mondspoeling tegen tandplaque

Veilig door te slikken anti-biofilm mondspoelmiddel

Een persbericht laat zien dat onderzoekers van de Universiteit van Wyoming in de VS een mondwater met natuurlijke anti-biofilmverbindingen hebben ontwikkeld dat veilig is om door te slikken waardoor kinderen en risicogroepen het ook kunnen gebruiken.

Cariës bij kinderen

Cariës wordt veroorzaakt door biofilms (plaques) gevormd door de bacterie Streptococcus Mutans (S. mutans) en treft meer dan de helft van de Amerikaanse kinderen op 8-jarige leeftijd. Echter traditionele mondspoelingen zijn niet geschikt voor kinderen onder de zes jaar vanwege de risico’s voor schadelijke chemicaliën.

Innovatieve mondspoeling

Onderzoekers hebben een innovatieve mondspoeling ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke anti-biofilm verbindingen die afkomstig zijn van esdoornsap en groene thee. Het product is veilig voor jonge kinderen omdat de verbindingen effectief zijn in het voorkomen van tandplak en omdat er geen gebruik wordt gemaakt van giftige antimicrobiële ingrediënten.

Ascend 2.0-project

Om de nieuwe anti-biofilmmondspoelig te specificeren en het werkingsmechanisme op de bacterie S.mutans te onderzoeken is het Ascend 2.0 project ontwikkeld.
Het doel van het project is het genereren van kritieke gegevens waardoor verdere tests in een rattenmodel van tandcariës mogelijk wordt. Het ascend project speelt een cruciale rol in het staat stellen van biomedische onderzoekers om innovaties om te zetten in gezondheidszorgoplossingen.

Bron: Newswires

Lees meer over: Dental Expo, Mondhygiëne, Thema A-Z, ZZP-er
kritische blik op preventie

Kritische blik naar preventie

Belangrijk is dat preventieve mondzorg passend is. Er is de laatste tijd veel veranderd in de mondzorg met veel nieuwe materialen, methoden en technieken. Ook de wens van de patiënt is veranderd. Hoe zorgen we ervoor dat we al deze ontwikkelingen kunnen bijbenen en dat de zorg toegankelijk en betaalbaar blijft?

Tijdens de laatste presentatie op het NVM-congres werd er kritisch gekeken naar preventieve mondzorg door sprekers Denise Duijster, universitair hoofddocent bij de sectie Maatschappij en Mondgezondheid van ACTA en Karen Elsenberg, Docent mondzorgkunde bij de hogeschool Inholland en promovendus aan het Radboudumc. Deze lezing is gebaseerd om een artikel dat zij recent hebben geschreven voor het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde met referentie . Lees het verslag hieronder.

Wat betekent passende zorg? Een term die regelmatig terugkomt. Mondzorgverleners zijn echte doeners maar doen we soms niet te veel?

Passende zorg

We spreken van passende zorg wanneer er wordt voldaan aan vier principes:

  1. De zorg is effectief en beschikbare middelen worden op een optimale manier ingezet om gewenste resultaten voor de patiënt te bereiken, waarbij verspilling wordt gemeden.
  2. De zorg zo dichtmogelijk bij de patiënt organiseren.
  3. Afstemming op de behoeften en wensen van de patiënt; en de patiënt en zorgverlener besluiten gezamenlijk over het behandelplan.
  4. De focus van de zorg ligt op bevorderen van welzijn en dus niet alleen op de behandeling van ziekte.

Sealants

Is het uitzonderingszorg of standaard zorg? De meeste bezoekers van het congres zijn het ermee eens dat het uitzonderingszorg is maar er zijn ook mondhygiënisten die het als standaard zorg zien. Wat zegt de wetenschap? Er zijn heel wat onderzoeken gedaan en de conclusie is dat sealen van de occlusale oppervlakken van de molaren bij kinderen en adolescenten ervoor zorgt dat cariës met 11-51% vermindert tot na 24 maanden. Bij de tweede molaren is er een stuk minder evidence en ook voor sealants van glassionomeercement is weinig evidence bekend.

Op basis van de literatuur kunnen we dus concluderen dat het effectief is. Is het dan juist dan om het veel toe te passen?

Het is vooral effectief bij kinderen met een hoog cariësrisico. Bij kinderen met een laag risico is het niet zo effectief en ook niet doelmatig als het gaat om zorgkosten in relatie tot gezondheidswinst. Daarom adviseert de KIMO-richtlijn om enkel te sealen bij een hoog cariësrisico en op indicatie, bijvoorbeeld bij diepe fissuren die niet goed schoon te houden zijn. Daarnaast is het altijd van belang dat het basisadvies goed wordt opgevolgd.

Fluoride

Wat vinden we van het grootschalig toepassen van fluorideapplicaties? Wat zegt de wetenschap? Er is aangetoond dat een fluorideapplicatie wel degelijk een remmend effect op cariës heeft bij de blijvende en tijdelijke dentitie. Het leidt tot ongeveer 40% DMFT-reductie in het aantal door cariës aangetaste gebitselementen in het blijvende gebit.

Het is het meest effectief op gedemineraliseerde oppervlakken met een ICDAS-score 1,2 of 3 omdat fluoride vooral achterblijft in gedemineraliseerd glazuur.

Langdurige en regelmatige blootstelling aan lage concentraties fluoride zorg voor remineralisatie. Daarom is het dagelijks tandenpoetsen met fluoride het meest effectief om cariës te voorkomen.

Het advies van Ivoren Kruis is om fluoride applicatie alleen toe te passen bij cariësactiviteit. Dit kan middels een hoge dosering fluoridetandpasta of met een applicatie, maar wel tijdelijk. Tot dat de laesie arrested is.

Het is belangrijk om het alleen in te zetten als er cariësactiviteit is en alleen als aanvulling op het advies om twee keer per dag te tandenpoetsen.

Informatie/instructie

Is een poetsinstructie geven zinvol? Hoe effectief is het? In voorlichting maken we onderscheid tussen instructie gericht op kennisoverdracht en motiverende gespreksvoering. Als we kijken naar instructie gericht op kennisoverdracht dan zien we dat dit veel wordt gedaan, maar helpt het? Literatuur toont aan dat voorlichting wel de kennis verhoogt maar op de lange termijn is de gedragsverandering zeer beperkt.

Daarom is motiverende gespreksvoering heel belangrijk omdat je beter aansluit bij de behoefte van de patiënt. Je onderzoekt waar de weerstand zit, waar de ambivalentie zit en je probeert te achterhalen waar barrières zitten en je probeert deze weg te halen. De voorlichting zal daarom alleen gepaard moeten gaan met motiverende gespreksvoeren.

Periodiek mondonderzoek

De periodieke controle is wel nodig, maar moet het standaard ieder half jaar? Tegenwoordig willen we mondziektes vroegtijdig opsporen. We zetten in op het bevorderen van mondgezondheid. Daarom willen we goed kunnen monitoren.

Gewoon Gaaf helpt ons bij het bepalen van het individuele risico en hoe vaak een kind zou moeten terugkomen. 93% van de kinderen tussen 4-11 jaar heeft een mondzorgprofessional bezocht, maar of deze terugkomtermijn is afgestemd op het individuele risico kan niet uit de cijfers worden afgeleid. “We merken wel dat steeds meer praktijken Gewoon Gaaf toepassen”, gaven de sprekers als goed nieuws.

Tandsteen verwijderen / polijsten

Supragingivaal tandsteen verwijderen, is dat verzorging of zorg? We doen dit behoorlijk vaak. Daar hebben we een goede reden voor want als we tandsteen laten zitten dan bemoeilijkt dit de zelfzorg en vormt het een reservoir voor bacteriën. Bij kinderen wordt dit ook veelvuldig gedaan. Namelijk bij ongeveer de helft van de kinderen vanaf 6 jaar.

Maar hoe effectief is het om tandsteen te verwijderen bij gezonde patiënten? Er kon enkel twee goede studies gevonden worden bij volwassenen waarbij elke 6-12 maanden tandsteen werd verwijderd. De conclusie was dat er geen verschil was tussen gingivitis, pocketdiepte, plak en kwaliteit van leven. Gezien de vele middelen en kosten is het teleurstellend dat er maar zo weinig evidence is over de effectiviteit van tandsteen verwijderen.

Mensen vinden het een fijn gevoel om na de gebitsreiniging een schone mond te hebben. Men is bereid om hiervoor te betalen. Moeten we dit blijven doen omdat dit de wens is van de patiënt of moeten we dit niet blijven doen omdat het niet doelmatig lijkt te zijn?

Stoppen met niet-passende zorg

Er wordt in Nederland veel niet-passende zorg geleverd, hieronder valt zorg die geen toegevoegde waar heeft voor de patiënten, of als de zorg mogelijk risico’s oplevert of als middelen worden verspild. Als dit het geval is is deïmplementatie van de zorg nodig.

Ineffectieve zorg in mondzorg kan dus het geven van een instructie zijn zonder motiverende gespreksvoering. Soms zetten we zorg te vroeg in of gaan we er te lang mee door, zoals bij fluorideapplicatie of standaard halfjaarlijkse oproepen.

En leveren we soms ongewenste zorg? Wat belangrijk is om bij jezelf na te gaan welke zorg gedeïmplementeerd zou moeten worden en hoe zou dit mogelijk zijn in welke situatie en bij welke doelgroep? Wat doe je als alternatief dat wel effectief is? En wat doe je als de zorg niet aanslaat? Blijf je dan proberen?

Denise Duijster is universitair hoofddocent bij de sectie Maatschappij en Mondgezondheid van ACTA.

Karen Elsenberg is docent mondzorgkunde bij de hogeschool Inholland en promovendus aan het Radboudumc.

 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dentalinfo.nl van de lezing van Denise Duijster en Karen Elseberg tijdens het congres van NVM-mondhygiënisten.

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Mondhygiëne
BBM 400 x230

Zes jaar BBM: Hoe staat de mondhygiënist ervoor in België?

In 2019 studeerde de eerste lichting mondhygiënisten in België af. Tien van hen richtten nog vóór het behalen van hun diploma de Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten (BBM) op om hun beroep te versterken. Zes jaar later blikken we terug én vooruit met medeoprichter Isabelle Mertens: hoe hebben de mondhygiënist en de BBM zich intussen ontwikkeld?

Het beroep van mondhygiënist is relatief nieuw in België. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat mondhygiënisten in België officieel aan de slag konden?

“In België was de mondzorgtraditie lange tijd sterk gericht op tandartsen en hun assistenten, waardoor er weinig ruimte was voor een nieuw beroep. Het heeft tijd gekost om beleidsmakers, zorgverleners en het brede publiek te overtuigen van de meerwaarde van mondhygiënisten. Daarnaast speelde de wetgeving een grote rol en moest de opleiding nog worden opgezet en geaccrediteerd. Toen ik aan de opleiding begon, bestond er zelfs nog geen officieel beroepsprofiel – dat werd pas een jaar voor onze afstuderen vastgelegd. Gelukkig is het gelukt om die erkenning te krijgen en vandaag zien we steeds duidelijker hoe mondhygiënisten bijdragen aan een betere mondgezondheid in België.”

Hoeveel mondhygiënisten zijn er momenteel in België afgestudeerd?

“Sinds de start van de opleiding zijn in België al zo’n 660 mondhygiënisten afgestudeerd. Met jaarlijks gemiddeld 100 tot 120 nieuwe studenten per opleidingsinstelling groeit de beroepsgroep gestaag.”

Wat zijn de belangrijkste opleidingen voor mondhygiënisten in België?

“In België kun je op vier hogescholen de driejarige bacheloropleiding tot mondhygiënist volgen: in Gent, Brussel, Luik en Leuven.”

Hoe ziet het werk van een mondhygiënist in België eruit?

“In België ligt de focus voor mondhygiënisten vooral op preventieve mondzorg. Zo mogen ze onder andere preventieve mondonderzoeken uitvoeren, tandsteen en plaque verwijderen, radiografieën nemen, fluoridebehandelingen geven, beschermingsbeugels maken, bleaching uitvoeren, tanden sealen en patiënten adviseren over mondhygiëne en voeding. Door deze taken op zich te nemen, ontlasten ze tandartsen, die daardoor meer tijd hebben voor complexe en specialistische behandelingen. Hoewel mondhygiënisten in Nederland vaak een eigen praktijk hebben en zelfstandig patiënten behandelen, werken ze in België altijd samen met een tandarts. In het begin was het wennen voor veel tandartspraktijken om mondhygiënisten te integreren. Vroeger bestonden deze praktijken vaak alleen uit een tandarts en een assistent die geen behandelingen in de mond mogen uitvoeren. Hoewel het even aanpassen was, zien steeds meer tandartspraktijken nu de toegevoegde waarde van de samenwerking met een mondhygiënist. Het zorgt namelijk voor efficiëntere zorgprocessen: door taken beter te verdelen, kan de werkdruk in tandartspraktijken verlicht worden. Op de middellange termijn kan dit helpen om patiëntenstops te voorkomen en de toegankelijkheid en kwaliteit van mondzorg in België te verbeteren.”

“Toch zijn er in België nog enkele beperkingen voor mondhygiënisten. Zo mogen ze bijvoorbeeld geen lokale verdoving geven, iets wat in Nederland wél mogelijk is. Dit laat zien dat er nog ruimte is voor verdere ontwikkeling van het beroep, zodat mondhygiënisten hun rol in de mondzorg nog beter kunnen vervullen.”

Verwacht je dat dit op korte termijn in België ook mogelijk wordt voor mondhygiënisten?

“Dat is zeker iets waar we naar streven, vooral als het gaat om de mogelijkheid voor mondhygiënisten om lokale verdoving toe te dienen. Op dit moment mogen we wel diepe reinigingen uitvoeren, maar als er verdoving nodig is, moet de tandarts dat doen. Dat kost niet alleen extra tijd, maar het zou ook veel efficiënter en prettiger zijn voor de patiënt als wij dit zelf konden doen. De BBM is hier actief mee bezig en we hopen dat we op korte termijn stappen kunnen zetten richting meer zelfstandigheid voor mondhygiënisten.”

Zes jaar geleden werd de BBM opgericht om deze zaken aan te pakken. Hoe kijk jij terug op deze periode?

“Het is tot nu toe een pittig, maar ook zeer mooi traject geweest voor onze jonge beroepsgroep. We hebben ons zowel in het werkveld kunnen ontplooien als binnen de basisgezondheidszorgverzekering een plek weten te veroveren. In zes jaar tijd een onmisbare schakel worden binnen het mondzorglandschap is iets om trots op te zijn. We zijn nog lang niet op de plek waar we willen en moeten zijn, maar we vormen één grote familie, voelen veel steun binnen de sector en krijgen internationaal complimenten over de vooruitgang die we geboekt hebben.”

Welke mijlpalen hebben jullie in die zes jaar bereikt?

“De afgelopen zes jaar hebben we echt mooie stappen gezet met BBM! Eén van de grootste mijlpalen was onze aansluiting bij de Europese Federatie voor Mondhygiënisten (EDHF). Hierdoor staan we niet alleen nationaal, maar ook internationaal sterker. We kunnen samenwerken met andere organisaties en zo de rol van mondhygiënisten verder ontwikkelen.”
“Verder is het ook een belangrijke mijlpaal geweest om een plaats binnen de basisziekteverzekering te bemachtigen. Tot op de dag van vandaag vergt dit nog steeds veel lobbywerk om een sterkere positie te verkrijgen. Vergelijken we dit internationaal, dan zijn we in de zes jaar dat we bestaan al verder geraakt dan sommige andere verenigingen die hier al veel langer voor strijden.”

“Daarnaast hebben we ook de focus gelegd op informatievoorziening. We hebben een website, een nieuwsbrief en een magazine opgezet om studenten, tandartsen, mondzorgspecialisten én het brede publiek beter te informeren over ons beroep en de toegevoegde waarde van mondhygiënisten. Het mooie is dat het grootste deel van deze communicatiekanalen beschikbaar is in drie talen – Nederlands, Frans en Engels – zodat we echt iedereen in België kunnen bereiken. Ook bieden we informatieve workshops aan en organiseren we inmiddels vier congressen: twee in het Nederlands, één in het Engels en één in het Frans. Dit zijn geweldige momenten om kennis te delen, nieuwe inzichten op te doen en vakgenoten te ontmoeten.”

Hoeveel leden heeft de BBM momenteel?

“Op dit moment zijn dat er ongeveer 320, waarvan zo’n 220 gediplomeerde mondhygiënisten en 100 studenten. Dit aantal groeit nog steeds, omdat steeds meer mondhygiënisten de meerwaarde zien van een sterke beroepsvereniging. De BBM zet zich in voor de erkenning en ontwikkeling van ons beroep en door samen te werken, kunnen we als beroepsgroep blijven groeien en vooruitgang boeken.”

Eén van die samenwerkingen is met de NVM-mondhygiënisten. Kun je iets vertellen over hoe deze samenwerking eruitziet?

“De samenwerking tussen BBM en de NVM-mondhygiënisten is ontzettend waardevol. Sinds de oprichting van BBM hebben we veel steun gekregen van onze Nederlandse collega’s en daar zijn we enorm dankbaar voor. Dankzij hun ervaring en kennis konden we een vliegende start maken. We onderhouden een hechte band en wisselen regelmatig kennis en ervaringen uit. Dit helpt niet alleen om onze beroepsgroepen in beide landen te versterken, maar ook om van elkaar te leren en samen verder te groeien.”

“Bovendien stelt deze samenwerking ons in staat om gezamenlijke vraagstukken op te pakken en uitdagingen in de mondzorg aan te gaan. Een goed voorbeeld hiervan is de uitstroom van afgestudeerde mondhygiënisten naar Nederland. Ongeveer een kwart van de mondhygiënisten die in België afstuderen, zijn Nederlandse studenten die na hun studie terugkeren. Dit terwijl het diploma niet automatisch gelijkgesteld is tussen beide landen. Wie in België afstudeert en in Nederland als mondhygiënist wil werken, moet extra cursussen volgen om de titel te mogen dragen en het beroep wettelijk te mogen uitoefenen. Omgekeerd geldt hetzelfde: met een Nederlands diploma moet je in België langs de erkenningscommissie, waarbij aanvullende bijscholing nodig is om erkenning en een werkvisum te verkrijgen. Het is dus interessant om te onderzoeken waarom Nederlandse studenten er toch voor kiezen om in België te studeren. Ligt dat aan de strengere selectieprocedures in Nederland, de kortere studieduur in België of de lagere studiekosten? Dit is een belangrijk vraagstuk dat we samen met onze Nederlandse collega’s verder willen uitdiepen.”

 

Tot slot, wat zijn de belangrijkste doelen waar de BBM zich de komende jaren op gaat richten?

“Voor onze beroepsgroep liggen zowel professioneel als financieel nog enkele uitdagingen. We willen mondhygiënisten een sterkere positie geven in het Belgische zorglandschap en zorgen voor eerlijke vergoedingen. Momenteel worden alleen tandsteenverwijdering en sealants vergoed via de basisziekteverzekering, terwijl cruciale preventieve behandelingen zoals poetsinstructies, mondgezondheidsmetingen en rookstopbegeleiding daarbuiten vallen. Dit maakt preventieve zorg minder toegankelijk, vooral voor kwetsbare groepen. Is preventie dan een luxeproduct? Wij vinden van niet. Investeren in preventieve zorg is op de lange termijn juist kostenbesparend. Tandbederf is zelfs volledig te voorkomen. Als we dus preventie centraal stellen, verbeteren we niet alleen de mondgezondheid van iedereen, maar verlagen we ook de zorgkosten op de lange termijn. In Scandinavische landen zien we al jaren hoe goed dit werkt en dat is voor ons een enorme inspiratie. Daar willen we in België ook naartoe werken!.”

“Daarnaast vinden we het belangrijk om onze leden goed te blijven informeren en ondersteunen, zodat ze altijd up-to-date zijn over de nieuwste ontwikkelingen binnen het vak. We willen ook de brede bevolking blijven sensibiliseren over het belang van mondgezondheid. Hoe beter mensen de waarde van onze zorg begrijpen, hoe groter de rol van mondhygiënisten kan worden binnen de Belgische mondzorg. En heel belangrijk: we doen dit samen, met álle mondhygiënisten in België. Of ze nu Nederlandstalig of Franstalig zijn, iedereen moet zich betrokken en vertegenwoordigd voelen. Alleen zo kunnen we als beroepsgroep sterker staan en onze doelen bereiken.”

 

Isabelle Mertens

Isabelle Mertens

Interview met Isabelle Mertens, bestuurslid Belgische Beroepsvereniging voor Mondhygiënisten, door Ilona van der Werf.

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Hans Prakken - 400

Hans Prakken over de preventieve aanpak in de mondzorg: ‘Er ontstaat zo meer de ‘awareness’ dat men er zelf ook iets aan kan doen‘

Cariës is nog steeds een heel groot probleem. We praten met Hans Prakken die vanuit vele rollen in de mondzorg zijn visie geeft op de huidige manier van werken. Hij pleit voor de preventieve aanpak waardoor de term ‘mondzorg’ meer de lading dekt dan de reguliere ‘tandheelkunde’.

Je hebt een heleboel functies en rollen binnen de mondzorg, hoe is dat pallet ooit ontstaan?

“Mijn motto is ‘Kom uit die spreekkamer’ en vanuit die gedachte vond ik het heel interessant om rollen te vervullen naast mijn uitvoerende en praktiserende werkzaamheden.  Als je oog hebt voor zaken rol je van het één in het ander. Ik heb ook in het verleden een onderzoek geleid voor de KNMT in de tijd dat de praktijk ontstond waarin meerdere functies binnen één praktijk samenwerken. Het gaf me heel veel voldoening om met al die functies om één tafel te zitten en die samen te smeden. Ik werd bij het Ivoren kruis gevraagd om de rol van bestuurder te vervullen omdat ik bekend stond als iemand die stond voor preventie in de mondzorg.  Ik heb ook de rol van Verwijstandarts, ik kijk graag mee over de schouder van een collega en dit in het kader van een goede mondgezondheid van iedereen.”

Jij denkt sterk vanuit de etiologie van de individuele patiënt als goede mondzorg waar nog te vaak hoogstaande curatieve behandelingen als goede zorg gezien wordt. Kun je uitleggen waarom dit jouw visie is?

“Iedere Nederlander weet inmiddels dat hij zijn tanden moet poetsen, zo beleeft de patiënt de zorg die hij aan zijn gebit moet geven. Het probleem van cariës is echter nog steeds heel groot. We zijn er dus nog lang niet. Daarnaast moeten we beseffen dat de beste vulling geen vulling is en het beste implantaat is de eigen kies.”

Wat is een belangrijke bijdrage die het Ivoren kruis geleverd heeft aan een betere tandheelkunde?

“Op het eiland Bornholm vlakbij Zweden is er door het echtpaar Cristiaansen een  ooit project gestart waarbij hun praktijk gestopt is met behandelingen van kindergebitten en in de plaats daarvan zijn de tandartsen patiënten thuis gaan bezoeken en in gesprek te gaan. Het resultaat was 70% reductie van cariës. Op basis daarvan is het ‘Nexø-model’ ontstaan, genoemd naar het stadje waar de praktijk gevestigd is. Het Ivoren Kruis heeft op basis daarvan een cursus ontwikkeld voor mondzorgpraktijken met de naam ‘Gewoon Gaaf’. Het principe is dat op basis van het risicoprofiel van het gebit van het kind bepaal jij als tandarts en/of mondhygiënist de interventiefrequentie en de boodschap die je geeft aan het kind. Inmiddels heeft 60% van de praktijken in Nederland deze cursus gevolgd. Een mooi doel is om dat in te bedden in de mondzorg voor alle patiëntengroepen.”

Welke veranderingen zouden er volgens jou nog plaats moeten vinden om een betere mondzorg te leveren?

“Heeft Nederland wel een tekort aan tandartsen of moeten we de zorg beter managen? Meer vanuit de etiologie en daarmee meer naar het voorkomen van de problemen? Dat gaat verder dan reguliere instructies in het verzorgen van het gebit en alles wat we doen vanuit de mondzorgpraktijk.

De groep patiënten per tandarts wordt steeds kleiner maar de mondproblemen steeds complexer. Er wordt bij de huidige patiëntenpopulatie heel goede complexe mondzorg verleend maar men verliest de oorzaak uit het oog. Het gaat met name om de coördinatie binnen de mondzorg, het ‘zorgmanagement’. Ik heb als één van de eerste praktijken al gewerkt met mondhygiënisten waar ik intensief mee samenwerkte en kon daarom veel patiënten aan. Op basis van een risicoprofiel welke ik duidelijke communiceerde met de patiënt verwees ik de patiënt vaak naar de mondhygiënist en probeerde ik de patiënt uit de stoel te houden. We werkten nauw samen in teamverband en dan kan iedere praktijkmedewerker zijn steentje bijdragen. De assistente werkte het dossier bij terwijl ik de tijd nam voor een gesprek met de patiënt. Ik kon vertrouwen op mijn assistentes omdat ze geleerd hadden aspecten van mijn werk uit handen te nemen. Op basis van deze aanpak kun je spreken over ‘mondzorg’ in plaats van ‘tandheelkunde’.

Dus meer coördineren en teamwerk is mijn motto! Als je daarbij samen, op basis van iemands risicoprofiel de juiste gesprekken aangaat en daarbij de juiste preventie bedrijft.

Daarbij is het goed om weer meer aandacht te besteden aan het vak van tandarts als generalist. Deze moet ook de rol van poortwachter vervullen , en de regie in handen houden en dat moet ook naar voren komen in de opleiding van de tandartsen. Het zou goed zijn als ook de overheid nog meer zijn verantwoordelijkheid neemt in het doen van collectieve preventie waarbij er een rol weggelegd is voor de GGD. Er zijn al prille initiatieven maar we zijn er nog niet.

Zo zou er ook aandacht aan kunnen worden besteed in het onderwijs en alle andere zorgdisciplines in de zorgsector. Er ontstaat op die manier meer de ‘awareness’ dat men er zelf ook iets aan kan doen.“

Wat is daarbij de rol van de patiënt, is het goed om daar nog eens bij stil te staan?

“Als we gaan kijken naar de aanpak middels preventie is het denk ik goed om de locus of control voor de mondgezondheid meer bij de patiënt te leggen. Die ligt nu nog te veel bij de tandarts. Als een patiënt vraagt waarom hij opeens een veel groter aantal gaatjes heeft dan bij de vorige controle leg ik de bal terug en wijs deze er op dat ik er niet bij geweest ben het afgelopen jaar en dat het de vorige keer goed was en stel allereerst omgekeerd te vraag aan de patiënt.

We moeten meer in gesprek gaan met de patiënt om deze meer bewust te maken van de eigen regie als het gaat om een goede mondgezondheid.

Onze beroepsgroep schiet te snel in de rol van curator van het gebit terwijl de patiënt de  eigen verantwoordelijkheid heeft om mondzorgproblemen te voorkomen. Men heeft mij wel eens gevraagd “vanaf wanneer moet een kind naar de tandarts?”. Mijn antwoord is dan “voordat het kind geboren wordt”. Zo gaat men meer stilstaan bij de vraag “Hoe kan ik de mondgezondheid zelf beïnvloeden?”

Heel bijzonder vind ik jouw rol als ziekenhuistandarts, in welk opzicht is die functie anders?

“De behandelingen die ik verrichtte in diverse ziekenhuizen waren niet van andere aard. Het waren patiënten die doorverwezen werden vanuit andere zorgdisciplines zoals huisartsen, medisch specialisten en de GGZ. Wat het werk interessant maakte was de aard van de patiënten.  Ik heb veel samengewerkt met een psycholoog, het ging dan vaak om patiënten met traumatische ervaringen die EMDR-behandelingen ondergingen. Juist het behandelen van die angst patiënten vond ik leerzaam en daar haalde ik veel voldoening uit. De patiënt zien als mens en daarmee in gesprek gaan en begrip tonen is de manier om dat vertrouwen te winnen, dat is cruciaal bij patiënten die bijvoorbeeld 20 jaar niet bij de tandarts zijn geweest. Dan slaat ook de preventie meer aan.“

Wat kenmerkt op dit moment de mondzorg en hoe zie jij de toekomst als tandarts en bestuurslid?  

“Er is al een goede samenwerking op komst als het gaat om het werken met een team met daarin ook mondhygiënisten.

De coördinatie die van groot belang is staat dan onder druk. Ik zie ook nog steeds die curatieve insteek en er worden steeds minder praktijken eigen praktijken geopend. Afgestudeerde tandartsen werken als ZZP’er in meerdere praktijken waardoor de affiniteit met de doelgroep minder is en het inkomstenmodel anders. Een methode om deze ontwikkeling een andere wending te geven is de definitie van ’goede zorg’ wetenschappelijk omschrijven. Dan is er duidelijkheid, een norm ontwikkeld goede mondzorg is.

Een andere ontwikkeling is de instroom van buitenlandse tandartsen. Ik schat zo in dat de jaarlijkse instroom van buitenslands gediplomeerde tandartsen qua FTE’s minstens zo hoog is als wat er jaarlijks afkomstig is van de Nederlandsche faculteiten.

Daarbij zien we dat de buitenlandse opleidingen zeer sterk op curatie gericht zijn.

Ik heb jaren geleden al gepleit voor een zorgtoets voor de buitenslands gediplomeerde tandartsen. Dit om deze groep te bewegen in de richting van de aanpak van de Nederlandse faculteiten, namelijk een beweging richting behandelen op basis van eerdere genoemde etiologie i.p.v. de reparatie.

Incentives (tarieven) zijn (nog) gebaseerd op de curatieve manier van werken.

Om dit te transformeren naar de preventieve aanpak is het ook zaak om de tarieven te baseren op ‘goede zorg’.

Dit is echter nog toekomstmuziek.
Er zijn al diverse zaadjes gepland maar het oogsten zal nog enige tijd op zich laten wachten!“

 

Drs. Hans Prakken is gestart als algemeen practicus in zijn solopraktijk die uitgroeide tot een grote praktijk met 11 spreekkamers en 6 tandartsen in Emmen. Hij was entrepreneur in werken met het meerkamer concept. Naast zijn werk als tandarts kreeg hij gaandeweg steeds meer nevenfuncties. Hij werkt als ziekenhuistandarts in meerdere ziekenhuizen . Naast zijn werk als tandarts is hij ook actief lid van de adviescommissie Buitenlandse Gediplomeerde Tandartsen van het ministerie van VWS en voorzitter van Vertrouwenspunt Tandartsen van de KNMT.

Hans is ook bestuurslid van het Ivoren Kruis en Tandartslid van het Regionale TuchtCollege voor de gezondheidszorg.

Met zijn visie op de tandheelkunde maakt hij zich sterk om de preventie breder te maken dan instructies op het gebied van mondhygiëne, gegeven aan de individuele patiënt. Dit doen we al jaren en heeft ons niet gebracht waar we zouden moeten zijn.

 

Interview met Hans Prakken door Petra van der Zwan van Gezond & Inzetbaar – auteur | Leefstijlinterventies | gezondheidsonderzoeker

 

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Interview, Mondhygiëne, Opinie
Preventieve instructievideo 400

Preventieve instructievideo’s

Veel patiënten weten niet precies hoe ze hun tanden moeten poetsen met een elektrische tandenborstel, ongeacht hun leeftijd. Hoewel elektrisch tandenpoetsen effectiever is dan poetsen met een handtandenborstel, moet de tandenborstel op de juiste manier worden gebruikt om tandplak te voorkomen.

Bruikbare video’s over het gebruik van een elektrische tandenborstel ontbraken volledig, terwijl dit tegenwoordig de standaard is in de meeste mondzorgpraktijken. Daarom heeft Jan Henk van De Lieve Tandarts het initiatief genomen om deze video’s met Laurea Socials in co-productie te ontwikkelen.

Preventieve instructievideo’s voor iedereen

Om bij te dragen aan betere mondgezondheid en om misverstanden over poetsgewoonten te verhelpen, zijn er drie preventieve instructievideo’s ontwikkeld. Deze video’s richten zich op:

  1. De beste poetsinstructies met de focus op de drie B’s: binnenkant, bovenkant en buitenkant.
  2. Het juiste gebruik van flosdraad, ragers en stokers.
  3. De gevolgen van tandplak en het belang van preventieve mondzorg.

“Met deze video’s willen we zowel patiënten als zorgverleners ondersteunen met praktische handvatten en betrouwbare kennis over mondgezondheid, zodat deze toegankelijk is voor iedereen,” aldus De Lieve Tandarts en Laurea Socials.

Lees meer over: Dental Expo, Mondhygiëne, Thema A-Z, Video | Podcast, ZZP-er
Süeda Yüce

“Het wantrouwen rondom fluoridegebruik trok meteen mijn aandacht”

“Ik merk dat veel mensen, ook in mijn omgeving, terughoudend in het gebruik van fluoridetandpasta’s zijn en daarom kiezen voor fluoridevrije alternatieven”, vertelt Süeda Yüce, mondhygiënist. Op 1 oktober 2024 nam zij haar diploma in ontvangst. Haar bachelorproef werd uitgekozen als beste van haar leerjaar bij de Arteveldehogeschool in Gent. Het onderzoek concentreert zich op het gebruik van hydroxyapatietbevattende kindertandpasta’s als alternatief voor fluoride.
“Toen ik aan mijn opleiding begon, viel het wantrouwen rondom fluoridegebruik me meteen op”, vertelt Süeda Yüce. “Ik besloot me hier verder in te verdiepen en ontdekte tijdens mijn onderzoek hydroxyapatiet-tandpasta’s. Dit werd het onderwerp van mijn Engelstalige bachelorscriptie.” Ze legt uit dat ze zich tijdens haar Bachelor in de Mondzorg geconcentreerd heeft op de effectiviteit van kindertandpasta’s met hydroxyapatiet (HAP) als alternatief voor fluoride.

Korte voorgeschiedenis van HAP-tandpasta

Synthetische HAP-bevattende tandpasta’s werden aanvankelijk ontwikkeld door NASA om mineralenverlies in botten en tanden bij astronauten te voorkomen, veroorzaakt door het gebrek aan zwaartekracht (Pepla et al., 2014).
Nadat een Japans bedrijf genaamd Sangi Co. de rechten overkocht van NASA, lanceerden zij in 1980 APADENT, de eerste tandpasta ter wereld die beweerde dat het tandglazuur kon remineraliseren met behulp van nano-hydroxyapatiet (MILESTONES, z.d.). De anti-cariës werkzaamheid van HAP-tandpasta’s werd voor het eerst aangetoond in een placebogecontroleerde klinische studie bij Japanse schoolkinderen (Kani et al., 1989). Daarna werd hydroxyapatiet in 1993 goedgekeurd als een actief anti-cariës middel door het Japanse Ministerie van Volksgezondheid (Van Loveren, 2013). Sindsdien is het commercieel beschikbaar geworden in Europa in 2006 en in Canada in 2015 (Amaechi et al., 2019). In Duitsland heb je bijvoorbeeld het kindertandpastamerk “Karex”.

RCT

De resultaten van de Randomized controlled trial (RCT) uitgevoerd door Paszynska et al. (2021) toonden aan dat hydroxyapatiet (HAP) tandpasta niet inferieur is aan fluoridetandpasta in het voorkomen van cariës bij kinderen en concludeerde dat HAP-tandpasta een goed alternatief is voor fluoride. 10% microcrystalline HAP-tandpasta werd vergeleken met 500 ppm amine fluoride (AMF). De analyse van de primaire en secundaire uitkomstmaten toonden vergelijkbare en iets lagere kans op cariësprogressie in de HAP-groep dan in de fluoridegroep, met kleine risicoverschillen in het voordeel van HAP, wat wijst op een absolute cariës risicoreductie in het voordeel van HAP.

Uit de resultaten van de RCT uitgevoerd door Amaechi et al. (2019) is gebleken dat er geen statistisch significant verschil is in de remineralisatie en vermindering van cariëslaesiediepte tussen HAP- en fluoridetandpasta. 10% microcluster HAP-tandpasta was even effectief in het voorkomen van demineralisatie en het herstellen van primaire cariëslaesies als 500 ppm AMF-tandpasta.

Remineralisatie

Twee in vitro studies die geïncludeerd zijn in het verkennend literatuuronderzoek door Anil et al. (2022) rapporteerden dat 10% nano-HAP betere remineralisatie vertoonde dan 1000 ppm fluoridetandpasta. Anil et al. (2022) stelden dat verdere onderzoeken, zoals langdurige klinische studies, nodig zijn om het gebruik van hydroxyapatiet in vergelijking met fluoride vast te stellen bij melktanden. Momenteel zijn er nog te weinig klinische studies gericht op deze specifieke doelgroep. Uiteindelijk werd er in deze scoping review gesteld dat HAP in tandpasta’s over het algemeen veel verschillende voordelen heeft, zoals: betere remineralisatie van beginnende glazuurlaesies, cariësinhibitie, vermindering van demineralisatie, heldere tanden, vermindering van dentinegevoeligheid en pijn, een gladder tandoppervlak, en herstel van glazuur na verwijdering van orthodontische beugels.

Scriptie

“Mijn literatuuronderzoek richtte zich uitsluitend op melktanden, waardoor het aantal geïncludeerde studies beperkt was”, legt Yüce uit. Zowel Paszynska et al., Amaechi et al. als Anil et al. stellen verder onderzoek naar het effect van HAP bij melktanden voor, omdat het aantal beschikbare RCT’s voor deze doelgroep beperkt is. Daarentegen zijn er talloze studies die de kracht van HAP bij permanente tanden laten zien, zoals:

  • De systematische review en meta-analyse van Limeback et al. (2021)
  • RCT’s uitgevoerd door Grocholewicz et al. (2020), Badiee et al. (2020) en Schlagenhauf et al. (2019)
  • In vitro en in situ onderzoeken door onder andere Najibfard et al. (2011), Juntavee et al. (2018), Huang et al. (2011), Carvalho et al. (2014), Kim et al. (2007), Venegas et al. (2006) en Swarup & Rao (2012).
  • Recentelijk (oktober 2024) is een nieuwe systematische review en meta-analyse gepubliceerd door Pawinska et al. (2024).

“Het doel van mijn onderzoek was om te beoordelen of HAP-tandpasta’s net zo effectief zijn als fluoride bij het voorkomen en verminderen van cariës bij melktanden. Mijn conclusie was dat HAP een genezingsalternatief biedt, maar dat verder onderzoek noodzakelijk is, vooral bij melktanden, “geeft Yüce aan.

Prijs

Elk jaar zet de Arteveldehogeschool een student(e) in het zonnetje voor diens bachelorproef en geeft de Dienst Onderzoek en Ontwikkeling een prijs uit. Dit jaar werd Yüce’s bachelorproef gekozen tot de beste binnen de opleiding. “Toen ik hoorde dat ik een prijs had gewonnen voor mijn bachelorproef, voelde ik me ontzettend extatisch. Ik kon niet stoppen met lachen en springen van vreugde.” Ze omschrijft het als een geweldig gevoel van erkenning voor alle moeite en energie die ze in haar werk had gestoken.

Toekomst

Yüce weet nog niet zeker of ze in de toekomst verder gaat met dit onderwerp. Toch lijkt het haar ontzettend interessant om zelf experimenteel onderzoek uit te voeren naar de effectiviteit van hydroxyapatiet-tandpasta’s. “Het is altijd al een droom van mij geweest om onderzoeker te worden,” sluit ze af.

Zie Bronnen

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Tuchtrechter

De impact van echtscheidingen, ook op de mondgezondheid

Misschien niet het eerste onderwerp waar je als mondzorgverlener aan denkt. Toch zal je ongetwijfeld het geval hebben meegemaakt dat een ouder in het bijzijn van een kind kwaadspreekt over de ex. Dat deze bijvoorbeeld geheel verantwoordelijk is voor het slechte gebit van het kind. Ook zal je meemaken dat in geval van een scheiding het gebit van deze ex-partner(s) en kinderen er niet bepaald florissant bijstaan door stress en dat er zelfs sprake kan zijn van zelfverwaarlozing door depressieve gevoelens. Sommige mensen zullen hun hart bij je uitstorten en ook de kinderen kunnen hard zijn over een van de ouders of juist niet willen praten. Wat je hiermee wel en niet mee moet, werd duidelijk bij het symposium Complexe omgangsrelaties na echtscheiding. Lees het verslag hieronder.

Zowel ouders als kinderen zijn de dupe tijdens scheidingen. Natuurlijk wil je als ouders de kinderen zo min mogelijk belasten maar ze worden weldegelijk hierdoor beïnvloedt. Zelfs volwassen kinderen.

Hoe blijf je bij elkaar?

Het geheim is dat je samensmelt en tegelijkertijd opkomt voor jezelf zodat je jezelf niet verliest. Hierom is het conflict aangaan belangrijk en dat is lastig als je een conflictvermijder bent omdat je hebt geleerd dat ruzie maken slecht is. Als je niet uitspreekt wat er daadwerkelijk aan de hand is dan kan het misgaan. Zo kan een man denken dat hij het nooit goed doet als zijn echtgenoot aan de lopende band loopt te klagen, maar dit nooit ter sprake brengen. Ex-partners hebben daarom vaak een hele andere kijk op dezelfde situatie.

Impact scheiding

Bij negatieve levensgebeurtenissen wordt het stresssysteem geactiveerd. Een scheiding wordt als een verlies ervaren. Niet alleen een verlies van elkaar maar ook van de woning, vrienden, familie en kennissen. Dus het vormt een risico voor het welzijn van alle betrokkenen. Gescheiden mensen doen vaker beroep op professionele hulp dan mensen in stabiele relatie. Gescheiden ouders functioneren minder optimaal en er is vaak sprake van een lagere kwaliteit kind-ouder relatie. Er is minder warmte, de ouders zijn kortaf en het kan ook zijn dat ze de teugels laten vieren tot ergernis van de andere ouder.

Gedrag van het kind

Kinderen die betrokken zijn maken zich zorgen en kunnen angstig zijn. Ze kunnen het gevoel krijgen dat ze onzichtbaar zijn doordat de ouders zoveel moeten regelen of ze worden juist teveel betrokken. Ook zijn er sterke loyaliteit issues; kan ik wel vertellen dat het leuk was bij de ene ouder als ik bij de andere ouder ben? Ze denken ook vaak dat de scheiding hun schuld is. Het is vaak terug te vinden in het gedrag van het kind. Er kan sprake zijn van internalisatie, angstig zijn, zich terugtrekken, depressiviteit of juist druk gedrag. Kinderen kunnen ogenschijnlijk rustig zijn maar er kan veel in hen omgaan en uiteindelijk kan dit leiden tot het krijgen van psychosomatische klachten. Als je ziet dat je ouders ruzie krijgen en uit elkaar gaan word je bang om bij leeftijdsgenoten voor jezelf op te komen. Het kan consequenties hebben voor het zelfbeeld en zelfvertrouwen. Dit kan tot diep in het latere leven uitwerking hebben.

Bescherming van de ouder

De preventie rondom de impact van conflicten en scheidingen is dus hard nodig. Preventie is zorgen dat men leert omgaan met de situatie. Conflicten vormen risico voor het kind en contact met de ouders kan juist beschermend werken. Of dit succesvol is, hangt af van in hoeverre ouders een stabiele en veilige situatie kunnen aanbieden. Kinderen moeten zich emotioneel veilig voelen en kinderen die vaak blootgesteld worden aan vijandigheid en agressie tussen ouders hebben dat een stuk minder. Dus het is niet per definitie de scheiding die van alles kan veroorzaken maar het gevoel van onveiligheid. Niet alleen de mate maar ook de vorm van het conflict telt mee. Hierbij maken we onderscheid tussen een destructief en constructief conflict. Een constructief conflict is een conflict waarbij een goede en positieve, productieve oplossing wordt gevonden. Hierbij is er sprake van affectie en luistert men goed naar elkaar. Bij een destructief conflict is er sprake van kritiek op elkaar leveren, elkaar bedreigen en beledigen, vijandig zijn, zich terugtrekken en de ander negeren. Constructief is niet schadelijk en destructief wel. Een kind doet het beter bij (gescheiden) samenwerkende ouders waarbij zorgtaken en verantwoordelijkheden in samenspraak goed verdeeld. Het is dus heel belangrijk dat de ouders psycho-educatie en ondersteuning krijgen bij scheiding. Dit is in Nederland nog volop in ontwikkeling. De scheidingsatlas is daar een voorbeeld van. Er zijn scheidingsloketten waar ouders naar verwezen kunnen worden door de mondzorgverlener. Verborgen conflicten zijn helaas lastig in beeld te brengen. De triagelijsten en methodes zijn hiervoor nog in ontwikkeling.

Waarom ontstaat er vijandigheid?

Als de scheiding van een kant komt dan voelen mensen direct gevaar. Die partner blijkt een verborgen wereld te hebben gehad. Je gaat dan in de verdediging. Je herkent je partner niet meer en je weet niet meer waar je op kunt vertrouwen. Als een partner iemand boven jou heeft verkozen dan ga je echt niet meer kwetsbaar tegenover diegene zijn. Dan zijn er wraakgevoelens. Het stresssysteem gaat aan en dat leidt tot vechten, vluchten en/of bevriezen. Voor dit verlies stellen we iemand verantwoordelijk. Seksuele ontrouw is hierin een hele bekende. Je hebt de afspraak dat je daar met je partner uniek in bent. Als iemand anders wordt ingebracht in deze intieme relatie dan slaan alle stoppen door. Een scheiding brengt met zich mee dat men elkaar letterlijk op afstand gaat houden. Dat kan enkel door alles wat positief was als negatief te gaan bestempelen. Anders blijf je van iemand houden en wil je nog voortdurend bij diegene zijn. Hiermee doe je jezelf pijn als de ander je duidelijk niet meer wil.

Om uit deze nare situatie te komen waar kinderen de dupe van worden moet men terug gaan naar hoe het conflict ontstaan is. Dus voordat de ontrouw optrad, wat speelde er? Vaak is dit toch de komst van kinderen. Hierdoor ontstaat er minder tijd voor elkaar, zeker in de intieme sfeer. Alleen om dit te construeren kan men de stress gaan managen. Het brein wil het oplossen. Hoe kan je rustig blijven? Hoe langer die reactie voortduurt hoe meer ingesleten het wordt. We raken gewend om de schermen omhoog te gooien. Het is een patroon geworden. De window of tolerence wordt steeds kleiner bij aanhoudende stress. Door opgelopen trauma kan bij de minste of geringste trigger de hartslag omhoog gaan, het lichaam gaat trillen en maakt een agressieve indruk. Of de hartslag gaan omlaag en lijkt emotieloos of inactief. Het nadenken wordt afgesloten. De window of tolerence kan weer groter worden door te laten weten dat het veilig is, door te leren dat emoties normaal zijn en het niet altijd betekent dat er gevaar dreigt.

De oplossing

Kinderen hebben er baat bij als de ouders met elkaar leren te communiceren. Vaak ligt er onder al die emoties veel meer dan we kunnen waarnemen. Het is de bekende ijsberg die onder het water doorloopt. Pas als beide ouders kunnen uitspreken wat er zich onder het wateroppervlak afspeelt, is er een opening tot goede communicatie doordat er begrip ontstaat. Anders blijft het conflict in de lucht hangen en dit is waar de kinderen dan last van blijven houden. Als het conflict uit de lucht is, kunnen ouders weer constructief gaan samenwerken en hier dit is een stuk beter voor de kinderen maar ook voor de ouders zelf.

Ouderverstoting

Hierbij raakt de ouder de kinderen kwijt bij een scheiding. Het is een proces waarbij een kind in een situatie komt dat het moet onthechten van een ouder. De dynamiek die hierbij speelt, kan jokken zijn. Een ouder vormt coalitie met de kinderen ten koste van de andere ouder. De coalitievormende ouder jokt over de andere ouder waardoor het kind uiteindelijk voor de coalitievormende ouder zal kiezen. De loyaliteit van het kind wordt hierbij sterk beïnvloedt.

Parental strangement

Naast deze vorm is er ook parental strangement. Dan is er mishandeling door verwaarlozing en/of psychische mishandeling en is het kind niet veilig. Het kind heeft dan een gegronde reden om het contact stop te zetten. Bij mishandeling kan een kind a-typisch gedrag gaan vertonen. Dat betekent dat we aan het gedrag niet kunnen zien of het mishandeld is. Kinderen praten namelijk niet graag over de mishandeling en zijn bang dat je ze niet geloofd worden en bang dat ze zelf de oorzaak zijn. Het wordt dus verborgen gehouden. Misschien zijn ze ook bedreigd door de ouder en voelen zich zodoende niet veilig om er over te vertellen. Daarnaast houden ze ook van de andere ouder. Het is dus erg dubbel. Een kind dat echt onthecht is, vertoont wel a-typisch gedrag. Dit verschil is handig (hoe misplaatst deze term hierin ook is) in de situatie dat de coalitievormende ouder zegt dat er sprake is van mishandeling bij de andere ouder. Kinderen van een coalitievormende ouder die jokt over misbruik van de andere ouder, kunnen hoog van de toren blazen over deze vermeende misbruik terwijl kinderen die daadwerkelijk misbruikt worden dit liever stil houden.

Triangulatie en coalitie vormende ouder

Een ouder kan er een beetje bijhangen en er kan iets raars gebeuren in de hiërarchie. Het kind wordt als het ware in de positie gezet van de andere ouder. Dit noemen we triangulatie. Er is dan ook sprake van beïnvloeding van de loyaliteit, bewust of onbewust. Het gedrag van het kind is hierbij zeer typisch. We zien hierbij veel meldingen over de andere ouder en ook rechtzaken waarbij de ene ouder de andere ouder verwijt onveiligheid te bieden. De ouder communiceert aan het kind dat de andere ouder niet van het kind houdt. Het kind kan bang worden voor de andere ouder. De kinderen kunnen hele lelijke dingen zeggen over deze ouder en hele lelijke dingen gaan doen, zoals uitlokking. Het kind is heel zwart-wit over deze ouder en kan geen goede eigenschappen noemen van deze ouder. De coalitievormende ouder krijgt wel alle steun van het kind. Het kind voelt zich niet schuldig over het buitensluiten van de andere ouder want het wordt hiervoor beloond door de coalitievormende ouder. Deze kinderen worden vaak onhandelbaar.

Wat te doen?

Als zorgverlener kan je hierbij ingezogen worden en onbedoeld voor een van de ouders kiezen. Hier zullen we voor moeten waken. Op die manier word je namelijk onderdeel van het probleem. Probeer dit soort situaties dus te herkennen. Als zorgverlener heb je de taak om (te laten) onderzoeken wat er echt speelt zodat er een oplossing komt voor alle betrokkenen. Zoek dus actief de samenwerking hierbij op zodat zowel de kinderen als de ouders hun rust weer kunnen vinden.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dentalinfo.nl van het symposium Complexe omgangsrelaties na echtscheiding van SCEM

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Tandverkleuringen door chloorhexidine verminderen met melk

Tandverkleuringen door chloorhexidine verminderen met melk

Een in vitro onderzoek van het Fraunhofer Instituut voor microstructuur van materialen en systemen heeft onderzocht in welke mate verschillende dranken een mogelijke verkleuring veroorzaken tijdens behandeling met chloorhexidine.

Chloorhexidine

Tandverkleuring kan optreden bij patiënten die mondspoelingen gebruiken die chloorhexidine (CHX) bevatten. Positief geladen chloorhexidine kan binden aan negatief geladen oppervlakten in de mond zoals speeksel, tandvlees en glazuur. Kleurstofmoleculen binden in tegenstelling tot eiwitten heel makkelijk aan chloorhexidine. Hoe sterker de binding, hoe waarschijnlijker het is dat er een verkleuring ontstaat.

Onderzoek

Tijdens het gedetailleerde onderzoek naar de mate van tandverkleuring door verschillende vloeistoffen in combinatie met chloorhexidine werden elf verschillende dranken variërend van limonade tot koffie en thee, zowel met als zonder melk, onderzocht. Als referentie werd water gebruikt. Er werd onderzoek gedaan op een model dat de processen in de mond reproduceert. Om het gebruik van chloorhexidine gedurende 14 dagen te simuleren werd de cyclus 28 keer herhaald. Ook werd het dagelijks tandenpoetsen nagebootst met behulp van een tandenborstelsimulator en tandpasta. Foto’s werden gebruikt om de monsters te analyseren en er werden herhaaldelijk kleurmetingen gedaan.

Resultaten

De resultaten lieten zien dat dranken met een hoog gehalte aan kleurstofmoleculen een hardnekkige oppervlaktelaag op de tand veroorzaken tijdens de behandeling met CHX. Zwarte thee en rode wijn veroorzaakten de meest opvallende verkleuring en koffie staat in het midden.

Echter was het interessant om te zien dat door het verdunnen van thee en koffie met melk, de structuur van de verkleurde laag verandert.

Conclusie

Tandartsen kunnen als aanbeveling aan patiënten die een CHX-behandeling ondergaan aangeven om altijd melk toe te voegen aan koffie of thee. Daarnaast is het ook aanbevolen om consequent tanden te poetsen met tandpasta en zoveel mogelijk tijd te laten tussen het tandenpoetsen en het gebruik van mondwater.

Bron:
Fraunhofer

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Misbruik tandarts-titel

NVM-mondhygiënisten luidt de noodklok over misbruik van beschermde titel

NVM-mondhygiënisten heeft alarmerende meldingen ontvangen over mondzorgverleners die zich onterecht voordoen als mondhygiënist. Dit titelmisbruik, maar soms ook zelfs fraude in de zorg, kan patiënten misleiden en leiden tot ontoereikende behandelingen, wat niet alleen de transparantie in de zorg ondermijnt, maar ook de integriteit ervan ernstig aantast.

“De titel ‘(geregistreerd-)mondhygiënist’ is wettelijk beschermd volgens de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) en mag alleen worden gevoerd door personen die een erkende opleiding Mondzorgkunde in Nederland hebben afgerond of wiens buitenlandse Mondzorgkunde diploma gelijkwaardig verklaard is door de Nederlandse overheid,” legt Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter van NVM-mondhygiënisten, uit.

Verzoek tot melding

NVM-mondhygiënisten benadrukt het belang van het maken van een melding bij de beroepsvereniging. “We zien sinds begin dit jaar een significante toename van ontvangen meldingen en luiden daarom de noodklok.” vervolgt Velthoven-Verlinden. “Wanneer een melding bij ons binnenkomt en er is inderdaad sprake van titelmisbruik of fraude in de zorg, dan nemen wij maatregelen die passen bij de melding. Als er vervolgens geen adequate actie wordt ondernomen, overlegt NVM-mondhygiënisten met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) om verdere stappen te ondernemen. Het waarborgen van de juiste beroepskwalificaties en de bescherming van patiënten zijn voor zowel ons als de patiënten van groot belang.”

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Glycyrrhiza-uralensis extract kan een slechte adem verminderen

Glycyrrhiza-uralensis extract kan een slechte adem verminderen

Volgens een onderzoek gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene is onderzocht dat mondwater dat Glycyrrhiza-uralensis extract bevat effectief kan zijn in het verminderen van een slechte adem. Glycyrrhiza-uralensis is ook wel bekend als zoethout.

Mondwater

Mondwater dat zoethout bevat kan reproductie van bacteriën die zorgen voor een slechte adem tegenhouden. De auteurs schreven dan ook dat mondwater met Glycyrrhiza-uralensis extract halitose kan verminderen. Tandenpoetsen, flossen, kauwgom en gorgelen met mondwater dat chloorhexidine en triclosan bevat zijn manieren om een betere adem te krijgen. Echter zijn chloorhexidine en triclosan synthetische stoffen die ook de goede bacteriën in de mond aantasten. Onderzoekers hebben daarom natuurlijke stoffen onderzocht die geen negatieve effecten hebben maar wel een slechte adem kunnen verminderen.

Halitose

Halitose is de benaming voor een slechte adem. Om halitose te voorkomen moeten gram-negatieve anaërobe-bacteriën uit de mondholte worden verwijderd.

Studie

Er werd een studie uitgevoerd bij 60 patiënten om het effect van mondwater met zoethoutextract op halitose te bepalen. De helft van de patiënten moest gorgelen met een zoutoplossing en de andere helft met een mondwater dat zoethoutextract bevatte. De niveaus van halitose-veroorzakende bacteriën werden voor het gorgelen, onmiddellijk na gebruik van mondwater en vijf dagen na het gebruik gemeten.

Resultaten

Gorgelen met mondwater dat zoethoutextract bevatte verminderde de prevalentie van een slechte adem. Verder verbeterde de halitose onmiddellijk en na vijf dagen. Maar na een langere tijd was er geen significante verandering in de groep die gorgelde met zoutwater en de groep die gorgelde met zoethoutextract.

Conclusie

De onderzoeksperiode van vijf dagen is te kort om te bepalen wat het lange termijneffect is van zoethoutextract op halitose. Daarom moeten er in de toekomst meer onderzoeken plaats vinden met een langere onderzoeksperiode.

Bron:
International Journal of Dental Hygiene

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
GUM® ORTHO

GUM® ORTHO: De complete verzorgingslijn voor jouw beugel

Ontdek de GUM® ORTHO lijn, speciaal ontwikkeld voor beugeldragers. Versterk je tandglazuur, verminder tandplak en kalmeer je tandvlees met natuurlijke ingrediënten. Voor een frisse adem en optimale mondverzorging, elke dag.

GUM® ORTHO

De GUM® ORTHO lijn is speciaal ontwikkeld om de mondgezondheid te ondersteunen tijdens orthodontische behandelingen. De producten versterken het tandglazuur, helpen gaatjes en witte vlekjes voorkomen, en verminderen tandplakopbouw. Dankzij natuurlijke ingrediënten zoals aloë vera en gemberextract kalmeren ze geïrriteerd tandvlees, terwijl vitamine E bijdraagt aan gezond tandvlees. De gel tandpasta en overige producten bereiken moeilijk te reinigen plekken rond de beugel voor een grondige reiniging. Met een zachte spearmint smaak zorgt GUM® ORTHO niet alleen voor een frisse adem, maar biedt het ook optimale bescherming voor zowel volwassenen als kinderen vanaf 7 jaar.

De GUM® ORTHO lijn biedt een complete verzorgingsroutine in drie essentiële stappen voor iedereen met een beugel. Elke stap is zorgvuldig ontwikkeld om de mondgezondheid te beschermen en te optimaliseren tijdens een orthodontische behandeling.

Stap 1: Interdentaal reinigen

Dit is de basisstap voor een gezonde mondverzorging. Interdentaal reinigen verwijdert tandplak en voedselresten die zich tussen tanden, kiezen, en beugels ophopen, waar een normale tandenborstel moeilijk bij kan komen. GUM® biedt hiervoor verschillende hulpmiddelen, zoals de GUM® TRAV-LER®, een rager met buigbare kop om makkelijk tussen de tanden en om de beugel te reinigen.

Stap 2: Poetsen

De tweede stap is het poetsen van je tanden met GUM® ORTHO tandpasta. Met zijn unieke formule versterkt het de tanden, vermindert het tandplak en kalmeert het geïrriteerd tandvlees. De tandpasta heeft een hoger fluoride gehalte om de tanden extra goed te beschermen en verzachtende ingrediënten die gevoelige tandvlees kalmeren. De V-vormige borstelharen van de bijbehorende GUM® ORTHO tandenborstel zorgen voor een optimale reiniging rondom beugels, om makkelijk op moeilijk bereikbare plekken te komen.

Stap 3: Spoelen

Na het reinigen is het belangrijk om de mond te spoelen met een antibacteriële mondspoeling. GUM® ORTHO mondspoeling biedt extra bescherming tegen gaatjes en tandvleesproblemen door de groei van bacteriën te remmen. Het bereikt plekken die zelfs na het reinigen en poetsen moeilijk toegankelijk zijn en zorgt voor een frisse adem. Gebruik de GUM® ORTHO wax tegen irritaties in de mond door de beugel.

Volg deze drie stappen dagelijks voor een gezonde mond tijdens je orthodontische behandeling met de GUM® ORTHO lijn.

Lees meer over GUM® ORTHO

Lees meer over: Mondhygiëne, Producten
rager---interdentale-cleaning---vergelijking-ragers

Gebruik van interdentale ragers in combinatie met tandpasta kan leiden tot approximale slijtage

Uit een onderzoek gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene blijkt dat interdentale reiniging met ragers in combinatie met tandpasta kan leiden tot approximale slijtage van het dentine.

Approximale slijtage

Wanneer interdentale ragers in combinatie met tandpasta worden gebruikt kan dit zorgen voor slijtage van de approximale worteloppervlakken. De achtergebleven tandpasta bevat schuurmiddelen en dit kan leiden tot geaccentueerde slijtage. Daarentegen vertoonde interdentaal reinigen met chloorhexidinegel of povidon-jodium gorgelen geen dentineverlies.

Casus

Een gezonde, niet rokende man van 66 jaar bezocht de tandartspraktijk in verband met verlies van buccaal en interproximaal tandverlies. De man poetste driemaal per dag interdentaal met een rager in combinatie met een middelmatig tot sterk schurende tandpasta en dit leidde tot het approximaal tandverlies.

Onderzoek

Om het effect van tandpasta’s en gels in combinatie met het gebruik van ragers te evalueren werd een in vitro onderzoek opgezet, namelijk een in vitro tandenborstelmodel. Het model imiteerde een weergave van een interdentale ruimte met een interdentale rager. Het onderzoek werd uitgevoerd met kunstmatig speeksel, tandpasta’s, chloorhexidine- en fluoridegels en een povidon-joodoplossing. Deze middelen hebben relatieve dentineschuurwaarden tussen 29 en 100.

Resultaten

Chloohexidine gel en povidon-jood toonden geen dentineverlies wanneer deze werden geappliceerd op een interdentale rager om te reinigen. Echter vertoonden tandpasta’s oppervlakteschade en slijtage in een lineair verband. Namelijk, hoe hoger de abrasiviteitswaarde van het dentine, hoe groter de oppervlakteschade.
Er waren enkele beperkingen van het onderzoek omdat er geen rekening is gehouden met remineralisatiefasen. Verder hangt verwijdering van dentine ook af van de hardheid en stijfheid van een tandenborstel.

Conclusie

Patiënten moeten een juiste instructie krijgen over het gebruik van interdentale reinigingsmiddelen en toepassing in combinatie met schurende tandpasta’s moet worden vermeden.

Bron:
International Journal of Dental Hygiene

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
politiek

NVM-mondhygiënisten organiseert symposium over Preventieve Mondzorg voor leden van de Tweede Kamer

Woensdag 11 september 2024 van 15.00 tot 17.00 uur organiseert NVM-mondhygiënisten het Symposium Preventieve Mondzorg: van nazorg naar voorzorg in Perscentrum Nieuwspoort te Den Haag. Leden van de Tweede Kamer worden voor dit symposium uitgenodigd.

Aanleiding Symposium

Op dit moment staat het dossier mondzorg sterk in de belangstelling. In de recente verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen werden diverse oplossingen voorgedragen voor de toegankelijkheid, financiering en preventieve werking van de mondzorg. Met het symposium wil NVM-mondhygiënisten de recente stand van wetenschap en praktijk toetsen aan de ideeën van de politiek en diverse stakeholders. De visie van NVM-mondhygiënisten blijft kristalhelder: kies en investeer in preventieve mondzorg en een stevige basis voor de jeugd.

Sprekers tijdens dit symposium

  • Marcel Levi; internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.
  • Marcel Canoy; hoogleraar aan de VU op het gebied van gezondheidseconomie. Daarnaast is hij adviseur van ACM en Zorginstituut Nederland.
  • Brenda Grift; mondhygiënist, gezondheidswetenschapper en hogeschooldocent aan de opleiding Mondzorgkunde aan de HU.
  • Loes Velthoven-Verlinden; voorzitter NVM-mondhygiënisten.

Aan de paneldiscussie zullen deelnemen:

  • Julian Bushoff, lid van de Tweede Kamerfractie GroenLinks-PvdA.
  • Ramin Najafbagy, mondhygiënist, praktijkeigenaar van Mondfit Mondzorg Rotterdam en Mondhygiënepraktijk Mondclinic te Rotterdam.
  • Loes Velthoven, voorzitter NVM-mondygiënisten
  • Thomas Plochg, directeur Federatie voor Gezondheid

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Mondverzorging in de tijd van de Vikingen

Mondverzorging in de tijd van de Vikingen

Een onderzoek gepubliceerd in PLOS One heeft uit opgravingen op een begraafplaats in Zweden kunnen afleiden hoe Vikingen aan mondverzorging deden en dat meer dan de helft van de Vikingen cariës had.

Onderzoek

Er zijn meer dan 2.300 tanden gevonden en deze overblijfselen geven veel inzicht in de mondgezondheid en mondgewoonten, het gebruik van interdentale reiniging en tandaanpassingen in de tijd van de Vikingen. Er zijn opgravingen van 300 individuen onderzocht en daarvan waren in totaal 171 gedeeltelijk of volledig geschikt voor tandheelkundig onderzoek. Er werd klinisch onderzoek uitgevoerd onder een sterke lichtbron met behulp van een sonde. Bij 18 willekeurige personen werden bitewings gemaakt om cariës te registreren.

Resultaten

Het aantal personen met een blijvend gebit was 133 en er werden in totaal 3.293 tanden onderzocht. Tijdens het onderzoek werd bij 83 van de 171 volwassen individuen (49%) één carieuze laesie aangetroffen. Het worteloppervlak was het meest aangedane oppervlak door cariës en de eerste molaar in de onderkaak werd het meest aangetast door cariës. Omdat er bij een aantal individuen geschaafde plekken te zien waren wordt er gedacht dat er tandenstokers gebruikt werden. Ook werden er andere sporen van tandmanipulatie gevonden, vermoedelijk om pijn veroorzaakt door ernstige cariës te verlichten.

Beperkingen

Er waren echter beperkingen tijdens het onderzoek. Er was een ongelijke verdeling tussen mannen en vrouwen in de onderzochte populatie. Het is daarom niet mogelijk om conclusies te trekken over verschil in prevalentie van cariës en tandverlies tussen mannen en vrouwen.

Conclusie

De bevindingen hebben een uniek inzicht gegeven in leven en dood in de tijd van de Vikingen en geven aan dat het in die tijd gebruikelijk was om te lijden aan tandcariës, tandverlies, infecties en tandpijn. Daarnaast is er inzicht verkregen in het feit dat Vikingen ook gebruik maakt van tandenstokers en andere manieren om hun mond te verzorgen.

Bron:
PLOS One

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Kindergebit

Prachtig initiatief van Rotterdamse mondzorgverleners om kinderen een goede start te geven

Op zaterdag 6 en 13 juli a.s. screenen Rotterdamse mondzorgverleners; tandartsen, mondhygiënisten en tandartsassistenten, 220 kinderen van statushouders op het schip Silja Europa aan de Merwehaven te Rotterdam.

Op verzoek van stichting Mano, een organisatie die zich inzet voor de meest kwetsbaren in de Rotterdamse samenleving, slaan mondzorgverleners de handen in elkaar om de gebitten van deze kinderen niet alleen te onderzoeken maar ook te behandelen. Deze aanpak is uniek in zijn soort en is een mooie, creatieve manier om moeilijk te bereiken doelgroepen voor de mondzorg te benaderen.

Achterstand mondzorg

Dit initiatief is hard nodig. Deze kinderen beginnen vaak met een achterstand qua mondgezondheid. Vaak is er sprake van achterstallig onderhoud en een hoger dan gemiddeld aantal (pijn)klachten op het gebied van tandheelkundige problemen. Dit komt door de beperkte mondzorg in de landen van herkomst en slechte hygiëne tijdens de soms langdurige vlucht.

Preventieve mondzorg en waar nodig direct behandelen

Op het schip vinden de eerste consulten plaats in vier spreekkamers. De kinderen worden na de intake in drie groepen ingedeeld; kinderen die acute zorg nodig hebben, kinderen die zorg nodig hebben maar geen acute zorg en kinderen die geen zorg nodig hebben op korte termijn maar wel voorlichting en of advies. Aan de kade is een volledige tandheelkundige unit aanwezig, voor het maken van röntgenfoto’s en het behandelen van de kinderen.

Mooie samenwerking in Rotterdam

Dit initiatief is een mooie samenwerking tussen mondhygiënisten, tandartsassistenten en tandartsen. Veel partijen hebben dit ook financieel of materieel mogelijk gemaakt, zonder hen was dit niet van de grond gekomen. Dankzij de stichting WS Burgerfonds, een fonds in Rotterdam opgericht door tandartsen, nemen veel tandartsen deel aan dit initiatief. Stichting Mondzorg en Stichting WS Burgerfonds hebben voor een hypermoderne mobiele tandartspraktijken gezorgd, waarmee de tandartsen op de wal direct de kinderen kunnen behandelen.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Interdentale reiniging en chloorhexidine om tandvleesaandoeningen te behandelen bij diabetespatiënten

Interdentale reiniging en chloorhexidine om tandvleesaandoeningen te behandelen bij diabetespatiënten

Onderzoekers van de universiteit van Buffalo hebben aangetoond dat regelmatig spoelen met chloorhexidine en gebruik van interdentale reinigingsmiddelen zoals ragers een effectieve manier is om tandvleesaandoeningen bij patiënten met diabetes onder controle te houden.

Diabetes

Patiënten met diabetes hebben een verzwakte genezingsreactie volgens wetenschappers van het Microbiome Center van de universiteit van Buffalo. Diabetespatiënten met parodontitis die mondspoeling gebruikten vertoonden een significant grotere vermindering van parodontale ontstekingen vergeleken met de diabetespatiënten die een algemene mondverzorgingsroutine deden.

Onderzoek

Om de effecten van het anti-plaqueregime en scaling en root planing vast te stellen voor de behandeling van matige tot ernstige parodontitis werd er een onderzoek uitgevoerd.
Tijdens het onderzoek werden 114 patiënten verdeeld in 2 groepen en gedurende zes maanden behandeld. De ene groep onderging scaling en root planing (SRP), moest gedurende drie maanden tweemaal daags spoelen met chloorhexidine en gedurende zes maanden tweemaal daags rubberen interproximale borstels gebruiken. De andere groep kreeg SRP en algemene mondhygiëne instructies.

Resultaten

Patiënten met diabetes die chloorhexidine mondspoeling en interdentale ragers gebruikten ondervonden minder parodontale ontstekingen. Patiënten zonder diabetes die deze middelen gebruikten zagen geen voordelen hiervan.
Echter zorgde langdurig gebruik van chloorhexidine wel voor bijwerkingen zoals verkleuring van de tanden en smaakstoornissen. De smaak kwam echter wel weer terug na stoppen van de mondspoeling. Door supragingivale reiniging kon de verkleuring van de tanden worden opgelost.

Conclusie

De huidige onderzoeken laten zien hoe de mondverzorgingsroutine het orale microbioom kan wijzigen en kan zorgen voor betere genezing. Echter gaat het onderzoeksteam meer onderzoek doen naar het microbioom en de manier waarop het diabetes kan beïnvloeden.

Bron:
University at Buffalo

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
tandenborstel - tandpasta

Persoonlijke gebitsbeschermer voor het verwijderen van tandplaque

Ouderen hebben vaak last van xerostomie en dit kan de snelheid van microbiële kolonisatie verhogen. Verder neemt de functie van de hand vaak af met de leeftijd en dit maakt het moeilijker om goed te poetsen, terwijl het verwijderen van tandplaque juist essentieel is om ontstekingen te minimaliseren en het ontstaan van tandsteen te voorkomen. Het verwijderen van tandplaque bij ouderen is dus erg belangrijk voor een optimale mondgezondheid en algemene gezondheid.

Verschillende manieren om tanden te reinigen

Er zijn verschillende manieren om tanden te reinigen namelijk het mechanisch reinigen met een tandenborstel, waterdruk met behulp van een waterflosser en mondspoelmiddelen. Een andere manier is micro-mist, een combinatie van waterdruppels en luchtstroom met een groot tand reinigend vermogen.

Onderzoekers Hihara et al ontwikkelden een apparaat voor het verwijderen van tandplaque met behulp van micronevelspray. Maar het nadeel hiervan is dat er iemand nodig is om het apparaat te bedienen.

In deze huidige studie is er een 3D-geprinte gebitsbeschermer met micromist-injectie uitgevonden. Het doel van deze gebitsbeschermer is het veilig en effectief reinigen bij ouderen en gehandicapten.

De gebitsbeschermer

De gebitsbeschermer is gemaakt naar de tandboogvorm en zo ontworpen dat er uitlaten gericht zijn op de tandvleesrand. De lucht- en waterkanalen die een kleine hoeveelheid water micronevels vormen komen terecht op de tandplaque bij de tandvleesrand.

Het onderzoek

De studie was bedoeld om de effectiviteit van het verwijderen van tandplaque van de gebitsbeschermer te testen. De deelnemers van het onderzoek mochten 8 uur voor de proef hun tanden niet poetsen. Er werd een vloeistof aangebracht om plaque aan te kleuren om vervolgens een krachtige spoeling toe te passen. Er werden foto’s van de tanden gemaakt vanuit verschillende hoeken om de buccale vlakken te visualiseren.
Vervolgens werd de gebitsbeschermer gebuikt om de tanden te reinigen.

Resultaten

De op maat gemaakte gebitsbeschermer met micronevelinjectie kan de aanslag en tandplaque op de tanden effectief verminderen. De micronevel kan met een hoge snelheid op de tanden en het tandvlees sproeien. De waterdruppeltjes hebben een microdiameter, een laag gewicht en hoge kinetische energie en zijn daarom in staat om tandplaque te verwijderen zonder tandhyperesthesie, pijn of letsel.

Conclusie

De op maat gemaakte gebitsbeschermer met micronevelinjectie is effectief bij het verwijderen van tandplaque op de voortanden. De effectiviteit van het apparaat ligt tussen die van een tandenborstel en die van mondspoeling.
Het apparaat heeft een eenvoudige inbrengprocedure en kan de gehele dentitie tegelijk reinigen. Dit apparaat is geschikt voor ouderen en gehandicapten die moeite hebben met het vasthouden van een tandenborstel.

Bron:

International Dental Journal

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Hydroxyapatiet in tandpasta als alternatief voor fluoridetandpasta

Hydroxyapatiet in tandpasta als alternatief voor fluoridetandpasta

Cariës is een wereldwijd probleem. Fluoride in tandpasta is een bewezen effectieve manier om cariës te voorkomen. Er zijn echter zorgen over de gezondheidsrisico’s die fluoride met zich mee zou brengen, met name voor kinderen, die mogelijk te veel fluoride binnenkrijgen door tandpasta in te slikken. Voor hen is er een alternatief voor fluoridetandpasta gevonden: hydroxyapatiettandpasta.

Hydroxyapatiet

Hydroxyapatiet is een mineraal dat veel calcium en fosfaat bevat en van nature in tanden en bot voor komt. Hydroxyapatiet kan net als fluoride tandbederf voorkomen en zorgen voor remineralisatie van beschadigde oppervlakken. Daarnaast schrijven wetenschappers dat hydroxyapatiettandpasta een veilig en effectief alternatief is voor fluoride voor de dagelijkse preventie van cariës.

Onderzoek

Het doel van het 18 maanden durende onderzoek was om de cariëspreventieve effecten van hydroxyapatiettandpasta zonder fluoride te vergelijken met fluoridetandpasta bij volwassenen.
In een onderzoek met 189 volwassenen werd aangetoond dat hydroxyapatiettandpasta net zo effectief was als fluoridetandpasta in het voorkomen van tandbederf. De controlegroep gebruikte fluoridetandpasta en de andere groep gebruikte hydroxyapatiettandpasta.
De decayed missed filled surfaces (DMFS) index werd gemeten volgens PP-analyse. De DMFS-index bij de groep die poetste met hydroxyapatiettandpasta was 89,3% en de DMFS-index van de groep die poetste met fluoridetandpasta was 87,4%. Er werd dus nauwelijks toename in de DMFS-index waargenomen en dus was er geen verschil in effectiviteit tussen beide groepen.

Conclusie

Klinische onderzoeken die eerder gepubliceerd zijn tonen ook aan dat het hydroxyapatiet een cariësvoorkomend effect heeft bij kinderen en patiënten met orthodontische apparatuur. Het nieuwe klinische onderzoek heeft aangetoond dat hydroxyapatiet ook beschermt tegen cariës bij volwassenen.

Bron:
Frontiers

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Kosten behandeling van cariës

Kosten cariës, tandvleesaandoeningen en tandverlies vormen 4,9% van mondiale gezondheidszorguitgaven

In een artikel gepubliceerd in de European Federation of Periodontology is een artikel gepubliceerd die de associatie tussen parodontitis en cariës heeft onderzocht.
De EFP zet zich in voor het bevorderen van de parodontale wetenschap en het belang van de tandvleesgezondheid. Het artikel stelt een gecombineerde aanpak voor om de mond- en systemische gezondheidsresultaten van de bevolking te verbeteren.

Kosten cariësbehandeling

Tandcariës treft wereldwijd meer dan twee miljard mensen en ernstige tandvleesaandoeningen staan op plek twee. De kosten voor behandeling van cariës, tandvleesaandoeningen en tandverlies komen neer op 4,9% van de mondiale gezondheidszorguitgaven. De kosten van tandcariës werd in zes landen onderzocht. De kosten van cariës waren het hoogste in Brazilië, Frankrijk, Italië en Verenigd Koninkrijk.

Mondgezondheid

Mondziekten treffen ongeveer de helft van de wereldbevolking, daarna komen niet-overdraagbare ziektes zoals diabetes, hartziekten, kanker en beroertes.
Om wereldwijd te zorgen voor een betere mondgezondheid is het tijd om actie te ondernemen. Het is belangrijk om te investeren en te zorgen voor preventiemaatregelen.
Er moet vooral worden gekeken naar risicofactoren zoals voeding, tabak en alcoholgebruik om mondziekten en ook niet-overdraagbare ziekten te verminderen.

Innovatief model

Het innovatieve model beschrijft de progressie van cariës gedetailleerd en preventieve interventies. De interventies zijn onder andere het handhaven van de mondhygiëne door te poetsen met gefluorideerde tandpasta, aanbrengen van plaatselijk fluoride en zich richten op verschillende stadia om de ontwikkeling van cariës te voorkomen.

Bron:
European Federation of Periodontology

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Tijdens het NVvP congres checkten Fridus van der Weijden en Dagmar Else Slot feiten & fabels over preventie en verschillende producten die beschikbaar zijn voor de dagelijkse mondverzorging. Bekijk het overzicht hieronder.

Is een spoelmiddel met essentiële oliën een goede keuze voor dagelijks gebruik?

Er zijn veel artikelen over essentiële oliën waarvan een flink aantal klinische studies. Meerdere systematic reviews hebben de gegevens die in de internationale literatuur naar voren komen samengevat. Daaruit bleek dat spoelmiddelen met essentiële oliën een anti-plak en anti-gingivitis effect hebben. Van origine zijn deze spoelmiddelen geformuleerd met een alcohol basis. De vraag zou kunnen zijn: is het effect een gevolg van de essentiële oliën of van de alcohol? Uit onderzoek blijkt dat het toch echt de essentiële oliën zijn die het effect verzorgen. Het effect van alleen alcohol was vergelijkbaar met het effect van spoelen met water. Samengevat laat de wetenschappelijk literatuur zien dat voor een korte termijn spoelen chloorhexidine effectiever is maar dat er bij dagelijks gebruik voor de lange termijn geen verschil is tussen een spoelmiddel met chloorhexidine of essentiële oliën.

Maakt het niet uit wat voor tandpasta je gebruikt zo lang er maar fluoride inzit?

Fluoride tandpasta ontving in 1960 het seal van de American Dental Association waarmee verklaard werd dat fluoride een belangrijk bijdrage levert aan cariës reductie. Recent werd door een expert comité van de World Health Organization (WHO) fluoride bestempeld als een noodzakelijk en essentieel medicijn tegen cariës. Tinfluoride heeft iets extra’s. Het tin ion heeft namelijk ook een antibacterieel effect en het vormt een beschermend laagje wat bijvoorbeeld helpt tegen dentine overgevoeligheid. Opvallend was dat uit onderzoek blijkt dat poetsen met tandpasta geen extra effect heeft op de mate van plakverwijdering. De tandenborstel doet daarin het meeste werk. Je kunt je dan afvragen waarom we dan tandpasta gebruiken – los van dat de fluoride natuurlijk belangrijk is. In ieder geval voor een schoon en fris gevoel want de literatuur laat zien dat dit voor mensen een belangrijke reden is. Verder zijn er tandpasta met extra toevoegingen zoals producten die tanden witter maken. Ingrediënten die voorkomen dat tandplak minder snel terug groeit, zorgen dat de gingiva ontsteking vermindert, antitandsteen producten en stofjes tegen dentineovergevoeligheid. Kortom een heel scala aan extra ondersteuning van de dagelijkse mondverzorging waardoor er meer is voor onze patiënten dan alleen de fluoride.

Helpt het gebruik van tandfloss tegen cariës en gingivitis?

Met de publicaties van de onderzoeksgroep van Fridus en Dagmar in 2008 in de International Journal of dental Hygiene is het gebruik van floss aardig in opspraak geraakt. Het bleek dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat flossen helpt om tandplak, gingivitis of cariës te verminderen. De European Federation of Periodontology (EFP) stelt in haar richtlijn dat: “De eerste keus voor interdentale reiniging de rager is en als de interdentale ruimte deze niet toelaat andere interdentale mondhygiëne hulpmiddelen zoals floss overwogen kunnen worden.” Toch wordt er nog steeds onderzoek met floss gedaan. Bijvoorbeeld over dat er een verschil is tussen eerst flossen en dan poetsen in vergelijking met eerst poetsen en dan flossen. Dat bleek niet het geval te zijn. Er werd ook een flossdraad met een stukje verdikking onderzocht en vergeleken met een gewone flossdraad. Ook hierbij werd geen verschil gevonden. Heeft het misschien nut om een knoopje in het flossdraad te leggen en dan te flossen? Op de plakscore scheelde het een beetje maar er was geen effect op de mate van bloeding. Het bleek wel motiverend te werken. Patiënten vonden het prettiger aanvoelen en hadden het idee dat het beter werkte. Concluderend blijkt dat het effect van floss teleurstellend is en er beter een andere keuze gemaakt kan worden om tussen de tanden en kiezen te reinigen.

Zijn rubberen interdental stokers dan een alternatief voor floss?

Uit Zweeds onderzoek blijkt dat van de volwassenen 12% regelmatig flossdraad gebruikt en 46% houten tandenstokers. Deze voorkeur voor een stoker is van invloed op de compliance van onze patiënten voor de dagelijkse interdentale reiniging. Daarin zou een rubberen tandenstoker een rol kunnen spelen. Het eerste klinische onderzoek stamt uit 2006 waarbij floss werd vergeleken met een rubberen stoker. De rubberen stoker was hierbij niet verschillend van floss. Dit werd ook in ander onderzoek bevestigd. De rubberen stoker werd vergeleken met een rager en hierbij werd geen verschil gezien. Er is zelfs een klinisch onderzoek waarbij een rubberen stoker beter bleek dan een hele kleine rager. Uit laboratoriumonderzoeken waarin gebitsmodellen worden gebruikt blijkt toch dat een rager het beter doet dan een rubberen stoker qua plakverwijdering. Een reden voor de onderzoeksgroep van ACTA om een systematisch review van de beschikbare literatuur te doen. Daaruit blijkt dat de rubberen stoker een effect heeft op plak en gingivitis maar dat het bewijs is zwak. Wat wel duidelijk naar voren kwam uit alle geïncludeerde onderzoeken was dat de patiënt een rubberen stoker wel erg prettig vindt in het gebruik. Daarmee zijn ze zeker een goed alternatief voor floss.

Is een monddouche effectief of spoelt die alleen maar etensresten weg?

De monddouche bestaat al heel lang en kreeg op basis van het klinische onderzoek in 2017 seal van de American Dental Association. Uit het beschikbare onderzoek komt geen effect op de plaque score naar voren maar wel een reductie van gingivitis. Recent is door Network Meta Analyse naar de verschillende producten voor interdentale reiniging gekeken. Deze manier van analyseren maakt het mogelijk om alles met elkaar te vergelijken in 1 model waaruit dan een hiërarchie naar voren komt. Daaruit bleek dat interdentale ragers en de monddouche als meest effectieve producten rankten. Omdat een monddouche werkt op basis van schuifkrachten die veroorzaakt worden door krachtig snelstromend water, is het effect in een smalle ruimte groter dat in een open approximale ruimte. Daarom is de monddouche met name geschikt voor gingivitis patiënten en dus niet zo zeer voor mensen met parodontitis. Een monddouche doet dus meer dan alleen etensresten wegspoelen.

Afsluiting

In recent artikel uit hun onderzoeksgroep is geëvalueerd in hoeverre mensen in het kader van een niet-chirurgische parodontale behandeling mondverzorgingsadviezen ook opvolgen. Het blijkt dat mensen langer gaan poetsen, vaker een elektrische tandenborstel, tandenstokers en interdentale ragers gaan gebruiken. Het is goed om te zien dat met ‘feiten’ onderbouwde adviezen hun opvolging krijgen bij onze patiënten.

Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde af al tandarts, promoveerde en werd benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’ aan ACTA. Door zijn wetenschappelijke oeuvre verwierf hij meerdere (inter)nationale prijzen onder andere van de NVvP, het Ivoren Kruis, de IADR en de ORCA. Hij is erkent als tandarts-parodontoloog door de NVvP en tandarts-implantoloog door de NVOI. Het grootste deel van zijn carrière verdeelt hij zijn tijd tussen Paro Praktijk Utrecht, Implantologie Utrecht en de sectie Parodontologie van ACTA.

Prof. dr. Dagmar Else Slot is opgeleid tot mondhygiënist en heeft daarnaast een onderwijskundige achtergrond, is klinisch epidemioloog en heeft een MBA afgerond. Zij is benoemd bij ACTA als hoogleraar ‘Preventie in de Mondzorg’ en voelt zij zich zeer verbonden met de dagelijkse klinische praktijk en de mondhygiënist in het bijzonder. Zij verdeelt momenteel haar tijd tussen sectie Parodontologie van ACTA, de mondzorgpraktijk, de master HGZO en het International Journal of Dental Hygiene.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden en prof. dr. Dagmar Else Slot tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z