweest van vele werkgroepen en commissies van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF). 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Nicoline van der Kaaij en Peter Helderop tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Nieuw tandheelkundig implantaat vermindert kans op infecties

Een multidisciplinair team van onderzoekers aan de KU Leuven, België, heeft een tandheelkundig implantaat ontwikkeld die geleidelijk aan een medicijn laat vrij komen uit een ingebouwd reservoir. Dit helpt infecties te voorkomen en bestrijden.

 Infecties
Onze mond bevat veel micro-organismen zoals bacteriën en schimmel pathogeen. Op de traditionele tandheelkundige implantaten kan dit pathogeen snel een biofilm vormen, die bezorgt voor bestandheid tegen antimicrobiële middelen zoals antibiotica. Hieruit volgt dat deze implantaten een hoger risico vormen op infecties die moeilijk te behandelen zijn.

Ingebouwd reservoir
De onderzoekers van de KU Leuven hebben een nieuw implantaat ontwikkeld dat het risico op infecties verminderd. “Ons implantaat heeft een ingebouwd reservoir onder de kroon van de tand”, zegt hoofdauteur Kaat de Cremer.

“Een schroef maakt het gemakkelijk om dit reservoir met antibiotica te vullen. Het implantaat is gemaakt van een poreus samengesteld materiaal. Dit zorgt ervoor dat het medicijn zich geleidelijk kan verspreiden vanuit het reservoir naar de buitenkant van het implantaat, welke direct in contact staat met de botcellen. Hierdoor kunnen de bacteriën niet langer een biofilm vormen.”

Mondspoeling
In het laboratorium werden verschillende testen op het implantaat uitgevoerd met middelen als chloorhexidine. De studie toont aan dat de Streptococcus mutans niet langer biofilms kan vormen aan de buitenkant van het implantaat wanneer het reservoir is gevuld met eerdergenoemde mondspoeling.

Zowel voorkomen als genezen
Indien biofilms vooraf aan het implantaat zijn gekweekt, kan dit implantaat ervoor zorgen dat deze weer geëlimineerd worden. Dit betekent dat het implantaat zowel effectief is in het voorkomen als genezen van infecties.

Bron:
ecmjournal.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
behandelvoorstel

Gesprek met patiënt beïnvloedt acceptatie behandelvoorstel

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Welke vragen stelt u uw patiënt om de kans op acceptatie van het behandelplan te vergroten? Stelt u open of gesloten vragen? Hoe komt u met uw patiënt in gesprek over het behandelvoorstel?

Tandartsen nemen altijd samen met de patiënt uitvoerig het behandelingsplan door. Meestal worden hierbij termen gebruikt die de patiënt niet direct begrijpt.  Op de vraag: “Heeft u nog vragen?” antwoordt de patiënt desondanks meestal “nee” en vraagt meteen door naar de kosten. Voor de patiënt geeft het financiële plaatje namelijk vaak de doorslag om de behandeling wel of niet uit te laten voeren.

Kevin Tighe, managing partner van Cambridge Dental Consultants, geeft tips voor bespreking van het behandelplan met uw patiënt.

Gesloten vragen
Meestal lukt het de tandarts niet om ervoor te zorgen de patiënt begrijpt wat er gedaan moet worden en waarom het nodig is. De meeste tandartsen zijn echter geneigd om vervolgens gesloten vragen aan de patiënt te stellen zoals: “Heeft u nog vragen? ” of “Begrijpt u dat?” waardoor er minder ruimte is voor tandarts-patiënt interactie.

Wat u uw patiënten wél kan vragen
Vaak helpt het om de patiënt een afbeelding of tekening te laten zien om aan te tonen wat er mis is met de tand, de gevolgen als hier niets aan gedaan wordt en de bijhorende kosten. Daarbij kunt u ook een gesprek beginnen met de patiënt door de volgende vragen stellen:

  • Wat denkt u dat er zal gebeuren als u er niets aan laat doen?
  • Welke van deze drie behandelingen heeft uw voorkeur?
  • U weet dat u 24/7 met deze infectie rondloopt. Hoe denkt u dat deze infectie uw immuunsysteem beïnvloedt?
  • Kunt u op deze afbeelding aanwijzen in welk stadia uw gebit komt als u er niets aan laat doen?

Door meer open vragen te stellen, zal de patiënt vanzelf meer gaan praten. En dat is precies wat u wilt. In het algemeen geldt dan ook het volgende:

  • Als de tandarts meer aan het woord is, wordt de kans kleiner dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert
  • Als de patiënt meer aan het woord is, wordt de kans verhoogd dat de patiënt het behandelvoorstel accepteert

Bron:
Kevin Tighe, dr Bicuspid

Lees ook: Stappenplan voor betere acceptatie van behandelplannen

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Nobel Biocare Benelux Symposium

Heeft u ook graag alle prothetische nieuwigheden onder de knie?

Dit webinar is voorbij

Mis deze unieke gelegenheid niet en krijg een update van de meest vooruitstrevende technieken tijdens tal van masterclasses op het Nobel Biocare Benelux Symposium van 21 tot 22 september.

Location
Mecc Maastricht

Language
English

Focus
International key experts insights, an interactive program and attractive venue make the Nobel Biocare Benelux Symposium a must-attend event for dental professionals worldwide. The focus is on broadening treatment options, simplifying workflows and shortening time-to-teeth for more patient comfort.
During two action-packed days with podium lectures, masterclasses and workshop sessions, you will gain a thorough and practical understanding of your chosen topics and develop your skill-set to treat more patients better.

International speakers
– Prof. Paulo Malo
– Dr. Chandur Wadhwani
– Dr. Bernard Touati
– Dr. Roland Glauser

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Kidsfabriek

300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek

Op 19 augustus vond voor de vijfde keer Kidsfabriek plaats in de SSP-hal te Ulft. Een team van 10 mondhygiënisten en studenten ontvingen 300 kinderen en hun ouders bij de workshops tandenpoetsen, zuurgraad meten en de quiz. Zij deden dit voor de vierde keer waarbij steeds bleek dat hun team moest uitbreiden vanwege hun populariteit.

De laagdrempeligheid en de communicatieve vaardigheden van het team zorgden ervoor dat de kinderen daadwerkelijk hun gedrag rondom hun mondgezondheid willen aanpassen. Het concept van de Mond

hoek bij Kidsfabriek is een voorbeeld voor een speel- en leerevenement voor kinderen en hun ouders/verzorgers binnen de mondzorg.

 

Gezondheidsitem
In het eerste jaar (2014) van deelname werd de Silvoldse Lieneke Steverink-Jorna gevraagd door de organisatie van Kidsfabriek om mee te doen aan het gratis evenement voor kinderen van 4-12 jaar waarbij regionale verenigingen zich presenteren. Zij wilden hier een gezondheidsitem aan toevoegen en kwamen zodoende bij mondhygiënist Steverink terecht. Samen met Yvonne Buunk-Werkhoven besloot zij om er aan mee te doen en maar eens te zien wat er op hen afkwam.

“Wij verwachtten niks, want welk kind stapt er spontaan op een mondhygiënist af? Maar het meten van de pH van drankjes bleek een ware hit en ook het krijgen van roze tanden na gebruik van de plakverklikker vonden ze enorm grappig. We kwamen echt handen tekort.”

Het jaar erop nam Steverink drie collega’s mee. Maar ook dit bleek te weinig en zelfs de aanwezigheid van zeven mondhygiënisten tijdens de editie in 2016 was nog te krap. Het succes werd opgemerkt door commerciële partijen waardoor naast de handtandenborstel ook het gebruik van de elektrische borstel kon worden voorgedaan en een tas vol verrassingen kon worden meegegeven.

Wetenschappelijk onderzoek
Na observatie en ervaringen werd in 2015 wetenschappelijk onderzoek gestart en dat werd in 2016 doorgezet. Ouders en kinderen werden aan een vragenlijst onderworpen die momenteel worden uitgewerkt ter publicatie.  Inmiddels zijn er in diverse landen posterpresentaties geweest op internationale conferenties waaruit blijkt dat de meeste kinderen het niet enkel ‘erg leuk’ vinden, maar ook waarderen om de poetsworkshop van de mondhygiënisten te ontvangen. Bovendien blijkt dat zij na de poetsles van de mondhygiënist op Kidsfabriek welwillend staan tegenover het veranderen van hun poets- en eetgedrag.

preventie

Voorbeeld
Kidsfabriek is inmiddels een begrip in de (inter)nationale mondzorg en het wordt als een goed voorbeeld gezien hoe mondhygiënisten zich buiten de praktijkmuren kunnen inzetten. Zodoende kunnen zij zich vooraan in de zorg  positioneren zodat zij op tijd de corebusiness van het vak kunnen uitoefenen. Promotie van goede zelfzorg en preventie van mondziekten is immers een must voor het behouden van een goede algehele gezondheid en sociaal welbevinden. Daarom hielpen dit jaar ook mondzorgstudenten mee om ervan te leren. Dit jaar zal Steverink een college geven aan een opleiding tot Mondhygiënist over de Mondhoek van Kidsfabriek.

Vervolg
Kinderen waarvan bleek dat ze meer preventie aangeboden moeten krijgen, ontvingen een ‘poetsdiploma A’ en een aanbeveling voor een vervolgbezoek aan een eigen mondhygiënist.

Deelnemende mondhygiënisten
De volgende mondhygiënisten en studenten namen deel aan Kidsfabriek:

Lieneke Steverink-Jorna (Mondhygiënist, Silvolde)

Christianne Ketelaar-Westerman (Mondhygiënist, Lichtenvoorde)

Nevin Kenger (Mondhygiënist, Nijmegen)

Kristina Takrovskaja (Mondhygiënist, Amsterdam)

Suzanna Aleksanjan (Mondhygiënist, Doetinchem en Dinxperlo)

Marigeth Eimers-Deira (Mondhygiënist, Zutphen)

Roos van Sambeek (Mondhygiënist, Lent)

Anna Christina Nassif (Student Tandheelkunde, Purmerend)

Safaa Soultana (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

Liza van Loo (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

kindergebittenteamkidsfabriek

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
glansje

Nieuwe app: Het Glansje preventieconcept voor kinderen

Ruim een jaar geleden schreef Raoul Trentelman, algemeen directeur bij JTV Mondzorg voor kids, vijf sprookjes over prinses Glansje met een link naar verantwoord poetsgedrag.

Inmiddels is er veel gebeurd: Glansje is volwassen geworden. Er is namelijk een compleet preventieconcept ontwikkeld.

Het Glansje preventieconcept
Het Glansje preventieconcept is een compleet kidsconcept met als doel kinderen van 4-9 jaar en hun omgeving (ouders, grootouders, scholen, consultatiebureau, etc.) spelenderwijs bewust te maken van goed mondzorggedrag.

App
Het concept biedt een creatieve aanpak voor de preventieve mondzorg. Het is innovatief, onder meer door de app met 360 mini-games waarmee kinderen continue aandacht voor mondzorg en voeding krijgen. Voor de deelnemende tandarts / Mondhygiënist biedt de app een dashboard. Met deze dashboard kan het cariës – risico (NOCTP) worden gescoord én kunnen er afspraken met het kind (de ouders ) worden gemaakt. Met het succesvol dooHet Glansje preventieconcept rlopen van de mini-games scoort het kind punten, die in een thermometer worden geregistreerd en zicht geeft op een surprise-pakket. De app is rond half september kosteloos in de app-store te downloaden (exclusief dashboard). In de doorontwikkeling kunnen vanuit de app ook pushberichten worden gestuurd.

In het concept wordt de app ondersteund met de (inmiddels 6) Glansje mondzorgsprookjes, een preventiekit, poetsinstructie en – diploma, kleurplaten, een spreekbeurt pakket en meer.  Voor basisscholen en de kinderopvang is er een Glansje digi-les beschikbaar. Via www.glansje.nl ontsluiten we een kenniscentrum / platform voor ouders die informatie over mondzorg voor kinderen willen.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Webinar – ‘De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren’

Webinar: De klinische gids voor tandheelkundig hechten en cementeren

Dit webinar is voorbij

Wij nodigen u uit voor het gratis webinar van dr. Poticny over tandheelkundig hechten en cementeren op donderdag 14 september 2017 om 20.00 uur. De spreker zal u nieuwe inzichten geven over de volgende onderwerpen:

– Categorisering van permanente cementen;
– Eigenschappen van cementen;
– Adhesieve procedures voor metaal- en keramiekprimers, total-, self- en selective etch;
– Tips en tricks voor betrouwbare en duurzame resultaten;
– Universele adhesieven.

Na het webinar heeft u de kans om via een online chat live uw vragen aan de spreker te stellen. Wij heten u graag welkom!

Over de spreker
Dr. Poticny  Dr. Poticny is D.D.S – Baylor College of Dentistry en sinds 1983 eigenaar van een privé-kliniek in Texas, waar de focus ligt op esthetische en restauratieve tandheelkunde. Hij is Adjunct Clinical Associate Professor aan de Universiteit van Michigan en partner van de Academy voor CAD/CAM tandheelkunde. Bovendien geeft dr. Poticny internationaal lezingen over CAD/CAM systemen, materialen en restauratieve tandheelkunde en heeft hij meerdere casussen, onderzoeken en wetenschappelijke artikelen gepubliceerd. 

Over de Health Care Academy
Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. Door de interactieve opzet van de programma’s leert u de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Preventie Academie

Preventie biedt kansen! Kom naar de Preventie Academie van Ivoren Kruis

Wie preventief up-to-date geïnformeerd wil zijn, schrijft zich nu in voor het praktische cursusprogramma van de Preventie Academie van het Ivoren Kruis.

Wegens groot succes en lovende reacties van de cursisten wordt de Preventie Academie herhaald én is het cursusaanbod uitgebreid. Een team van ervaren en enthousiaste docenten brengt u op de hoogte van de laatste preventieve stand van zaken. De boeiende cursussen zijn inspirerend voor alle spelers in het mondzorgteam. 

Cursusprogramma
Op het cursusprogramma staan:

  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 8 september 2017 met Ellen Zwart
  • Mondzorg kwetsbare ouderen – vrijdag 1 december 2017 met Wil Pelkmans en Jane Zweers
  • Gewoon Gaaf met Motivational Interviewing (basiscursus) – vrijdag 16 maart 2018 met Ellen Zwart
  • Management van Gewoon Gaaf in de praktijk vrijdag 20 april 2018 met Ellen Zwart

Inschrijven kan per cursus. Deelname levert 5 KRT-/KRM-punten per cursusdag op. De cursussen worden georganiseerd bij APPR Hét Brancheburo in Naarden en duren van 9.00 tot 16.00 uur. De kosten inclusief cursusmap, koffie en lunch bedragen € 195,- voor leden en € 295,- voor niet-leden (ex btw).

 

Preventie Academie Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Kennis, Scholing
Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk

Uit een nieuwe studie is gebleken dat verschillende instrumenten als spuiten, scalers en andere handstukken nog wel eens schadelijke micro-organismen zouden kunnen verspreiden door de tandartspraktijk.

Bioaerosolen en besmettingsrisico’s
Bioaerosolen zijn organische vloeistoffen of vaste deeltjes die uren in de lucht kunnen blijven hangen en oppervlaktes kunnen besmetten. Aangezien ze pathogenen kunnen bevatten kunnen bioaerosolen mogelijk ziektes verspreiden onder het personeel en patiënten. Desondanks werd er eerder geen systematische review gedaan van eerder uitgevoerde studies. Om die reden werd in deze studie door een Amsterdams onderzoeksteam met name gekeken naar waar bioaerosolen vandaan komen, waar ze uit bestaan en hoe gevaarlijk ze eigenlijk zijn. Hierbij werd gekeken naar 62 verschillende studies.

Handstukken en menselijke oorzaken
Een van de dingen die bleek was dat onder andere ultrasonische scalers, handstukken met een hoge snelheid, lucht turbines, drie-in-een spuiten en lucht-water spuiten allemaal hun bijdrage leveren aan de creatie van bioaerosolen. Ook hoesten, niezen en air conditioning blijken hieraan bij te dragen.

Micro-organismen in tandartspraktijken
In de review werden bijna 40 verschillende micro-organismen vastgesteld die voorkomen in veel tandartspraktijken. Sommige hiervan kunnen ziektes veroorzaken, zoals het herpes simplex virus type 1 en Legionella pneumophila, ook al komt deze voornamelijk voor in ziekenhuizen. Er werd echter ook een geval gevonden waarbij een patiënt met deze ziekte hoogstwaarschijnlijk was besmet in een tandartspraktijk.

Ook werd een geval gevonden waarbij een personeelslid van een tandartsenteam besmet werd met HSV-1 nadat deze waarschijnlijk in de ogen had gewreven tijdens het werken na het werken met ultrasonische straling.

Gebrekken van de review
Een van de grootste gebrekken van de review is dat weinig van de studies die ze bekeken daadwerkelijk tandartspraktijken onderzochten. Ook keek geen enkele van de studies specifiek naar het risico van bioaerosole virussen of parasieten, en beschreven veel van de studies niet hoe het uitgevoerde experiment was opgezet. Om die reden dient deze review meer als een samenvatting van eerder gedane studies dan het daadwerkelijk bruikbare conclusies heeft opgeleverd.

Bron:
Plos

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
digitale tandtechniek

Digitale tandtechniek: de mogelijkheden

Wat zijn de mogelijkheden van het volledig digitaal proces en waar de grenzen liggen op functioneel, esthetisch en financieel vlak? Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk over digitale tandtechniek.

Met de introductie van keramieken die door middel van een CAD-CAM proces monolithisch te verwerken zijn en het gebruik van digitale afdruktechnieken is een volledig digitale tandtechnische workflow mogelijk geworden. Met deze technieken en materialen zijn de indicatiegebieden uitgebreid en is de voorspelbaarheid vergroot.

Digitalisering in tandtechniek
Patrick Oosterwijk, werkzaam bij Elysee Dental en 32 jaar geleden opgeleid tot tandtechnicus, geeft eerlijk toe dat hij zelf ook overvallen is door de digitale ontwikkelingen in zijn branche. De computer had hij als leerling in de tandtechniek al eens een keer op een stageplek in een hoek zien staan, en uiteraard waren er de nodige tekenen aan de wand, maar aanvankelijk dacht ook hij dat het zijn tijd wel zou duren. Niets daarvan blijkt waar te zijn. Toch wist hij op tijd aan boord van de voorbijrazende trein te springen die digitalisering in de tandtechniek heet. En daar kunnen tandartsen ook van leren.

Volgens Oosterwijk zijn er vandaag de dag in de tandtechniek te veel digitale ontwikkelingen om op te noemen. Alles wat niet digitaal gebeurt zou hij wel binnen tien minuten met de zaal kunnen doornemen, maar daar zijn we natuurlijk niet voor gekomen.

Doel van digitaliseren
Oosterwijk wil zich in zijn presentatie dan ook vooral richten op wat in de praktijk zichtbaar zal zijn aan veranderingen door digitalisering. Allereerst moet digitalisering een duidelijk doel hebben en dat is voor hem dat het moet leiden tot voorspelbaarheid in het behandeltraject en in de kosten. Digitaliseren op zichzelf is namelijk geen doel.

Tevens wil Patrick de focus leggen op wat tandtechnici in de toekomst kunnen bieden; er verandert zeer veel in de tandheelkundige wereld en in Nederland. Moet je verder willen? Hoe zal de rol van de tandtechniek in de toekomst zijn, je moet immers verder kijken. De concrete vragen die hieruit voortvloeien zijn:

  • Is digitaal afdrukken een reëel alternatief?
  • Is modelloos werken een alternatief?
  • is monolitisch werken een alternatief?

Technologische ontwikkelingen apparatuur
Patrick was zelf snel overtuigd van het digitaal afdrukken en startte hierin zelfs een onderneming. Hij liep echter tegen de nodige weerstand op doordat de apparatuur groot, duur, log en langzaam was en er gepoederd moest worden. Nu gebruik je voor digitaal afdrukken een draagbaar apparaat in laptopformaat met een handstuk. Met apparaten als de 3Shape TRIOS® scan je een kaak in 16 seconden.

Het voordeel hiervan is dat je in de stoel bepaalde zaken na het scannen kunt checken: is de inter-occlusale ruimte voldoende? Is de paralleliteit van de stompen goed? Zo niet, dan kunt u direct corrigeren en opnieuw een scan maken.

De nauwkeurigheid was vroeger ook een issue. Echter, uit onderzoek op Pubmed blijkt dat er bij 89,1% van de analoge afdrukken (J Prosther Dent. 2005 Aug;94(2):112-7) iets aan schort en dit bij digitale afdrukken beter te controleren is. Hierdoor komt uit de onderzoeken bijna altijd het zelfde resultaat naar voren van een verschil in nauwkeurigheid tussen analoge afdrukken en digitale afdrukken van 74Mu analoog en 49Mu digitaal. Het scannen is dus ondertussen preciezer geworden dan bij het analoog afdrukken. Maar even belangrijk voor het laboratorium is dat je bij het “digitaal” inkerven, naast allerlei verbeterde overzichten en coupes van de outline, altijd weer stappen terug kunt in tegenstelling tot het analoog inkerven met een boor.

Mindset van medewerkers
Digitalisering gaat gepaard met grote investeringen in de tandtechniek. Waar je vroeger met een zak gips, porselein, blokjes goud en een oven al een heel eind op weg was, is het nu voor een zelfstandig bedrijf al bijna niet meer te behappen. Oosterwijk heeft de gehele overgang van de eerste mechanische scanners naar de huidige optische scanners doorgemaakt.

Maar de problemen waren niet enkel financieel, ook medewerkers zagen veel beren op de weg, die vaak niet heel reëel waren. Uiteindelijk moest eerst al het klassieke tandtechnische gereedschap weggehaald worden om hen allemaal te dwingen digitaal te gaan.

Digitalisering is namelijk niet alleen de apparaten neerzetten maar ook de mindset van de medewerkers mee zien te krijgen.

Het valt Oosterwijk op dat niet veel praktijken een investeringsbudget hebben voor digitalisering. Hij waarschuwt ervoor te zorgen dat “je niet in één keer zo’n hele digitaliseringsinvestering voor je kiezen moet krijgen”.

Keramische materialen
Glaskeramiek materialen – lithiumdisilicaat (o.a. Emax) – gebruiken we als minimaal invasief materiaal, vanwege z’n sterkte (binnen de correcte toepassing) en esthetiek. Het heeft een hoge survival rate wat ondertussen evidence based is. Dit is zowel belangrijk voor de tandarts als de patiënt.

Het materiaal kan zowel gefreesd als geperst worden, vooral het frezen kan zeer goedkoop en zonder fysiek gipsmodel (modelloos). Voor een model komt er rond de € 35 bij. Oosterwijk adviseerde dit te laten vervallen: het is zonde als het alleen in het doosje blijft en niet gebruikt wordt.

Vervolgens gaf Oosterwijk een voorbeeld van esthetisch werk met lithiumdisilicaat: een digitale wax-up waarmee een tijdelijke voorziening uit PMA gefreesd is. Via foto’s en video’s wordt de esthetiek gecontroleerd. Na bijwerken en goed bevinden wordt het opnieuw ingescand voor het eindproduct. De tijd en het geld dat gestoken wordt in de voorbereiding compenseren zichzelf doordat veel goedkopere materialen gebruikt kunnen worden.

Oosterwijk ziet het als een uitdaging om DSD (Digital Smile Design) voor iedereen toegankelijk te maken. Hiervoor is een protocol opgesteld wat binnen alle Elysee laboratoria kan worden aangeboden en waar op basis van minimaal drie foto’s en optimaal vijf foto’s een DSD kan worden gemaakt inclusief geprint model en een puttymal voor een tijdelijke pasvoorziening, tegen beperkte kosten.

Polykristallijne materialen, in het specifiek zirconiumoxide:
Ondertussen zijn we reeds drie generaties van dit materiaal verder. Bij de eerste generatie wisten we nog niet precies wat we ermee konden en zagen we vooral chipping. Dit kwam door het gebrek aan mogelijkheden om de onderstructuur vorm te geven waardoor het opbakporselein, wat circa 100 Mpa sterk is, niet ondersteund werd.

De tweede generatie polykristallijne materialen was beschikbaar vanaf 2012 – 2013. Hiermee werd het mogelijk om het materiaal in te kleuren. Doordat er kleinere aluminum oxide partikels aan toegevoegd waren, gaf dit een veel mooiere brekingsindex met tegelijkertijd een goede sterkte. Nu berekent de computer het gehele design waarmee het risico op chipping aanzienlijk lager is.
Tevens kwamen er gelaagde blokken materiaal beschikbaar waardoor meer translucentie mogelijk was, hoewel het materiaal altijd gekleurd moet worden. Het resultaat is afhankelijk van de ervaring van de tandtechnicus.

De derde generatie kenmerkt zich doordat het zirconiumoxide door toevoeging van meer Ytrium gestabiliseerd is in de zogenaamde cubische fase van het materiaal. Het resultaat zijn grotere partikels met minder lichtbreking en meer isotroop, dus een nog mooier esthetisch effect. Wel is het zo dat de stompkleur en de kleur van het cement steeds belangrijker worden vanwege de translucentie.

Van alle keramische materialen blijkt zirconiumoxide het gladste en dus minst abrasieve materiaal te zijn, maar het is wel harder. We leren steeds meer van het materiaal.

Hybride kunststof versterkte keramieken
Oftewel de nieuwe materialen. Ze zijn bij uitstek geschikt voor modelloos werken omdat er geen verandering in het proces kan optreden. Het is echter pas twee jaar op de markt dus wat kunnen we precies hardmaken?

Vorig jaar heeft 3M voor Lava Ultimate de indicatie voor een volledige kroon teruggeroepen. “Het is goed dat ze dit zo gedaan hebben, maar het kan vaker voorkomen bij nieuwe materialen”, zegt Oosterwijk. Als voorstander van vernieuwen geeft hij toe dat er van nieuwe materialen soms nog weinig bekend is.

Binnen indicatiegebieden is modelloos werken een echt alternatief, en dat geldt idem voor monolithisch werken.

Patrick Oosterwijk is tandtechnicus sinds 1985. Na het behalen van zijn IVT-diploma heeft de ontwikkeling van de tandtechniek altijd een prominente plaats ingenomen in zijn loopbaan. Hierdoor is T.T.L. Oosterwijk voorop blijven lopen in de wereld van tandtechniek. Na de aansluiting bij de Elysee Dental Groep is Oosterwijk als Director Scientific Relations onder andere verantwoordelijk voor de tandtechnische laboratoria die gevestigd zijn binnen ACTA, het UMCG en centra voor bijzondere tandheelkunde. Verder geeft hij diverse lezingen over digitalisering en materiaalgebruik in de tandtechniek.

 Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Patrick Oosterwijk tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
interprofessioneel samenwerken

Interprofessioneel samenwerken, hoe gaat dat in zijn werk?

Bij patiënten met een ernstige ziekte zijn vaak veel verschillende zorgverleners betrokken uit verschillende disciplines en organisaties. Het is in het belang van de patiënt dat al deze zorgverleners hun zorg op elkaar afstemmen en samenwerken. De tandarts en mondhygiënist hebben er vanuit hun professionaliteit belang bij zich te mengen in het team rondom de patiënt.

Op het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht (HU) over ‘De interprofessionele mondhygiënist’ besprak dr. Liesbeth Haverkort – diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU – hoe de verschillende zorgverleners rondom een patiënt interprofessioneel kunnen samenwerken.

Praktijkvoorbeeld
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt getoond met hoeveel zorgverleners een patiënt te maken kan krijgen. In het voorbeeld gaat het om een 53-jarige man, die al vijf jaar lijdt aan Chronische Lymfatische Leukemie (CLL). Hij heeft al diverse curatieve behandelingen ondergaan, zoals chemotherapie (CHOP-kuren) en experimentele immunotherapie (voorloper Ibrutinib). Hij komt in aanmerking voor een allogene stamceltransplantatie (van een donor), maar daarvoor krijgt hij eerst drie R-DHAP-kuren.

Veel betrokken zorgverleners
Deze patiënt komt zeer veel zorgverleners tegen gedurende zijn ziekte. In de eerste fase van zijn ziekte uiteraard de huisarts, die hem verwijst naar de hematoloog, waarna hij ook bij de apotheker terechtkomt. Vrijwel direct worden ook de diëtist en de fysiotherapeut ingeschakeld. Daarna volgen de maatschappelijk werker en de medisch psycholoog.

Tijdens de R-DHAP-kuren kunnen veel bijwerkingen optreden. Bij deze patiënt trad reductie op van het gehoor, waardoor hij bij de KNO-arts belandde voor een consult. Tevens kreeg hij een candida-infectie in de mond en het maagdarmkanaal, waarvoor hij de dermatoloog moest bezoeken.

Na de kuren moest een verwante donor gezocht worden. De verpleegkundige informeerde de patiënt over de voorbereiding op de stamceltransplantatie. Hiervoor kreeg hij eerst nog een kuur: ATG, chemotherapie en radiotherapie.

Mondzorgverleners
Vanaf één week voor de stamceltransplantatie (SCT) kwamen de mondhygiënist en tandarts ook nog in beeld als zorgverleners, omdat de SCT ook gevolgen had voor de mondgezondheid van de patiënt, zoals:

  • droge mond;
  • veranderingen van het orale microbioom;
  • Herpes Simplex en Epstein-Barr-virus;
  • ulcera in de (niet-)gekeratiniseerde slijmvliezen;
  • aanwezigheid aantal gramnegatieve bacteriën;
  • associatie tussen bacteriëmie tijdens neuropene fase na SCT en een geïnfecteerd parodontium.

Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen na een SCT; er is een grote diversiteit aan problemen tussen de verschillende patiënten.

Zorg thuis
Bij thuiskomst komen er nog meer zorgverleners bij. De SCT is slechts het begin van een heel lang traject. Of iemand uit het ziekenhuis ontslagen kan worden en verpleegkundige zorg aan huis geïndiceerd is, hangt af van de mate waarin de patiënt voor zichzelf kan zorgen. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende punten:

  • zelfredzaamheid;
  • conditie;
  • beroep kunnen doen op mantelzorg;
  • risico op ondervoeding/verwaarlozing, risicofactoren hierbij zijn:
    • mannelijk geslacht;
    • alleenwonend;
    • hogere leeftijd;
    • wonend in een instelling;
  • verpleegkundige thuiszorg:
    • monitoren voedingstoestand – beweegpatroon – mondzorg;
    • inzicht in woon- en leefsituatie;
    • zelfredzaamheid;
    • algehele conditie.

Shared decision making
Veel patiënten halen informatie over hun behandeling van internet. De zorgverlener kan helpen om hier de relevante informatie uit te halen. De patiënt is een klant geworden die centraal staat. Dat betekent in de praktijk:

  • Laat de patiënt het beleid mee bepalen.
  • Respecteer specifieke wensen en keuzes (= lifestyle).
  • Maak gebruik van zijn/haar deskundigheid.
  • Lever bruikbare en zinvolle informatie om te komen tot een optimaal beleid.
  • Houd rekening met het opleidingsniveau van de patiënt.

Interprofessioneel samenwerken in de praktijk
In zorg en welzijn zijn er heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Hierbij formuleren de disciplines een gezamenlijk doel en hanteren een gemeenschappelijke taal die voor alle betrokkenen begrijpelijk is. Kwaliteit en perspectieven van de ander worden gezien als complementair en waardevol.

Voor interprofessioneel samenwerken is een interactieve inzet van de betrokken professionals nodig. Dit vraagt een hoog niveau van communicatie, wederzijdse planning, collectieve beslissingen en gedeelde verantwoordelijkheid. Interprofessioneel werken begint met de vraag: ‘Kennen wij elkaar? Hebben wij wel het juiste beeld van elkaar?’

Mondhygiënisten
Behandeling gebeurt in ziekenhuizen via een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), waarbij er geld beschikbaar is voor het gehele behandeltraject van alle zorgverleners. Voor mondhygiënisten en tandartsen is het belangrijk zich kenbaar te maken, zodat ook zij hieruit mee kunnen delen.

Haverkort richtte zich tot slot direct tot de mondhygiënisten: “Weten zij dan dat u belangrijk genoeg bent om het geld op te eisen? Als de dokter u niet kent, dan doet u niet mee in de verdeling. U moet uzelf in de markt zetten. Denk niet dat u achterover kunt leunen. Laat zien wat u kunt als u in zo’n team zit en toon dat u bereid bent om mee te werken.  Weet wat uw toegevoegde waarde is. Neem de houding aan waarin u uw toegevoegde waarde laat zien

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van dr. Liesbeth Haverkort, diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU, tijdens het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over ‘De interprofessionele mondhygiënist’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
Recessies bij tanden of implantaten

Recessiebedekking in het front: hoe gaat u te werk?

Recessies komen veelvuldig voor en kunnen allerlei problemen geven. Een recessie is letterlijk een verplaatsing van de marginale gingiva in apicale richting ten opzichte van de glazuurcementgrens waarbij het worteloppervlak bloot komt te liggen. Dit wordt primair veroorzaakt door het verdwijnen of niet aanwezig zijn van een marginale botlamel, ook wel alveolaire botrecessie genoemd.

Verslag van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course.

Hoofdoorzaken recessie

Een gingivarecessie kan optreden door trauma of door bacteriële oorzaken. Bij trauma kan gedacht worden aan te hard poetsen, onjuist flossen of verkeerd gebruik van overige interdentale reinigingshulpmiddelen. Daarnaast kunnen ook mondgewoonten of de aanwezigheid van een orale piercing een rol spelen. Iatrogene schade in de vorm van te diep prepareren, verkeerd gebruik van een elektrotoom of slecht passend kroon- en brugwerk kan eveneens leiden tot verplaatsing van de marginale gingiva. Speciale aandacht zal verderop besteed worden aan orthodontische krachten en welke gevolgen deze kunnen hebben.

Door marginale plaque ophoping en tandsteenvorming zal de gingiva ter plaatste uiteindelijk naar apicaal kunnen migreren, dit als gevolg van een plaatselijk ontstekingsproces. Daarnaast kan een apicaal aanwezige ontsteking leiden tot verlies van botniveau, soms zelf over de gehele lengte van de apex met als gevolg een forse recessie.

Predisponerende factoren
Naast directe oorzaken zijn er in de literatuur een aantal predisponerende factoren beschreven. Patiënten die een dun gingiva morphotype hebben, in combinatie met een van de eerder beschreven directe oorzaken, hebben een grotere kans op gingivarecessies. Andere predisponerende factoren zijn malposities van gebitselementen, wortelprominentie, een frenulum ter plaatse van een recessie of een endodontische perforatie.

Klachten patiënt bij recessies

Esthetisch
De meest voorkomende klachten van patiënten zijn van esthetische aard. Mensen storen zich vooral aan a-symetrisch tandvlees en een verkleurde wortel die door de recessie zichtbaar is.

Dentinegevoeligheid

Naast klachten van esthetische aard, wordt dentinegevoeligheid veelvuldig genoemd. Dit wordt veroorzaakt door het blootliggen van de dentine tubuli en kan voor patiënten een grote invloed hebben op het dagelijks functioneren. Daarnaast kan uit tandheelkundig oogpunt de voorkeur uitgaan naar recessiebedekking ter preventie van abrasie of wortelcariës om te voorkomen dat aanwezige recessies zullen verergeren.

Overgaan tot behandeling

In de praktijk worden verschillende chirurgische methoden gebruikt om recessies te bedekken. Hierbij wordt vaak gebruik gemaakt van een bindweefseltransplantaat. Recessies bedekken met composiet geeft vaak een compromisuitkomst. Een goed, langdurig, esthetisch en functioneel resultaat valt echter enkel met soft tissue bedekking te realiseren.

Orthodontisch veroorzaakte recessies

Recessies als gevolg van een orthodontische behandeling komen relatief veel voor. Gebitselementen worden bij orthodontische behandelingen vaak buiten de tandboog geplaatst, voorbij de labiale/buccale botlamel. Hierdoor kan het worteloppervlak bloot komen te liggen met een recessie als gevolg. Tegenwoordig kan met behulp van een CBCT-scan de situatie veel beter in kaart gebracht worden.

De meest voorkomende recessies veroorzaakt door orthodontische malpositie komen het meest frequent voor in het onderfront.

Voordat een chirurgische recessiebedekking bij een element dat in een malpositie staat uitgevoerd gaat worden, is het raadzaam om het element in de juiste positie terug te plaatsen. Dit om de voorspelbaarheid van de chirurgische ingreep te vergroten.

Verschillende soorten transplantaten

Een transplantaat waarbij het eigen weefsel van de patiënt wordt gebruikt, wordt bij voorkeur vanuit het gehemelte geoogst. Dit wordt een autoloog transplantaat genoemd.

Indien autoloog transplantaatweefsel niet geoogst kan worden, omdat de patiënt dit niet wil of omdat er sprak is van een te dun type palatumweefsel, kan gebruik gemaakt worden van vervangend materiaal. In verband met weefselreactie en esthetiek is het autologe transplantaat nog steeds de gouden standaard.

Autologe transplantaten
Bij het autologe transplantaat kan onderscheid gemaakt worden tussen:

1. Het vrije bindweefsteltransplantaat. Hierbij wordt zowel epitheel bindweefsel als vetweefsel meegenomen. Over het algemeen wordt dit gebruikt om een tandvleesverdikking na te streven.

2. Het subepitheliaal bindweefsel transplantaat
Dit wordt gebruikt bij recessiebedekking en wordt aangebracht onder een coronaal verplaatste flap of bij een tunnelingtechniek. Dit transplantaat is dus zonder epitheel.

Haakon Kuit, tandarts-implantoloog en werkzaam als docent aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Bart Beekmans, tandarts-implantoloog en oprichter – eigenaar van het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde.

Verslag door Lise Marie Timmerhuis, voor dental INFO, van de lezing van Haakon Kuit en Bart Beekmans tijdens de cursus Anterior Course, een 10-daagse cursus waarin verschillende tandheelkundige onderwerpen met betrekking tot het front aan bod komen, gegeven door vijf professionals op het gebied van implantologie, parodontologie, endodontologie en restauratieve tandheelkunde.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
kanaalanatomie

Beoordeling kanaalanatomie in vitale en avitale elementen

Verslag van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouman, beiden tandarts-endodontoloog, over het belang van een goede beoordeling van de kanaalanatomie in vitale en avitale elementen bij endodontologie.

 

 

 

 

 

 

 

Bij een endodontische behandeling moet worden voldaan aan de volgende punten:

  • Benodigde infectiepreventie
  • Genoeg informatie over de anatomie en lengte
  • Anesthesie?
  • Voorbehandelen: onvoldoende restauratie verwijderen, cariës verwijderen, eventueel knobbels verlagen, restaureerbaarheid inschatten
  • Rubberdam aanbrengen voor de veiligheid en het voorkomen van contaminatie
  • Goede endodontische opening
  • Spanningsvrije en overzichtelijke toegang creëren
  • Werklengte bepalen
  • Vormgeven van het wortelkanaalstelsel zodat reinigen en vullen mogelijk is
  • Irrigatie van het wortelkanaalstelsel
  • Drogen
  • Vullen
  • Röntgenologische controle van de wortelkanaalvulling
  • Vaststellen van de controletermijn

Gebruik van DETI-checklist
Gebruik van een DETI-checklist, maakt een endodontische behandeling voorspelbaarder. Je weet beter waar je aan begint.

Complexe endodontische behandelingen zijn meer tijdrovend en lastiger. Nieuw omschreven verrichtingen zijn gekoppeld aan de DETI. De DETI is een korte checklist toepast op het element. Als er geen complexiteiten zijn, dan is het een DETI A. Is de behandeling complex dan is het een DETI B. Als u complicaties verwacht waardoor de behandeling minder voorspelbaar is, dan gebruikt u de CEB scorelijst.

DETI   A
B > CEB score

Er worden 3 categorieën onderscheiden die van invloed kunnen zijn op de behandeling:

  1. Patiënt gebonden factoren: beeldvorming, anatomie
  2. Element gebonden factoren: anatomie, iatrogene schade
  3. Additionele factoren

Na gebruik van de DETI checklist komt er een plan uit. Deze kunnen worden onderverdeeld in:

  • Plan 1: normale moeilijkheidsgraad
  • Plan 2: beetje lastig
  • Plan 3: heel erg lastig

Dit is geen richtlijn. Het kan wel helpen om problemen makkelijker te benaderen. Complicaties kunnen niet altijd voorkomen worden, maar helpen er alert op te zijn of eventueel de patiënt op tijd in te sturen. U kunt altijd afwijken van een richtlijn als die er is, zolang de onderbouwing goed is en is het goed wordt gecommuniceerd met de patiënt.

Wat weten we over de endodontische behandeling?
Hoe vaak de anatomische variaties voorkomen en in welke elementen bij voorkeur.

  • Dat de etiologie van de pathologie altijd gelijk is.
  • Dat het slagingspercentage van een wortelkanaalbehandeling beduidend hoger is bij vitale, niet geïnfecteerde wortelkanalen, ongeacht de anatomie.
  • Dat een behandeling een meer voorspelbaar resultaat heeft bij een systematische aanpak.
  • Dat een complexe anatomie de wortelkanaalbehandeling tijdrovender maakt.

Bij gebruik richtlijn: wat weten we niet?

  • Is het slagingspercentage bij een lastige anatomie lager?
  • Treedt er meer iatrogene schade optreedt op bij een lastige anatomie?
  • Dien je af te wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een lastige anatomie te maken hebt?

Bijverschijnselen en complicaties bij de wortelkanaalbehandeling

  • Pijn, beschadiging van omliggende weke delen weefsel en osteonecrose
    Extrusie van calciumhydroxide, gebruik van paraformaldehyde, doorpersen van natriumhypochloriet.
  • Beschadiging van de nervus alveolaris inferior of de sinus maxillaris
    Extrusie van GP of sealer (met name formaldehyde bevattende of formaldehyde afgevende sealers).
  • Allergische reacties

  • Opvlamming van de ontsteking
    Opvlamming na endodontische behandeling.
    Verspreiding van bacteriën en microben via de bloedbaan.
  • Iatrogeen gewijzigde kanaalconfiguratie
    Verstopping
    Ledgevorming
    Apicale transportatie/apicale overinstrumentarium
    Perforatie
    Instrumentatiebreuk

Wat zijn risicopatiënten in de endodontologie?

  • Medisch gecompromitteerde patiënten met een verminderde afweer (niet ingestelde diabetes, immunodeficiëntie, chemotherapie)
  • Patiënten met aangeboren of verworven cardiale aandoeningen (met name eerder doorgemaakte infectieuze endocarditis en patiënten met een kunsthartklep) 

Complicaties tijdens de behandeling

  • Bij een vitaal element is het soms beter om een afgebroken vijl laten zitten in plaats van deze te verwijderen. Soms moet er gekozen worden uit weefsel opofferen (wel vijl verwijderen) of afvullen (vijl laten zitten). De aanwezigheid van een vijl in geïnfecteerd gebied geeft ook een sterk verkleinde kans van slaging van de behandeling. Daarom is het belangrijk de afweging te maken of de vijl is afgebroken in een schoon kanaal of een volledig geïnfecteerd kanaal. Dit moet worden meegenomen bij de behandelkeuze.
  • De mesiale kanalen in de ondermolaren zijn lastiger te prepareren met roterend instrumentarium. Daarom is het soms beter om het met handvijlen te prepareren. Het mesiobuccale kanaal in de onderkaak is het meest gevoelig voor vijlbreuk.
  • Kanaalantomie heeft grote invloed op breuk van een vijl. Ook metaalmoeheid kan een rol spelen.
  • Op basis van wetenschappelijke literatuur kan niet worden vastgesteld of een achtergebleven fragment van een afgebroken instrument tot een lager succespercentage leidt.
  • De belangrijkste factor voor het succespercentage is de aanwezigheid van een peri-apicale radiolucentie.

Wat doen bij een gefractureerde vijl?

  • Als u de vijl kunt bypassen dan kunt u het beste de kanaalbehandeling voltooien, dus niet trachten het fragment te verwijderen.
  • Als u de vijl niet kunt bypassen en het deel bevindt zich in apicale 1/3 dan is het verwijderen meestal niet mogelijk zonder beschadiging van de wortel.
  • Als  de vijl zich in het coronale deel bevindt en er geen rechte, spanningsvrije toegang mogelijk is, dan is verwijdering niet haalbaar. Is er wel spanningsvrije toegang mogelijk dan moet verwijdering van het fragment worden overwogen en moet er een kosten/batenanalyse gemaakt worden.

Wat weten we over de endodontische behandeling?

  • Dat iatrogene schade het slagingspercentage negatief beïnvloedt.
  • Welke factoren bijdragen aan het optreden van iatrogene schade.
  • Dat een behandelingen een voorspelbaarder resultaat heeft bij een systemische aanpak.
  • Dat ook hierbij de eerste kans de beste kans is.

Wat weten we niet over de endodontische behandeling?

  • Is de overleving lager?
  • Hoe vaak treden de verschillende complicaties op?
  • Dien je af te willen wijken van de kwaliteitsrichtlijnen omdat je met een iatrogeen gewijzigde anatomie te maken hebt?

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Aukje Bouwman studeerde in februari 2000 af aan de universiteit van Nijmegen. Daarna werkte zij in een algemene praktijk en vervulde diverse waarnemingen. Van 2002 tot 2005 volgde ze de MSc opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Sinds het afronden van de opleiding werkt zij als tandarts-docent op de afdeling Preventieve en Curatieve tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, vooral op het gebied van de endodontologie. Daarnaast is zij parttime werkzaam in haar verwijspraktijk voor endodontologie te Nijmegen.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers en Aukje Bouwman tijdens het NVvE Congres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis
Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Create Your Own Style – Posterior hands-on workshops

Dit event is voorbij!

Een praktische dagcursus door drs. Dirk Grauls en Liesbet Renckens MSc.  waarbij u zowel de theorie als technieken voor succesvolle posterior restauraties leert toe te passen. Schrijf u in voor vrijdag 13 of zaterdag 14 oktober 2017 in Leuven.

Theorie, klinische handvatten en hands-on training posterior restauraties
De docenten bieden u, naast de theoretische onderbouwing, klinische handvatten en hands-on training voor het toepassen van succesvolle posterior restauraties. Het aanbrengen van een correcte vorm en anatomie van de restauratie hebben grote invloed op de functie en levensduur van de posterieure restauratie. Tijdens deze workshop behandelen drs. Dirk Grauls en drs. Liesbet Renckens uitgebreid hoe u hierbij natuurgetrouwe resultaten bereikt. Met welke technieken krijgt u herhaaldelijk het beoogde resultaat? Tijdens deze workshop worden zowel de free -hand opbouwtechniek als de stempeltechniek behandeld met daarbij praktische tips en tricks die u zelf tijdens de cursusdag leert toepassen. Ga naar 3M.be/Create voor meer informatie.

Deze workshop is onderdeel van de 3M Health Care Academy. De 3M Health Care Academy inspireert tandheelkundige professionals met een verscheidenheid aan educatieve programma’s. Op een vakkundige en informele manier worden actuele thema’s behandeld door topdocenten uit de tandheelkunde. U leert door de zeer interactieve opzet van de programma’s de nieuwste tips & tricks, wetenschappelijke informatie en behandeltechnieken kennen voor uw directe en indirecte behandelprocedures. De educatieve activiteiten zijn er altijd op gericht de technieken direct in de praktijk te kunnen toepassen.

Lees meer over: Kennis, Scholing
toelatingsexamen tandarts

Vijftien procent slaagt voor Belgisch toelatingsexamen tandarts en arts

Vijftien procent van de 5.030 studenten die het toelatingsexamen voor (tand)arts aflegden in Brussel is geslaagd. Dit komt overeen met 752 geslaagden, zegt het Vlaamse ministerie van Onderwijs. Zij kunnen starten met de opleiding voor tandarts of arts.

Dit slagingspercentage ligt hoger dan in eerdere jaren: toen lag dit percentage op 12 en 10 procent. Afgelopen jaar was er veel kritiek op het examen waarna dit is bijgestuurd.

Nieuwe toelatingstest
In 2018 zal de toelatingstest er anders uit zien. Er komt dan een aparte test voor tandartsen en artsen. Ook zal een vast aantal studenten aan de opleiding kunnen beginnen, wat hoger ligt dan het huidige aantal geslaagden voor de test.

Lees meer over: Kennis, Scholing