meldcode

Rol weggelegd voor tandartsen bij signalering kindermishandeling

Er is een belangrijke rol weggelegd voor tandartsen om kindermishandeling te signaleren.

Ter Meulen is onafhankelijk adviseur jeugdzorg en al jarenlang expert op het terrein van signaleren en voorkomen van kindermishandeling. Volgens haar kunnen tandartsen een belangrijke schakel zijn omdat ze de meeste kinderen één keer in het half jaar controleren. Zij zouden daarom een rol kunnen spelen bij het melden van kindermishandeling. Een uitgewerkt plan de campagne voor de wijze waarop tandartsen een actievere rol kunnen spelen bij het signaleren van kindermishandeling is er overigens nog niet.

Discussie
Over de rol van professionals in hulpverlening en gezondheidszorg bij de signalering van kindermishandeling is al jaren een discussie gaande. Als het aan het demissionair kabinet ligt, komt er in 2011 een meldcode. Voor professionals met een medisch beroepsgeheim, zoals artsen en tandartsen geldt nu al dat ze bij een vermoeden van kindermishandeling het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kunnen informeren. Ook in het geval de direct betrokkenen daar geen toestemming voor geven.

Friese ziekenhuizen
Vorige week is bekend geworden dat Friese Ziekenhuizen de signalering kindermishandeling en huiselijk geweld verscherpen. Deze ziekenhuizen zijn gestart met signalering en aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. De ziekenhuizen maakten eerder nog te weinig melding van deze praktijken. Het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK/BJZ) en het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG/Fier Fryslân) spelen een grote rol bij de meldingen en de toeleiding naar hulp.

Te weinig aandacht
Eind vorig jaar bracht de Inspectie voor de Gezondheidszorg het rapport ´Spoedeisende eerste hulp afdeling van ziekenhuizen signaleert kindermishandeling nog onvoldoende: gebroken arm nog te vaak een ongelukje’. De Inspectie concludeert daarin dat slechts 4 procent van het totale aantal meldingen bij de AMK’s afkomstig is van ziekenhuizen. Volgens de Inspectie krijgt het onderwerp te weinig aandacht, en schieten scholing, protocollering en registratie te kort.

Haaglanden
Het Medisch Centrum Haaglanden is in 2008 een project gestart met als doel kindermishandeling meer te signaleren en melden. In een jaar is het aantal meldingen bij het AMK aldaar gestegen van enkele naar bijna 200 meldingen. Na onderzoek door het AMK bleken in 95 procent van deze meldingen de zorgen terecht en kon voor betrokkenen hulp georganiseerd worden. Dit succes heeft het Friese AMK en de vijf Friese ziekenhuizen gestimuleerd eenzelfde project te starten. De bedenkers van het Haagse protocol zijn in Friesland uitgenodigd met als doel de signaleringswijze van de Friese ziekenhuizen te helpen verbeteren. Het ASHG/Fier Fryslân sluit bij deze opzet aan om de route huiselijk geweld in het protocol vast te leggen. Het AMK en het ASHG werken al enige jaren samen aan de Friese Aanpak van Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. Deze ontwikkeling sluit nauw aan bij de nieuwe meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld die per 1 januari 2011 landelijk verplicht wordt gesteld voor onder andere onderwijs- welzijn en zorgorganisaties.

Oorzaak verwonding
Slachtoffers van kindermishandeling en huiselijk geweld kunnen dermate gewond raken dat zij voor behandeling en soms voor een opname naar het ziekenhuis moeten. Huiselijk geweld en kindermishandeling wordt te weinig benoemd door slachtoffers zelf als oorzaak van hun verwonding. Zo kan het voorkomen dat de betrokkenen naar huis gaan zonder dat hen hulp geboden wordt voor de geweldservaring en zonder dat eventueel betrokken kinderen in beeld zijn bij het AMK of het ASHG.

Nieuwe protocol
Vanaf 15 april werken alle Friese ziekenhuizen met het nieuwe protocol signalering Kindermishandeling en Huiselijk Geweld. De werkwijze wordt ondersteund door alle directies van de ziekenhuizen. Sterk in deze aanpak is de eenduidige aanpak. Patiënten kunnen niet meer shoppen in de provincie tussen verschillende ziekenhuizen. Er zijn aandachtsfunctionarissen aangesteld, daarmee heeft het thema kindermishandeling en huiselijk geweld prioriteit gekregen. Een aantal medewerkers van de ziekenhuizen zijn al opgeleid om signalen te duiden en bespreekbaar te maken. Met ouders/betrokkenen wordt de zorg besproken en wanneer een melding gedaan wordt, wordt deze direct gefaxt naar het AMK. De melding wordt onderzocht en in samenwerking met het ASHG wordt waar nodig en gevraagd direct hulp georganiseerd voor alle betrokkenen. Deze hulp kan variëren van enkele gesprekken tot behandeling bij Friese hulpverleningsorganisaties, afhankelijk van de onderliggende problematiek. Snel handelen is mogelijk omdat er een directe contactlijn is tussen de ziekenhuizen, het AMK en het ASHG. Kijlstra Ambulance groep Friesland en de dokterswacht Friesland zijn voornemens ook met dit protocol te gaan werken.

Bron:
Sozio
Door Olaf Stomp

Olaf Stomp

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Vraagteken

Kaasmolaren, en dan?

De prevalentie van Molar Incisor Hypomineralisation (MIH) is de laatste jaren toegenomen. Vooral preventief handelen en het oplossen van de pijnklachten is bij deze kaasmolaren van groot belang. De oorzaak is niet geheel bekend, maar wordt vaak in relatie gebracht met ziektes. Hadden kinderen vaak een problematische levensstart, krijgen ze op latere leeftijd ook nog fysiek last van hun gebit en zien deze tanden er daar bovenop niet al te fraai uit.

Wat kan de mondzorger hieraan doen?

  • Vroege diagnose en monitoren
    Bij verdenking van slecht aangelegd glazuur naar aanleiding van de anamnese zijn röntgenfoto’s geïndiceerd, het liefst voor de doorbraak. Hierop kan gezien worden welke dikte het glazuur zal hebben en welke elementen er sprake van MIH is. Enkel bij een ontwikkelstoornis van een of meerdere blijvende molaren en vaak ook de incisieven is er sprake van MIH. Vervolgens kunnen de elementen gevolgd worden tijdens de doorbraak.
  • Start van het preventieprogramma
    Vlak voor de verwachte eruptieperiode zal de MIH-patiënt in een preventieprogramma moeten kunnen stappen. Wacht men langer, dan is vaak tandheelkundige preventie al onmogelijk. Hierbij kan de patiënt bijvoorbeeld elke 6 weken naar de mondhygiënist gaan.

Inhoud van het preventieprogramma
De mondhygiënist kan poetsinstructies geven over poetsen en (extra) fluoridegebruik aanbevelen. Er kan een voedingsanalyse worden gedaan waarna een voedingsadvies volgt. Na volledige eruptie kunnen fluoridelak en sealings aangebracht worden. Dit helpt tegen de pijnklachten die te verwachten zijn. Vaak is poetsen bij ongeschermde kaasmolaren pijnlijk, evenals luchtstroom, koude en andere prikkels. Soms is het zelfs nodig om een roestvrijstalen kroon te plaatsen.
Wanneer blijkt dat de patiënt alsnog carieuze leasies ontwikkelt, kan dit programma verlengd worden. Er kan bijvoorbeeld een cariësrisicotest worden gedaan waarbij er wordt gekeken of er een hoog aantallen streptococcen zijn. Zo ja, dan zijn regelmatige applicaties van Cariës-Ex geïndiceerd. Uiteraard zal daarnaast de patiënt verder moeten worden begeleid met zijn poets- en eetgedrag om geen of minder cariës te ontwikkelen.

De restauratieve behandeling

Sedatie?
Een Zweedse studie van 32 kinderen van 9 jaar met MIH, toont aan dat deze kinderen 10 keer vaker een tandheelkunde behandeling hadden ondergaan van hun 1e molaren dan kinderen uit de controlegroep (Jälevik & Klingberg, 2002). Hierdoor hadden zij meer vrees voor de tandarts en waren daardoor moeilijker te behandelen door het bijbehorende gedrag. Ook kwam aan het licht dat deze kinderen veel pijn ervaren tijdens de behandelingen. In sommige gevallen zou overwogen moeten worden om deze kinderen onder sedatie te behandelen.

Welk restauratiemateriaal?
Bij het restaureren van hypogemineraliseerde molaren, kan er geen amalgaam worden gebruikt. Hiervoor bieden deze molaren te weinig retentie. Adhesieve tandheelkunde behoort vaak wel tot de mogelijkheden.

Esthetiek
De opaciteiten van de incisieven zijn helaas goed te zien. Methodes als bleken en micro-abrasie geven geen goed resultaat. Een plaatselijk opaque composiet kan een uitkomst zijn met daarop de definitieve kleur composiet. Directe en indirecte veneers zijn goede alternatieven als het defect groter is.

Bronnen:
Kindertandheelkunde 1
PubMed
Irish Society for Disability & Oral Health
American Academy of Pediatric Dentistry
http://www.britannica.com
NTVT
Quality Practice
www.tandarts.nl
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z
De beste voeding voor baby’s en peuters

Wetenschappers ontdekken genen gebitsontwikkeling 1e levensjaar

Wetenschappers hebben genen ontdekt die de ontwikkeling van het gebit in het eerste levensjaar beïnvloeden.
Het onderzoeksteam heeft ook een link geconstateerd tussen het vertraagd doorkomen van de melktanden en een toekomstige orthodontische behandeling.

Het onderzoek – verricht door teams van Imperial Collega Londen, de universiteit van Bristol en de universiteit van Oulu uit Finland – geeft inzicht in verschillende genen die de ontwikkeling van het gebit in het eerste levensjaar beïnvloeden.
Zij stelden vast dat baby’s met bepaalde genen minder melktanden hebben op hun eerste verjaardag. Op 30 jarige leeftijd bleken deze personen 35% meer noodzaak te hebben op een orthodontische behandeling. De studie bekeek de genetische gegevens van 6.000 mensen uit Finland en Engeland die vanaf de geboorte medisch gevolgd waren.
Eerdere studies toonden aan dat de ontwikkeling van het gebit ook een verband heeft met de ontwikkeling van de kaken, schedel, oren, vingers, tenen en het hart.

Publicatie in Journal PloS Genetics.

Bron:
Dentistry

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Tijd - klok

Op tijd ingrijpen tandartsangst bij kind voorkomt tandartsfobie

Uit eerder onderzoek is gebleken dat 6 procent van de 4- tot 11-jarigen in Nederland erg bang is voor de tandarts. Marleen Klaassen deed onderzoek naar tandartsangst bij kinderen. Zij stelt dat deze angst afhankelijk is van vele factoren.

Op tijd ingrijpen voorkomt fobie
Persoonlijke traumatische ervaringen blijken een grotere invloed te hebben op het ontwikkelen van tandartsangst dan het aangeleerd krijgen van negatieve zaken over de tandarts via bijvoorbeeld een ouder. Als kinderen onder narcose behandeld zijn door de kindertandarts is de tandartsangst daarna niet verdwenen. Deze kinderen hebben hierna dus nog begeleiding nodig om hun angst te reduceren. Als niet op tijd wordt ingegrepen, bestaat volgens Klaassen de kans dat de tandartsangst op latere leeftijd aanblijft, of zelfs extremere vormen aanneemt en een fobie wordt.

‘Kindertandartsen slechts gedeeltelijk in zorgsysteem geïntegreerd’
Klaassen bekeek ook of de tandarts de invloed van de mondgezondheid op het algemeen welzijn belangrijker vindt dan de ouder. Ze stelt dat kindertandartsen en gespecialiseerde tandheelkundige klinieken slechts voor een deel van hun taken in het Nederlandse zorgsysteem lijken te zijn geïntegreerd. Volledige integratie zou volgens Klaassen een doel voor de toekomst moeten zijn. Mogelijk zou een goede uitleg over de reden van de verwijzing en tijdige verwijzing hierin een rol kunnen spelen. Dit komt bovendien de onderlinge verhouding tussen de huistandarts en de ouder ten goede.

Promotie
Mw. M.A. Klaassen/ Tandheelkunde
Child dental fear and quality of life

Promotor
dhr. prof. dr. J. Hoogstraten en dhr. prof. dr. J.M. ten Cate

Bron:
UvA

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Pijn | Angst, Thema A-Z
Nationaal zorgonderzoek

Start nationaal lesproject ‘Hou je mond gezond!’

Een gezonde mond voor ieder kind. Dat is het doel van het nieuwe lesproject `Hou je mond gezond!’ voor basisscholen en peuterspeelzalen dat het Ivoren Kruis en de NMT op 17 november introduceerden op de Comeniusschool in Zeist. NMT-voorzitter Rob Barnasconi en Ivoren Kruis voorzitter Teun Rietmeijer verzorgden samen met Dolores Leeuwin en tandarts Laura Sprock de kick-off voor dit nieuwe landelijke onderwijsproject door het geven van poetstips aan Sinterklaas en zijn `poetspieten’. Aansluitend kregen de kinderen uit groep 4 de eerste `Hou je mond gezond! les over mondverzorging.

Onderwijsproject
Tijdens deze bijzondere les werd de leerlingen kennis bijgebracht over de mond en het gebit, tandenpoetsen, gaatjes, tanderosie (oplossen tandglazuur door zuren) en de zeven eet- en drinkmomenten. Alle 9.000 basisscholen, 4.000 peuterspeelzalen en 12.500 tandheelkundige professionals in ons land ontvangen kosteloos het onderwijsproject `Hou je mond gezond!’.

Kindergebitten verslechterd
“De verslechterde situatie van de kindergebitten in ons land is de aanleiding voor de ontwikkeling van het lesproject `Hou je mond gezond!’. Gebleken is dat 25% van de kinderen in Nederland zijn tanden niet of slecht poetst. Bovendien komen nog te veel kinderen niet of te laat bij de tandarts. Ouders horen kinderen vanaf jonge leeftijd -voor het tweede jaar- mee te nemen naar de tandarts of mondhygiënist”, aldus NMT-voorzitter Rob Barnasconi. “Over cariës hebben leerkrachten, kinderen en ouders behoorlijk wat kennis. Van tanderosie weten ze veel minder”, zegt Ivoren Kruis voorzitter Teun Rietmeijer. Centraal onderdeel van het lesproject is het geven van een `poetsles’ op school door een tandarts, mondhygiënist, (preventie)assistent of GGD-medewerker. Deze tandheelkundige zorgverlener leert de kinderen goed tandenpoetsen en legt uit dat onder andere frisdranken tandglazuur kunnen oplossen, dat tanden zonder glazuur erg pijn kunnen doen en dat eenmaal weggesleten glazuur nooit meer terugkomt. Twee keer per jaar bezoeken van de tandarts of mondhygiënist is belangrijk voor het krijgen en behouden van een gezonde kindermond. Veel ouders weten niet dat een bezoek aan de tandarts of mondhygiënist is opgenomen in de basisverzekering en dus voor kinderen tot 22 jaar gratis is verzekerd.

Terugdringen cariës en tanderosie
Het lesproject Hou je mond gezond! is ontwikkeld door het Ivoren Kruis en wordt georganiseerd in samenwerking met de NMT en het programma Kies voor gaaf! waarin tandartsen, mondhygiënisten en GGD-medewerkers zijn verenigd. Doel van het lesproject is het bevorderen van een gezonde mond door het terugdringen van cariës (gaatjes) en tanderosie en het stimuleren van tandartsbezoek. Verder willen de organisaties bij kinderen op peuterspeelzalen en basisscholen bewustwording creëren van de eigen invloed op de (mond)gezondheid. Kinderen die de juiste houding, kennis en vaardigheden aanleren om hun gebit en mond goed te verzorgen, zijn ook vaardiger in preventie en zelfzorg bij het voorkomen van ernstiger vermijdbare ziektes, zoals diabetes, hart- en vaatziekten en aan voedingsgedrag gerelateerde kankers.

Meer informatie: www.houjemondgezond.nl.
Bron: Nieuwsbank.nl

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
website

Voorlichtingswebsite voor kinderen en hun ouders

Toothie
Op de website www.toothie.nl kunnen kinderen en hun ouders informatie vinden over het gebit en mondverzorging.
Het leuke kiesje Toothie is de hoofdpersoon op de site, waar o.a. instructiefilmpjes op staan over (elektrisch) poetsen, flossen en stokeren.

Spreekbeurten en vragen stellen
Ook voor de voorbereiding van spreekbeurten is van alles op de site te vinden. Kinderen of hun ouders kunnen vragen  mailen die dan door de tandarts worden beantwoord.

Bijdrage mondgezondheid kinderen
De site werd ontwikkeld door tandarts Edwin van den Broek i.s.m. een communicatiedeskundige. Met de site willen de bedenkers bijdragen aan de promotie van mondgezondheid van kinderen op scholen en bij GGD-en, tandartsen, huisartsen en consultatiebureaus.

Meer informatie: Toothie

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Welke-afwijkingen-van-het-mondslijmvlies-zijn-er

Gehemelteplaatje bij schisis geen meerwaarde

Gehemelteplaatje bij schisis
In Europa krijgt ongeveer de helft van de baby’s met een complete schisis direct na de geboorte al een gehemelteplaatje. Aan deze behandeling worden allerlei voordelen toegeschreven zoals het vergemakkelijken van de voeding, een betere groei van de kaken en een betere spraak.

Effect gehemelplaatje
Het effect op de korte en langere termijn van deze behandeling is nooit goed onderzocht. Orthodontist Katja van Oort-Bongaarts van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht het langetermijneffect op de esthetiek van het gelaat, de ontwikkeling van het melkgebit en de groei van de kaken. Baby’s met een complete enkelzijdige schisis, die onder behandeling kwamen in de schisiscentra van Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam werden willekeurig verdeeld over twee groepen: één met en één zonder gehemelteplaatje.

Geen meerwaarde

Kinderen met en zonder plaatje blijken op 4- en 6-jarige leeftijd niet van elkaar te verschillen. Het gehemelteplaatje heeft dus geen meerwaarde.

Bron: Radboud Universiteit Nijmegen 6 juli 2009
Meer informatie over schisis: www.schisis.nl

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Kindergebit

Mondzorg bij het kind

Wie kent ze niet, kinderen die ogenschijnlijk niets mankeren maar die eenmaal in een behandelsetting toch een medische aandoening blijken te hebben die invloed heeft op de tandheelkundige behandeling.

Symposium “Mondzorg bij het kind”
Tijdens het symposium “Mondzorg bij het kind” dat onlangs door SCEM werd georganiseerd voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten, maar ook voor kinder- en JGZ-artsen, passeerden aan de hand van herkenbare casuïstiek een aantal veel voorkomende aandoeningen bij (jonge) kinderen de revue.
Van het kind met astma, het overgevoelige kind, het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap en het kind met kanker, werden op interactieve wijze steeds eerst de algemeen medische aspecten belicht door kinderarts mevrouw drs. J.G.M. Rijntjes en vervolgens de kindertandheelkundige door tandarts-pedodontoloog dr. G. Stel. De nadruk lag hierbij op de vraag hoe voorkomen kan worden dat de aandoening verslechtert.

Tijdens het ochtendprogramma gaf dagvoorzitter R.J.M. Knevel, mondhygiënist B health, volop ruimte voor vragen en interactieve discussie. In de workshops van het middagprogramma werden de aanwezigen nader geïnformeerd over middelen en materialen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van kinderen met een rugzakje. Zo kwamen lokale anesthesie, de toepassing van een adrenaline auto-injector, cariëspreventieve maatregelen en de droge mond aan de orde.

Beknopte samenvatting van de behandelde casus:

Het benauwde kind – het kind met COPD klachten/astma
Bij het kind met astma is het belangrijk stress, één van de oorzaken van een astma-aanval, te beperken door een goede uitleg van de behandeling. Ook het laten innemen en bij zich hebben van de medicatie (verstuiver: bijvoorbeeld salbutamol) is belangrijk. Het gebruik van vernevelende luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie kan leiden tot een verminderde speekselvloed. Ook worden daarbij lagere concentraties eiwitten waargenomen. Het aantal potentieel pathogene micro-organismen – met name S. Mutans – zou daarbij ook verhoogd kunnen zijn.
De vaak gebruikte ontstekingsremmers (inhalatie steroïden) zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor een daling van de pH met aantasting van de harde tandweefsels als gevolg. Welke rol de speekselvloed- en samenstelling daarbij heeft wordt nog volop onderzocht. Wel kan bij kinderen die inhalatiemedicatie gebruiken en die een niet met het medicatiegebruik en de mondhygiëne samenhangend cariësbeeld vertonen een speekseltest worden uitgevoerd. Als een verhoogd cariësrisico blijkt is preventie belangrijk, zie voor meer informatie de adviezen van het Adviescollege Preventie Tand- en Mondziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Fluoride is momenteel in bewerking. Kijk op de websitye van het Ivoren Kruis (www.ivorenkruis.nl) voor de laatste stand van zaken.
Het innemen van een pijnstiller (doorgaans Paracetamol) een uur voor de behandeling kan het effect van de lokale anesthesie versterken en een gunstig effect hebben op de wondgenezing. Een goed overzicht van geschikte orale analgetica biedt het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fkcvz.nl)
Het gebruik van adrenalinehoudende anesthesievloeistof kan in zeldzame gevallen een allergische reactie uitlokken. Bij twijfel over de ernst van de astma of de mate van overgevoeligheid is het raadzaam de behandelend (kinder)arts te raadplegen.

Het gevoelige kind – het kind met een atopische constitutie
Latexallergie komt niet veel voor. Bij kinderen < 5 jaar is nog nooit een latexallergie beschreven. Patiënten met een latexallergie behandelen kan alleen wanneer de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het specifieke type allergie en de ernst van de reactie. De werkruimte en de handschoenen van de operateur moeten latexvrij zijn (vynil of nitrile). Eventueel is verwijzing naar een gespecialiseerd centrum wenselijk. Als behandeling in de eigen praktijk plaatsvindt is het raadzaam een EpiPen® of Anapen® paraat te hebben. Dit is een auto-injecterende “pen” die bij een voorkomende anafylactische reactie de verschijnselen van bloeddrukdaling bij een allergische reactie snel kan behandelen.

Het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap – schisis
Kinderen met een schisis hebben een verhoogde kans op cariës. Het voorkómen van cariës door een goede mondverzorging is dus een belangrijk onderdeel van de preventieve behandeling van een kindje met schisis. Een goede mondreiniging en het gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel.
Als het niet goed mogelijk is het fluoride basis-advies (Advies Fluoride) te volgen kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn zoals fluoridelakken of -vernissen (bijvoorbeeld Duraphat® van Colgate) of chloorhexidinegels of -vernissen.
De middelen waarin chloorhexidine is verwerkt hebben voor kinderen een minder aantrekkelijke smaak en zijn minder eenvoudig aan te brengen dan fluoridelakken of – vernissen. Fluoride zal daarom eerder middel van eerste voorkeur zijn.

Klik hier voor meer informatie over schisis en mondverzorging: www.schisis.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/Schisis

Het kind met een oncologische aandoening
Leukemie, verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker wordt in Nederland in zeven kinderkankercentra behandeld.  Acute leukemie komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Leukemie wordt behandeld met cytostatica, bestraling van het hoofd-halsgebied soms gecombineerd met stamceltransplantatie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen meer of minder uitgesproken effecten op de mondweefsels optreden. Bestraling in het hoofd-halsgebied kan effect hebben op de werking van de in het bestralingsgebied gelegen speekselklieren maar ook de zich ontwikkelende gebitselementen in hun groei remmen. Soms is door behandeling op erg jeugdige leeftijd de gebitsontwikkeling zo verstoord dat multidisciplinaire behandeling in een gespecialiseerd centrum moet plaatsvinden.
Preventie van tandheelkundige problemen is tijdens de behandeling van acute leukemie van groot belang. Mondhygiëne en behandeling van de effecten van een eventuele droge mond staan centraal. Naast de verminderde speekselvloed en het effect daarvan op het ontstaan van cariës kan mucositis optreden. Om slijmvliesproblemen te voorkomen is tenminste 4 keer per dag spoelen met een 0,9% NaCL oplossing aan te raden. Richtlijnen voor tandheelkundige professionals zijn onder meer te vinden op www.oncoline.nl; de landelijke richtlijn met betrekking tot de preventie van orale mucositis (evidence based) is eveneens via deze website te vinden.
De behandeling van effecten van een verminderde speekselvloed is mede afhankelijk van de oorzaak van de droge mond. Over de verschillende oorzaken en de behandelmogelijkheden is recent het Advies Droge Mond uitgebracht door het Ivoren Kruis. Het speekselcentrum biedt nuttige informatie voor professionals én patiënten over oorzaken en behandelingen van droge mond

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z