KNMT-praktijkrichtlijn Opvang tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren
KNMT-richtijn, apr 2012
Download brochure nmt-20120423-riotsbp-v04-opvang-spoedgevallen-buiten-knmt.pdf
KNMT-richtijn, apr 2012
Uit onderzoek blijkt dat werknemers in het Verenigd Koninkrijk denken dat hun gebit van grote invloed is op de kans om aangenomen te worden of om promotie te maken. Daarbij komen managers met een gezond gebit motiverender over, meldt Dentistry.
Het onderzoek werd uitgevoerd door Bupa, een internationale gezondheidszorgorganisatie, onder 2000 werknemers in het Verenigd Koninkrijk. Volgens Dr. Steve Preddy, werkzaam bij Bupa, geeft het gebit een belangrijke eerste indruk af. Een mooie lach suggereert zelfvertrouwen, bekwaamheid en autoriteit, deze eigenschappen kunnen carrièrekansen vergroten en een motiverend effect hebben. Het tegenovergestelde geldt voor een gebit dat niet zo gezond oogt.
Slecht gebit is slecht voor zelfvertrouwen
Werknemers zijn bang dat een slecht gebit hun carrièrekansen negatief kan beïnvloeden. Zo probeert 28% van de werknemers niet te lachen op hun werk omdat ze zich onzeker voelen over hun gebit. Ruim twee op de vijf ondervraagden gaf aan inderdaad afgeleid te zijn wanneer ze moesten samenwerken met collegas met een slecht gebit. Ook gaf 29% aan dat een slecht gebit invloed heeft op het vertrouwen dat ze in hun collega hebben.
Gebitscorrectie
Van alle ondervraagden gaf 27% aan dat ze wel eens twijfelden om iets aan hun gebit te laten doen. Volgens dr. Preddy is dit aantal niet verrassend gezien het toenemende besef bij mensen van het belang van een gezond gebit op hun carrière.
Ons lichaam bestaat uit 10 maal zoveel bacteriële cellen dan menselijke cellen. Volgens wetenschappers is vrijwel de helft van deze bacteriële cellen niet te definiëren voor onderzoek. Deze cellen worden dan ook microbiële donkere materie genoemd. Nieuw onderzoek gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences werpt licht op de rol van de microbiële donkere materie in de progressie van parodontitis en andere ziekten..
Bacterie TM7
Een bacterie die tot deze groep behoort is phylum TM7. Vermoedens zijn dat deze een rol speelt bij slijmvliesaandoeningen omdat deze voorkomt bij mensen met parodontitis. Echter is de TM7 phylum moeilijk te kweken en te bestuderen.
Bacteriën TM7x en XH001
Daarom hebben onderzoekers van de UCLA School voor Tandheelkunde, het J. Craig Venter Instituut in Californië en de Universiteit van Washington School of Dentistry besloten om TM7x te kweken. Dit is een soort van TM7, gevonden in de mondholte (PNAS, 22 december 2014). De onderzoekers hebben het eerste bewijs gevonden van een interactie tussen TM7 en een andere bacterie: Actinomyces odontolyticus (XH001), die wordt geassocieerd met slijmvliesontsteking. Bij deze interactie leeft één soort op het oppervlak van een andere soort, verkrijgt op deze manier de essentiële voedingsstoffen en valt de gastheer vervolgens aan.
Relatie TM7x en XH001
Met een verzameling kweken konden de onderzoekers bepalen in welke mate TM7x bijdraagt aan chronische ontsteking van het maagdarmkanaal, vaginale ziekte en parodontitis. Uit testen blijkt dat XH001 zich kan binden met TM7x. Gebaseerd op deze resultaten vermoeden de onderzoekers dat TM7x en XH001 samen zijn geëvolueerd. Het blijkt dat als TM7x fysiek hecht aan XH001, de ontsteking vermindert. Wanneer vervolgens de een de ander aanvalt, kunnen er mondziektes ontstaan. Er zal nog verder onderzoek moeten plaatsvinden naar de relatie tussen TM7X en XH001.
Startpunt
Het onderzoek heeft mogelijkheden gecreëerd voor het kweken van moeilijk te repliceren bacteriën, en vormt een goede basis voor vervolgonderzoek.
Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 3: wanneer behandelen?
Wanneer restauratief behandelen?
Als er een hulpvraag is van de patiënt
Klachten: pijn, esthetiek
Effectiviteit behandeling
Restauratieve behandelopties
Bij nagenoeg volledige dentities:
Traditionele indirecte restauraties: kronen
Directe composietrestauraties: Maltechniek
Beetverhoging is noodzakelijk
Vanwege gebrek aan ruimte
Volgorde behandeling Direct shaping by occlusion
1. Putty stops maken in CR/MO in gewenste beethoogte in articulator
2. Onderfront
3. Bovenfront
4. Bovenpremolaren (p1)
5. Zijdelingse delen onder (34/44 DSO)
6. P2 en M1/M2 boven (DSO)
Directe composietrestauraties
Combinatie indirect-direct
Elementen met voldoende ruimte indirect
– Stabilisatie occlusie
– Overige elementen direct
Gebitsslijtage: een dynamisch proces
Restauratieve behandelopties
Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.
Apr 2015
Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 1: oorzaken.
Etiologische processen
Er zijn drie oorzaken van gebitsslijtage:
1. Attritie: zwaardere frictie, veroorzaakt door tand-tand contact: two-body wear
2. Abrasie: lichtere frictie, veroorzaakt door vreemde voorwerpen en voedsel: three-body wear
3. Erosie: chemisch 1. Intrinsiek 2. extrinsiek
De etiologie van gebitsslijtage is multifactorieel en vergt een zorgvuldige anamnese en onderzoek. Slijtage is bijna nooit alleen het gevolg van zuiver attritie of erosie. Erosie speelt in 75% van de gevallen een rol bij slijtage. Vaak betreft het een combinatie van erosie en attritie/abrasie. Zonder goede diagnose is de preventie minder effectief en is er een onzekere prognose voor de restauratieve behandeling.
Waarom is herkenning van de etiologie belangrijk?
1. Bewustmaking en preventie: samen opzoek naar de etiologie
2. Aanpak van oorzaak en/of gevolg
3. Leidend voor aanpak van de behandeling
4. De etiologie is mede bepalend voor de prognose van de behandeling
Hoe vaak komt ernstige gebitsslijtage voor?
De definitie van ernstige gebitsslijtage verschilt sterk. In dit verslag wordt slijtage tot in het dentine aangehouden.
Er is weinig tot geen klinische informatie beschikbaar over het aantal mensen dat ernstige gebitsslijtage heeft. Ernstige gebitsslijtage wordt ook veel gezien bij kinderen (El-Aidi e.a. 2010). Het lijkt steeds vaker voor te komen, maar waarschijnlijk wordt het beter herkend en is de prevalentie niet hoger.
Typen slijtage
Tandslijtage is onder te verdelen in fysiologische en pathologische slijtage.
1. Fysiologische slijtage glazuur door tand-tand contact bedraagt ongeveer 30 micron per jaar voor molaren (0,3mm in 10 jaar) en 15micron per jaar voor premolaren (Lambrechts e.a. 1989). Deze slijtage kan onder extreme condities pathologisch worden. Dit verschilt met de tandziekte cariës, die altijd pathologie is en niet fysiologisch kan zijn.
2. Pathologische slijtage
Hiervan is sprake als de functie van de dentitie (kauwvermogen en esthetiek) niet zal kunnen worden gehandhaafd gedurende het leven. Maar ook als de slijtage zo snel gaat dat de levensvatbaarheid van de tanden in het gevaar komt of wanneer het de patiënt verontrust (Berry e.a. 1976).
Prevalentie
Prevalentie van ernstige slijtage bij volwassenen neemt toe van 3% bij 20 jarigen tot 17% bij 70 jarigen (van t Spijker e.a. 2009).
Prevalentie bij volwassenen in Groot Brittannië (1998):
Attritie
Attritie is slijtage van het harde tandweefsel ten gevolge van tand-tandcontact.
Manifestatie attritie
Slijtage beperkt zich tot de door occlusie en articulatie belaste vlakken. De bovenkaak en onderkaak passen vaak naadloos in elkaar.
Bruxisme
Slijtage als gevolg van bruxisme kan attritie, abfractie (bijzondere manifestaties) en een cracked tooth tot gevolg hebben.
Cracked tooth syndroom
Het cracked tooth syndroom is een onvolledige fractuur van een vitaal posterior gebitselement gekenmerkt door pijn bij bijten en/of pijn bij koude. Vaak betreft dit de niet dragende knobbel. Deze is zwakker doordat er meer belastende laterale krachten op worden uitgeoefend. In het ergste geval kan het leiden tot een irreversibele pulpitis.
Lange termijn behandeling voor pijnlijke crack teeth
Abrasie
Abrasie is slijtage van harde tandweefsels ten gevolge van mechanische processen waarbij voorwerpen van buiten de mond betrokken zijn.
Manifestaties abrasie
Afhankelijk van de actie kan ieder oppervlak op verschillende manieren zijn aangetast.
Oorzaken abrasieve slijtage
Abrasieve voedingsmiddelen
Demasticatie
Dit is combinatie van attritie en abrasie door contact met een voedselbolus.
Tandenpoetsen en slijtage
Erosie
Erosie is slijtage van harde tandweefsels ten gevolge van chemische processen in afwezigheid van bacteriën.
Erosie door dieetfactoren
Hoe werkt erosie?
Erosie verzacht het tandoppervlak, waardoor andere vormen van slijtage versneld worden.
Waar komt de zuurexposie vandaan?
Overmatig frisdrankgebruik.
Manifestatie van erosieve slijtage
Meest aangetaste oppervlakken
Erosieve slijtage bij jeugdigen
Onderzoek naar de prevalentie en incidentie van erosieve slijtage bij 10- tot 12-jarigen (n=622) in Oss ( El Aidi e.a. 2008).
Progressie erosie in 3 jaar
Baseline 10-12 jaar: 32% erosie
Na 1,5 jaar 43% erosie
Na 3 jaar 44% erosie
Onderzoek naar etiologie
Kijk hierbij naar:
Preventie van erosie: fundamentele benadering
Overweging bij vaststellen etiologie erosie
Gastheerfactoren
Klinisch onderzoeksproject
In het Radboud UMC loopt nu een onderzoek het ESO-project . Hierin wordt een patiëntengroep gevolgd die niet wordt behandeld en alleen preventief wordt begeleid. Daarnaast wordt een patiëntgroep gevolgd die behandeld wordt met verschillende methoden. Doelstellingen van dit onderzoek zijn:
Erosie door GORD
Wat wordt verstaan onder GORD?
Symptomen
Heartburn: brandende pijn op de borst.
GORD en slijtage bij volwassenen
Finland
– 24% van GORD patiënten had erosie (Meurman e.a. 1994)
Verenigd Koninkrijk
– 64% van onderzochte slijtage patiënten had GORD (Barlett e.a. 1996)
– Palatinaal weefselverlies is gerelateerd aan nachtelijk reflux (Moazzez e.a. 2005)
IJsland
– Geen significante verschillen GORD patiënten en controles (Jensdottir e.a. 2004)
GORD
GORD-patiënten hebben significant meer gebitsslijtage (Gregory Head e.a. 2000)
Kinderen met GORD vertonen meestal geen duidelijk symptomen.
Luchtwegsymptomen zoals astma, bronchitis en hoesten kunnen erop duiden dat er sprake is van GORD. Er is geen duidelijke relatie met erosieve slijtage.
Bewijs voor oorzaak en behandeling (wilder-Smith e.a. 2009)
GORD
Overleg met de huisarts als u GORD bij uw patiënt vaststelt.
Richtlijn GORD behandeling
Levensstijl aanpassen.
Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 2: diagnostiek.
Stappen bij diagnostiek van gebitsslijtage
Voordat u aan een behandeling begint is het belangrijk om uitgebreide diagnostiek te verrichten bij de patiënt. Dit is onder andere belangrijk voor de keuze van de behandeling en bewustwording van de patiënt over de etiologie en ernst van de gebitsslijtage.
Tandheelkundig onderzoek
Medische anamnese
Medische geschiedenis
Tandheelkundige anamnese
Visuele beoordeling van modellen
Er is geen goede klinische score-methode om progressie vast te leggen.
Een individueel gebitsmodel geeft de meeste informatie voor monitoren van slijtage.
Toot wear index (TWI)
Smith & Knight, 1984
0 – Geen verlies van glazuureigenschappen/contour.
1 – Verlies van oppervlakkige glazuureigenschappen/minimaal contourverlies.
2 – Minder dan 1/3 van het dentineoppervlak wordt blootgesteld.
3 – Meer dan 1/3 van het dentineoppervlak wordt blootgesteld.
4 – Blootstelling van het secundaire dentine/pulpa.
Dilemmas van slijtage indices?
Scoren op verschijningsvorm en locatie
Lees ook de andere verslagen van deze cursus:
1. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Oorzaken
3. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Wanneer behandelen?
Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.
Hoewel al meerdere onderzoeken hebben gekeken naar het effect van een wortelkanaalbehandeling op de pijnintensiteit, was het effect op andere dimensies nog niet onderzocht. Nu heeft een onderzoek, gepubliceerd in the Journal of Endodontics, aangetoond dat een wortelkanaalbehandeling meerdere dimensies van pijn kan verminderen: de intensiteit, de duur en de effecten op dagelijkse activiteiten.
62 tandartsen hebben in totaal naar 655 patiënten gekeken (tussen de 19 en 70 jaar oud) die een wortelkanaalbehandeling hebben ondergaan. Gegevens zijn zowel voor als na de behandeling gemeten om de preoperatieve en intra-operatieve status te bepalen. Ook heeft er een meting een week later plaatsgevonden voor het bepalen van de postoperatieve status.
Pijnintensiteit
Resultaten tonen aan dat patiënten die voor de behandeling veel tandpijn ervoeren (een 7 of hoger op een schaal van 10), na de behandeling aangaven dat de pijnintensiteit was verminderd of dat zij helemaal geen pijn meer hadden. Patiënten die voor de behandeling milde pijnintensiteit ervoeren (1 tot 3 op een schaal van 10) hielden dezelfde pijn. Deze uitkomsten kunnen gebruikt worden om patiënten te informeren over de pijnintensiteit na de behandeling.
Duur van de pijn
Ook de duur van de pijn vermindert na de wortelkanaalbehandeling. De onderzoekers geven aan dat de duur tevens invloed kan hebben op andere resultaten, waardoor het belangrijk is om ook naar deze dimensie te kijken.
Dagelijkse activiteiten
Door de vermindering van de pijn, werd het effect van de pijn op het uitvoeren van dagelijkse activiteiten lager.
Conclusie
Volgens de resultaten is er een algehele vermindering van de pijnintensiteit, duur en effect op uitvoeren van activiteiten na een wortelkanaalbehandeling.
Een overzicht van basale concepten van pijn, pijntransmissie en pijn modulatie. Met klinische karakteristieken van specifieke aangezichtspijnen en behandelstrategieën. Verslag van de lezing van dr. Reny de Leeuw tijdens het NVvE najaarscongres.
Definitie pijn
Pijn wordt gedefinieerd als een onaangename zintuigelijke en emotionele ervaring geassocieerd met echte of mogelijke weefselbeschadiging, of beschreven alsof een dergelijke beschadiging heeft plaatsgevonden.
Verschillende soorten pijn
Pijn is onder te verdelen in de onderstaande groepen.
1. Nociceptische pijn/klinische pijn
2. Neuropathische pijn
1. Nociceptische pijn
Normale situatie
In een normale situatie zal een niet-pijnlijke stimulus niet leiden tot pijn. Wanneer de stimulus-intensiteit toeneemt zal dit uiteindelijk wel pijn gaan doen: de stimulus-intensiteit correleert met de intensiteit van de pijn die je waarneemt.
Somatische/viscerale pijn
Een voorbeeld van somatische pijn is wanneer iemand met een hamer op zijn duim slaat: er is sprake van normale zenuwstructuren en abnormale somatische structuren.
Er bestaan verschillende soorten zenuwvezels die hier bij een rol spelen:
Beschermende functie
Pijn heeft een beschermende functie. Wanneer er sprake is van bijvoorbeeld een verzwikte enkel dan kan een stimulus die normaal niet pijnlijk is, nu wel pijnlijk zijn (de enkel is bij normale belasting pijnlijk). Dit wordt ook wel allodynia genoemd. Hierdoor zal de persoon met de verzwikte enkel deze zo min mogelijk willen belasten. Ook is er sprake van hyperalgesie, dit betekent dat er bij een kleinere stimulus-intensiteit de pijn veel heftiger wordt ervaren.
Ook wrijven zorgt in zon situatie niet voor vermindering van de pijn maar, wrijven is juist gevoeliger. De neuronen waarin de dunne en dikke zenuwvezels samenkomen zijn in dit geval hypersensitief, dit wordt centrale amplicatie genoemd.
2. Neuropathische pijn
Wanneer de somatische structuren normaal zijn en er sprake is van abnormaliteit in de zenuwstructuren dan wordt er gesproken van neuropatische pijn. De pijn blijft bestaan na de normale wondhelingstijd en er is sprake van amplificatie van het gehele centrale zenuwstelsel.
Referred pain
Na een pijnstimulus wordt er een signaal gestuurd van een neuron naar een interneuron en vervolgens naar de hersenen. Er wordt van referred pain gesproken indien het voor de hersenen niet meer duidelijk is waar het signaal vandaan komt: de interneuron staat in relatie met een andere plaats in het lichaam. Zo kunnen kauwspieren en gebitselementen met elkaar in verbinding staan. De referred pain gaat niet weg door de pijnlijke plaats te verdoven, maar wel door de plaats waar de oorsprong van de pijn is te verdoven.
Kaakgewrichts- en kauwspierpijn
Dysfunctie van de kauwspieren
Er wordt gesproken van dysfunctie van de kauwspieren wanneer er pijn of een oncomfortabel gevoel in het aangezicht of rond de mond aanwezig is, geïnduceerd door kauwen of een ander gebruik van de kaken. Vaak is er sprake van een niet-kloppend zeurend en/of drukkend gevoel, een variabele en diffuse pijnlocatie, pijn en gevoeligheid bij palpatie en wordt de pijn verergerd door kaakbewegingen. Er bestaan verschillende soorten kauwspierpijn: local muscle soreness/myalgie, myofasciale pijn, pees-ontsteking, spasme, dyskinesie/dystonie.
1. Myalgie
Etiologie:
-Trauma, overbelasting
Anamnese:
-Pijn in de kaak, het gezicht, temporalis-gebied
-Pijn tijdens kaakfunctie of parafunctie
Klinische symptomen:
-Bekende pijn tijdens palperen
-Bekende pijn tijdens functie
-Beperkte actieve mondopening, normale laterale bewegingen
2. Myofasciale pijn
Etiologie:
– Onbekend, stress of trauma kan er mee te maken hebben
Anamnese:
– Pijn in de kaak, het gezicht, temporalis-gebied
– Pijn tijdens kaakfunctie of parafunctie
Klinische symptomen:
– Bekende pijn tijden palperen en functie
– Pijn buiten de gepalpeerde spier
– Beperkte actieve mondopening, normale laterale bewegingen
Behandeling:
– Er is sprake van lokale verdikte overgevoelige gebieden in de spier (triggerpoints) en dit kan leiden tot referred pain. Behandeling kan door middel van dry needling of injecties met anesthesie (zonder vasoconstrictor) of fysiologische zoutoplossing.
3. Peesontsteking/tendinitis
Etiologie:
– Onbekend
Anamnese:
– Pijn in de kaak, het gezicht, temporalis-gebied
– Pijn tijdens kaakfunctie of parafunctie
Klinische symptomen:
– Bekende pijn tijden palperen en functie
– Ook pijn buiten de gepalpeerde spier
– Beperkte actieve mondopening, normale laterale bewegingen
4. Spasme – Plotselinge onvrijwillige reversibele tonische spier samentrekking
Etiologie:
– Tetanus, infectie, diepe pijn , CZS-laesie
Anamnese:
– Abrupt begin
– Abrupt beperkte mondopening
Klinische symptomen:
– Pijn bij palperen, beperkte mondopening, spontane pijn en pijn bij functie, mogelijke acute malocclusie
– Verhoogde EMG activiteit (in tegenstelling tot myalgie, myofasciale pijn, tendinitis)
5. Oromandibulaire dystonie – Excessieve, onvrijwillige en aanhoudende spier samentrekkingen
Etiologie:
– Idiopathisch
– Medicijngebruik, neuro-degeneratie, traumatische hersenbeschadiging
Anamnese:
– Plotselinge onbeheersbare kaak en gezichtsbewegingen
– Pijn in de aangedane spier
Klinische symptomen:
– Abnormale kaak/faciale bewegingen/houding
– Andere kenmerken als bij spasme
6. Oromandibulaire dyskinesie – Onvrijwillige repetitieve bewegingen van de tong, gezicht of kaak
Etiologie:
– Voornamelijk medicijn gebruik (neuroleptica)
– Ouderdom, hersenbeschadiging, CZS ziekte
– Onderscheid door sensory trick, dit kan de bewegingen soms stoppen
Dysfunctie van de kaakgewrichten
Dysfunctie van het kaakgewricht kan verschillende oorzaken hebben, namelijk: pijn in het kaakgewricht, derangements van het Condylus-Discus Complex, hypomobiliteit, hypermobiliteit en degeneratieve gewrichtsafwijkingen.
1. Ontstekingspijn – ontsteking van het synovium, het kapsel of het retrodiscale weefsel
Anamnese:
– Pijn in de kaak, voor het oor of in het oor
– Pijn veroorzaakt of verergerd door kauwfunctie/ kaakbewegingen
Klinische symptomen:
– Bekende pijn bij palpatie van het kaakgewricht
– Bekende pijn bij kaakbewegingen
2. Derangements van het condylus discus complex
Bij derangements van het condylus discus complex is er sprake van een abnormale relatie tussen de discus, de kaakkoppen en de eminentia. In de meeste gevallen gaat het om een anterieure discusluxatie. Er zijn twee soorten discusluxatie:
3. Andere redenen voor hypomobiliteit
Andere redenen voor hypomobiliteit zijn fibrose of ankylose van de kaakgewrichtsonderdelen, adhesie, adherence, of een vergrote processus coronoideus. Kenmerkend voor fibrose, ankylose, adhesie en een vergrote processus coronoideus is dat de symptomen heel langzaam ontstaan en samen gaan met een beperkte mondopening. Vaak is er sprake van deflectie naar de aangedane zijde. Ook kan er sprake zijn van adherence, dit presenteert zich op dezelfde manier als de eerdergenoemde redenen voor hypomobiliteit alleen dan meer acuut.
4. Hypermobiliteit
Bij hypermobiliteit liggen de discus en kaakkop anterieur van de eminentia. Er is sprake van een subluxatie of luxatie van discus-condylus complex.
5. Degeneratieve gewrichtsafwijkingen
Hieronder vallen osteoartrose en condylysis.
Behandeling van dysfunctie kauwspieren en kaakgewrichten
Behandeling bestaat uit:
Stabilisatiesplint
Een stabilisatiesplint kan worden vervaardigd bij kauwspier- en kaakgewrichtspijn. Het is belangrijk dat de splint alle gebitselementen bedekt en dat er overal gelijke contacten aanwezig zijn.
Neuropathische pijn
Trigeminus neuralgie
Trigeminus neuralgie komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, in de meeste gevallen bij mensen van een leeftijd boven de 60 jaar. Trigeminus neuralgie kan spontaan ontstaan maar kan ook veroorzaakt worden door MS of door compressie veroorzaakt door een tumor of bloedvat. Vaak zijn de tweede en derde tak van de n. Trigeminus aangedaan. Er is sprake van scherpe, schokkende pijn waarvan de intensiteit zeer ernstig is. Vaak duurt een aanval 1-2 minuten en wordt deze getriggerd door lichte aanraking.
Andere neuralgieën
Naast de nervus Trigeminus kunnen ook takken van de negende en de zevende hersenzenuw zorgen voor neuralgie.
Behandeling van neuralgie
Behandeling kan bestaan uit:
Persisterende constante neuropatische pijnen
Andere vaakgebruikte termen zijn:
Stomatodynia (burning mouth syndroom)
Bij stomatodynia is er sprake van een idiopathisch diep brandend gevoel in de mucosa en een subjectieve droge mond. Bij deze symptomen moeten candida, lichen planus, hormonale veranderingen, tekort aan voedingsstoffen, speekselklierproblemen, diabetes, parafuncties en bijwerkingen van medicatie uitgesloten worden. Indien er niets gevonden kan worden dan wordt de diagnose stomatodynia gesteld. De etiologie is onduidelijk en stomatodynia komt met name voor bij vrouwen ouder dan 50. Behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapie of het innemen van medicatie (bijvboorbeeld clonazepam, alpha liponzuur, SSRIs).
Hoofdpijnen
Hoofdpijn is een zeer gangbaar probleem. 90% van de bevolking heeft ooit last gehad van hoofdpijn en 4% procent heeft dagelijks last van hoofdpijn. Hoofdpijn komt vaker voor bij vrouwen.
Primaire hoofdpijnen
1. Migraine
Migraine begint vaak op jonge leeftijd en komt vaker voor bij vrouwen. Er is sprake van een unilaterale (60%), kloppende pijn die 4-72 uur kan aanhouden. De hoofdpijn wordt verergerd door activiteit en kan gepaard gaan met misselijkheid, licht- en /of geluidsgevoeligheid. Veranderingen in het dagelijks patroon, omgevingsfactoren zoals licht en geluid, stress, slaaptekort en alcohol kunnen migraine triggeren.
Voor migraine bestaan er verschillende fases en deze fase gaan gepaard met een aantal verschijnselen:
Behandeling bestaat uit het vermijden van triggers door bijvoorbeeld het veranderen van dieet of lifestyle, het toepassen van relaxatie technieken, het volgen van cognitieve gedragstherapie of yoga of het nemen van medicatie (met name beta-blokkers of anti-epileptica om hoofdpijn te voorkomen of de zogenaamde triptans om hoofdpijn te stoppen).
2. Spanningshoofdpijn
Spanningshoofdpijn komt erg veel voor (30-78%). De hoofdpijn wordt chronisch genoemd indien er sprake is van meer dan 15 hoofdpijndagen per maand. Vaak begint spanningshoofdpijn na de leeftijd van 20 jaar. De pijn is bilateraal aanwezig en is drukkend en persend. Er is geen sprake van misselijkheid in tegenstelling tot bijvoorbeeld migraine. Er is sprake van licht- óf lawaaigevoeligheid, maar niet van beide.
Triggers voor spanningshoofdpijn zijn stress en verandering in dagelijks gedrag zoals slaap. Indien de hoofdpijn getriggerd wordt door cafeïne, zithouding of bruxisme dan is er sprake van een andere soort (secundaire) hoofdpijn. Er is beperkt bewijs datgedragsmodificatie zoals biofeedback en relaxtie helpt, en vaak bestaat behandeling uit het innemen van medicatie (lage doses van tricyclische antidepressiva om hoofdpijn te voorkomen).
3. Trigminale autonomische hoofdpijnen
Hieronder vallen de volgende hoofdpijnen:
Voor alle bovengenoemde hoofdpijnen is het typerend dat de pijn altijd unilateraal is, vaak rond het oog. Het gaat om stekende pijn met ernstige intensiteit die gepaard met autonomische kenmerken. Deze hoofdpijnen worden met name met specifieke medicijnen bestreden.
Samenvatting
Dr. Reny de Leeuw haalde haar tandartsdiploma in 1988 aan de Rijks Universiteit van Groningen, waar zij ook haar onderzoek naar osteoarthrose en internal derangement van het kaakgewricht volbracht in 1994. In 1998 werd zij aan de Universiteit van Kentucky aangesteld als docent/onderzoeker en zij is nu hoogleraar en hoofd van de afdeling Orofaciale Pijn. Zij heeft meer dan 40 publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en enkele hoofdstukken in boeken geschreven. Zij is redacteur van de 4e uitgave en mederedacteur van de 5e uitgave van het boek Orofacial Pain: Guidelines for Assessment, Diagnosis and Management. Zij is voorzitster geweest van de American Academy of Orofacial Pain en momenteel is zij diplomate van de American Board of Orofacial Pain. Zij is tevens een van de Board Directors van de American Board of Orofacial Pain. Haar huidige onderzoek richt zich op de relatie tussen psychosociale factoren en aangezichtspijn.
Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Reny de Leeuw, tijdens het NVvE najaarscongres
Volgens nieuw onderzoek kan een besmetting van de mond met het humaan papillomavirus (HPV) een jaar of langer aanhouden bij mannen ouder dan 45 jaar. De afstammeling HPV16 komt het vaakst voor bij HPV orofaryngeale kanker. Onbekend is hoe lang de infectie met het HPV moet aanhouden om het riscio op hoofd-halskanker te vergroten, maar aanname is dat een infectie die twee jaar voortduurt het risico sterkt verhoogt.
Onderzoek
De onderzoekers hebben vier jaar lang monsters geanalyseerd van 1626 mannen die deelnemen aan een longitudinaal onderzoek over HPV-infectie bij mannen. Aan het begin van de studie bleek dat 10 mannen geïnfecteerd waren met HPV16. Gedurende de studie werd HPV16 ook nog waargenomen bij 13 andere deelnemers.
Van de totaal 23 geïnfecteerden, duurde bij 13 de infectie een jaar of langer. Bij 9 hield de infectie twee jaar of langer aan en bij 2 deelnemers maar liefst vier jaar of langer.
Resultaten
Het blijkt dat bij toenemende leeftijd de kans op een aanhoudende HPV-16 infectie voor een jaar of langer toeneemt. Van de 23 geïnfecteerden duurde bij alle mannen ouder dan 45 jaar de infectie een jaar of langer. Dit in vergelijking met de helft van het aantal deelnemers tussen de 31 en 44 jaar waar de infectie een jaar of langer volhield. Bij mannen in de leeftijdscategorie 18 t/m 31 jaar was er geen sprake van een jaar lang aanhoudend HPV16-infectie.
De resultaten tonen aan dat sommige orale HPV16-infecties vier jaar of langer kunnen voortduren en dat de lengte van de infectieduur toeneemt met de leeftijd. Genitale HPV-infecties verdwijnen meestal binnen twee jaar. Uit het onderzoek blijkt dat orale HPV-infecties dus langer kunnen voortduren dan genitale infecties.
Vervolg
Momenteel zijn er geen methoden om precancereuze letsels van hoofd en hals te detecteren. Vervolgonderzoek is nodig om hier screeningmethoden voor te ontwikkelen.
Bron: Cancer Prevention Research
Apr 2015
Onderzoek naar cariës is in de jaren 60 en 70 voornamelijk geleid door belangen van de suikerindustrie. In plaats van onderzoek naar vermindering in suikerconsumptie werd er voornamelijk onderzoek verricht naar het tegengaan van schadelijke effecten van suiker.
Correspondentie suikerindustrie en overheid
Onderzoekers aan de Universiteit van Californië vonden documenten die tezamen meer dan 1500 paginas aan correspondentie tussen de suikerindustrie en overheid tellen. Ze vergeleken deze met documenten van de National Institute of Dental Research om zo de invloed van de suikerindustrie op het onderzoeksbeleid te achterhalen.
Roger Adams
De documenten met correspondentie zijn achtergelaten door de inmiddels overleden Roger Adams. Hij was organisch chemicus en hoofd van de afdeling voor chemie en chemische technologie aan de Universiteit van Illinois. Daarnaast werkte hij voor de Sugar Research Foundation (SRF), nu bekend als de Sugar Association. Ook was hij deel van de adviesraad voor de International Sugar Research foundation (ISRF), nu bekend als de World Sugar Research Foundation. De World Sugar Research Foundation bestaat uit meer dan 30 leden met economische belangen in de suikerindustrie, zoals bijvoorbeeld Coca-Cola.
Oorspronkelijke focus NCP
Door de NDIR werd in eerste instantie aangeraden om het onderzoek voor het National Caries Program te richten op drie punten, namelijk:
Wetenschappelijk bewijs
De suikerindustrie kon de invloed van suiker op cariës niet ontkennen op basis van het wetenschappelijke bewijs. Maar in plaats van de richtlijnen voor suikerconsumptie aan te passen werd de aandacht gericht op manieren om de schadelijke invloed van suiker te verminderen.
Geen resultaat
Alle leden, behalve één, van de NDIR die invloed hadden op het onderzoeksprogramma van NCP waren lid van een expertpanel in de suikerindustrie. Uiteindelijk werd driekwart van de voorstellen van de ISRF opgenomen in het NCP. Als resultaat van de nauwe samenwerking tussen NIH en de suikerindustrie richtte het NCP zich vooral op manieren om cariës te voorkomen zonder de suikerinname te verminderen.
De grote meerderheid van het onderzoek leverde geen resultaat op.
Bron: DrBiscuspid.com
Volgens onderzoek van Whatclinic.com zijn er grote prijsverschillen voor private tandheelkunde in het Verenigd Koninkrijk.
Prijsverschil
Whatclinic.com heeft de prijzen van de meest voorkomende behandelingen van meer dan 12.000 private tandheelkundige praktijken met elkaar vergeleken. Zij concluderen dat er grote prijsverschillen zijn, afhankelijk van waar je heen gaat. Zo kan de gemiddelde prijs voor een tandheelkundig overleg verschillen van 50 euro tot bijna 150 euro.
National Health Service
De National Health Service (NHS) is het openbare gezondheidszorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk. Hiervan staan de tarieven voor tandheelkundige behandelingen wel vast. Zo kost een tandheelkundig overleg bij NHS 25 euro.
Tekort
Uit cijfers blijkt echter dat meer tandartsen privé werken dan voor de NHS. Hierdoor krimpt het aantal NHS-tandheelkundige klinieken en worden de klinieken steeds minder toegankelijk voor een deel van de Engelse bevolking.
De KNMT (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde) pleit voor minimumeisen voor het opleidingsniveau van tandartsassistenten. De KNMT wil dat met ingang van 1 september 2018 een tandartsassistent die nieuw de arbeidsmarkt betreedt in het bezit is van een mbo-diploma Tandartsassistent of in opleiding is voor dit diploma. Met het invoeren van de eis van een mbo-opleiding wordt het opleidingsniveau van tandartsassistenten eenduidig, transparant en inzichtelijk voor de patiënt.
Uit eerste resultaten van onderzoek door de KNMT onder haar leden, blijkt dat 75 procent van de tandartsen het standpunt van de KNMT ondersteunt. Vrijwel alle respondenten vinden het bij het aannemen van een nieuwe tandartsassistent belangrijk dat deze een opleiding tot tandartsassistent heeft gevolgd.
Uniformiteit in tandheelkundig handelen
Anno 2015 vraagt de samenleving om transparantie, deskundigheid en meer uniformiteit in tandheelkundig handelen. Dat betreft niet alleen de tandarts maar ook de andere beroepsgroepen die onderdeel uitmaken van het tandheelkundig team, waaronder de tandartsassistent. Op dit moment heeft ruim de helft van de tandartsassistenten een mbo-opleiding Tandartsassistent gevolgd. De rest heeft ofwel een certificaat of is in de praktijk opgeleid door de tandarts zelf.
Eenduidige kwaliteit
De kwaliteitseisen en het niveau van de mbo-opleiding Tandartsassistent zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier dat door de branche en het onderwijsveld samen wordt vastgesteld. De Onderwijsinspectie houdt toezicht op de inhoud en het niveau van deze opleidingen. Voordeel voor de werkgever is dat gediplomeerde tandartsassistenten in de praktijk aantoonbaar bekwaam zijn in het uitvoeren van de handelingen uit het beroepscompetentieprofiel.
De stichting Oral Health Foundation Rwanda (OHFR) is een tandheelkundige stichting die zich inzet om de tandheelkundige voorzieningen in Rwanda te verbeteren. Zij richt zich voornamelijk op lagere en middelbare scholen. Het programma bestaat uit preventieve en curatieve mondzorg.
Doel
Vanuit de liefde voor het land en de Rwandese bevolking is de stichting Oral Health Foundation Rwanda (OHFR) in 2006 opgezet. Inmiddels is de OHFR met groot succes werkzaam in Rwanda. De OHFR wilt door het opzetten van een tandheelkundige infrastructuur bijdragen aan de directe verbetering van de tandheelkundige zorg van de plattelandsgemeenschap. De OHFR is een in Nederland geregistreerde NGO en in Rwanda geregistreerde INGO. (International Non-Governmental Organization).
Waarom?
In Rwanda lijdt meer dan 60% van de kinderen aan kiespijn. De situatie onder volwassenen is nog slechter door ongevallen en ziektes als AIDS en mondkanker. Rwanda heeft op een bevolking van bijna 12 miljoen mensen naar schatting 20 goed opgeleide tandartsen, die voornamelijk werken in de hoofdstad. Dus één tandarts op ongeveer 600.000 mensen. Op het platteland zijn nauwelijks tandartsen actief.
Omdat een gezonde bevolking de basis is voor een goede economische ontwikkeling, die samen met de educatieve ontwikkeling zorgt voor een stabiele en vreedzame samenwerking tussen verschillende bevolkingsgroepen, tracht de OHFR bij te dragen aan een goede gezondheidszorg.
Werkwijze
De OHFR heeft voorlichtingsprogrammas en preventielessen ontwikkeld om kinderen kennis te laten maken met mondverzorging. De OHFR geeft zowel voorlichting op scholen en behandelt de kinderen op basis van Atraumatic Restorative Treatment (ART). Bij de ART is geen boor of speekselafzuiger nodig, hetgeen impliceert dat ART zonder elektriciteit, zonder leidingwater en zonder dure compressor kan worden uitgevoerd. Er is alleen handinstrumentarium voor nodig. Kinderen kunnen worden doorgestuurd naar een van de twee klinieken van de OHFR als zij met behulp van ART niet meer geholpen kunnen worden. Ook het opleiden van lokale tandartsen en assistenten is een voorwaarde voor structurele verbetering van de tandheelkundige zorg van de Rwandese bevolking. Zij volgen jaarlijks masterclasses en krijgen altijd een tweedaagse workshops voordat zij afreizen naar een school om de leerlingen daar te behandelen.
Samenwerking
Naast samenwerking met de Rwandese tandheelkundigen werkt de OHFR ook intensief samen met gezondheidscentra door het hele land, om zo zoveel mogelijk kinderen te bereiken. Aangezien de tandheelkundige gezondheidszorg een geïntegreerd deel moet worden van de reguliere medische infrastructuur zal op de lange termijn de hulp van de OHFR niet meer nodig zijn. Om het doel van deze onafhankelijkheid te bereiken, wordt er nauw samengewerkt met de Rwandese overheid, de bevolking en de gezondheidszorg in Rwanda.
Steeds meer mensen hebben draadjes achter hun voortanden die ervoor zorgen dat de voortanden op hun plek blijven na een orthodontische behandeling. Dit is echter ook een risicofactor voor cariës en tandvleesontsteking. Orthodontist Marije Jongsma deed haar promotieonderzoek hierover en ontdekte dat het laagje tandplaque op de draden verminderd kan worden door gebruik van een elektrische tandenborstel, antibacteriële tandpasta en eventueel een antibacterieel mondspoelmiddel. Ook blijken enkelstrengsdraden een kleinere risicofactor dan meerstrengsdraden.
Vorm
Jongsma concludeerde dat de vorm van de draden van grote invloed is op de hoeveelheid biofilm die eraan hecht. Op een meerstrengsdraad vormt zich meer biofilm dan op een enkelstrengsdraad. Hoe ruwer het offervlak, hoe gemakkelijker bacteriën zich kunnen hechten. Een eenmaal gevormd bacterielaag is moeilijk te doordringen.
Biofilm
De orthodontist ontdekte dat gebruik van een elektrische tandenborstel de stuctuur van de biofilm verandert en beter doordringbaar maakt. Door combinatie van gebruik van een elektrische tandenborstel met een antibacteriële tandpasta en mondspoelmiddel vermindert de hoeveelheid biofilm en wordt de samenstelling ervan minder schadelijk.
Ze geeft in haar proefschrift aan dat de vorming van biofilm niet helemaal voorkomen kan worden, maar dat dit wel verminderd kan worden met de juiste middelen.
Promotie
Promotie: M.A. Jongsma
Wanneer: 01 april 2015, 14.30 uur
Promotors: prof. dr. Y. (Yijin) Ren, prof. dr. ir. H.J. (Henk) Busscher, prof. dr. H.C. (Henny) van der Mei
Waar: Academiegebouw RUG
Faculteit: Medische Wetenschappen / UMCG
Marije Jongsma (1986) studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen het W.J. Kolffinstituut en de afdeling Orthodontie, binnen het programma Bioadhesion, Biocompatibility and Infection, van het Universitair Medisch Centrum Groningen, die het onderzoek ook bekostigden. Jongsma werkt als orthodontist in de maatschap Jongsma & Jongsma Orthodontisten.
Mrt 2015
Patiënten worden steeds kritischer door informatie die ze op internet vinden. Het is daarom belangrijk om te weten wat uw patiënt wil. Met fotografie, video en smile design kunt u de communicatie verbeteren met uw patiënt, tandtechnieker, orthodontist en kaakchirurg. Door digitale hulpmiddelen kunt u vaak makkelijker een goed behandelplan opstellen.
Behandelconcept
Een uitgebreid behandelplan bestaat vaak eerst uit het oplossen van de eventuele problemen (voortraject) en vervolgens het restauratief herstel. Onderstaand behandelconcept zorgt ook voor een minimaal invasieve behandelplanning. Zo is bij scheefstand van de tanden de eerste keuze orthodontie en bij verkleuringen een chemische behandeling.
Een progressief behandelconcept
Parodontologie
-Mondhygiëne
-Scaling/rootplaning
Endodontologie
-Herbehandeling
-Ontsteking?
-Apexresectie
Orthodontie
–Gingiva oplijnen (bij slijtage niet letten op incisale lijn)
-Juiste element afstanden
Parodontologie
–Recessiebedekking
-Gingivectomie
Implantologie
-Bot?
-Juiste plaats
-Inclinatie (verschroefd implantaat?)
Orthognatische chirurgie
–Kaakstanden
-Esthetisch
Chemisch
–Microabrasie
-Bleken
Composiet
–Opbouw (tijdelijk)
-Restauraties
Porselein
–Partieel
-Volledig
Behandelplanning
Bij de intake worden data verzameld en vervolgens wordt een behandelplan gemaakt. Digital Smile Design (DSD) is een tool die door tandartsen kan worden gebruikt voor de behandelplanning. DSD is ontwikkeld door Coachman en brengt met fotos en eventueel videos in beeld wat de huidige situatie is en wat het behandelresultaat kan worden. Met deze techniek geef je verhoudingen aan van het gelaat, de mond en het gebit voor een voorspelbaar en harmonieus behandelresultaat. Veel mensen denken dat het iets heel groots is, maar het is eigenlijk een simpele hulptool volgens dr. Marco Gresnigt.
Patiënten worden steeds kritischer door informatie die ze op internet vinden. Het is daarom belangrijk om te weten welke wensen uw patiënt heeft. Door voorbeelden te tonen kunt u erachter komen wat iemand wil en wat bij iemand past. Voorbeelden: de kleur, rechte-, normale- en scheefstand van elementen of diastemen.
Data collection
Welke informatie heeft u nodig?
Bij een goede case laat u ook het gezicht zien. Gezichtsfotos zijn nodig om te plannen. In keynote of ppt kunt u daarmee een DSD maken. Als tanden scheef staan in een gezicht, is dat niet fraai en dit had voorkomen kunnen worden door DSD-analyse. Ook een kanteling van tanden kan storend zijn. Daarnaast met DSD getoond worden wat er allemaal mogelijk is. Door een mock-up te gebruiken kunt u een voorspelbaar behandelresultaat krijgen.
Fotografie
Met fotografie kun je heel veel. Zo kunt u een DSD-analyse maken, fotos overzetten in presentaties, behandelingen evalueren, ervaringen met collegas delen via bijvoorbeeld Dropbox (teamcommunicatie) en een mock-up tonen aan uw patiënt.
Met gepolariseerde fotos kun je beter de kleuren in tanden zien doordat er geen flitsreflecties op de tanden ontstaan. Daarom kan je met deze fotos een betere kleurbepaling doen.
Lezing door: Dr. M. Gresnigt, tandarts algemene praktijk, CBT martini en docent/onderzoeker Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde,UMCG
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met het Wenckebach Instituut .
De autorisatiefase van de Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken is begin maart dit jaar van start gegaan en loopt tot 1 juni 2015.
Implementatietools en opknippen
Het KNMT hoofdbestuur autoriseert richtlijnen op het moment dat er tools voor implementatie van de richtlijn beschikbaar zijn. Onderdeel hiervan is ook het duidelijk maken hoe de verschillende aanbevelingen geïnterpreteerd moeten worden. Het KNMT hoofdbestuur gaat een werkgroep instellen voor het ontwikkelen van de implementatietools, die tegelijkertijd de interpretatie van de aanbevelingen oppakt. Ook wil het hoofdbestuur dat de richtlijn wordt ‘opgeknipt’ in kleine richtlijnen, ofwel ‘hapklare brokken’.
Zodra de richtlijn is opgeknipt in kleine richtlijnen en de implementatietools zijn ontwikkeld inclusief de benodigde interpretaties zal het KNMT hoofdbestuur overgaan tot autorisatie van de Richtlijn Infectiepreventie.
Download de autorisatieversie van de Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken
Bron: KNMT
Op woensdag 22 april zal N.A.M. Rosema zijn proefschrift verdedigen. Voor zijn proefschrift onderzocht hij de effectiviteit van tandenpoetsen. Hierbij onderzocht hij meerdere factoren die van invloed zijn op de effectiviteit, zoals gebruik van tandpasta en het soort tandenborstel.
Leren poetsen
In zijn onderzoek toonde Rosema aan dat tandpasta er niet voor zorgt dat de tandenborstel effectiever tandplak weghaalt. Wel is tandpasta belangrijk voor andere doeleinden, zoals het beschermen tegen gaatjes door de toevoeging van fluoride. Volgens Rosema is het de manier waarop iemand poetst het belangrijkste bij het verwijderen van tandplak, dat moeten we dus leren.
Bron: ACTA
Het plaatsen van een implantaat is vaak de mooiste oplossing na het extraheren van een gebitselement. Overweeg bij elke patiënt of de keuze van een implantaat op zijn plaats is. Patiëntfactoren zoals algemene gezondheid en levensverwachting spelen hierbij een grote rol.
Verslag van de lezing van prof. dr. Vissink staflid afdeling MKA-chirurgie, UMCG.
Vaak is het plaatsen van een implantaat de mooiste oplossing na het extraheren van een gebitselement. Een implantaat zorgt voor verbetering van de anatomische contouren, functie en orale gezondheid. Het plaatsen van implantaten is een operatieve ingreep waarbij vaak ook botvermeerdering nodig is. Bij elke patiënt moet dus overwogen worden of de keuze van een implantaat op zijn plaats is. Patiëntfactoren zoals algemene gezondheid en levensverwachting spelen hierbij een grote rol. Ook moeten mogelijke risicos in toekomst meegenomen worden in de behandelkeuze. Hoe gaat het bijvoorbeeld straks bij ouderen met implantaten?
Endocarditis profylaxe
Bij bepaalde aangeboren of verworven afwijkingen van het hart en/of vaten, stollingsstoornissen of aanwezigheid van een endoprothese (korter dan 6 maanden) is het nodig om voorafgaand aan een electieve ingreep antibiotica voor te schrijven. Ook moet bij het plaatsen van implantaten in de meeste gevallen antibiotica profylaxe voorgeschreven worden.
Antibiotica profylaxe moet voorgeschreven worden bij:
Protocol UMCG antibiotica profylaxe bij implantaatplaatsing:
Ectodermale Dysplasie
De implantaat-overleving bij patiënten met Ectodermale Dysplasie ligt tussen de 88,5% en de 97,6 %. Wanneer er sprake is van een enkele agenesie dan ligt dit percentage tussen de 90 en 100. Vaak is een implantologische behandeling voor mensen met meerdere agenesieën erg intensief omdat de behandeling vaak gecombineerd wordt met een (uitgebreide) orthodontische behandeling. Het verplaatsen van gebitselementen bij patiënten met meerdere agenesieën verloopt vaak moeizamer dan bij patiënten bij wie alle gebitselementen wel zijn aangelegd.
Bestraling hoofdhalsgebied
Bestraling in het hoofdhalsgebied heeft langdurige effecten op het kaakbot en hier moet rekening mee worden gehouden bij het plaatsen van implantaten. Bestraling heeft (in meerdere mate) effect op osteoblasten en (in mindere mate) op osteoclasten en zorgt voor een verminderde doorbloeding. Er kan osteoradionecrose optreden en daarom moeten er voorzorgsmaatregelen getroffen worden. In deze gevallen wordt daarom antibiotica (500 mg amoxicilline, 3dd, 2wk) voorgeschreven en moet hier 1 dag voor de implantologische behandeling mee begonnen worden. Indien de bestraling een dosis heeft van 50 Gy of hoger dan moet de patiënt ook behandeld worden met hyperbare zuurstof.
Er zijn ook gevallen waar ervoor gekozen wordt om de implantaten gelijk te plaatsen tijdens de ablatieve chirurgie. De 5-jaars overleving is voor deze groep 89,4%.
Metabole afwijking
Bij Diabetes Mellitus zijn de successen bij het plaatsen van implantaten sterk afhankelijk van de mate waarin de patiënt gereguleerd is. Bij slecht gereguleerde patiënten is er sprake van gestoorde wondgenezing en dus van meer implantaatverlies. Indien de patiënt goed is ingesteld dan is het implantaatverlies gelijk aan die van een gezond persoon. Het is aan te raden antibiotica profylaxe en een antiseptisch mondspoelmiddel voor te schrijven bij het plaatsen van implantaten.
Mucosale afwijkingen
Bij de aanwezigheid van mucosale afwijkingen zoals Lichen Planus of Epidermolysis Bullosa kan er sprake zijn van minder mucosale aanhechting rondom het implantaat. In deze groep is er geen verhoogde kans op implantaatverlies.
Auto-immuunziekten
Bestaan er contra-indicaties voor het plaatsen van implantaten bij de aanwezigheid ziektes zoals het Syndroom van Sjögren, SLE, Reumatische Artritis en Sclerodermie?
Osteoporose
Bij osteoporose is er sprake van een geringe botmassa en degeneratie van botweefsel. Er is echter geen relatie bekend tussen osteoporose en implantaatverlies.
Medicijnen met effecten op langere termijn
Bisfosfonaten hebben een langdurig effect op bot. De toedieningsvorm bepaalt of er geïmplanteerd kan worden. Indien er binnen drie jaar na de start van de orale bisfosfonaten geïmplanteerd wordt, is de kans op osteonecrose niet verhoogd (er bestaat nog wel een kans!). Bij intraveneuze toediening moeten operatieve ingrepen tot het minimum worden beperkt en moeten geen implantaten worden geplaatst.
Richtlijn preventief onderzoek peri-implantaire weefsels
Om peri-implantitis te voorkomen of in een vroeg stadium te ontdekken wordt de volgende richtlijn aanbevolen:
Samenvatting
Prof. dr. Arjan Vissink voltooide zijn studie tandheelkunde in 1982. In 1985 promoveerde hij op een onderzoek getiteld Xerostomia. Development, properties and application of a mucin-containing saliva substitute. Tussen 1987 en 1992 verrichtte hij als KNAW fellow onderzoek naar het mechanisme en de preventie van stralingsschade aan speekselklierweefsel. Van 1992 tot 1996 werd hij opgeleid tot specialist in de Mondziekten en Kaakchirurgie en in 1999 deed hij zijn artsexamen. Sinds 1996 is hij als staflid verbonden aan de afdeling kaakchirurgie van het UMCG. In 2003 werd hij benoemd tot hoogleraar Orale Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Vissink tijdens de klinische avond Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk van het Wenckebach Instituut in het UMCG.
Verslag van de lezing van Arts-microbioloog mevrouw dr. Karin Ellen Veldkamp tijdens het congres MRSA, soas en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info.
MRSA staat voor Meticilline Resistente Staphylococcus aureus. Dit is een bacterie die ongevoelig is voor de meest gangbare antibiotica, waardoor deze moeilijk te bestrijden is. S. aureus en MRSA worden het meest gevonden in de neus, maar ook in de keel, oksels, perineum, bij wonden, huidafwijkingen en op katheters.
Kliniek van stafylokokken infecties
Naast dragerschap in de neus waarbij men geen hinder ondervindt van de bacterie kan Staphylococcus aureus verschillende infecties veroorzaken en datzelfde geldt ook voor MRSA:
Hoe worden bacteriën resistent tegen antibiotica?
De bacteriën worden resistent door:
Bij MRSA wordt de resistentie veroorzaakt door het mecA gen dat wordt overgedragen via een mobiel stukje DNA. De aanwezigheid van het mecA gen zorgt ervoor dat het aangrijpingspunt van het antbioticum (Penicilline Bindend Proteine) verandert waardoor het antibioticum niet meer goed kan binden en niet meer effectief is in het doden van de bacterie.
Uitselectie van resistentie door antibiotcagebruik
Als er antibiotica gegeven worden zullen de bacteriën die gevoelig zijn voor het antibioticum doodgaan, maar de resistente bacteriën overleven en gaan zich vermenigvuldigen (elke 20 minuten) waardoor je grote hoeveelheden resistente bacteriën overhoudt.
Verspreiding
MRSA verspreidt zich via:
MRSA in het ziekenhuis
MRSA is met name een probleem voor ziekenhuizen, omdat daar patiënten met een verminderde weerstand liggen waarbij de standaard empirische therapie faalt indien er een infectie is met MRSA. Er zijn dan intraveneuze en toxische middelen nodig voor bestrijding. Soms is er nog maar één beschikbaar antibioticum wat werkzaam is.
Naast de kwetsbare patiënten wordt er in een ziekenhuis ook veel antibiotica gegeven waardoor de antibiotische druk hoog is en er meer selectie optreedt voor resistente micro- organismen.
Search en Destroy beleid
In Nederland is er voor MRSA een Search en Destroy beleid opgesteld waardoor de incidentie van MRSA laag is gebleven in tegenstelling tot in de ons direct omringende landen. Dit beleid bestaat uit;
Risicogroepen voor dragerschap met MRSA
Mogelijke dragers van MRSA zijn:
Aandachtspunten voor de tandartsenpraktijk ten aanzien van MRSA
Aerosolen
Een aerosol is een mengsel van vloeistofdruppels of stofdeeltjes van verschillende grootte (02-200um) in een gas dat samen een wolk vormt. Via aerosolen kunnen micro-organismen in de lucht komen en zich verspreiden. In de tandartsen praktijk is er door de apparatuur die gebruikt wordt aerosolvorming,
In een onderzoek van Rautema et.al. is gekeken naar de contaminatie van de omgeving, instrumenten en personeel na gebruik van roterende ultrasone apparatuur bij tandheelkundige behandelingen. Er werden op 2 meter afstand nog bacteriën gevonden. Zonder schoonmaken kan MRSA 22-90 dagen overleven op oppervlakken.
Tandheelkundige praktijk versus ziekenhuis
De kans op overdracht van MRSA is in tandartspraktijk kleiner dan in het ziekenhuis doordat men in de tandartspraktijk:
Adviezen
Veldkamp gaf enkele adviezen voor mondzorgprofessionals om verspreiding van MRSA te voorkomen:
Mw. Dr. Karin Ellen Veldkamp studeerde Geneeskunde aan de Rijks Universiteit Utrecht waarna zij zich specialiseerde in de Medische Microbiologie in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Tijdens de specialisatie verrichtte zij promotieonderzoek wat in 2001 resulteerde in een dissertatie met als onderwerp: Chemotaxis Inhibitory Protein of Staphylococcus aureus. Als arts-microbioloog was zij werkzaam in het Ziekenhuis Hilversum/Gooi Noord, bij het Laboratorium voor Infectieziekten in de centrale vestiging te Groningen en de vestiging in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Sinds 2008 is zij werkzaam als staflid bij de afdeling Medische Microbiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum met als aandachtsgebieden bacteriologie, infectiepreventie en ziekenhuis hygiëne. Vanaf eind 2011 is zij voorzitter van de Infectiecommissie en stuurt zij de eenheid Infectiepreventie van het LUMC aan.
Verslag door Maja Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soas en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info
Zijn tandheelkundige behandelingen toegestaan tijdens zwangerschap? Welke medicatie mag een zwangere gebruiken? Waarom hebben zwangere vrouwen een grotere kans op het ontwikkelen van parodontitis en wat zijn de gevolgen? Verslag van de lezing van mevrouw A. Kunnen tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.
Zijn alle tandheelkundige behandelingen toegestaan gedurende de zwangerschap?
Bij tandheelkundige behandelingen tijdens de zwangerschap wordt vaak enige terughoudendheid in acht genomen door tandartsen. Dit is niet gebaseerd op wetenschappelijke resultaten. Vaak zijn tandartsen bang voor claims en dit is ook niet vreemd wanneer er gekeken wordt naar de kans op spontane abortussen die tussen de 10-15% ligt. Spontane abortussen zijn afhankelijk van veel factoren en de kans is zeer klein dat dit (alleen) door een tandheelkundige behandeling komt. Echter is dit nooit goed vast te stellen.
In principe mag er dus op ieder moment van de zwangerschap behandeld worden: scaling en rootplaning, extracties, restaureren en endodontische behandelingen. Echter kan er beter gekozen worden om in het tweede trimester te behandelen. De kans op spontane abortussen is dan namelijk veel kleiner en een tandheelkundige behandeling, als oorzaak van een spontane abortus, kan op deze manier uitgesloten worden.
Welke medicatie mag een zwangere gebruiken?
Medicatie kan worden ingedeeld in de volgende categorieën:
Categorie A: medicijn geeft geen probleem/ heeft geen effect op foetus.
Categorie B: medicijn is iets riskanter.
Categorie C: medicijn kan mogelijk problemen veroorzaken, wel reversibel.
Categorie D: medicijn mag niet gegeven worden bij zwangerschap. Grote kans op complicaties zoals misvormingen.
Categorie X: medicijn mag ook al niet gegeven worden als iemand zwanger wil worden.
Waarom hebben zwangere vrouwen een grotere kans op het ontwikkelen van parodontitis en wat zijn de gevolgen?
Veel zwangere vrouwen hebben last van zwangerschapsgingivitis, wat vooral toeneemt tijdens het tweede en derde trimester. Ook loopt een zwangere vrouw meer kans op het ontwikkelen van parodontitis. Dit wordt veroorzaakt door verschillende veranderingen in het lichaam.
Ten eerste vindt een verandering van bacteriële samenstelling plaats ten gevolge van hormonale verandering. Daarnaast neemt het bloedvolume met 40-50% toe wat effect heeft op de bloedvaten. Ten derde vindt er een immunologische aanpassing plaats om de lichaamsvreemde foetus niet af te stoten. Deze immunologische veranderingen zijn niet alleen in de baarmoeder merkbaar maar ook perifeer (o.a. de mond). Door al deze veranderingen, is tijdens een gewone zwangerschap het lichaam in een pro-inflammatoire staat. Dit betekent dat er een toename is van het aantal leukocyten en dat er activatie plaatsvindt van ontstekingscellen. Deze pro-inflammatoire staat kan weer leiden tot zwangerschapscomplicaties zoals vroeggeboorte (<37 weken), pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) en een laag geboortegewicht.
Helpt parodontale behandeling deze complicaties te voorkomen?
Meta-analyses hebben uitgewezen dat parodontale behandeling tijdens de zwangerschap niet tot reductie van zwangerschapscomplicaties leidt.
Geconcludeerd kan worden dat:
Mevrouw A. Kunnen is mondhygiënist en docent aan het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, UMCG.
Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN.
Hoe blijf je relevant in de wereld van ChatGPT?15 december 2025 - 13:00
Blog: Een leugentje om bestwil15 december 2025 - 12:55
Occlusie en het kaakgewricht: belangrijk bij chiropractie15 december 2025 - 12:45
Tuchtrecht: Gedeeltelijk gegronde klacht tegen tandarts wegens onvoldoende vastlegging communicatie parodontale risico’s15 december 2025 - 12:40
OptiBond Universal 360: De nieuwe generatie adhesie14 december 2025 - 09:28
DentRepairCenter: Hand & hoekstukken gerepareerd in 1 dag met originele onderdelen garantie 12 maanden13 december 2025 - 09:03
Nieuw van Miele Professional: compacte thermodesinfectoren voor mondzorgpraktijken12 december 2025 - 10:00
Nieuwe zzp-wetgeving op lange baan?11 december 2025 - 19:46