Kindertandheelkunde 2017

Kindertandheelkunde 2017

Tijdens het congres Kindertandheelkunde 2017 wordt u bijgepraat over de kindertandheelkunde in haar volle breedte. Het belang van de mondzorgverlener in de huispraktijk wordt onderstreept en er worden u handvatten aangereikt om tandheelkundige zorg voor kinderen in uw praktijk aantrekkelijk, uitdagend, efficiënter en richtlijn-proof te maken.

Diversiteit
Kindertandheelkunde: het klinkt altijd een beetje ‘poppen-dokterig’ maar het is een wezenlijk lastig onderdeel van ons vakgebied, temeer omdat er vaak weinig medewerking betracht wordt door de betreffende patiënten. De diversiteit van kinderen is groot, zodat er van een uniforme behandelstrategie geen sprake kan zijn.

De kranten koppen dat het slecht gaat met het kindergebit in Nederland: tandartsen dweilen stelselmatig met de kraan open en zouden zich laten verleiden tot symptoombestrijding onder narcose, omdat ze de kwetsbare kinderzieltjes niet mogen krenken met de traumatiserende anesthesiespuit of tandartsboor. Ouders treft geen blaam, het zijn de buren en de opa’s en oma’s die roet in het verantwoorde voedingspatroon gooien. Of anders wijst de beschuldigende vinger voor de cariësrijke helft van de kindpopulatie wel naar de mondzorgverlener, want die had tenslotte beter moeten opletten.

Programma

  • 08:30 – 09:15 uur – Ontvangst met koffie en thee
  • 09:15 – 09:30 uur – Paul Kalker – Opening van de congresdag
  • 09:30 – 10:25 uur – Dr. Clarissa Bonifácio en Karin van Nes
    Preventie Nieuwe Stijl
    De meeste kinderen krijgen vanaf 4 of 5 jaar mondinspectie door de tandarts. 60% van de kinderen van deze leeftijd heeft een gaaf gebit. De andere 40% lijdt aan cariës die al met visuele inspectie valt op te merken. Voor deze groep komt preventieve zorg vanaf 4 jaar te laat. Cariësbehandelingen bij (jonge) kinderen zijn voor kind, ouders en mondzorg professional niet wenselijk. Dit pleit voor een etiologie georiënteerde aanpak van tandaandoening. In deze duo presentatie wordt u bijgepraat over de recente wetenschappelijke bevindingen over het cariësproces, de cariësrisicogroepen en preventieve strategieën, waaronder fluoridegebruik en fissuurverzegeling. Er wordt een vertaalslag gemaakt naar de praktijk in diagnostiek, vaststellen van cariësrisico en naar preventieve behandelingen in de huispraktijk.
  • 10:25 – 11:10 uur – Dr. Martine van Gemert-Schriks
    Boren geen bezwaar
    Men had ons beloofd dat de ‘Richtlijn mondzorg voor jeugdigen’ de heilige graal voor onze kindertandheelkundige zorgverlening zou gaan zijn…. Het heeft er echter alle schijn van dat het de chaos omtrent de professionele verzorging van het kindergebit juist compleet heeft gemaakt. In haar voordracht zal Martine van Gemert u aan de hand nemen en een kijkje gunnen áchter de wetenschappelijke schermen van deze richtlijn. Zij zal de vertaalslag maken naar uw dagelijkse praktijk en u laten beleven dat kindertandheelkunde een uitdaging is die we allemaal aan moeten durven en kunnen gaan. Helaas geen ‘one-size-fits-all’ formule maar u zult met plezier de ‘tailor-made’ versie gaan toepassen bij de behandeling van kinderen in uw praktijk en merken dat deze niet alleen de patiënt, maar ook uzelf, als gegoten past.
  • 11:10 – 11:40 uur – Koffiepauze
  • 11:40 – 12:20 uur – Arie Riem
    De kroon op het werk
    Kinderen geven doorgaans aan geen pijn te ervaren, zelfs wanneer wij vaststellen dat er grote schade is met soms zelfs zichtbare kaakontstekingen. Wellicht verklaart dit mede waarom vaak niet of pas laat wordt ingegrepen? Kinderen kiezen er zelf niet voor om tandheelkundig behandeld te worden. Kwalitatief goede tandheelkunde leveren bij kinderen is een uitdaging. Juist daarom is optimale doelmatigheid zo belangrijk: ‘Eén keer en daarna nooit meer’!

    ‘The state of the art’ betekent in het Nederlands ‘de kroon op het werk’.

  • 12:20 – 13:20 uur – Lunch
  • 13:20 – 14:15 uur – Nicoline van der Kaaij en Peter Helderop
    Orthodontie en logopedie: vorm en functie
    Tandartsen, orthodontisten maar ook logopedisten houden zich bezig met de morfologische en functionele aspecten van het gebit en aangezicht. Logopedisten kunnen zich naast de bekende spraakafwijkingen ook bezig houden met afwijkende mondgewoonten als duim-, vinger-, speenzuigen, mondademhaling, tongpositie in rust en slikken. Deze laatste zaken zijn van belang voor de tandarts en orthodontist. Het herkennen van de rol die deze afwijkende mondgewoonten kunnen hebben op de tandstand in combinatie met de groei en skeletale afwijkingen is belangrijk voor de vroege indicatiestelling van een logopedische en/of orthodontische behandeling. De logopedist kan oromyofunctionele therapie geven, gericht op het herstellen van een verstoord evenwicht van de spieren in en om de mond.
  • 14:15 – 15:10 uur – Dr. Denise Duijster en Maddelon de Jong-Lenters
    Zoete ouders, gezond gebit?
    Het kan soms lastig zijn om kinderen en hun ouders te stimuleren om goed voor het gebit te zorgen. We weten dat voorlichting en poetsinstructie puur gericht op kennis vaak onvoldoende is. Maar wat is er dan wel nodig om kinderen en vooral hun ouders tot gezond gedrag te bewegen? De verantwoordelijkheid hierin ligt echt bij de ouders – effectieve voorlichting lukt niet met het kind alleen. Deze lezing licht aan de hand van onderzoek toe hoe verschillen binnen het gezin, zoals opvattingen van ouders en de aanpak in opvoeding en bijsturing, invloed hebben op de mondgezondheid van het kind. Vervolgens komt aan de orde hoe u deze kennis kunt toepassen om met ouders en kind in gesprek te gaan om te herkennen waar mogelijke barrières zitten – het zogenaamd ‘achter de voordeur kijken’. Hierbij krijgt u praktische tips om met afgestemde adviezen en positieve aandacht het kind naar betere zelfzorg te begeleiden.
  • 15:10 – 15:40 uur – Theepauze
  • 15:40 – 16:20 uur – Leonard Wetzels
    De angstpatiënt van morgen
    Angst voor tandheelkundige behandeling komt veel voor. Bij 5% tot 10% van de volwassen Nederlanders is het probleem zo groot, dat zij langdurig tandheelkundige zorg vermijden. Soms wel decennia lang. Angstproblematiek en –behandeling verschilt natuurlijk sterk waar het volwassenen of kinderen betreft. Maar er zijn ook belangrijke parallellen te trekken. Aversieve ervaringen uit de jeugd zijn vaak oorzaken van latere angstproblematiek. Ook zijn er veel overeenkomsten in de manier waarop angst zich bij kinderen en volwassenen ontwikkelt, manifesteert en te beïnvloeden is. Deze lezing gaat over deze overeenkomsten en verschillen. Hoe kunnen behandelaars een beter inzicht in de angst van hun (jonge) patiënt verkrijgen en welke mogelijkheden bestaan er vervolgens? Hoe werkt u hierbij goed samen met ouders? En wat doet u als dat alles niet helpt?
  • 16:20 – 17:00 uur – Jacques Baart
    Verdoven van kinderen. Ja, nee en hoe?
    Op het eerste gezicht is er niet veel verschil tussen het verdoven van volwassenen en kinderen. Toch zijn er belangrijke verschillen zoals:
    -Kun je aan onverdoofde kinderen vragen ‘n hand op te steken als de behandeling toch pijn doet?
    -Hoe verkrijg je toestemming van een kind (informed consent) om te mogen verdoven?
    -Kies je bij kinderen voor infiltratie anesthesie of ook voor mandibulair blok?
    -Hoe werkt intraligamentaire anesthesie?
    -Wat bereik je met computer geassisteerde anesthesie?
    -Hoe kun je automutilatie na afloop van de behandeling voorkomen?
    De voordracht ‘Verdoven van kinderen. Ja, nee en hoe’ gaat uitvoerig in op al deze vragen.

Meer informatie en inschrijven op de website van Kindertandheelkunde 2017 van Bureau Kalker

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z