Domingo Martin

Het belang van samenwerking bij orthodontie

De wereldberoemde orthodontist Domingo Martin gaf tijdens een symposium het belang aan van samenwerking tussen orthodontie en de vakgebieden parodontologie, implantologie, prothetische tandheelkunde, esthetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie.

In het voorjaar organiseerde de Booy Foundation in NH Conference Centre Sparrenhorst te Nunspeet een tweedaags symposium met als thema Interdisciplinary treatment: the future of orthodontics. De wereldberoemde orthodontist Domingo Martin gaf daarbij een actueel overzicht van interdisciplinaire samenwerking op het gebied van de orthodontie.

Domingo Martin is een internationale autoriteit op het gebied van gecombineerde orthodontische en tandheelkundige behandelingen. Tijdens het symposium besprak hij de state-of-the-art op het gebied van samenwerking tussen orthodontie en de vakgebieden: parodontologie, implantologie, prothetische tandheelkunde, esthetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie.

Al meer dan 15 jaar werkt Domingo Martin intensief samen met uiterst gerenommeerde clinici. Aan de hand van talloze case reports liet hij zien hoe volwassenen met ernstige skeletale orthodontische afwijkingen, parodontale aandoeningen, gemutileerde dentities en TMD succesvol in interdisciplinair verband met orthodontie, implantologie, prothetische tandheelkunde en orthognathische chirurgie behandeld kunnen worden. Domingo Martin toonde in zijn presentaties overtuigend aan dat samenwerking tussen verschillende mondzorgverleners op het gebied van de orthodontie tegenwoordig beslist een must is.

Uitgangspunten interdisciplinaire behandeling

Interdisciplinair behandelen en verwijzen
Voordat er voor een behandeling wordt gekozen, is het belangrijk de patiënt te informeren over alle behandelingen die tot de mogelijkheid behoren. Op deze manier kan de patiënt weloverwogen beslissingen nemen. Het is een valkuil om als behandelaar voor de patiënt te gaan denken. Wanneer de patiënt een bepaalde behandeling heeft gekozen, moet u zichzelf de vraag stellen of u in uw eentje deze behandeling tot een esthetisch en functioneel resultaat kan brengen. Kunt u dit niet, omdat de behandeling gecompliceerd is en daarvoor meerdere specialisten vereist zijn, dan zult u de patiënt moeten doorverwijzen.

Behandelplan
Wanneer u interdisciplinair behandelingen wilt gaan uitvoeren is het van belang een behandelplan op te stellen. In dit behandelplan moeten alle behandelaren, en vanzelfsprekend ook de patiënt, zich kunnen vinden en moet de behandelvolgorde duidelijk zijn. Dit plan wordt vervolgens aan de patiënt meegegeven. Tijdens het uitvoeren van de, met elkaar afgestemde, behandelingen is het essentieel uw collega’s te blijven informeren over de voortgang. Daarbij geldt dat een geschreven brief in het algemeen eerder en beter wordt gelezen dan wanneer deze getypt is.

Oorspronkelijke behandelaar
Het kan voorkomen dat een collega zijn patiënt naar u heeft verwezen, maar dat u een behandeling wilt uitvoeren waarbij verwijzing naar een ander teamlid noodzakelijk is. Bij deze verwijzing dient u te vermelden bij wie de patiënt oorspronkelijk onder behandeling is, zodat de eigen tandarts goed op de hoogte gehouden blijft en niet ‘buiten spel’ wordt gezet. Om problemen met collega’s te voorkomen, is het ook verstandig nooit een beugel te verwijderen voordat u toestemming heeft van de eigen tandarts van de patiënt.

Voorbereidingen op orthodontische behandeling
Voordat er gestart wordt met een orthodontische behandeling, is het belangrijk om van alle volwassenen een Cone Beam CT te maken om de staat van de condyli te kunnen beoordelen. Wanneer er geen sprake is van een stabiele condylaire positie, moet er door de patiënt gedurende 3-4 maanden 24 uur per dag een splint worden gedragen om dit te bewerkstelligen.
Vervolgens kan een bijtplaatje worden geplaatst die zorgt voor disarticuleren en die molaren kan oprechten zonder dentaal trauma. Het bijtplaatje heeft anterior stops en alleen retentie in de zijdelingse delen. Het relaxeert bovendien de musculatuur. Het bijtplaatje moet worden gedragen voor aanvang van de parodontale behandeling.

Implantologie
Bij interdisciplinaire behandelingen is het verstandig om vroeg te anticiperen op de volgende behandeling. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van implantaten, kunt u de patiënt het beste ongeveer vier maanden voor de start van de orthodontische behandeling naar de implantoloog sturen. Op het abutment van het implantaat kunnen voor de verankering cementbanden of een kroon worden geplaatst. Een kroon is echter een erg dure oplossing. Op de implantaten kunnen grote krachten worden uitgeoefend. Wanneer een implantaat verloren gaat bij een orthodontische behandeling, is dit in geen geval het gevolg van orthodontische krachten.

Occlusie en TMJ klachten
Occlusie wordt vaak vergeten bij orthodontische behandelingen, omdat er voornamelijk op de esthetiek wordt gefocust. Occlusie is echter essentieel om TMJ- klachten (TMJ=temporomandibulaire joint, oftewel het kaakgewricht) te voorkomen.
TMJ klachten kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een primair contact in de posterieur regio. Het gebit probeert deze posterieure interferentie te vermijden, waardoor een horizontaal kauwpatroon en dientengevolge slijtage ontstaat. Er is echter geen sprake van slijtage op het element met het primaire contact. Door het dragen van een splint kunnen de TMJ klachten opgeheven worden. Vervolgens kan de occlusie gecorrigeerd worden met behulp van orthodontie en chirurgie.

Niet-orthodontische oplossingen
Wanneer er geen sprake is van slijtage, kunnen ongelijke incisale randen met de boor rechtgemaakt worden. Dit heet ‘grinding’. Grinding is een snelle, gemakkelijke oplossing en zorgt bovendien voor een betere kroon/wortelverhouding. De incisale randen moeten na het grinden altijd afgesloten worden met een laagje composiet. Ook kunnen de incisale randen in een rechte lijn komen te staan door alleen composiet aan te brengen. In het kader van interdisciplinaire samenwerking is het wel van belang dit eerst met de tandarts te overleggen.

Het belang van een goede occlusie
Er is sterk bewijs voor de associatie tussen occlusale discrepantie en de progressie van parodontitis. Occlusale behandeling kan de progressie van parodontitis significant laten dalen en kan dus een belangrijke therapie vormen bij de behandeling van parodontitis. Uit de literatuur blijkt dat er significant grotere winst van klinische parodontale aanhechting plaatsvond bij patiënten die occlusale aanpassing hadden gehad. Daarnaast worden occlusale discrepanties geassocieerd met diepere pockets en meer aanhechtingsverlies.

Parodontale behandeling
Een goede parodontale behandeling vormt volgens dr. Domingo Martin de sleutel tot succes. Bij het ontstaan van parodontitis is het ontstekingsproces natuurlijk de primaire factor, maar daarbij spelen occlusale krachten een secundaire rol. Het doel van een parodontale behandeling is dus niet alleen het elimineren van de parodontitis, maar ook het besturen van occlusale krachten.

Een deel van de parodontale behandeling kan bestaan uit parodontale regeneratie met behulp van Emdogain. Emdogain is geïndiceerd bij één-, twee- of driewandige infrabonydefecten en bij klasse II furcaties. De prognose na het aanbrengen van Emdogain is beter naarmate het defect smaller is, meer wanden heeft en de initiële pocketdiepten dieper zijn. Ook geen bloeding na sonderen, niet-rokers en primair sluiten na het aanbrengen van Emdogain zijn factoren die een positieve invloed hebben op de prognose.

De parodontoloog en orthodontie
De parodontoloog bepaalt of een tand/kies geïntrudeerd of geëxtrudeerd kan worden. Wanneer een element 3-4 mm geëxtrudeerd wordt, is een endodontische behandeling geïndiceerd. Extrusie van elementen kan het gingiva- en botniveau naar beneden brengen. Wanneer je een element wilt extraheren en deze met een implantaat wilt vervangen, kan dit uitkomst bieden wanneer er sprake is van bot- en aanhechtingsverlies. Door de tand langzaam te extruderen, groeit er bot en gingiva mee. Wanneer je het element daarna pas extraheert, kan het implantaat geplaatst worden bij een beter botniveau en zal er vervolgens een betere esthetiek ontstaan. Deze ortho-extrusie zorgt dus voor een beter resultaat na implanteren. Het principe dat dr. Domingo Martin hierbij hanteert, is: ‘A hopeless tooth is not a useless tooth’.

Ontwikkelingen in de implantologie
Een patiënt kan de twee centrale incisieven missen door agenesie of trauma. In deze regio is esthetiek essentieel, maar bij het plaatsen van implantaten vaak lastig te verkrijgen door het ontbreken van een geschikt bot- en gingivaniveau. Daarom is het een goede oplossing om de laterale incisieven met behulp van orthodontie op de plaats van de centrale incisieven te brengen. Deze laterale incisieven kunnen met kronen of composiet vervolgens omgevormd worden tot centrale incisieven. Het diasteem is dus verplaatst naar de regio’s van de laterale incisieven. Hier is nu echter wel een optimale regio voor het plaatsen van implantaten ontstaan. Ter vervanging van de laterale incisieven worden implantaten geplaatst, waardoor een goede esthetiek van het front behaald wordt.

7 criteria voor succes bij implanteren in het front
Er zijn volgens dr. Domingo Martin zeven criteria voor succes bij implanteren in het front.

1. Optimale driedimensionale orthopreparatie
a. Space-opening: Om ruimte te verkrijgen in het front moeten niet alleen de kronen, maar ook de wortels gesepareerd worden. Om de wortels te separeren plaats je de brackets schuin op de elementen, waarbij deze cervicaal naar elkaar toewijzen.
b. Correcte torque van de elementen: Door de brackets andersom op de cuspidaten te plaatsen is er meer torque van de incisieven te bewerkstellen.

2. Optimale implantaatplaatsing en implantaatkeuze
a. De afstand tussen het implantaat en de tand moet minimaal 1,5 mm zijn om de papil te kunnen behouden. Wanneer deze afstand minder dan 1,5 mm is, leidt dit tot meer botverlies.
b. Een CBCT moet gemaakt worden voor het plaatsen van het implantaat om te bepalen wat de hoeveelheid bot op verschillende plaatsen is. Aan de hand daarvan kunt u bepalen waar het implantaat geplaatst moet worden.
c. Door het implantaat iets naar palatinaal te plaatsen, wordt het buccale bot behouden.
d. Domingo prefereert conische implantaten van 3,0-3,3 mm die machinaal opgeruwd zijn en van zirconium zijn in plaats van titanium.

3. Timing van implantaatplaatsing
a. Voor mannen: 21-22 jaar.
b. Voor vrouwen: 17-18 jaar.
c. U kijkt naar de lengte van het kind ten opzichte van de lengte van de ouders. Hieruit kunt u vaak opmaken of het kind wel of niet is uitgegroeid.
d. Vermeld altijd dat de kroon waarschijnlijk binnen tien jaar vervangen moet worden doordat er altijd nog enige groei plaatsvindt. Maar de meeste patiënten merken de verandering van de stand van de kroon door groei niet op.

4. Optimaal management en kwaliteit van de mucosa
a. Bindweefselgrafts worden in 100% van de implantaatcasussen geplaatst en zorgen voor:
i. Betere stabiliteit van de gingiva margins.
ii. Betere weefselmanipulatie tijdens restauratieve fase.
iii. Dikker biotype van de gingiva, waardoor verkleuring van de gingiva wordt voorkomen.
b. Voor bindweefselgraft weefsel van de tuber gebruiken. Dit bevat minder collageen, is beter gevasculariseerd en steviger dan palatinaal weefsel. Bovendien kan tuberweefsel nog groeien.
c. Er is minimaal 2 mm gingivadikte nodig bij het plaatsen van een implantaat om het bot te stabiliseren.

5. Chirurgische techniek en prosthetisch management
a. Wanneer het abutment eenmaal is geplaatst, deze nooit meer losmaken!

6. Occlusie moet stabiel zijn

7. Handhaving
a. Patiënten met implantaten hebben over het algemeen meer plaque en bloeding na sonderen dan patiënten die diasteemsluiting met een beugel hebben ondergaan. Het is dus essentieel dat patiënten met implantaten regelmatig naar de mondhygiëniste gaan.

Decoronatie bij ankylotische elementen
U kunt decoronatie uitvoeren wanneer er sprake is van een ankylotisch element. De voorkeursleeftijd hiervoor is tien tot elf jaar. Bij decoronatie boort u allereerst de kroon van het element af. Daarna verwijdert u de gutta percha met zoveel mogelijk van het worteldentine. Er wordt daarbij gestreefd naar het achterlaten van een zo dun mogelijke schil dentine. Vervolgens perforeert u het foramen apicale. Ten slotte sluit u de gingiva primair. De overgebleven schil van de wortel wordt door osteoclasten opgelost en vervangen door bot. Dit leidt tot een goed botniveau en een goed uitgangspunt voor implantaten op latere leeftijd.

Bron: Verslag door dental INFO van het tweedaagse symposium “the future of orthodontics” van de Booy Foundation, juni 2012, Nunspeet.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z

Meer care, minder cure

Willen we mondziekten terugdringen, dan moeten we aan preventie doen. Wat meer care, en minder cure.

Mondziekten, zoals tandbederf en botafbraak hebben veel te maken met leefstijl. Ze kunnen niet worden uitgebannen, maar zeker wel verminderd door gezonder te leven. In de dagelijkse praktijk wordt echter nog steeds veel aan curatie gedaan en een stuk minder aan preventie.

Wat moet er anders?
“Dit zou omgedraaid moeten zijn”, stelt ACTA-docent H.P. Wiegman in zijn presentatie De zorgverlener als procesbegeleider en personal coach. ”We doen niet genoeg en niet goed genoeg aan preventie, maar wellicht maken de nieuwe codes een verschil.”

Hoe vaker men naar de tandarts gaat, hoe meer er wordt gevuld. Misschien geven we te veel (demotiverende?) instructies en motiveren we te weinig. Of moet er meer aan vroegdiagnostiek gedaan worden, risico-inschatting en aan individuele ondersteuning? Maar gaan mensen überhaupt wel naar de tandarts om hun gedrag te (laten) veranderen?

PMO
Uit onderzoek blijkt dat het helpt om te motiveren en te ondersteunen op basis van vroegdiagnostiek en risico-inschatting. Maar patiënten komen om hun gebit te laten repareren of schoonmaken, niet om een instructie te krijgen en een gesprek te hebben.
“We kampen met een imagoprobleem”, zegt Wiegman. “Het beeld dat de patiënt van ons heeft, moet worden omgebogen.
Ook het perspectief van waaruit we het periodieke mondonderzoek doen, moet veranderen. We moeten niet gaan zoeken wat we moeten repareren, maar we moeten mondziekten in een vroeg stadium opsporen. Op een zodanige wijze dat slechts minimale preventieve en/of zo min mogelijk curatieve interventies nodig zijn om verdere progressie te voorkomen. Pas dan valt de controle echt onder ‘care’.”

Een PMO vanuit een preventief perspectief ziet er beknopt als volgt uit:

  • Onderzoek, diagnostiek en in kaart brengen van (risico op) mondziekten
  • Communicatie, terugkoppeling en voorlichting daarover
  • Vastleggen van relevante bevindingen
  • Bepalen van de individuele termijn van het vervolgonderzoek

Heel wat anders dus dan de manier waarop de code A111 (periodieke controle) staat omschreven. Wiegman: “Die prestatiebeschrijving past beter bij het opstellen van een schaderapport, om met Cor van Loveren te spreken.”

Zorgdoel
Wiegman schetst de benodigde stappen van minder cure naar meer care.
Er zal een zorgplan moeten worden opgesteld. Stel diagnoses en spreek een doel af met de patiënt. Hou in de gaten of je op koers ligt. Het zorgdoel is hierbij iets anders dan de wens van de patiënt. De wens mag dan irreëel, maar het doel moet realistisch zijn.
Bij het halen van het zorgdoel is preventie heel belangrijk en dus het veranderen van gedrag/leefstijl. Om dit te bewerkstelligen zal er gebruik gemaakt moeten worden van Motivational Interviewing.
Per keer moet worden bekeken of de processen (zoals die van cariës en parodontitis) onder controle zijn en of het risicoprofiel hetzelfde is gebleven. Iemand die bijvoorbeeld zwanger is of in scheiding ligt, krijgt een ander risicoprofiel. Bekijk ook of de taakverdelingen nog juist zijn. Het bovenstaande valt allemaal onder care. “De laatste vraag die de mondzorger zich moet stellen, is of er herstel nodig is. Want dit valt onder cure.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna

Bron:
Cursus Preventie; onderkennen en ondervangen van risico, ACTA- nascholingsprogramma Quality Practice, 2012

Lees meer over: Kennis, Scholing
Diabetes en mondgezondheid

Diabetes en mondgezondheid

Wie suikerziekte heeft moet extra letten op zijn gebit en tandvlees. Mensen met diabetes hebben vaker problemen met hun tanden en tandvlees. Dat kan komen door te veel suiker in uw bloed. En de hoeveelheid bloedsuiker blijft juist minder stabiel bij problemen in de mond. Zo kunnen patiënten in een kringetje ronddraaien. In deze folder lezen patiënten wat diabetes met de mond en tanden doet en wat ze zelf kunnen doen om problemen te voorkomen. Ook worden tips gegeven en antwoorden op veelgestelde vragen over diabetes en mondgezondheid.

Bestellen bij Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Patiëntenfolders volwassenen

Wat als het mis gaat?

Natuurlijk gaan patiënten ervan uit dat een medische behandeling goed verloopt, maar soms gaat er toch wat mis. Bekijk het Zorgzine van de NPCF voor patiënten over ‘Als het misgaat’.

De harde feiten over missers

  • De meeste patiënten (77%) dienen geen klacht in na een medische misser. Meer dan een derde verwacht dat het
    geen zin heeft, anderen hebben er geen energie voor of weten niet hoe een klacht in te dienen.
    Bron: meldactie Consumentenbond.
  • In 2008 kreeg 3% van de patiënten te maken met schade die was ontstaan tijdens de behandeling en die mogelijk voorkomen had kunnen worden, zo blijkt uit onderzoek van NIVEL in 2010. Naar schatting zijn 1960 patiënten als gevolg van vermijdbare fouten overleden.
  • Uit de NPCF-meldactie Patiëntveiligheid blijkt dat 64% van de deelnemers niet werd opgevangen na een medische misser. Veelal werden ook geen excuses aangeboden.
  • Uit onderzoek van NIVEL en KNMG blijkt dat patiënten weinig vertrouwen hebben in de afhandeling van klachten over de zorg. Zo denkt maar 19% dat klachten onpartijdig worden behandeld. En maar 5% gelooft dat de zorg open is wanneer
    er iets mis is gegaan.

Bron:
NPCF

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Tandvleescheck en mondzorgadvies voor de diabetespatiënt

In de maand november wordt in de Mediq apotheek aan diabetespatiënt een voucher aangeboden voor gratis mondzorgadvies. Een groot aantal mondhygiënistenpraktijken heeft zich aangemeld voor de diabetesactie.

Deze voucher geeft de diabetespatiënt eenmalig recht op een gratis mondzorgadvies bij een bij de NVM aangesloten mondhygiënist in de buurt van de betreffende Mediq apotheek. Daarnaast ontvangt de patiënt in de praktijk een kortingsbon voor 25% korting op mondverzorgingsproducten bij de Mediq apotheek en een informatiefolder van het Ivoren Kruis over diabetes en mondgezondheid.

De diabetespatiënt neemt zelf contact op met een deelnemende praktijk, via een beschikbare lijst van de aangemelde praktijken die vanaf begin november op www.mondhygienisten.nl is te raadplegen.

Bron:
NVM

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Uitspraak Gerechtshof Amsterdam maakt tandtechnisch werk fiscaal aftrekbaar

Patiënten kunnen de kosten van kronen en bruggen dit jaar fiscaal aftrekken als deze niet worden vergoed door de verzekeraar. Dit blijkt uit een uitspraak van het Hof Amsterdam. Er is nog niet bekend of de aftrek in 2013 ook mogelijk is. 

Hulpmiddelen
Naar aanleiding van een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in februari 2011 onderzocht de VGT de fiscale aftrekmogelijkheden voor kronen en bruggen. Uit deze inventarisatie bleek dat via de Wet Inkomstenbelasting 2001 de mogelijkheid bestaat om specifieke zorgkosten die niet door de zorgverzekeraar worden vergoed af te trekken. Een onderdeel van deze specifieke zorgkosten zijn zogenaamde hulpmiddelen.

In het verleden bestond er bij consumenten onduidelijkheid over het wel of niet aftrekbaar zijn van de kosten van kronen en bruggen. Aan deze onduidelijkheid is in ieder geval voor kronen en bruggen in februari 2011 een eind gekomen door een uitspraak van Hof Amsterdam. De rechter heeft besloten dat kronen en bruggen een hulpmiddel vormen en dat zij zodoende als specifieke zorgkosten
afgetrokken kunnen worden.

Drempel
Belastingplichtigen kunnen door deze uitspraak in de aangifte inkomstenbelasting 2012 de kosten van kronen en bruggen aftrekken, mits niet vergoed door de verzekeraar. Daarnaast is van belang dat de aftrek alleen tot een daadwerkelijke belastingteruggaaf leidt als de specifieke zorgkosten boven een bepaalde drempel uitkomen. Deze drempel wordt bepaald door het verzamelinkomen van de belastingplichtige en zijn/haar eventuele partner. Het verzamelinkomen is het totaal van de inkomens in box I, II en III.

Even rekenen
Bij een verzamelinkomen lager dan € 7.457 bedraagt de drempel € 125 voor alleenstaanden en € 250 voor fiscaal partners.

Bij een verzamelinkomen tussen € 7.457 en € 39.618 bedraagt de drempel voor alleenstaanden 1,65% van het verzamelinkomen. Voor partners geldt de drempel van 1,65% bij een verzamelinkomen tussen € 14.914 en € 39.618.

Bij een verzamelinkomen hoger dan € 39.618 geldt voor alleenstaanden en fiscaal partners een drempel van € 653 + 5,75% voor het meerdere boven € 39.618.

Indien het (gezamenlijk) verzamelinkomen bijvoorbeeld € 45.000 bedraagt, resulteert dat in een drempel van € 962.

Extra aftrek
Belastingplichtigen met een (gezamenlijk) verzamelinkomen dat lager is dan € 34.055 hebben recht op een extra aftrek. Voor belastingplichtigen die op 1 januari 2012 65 jaar of ouder zijn, geldt een extra aftrek bovenop het bedrag van de kosten van hulpmiddelen van 113%. Indien de kosten voor het plaatsen van een brug bijvoorbeeld € 2.000 bedragen, komt de belastingplichtige in aanmerking voor een aftrek van € 2.000 x 113% is € 4.260. Voor belastingplichtigen die op 1 januari 2012 jonger zijn dan 65 jaar geldt een extra aftrek van 40%. Door deze extra aftrek bestaat de mogelijkheid dat belastingplichtigen eerder boven de hierboven genoemde drempel uitkomen.

Voorwaarden 2013 nog niet bekend
Vanaf 2013 kan de fiscus de aftrek van kosten weigeren als het gaat om uitgaven die aftrekbaar zouden worden als uitgaven voor specifieke zorgkosten door wijzigingen binnen het basispakket. De voorwaarden hiervoor zijn nog niet bekend. Gezien de recente wijzigingen in het lenteakkoord door de formatie van PVDA en VVD kan er nog het één en ander wijzigen in de belastingplannen voor 2013.

Bron:
E. Kolsteeg, VGT



Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving

Pas op voor Ransomware die computer blokkeert

Op internet waart Ransomware rond waarin de naam van de politie wordt genoemd. In je beeldscherm verschijnt een tekst dat de computer namens de politie geblokkeerd is omdat je bijvoorbeeld kinderporno hebt bekeken. Je wordt bang gemaakt voor boetes en gevangenis straf en of je vervolgens maar EUR 100,- wilt overmaken. In een venster wordt een bankrekening gegeven waarnaar je het bedrag kunt overmaken.

Het virus
Dit virus wordt de laatste maanden uit naam van het KLPD of de politie verstuurd. De politie ontvangt er met regelmaat meldingen over. Het gaat om een virus dat je computer kaapt en je zogenaamd waarschuwt dat er verboden handelingen zijn verricht met je computer, zoals het versturen van spam of het bekijken en downloaden van kinderporno. Het virus meldt dat je een geldbedrag moet betalen om van de versleuteling af te komen.

Aangifte doen
We raden je aan om meteen aangifte te doen bij de Politie. Maar ja, je computer is geblokkeerd en je krijgt hem niet aan de praat.

Wat nu te doen?
De makkelijkste manier om van dergelijke virussen af te komen is het gebruik maken van een zogenoemde opstart-CD-ROM waarop zich een virusscanner bevindt die zich via het internet kan voorzien van de laatste updates. Een dergelijke opstart-CD-ROM, die in staat is om bijvoorbeeld de KLPD-ransomware te verwijderen, wordt onder andere geleverd door F-Secure met haar gratis Rescue CD.

Hoe werk het?
Het scannen van de computer kan vervolgens enkele uren duren. De tijd die het duurt voor een volledige scan is afhankelijk van de hoeveelheid bestanden, harddisks, en systeemsnelheid. Bij het vinden van een virus, wordt het virusbestand hernoemd waardoor de virusbestanden niet meer worden uitgevoerd bij het opstarten van de computer. In het geval van de F-Secure Rescue CD worden aangetroffen virussen voorzien van de extentie .virus, zoals bestandsnaam.exe.virus.

YouTube
Voor het verwijderen van de bovengenoemde KLPD-Ransomware zijn ook andere methodes beschikbaar, waarvoor het maken van een opstart-CD-ROM niet nodig is. Zo heeft de leverancier van Anti-Virus product HitmanPro, SurfRight, een instructief (Engelstalig) filmpje gepubliceerd, waarin een dergelijke methode wordt getoond.

Ervaringen hiermee?
Heb jij al te maken gehad met Ransomware en hoe heb jij dit opgelost?
Laat het mij weten via het reactieformulier.

Door:
Cees Hoogerheide

Cees Hoogerheide heeft tijdens de laatste zeven jaar van zijn carriére gewerkt als managing-director bij een automatiseringsbedrijf waar hij nog steeds als adviseur aan verbonden is. Als consultant, spreker en adviseur Social Media & Content Marketing deelt hij graag z’n kennis met de dentale wereld.

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Interdisciplinaire aanpak

Prachtig teamwork, maar wat vindt de patiënt?

Moeilijke casussen vragen om een interdisciplinaire aanpak. VU-orthodontist Sandy van Teeseling: “Partijen moeten elkaar uitleggen wat wel en niet werkt.”

Sandy van Teeseling behoort tot het team van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum. Hier worden zeer moeilijke casussen en gecompromitteerde patiënten behandeld. Om dit zo goed mogelijk te doen, wordt er interdisciplinair behandeld.

Op het congres TeamApproach van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde (NVVRT) gaf Van Teeseling enkele voorbeelden van complexe behandelingen.

Online database
Bij het interdisciplinair overleg leert men elkaars mogelijkheden kennen en daar gebruik van te maken. Van Teeseling ziet de patiënten gezamenlijk met de rest van het team. De patiënten worden vervolgens in de eigen praktijksetting behandeld.
Het team komt maandelijks bij elkaar, maar tussendoor is er ook veel contact via e-mail en een online database. Daarop worden (be)handelingen en beeldmateriaal gedeeld. Samen wordt er gezorgd voor oplossingen, ook als het fout is gegaan.

De truc bij het interdisciplinair werken is volgens Van Teeseling: “Beslis met elkaar waar je naartoe gaat. Hou het einddoel voor ogen. Dit kan door middel van een proefmodel en in de toekomst digitaal.”

Verzakte 11
Teeseling kwam met prachtige foto’s van ingewikkelde casussen. Zo was er een dame met een verzakte 11 die gespalkt was. Uiteraard was mevrouw niet tevreden over de esthetiek. Er was nog maar weinig bot over, dus hoe moesten ze dit oplossen? Er was sprake van een diepe beet, malocclusie en een overbeet.

Via een bi saggitale split, chin graft, osteomie en bone graft kon een implantaat worden geplaatst. Er werd orthodontisch gewerkt met retainers waarna de suprastructuur erop kon. Er werd ook nog een lifetime lingual retainer geplaatst.
Voordat dit alles werd gedaan, moest eerst de parodontitis worden aangepakt. Zolang er namelijk paro actief is, heeft het geen zin om ortho te doen.
Het belangrijkste van de behandeling vond Teeseling het terugzien en nogmaals terugzien en nogmaals terugzien.

Regisseur
Doorgaans vindt de patiënt de orthodontie het vervelendst, omdat die het langst duurt. Om de motivatie hoog te houden tijdens deze langdurige zorg, is het goed om de patiënt foto’s te laten zien van de vorderingen.
Teeseling gaf aan dat het erg belangrijk is om de zorgvraag van de patiënt in de gaten te houden. “Je kunt de prachtigste dingen doen, maar de patiënt kan daar anders over denken.”
De orthodontist heeft bij dit soort complexe behandelingen een belangrijke positie als regisseur: hij moet vertellen wanneer de volgende stap kan worden gezet.

Bone management
Een tweede casus was die van een volwassen patiënt met een scheve voortand. Hier was Teeseling heel duidelijk over: “Bij verplaatsing van een element op latere leeftijd, pak eerst een pocketsonde!” Vaak blijkt er namelijk een paroprobleem te zijn.

De patiënt stopte met roken, de parodontale behandeling werd opgezet. Later bleek zelfs antibiotica nodig. Uiteindelijk werd de situatie gezond gereduceerd en het verzakte/scheve element eruit gehaald. Voordat er kon worden geïmplanteerd, moest er eerst worden gezorgd voor voldoende bot. Daarom werd het element langzaam aan nog meer geëxtrudeerd. Er komt namelijk bot op de plaats waar eerst de wortel van het element was. Dit noemen we bone management. Van Teeseling: “Het is niet heel voorspelbaar, maar de moeite van het proberen waard.”

Agenesie
Teeseling krijgt vaak te maken met agenesie en oligodontie. Bij agenesie zijn er vijf of minder elementen aanwezig. Dit fenomeen zien we allemaal wel een keer. Bij oligodontie zijn er zes of meer afwezig. Dit komt veel minder vaak voor. Ook de verzekering maakt dit onderscheid.

Zodra er melkelementen blijven zitten en dus de wisseling vertraagd is, dan moet er bij u een belletje gaan rinkelen. Ook ziet men regelmatig dat de restelementen een andere vorm hebben en kleiner zijn. Dit is iets om goed rekening mee te houden tijdens het maken van het behandelplan.
De esthetische lijn bepaalt uiteindelijk wat men gaat doen. Is het profiel bol of juist niet? Dus staan de lippen naar buiten of is juist de hoek tussen neus en lip groot?

Bij het laatste kan men juist meer spacing creëren zodat er iets tussen past. Eerst zal dat een etsbrug zijn, omdat de patiënt nog in de groei zit. Implantaten zijn te beschouwen als ankylotische gebitselementen en ‘groeien’ niet mee tijdens de groei van het kaak-schedel complex. In het eerste geval kan men gaan sluiten.

Vaak lopen mensen lang door met agenesie/oligodontie. Ze geloven dat behandeling moeilijk is en blijven dus lang rondlopen met melkelementen. Men kan hiermee over het algemeen goed functioneren. Van Teeseling: “Bij resorptie komt er juist bot omhoog, dus schroom niet om het zo lang mogelijk te laten zitten. Bovendien houdt het de ruimte goed open. Maar als de melkelementen uiteindelijk los komen te zitten, is het tijd om actie te ondernemen.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag van het congres TeamApproach van de NVVRT, 2012.

Sandy van Teeseling studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en deed zijn specialisatie orthodontie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hierna vestigde hij zich als orthodontist in Haarlem. Reeds geruime tijd is hij als consulent orthodontist verbonden aan diverse interdisciplinaire teams. Momenteel is hij ook als medewerker verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam en de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zijn interesse ligt de laatste jaren vooral bij de (interdisciplinaire) behandeling van patiënten, waarbij het onderling afstemmen van de diverse behandelingen (paro, implanto, ortho, restauratief en chirurgie) van het grootste belang is. Hij geeft voordrachten en cursussen op het gebied van de interdisciplinaire behandeling.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
studenten

Studie Tandheelkunde gecombineerd met Economie in VS

De universiteit van West Virginia combineert de studie Tandheelkunde met Economie via een MBA-aanvulling. West Virginia University is hiermee één van de acht tandheelkunde opleidingen die deze combinatie biedt. Dit meldt de State of Journal.

‘De zakelijke aspecten van tandheelkunde worden voornamelijk in de praktijk geleerd, via mentoren die nieuwe medewerkers in de praktijk opleiden’, zegt David Felton, decaan van de School of Dentistry. ‘De vraag naar zakelijke inzicht in de dentale praktijk, wordt steeds belangrijker. De samenwerking tussen de studies geeft tandheelkunde studenten extra bagage die zij bij meeste andere tandheelkunde studies niet meekrijgen.’

De nieuwe studie start in 2013. De tandheelkunde studenten volgen in een extra vijfde jaar een MBA-programma. Van de 58 tandheelkunde opleidingen in de Verenigde Staten bieden er slechts zeven momenteel een MBA-aanvulling.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Korte implantaten betrouwbaar ter vervanging van tanden en kiezen

Steeds vaker worden implantaten korter dan een centimeter gebruikt ter vervanging van verloren gegane kiezen bij patiënten die voor de rest nog al hun tanden en kiezen hebben. In het verleden gingen deze korte implantaten sneller verloren. Inmiddels kunnen ze echter betrouwbaar worden gebruikt, zo blijkt uit onderzoek van UMCG-promovendus Gerdien Telleman. Wel moet worden aangetekend dat de overlevingskans van korte implantaten in de onderkaak hoger is dan in de bovenkaak, en dat de overlevingskans van de implantaten negatief wordt beïnvloed door roken.

Ook neemt het overlevingspercentage toe als functie van de lengte van het implantaat bij verlenging van 5 tot 8,5 mm. Oftewel: hoe langer het implantaat, hoe groter de overlevingskans. De oppervlakteruwheid en de eventuele botaugmentatieprocedure blijken niet van invloed op het aantal verloren korte implantaten. Voorts onderzocht Telleman de effectiviteit van het gebruik van een kroonopbouw met een diameter kleiner dan die van het implantaat. Dit ‘platform-switching concept’ leidt tot minder botverlies rondom het implantaat, zo laat Telleman zien.

Promotie
22 oktober, 16.115 uur
Aula Academiegebouw Rijksuniversiteit Groningen, Broerstraat 5 te Groningen
Promotor: prof.dr. G.M. Raghoebar, prof.dr. H.J.A. Meijer en prof.dr. A. Visser

Curriculum Vitae
Gerdien Telleman (Amsterdam, 1980) studeerde Tandheelkunde te Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Kaakchirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek werd mede gefinancierd door de De Boeringsstichting. Telleman blijft ook na haar promotie werkzaam als tandarts-onderzoeker bij de afdeling Kaakchirurgie van het UMCG. De titel van haar proefschrift luidt: “Short dental implants in the posterior region : the effect of platform-swiching and a nanorough surface on peri-implant bone loss”.

Bron:
UMCG

Ok 2012

Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Behandeling tandvleesontsteking vermindert ook andere gezondheidsklachten

Patiënten met diabetes type 2 hebben vaker ernstig ontstoken tandvlees dan gezonde mensen. Dat blijkt uit onderzoek van UMCG-promovendus Hendri Susanto. Het is een extra aanwijzing dat er een verband bestaat tussen tandvleesontsteking en de algemene gezondheid. Wie gezond van lijf en leden wil blijven, doet er goed aan zijn tanden zorgvuldig te poetsen.

Wederzijdse beïnvloeding
Tandvleesontsteking (parodontitis) ontstaat door bacteriën in de tandplaque die het tandvlees doen zwellen. Onbehandeld kan dit leiden tot loszittende tanden en tandverlies. Parodontitis kan ziektes als diabetes type 2, reumatoïde artritis en hart- en vaatziekten verergeren – en andersom. De wederzijdse beïnvloeding wordt veroorzaakt door het transport van bacteriën door het lichaam en eiwitten die ontstekingen veroorzaken (‘ontstekingsfactoren’).

Indonesische bevolking
Over de precieze samenhang tussen parodontitis en andere ziekten is nog het nodige onduidelijk. Ook is er nog weinig onderzoek gedaan onder Aziatische populaties. UMCG-promovendus Hendri Susanto bracht daarom de samenhang tussen parodontitis en andere gezondheidskenmerken in kaart onder de Indonesische bevolking. Hij laat zien dat Indonesische patiënten met diabetes type 2 vaker en ernstiger parodontitis hebben dan gezonde Indonesiërs. Ook stelt hij vast dat c-reactief eiwit (CRP) een rol speelt bij ziekten die met parodontitis samenhangen, en dat de hoeveelheid CRP in het lichaam afneemt wanneer parodontitis wordt behandeld. Wanneer parodontitis effectief wordt bestreden, wordt ook diabetes type 2 beter behandelbaar, worden reumatische klachten minder en neemt het risico op hart- en vaatziekten af.


Promotie
Datum: 17 oktober 2012, 11.00 uur
Locatie: Aula Academiegebouw Rijksuniversiteit Groningen
Adres: Broerstraat 5 te Groningen
Promotor: prof.dr.F. Abbas, prof.dr. A. Vissink en prof.dr. P.U. Dijkstra
Hendri Susanto: Periodontitis as inflammatory burden to systemic diseases

Curriculum Vitae
Hendri Susanto (Indonesië, 1976) studeerde Tandheelkunde te Yogyakarta in Indonesië. Hij verrichtte zijn onderzoek aan de afdeling Tandheelkunde van de Gadjah Mada Universiteit, Yogyakarta, waar hij werkt als docent, en in samenwerking met het Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde en de afdeling Mond-Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek werd mede gefinancierd uit een Bernouilli-beurs van de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van het proefschrift luidt: “Periodontitis as inflammatory burden to systemic diseases”.

Bron:
UMCG


Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Plaatselijke verdoving zet zenuwcel aan tot zelfvernietiging

Plaatselijke verdovingsmiddelen zetten een mechanisme in gang waarbij zenuwcellen zichzelf vernietigen. Dit kan leiden tot zenuwschade.

Stevens wilde achterhalen hoe die zenuwschade ontstaat. Hij toont aan dat alle gangbare plaatselijke verdovingsmiddelen een soort zelfmoordmechanisme van zenuwcellen in gang zetten. Om de kans op deze schade te beperken, worden plaatselijke verdovingsmiddelen vaak met andere middelen gemengd. Het merendeel van deze middelen is onschadelijk. Stevens spoorde twee middelen op die de zenuwschade verergerden. Het onderzoek is uitgevoerd in celculturen, maar Stevens raadt nu al aan om deze middelen niet bij plaatselijke verdoving te gebruiken.

Promotie
31 oktober, 14.00 uur
Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 229-231, 1012 EZ Amsterdam

Spreker: Dhr. M.F. Stevens
Promotor: dhr. prof. dr. M.W. Hollmann

Bron:
Universiteit van Amsterdam

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

Vaker mondkanker bij vrouwen

Promovenda Manon Weijers vergeleek twee patiëntengroepen met mondkanker met elkaar in de periode 1990-1994 en 2000-2004. Haar belangrijkste ontdekking is dat het aantal vrouwen met mondkanker in die perioden relatief is toegenomen. De gemiddelde leeftijd van de patiënten is gelijk gebleven. In beide groepen kwam mondkanker vooral voor op de tong en de mondbodem. In de patiëntengroep uit 2000-2004 zaten relatief meer patiënten die – op het moment van de diagnose – een kleine tumor hadden. Het is onduidelijk of deze bevinding ook leidt tot betere overlevingskansen.

Terugkeer
Nadat de chirurg een tumor verwijdert, onderzoekt de patholoog deze onder de microscoop. Deze kijkt onder andere of de snijranden vrij zijn van kankercellen. Ook wordt er gekeken of er dysplasie (een mogelijk voorstadium van kanker) in de slijmvliesranden aanwezig is. Patiënten met zelfs milde en matige dysplasie, in het slijmvlies rond de tumor, hebben – na het verwijderen van de tumor – een grotere kans dat de tumor terugkeert dan patiënten met slijmvliessnijranden zonder dysplasie, zo stelt Weijers in haar promotieonderzoek.

Aanvullend
Weijers onderzocht onder de microscoop opnieuw het tumorweefsel van patiënten met tong- of mondbodemkanker. Dit waren patiënten met tumorvrije snijranden die daarna nog minimaal vijf jaar regelmatig voor controle terugkwamen. Weijers adviseert artsen daarom patiënten met milde en matige dysplasie in de snijranden aanvullend te behandelen. Dit gebeurt nu alleen nog maar bij ernstige dysplasie.

Zevende plaats
Hoofd-halskanker is de zevende meest voorkomende kanker wereldwijd. Alleen al voor mondkanker zijn er in het jaar 2000 wereldwijd rond de 250.000 nieuwe gevallen bij gekomen.

Promotie
29 oktober 2012, 13.45 uur
Locatie: Vrije Universiteit te Amsterdam, Aula (hoofdgebouw), De Boelelaan 1105, Amsterdam  
Spreker: mevr. M. Weijers
Promotorprof: dr. I. van der Waal

Bron:
ACTA



Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
internet

Betrouwbaarheid online gezondheidsinformatie moeilijk te bepalen door consument

Ruim de helft van de Nederlanders kan moeilijk bepalen of de bron van de online informatie over ziekte en gezondheid betrouwbaar is. Ook vinden circa vier op de tien Nederlanders dat de gevonden informatie vaak tegenstrijdig is. Verontrustend is dat één op de vijf Nederlanders na het lezen van online gezondheidsinformatie angstiger is geworden. Zo blijkt uit de ZegelGezond Monitor 2012, een onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders.

ZegelGezond wil weten hoe Nederlanders omgaan met online gezondheidsinformatie. Bezoeken Nederlanders eerst de dokter of Google? Hoe bepalen ze de betrouwbaarheid van een website? Welk effect heeft online gezondheidsinformatie op de bezoeker? Wat gaat er goed en wat kan er beter?

Internet belangrijke bron gezondheidsinformatie
Driekwart van de Nederlanders zocht het afgelopen jaar online naar antwoord op een vraag over zijn of haar gezondheid. Ook speelt online gezondheidsinformatie een belangrijke rol als aanvullende informatiebron voor bezoeken aan de zorgverlener, zowel vooraf (35 procent) als achteraf (38 procent). Ruim de helft van de Nederlanders kan echter moeilijk bepalen of de bron van de online informatie over ziekte en gezondheid betrouwbaar is. Ook vinden circa vier op de tien Nederlanders dat de gevonden informatie vaak tegenstrijdig is.

Het onderzoek
De ZegelGezond Monitor 2012 is uitgevoerd door Newcom Research & Consultancy in samenwerking met de Universiteit Twente. De monitor zal jaarlijks verschijnen. De onderzoeksgroep vormt een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking.

Over ZegelGezond
ZegelGezond helpt mensen snel en gemakkelijk de beste gezondheidsinformatie op het internet te vinden. ZegelGezond plaatst een zegel met rapportcijfer van vak- en publieksexperts op deelnemende websites. Zo kan iedereen deze websites herkennen. Websites die voldoen aan ruim 60 spelregels komen in aanmerking voor het zegel. Daarnaast heeft ZegelGezond een zoekmachine, waarmee het publiek direct kan zoeken naar informatie op de aangesloten websites. Stichting ZegelGezond Nederland heeft een maatschappelijke taak en doelstelling en heeft geen winstoogmerk.


Bron:
ZegelGezond

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
prikaccidenten

Richtlijn prikaccidenten

Landelijke Richtlijn Prikaccidenten van het RIVM, april 2007.


Download brochure rivm-landelijke-richtlijn-prikaccidenten-april-2007.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Onderscheiding voor hoogleraar De Bont

Prof. dr. Lambert de Bont ontving op vrijdag 28 september een Koninklijke Onderscheiding uit handen van de burgemeester van Loppersum en is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, schrijft Groningen Dichtbij.

Lambert de Bont heeft verschillende functies in de Tandheelkunde vervult. In 1994 werd hij benoemd tot hoogleraar Mondziekten en Kaakchirurgie van het UMCG. Daarnaast was hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten en Kaakchirurgie.
Sinds 1993 was hij lid van het Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen. Vanaf 1994 was hij lid van het Centraal College voor Tandheelkundig Specialisten van de Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Tandheelkunde.

Bron:
Groningen Dichtbij

Lees meer over: Kennis

Ivoren Kruis ontwikkelt app voor bevorderen therapietrouw

In het najaar introduceert het Ivoren Kruis een app voor het bevorderen van therapietrouw bij adviezen voor mondgezondheid.

Op maat
Patiënten blijken adviezen van hun tandheelkundig zorgverlener niet altijd op te volgen. Ook blijkt dat het zonder geholpen herinnering lastig is de adviezen consequent over een langere periode uit te voeren. De app geeft patiënten daarom advies op maat. Elke patiënt krijg daarvoor een specifieke code van zijn zorgverlener. De adviezen kunnen worden herhaald en opnieuw worden opgevraagd waardoor therapietrouw wordt bevorderd.

Advies
Het initatief van het advies kan uitgaan van de tandheelkundige organisatie, maar de app kan ook de patiënt aansporen advies in te winnen bij zijn behandelaar. De app geeft persoonlijk advies over dagelijks preventieve handelingen: poetsen, stokeren, flossen, ragen, spoelen, voeding en tongschrapen.

Bron:
Ivoren Kruis



Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
internet

Klanten werven en behouden via e-marketing

Welke e-marketing activiteiten zet u in voor werven én behouden van uw patiënt? Lees de column van Cees Hoogerheide, adviseur e-marketing en communicatie.

Tweet: ‘@caricevhouten tandarts. #bang’. Even later: ‘@caricevhouten De tandartservaring van mijn taxichauffeur’. Weer wat later: ‘@caricevhouten Als ik over een paar uur niet twitter is het niet goed gegaan’. Nou zal deze door mij gewaardeerde actrice als fervent twitteraarster best een beetje doorslaan in haar angst voor de tandarts maar daar gaat het hier niet om. Het is het communicatiemiddel dat wordt gebruikt.

Patiënten werven en behouden door kwaliteit en service te leveren en vervolgens een goed gevoel geven. Doe ik al, hoor ik u denken, maar hoe doet u dat? Niet de inhoudelijke kennis maar de totaalbeleving van de patiënt daar draait het om. En communicatie is binnen dat aspect een cruciaal onderdeel.

Verzamelen
Voor zover u hierover nog niet beschikt, start met het verzamelen van aanvullende relevante data van uw patiënten zoals e-mailadressen, facebook en twitter accounts. Zorg er voor dat u op juiste wijze via Google Places en Bing makkelijk te vinden bent en hoog in de lokale ranking terecht komt. Stuur wervingsacties ook naar uw bestaande patiëntenbestand. Nieuws wordt met collega’s, kennissen, vrienden en familie, ‘friends’ en ‘likes’ gedeeld.

Twitter
Open een twitteraccount voor uzelf en een aantal medewerkers, ‘act personal’. De patiënt twittert nog niet? Moedig het aan en laat uw followers groeien. Van openingstijden tot aanbiedingen van speciale behandelingen, tal van mogelijkheden liggen binnen bereik. Reken maar dat leveranciers u binnenkort benaderen om samen met u tot synergy te komen. Tip: Verdeel tweets over de dag of de week. Veel attentiewaarde gaat verloren door een diarree van berichten over followers uit te storten.

Facebook
Facebook kent in Nederland 3,5 miljoen gebruikers en heeft een penetratie van 26% van de online populatie en is nog steeds groeiende. Laat uw patiënten uw Facebook account ‘liken’ en volgen. Het helpt zeker mee aan de totaalbeleving van uw patiënt.

E-mailmarketing
E-mailmarketing is nog steeds het best scorende medium in e-marketing. Maak het u gemakkelijk door d.m.v. een professionele e-mailclient uw nieuwsbrieven te versturen, te analyseren en uw e-maillijsten te perfectioneren. Zorg er voor dat uw website dynamisch is en blijft. Houdt naast uw website regelmatig een blog bij waar u dieper op technische of medische details ingaat.

Lokale evenementen
U komt dichterbij de patiënt te staan door aan lokale evenementen deel te nemen. Organiseer boeklanceringen of een wijnproeverij eens een keer niet bij uw Rotary club, maar maak ze toegankelijk voor uw patiënten. Ooit een tandartspraktijk op de braderie gezien? Als een patiënt het gevoel heeft dat hij niet goed wordt behandeld heeft hij tal van mogelijkheden om zijn onvrede via social media, in familie/vriendenkring en blogs te ventileren. Maar het omgekeerde is ook het geval! Waardeer patiënten en maak ze belangrijk, wees relevant en transparant, u krijgt er hun vertrouwen voor terug.

Tijdens het lezen van dit artikel heeft u vast een aantal keren gedacht ‘dat is nogal wat en daar heb ik al helemaal geen tijd voor’. Dat is juist, maar bedenk dat veel te automatiseren is en een kwestie van discipline en regelmaat zeker z’n vruchten af zal werpen. Daarnaast is er nog altijd de mogelijkheid uw social media management uit te besteden. Maak een goed communicatieplan voordat u aan e-marketing begint en vergeet vooral niet uw medewerkers er bij te betrekken.

Door:
Cees Hoogerheide

Cees Hoogerheide heeft tijdens de laatste zeven jaar van zijn carriére gewerkt als managing-director bij een automatiseringsbedrijf waar hij nog steeds als adviseur aan verbonden is. Als adviseur e-marketing en communicatie deelt hij graag z’n kennis in de dentale wereld. 

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen

Acute medische situaties in de tandartspraktijk

Acute medische situaties komen zelden voor in de tandheelkundige praktijk en zijn meestal onverwacht. Er kunnen echter wel voortekenen zijn.

Hoogleraar intensive care geneeskunde Armand Girbes sprak op het congres ‘Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk’ over acute medische situaties bij ogenschijnlijk gezonde, en bij (chronisch) zieke patiënten.
Girbes:“Van een tandarts of mondhygiënist kan niet hetzelfde worden verwacht als van een arts op de intensive care afdeling van het ziekenhuis. Door adequaat te handelen kan de tandarts of mondhygiënist wel het verschil maken voor de levensbedreigende situatie waarin de patiënt zich bevindt.”

Een simpele benadering kan worden toegepast:
A: ademweg vrij maken
B: breathing oftewel ventilatie
C: circulatie
Handelingen als de ‘Jaw Thrust’ en de ‘Head-tilt chin lift’  kunnen het verschil maken tussen voldoende ademhaling en overleven versus een dodelijk zuurstoftekort.

AED
Een AED apparaat in de praktijk, is volgens Girbes zeker aan te raden. Het apparaat is redelijk eenvoudig toe te passen en kan het verschil betekenen tussen (over)leven en dood. Bij een acute hartstilstand is de winst te boeken door vroeg gebruik van een AED veel groter dan door hartmassage. Door ventrikelfibrilleren bij een acute hartstilstand is het spoedig herstel van de (gecoördineerde) hartactie door de elektrische defibrillatie, met herstel van de bloeddruk en bloeddoorstroming, waarschijnlijk het meest beslissende element voor de overleving.
In een klein land zoals Nederland zijn de hulpdiensten dichtbij, de tandarts/mondhygiënist hoeft daarom maar een korte tijd te overbruggen tot de hulp komt.

Zwangerschap
Bij chronische ziekten dient u op de hoogte te zijn van de interactie van de medisch-tandheelkundige behandeling. U moet een risico-inschatting maken, voorbereidingen treffen of voorbereid zijn, de voorgeschiedenis van uw patiënt kennen, en over een zorgvuldig ingevulde gezondheidsvragenlijst beschikken.
Bij medische acute situaties, is er vaak wel tijd en simplificeer. Wanneer er geen tijd te verliezen is dan is het ABC toepasbaar en bel 112.
Bij zwangerschap dient men rekening te houden met het Supine hypotensive syndrome. Door het achterover leggen van de stoel kan de foetus in de uterus drukken op de v. cava inferior. Hierdoor kan de aanstaande moeder het bewustzijn verliezen door onvoldoende bloedtoevoer aan het hart. De oplossing is de stoel meer overeind te zetten.

Stabiele behandeling
Bij patiënten met een chronische aandoening die potentieel een risico vormt voor vitale functies, is het adagium dat een optimale (medische) stabiele behandeling wenselijk is, voordat met de tandheelkundige ingreep wordt begonnen.
Wanneer een patiënt zich bijvoorbeeld presenteert met toenemende kortademigheid of toenemende verminderde inspanningstolerantie door pijn op de borst (instabiele angina pectoris) dan moet uitstel van een tandheelkundige ingreep ernstig worden overwogen. Het is dan beter dat de patiënt eerst door een behandelend medisch specialist of huisarts optimaal wordt ingesteld op medicatie voordat hij een therapeutische ingreep ondergaat.
Datzelfde geldt voor een patiënt, die bekend is met astma en progressief piepende ademhaling.
En voorzichtigheidshalve is een goede insteek: ‘bij twijfel niet inhalen’.

Aangeraden site: www.erc.edu

Door: Maja Faasen
Bron: Verslag door dental INFO van het congres Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk, mei 2012.

Prof. dr. Armand R.J. Girbes is hoogleraar intensive care geneeskunde in VU medisch centrum en werkzaam als intensivist/medicus practicus. Hij is tevens hoofd van de afdeling intensive care (IC) volwassenen. Hij vervult diverse (inter)nationale functies op het gebied van opleiding, onderzoek en kwaliteit op IC gebied. Met meer dan 250 (inter)nationale voordrachten op uitnodiging en ruim 160 peer reviewed PubMed publicaties beweegt hij zich actief in de internationale IC gemeenschap. Eén van zijn beste vrienden is tandarts die hem in grote lijnen op de hoogte probeert te houden van wat van belang is voor de tandarts.




Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Zoektocht naar het geheim van excellentie

Een excellente paramedicus is gemotiveerd en communicatief vaardig. Een onderzoek door de Hanzehogeschool Groningen moet meer factoren aan het licht brengen die leiden tot excellentie.

Logopedist Inge Wijkamp is projectleider en onderzoeker in het onderzoek ‘Profiel voor een excellente professional’ van de Hanzehogeschool Groningen. Ze zoekt antwoorden op vragen als: wat zijn kenmerkende eigenschappen van iemand die zijn vak excellent uitvoert, hoe uit zich dit in professionele prestaties en welke factoren hebben invloed gehad op iemands ontwikkeling om dit niveau van beroepsuitoefening te bereiken? En: Verschillen deze kenmerken, prestaties en factoren per beroepsgroep of zijn er generieke factoren aan te wijzen?

Conceptprofiel
Aan het project doen vijf ‘schools’ van de Hanzehogeschool mee, waaronder de gezondheidsstudies. Wijkamp onderzoekt welk profiel een excellente paramedicus heeft.
Op dit moment ligt voor deze beroepsgroep een conceptprofiel klaar. Dit is ontstaan na drie discussierondes met in totaal 21 paramedici uit verschillende focusgroepen. Hierin zaten bijvoorbeeld mondhygiënisten, logopedisten, fysiotherapeuten en radiologen.

Wijkamp: “Tijdens het laatste onderdeel van het onderzoek leggen we het conceptprofiel ter bevestiging voor aan een team van experts. Dit zijn personen die niet per se zelf werkzaam zijn in een van de paramedische disciplines, maar wel een band met of een beeld van het werkveld hebben. We denken aan coördinatoren van (paramedische) afdelingen/leidinggevenden, beleidsmakers, zorgverzekeraars en praktijkmanagers. Mensen die vakoverstijgend bezig zijn. Bij elkaar hebben we zo’n dertig mensen bereid gevonden.”

Ontwikkelingsmonitor
Zodra het profiel voor de excellente paramedicus helder is, wordt het geïntegreerd in een digitaal onderwijssysteem, de ontwikkelingsmonitor genoemd. Na de zomer moet dat klaar zijn. Met de ontwikkelingsmonitor kan niet alleen de student zichzelf beoordelen, maar kunnen ook leerkrachten en medestudenten hem beoordelen. “Zo wordt snel duidelijk welke competenties een student al heeft om een excellente paramedicus te worden en over welke hij nog niet beschikt. Excellente studenten kunnen zo ook een uitdaging vinden. Op de hogeschool zelf kan de student vervolgens veel aanvullende scholing volgen. Soms ook zal hij het buiten de deur moeten zoeken.” De ontwikkelingsmonitor is in beginsel bedoeld voor de studenten. “Maar”, zegt Wijkamp, “iedereen is nieuwsgierig. Beroepsverenigingen hebben interesse, regulier onderwijs en ook veel bedrijven.”

Resultaten
Wijkamp kan nu al zeggen dat communicatieve vaardigheid wordt gezien als een belangrijke competentie voor een excellente professional. “Dit is ook in de literatuur te vinden. Ook wordt ‘gemotiveerd zijn’ vaak genoemd als eigenschap van een excellente paramedicus. Dus het werk is tevens hobby van de excellente paramedicus. Veel zaken die naar voren komen bij het onderzoek onder paramedici komen overeen met de resultaten bij andere beroepsgroepen. Maar er zijn ook verschillen, bijvoorbeeld op het vlak van ICT. Wijkamp: “We hopen dat hetgeen uit de profielen naar voren komt, wordt geïntegreerd in de studies. Want we willen heel graag een kwaliteitsverbetering.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist



Lees meer over: Kennis, Onderzoek