Cariës in de eerste levensfase: risicofactoren en diagnose

Baby

Kinderen op jonge leeftijd meenemen naar de mondzorgverlener kan veel pijn en angst voor de tandarts voorkomen. De positieve ervaringen van het tandartsbezoek voor de allerjongste kinderen hebben voordelige effecten, ook voor ouders en de maatschappij.

Eerste duizend dagen

De eerste duizend dagen is de periode van de conceptie tot de tweede verjaardag van het kind. Het is gebleken dat goede voeding gedurende deze periode extra belangrijk is.

Zwangerschap

Het begint dus al tijdens de zwangerschap. Uit onderzoek is gebleken dat er een relatie bestaat tussen de suikerinname van moeders en de cariësactiviteit van de kinderen op 5-jarige leeftijd. Ook is er een relatie tussen de sociaaleconomische status (SES) en het ontwikkelen van cariës. Uit onderzoek is gebleken dat suikerinname op jonge leeftijd en een laag SES, invloed heeft op de cariësactiviteit van 5-jarigen.

Borst- versus kunstvoeding

De eerste voeding waar een baby mee in aanraking komt, is borst- en/of kunstvoeding.
Borstvoeding heeft, in tegenstelling tot kunstvoeding, als voordeel dat het een rijke variatie aan smaak heeft en dat de baby zelf de hoeveelheid bepaalt. Daarnaast heeft borstvoeding positieve invloed op de algehele gezondheid van het kind:

  • Betere gevoeligheid voor insuline
  • Minder overgewicht
  • Minder hart- en vaatziekten
  • Betere schoolprestaties

Borstvoeding en gebit

Tot 12 maanden is borstvoeding een beschermende factor tegen het ontwikkelen van cariës. Moedermelk en koemelk hebben beide een lage cariogeniteit en veroorzaken geen demineralisatie of pH-daling. Kinderen die nachtelijk voeding krijgen (borst of fles) komen vaak boven de 10 eetmomenten per dag. Daarnaast zorg een combinatie van suiker (overdag) en melk (’s nachts) voor veel meer mineralisatie dan alleen het nuttigen van melk. De resultaten van een studie (Agatha W van Meijeren-van Luntheren et al. 2021) lieten zien dat de kans op cariës hoger is bij kinderen die na 12 maanden nog borstvoeding krijgen en bij kinderen die nachtelijke flesvoeding krijgen.
Het is vooral goed om te beseffen dat cariës een multifactoriële ziekte is waarbij het om een goede balans gaat: het is beter om een goede balans te vinden dan om dingen te verbieden.

Krachten bundelen

Het is dus belangrijk om zwangere en jonge ouders vanaf het begin al goed te informeren en begeleiden. Het consultatiebureau speelt hierbij een grote rol. Maar ook u als tandarts.
Het ‘Gigagaaf-project’ liet zien dat het verwijzen van jonge kinderen (vanaf de eerste tand) naar de tandarts een positief effect heeft op het tandarts bezoek. Het ‘Gezonde peutermonden project’ heeft als doel gezondgewoontes vanaf het begin te introduceren.

Positieve ervaring bij de tandarts

Angst voor de tandarts kan voorkomen worden. Wanneer kinderen alleen bij pijn naar de tandarts gaan dan gaat het kind de tandarts met pijn associëren. Het is dus van belang om kinderen vanaf jonge leeftijd al te zien. Op deze manier kunnen de ouders van het kind al vroeg goed geïnformeerd worden en bouwt het kind positieve ervaringen op bij de tandarts.

Cariësrisicofactoren en indicatoren

Het inschatten van het cariësrisico is geen exacte wetenschap. Wel weten we dat cariëservaring (aanwezigheid van caviteiten/vullingen of ontkalkingen/glazuurafwijkingen) een van de beste voorspellers is. Daarnaast zijn de SES en familiefactoren (lifestyle) ook goede voorspellers voor het cariësrisico. Hier onder vallen onder andere armoede, voedingskeuzes, geld/mondgezondheid ouders, opvoedingsgedrag en een omgeving met weinig preventie hebben invloed op de mondgezondheid. Ga hierover in gesprek met de ouders. Dieet (frequentie suikerinname) en mondhygiëne zijn iets minder goede voorspellers. Informeer ouders dat de hersteltijd na een voedingsmoment 2 uur is. Dat komt dan neer op advies van maximaal vijf voedingsmomenten (inclusief drinken) per dag. Een goede balans tussen suikerinname, fluoridegebruik en mondhygiëne is het belangrijkste.

Cariës: Diagnose en management

Ouders moeten er bewust van worden gemaakt dat cariës een ziekte is waar geen medicijn voor bestaat. Ouders hebben zelf de mogelijkheid om de ziekte te controleren.
Hoe bereiken we dit? En hoe brengen we dit het beste over naar de ouders?
Wat belangrijk is, is dat we vragen stellen en (vooral) actief luisteren:
– Wat eten de ouders/ wat zijn de voedingsgewoontes?
– Is er sprake van nachtelijke voeding?
– Krijgt het kind flesvoeding? Wat is de inhoud hiervan?
– Heeft het kind temperament/ een eigen wil?
– Hoe is de veerkracht van ouders?

Cariësdiagnostiek: International Caries Detection System (ICDAS)

ICDAS is een goede methode voor cariësdiagnostiek. Er kan een score van 0 (gaaf) t/m 6 (uitgebreide) laesie gegeven worden per element. Een ontkalking is een eerste teken van cariësactiviteit en dit betekent dat gedragsverandering moet plaatsvinden om dit proces te stoppen.

Management

De focus moet liggen op het versterken van de beschermende factoren en/of het elimineren van de etiologische factoren. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om tandpasta met een hogere concentratie fluoride te gebruiken bij een kind waarbij ontkalkingen zichtbaar zijn. Het is dan belangrijk dat je als tandarts de hoeveelheid (erwt) laat zien en dat je de patiënt goed toelicht.

Individuele preventie: mondzorgverlener als coach

Afstemmen met de ouder op de individuele behoeften:

  • Dialoog met ouder aangaan
  • Doorvragen
  • Empathie tonen
  • Individueel plan opstellen in overleg met de ouders
  • Actieplan, barrières, coping strategieën.
  • Registratie en follow-up

Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van prof. Cor van Loveren, prof. Cees Kleverlaan en dr. W. Evert van Amerongen. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Clarissa Bonifácio tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

Dit artikel is eerder op dental INFO geplaatst en gezien interesse hiervoor opnieuw onder de aandacht gebracht.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z