Versplintering van KiMo en NVPM haalt nu ook landelijke pers

Het bericht dat de tandheelkundige wereld nu nog verder dreigt te versplinteren, vanwege de afscheiding van KNMT van KiMo, heeft de landelijke pers bereikt. NRC  en NRC Next stellen het feit aan de kaak dat tandartsen graag het laatste woord willen hebben. Hoe schadelijk zijn deze ontwikkelingen voor het imago van de mondzorg? Oordeelt u zelf.

Behandelrichtlijnen voor de tandheelkunde
Om vele misverstanden te voorkomen, werd in de Gezondheidsraad al langere tijd gepleit voor wetenschappelijk onderbouwde behandelrichtlijnen voor de tandheelkunde, zoals in de geneeskunde al zo’n 20 jaar het geval is. Dit leidde tot de oprichting van KiMo (Kennisinstituut Mondzorg) in 2014 – een stichting die richtlijnen voor mondzorg creëert met hulp van vertegenwoordigers van de tandheelkundige wetenschap. Echter, beroepsverenigingen KNMT en ANT vinden dat hun achterban hierin te weinig zeggenschap krijgt, en komt nu met hun eigen vereniging: de NVPM.

Versplintering
De tandheelkundige wereld zit niet zo simpel in elkaar. Met zo’n 8.500 tandartsen, 3.400 mondhygiënisten en 500 tandtechnici, die elk weer verspreidt zijn over ongeveer 20 verschillende wetenschappelijke verenigingen is de volledige wereld van de mondzorg behoorlijk versplinterd.
Om patiënten te kunnen laten zien welke behandeling het beste past is een stichting nodig die richtlijnen opstelt, die worden gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, of op zijn minst op een basis van een systematische vergelijking van gangbare behandelmethoden, vinden minister Schippers van Volksgezondheid en Zorginstituut Nederland (ZIN).

Zeggenschap over ontwikkeling richtlijnen
Tandartsen krijgen een stem, zegt KiMo, omdat met verplichte „veldconsultatie” bij KiMo wordt getoetst of een richtlijn werkbaar is. Dat is niet genoeg, vinden de tandartsen, omdat zij bij KiMO niet het laatste woord krijgen. „Bij de NVPM wel, daar stemmen tandartsen aan het eind over een behandelrichtlijn”, zegt Paarhuis in het NRC. Volgens Albert Feilzer, dectaan ACTA, staat dit haaks op het principe dat een richtlijn wetenschappelijk onderbouwd moet zijn. Hij zegt in het NRC: “Alsof chirurgen stemmen voor een richtlijn waarin een operatie de voorkeur krijgt, terwijl uit onderzoek blijkt dat behandeling met antibiotica beter is.”

Patiënt regisseert de mondzorg
Rob Burgersdijk, tijdelijk KiMo-directeur is van mening dat ook mondhygiënisten en tandtechnici moeten kunnen meebeslissen over richtlijnen. “Het zou toch raar zijn als tandartsen met eigen richtlijnen komen over bijvoorbeeld preventie”, zegt hij.
Volgens Paarhuis mogen mondhygiënisten wel meepraten maar hebben tandartsen de primaire rol omdat zij het behandelplan maken. Feilzer vindt dit idee echter achterhaald. “Vroeger was de tandarts de regisseur van de mondzorg, maar nu is dat de patiënt.”

Samenwerken met KiMo
Zorginstituut Nederland vertelt aan NRC dat zij met ontwikkeling van kwaliteitsnormen voor de tandheelkunde met de wetenschappelijke verenigingen gaan samenwerken en “niet met de KNMT, dat is uiteindelijk een belangenorganisatie”.

Bron: NRC

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *