Patiëntentool voor berekening tandartskosten

Patiëntentool voor berekening tandartskosten

De website Zorgwijzer.nl biedt een tool waarmee patiënten een schatting kunnen maken van de kosten van een specifieke behandeling bij de tandarts. Bekijk de tool

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Duurzame opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen

Duurzaamheid, esthetiek, functie en doelmatigheid zijn belangrijk bij de opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen. Welke materialen en technieken kiest u bij uw behandeling? Verslag van de lezing van dr. P. Bolhuis.

Duurzaamheid, esthetiek, functie en doelmatigheid zijn belangrijk bij de opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen. Richtlijnen kunnen hierbij een goed hulpmiddel zijn om de juiste behandeling te kiezen. Echter deze zijn niet zo zwart-wit op te stellen. Vaak zal er per casus bekeken moeten worden wat het meest optimale behandelplan is. Beslissingsbomen kunnen wel behulpzaam zijn voor een weloverwogen beslissing en het kiezen van de beste optie (zorg op maat).

Verslag van de lezing van tandarts-implantoloog Peter Bolhuis, tijdens het TP congres Endo meets Resto, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum.

Richtlijn behandeling met adhesieve stiftopbouw
Voor de behandeling van endodontisch behandelde elementen met een stift is een richtlijn opgesteld.

C3-concept (2004)

  1. Verwijdering gutta-percha en sealer (bij endo en opbouw in 1 zitting niet nodig)
  2. Reinig stift net alcohol (eventueel zandstralen)
  3. Etsen dentine met phosforzuur 15 sec.
  4. Spoelen, drogen (paper points)
  5. Primer op dentine (overmaat verwijderen paper points)
  6. Bonding op dentine (overmaat verwijderen paper points) en belichten
  7. Stift met alcohol reinigen en bonding (+porcelein activator) op stift en belichten
  8. Composiet in wortelkanaal (needle tube)
  9. Stift plaatsen, overmaat verwijderen
  10. Opbouw composiet (met hoge E-modulus) en belichten
  11. Overmaat stift verwijderen (snelloop diamant + spray)

Stiften
Kunt u beter wel of geen stift gebruiken? Weefselbehoud staat altijd voorop en is een must! Het is belangrijk om kritisch te kijken naar gebruik van stiften. Let bij de molaren in de onderkaak op de mesiale zijde van het distale kanaal (furcatiezijde): in 82% van de gevallen is er nog maar 1 mm dentine over, dus kijk hier uit met stiftpreparatie. Ga uit van de bestaande vorm van het kanaal en prepareer niet met de boortjes die bij de stiftjes worden geleverd. De kans op perforatie kan op deze manier worden vermeden. Dit geldt vooral voor molaren en premolaren. Het gebruik van een niet te lange glasvezelstift, double tapered van vorm en waarvan de E-modulus dichtbij de dentine ligt, heeft de voorkeur. De stift hoeft niet precies te passen, maar cementeer de stift met een duaal uithardend composiet.

Argumenten voor gebruik glasvezelstift

  • Opbouwrestauratie in 1 zitting
  • Geen tijdelijke stiftopbouw nodig, waardoor er geen lekkagerisico is
  • Geen laboratoriumkosten
  • Behoud tandweefsel en handhaving ondersnijdingen
  • Biocompatibel
  • Esthetiek

Algemene richtlijnen voor opbouw volledige kroon op non-vitale elementen

≥ helft benodigde tandweefsel -> adhesieve composietopbouw
≤ helft benodigde tandweefsel -> adhesieve composietopbouw met glasvezelstift
≤ ¾ benodigde tandweefsel of strategische pijler -> adhesieve composietopbouw met glasvezelstift

Let ook op de verhouding kroon-wortellengte en op voldoende ferrule zonder beschadiging van de “biologic width”. Bij te weinig resterend tandweefsel voor adequate ferrule > eerst crown lengthening procedure (paro) of extrusie van het gebitselement (ortho), ofwel extractie en daarna indien gewenst implantologie.

Bonding
Waarom bonding:

  • Betere penetratie weefsel
  • Vermindering krimpspanning
  • 3-staps ethanol houdende bonding voor lange termijn succes
  • Waterpenetratie groter bij 1-staps bonding, hechtsterktes aan dentine nemen met de tijd meer af dan bij bovenstaande conventionele 3-staps bondings

Stift bij voorkeur eerst silaniseren door porcelain primer of porcelain activator toevoegen aan bonding.

Wees kritisch bij beoordeling van nieuwe producten: waarmee wordt het vergeleken en wat voor onderzoek staat er achter? Clearfil Photobond (+ SA-primer) en Optibond FL hebben zich in dit opzicht wetenschappelijk en klinisch reeds bewezen.

Composiet
Een conische stift heeft als voordeel dat de vorm in overeenstemming is met die van het wortelkanaal. Hij heeft echter minder retentie dan een paralelle stift en moet daarom geplaatst worden met een composiet cement. De E-modulus van het opbouw composiet speelt ook een rol en heeft bij voorkeur een E-modulus die dentine benadert (18 GPa). Goede opbouw composieten variëren tussen ongeveer 11 en 18 MPa. Daarmee kan een voldoende rigide opbouw worden vervaardigd (met of zonder stift), die de kroon van voldoende houvast en stabiliteit voorziet.
Gebruik voor de plaatsing van de stift een duaal uithardend composiet cement en voor de opbouw een duaal of licht uithardend composiet. Clearfill DC Core en Clearfil Photocore vormen in dit kader goede keuzes, maar er zijn ook andere goede opbouw composieten verkrijgbaar. Het gebruik van een rubberdam is voor een adhesieve opbouw eigenlijk een onmisbare schakel en verschaft de tandarts controle en gemak bij de klinische procedure.

Duurzame restauratie
Na een adhesieve opbouw is er geen vrijbrief om fors af te nemen ten behoeve van de kroon. Vooral cervicale reductie van tandweefsel heeft een negatief effect op de levensduur van de restauratie. Kortom een adequate ferrule is vereist (circa 2mm), maar niet ten koste van te veel tandweefsel.

Ook voor porselein restauraties is het tegenwoordig mogelijk om cervicaal spaarzaam te prepareren, zeker dankzij de nieuwe technieken waarbij kronen door middel van CAD CAM deels(kap) of geheel worden vervaardigd. Kunt u beter overkappen of juist niet? Bolhuis adviseert om dit per casus te beoordelen: om wat voor patiënt gaat het (krachtenspel, speeksel en mondhygiëne)) en wat is de positie en functie van het betreffende element in de mond?

Dr. Peter Bolhuis is werkzaam als algemeen practicus in zijn eigen groepspraktijk in Amsterdam en als implantoloog in de Praktijk Implantologie Amsterdam. Hij promoveerde in 2004 met het proefschrift “An in vitro evaluation of core build-up restorations on endodontically treated premolars”, heeft een aantal publicaties op zijn naam staan, en redigeerde en vertaalde recentelijk het boek “Adhesive Restoration of Endodontically Treated Teeth” van Francesco Mannocci. Op dit moment is hij verbonden als universitair gastdocent aan de afdeling Materiaalkunde van ACTA en geeft regelmatig postacademisch onderwijs.

Verslag door: Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. Peter Bolhuis tijdens het TP congres Endo meets Resto, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum. 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Blijf nieuwsgierig over e-health en zie nieuwe ontwikkelingen niet als bedreiging

Huisarts Bart Timmers is een voorloper op de digitale snelweg. Hij blogt voor verschillende zorgwebsites en deelt z’n kennis graag via presentaties en workshops over e-health. Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna interviewde hem over zijn digitale ervaringen in de zorg.

Bart Timmers is huisarts in Groepspraktijk Huisartsen Bergh, in de omgeving van Dinxperlo in de Achterhoek. Ik leerde hem kennen via Twitter. Hij viel op door zijn enthousiasme over het gebruik van de digitale snelweg binnen de gezondheidszorg. We komen elkaar op deze weg regelmatig tegen. Zo blogt hij, net als ik, voor Digitalezorggids.nl, en ook blogt hij voor voor artsennet.nl en gezondtotaal.nl. Timmers deelt zijn kennis over E-health ook graag in het land door middel van presentaties of workshops. Denk dan vooral aan onderwerpen als slim gebruik van ICT in de praktijk en apps.

Ondersteunend en opwindend
Als Timmers een pen krijgt, wil hij nog wel eens het grapje maken: “Hoe werkt zo’n ding?”. Zodra de iPad 4 leverbaar is, ruilt hij z’n iPad 3 hiervoor in. Hij kan niet wachten, zo leuk vindt hij dat. Hij is er ervan overtuigd dat de digitale wereld zowel zorgverleners als zorgconsumenten veel te bieden heeft. “Het kan je werk erg verlichten. Het is heel ondersteunend naar je patiënten. Het is bovendien opwindend om te zien hoe de nabije toekomst aan het veranderen is.”

Facetalk
Op Facebook plaatste hij onlangs een foto van Facetalk, een virtuele spreekkamer. Hierop was een dame op leeftijd te zien met een voet in het verband en daaromheen allerlei zorgverleners. Het was een afbeelding van mulitdisciplinair overleg via de webcam. “Ik ben er nog mee aan het experimenteren, dus heel veel ervaring heb ik nog niet. Maar ik denk dat Facetalk de mogelijkheid biedt om op een laagdrempelige manier met meerdere disciplines over complexe zaken te overleggen. Zonder dat iedereen daarbij veel extra (reis-)tijd verliest”, zegt Timmers.

Het viel mij op dat de patiënt bij dit overleg werd betrokken. Ze had toestemming gegeven om de foto op social media te plaatsen. Ook de patiënt bleek dus enthousiast. “Dit kan prima met de patiënt erbij”, vertelt Timmers. “Maar het hoeft niet. Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld een oncologie-overleg, waarin nog veel onzekerheden in technische termen worden besproken, minder geschikt is. Alhoewel… waarom eigenlijk niet aan het eind van dat overleg de patiënt even bij het overleg betrekken om de conclusies samen te delen? Je ziet ’t, al pratend kom je vaak op oplossingen of nieuwe ideeën!”

Trial and error
Toch zijn niet alle digitale ideeën goed bruikbaar. Soms faalt Timmers. “Ja, maar dat heeft ook te maken met het feit dat ik graag experimenteer met nieuwe vormen. Daar hoort falen bij. Is niet erg. Als je drie verschillende dingen probeert en het lukt één maal, dan zie ik alleen dat ene succes, die twee andere pogingen vergeet ik weer. Een voorbeeld van problemen: De data die je als patiënt in een app op je smartphone kunt verzamelen, kunnen we nog niet goed kwijt in onze “officiële” software. Sowieso is de hele aansluiting tussen de logge en oude software van praktijken en instellingen op de nieuwe mogelijkheden nog erg matig.”

Niet alleen de gemiddelde software is nog niet klaar voor alle nieuwe mogelijkheden die Timmers ziet. Ook collega’s zijn niet altijd even enthousiast. “Soms zuchten mijn collega’s wel eens als ik weer eens iets nieuws heb. Maar meestal val ik ze niet lastig met het experimentele stadium en probeer ik de geslaagde resultaten te delen. Ik vind soms wel dat de medische wereld in zijn algemeenheid te conservatief is. We mogen best iets sneller onze nek uitsteken, want hij wordt echt niet direct afgehakt.”, grapt Timmers.

Samenwerking
“Zou Facetalk wat kunnen zijn voor de mondzorg en wordt een tandarts/mondhygiënist wel eens betrokken bij dit soort overleg?“, vroeg ik nieuwsgierig en stiekem ook sturend.
“Tot nu toe is er geen overleg tussen huisarts en mondzorg. Incidenteel bel ik wel eens een tandarts. Ik zie nog niet direct een plaats, maar wie weet heb ik een gigantische blinde vlek. Wat vind jij daar eigenlijk van, Lieneke?” Ah, daar zag ik mijn kans! “Nou, ik zou zelf graag eens overleg hebben over hoe we lifestyle problemen kunnen aanpakken bij de patiënt. Je bent het vast met me eens dat enkel een pilletje voorschrijven bij hart- en vaatziekten vaak niet de kern van het probleem raakt. We zouden de voeding samen met de diëtist kunnen aanpakken, want ook tandvleesontsteking veroorzaakt (mede) hart- en vaatziektes. Het zou fijn zijn als ik dat niet alleen roep, maar dat ook de huisarts dit bij de patiënt aankaart. Hoe meer professionals dit tegen een patiënt zeggen, hoe serieuzer de patiënt dit zal nemen. Hetzelfde geldt voor diabetes. En ook patiënten die chemo krijgen, kan de mondhygiënist ondersteunen zodat de kwaliteit van leven wordt beïnvloed. Mensen met obesitas hebben meer kans op ernstige tandvleesontsteking, dementen verbeteren cognitief bij een goed kauwvermogen en ga zo maar door. Ik denk dat wij meer raakvlakken op onze beroepen hebben dan dat je aanvankelijk zou denken. Multidisciplinair overleg zou de patiënt veel ellende kunnen schelen. Lifestyle interventie kan veel geld besparen.”
“Ah, dus toch een blinde vlek!”, reageerde Timmers.

De toekomst
“Welke mogelijkheden zie je nog meer in de toekomst verschijnen?”, vroeg ik.
“Ik zie een enorme groei van mogelijkheden om thuis of onderweg data te verzamelen. Over een jaar komt bijvoorbeeld de Scanadu Scout uit waarmee je als consument niet alleen je temperatuur, maar ook zuurstofgehalte, pols, de mate van stress en zelfs een ECG kunt afleiden. Dit soort ontwikkelingen betekenen nogal wat. Er zitten zeker ook risico’s en gevaren aan. Maar dat mensen zelf meer met hun gezondheid bezig gaan zijn, meer gaan meten en beter geïnformeerd raken, dat gaat iets betekenen voor de gezondheidszorg.”

‘Blijf nieuwsgierig’
Als gouden tip geeft Timmers, die eigenlijk niks liever doet dan hierover kennis delen: “Blijf nieuwsgierig en zie nieuwe ontwikkelingen niet alleen als bedreiging. Denk vooral na over hoe je zelf de zorg anders en uiteraard beter zou kunnen maken. En ga RSS-feeds volgen. En twitteren. En Evernote gebruiken en…..”
Na het interview mailden Timmers en ik nog heen en weer: Hij vond de uitleg over de raakvlakken tussen de mondhygiënist en de huisarts zo interessant dat hij dit doorgeeft binnen zijn regiobijeenkomst. Ook hebben we plannen om met onze IT-groep aan te sluiten bij zijn studiegroep voor protocollen. Waar een interview wel niet toe kan leiden!

Andere digitale samenwerking in zorg
Een ander digitaal samenwerkingsinitiatief in de zorg is Care2U. Dit is een keteninformatiesysteem voor Diabetes, Astma/COPD, CVRM, GGZ en Ouderenzorg. Moderne logistieke principes worden gecombineerd met zelfmanagement door patiënten. De zorg wordt zo niet alleen aangepast aan de individuele patiënt maar ook efficiënter, beter en goedkoper.
De patiënt staat hierbij centraal. De praktijkondersteuner kan voor en met de patiënt een zorgplan op maat maken. Het plan omvat alle komende consulten en onderzoeken. Care2U bewaakt de uitvoering van het plan, verzorgt de communicatie met alle betrokken zorgleveranciers en legt alle informatie vast.

Door Lieneke-Steverink Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: E-health, Kennis, Opinie, Thema A-Z

Tips voor betere mondgezondheid bij tieners

Het advies voor goede mondgezondheid bij tieners blijft hetzelfde: gebruik fluoride, eet minder suiker en verwijder plak. Maar als u de boodschap op een nieuwe manier verpakt, is de kans groter dat tieners uw advies opvolgen.

Effectiviteit
Uit studies blijkt dat geschreven instructies, zoals folders, nauwelijks effect hebben. Video-instructies werken beter. Toch zorgt een instructie nog steeds voor de beste resultaten. Uw boodschap is nog effectiever als u uw mondelinge instructies aanvult met een filmpje, een online quiz of een app.

Gadgets

Veel jongeren zij dol op gadgets. Elektrische tandenborstels kunnen de gadgetliefhebber aanspreken.

Apps

U kunt uw patiënten ook wijzen op apps voor smartphones die instructies geven voor tandenpoetsen en het poetsen timen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, E-health, Kennis, Thema A-Z
Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel is onmisbaar voor het behouden van een optimale mondgezondheid. ‘Speekselonderzoek zou bij gebitsslijtage een standaard procedure moeten zijn’. Wanneer is er sprake van een droge mond en welke informatie kunt u uit een voedingsdagboek halen?

Verslag van de lezing van dr. Casper Bots, tandarts-epidemioloog en initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Speeksel is onmisbaar voor het handhaven van een optimale mondgezondheid. Over de relatie tussen speeksel en gebitsslijtage bestaan verschillende en uiteenlopende gedachten, opvattingen, meningen en onderzoeksresultaten. ‘Bij gebitsslijtage zou speekselonderzoek een standaard procedure moeten zijn. Het is denkbaar dat de grondslag van de slijtage nauw samenhangt met een te droge mond’ zei Bots. ‘Ook kan het zijn dat de buffer tekort schiet waardoor de kans op erosie blijvend groot is.’ Op het speekselspreekuur van het Nederlands Speekselcentrum wordt speeksel van patiënten met (erosieve) gebitsslijtage nader onderzocht en wordt de slijtage nauwkeurig in beeld gebracht.

Eigenschappen speeksel
Er komt onder normale omstandigheden ongeveer 0,5 liter aan speeksel per dag in de mond. Een aantal eiwitten uit speeksel hebben een bijzondere eigenschap:

  • Statherine: komt uit het speeksel van de parotis en heeft een antischimmel werking.
  • Histatine: zorgt voor snellere wondgenezing.
  • Mucine: heeft suikerketens aan de buitenkant die water binden.

Parotisspeeksel is waterig en zorgt voor buffering. Mucine-rijk speeksel daarentegen, heeft geen buffer, maar zorgt voor het glibberige, visco-elastische effect. Alleen vermindering van de hoeveelheid parotisspeeksel leidt dus tot een lagere buffercapaciteit voor zuren. Door deze lagere buffercapaciteit kan er sneller erosieves gebitsslijtage optreden.

Droge mond
Factoren waar je een droge mond van kunt krijgen:

  • Medicatie: meer dan 4 medicijnen leidt tot een objectief droge mond
  • Bestraling in het hoofd- halsgebied
  • Het Syndroom van Sjögren

Factoren die kunnen bevestigen dat er zeer waarschijnlijk sprake is van een droge mond:

  • Objectieve speekseltest
  • Droge lippen
  • Glad leren aspect van de tong
  • Progressieve gebitsslijtage
  • Plakken van de mondspiegel aan de wang
  • Wanneer de patiënt de tong uitsteekt, blijft de mondspiegel daarop plakken
  • Glanzend palatum en gingiva
  • Debris achter op het palatum
  • Veel en frequent hebben van cariës

Voedingsdagboekje
Het is van groot belang om een voedingsdagboekje bij te laten houden. U kunt er veel informatie uit halen, bijvoorbeeld:

  • Is het überhaupt ingevuld? Dit zegt iets over het commitment van de patiënt.
  • Sociaal-economische status van de patiënt.
  • Dagbesteding van de patiënt.
  • Welke hoeveelheid drinkt de patiënt? Als dat veel is, kan het verklaren waarom de patiënt geen subjectieve klachten heeft van een droge mond, terwijl deze wel objectief droog kan zijn.
  • Is er sprake van een erosief en zuur dieet? Dit stimuleert namelijk de parotis.

Dr. Casper P. Bots is tandarts-epidemioloog en werkzaam op het grensgebied van kliniek en onderzoek. Hij is initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum vanuit waar wekelijks bij SBT in Amsterdam en Zwolle een speekselspreekuur wordt georganiseerd. Hij is als gastmedewerker verbonden aan de afdeling Orale Biochemie van het ACTA waar zijn onderzoeksinteresse ligt bij de samenstelling van speeksel in relatie tot veranderingen in de mondgezondheid. In 2008 heeft hij De Mondzorgkliniek in Bunschoten opgericht. Als redacteur is hij werkzaam geweest voor diverse tandheelkundige bladen waaronder het NTvT en ACTA-QP, waar hij momenteel de rubriek “Wetenschap op de werkvloer” verzorgt. Daarnaast is hij voorzitter van de Commissie Onderzoeksbegeleiding van de NMT.

Door: Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Restaureren, Thema A-Z

VGT start portal Stralingsbescherming

De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) start met een portal Stralingsbescherming voor ondersteuning van praktijken bij de implementatie van de nieuwe wetgeving in het kader van het Besluit Stralingsbescherming.

RI&E en beoordeling
Deze portal zal worden uitgebreid met alle aspecten die in de wetswijziging aan de orde komen, inclusief een op maat gemaakte RI&E en een beoordeling hiervan door een wettelijk geregistreerde coördinerend deskundige niveau 2. Op deze wijze kan de VGT iedere individuele praktijk snel en tegen lage kosten op het vereiste wettelijke niveau brengen. Ook krijgen praktijkhouders veel beter toegang tot alle vereiste gegevens en kunnen toekomstige wijzigingen in de praktijksituatie veel sneller en beter worden doorgevoerd.

Fase I
De eerste fase van deze portal (de praktijk-, persoons- en toestelgegevens) is al opgeleverd. Deelnemers aan het huidige VGT KEW-systeem (de bekende gele map) hebben inmiddels vrijwel allemaal hun emailadres kenbaar gemaakt, nodig voor de inlogprocedure in het systeem.

Andere portals
Op termijn zal de VGT meer relevante gegevens in portals gaan onderbrengen en aanbieden. Zo staat voor het tweede kwartaal van 2014 een portal voor producten met gevaarlijke stoffen op stapel, waarin onder meer de gegevens van veiligheidsinformatiebladen omgezet worden in een hanteerbaar register met ook weer een individuele risicobeoordeling per praktijk.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Gewoon Gaaf: preventiemethode voor kinderen en hun ouders

Het Ivoren Kruis krijgt veel positieve reacties over de ingeslagen weg voor preventie met de Gewoon Gaaf-methode. Gewoon Gaaf is de nieuwe naam voor NOCTP (Non Operative Caries Treatment and Prevention). De enorme haalbare gezondheidswinst, 70% minder caviteiten bij kinderen, maakt menigeen nieuwsgierig. Niet alleen vakgenoten en vakbladen, ook de algemene pers pakt het op. Wie op de juiste manier zijn tanden poetst en er een gezond voedingspatroon op na houdt, houdt zijn gebit gewoon gaaf.

Gewoon Gaaf
Gewoon Gaaf is een preventiemethode voor ieder individueel kind van 0-18 jaar en zijn ouders/verzorgers. Bij Gewoon Gaaf wordt het interval tussen twee preventieve bezoeken individueel bepaald op basis van risico-inschatting (niveau zelfzorg, mondhygiëne die de ouder bij het kind weet te bereiken, cariësontwikkeling). Gewoon Gaaf is vooral gericht op het verhogen van het niveau van zelfzorg van ouder en kind. De mondzorgverlener coacht zijn patiënt en begeleidt hem bij het hebben en houden van een gaaf gebit.

Patiëntenfolder, website en protocol
Het Ivoren Kruis komt dit jaar met een patiëntenfolder en een website Gewoon Gaaf. Ook ontwikkelt de vereniging een korte instructiefilm voor mondzorgverleners waarin een voorbeeld van een Gewoon Gaaf gesprek met een patiënt en ouder is te zien. Verder komt er een protocol voor in de mondzorgpraktijk. Het gezicht van Gewoon Gaaf onthult het Ivoren Kruis tijdens de Preventie Academie op 11 april waar Gewoon Gaaf op het programma staat.

Download hier het magazine Gemotiveerde patiënten met gezonde monden


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Aandacht voor bloedend tandvlees tijdens Week van de Mondhygiënist – 17 – 22 maart

Tijdens de Week van de Mondhygiënist (17 – 22 maart) vraagt de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten aandacht voor bloedend tandvlees. Mondhygiënisten in deze week hun deuren: iedereen kan dan langskomen voor gratis mondzorgadvies.

Bloedend tandvlees, 80% van de Nederlanders heeft hier in meer of mindere mate mee te maken. Het is een teken van tandvleesontsteking, en die is niet alleen verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het verlies van tanden en kiezen, maar blijkt ook een rol te spelen bij hart- en vaatziekten, diabetes, vroeggeboorte en meer serieuze narigheid.  Van de genoemde 80% van de Nederlanders met bloedend tandvlees heeft maar liefst 10-15% een ernstige tandvleesontsteking (parodontitis). Op het eerste gezicht misschien onschuldig, maar niets is minder waar.

Tandvleesontsteking en hart- en vaatziekten
Er is een relatie aangetoond tussen tandvleesontsteking en hart- en vaatziekten. Als gevolg van de tandvleesontsteking komen er bacteriën uit de mond in de bloedbaan, waar zij problemen kunnen veroorzaken bij de vaatwand en kunnen leiden tot bloedstolsels, die bijv. een hartinfarct of beroerte kunnen veroorzaken.

Tandvleesontsteking en diabetes
Mensen met diabetes hebben vaker problemen met hun tanden en tandvlees. Als gevolg van de diabetes wordt de doorbloeding van verschillende weefsels minder. Ook hebben diabetespatiënten vaker een droge mond, waardoor ontstekingen en gaatjes eerder ontstaan. Daarbij komt dat diabetespatiënten een verhoogd risico hebben op hart-en vaatziekten, waarbij hetgeen hierboven is gemeld, een extra complicatie kan zijn.

Tandvleesontsteking en vroeggeboorte
Tijdens de zwangerschap is er een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van ontstoken tandvlees. Als gevolg daarvan komen er allerlei ontstekingsmediatoren vrij die wanneer ze in hoge mate geproduceerd worden, ervoor kunnen zorgen dat tijdens de zwangerschap de weeën te vroeg worden opgewekt. Ook kunnen schadelijke mondbacteriën via de bloedbaan de placenta of foetus bereiken en ter plekke een infectie veroorzaken.

Tandvleesontsteking en overige aandoeningen
Naast de relatie met hart- en vaatziekten, diabetes en vroeggeboortes, blijkt steeds meer uit wetenschappelijk onderzoek dat er ook relaties zijn tussen tandvleesontsteking en reuma, longontstekingen, kanker, COPD en dementie (zeer recent gepubliceerd).

De Week van de Mondhygiënist van 17 t/m 22 maart
Van maandag 17 tot en met zaterdag 22 maart vindt de landelijke Week van de Mondhygiënist plaats, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM). In deze actieweek wordt het publiek uitgenodigd om een kijkje te nemen in de mondzorgpraktijk voor o.a. een gratis mondzorgadvies. Kijk op www.weekvandemondhygienist.nl voor deelnemende praktijken.

Bron:
NVM


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Straling Fukushimaramp afgelezen uit babytanden

Straling Fukushimaramp afgelezen uit babytanden

Om langetermijngevolgen van de ramp in Fukushima te achterhalen, bestuderen Japanse tandartsen de tanden van baby’s. Daarmee willen ze de stralingsbelasting voor kinderen bepalen, schrijft Spreadnews.

Inzameling
Voor hun onderzoek vragen de tandartsen ouders om melktanden van kinderen die in de buurt van de kerncentrale waren tijdens de ramp. De tandartsen hopen jaarlijks 4000 tanden te verzamelen.

Stralingsbelasting
Omdat een melktand nog niet helemaal uitgehard is, kan radioactief materiaal zich ophopen in de tand. Daardoor kan precies gemeten worden aan hoeveel straling een baby heeft blootgestaan. De onderzoekers willen de resultaten vergelijken met melktanden uit anderen delen van Japan.

Eerdere pogingen tot onderzoek werden verhinderd door autoriteiten uit de prefectuur Fukushima.

Bron:
Spreadnews


Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Kwaliteitsjaarverslag vóór 1 juni indienen

Als in een tandartspraktijk 2 of meer tandartsen een patiëntenbestand delen, wordt de praktijk beschouwd als zorginstelling en is deze praktijk verplicht tot het maken van een kwaliteitsjaarverslag.

Het jaarverslag van 2013 dient voor 1 juni 2014 verstuurd te worden naar de Inspectie, het ministerie van het VWS en een regionale patiëntenfederatie. Indien u dit verslag stuurt, vergeet u dan geen ontvangstbevestiging te vragen als bewijs van aanlevering. Indien u reeds de directiebeoordeling of het managementreview heeft verricht, bevat dit ook input (beleidsplannen bijvoorbeeld) voor het kwaliteitsjaarverslag.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Coaching over mondgezondheid helpt diabetici

Diabetici hebben meer profijt van gezondheidscoaching dan van informatiefolders over mondgezondheid, schrijft Dentistry. Door coaching gaat de gezondheid van diabetici er op vooruit, blijkt uit een studie.

Studie
Aan de studie namen 180 patiënten deel met diabetes type II. De controlegroep kreeg alleen een informatiefolder over mondgezondheid. Een andere groep kreeg persoonlijke gezondheidscoaching.
Gezondheid verbeterd
Bij de controlegroep veranderde niets nadat zij de informatiefolder hadden ontvangen. In de coachgroep waren biologische markers voor periodontitis verminderd met 50% na zes maanden. Ook daalde de bloedsuikerspiegel.

Investeren in coaching
De gecoachte groep voelde zich beter in staat om om te gaan met ziekte en gezondheidsproblemen. Investeren in gezondheidscoaching levert uiteindelijk mogelijk meer besparingen op voor de gezondheidszorg dan informatiefolders uitdelen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Gebitsreiniging bij huisdieren

Ook huisdieren kunnen last hebben van parodontitis. Mondhygiënist Maja Faasen ging met haar kat Jip naar de dierenarts voor een gebitsreiniging.

Wat vooraf ging…
Tijdens Jips jaarlijkse check- up bij de dierenarts werd parodontitis geconstateerd. Uiterst pijnlijk voor zijn baasje: de mondhygiënist… Enthousiast of beroepsmatig, net hoe je het wil noemen, begon ik in gedachten gelijk met het opstellen van een behandelplan. Ik kon me nog net inhouden door niet naar de DPSI te vragen. In plaats daarvan vroeg ik hoe diep de pockets waren.

De pocketsonde moest van ver komen, maar hij was er! Pockets van 3mm en bloeding. Opgelucht haalde ik adem en keek de dierenarts blij aan. Zijn gezicht stond echter wat zorgelijk en hij zei: “Ik hoop dat we die elementen kunnen behouden, niet alleen diepe pockets, maar ook recessies”.

Toen pas viel het kwartje. Bij een mens is 3mm heel gezond, maar bij een kat is dat behoorlijk diep. Onmiddellijk beloofde ik dat ik Jip’s mondhygiëne zou verbeteren. ‘Die pockets zijn zo weg’, dacht ik hoopvol. Gebitsreiniging onder narcose was het onvermijdelijke oordeel van de dierenarts. Met een afspraak verliet ik de praktijk.

De narcose
Jip moet voor de ingreep nuchter zijn en dat is niet makkelijk voor hem. Nadat hij de boel bij elkaar geschreeuwd heeft in de auto komen we in de kliniek aan. Daar krijgt Jip een prikje om wat slaperig te worden. Daarna krijgt hij een masker op met een anestheticum dat hem verder in slaap brengt.

Ik ben verrast als ik daarna de xylocaïnespray zie. Deze spray heeft tot mijn verbazing ook bananensmaak, net als de spray die wij in onze praktijk gebruiken! Jip krijgt er inmiddels niks meer van mee. Na een paar keer sprayen wordt de ’tube’ op zijn plaats gebracht. We kunnen beginnen met de behandeling.

 

De behandeling
Met de pocketsonde worden de metingen herhaald. Gelukkig blijft het bij de twee hoektanden boven met pockets van ‘slechts’ 3mm. Dan starten we met de gebitsreiniging. De dierenarts reinigt ultrasoon, zonder afzuiger. Daarom ligt Jip op een dik servet. Ook is de behandeltafel licht naar voren gekanteld, zodat het water niet in zijn keel komt.

Ik ben dankbaar dat Jip onder narcose is en er niks van mee krijgt! Wat een grote tip zit er op de Cavitron! Zoals te verwachten vormt zich een bloedbad bij het reinigen. Ik ben blij dat ik voor mijn patiënten wat kleinere en fijnere tips heb.
Na het ultrasoon reinigen loopt de dierenarts alles nog na met een scaler. Voor ik er erg in heb zie ik hem met het puntje aan de slag gaan. Les 1 op de opleiding mondhygiëne: nooit met de punt werken! Ik slik mijn woorden in, voor ik ze uitspreek.

Gaatjes
Als al het tandsteen verwijderd is, vraag ik of Jip gaatjes heeft. Nee, katten ontwikkelen geen cariës zoals bij mensen, wel Feline Odontoclastische Resoptieve Laesies (FORL), legt de dierenarts uit. De tand wordt aangetast doordat de odontoclasten weefsel afbreken, en de odontoblasten niet in actie komen om het weer aan te maken. Het is progressief en verspreidt zich door de mond. Het aanbrengen van vitamine D kan het proces vertragen.

Gelukkig heeft Jip geen laesies, een ware opluchting voor mij. Juist wanneer ik denk dat de behandeling erop zit, begint het polijsten. Nog een overeenkomst met de gebitsreiniging zoals ik die bij mijn patiënten uitvoer. Dit had ik echt niet verwacht, zeker niet toen ik de tube Zircate zag! Nadat alle elementen zijn gepolijst fatsoeneert de assistente Jip, voor zover dat kan. Met wat water en een doekje verwijdert ze de resten polijstpasta. Daarna kan het uitslapen gaan beginnen voor Jip.
Nazorg

Een poetsles voor het baasje blijft uit. De dierenarts verwacht dat dat wel gaat lukken bij een mondhygiënist.

Door Maja Koster – Faasen, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Opmerkelijk, Scholing, Thema A-Z
Welke anesthesie kiest u?

Welke anesthesie kiest u?

Patiënten willen een pijnloze behandeling. Welke types anesthesie zijn er en wat kiest u in verschillende situaties? Verslag van de lezing van Johan Aps, gespecialiseerd in lokale verdoving en meer bepaald in intra-osseuze anesthesie.

Toedienen
Pijn door anesthesie wordt meestal veroorzaakt door een te hoge injectiedruk. Naalden zijn verkrijgbaar in verschillende diameters, ook wel gauge genoemd. Het is een misverstand dat een dunne naald minder pijn veroorzaakt. Er is geen verschil tussen dikke en dunne naalden qua pijngewaarwording die gebruikt worden in de tandheelkunde. Het is zelfs zo dat met een dunne naald de injectiedruk hoger is, waardoor er meer pijn kan veroorzaakt worden. Elke naald heeft aan de punt een bevel waardoor de naald makkelijk door de weke delen gaat. De bevel dient gericht te worden naar de plek waar de anesthesievloeistof naartoe moet, meestal is dit richting het bot.

Types lokale anesthesie
Amides:

  • Lidocaïne
  • Prilocaïne
  • Mepivacaïne
  • Articaïne
  • Bupivacaïne
  • Ropivacaïne

Esters

  • Procaïne
  • Benzocaïne
  • Amethocaïne
  • Cocaïne

Esters worden niet meer gebruikt voor lokale injecties, enkel de amides. Hoe hoger de vetoplosbaarheid van een anestheticum (articaïne is vetoplosbaarder dan prilocaïne bijvoorbeeld), des te sneller de inwerking. De plasma eiwitverbinding is dan weer bepalend voor de werkingsduur van de anesthesie (articaïne bindt meer met de plasma eiwitten dan prilocaïne bijvoorbeeld). Bupivacaine werkt erg lang (ongeveer 7 uur) en wordt om die reden in Nederland nauwelijks toegepast in de tandheelkunde.

Zwangerschap
Welk anestheticum kunt u gebruiken bij patiënten die in verwachting zijn?

  • Ja:          Articaïne, Mepivacaïne, Lidocaïne
  • Nee:      Bupivacaïne, Prilocaïne

Vasoconstrictor
Alle amide anesthetica veroorzaken een vasodilatatie, wat resulteert in snelle uitwerking van de lokale anesthesie. Daarom worden er vasoconstrictoren toegevoegd. De voordelen hiervan zijn:

  • Langere werking, dus minder volume nodig
  • Anestheticum blijft lokaal
  • Anti-vasodilatatie
  • Minder bloeding
  • Verlaagt de systemische toxiciteit (dit is de belangrijkste reden om een vasoconstrictor te gebruiken)

Het is dus veiliger. Ook voor de cardiaal gecompromitteerde patiënt. Het heeft echter ook nadelen:

  • Door minder bloedcirculatie, ontstaat een pH daling
  • Minder bloedcirculatie zorgt voor een vertraging van de wondgenezing
  • Rebound effect. Een te plotse uitwerking van de vasoconstrictie kan bij sommige patiënten een verhoogde kans op nabloeding betekenen.
  • In geval van een intra-vasculaire injectie (beschadiging van het bloedvat endotheel in feite, want een echte intravasculaire injectie is onmogelijk in de tandheelkunde), kan dit zorgen voor een verhoging van de hartfrequentie

Maximale dosis
Een truc om het maximaal aantal carpules anesthesie met articaïne te bepalen bij een gezonde patiënt is: Het gewicht van de patiënt (kg) te delen door 10.
Voor lidocaïne, bijvoorbeeld, moet er echt gerekend worden (maximale dosis voor een volwassen persoon van 70 kg is 4.4 mg/kg)

Techniek
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende lokale anesthesie technieken.

  • De conventionele anesthesie: blok/geleidingsanesthesie, intra-osseus en infiltratie.
  • Alternatieve technieken: intra-ligamentair, intra-septaal en intra-pulpaal. Uit onderzoek blijkt dat intra-pulpale anesthesie werkt door het opbouwen van een hoge druk, waardoor de zenuw kapot gaat. Bij deze techniek werd tussen het gebruik van een anesthesie vloeistof en fysiologisch zout geen verschil gezien.

Falingen
U herkent het vast: een mandibulair blok dat niet goed zit. Stel uzelf gerust, het blijkt dat u niet een uitzondering bent. De meeste problemen met verdoven worden gezien in de onderkaak. De oorzaak is vaak een anatomische reden, een ontsteking of een verkeerd amide anestheticum of vasoconstrictor. Als de lokale anesthesie niet goed werkt, heeft u als alternatief de intra-osseuze anesthesie, waarbij u het juiste amide anestheticum met de juiste concentratie vasoconstrictor moet gebruiken.

Johan Aps studeerde in 1993 af als tandarts aan de Universiteit Gent in België en specialiseerde zich vervolgens in de kindertandheelkunde en bijzondere tandheelkunde. In 2002 studeerde hij af als Doctor in de tandheelkunde en behaalde hij in 2008 aan de London University in Groot-Brittanië zijn Master in dental and maxillofacial radiology. Johan was van oktober 1993 tot en met juni 2012 werkzaam als Kliniekhoofd en Gastprofessor aan de Universiteit Gent en het Universitair Ziekenhuis Gent in België. Sinds 1 juli 2012 is hij werkzaam als Clinical Associate Professor aan de University of Washington in Seattle. Johan heeft verschillende wetenschappelijke prijzen gewonnen en is auteur en co-auteur van verschillende hoofdstukken in wetenschappelijke boeken, tijdschriften en abstracts op internationale congressen. Hij is tevens hoofdredacteur van Het Tandheelkundige Jaar en voor verschillende internationale tandheelkunde journals. Ook geeft hij onderwijs in lokale anesthesie in de tandheelkunde en dentale maxillofaciale radiologie.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Johan Aps tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
justice

NZa motiveert uitvraag Peilstations NMT onvoldoende

De rechter heeft geoordeeld dat de NZA onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de NMT en individuele tandartsen bij de uitvraag van gegevens van de zogenaamde Peilstations. Weliswaar heeft de NZA het recht om krachtens de WMG bij onderzoeksinstituten, tandartsen en accountants gegevens op te vragen, maar in het geval van de NMT Peilstations heeft de NZA niet zichtbaar rekening gehouden met de zwaarwegende belangen van de beroepsgroep, meldt de NMT.
De NMT spande een bodemprocedure aan tegen de NZa.

Het NMT-project Peilstations monitort de inhoud van het tandheelkundig handelen door tandartsen en de kwaliteit van de tandheelkundige zorg in Nederland. Ruim 2000 tandartsen nemen aan dit onderzoek deel op voorwaarde dat de verstrekte informatie vertrouwelijk wordt behandeld. De werkwijze van de NZa bij uitvraag van gegevens van de Peilstations dreigt een negatief effect te krijgen op deelname van tandartsen aan dit project. De rechter stelde de NMT daarom in het gelijk.

Bron:
NMT

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Tarieven, Thema A-Z

Cariëspreventie effectiever volgens NOTCP-methode

Ouders leren om bij hun kinderen goed de tanden te poetsen. De NOTCP-methode – is effectiever en op de lange termijn waarschijnlijk goedkoper dan cariëspreventie door professioneel ingrijpen.
Lezing van dr. Vermaire over zijn onderzoek.

In 2005 ging de mondgezondheid bij kinderen erg achteruit. Het was bekend dat aan het einde van de jeugd de DMFS score 5,2 was. Dit staat voor het aantal door cariës aangetaste vlakken. Er moest dus verbetering optreden van de mondgezondheid bij kinderen. Een oplossing voor dit probleem moest praktisch uitvoerbaar zijn in de praktijk, geen grote investering zijn, kosteneffectief zijn en Evidence Based.

Verslag van de lezing van dr. J.H. Vermaire, dental reseacher, TNO.

Cariëspreventie onderzoek
Aan de hand van een onderzoek (randomised controlled trial) met de volgende onderzoeksgroepen is gekeken naar de meeste effectieve methode om de DMFS score te verlagen.

  • Controle groep ‘standaard preventief’
    Zorg volgens het standaard preventief protocol. Dit houdt in: halfjaarlijkse controle, instructie, fluoride applicatie en sealen van doorgebroken elementen.
  • Onderzoeksgroep 1: Non-Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP).
    In deze groep werd geen standaard interval gehanteerd maar werd deze bepaald aan de hand van het risico door middel van risico-criteria. Risico-criteria waren: cariësontwikkeling, coöperatie ouder en kind en doorbraakfase M1. Er werd dus niet routinematige fluoride geappliceerd en ook niet routinematig geseald; alleen nog lokaal op indicatie (bij geconstateerde cariësactiviteit). Wel werd er extra accent gelegd op effectieve plaqueverwijdering door de ouder. Er moest twee keer per dag gepoetst worden met fluoride tandpasta.
  • Onderzoeksgroep 2: Intensified Professional Fluoride Application (IPFA)
    In deze groep werd naast de standaard preventieve zorg vier keer in plaats van twee keer per jaar fluoride geappliceerd door de mondzorg-professional (preventie-assistent of mondhygiënist)

NOTCP meest effectief
De resultaten laten zien dat NOCTP-groep beter naar voren kwam dan de controle groepen. Preventie volgens NOTCP is het meest effectief: er waren minder plaque gerelateerde vlakken, minder sealants en de DMFS in blijvende elementen was lager.

Kosteneffectiviteit
Naast een studie naar effectiviteit is ook onderzoek gedaan naar kosteneffectiviteit. Er werd gevonden dat de meerkosten van het uitvoeren van NOCTP rond de 30 euro per extra voorkomen carieus vlak lagen als alleen gekeken werd naar de kosten in de gezondheidszorg. Als ook de reis- en begeleidingskosten van de ouders werden meegenomen lagen die kosten op 100 euro in de drie jaar dat dit onderzoek liep. Voor de IPFA groep lagen deze meerkosten op respectievelijk 269 euro en 1369 euro.

NOCTP in de toekomst
Het is de bedoeling dat in de toekomst het consultatiebureau en de verloskundige een grotere rol spelen gaan spelen voor cariëspreventie bij kinderen. Tijdens een bezoek aan het consultatiebureau zal er advies en eventuele verwijzing plaatsvinden naar de tandarts. De tandarts moet op de hoogte zijn van NOCTP.

Bekijk het gehele onderzoek link hierachter

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. J.H. Vermaire, dental reseacher, TNO, tijdens het afscheidssymposium ‘Kaaskiezen? Geen Keuze!’ in het UMCG.

 

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z
Recht vierkant

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg december 2013 / januari 2014

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van december 2013 en januari 2014 december 2013 over volledige dossiervorming, achterstallig onderhoud en weekenddienst.

Volledige dossiervorming?

Uitspraak 3 december 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 2012-241) (ECLI:NL:TGZRSGR:2013:33)

De klacht houdt in dat de tandarts zijn informatieplicht niet is nagekomen. Het college oordeelt dat de verplichting om klaagster te informeren over het feit dat er sprake was van een zwak element – zodat er rekening mee moest worden gehouden dat de behandeling niet tot behoud van het element zou leiden – op de tandarts zelf rust. Ook als de reguliere tandarts klaagster al omtrent dat risico zou hebben geïnformeerd. Degene die een tandheelkundige behandeling uitvoert, is verantwoordelijk voor het juist en adequaat informeren van de patiënt omtrent de aard, de gevolgen en de risico’s van de behandeling. Weliswaar heeft de tandarts gesteld dat hij klaagster, zoals hij gewoonlijk doet, omtrent de gevolgen en het risico van de behandeling heeft geïnformeerd, maar dat blijkt niet uit enige aantekening in het medisch dossier en is ook anderszins niet aannemelijk geworden. Als gevolg hiervan wordt de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
Bekijk hier de uitspraak

Wanneer er in een situatie als deze twee verhalen lijnrecht tegenover elkaar staan wordt in de regel door het tuchtcollege aanknoping gezocht bij het medisch dossier. U doet er als tandarts daarom goed aan, het wijzen van uw patiënten op risico’s expliciet te documenteren.

Achterstallig onderhoud?

Uitspraak 12 december 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (nr.13105) (ECLI:NL:TGZREIN:2013:5)
Klaagster verwijt verweerster, tandarts, dat zij alleen noodvullingen heeft aangebracht bij klaagster, dat zij een endo twee maal in
rekening heeft gebracht, dat zij een achterstand in de behandeling van twee elementen heeft laten ontstaan, een aantal caviteiten niet heeft behandeld, en dat zij langdurig antibioticum heeft voorgeschreven. Het zorg- of behandelplan laat een “gat” zien waarbij niet duidelijk is of klaagster in die periode door verweerder behandeld is. Het college oordeelt daaromtrent dat, indien ervan wordt uitgegaan dat klaagster in die periode niet is verschenen, juist het ontbreken van een zorg- of behandelplan zich wreekt. Een volledige en accurate dossiervorming is dus van groot belang. Volgens het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven kan dit dus zelfs betekenen dat bij een periode waarin geen behandeling heeft plaatsgevonden hiervan melding wordt gedaan in het zorg- of behandelplan, althans het dossier van de patiënte.

Bekijk hier de uitspraak

Onrechtmatig gehandeld tijdens weekenddienst?

Uitspraak 31 januari 2014, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (nr. 302-2012) (ECLI:NL:TGZRZWO:2014:11)

Klager heeft zich met pijn en een gezwollen kaak bij de tandarts gemeld tijdens een weekenddienst. De vraag die in deze procedure centraal staat is, of de tandarts heeft mogen handelen zoals hij heeft gehandeld. Het college oordeelde dat wanneer iemand zich met pijn en een gezwollen kaak zich in het weekend meldt, het daarbij voor de hand ligt om een foto te maken om tot een afgewogen oordeel te komen. Dit heeft de tandarts ook onderschreven. Nu de tandarts echter ter zitting tevens aannemelijk heeft gemaakt dat de zwelling klager veel pijn opleverde, dat klager angstig was en de mond niet goed kon openen, is voorstelbaar dat de tandarts er onder die omstandigheden, waarbij hij door middel van medicijnen de ontsteking wilde inperken, van heeft afgezien om een foto te maken. Hierdoor valt de tandarts volgens het Regionaal Tuchtcollege tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.
Hierbij is meegewogen dat de tandarts wel een voor de hand liggende behandeling is gestart waarbij hij, blijkens zijn aantekeningen, de medische situatie en het medicijngebruik van klager heeft meegenomen. Aangezien onder de geschetste omstandigheden in het onderhavige geval van een onzorgvuldige behandeling, laat staan van een onverantwoord risico als door klager gesteld, niet is gebleken wordt de klacht als ongegrond afgewezen.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Advies voor oprichting Kennisinstituut Mondzorg aangeboden

Een zogenoemde kwartiermakersgroep heeft op 10 februari een advies over de oprichting van het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo) aangeboden aan de besturen van de wetenschappelijke verenigingen, beroepsorganisaties en opleidingen binnen de mondzorg. Het advies zou moeten leiden tot de oprichting van een onafhankelijke organisatie voor klinische richtlijnen, meldt de website van KiMo.

Begin 2013 zijn twee werkgroepen gestart met het opstellen van een advies voor een structuur, financiering en werkwijze voor een richtlijninstituut voor de mondzorg. In de werkgroepen zaten vertegenwoordigers van de organisaties en opleidingen in de mondzorg, die ook allemaal werkzaam zijn in de praktijk.

In maart zal een besluit worden genomen over de oprichting en de inrichting van het kennisinstituut.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
internet

Patiënt beter geïnformeerd door sociale media

Het sociale mediagebruik in de zorg zal toenemen en zal andere branches waarin sociale media al heel gebruikelijk zijn volgen.
Dit concludeert Tom van de Belt in zijn promotieonderzoek. Hij bestudeerde als eerste Nederlander het gebruik van sociale media in de gezondheidszorg, melden Medical Facts en IQ Healthcare.

Internet
Voor meer dan 80% van de bevolking is internet de meest geraadpleegde bron voor informatie over gezondheid. Ongeveer een derde van de Nederlanders bekijkt online beoordelingen van zorgverleners en een kwart van de Nederlanders zou via sociale media willen overleggen met hun behandelaars, blijkt uit het onderzoek van Van der Belt.

Patiëntenfolders beantwoorden helft van de vragen
Patiëntenfolders van ziekenhuizen beantwoorden maar de helft van de vragen van de patiënt. Volgens Van der Belt komt dit doordat patiënten niet betrokken worden bij het maken van deze folders. Van der Belt onderzocht of dit probleem opgelost kon worden via wiki’s: collective writing applications. Een manier waarbij informatie van patiënten gecombineerd wordt met informatie van zorgverleners.

Samen
Van der Belt onderzocht de samenwerking tussen patiënten die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergaan en hun behandelaars. Het gebruik van wiki’s zorgde bij deze groep voor verbetering van de patiënteninformatie.

Van der Belt ziet ook beperkingen voor gebruik van de wikimethode. Betrouwbaarheid van informatie en privacy speelt in de zorg een grotere rol dan bijvoorbeeld in de reissector. De onderzoek geeft aanbevelingen hoe hiermee om te gaan bij projecten.

Tom van de Belt promoveert op 7 februari aan het Radboud umc met dit onderzoek.

Bron:
Medical Facts
IQ Healthcare




 


 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Boekrecensie Lokale anesthesie: van cocaïne snuiven tot computergestuurde verdoving

Rond 1900 werd verslavende cocaïne gebruikt voor lokale anesthesie. Nu is er een keur aan lokale anesthetica die zelfs computergestuurd kan worden toegepast. Recensie van het boek Lokale anesthesie in de tandheelkunde.

Boekrecensie: Lokale anesthesie in de tandheelkunde
Tweede, herziene druk
Onder redactie van J.A. Baart en H.S. Brand

Het is snel gegaan met de ontwikkelingen voor verdoving. In 1844 werd – verslavende – algehele anesthesie gegeven door lachgassedatie en ether, 40 jaar later was er lokale anesthesie met cocaïne. Nog weer 20 jaar later werd een alternatief gevonden in procaïne en tegenwoordig is er een keur aan lokale – niet-verslavende – anesthetica op de markt die zelfs computergestuurd kan worden toegepast.

Wist je dat het mandibulair blok zelfs met alle kennis en veel ervaring toch nog ‘maar’ 85% kans van slagen heeft? Maar dat er ook alternatieven zijn, waaronder een hele nieuwe techniek? En dat geur van zeer grote invloed is op pijn? Lokale anesthesie, hoe zat het ook alweer?

Begrip
Om een goed begrip van de werking van anesthesie te verkrijgen, moet je toch eerst door de taaie stof van de farmacologie, pijn- en prikkelgeleiding en anatomie maar dit is noodzakelijk voor een goed begrip en de toepasbaarheid. De afbeeldingen en intermezzo’s verduidelijken het geheel en maken het gemakkelijker te begrijpen. Grotendeels is het boek echter toegespitst op de toepasbaarheid in de praktijk. Met de WIP-richtlijnen die worden aangescherpt door de diverse controles in de tandheelkundige praktijk wordt er in deze 2e versie ook veel aandacht besteed aan milieu, steriliteit en veiligheid.

Onderkaak
Het verdoven van de onderkaak kan na jaren ervaring nog een uitdaging zijn. Dit boek biedt uitgebreide uitleg over het verdoven in deze regio door het mandibulair blok, maar ook over alternatieven als intraligamentaire anesthesie en de Gow-gates-methode. In deze 2e versie wordt ook de nieuwe Varizani-akinosi-methode aan de hand van afbeeldingen duidelijk gemaakt.

Overzichtelijk
Duidelijke uitleg van de diverse anesthesietechnieken met illustraties en foto’s, direct beschreven met mogelijke risico’s van de toegepaste techniek, maakt dit boek overzichtelijk om te lezen. Een apart hoofdstuk omschrijft de risico’s bij de medisch gecomprimeerde patiënt, waar we in de praktijk steeds meer mee te maken krijgen. Ook de juridische aspecten komen uitgebreid aan bod, informatie die in de huidige samenleving zeker niet overbodig is.

Lokale anesthesie in de tandheelkunde
Tweede, herziene druk
Onder redactie van J.A. Baart en H.S. Brand
Bestellen

Recensie door Amée Swart, tandarts, voor dental INFO

Lees meer over: Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Nieuwe folder over kaaskiezen van Ivoren Kruis

Kaaskiezen zijn kiezen waarvan de beschermende glazuurlaag niet of niet goed is ontwikkeld. Ze hebben gedeeltelijk of helemaal een kaaskleur (wit-crème tot geel-bruin) en kunnen er ook wat bobbelig uitzien. Ze zijn gevoeliger dan andere kiezen, omdat de buitenste laag zwakker is. Kaaskiezen komen zowel voor in het melkgebit als in het blijvend gebit. Het Ivoren Kruis ontwikkelde er een patiëntenfolder over.

De nieuwe folder geeft antwoord op vragen zoals Wat zijn kaaskiezen? Waardoor ontstaan kaaskiezen? Welke kiezen zijn gevoelig voor kaaskiezen? Doen kaaskiezen pijn? Kun je kaaskiezen beschermen? en Wat doet de tandarts aan kaaskiezen? De patiëntenfolder is verkrijgbaar in de webshop van het Ivoren Kruis of telefonisch via de ledenservice 088-1182500, dagelijks tussen 9:00 en 12:00.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis