In het boek Een schoone tand bederft niet wordt de geschiedenis van het Ivoren Kruis beschreven in samenhang met ontwikkelingen binnen de preventieve en sociale tandheelkunde in de afgelopen eeuw.
In de eerste helft van de twintigste eeuw werd de mondgezondheid in Nederland steeds slechter. Daarna trad een sterke verbetering op. De tanden werden vaker gepoetst en tandpastas werden effectiever door de toevoeging van fluoride. De toegankelijkheid van de professionele mondzorg nam toe door een groter aantal tandartsen en de introductie van mondhygiënisten en preventieassistenten. Veranderingen in de samenleving als geheel, zoals de verhoging van het opleidingsniveau van de bevolking en de toegenomen welvaart, hebben indirect bijgedragen aan de verbeterde mondzorg en mondgezondheid. Auteur dr. Huib Kalsbeek schreef het boek naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis.
Bij verwijzing van uw patiënt naar een implantoloog is een deugdelijke verwijsbrief essentieel. Zo zorgt u ervoor dat de implantoloog de behandeling uitvoert die u verwacht. Bekijk de voorbeelden die Prof. dr. Meijer gaf tijdens het congres Implantologie.
Mogelijkheden tot samenwerking
Voor de chirurgische fase gaat u vaak een samenwerking aan met een implantoloog (kaakchirurg-implantoloog of tandarts-implantoloog). Communiceren is hierbij erg belangrijk. Prof. dr. Cune adviseert u zelf de boormal te maken en deze ook te controleren. Daarna stuurt u de patiënt met boormal door naar de implantoloog en houdt u zelf de regie in handen. Heeft uw implantoloog gebruik gemaakt van een 2-fase implantaat? Roep dan uw patiënt een week na het opzoeken van de implantaten bij u in de praktijk op.
Om de behandeling goed te laten verlopen is een deugdelijke verwijsbrief essentieel Prof. dr. Meijer gaf twee voorbeelden waaruit blijkt dat door een te beknopte verwijsbrief meerdere behandelingen mogelijk zijn. Een duidelijke verwijsbrief is dus essentieel. Zo zorgt u ervoor dat de implantoloog de behandeling uitvoert die u verwacht.
Casus 1: Ontbreken van 12 en 11
U vraagt
Graag implanteren front regio
U verwacht (maar vraagt niet)
Een implantaat regio 11 met dummy 12
U krijgt
Twee implantaten
Gevolg
Een verschil in begroting
Casus 2: Onderprothese met gebrek aan retentie, vanwege sterk geresorbeerde onderkaak
U vraagt
Graag implantaten voor implantaat gedragen prothese
U verwacht (maar vraagt niet)
4 korte implantaten en zodoende de prothese te kunnen realiseren binnen een periode van 6 maanden. Dit heeft u ook beloofd aan de patiënt die dan met een nieuwe prothese naar Nieuw Zeeland kan vertrekken
U krijgt
Botaugmentatie van de mandibula en na een genezingsfase 4 langere implantaten
Gevolg
Behandeltijd is veel langer waardoor niet binnen de gewenste periode een nieuwe prothese vervaardigd kan worden
Door gebrek aan communicatie over wat u wilt bereiken, krijgt de patiënt niet wat hij verwacht. Namelijk in casus 1 een hogere rekening en in casus 2 een plan dat niet is uit te voeren in de verwachte termijn.
U schiet tekort in de samenwerking als u in uw brief enkel vraagt: Geachte collega,
Graag implantaat tpv van 25.
U dient voldoende informatie aan te leveren om zodoende op één lijn te komen met diegene waarmee u samenwerkt. En als u zelf een deugelijke verwijsbrief schrijft, mag u ook een complete rapportage terug verwachten. Een optie is om de begroting al mee te sturen naar de implantoloog van de kroon, brug of VP op implantaten.
Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen. Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.
In de Verenigde staten wordt de mondgezondheid en de algehele gezondheid tegelijkertijd aangepakt, door zowel studenten van de verpleegkunde opleiding als studenten van de tandheelkundige opleiding samen te laten werken in een tandartsenpraktijk.
Studenten
De School of Nursing en de Harvard School of Dental Medicine gaan voor drie jaar een samenwerkingsverband aan, waarin studenten van de opleiding verpleegkunde en de tandheelkundige opleiding samen gaan werken in de Har¬vard Dental Centers Teaching Prac¬tices clinic om eerstelijnszorg en tandheelkundige diensten aan te bieden aan een cultureel diverse bevolkingsgroep, die weinig medisch hulp aangeboden krijgen. Met name aan ouderen.
Samenwerking
Door middel van een hands-on aanpak en interactie, zullen de studenten meer grip krijgen op de orale-systemische verbinding. Dat houdt bijvoorbeeld in dat zij zich bewust worden van het feit dat tandplak een rol speelt bij infecties zoals een longontsteking. De studenten zullen van elkaar leren door gezamenlijk problemen op te lossen en samen de zorg coördineren. Door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg samen te laten werken, kan de mondgezondheid worden bevorderd en daarmee ook de algemene gezondheid en welzijn.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/151936675-500.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-23 00:00:002023-10-26 17:26:44Samenwerking verpleegkundigen en tandartsen in opleiding
Hartpatiënten zonder tanden hebben een hoger risico om te sterven dan patiënten die al hun tanden nog hebben. Dit suggereert een nieuw Zweeds onderzoek waarin een verband is gevonden tussen tandverlies en een vroegtijdige dood bij mensen met hart- en vaatziekten.
Onderzoek Meer dan 15.000 patiënten met hart- en vaatziekten uit 39 landen hebben deelgenomen aan het onderzoek. De patiënten werden ingedeeld in groepen naar het aantal tanden dat ze hadden. Na een follow-upduur van 3,7 jaar blijkt dat (na een correctie van meerdere bekende risicofactoren, nierfunctie en socio-economische status) tandverlies in verband staat met 27% hoger risico op ernstige cardiovasculaire aandoeningen, 85% hoger risico op cardiovasculaire sterfte, 81% toename van het risico op sterfte door alle andere oorzaken en een 67% hoger beroerterisico.
Conclusie Tandvleesaandoening is een van de meest voorkomende oorzaken van tandverlies. Parodontitis zou een systemische ontstekingsreactie kunnen opwekken die hart- en vaatziekten veroorzaakt of verergert. Echter kunnen de onderzoekers niet concluderen dat tandvleesaandoening direct in hiermee in verband staat.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/oud-mist-tand.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-23 00:00:002016-05-27 13:29:22Tandverlies verhoogt risico op sterfte aan hart- en vaatziekten
Amée Swart is de trotse praktijkeigenaar van Tandarts de Viaanse Molen te Alkmaar. In 2009 is zij afgestudeerd aan de ACTA met als specialisatie Restauratieve en Esthetische Tandheelkunde. Zij heeft altijd geambieerd om een eigen praktijk te hebben en heeft deze droom in 2015 kunnen verwezenlijken. In het volgend interview deelt ze haar ervaring met het starten van een eigen tandartsenpraktijk.
Hoe het allemaal begon
Ik ben zelf begonnen als tandarts in 2009 en heb in diverse praktijken gewerkt. Begin 2013 ben ik bij deze praktijk gestart en heb ik twee jaar lang samen met de vorige praktijkeigenaar gewerkt, waarin hij langzaam is gaan afbouwen en ik gaan opbouwen. In januari 2015 heb ik de praktijk van hem overgenomen.
Ambitie
Ik heb altijd geambieerd om een eigen praktijk te hebben. Maar in het begin was het erg fijn om onder de vleugels van andere praktijken te werken en met andere collegas die al heel veel ervaring en kennis hebben. Op een gegeven moment heb je in een tijdsperiode van 5 jaar als tandarts zijnde eigenlijk voldoende kennis opgedaan. Je hebt dan bijna alles ook wel een keer in de praktijk gezien en meegemaakt. Ik kwam er ook achter dat ik zelf graag wilde organiseren en regelen. Toen was ik klaar om voor mijzelf aan de slag te gaan.
Begin
Voordat ik de voormalige praktijkeigenaar benaderde heb ik diverse pogingen gedaan in onderhandelingen en ook eerst plannen gehad om samen met iemand anders een praktijk te runnen. Maar uiteindelijk ging dat allemaal niet door. Via-via kwam ik bij deze tandartsenpraktijk terecht. Het is dus eigenlijk een kwestie van netwerken. Door goed je relaties te onderhouden kom je een heel eind, want het is maar een klein wereldje.
Overname
De oude praktijkeigenaar heeft nog een jaar lang bij ons gewerkt als waarnemer. En heel veel gezichten zijn gebleven bij de praktijkovername, ook al moesten we verhuizen naar een nieuw pand. Ik heb het hele patiëntenbestand overgenomen. Verder is alles nieuw in de praktijk.
Nieuwe locatie Ik ben ruim een jaar bezig geweest om een nieuw pand te vinden. Ik heb uiteindelijk een kantoorpand kunnen kopen, dichtbij de oude locatie. Alles moest verbouwd worden, en daar ging aardig wat geld in zitten. Qua inrichting had ik een heel goed idee hoe ik het wilde hebben, door mijn werkervaring bij andere praktijken. Vervolgens denkt een aannemer alles voor je uit. Ik kon het met een gerust hart aan hem overlaten. We zijn in totaal een week dicht geweest om de verhuizing in orde te maken.
Uitdaging
Het was even spannend of het vinden van een nieuw pand zou gaan lukken. Maar voor de verbouwing heb ik vrijwel geen stress gehad. Het inrichten van de praktijk, het plannen van alles vond ik hartstikke leuk om te doen. Wat ik eigenlijk het meest stressvolle vond was puur het onderhandelen en tot een akkoord komen over de overname van de praktijk.
Communicatie
We sturen om de zoveel tijd nieuwsbrieven over ontwikkelingen in de tandheelkunde maar ook om patiënten te informeren over de praktijk. Binnenkort gaan we flyeren om meer bekendheid te krijgen. Maar eigenlijk is mond-tot-mond reclame het beste, op die manier krijgen we best veel patiënten binnen.
Doel
Mijn hoop was om een kleine, gezellige, huiselijke praktijk met meerdere collegas en mondhygiënisten neer te zetten. En we zijn nu net iets meer dan een jaar verder en ik denk dat we daar al aardig zijn. Ook hebben we een technicus in dienst en krijgen we misschien een endodontoloog erbij. Ook het aantal patiënten neemt mondjesmaat toe, wekelijks krijgen we aanmeldingen binnen. Mijn uiteindelijke doel is dat alle kamers die we hier hebben 100% te laten draaien, en dat we dan kunnen uitbreiden naar de tweede etage.
Tips Door veel netwerken en te investeren in collegas vind je de goede mensen om je heen met wie je een goed team kan opbouwen. Ik heb het dan ook goed getroffen met de assistenten die er al werkten. En wees innovatief: hou jezelf op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen zodat je ook naar je patiënten toe de beste kennis kan overbrengen en de beste behandelingen therapieën kan toepassen. Dat is gewoon puur als tandarts zijnde, niet als praktijkhouder. En kies een goede accountant.
Tandarts
Managen vind ik heel leuk, maar op de eerste plaats wil ik gewoon tandarts zijn, en dankzij mijn team kan ik dat ook zijn.
Amée Swart is tandarts en eigenaar van tandartspraktijk De Viaanse Molen
Onderzoekers wilden weten of cone beam-computertomografie (CBCT) betrouwbaar is in het detecteren van verticale wortelfracturen in endodontisch behandelde tanden en kiezen. Volgens hen is er momenteel nog onvoldoende bewijs om de betrouwbaarheid van CBCT aan te tonen.
Verticale wortelfracturen en CBCT
Verticale wortelfracturen zijn breuken die alleen in de wortel zelf voorkomen. Ze zijn moeilijk te diagnosticeren en hebben een slechte prognose. Cone Beam Computed Tomography (CBCT) is een röntgentechniek die 15 jaar geleden werd geïntroduceerd binnen de orthodontie. Een CBCT-scanner kan door rond het hoofd van de patiënt te draaien, een gedetailleerde driedimensionale afbeelding van het hoofd maken. CBCT wordt dan ook gebruikt voor het opsporen van wortelfracturen.
Eerder onderzoek
In een eerder onderzoek zijn 21 tanden bekeken van 20 patiënten, waarna werd gesuggereerd dat door de hoge specificiteit zowel CBCT als digitale radiografie betrouwbaar is in het vaststellen dat er geen fracturen zijn. De auteurs van het huidig onderzoek merken echter op dat de specificiteit van CBCT ook kan aangeven dat het mogelijk dus niet in staat is om fracturen te detecteren en misschien daarom een negatief resultaat geeft. Tevens is er in 2013 een meta-analyse uitgevoerd door een andere onderzoeksgroep om de sensitiviteit en specificiteit van CBCT te bepalen. Zij concluderen dat de CBCT een hoge diagnostische nauwkeurigheid heeft betreft het detecteren van fracturen.
Huidig onderzoek
De Canadese onderzoekers hebben een systematisch review uitgevoerd van vier onderzoeken. De gerapporteerde waarde bereik van deze onderzoeken was 40% -90% voor VRF prevalentie, 84% tot 100% voor gevoeligheid en 64% tot 100% voor de specificiteit.
Conclusie
Vanwege de grote onnauwkeurigheid in de waarde bereiken van de vier onderzoeken, is er momenteel onvoldoende bewijs om te suggereren dat CBCT een betrouwbare test is voor het opsporen van verticale wortelfracturen. De resultaten van de huidige studie moeten wel voorzichtig worden geïnterpreteerd, volgens de auteurs. Volgens is hen zijn de grondige klinische onderzoeken voorafgaand een CBCT, en het herkennen van de symptomen van een wortelfractuur vooralsnog de belangrijkste methodes om een wortelfractuur te diagnosticeren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/18568356-s.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-23 00:00:002023-04-04 18:54:10Cone beam-CT wellicht niet betrouwbaar voor diagnosticeren van verticale wortelfracturen
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/03/skd242291sdc-team1.jpg414414dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-21 11:15:562016-05-30 11:22:0025 stappen voor de preventieassistente
Zonder bacteriën geen parodontitis, dat is een gegeven. Inmiddels zijn er vele andere factoren bekend die een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis. Welke micro-organismen worden tegenwoordig als schadelijk gekwalificeerd?
Verslag van de lezing van dr. Monique Danser tijdens het ANT-congres Dental Studie Update
Micro-organismen zijn goed georganiseerd in de biofilm. In de puberteit nemen de micro-organismen toe in aantal, daarna ontwikkelt zich een stabiele community. Ziektes, verlies van elementen en dergelijke beïnvloedt de microflora. Zonder bacteriën kan zich geen parodontitis vormen, maar er is meer nodig dan dat. Vroeger wilden we alleen de pathogenen weg hebben, maar nu zoemen we ook in op andere zaken als lifestylefactoren, aandoeningen genetische factoren etc. en ook die maken deel uit van het behandelplan indien mogelijk. Nu weten we dat er goede bacteriën zijn die ook een rol spelen bij parodontitis. Het doel blijft nog steeds de totale hoeveelheid bacteriën omlaag krijgen, naast natuurlijk een klinisch gezonde, ondiepe, niet bloedende pocket, vertelde Danser. Sub-tandsteen is een voorspellende factor (oddsratio 1.4) voor het ontstaan van parodontitis en ook de aanwezigheid van de bacterie die we afkorten tot A.a is voorspellend voor het ontstaan van parodontitis (Indonesie onderzoek, van der Velden et. al.).
In gehele mond Een A.a.-geïnfecteerde loopt 4,3 keer zo veel kans op het ontwikkelen van parodontitis dan iemand zonder A .a.-infectie. A.a. en P.g. bacteriën blijven soms aanwezig na extractie. Ik heb hier vroeger onderzoek naar gedaan, maar vond toen deze bacteriën niet terug. Maar nu is opnieuw onderzoek gedaan met de gevoeligere PCR-techniek. De pathogenen komen niet enkel in de pockets voor, maar in de gehele mond, wat uiteraard ook al met kweken was aangetoond.
Het is interessant om te weten of bacteriën verdwijnen na extractie – met de komst van het implantaat – in verband met het risico op peri-implantitis. We weten nu ook dat de staphylococcus veel meer voorkomt bij peri-implantitis dan bij normale parodontitis. De mond moet als geheel behandeld worden, ook de niet-verdiepte pockets als het gaat om de initiele behandeling, verduidelijkte Danser. Het percentage antinomyces (The Good Guys) is hoger bij een parodontaal gezonde situatie.
The Good Guys De parobacteriën in het rode en oranje complex, waarin onder andere de bacteriën AA en PG kunnen voorkomen, dalen na de initiële therapie. Daarmee wordt de rol van The Good Guys dus heel groot. Een combikuur van metronidazol en amoxicilline naast de conventionele initiele behandeling resulteert in een halve millimeter extra pocketreductie. Deze kuur heeft een duidelijk toegevoegde waarde bij agressieve parodontitis (juveniele en prepuberale paro en post-adolescente paro) (voldoende bewijs in de literatuur).
Jongeren De indicatie voor het gebruik van antibiotica als ondersteuning van de initiële parodontale behandeling wordt klinisch bepaald (leeftijd, ernst, aanwezigheid tandsteen, aanwezigheid angulaire defecten, etc.). De literatuur geeft ook aan dat de combikuur eenzelfde effect als of een beter effect heeft dan welke andere antibiotica dan ook. Op basis daarvan is microbiologisch onderzoek dan ook niet nodig. Voor onderzoeksdoeleinden, nieuwsgierigheid, resistentiebepaling of een andere fase van de behandeling, kan het wel geïndiceerd zijn. Een casus van een 32-jarige, niet-rokende man liet zien dat bij duidelijk veel subgingivaal aanwezig tandsteen als ook furcatieproblematiek geen microbiologisch onderzoek, noch antibiotica nodig waren om een goed resultaat van behandeling te krijgen. De relatie tussen het tandsteen en de parodontitis was duidelijk en initiële therapie was voldoende. Danser raadt aan om indien ondersteuning met antibiotica is geïndiceerd bij initiële therapie de combikuur te gebruiken. Maar refractaire parodontitis (zonder roken) is een heel ander verhaal. Microbiologisch onderzoek kan hier wel geïndiceerd zijn om zo duidelijkheid te krijgen over de oorzaak in een bepaalde richting. Ook dan geldt dat uiteindelijk het klinisch beeld bepaalt of er wel of geen antibiotica zal worden voorgeschreven.
Dr. Monique Danser is hoofd patiëntenzorg parodontologie bij het ACTA sinds 2008. Vanaf 1989 is zij werkzaam bij de sectie parodontologie en promoveerde in 1996 op het proefschrift The prevalence of periodontal bacteria colonizing the oral mucous membranes. Daarnaast heeft zij onderzoek gedaan naar de effecten van spoeldranken, tandenborstels en tongpoetsen en heeft zij meerdere publicaties op haar naam staan. In 2005 heeft zij haar MSc in de parodontologie met succes behaald en is sedert 2007 parodontoloog erkend door de NVvP. Vanaf 2008 is zij hoofd patiëntenzorg van de afdeling Parodontologie bij het ACTA. In 2012 is zij toegetreden tot het bestuur van de NVvP en in november 2012 is zij benoemd tot voorzitter van deze vereniging.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Monique Danser tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/research1.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002021-03-24 13:48:23De rol van microbiologie bij behandeling van parodontitis
Wanneer een premolaar agenetisch blijkt te zijn, dan zijn er verschillende behandelopties mogelijk. Welke tijdelijke en definitieve oplossingen zijn er? Verslag van de lezing van Marco Cune en Sandy van Teeseling.
Als de resorptie van het melkelement uitblijft en deze nog in goede conditie is, kan dit element zo lang mogelijk behouden blijven. Een melkmolaar gaat echter vaak niet een leven lang mee en daarom moet er ook nagedacht worden over andere (definitieve) behandelopties. Het profiel van de patiënt speelt een belangrijke rol in de behandelkeuze. Indien het mogelijk is het diasteem orthodontisch te sluiten dan is dit de voorkeurskeuze. Ook kan er gekozen worden voor de vervaardiging van een conventionele- of etsbrug, autotransplantatie of voor implantologie.
Tijdelijke oplossing
Melkmolaren Wanneer een premolaar agenetisch is, kan het melkelement op deze plaats nog jaren zonder problemen functioneren. Er zijn echter een aantal aspecten waar rekening mee gehouden moet worden.
Het occlusale niveau neemt bij melkmolaar toe met 1 millimeter, de melkmolaar ligt dus lager dan zijn blijvende buurelementen. Een gevolg hiervan kan zijn dat er overkanteling plaatsvindt van de blijvende molaren. Ook kan de antagonist erupteren. Om dit te voorkomen moet de melkmolaar opgebouwd worden met composiet.
Belangrijk om te weten is of het element meegroeit en niet ankylotisch is. Het verloop van het botniveau op de röntgenfoto is hier een goede indicator voor. Als het botniveau horizontaal loopt, zijn er geen problemen. Als er een verticaal botdefect ontstaat dan moet het melkelement worden geëxtraheerd om te voorkomen dat er een plaatselijk botdefect ontstaat. Dit zou problemen op kunnen leven bij het plaatsen van een implantaat.
Geconcludeerd kan worden dat melkmolaren een goede prognose hebben. 90% van de melkmolaren is op 28-jarige leeftijd nog aanwezig.
De mesiodistale dimensie van een melkmolaar is 9 millimeter, die van een premolaar is 6 millimeter. Wanneer er op latere leeftijd een implantaat geplaatst gaat worden kan er dus gekozen worden om de mesiodistale dimensie alvast te verkleinen.
Definitieve oplossingen
Brug
De 10-jaarsoveleving van een conventionele brug is 89%. De 5-jaarssuccespercentage van een glasvezelbrug is 50%. Een brug is dus niet de voorkeursbehandeling.
Autotransplantatie Soms zijn in de ene tandboog te weinig elementen aanwezig en zijn er in de andere tandboog te veel. Een goede oplossing hiervoor is autotransplantatie: het verplaatsen van een blijvend element van de ene naar de andere tandboog of binnen de tandboog. Voor een succesvolle autotransplantatie moet de wortel van het element voor tweederde tot drievierde afgevormd zijn en moet er atraumatsich geëxtraheerd worden om het parodontaal ligament niet te beschadigen. Op de receptorplaats moet voldoende bot aanwezig zijn. Het element wordt geplaatst op het niveau van het ontwikkelingsstadium. Het succespercentage ligt boven de 90. Een risico van autotransplantatie is het ontstaan van ontstekings- of wortelresorptie.
Implantologie
Het plaatsen van een implantaat is een andere behandeloptie. Soms kan in de bovenkaak bij een beperkte bothoogte beter gekozen worden voor het plaatsen van een kort implantaat om een sinusbodemlift te voorkomen. In gevallen waar dit niet mogelijk is, moet getracht worden de sinusbodemelevatie te combineren met het plaatsen van het implantaat. Dit levert drie maanden winst op. Een boormal is belangrijk bij het plaatsen van de implantaten.
In de postoperatieve fase moet er eerst een afdruk worden gemaakt. Er kan zowel gekozen worden voor een open- als een gesloten lepel techniek. Volgens onderzoek zijn er geen verschillen tussen deze afdruktechnieken. Er hoeft niet per se een individuele lepel vervaardigd te worden, een harde confectielepel is namelijk net zo precies. Voor het afdrukmateriaal kan gekozen worden tussen polyether of additiesilicoon. De uiteindelijk voorziening kan verschroefd of gecementeerd worden. Dit is onder andere afhankelijk van de eventuele plaats van het schroefgat. Het meest voorkomende probleem bij implantaatkronen is de porseleinbreuk.
Prof. dr. Marco S. Cune is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.
Sandy van Teeseling studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en deed zijn specialisatie orthodontie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hierna vestigde hij zich als orthodontist in Haarlem. Reeds geruime tijd is hij als consulent orthodontist verbonden aan diverse interdisciplinaire teams. Momenteel is hij ook als medewerker verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam en de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zijn interesse ligt de laatste jaren vooral bij de (interdisciplinaire) behandeling van patiënten, waarbij het onderling afstemmen van de diverse behandelingen (paro, implanto, ortho, restauratief en chirurgie) van het grootste belang is. Hij geeft voordrachten en cursussen op het gebied van de interdisciplinaire behandeling.
Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al zn facetten, georganiseerd door NVT NVvE NVVRT NVvK VvO NVMKA RTV NVM
12 mei wordt de campagne de Europese dag van de Parodontologie gelanceerd met de slogan “Gezond tandvlees voor een beter leven”.
Europese Federatie voor Parodontologie
De campagne is opgezet door de Europese Federatie voor Parodontologie (EFP). Het doel van de campagne is om mensen er bewust van te maken dat een goede gezondheid van het tandvlees een effectieve manier is om de mondgezondheid en de algemene gezondheid te verbeteren. Door de bewustwording zouden ook agressieve of chronische tandvleesaandoeningen tijdig kunnen worden behandeld.
Parodontitis
Parodontitis is een van de meest voorkomende infectieziekten ter wereld. Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat ruim 80% van de EU-burgers ouder dan 35 jaar lijdt aan een vorm van tandvleesontsteking. Met de parodontale bewustwordingscampagne wordt ook het verband aangetoond tussen parodontitis en ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten.
17 juni
De EFP organiseert op 17 juni een bijeenkomst in het Europees Parlement in Brussel om de rol van parodontologie in de algemene- en volksgezondheid onder de aandacht te brengen bij leden van het Europees Parlement, leden van de Europese Commissie en andere belanghebbenden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/120620998-mond-spiegel-vierkant-5001.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002020-11-11 13:36:5012 mei: De Europese dag van de Parodontologie
De man die zijn tandarts onlangs met een hamer sloeg is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, meldt RTVUtrecht.
De tandarts wilde de man niet behandelen wegens niet betalen van rekeningen. De man was het daar niet mee eens en wachtte de tandarts in de ochtend op en sloeg hem vervolgens twee keer met een hamer op zijn hoofd. De tandarts herkende zijn patiënt en kon daarmee aangifte doen.
De man mag van de rechter ook geen contact meer met de tandarts hebben. De man is veroordeeld tot poging tot doodslag.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/13941985-s-recht-5005.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002016-05-27 13:29:38Drie jaar gevangenisstraf voor man die tandarts met hamer sloeg
Het ontwikkelen van innovatieve tandenborstels en pastas kost veel tijd, vanwege de lange testprocedure. Een nieuwe uitvinding brengt hier echter nu verandering in.
Langdurig proces Er komt veel kijken bij het ontwikkelen van een nieuw tandheelkundig product. Een tandenborstel of tandpasta kan het gebit op allerlei verschillende manieren beïnvloeden, en moet daarom ook uitvoerig getest worden om er zeker van te zijn dat zon product alleen maar goede dingen aanricht, en niks slechts. Dit kan soms heel lang duren.
Simulatie Een nieuwe simulatie kan hier echter verandering in brengen. De simulatie heeft het vermogen om onder andere de vorm van de borstelharen of de grootte van de slijpende deeltjes in kaart te brengen, inclusief de mogelijkheid om deze met een klik te veranderen. Hierdoor kan de kwaliteit van nieuwe tandheelkundige producten makkelijk worden verhoogd en sneller op de markt worden gebracht.
Kwalitatieve vooruitgang Het systeem werd ontwikkeld door onderzoekers van het Fraunhofer Instituut voor Mechanica van Materialen in Freiburg. Met onze methode kan een fabrikant van tandheelkundige producten snel, goedkoop en betrouwbaar de invloed van verschillende elementen van het reinigen detecteren, aldus Dr. Christian Nutto. Dit uit zich vervolgens weer in de kwaliteit van de producten, omdat allerlei mogelijk problemen zo snel en makkelijk kunnen worden opgespoord, voordat een product daadwerkelijk ontwikkeld hoeft te zijn.
Onderzoekers hebben een verband aangetoond tussen het gebruik van bisfosfonaten en een endodontische behandeling. Uit het onderzoek blijkt dat een patiënt die minder dan een jaar bisfosfonaat gebruikt, grotere kans heeft op een succesvolle endodontische behandeling dan een patiënt die langer dan een jaar de medicijnen gebruikt. Bisfosfonaten worden voorgeschreven tijdens de behandeling van een aantal botziekten.
Onderzoek De onderzoekers hebben gegevens van 24 patiënten onderzocht die een wortelkanaalbehandeling zijn ondergaan in de periode 2008-2012. Alle patiënten kregen destijds om de drie weken 4 mg bisfosfonaat (zoledronaat). De onderzoekers hebben met behulp van digitale röntgenfotos bepaald of de wortelkanaalbehandeling na een jaar succesvol is geweest. Dit hebben zij bepaald aan de hand van een score: totale genezing (functionele tand met weinig of geen apicale laesie), functionele genezing (functionele tand met apicale laesie) of geen genezing (niet-functionele tand).
Resultaten Patiënten die significant vaker scoorden op geen- of functionele genezing, blijken langer dan een jaar bisfosfonaat te hebben ingenomen. Op basis van deze bevindingen concluderen de onderzoekers dat er een verband is tussen de succesfactor van een wortelkanaalbehandeling en langdurig gebruik van de medicijnen: patiënten die minder dan een jaar bisfosfonaat gebruiken, hebben een grotere kans op een succesvolle wortelkanaalbehandeling.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/wortelkanaal4.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002016-05-27 13:30:36Verband aangetoond tussen bisfosfonaten en een succesvolle wortelkanaalbehandeling
De FGDP, een Britse beroepsvereniging van tandartsen, is geschokt door de grote hoeveelheden suiker die in verschillende hete dranken blijken te zitten, zoals is gebleken uit een enquête.
Meer dan dagelijkse aanbevolen hoeveelheid Uit een enquête bij 131 populaire cafés in het Verenigd Koninkrijk is gebleken dat een derde van de onderzochte drankjes wel 100 gram suikers bevatte. Dit is meer dan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid suiker voor een volwassene wat niet zou moeten kunnen, aldus de FGDP. Zij stellen voor om zo snel mogelijk grote maatregelen te nemen hiertegen, inclusief een belasting op suiker bevattende drankjes.
Ziek door suiker Suiker draagt een groot deel bij aan dagelijkse ziektegevallen, inclusief tandbederf, obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en verschillende vormen van kanker, aldus FGDPs Dr. Mick Horton. Mensen mogen dan wel steeds bewuster zijn van suiker in frisdrank, zij zijn dit hoogstwaarschijnlijk nog niet van diezelfde hoeveelheden suiker in hete dranken.
Label Mensen zouden de kans moeten hebben om beter geïnformeerde keuzes te maken, en moeten worden aangemoedigd om gezonde keuzes te maken. Dit soort producten zouden een duidelijk label moeten krijgen met daarop de vermelding van de grote hoeveelheid suiker.
Overheid De FGDP denkt dat een belasting op suikerrijke drankjes al zou helpen met het bewegen van mensen richting gezondere alternatieven. Dit niet per sé vanwege de prijs, maar voornamelijk vanwege de boodschap die hierachter verborgen zit.
Wetenschappers hebben een nieuwe methode ontwikkeld voor de kwaliteitsverbetering van keramisch materiaal voor de productie van implantaten. Het onderzoek is gepubliceerd in Scientific Reports.
Nieuwe methode Wetenschappers van de Friedrich-Schiller-Universität Jena hebben in samenwerking met het Spaanse Instituto de Ciencia de Materiales een methode ontwikkeld voor kwaliteitsverbetering van het keramisch materiaal bestaande uit zirkoniumoxide en aluminiumoxide. Met deze methode is het keramiek aanzienlijk sterker en beter bestand tegen veroudering.
Materialen Steeds vaker wordt een mengsel van zirkoniumoxide en aluminiumoxide als keramisch materiaal gebruikt bij de productie van implantaten door de goede biocompatibiliteit, hoge slijtvastheid en hoge corrosiebestendigheid. Met behulp van de nieuw ontwikkelde technologie worden deze eigenschappen versterkt, door onder andere de homogeniteit van het mengsel te verbeteren.
LAVA Het poedermengsel bestaande uit yttrium, zirconium en aluminiumoxide wordt verdampt met behulp van een “verdamping-laser” (LAVA) waarna bij afkoeling de kleine druppeltjes stollen tot nanodeeltjes. De nanodeeltjes worden vervolgens gesinterd bij meer dan 1000 graden Celsisus. Het gehele proces leidt uiteindelijk tot een zeer homogeen keramisch materiaal met een zeer fijne korrel. In vergelijking met het huidig beschikbaar keramisch materiaal, neemt met behulp van de nieuwe technologie de sterkte met ongeveer 50 procent toe en heeft het materiaal ook een betere breuktaaiheid.
Schaal De nieuwe methode is onderzocht op laboratoriumschaal. De wetenschappers zijn ervan overtuigd dat de productie van het keramisch materiaal ook op grote schaal mogelijk is.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/implantaat-5001.gif480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002016-05-27 13:29:50Nieuwe technologie voor kwaliteitsverbetering van implantaten
70% van de Engelse tandartsen heeft aangegeven dat zij negatief zouden adviseren als vrienden of familieleden overwegen om tandarts te worden. Dat blijkt uit een peiling van de National Health Services in Engeland (NHS).
Peiling De peiling werd gehouden om inzicht te krijgen over de ervaringen van de mondzorgprofessionals met het gezondheidssysteem (NHS). 590 tandheelkundige professionals hebben hier aan deelgenomen en zijn onder andere gevraagd naar hun toekomstige loopbaan, de inschatting van de toekomst van NHS en naar hun patiënten tevredenheid.
Resultaten De resultaten zullen worden voorgelegd aan een panel bestaande uit tandheelkundige professionals, die zal debatteren over de betekenis en de gevolgen voor de toekomst van het NHS. De bevindingen van het panel worden vervolgens gedeeld met alle mondzorgprofessionals in het Verenigd Koninkrijk.
Poll Zou u uw beroep als tandarts of mondhygiënist aan uw familie en vrienden adviseren? Laat het ons weten via deze poll. Klik hier als tandarts Klik hier als mondhygiënist
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/vraag.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002016-05-27 13:29:5070% van de Engelse tandartsen raadt het beroep niet aan
Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaat uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.
Verslag van de lezing van Martine Oosterloo, spoedeisende hulp arts, tijdens het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.
Wat kan een tandarts systematisch doen in de tijd totdat de spoedeisende hulp er is?
Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaan uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.
Bij een gecollabeerde patiënt moet het volgende protocol in acht genomen worden:
Spreek de patiënt aan.
Kijk, luister en voel de ademhaling, maximaal 10 seconden.
Indien geen ademhaling: Start reanimatie/BLS-AED en bel 112.
Indien wel een ademhaling: Zoek hulp en bel 112. Voer de ABCDE uit.
ABCDE
A =Airway
Zorg dat de luchtweg vrij is. Eventueel slijm of bloed of braaksel kan weggezogen worden. Om de luchtweg meer ruimte te geven kan de kaak naar voren worden gehouden.
B = Breathing
Om te erachter te komen of er ademhaling is, moet er naar de patiënt worden gekeken, geluisterd en gevoeld. Indien geen ademhaling: start BLS. Zeer trage ademhaling: overweeg beademen.
C= Circulation
Om te controleren of er sprake is van circulatie zijn ook de zintuigen belangrijk. In de hals kan gevoeld worden of er sprake is van een hartslag. Verder zijn kleur, duizeligheid en zweten belangrijke factoren waar naar gekeken kan worden. Wanneer een patiënt zweet dan is dit een alarm signaal. Leg de patiënt plat, eventueel met de benen omhoog, bij een zwakke pols. Geen pols of tekenen van leven (meer)?: start BLS.
D = Disability
Hier wordt gekeken naar reactie van de patiënt. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken naar bewustzijnsniveau (indien gedaald, denk bv aan hypoglycaemie) en/of de patiënt zijn/haar ledematen symmetrisch kan bewegen (CVA).
E = Exposure
Hier wordt gelet op huidafwijkingen en temperatuur van de patiënt. Dit kan bijvoorbeeld wijzen op een allergische reactie of anafylactische shock. Bij een anafylactische shock moet er een epipen/adrenaline 300 mcg intramusculair toegediend worden en direct 112 gebeld worden.
Noodset in de tandartspraktijk
Een noodset in de tandartspraktijk kan in acute situaties zeer van toepassing zijn. Hierin hoort bijvoorbeeld de epipen, glucagon en nitroglycerine. Veel praktijken hebben ook een AED. Open de discussie in uw praktijk(groep), eventueel in samenwerking met de lokale apotheek of huisartsenpraktijk, over hoe u een dergelijke noodset kunt onderhouden. Train uw EHBO- vaardigheden regelmatig.
Martine Oosterloo is Emergency Physician/SEH-arts KNMG bij UMCG, Instructeur ALS, SBMS, CRM bij University Medical Center Groningen en Instructeur Advanced Life Support bij OSG VvAA, Voorzitter Centrale VIM Commissie bij Ambulance Zorg, Transformationeel trainer & coach bij Closing-the-loop training&coaching
Verslag door Marieke Filius, onderzoeker MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/tandarts-400.jpg231399dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002018-09-03 12:17:52Wat te doen bij acute medische noodsituaties?
Patiënten met een chronische nierziekte hebben een hoger sterfterisico als zij ook lijden aan parodontitis. Dit blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek in de Journal of Clinical Periodontology.
Onderzoek Gegevens van bijna 14.000 Amerikaanse deelnemers aan de US-based Third National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III) zijn geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat in de periode van 10 jaar, 42% van het aantal patiënten met parodontitis en een chronische nierziekte is overleden. Ter vergelijking, in dezelfde periode was 32% van de nierpatiënten zonder parodontitis overleden.
Risico Steeds meer onderzoeken suggereren dat parodontitis een risicofactor is voor verschillende ziekten zoals diabetes of hart- en vaatziekten. Vervolgonderzoek op basis van de huidige bevindingen zal moeten uitwijzen of er een causaal verband is tussen parodontitis en nierziekten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/mondzorg-5004.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002016-05-27 13:29:56Hoger sterfterisco bij nierpatiënten met parodontitis
Arbeidsgerelateerde fysieke klachten bij tandartsen, assistenten en mondhygiënisten worden met name veroorzaakt door een combinatie van een statische werkwijze en langdurig zitten. Waardoor ontstaat pijn in de rug en hoe kunt u dit voorkomen?
Een zeer hoog percentage van tandartsen (65%) en mondhygiënisten (90%) ervaart fysieke klachten bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden. Dit hoge percentage klachten beïnvloedt het werk op een negatieve manier. Onderzoek heeft aangetoond dat dit zelfs de belangrijkste reden is voor tandartsen om eerder te stoppen met werken (Brown, 2010).
Risico op rugklachten
Arbeidsgerelateerde klachten bij tandartsen, assistenten en mondhygiënisten worden met name veroorzaakt door combinatie van een statische werkwijze en langdurig zitten. Het werk is zeer precies, op een klein oppervlak en vergt vaak veel concentratie. De plaatsing en welzijn van de patiënt is een complicerende factor.
De spieren worden vaak langdurig en eenzijdig aangespannen, al dan niet in combinatie met een ongunstige werkhouding. Hierdoor werkt de spierpomp onvoldoende en hopen stofwisselingsproducten zich op in het weefsel. Dit veroorzaakt pijn, vermoeidheid, een nog hogere spierspanning en zelfs pathologische veranderingen in spieren, pezen, kapsel, banden en gewrichten.
Voorkom belastende houdingen Pijn in de rug komt veelvuldig voor. De pijn kan bijvoorbeeld ontstaan door:
Overbelasting van aanhechtingen
Te sterk aangespannen rugspieren (krampachtige houding)
Overbelasting van de tussenwervelschijven
Artrose
Om overbelasting van de tussenwervelschijven goed te begrijpen, kijken we naar de intradiscale drukmeting van Nachemson.
In deze figuur wordt duidelijk dat zitten een zware belasting is voor de rug. Van nature heeft de rug een holling in de onderrug, een lichte bolling in de bovenrug en een holling in de nek (S-vorm). In deze stand wordt de rug optimaal belast en is de druk op de tussenwervelschijven gelijkmatig. In de zittende houding (ook al zit u rechtop), is het moeilijker deze S-vorm in stand te houden. De rug wordt vaak gebogen in een C-vorm, waardoor de druk op de tussenwervelschijven flink toeneemt. Met name de onderrug wordt in deze houding overbelast. In combinatie met (latero)rotatie (buigen en draaien) van de rug, neemt de belasting exponentieel toe.
Hierdoor kunnen diverse fysieke klachten ontstaan, zoals overbelasting van spieren en pezen, HNP (hernia) en een verhoogde druk op inwendige organen waardoor de bloedcirculatie achteruit gaat. Dit kan ook een verhoogde bloeddruk als gevolg hebben.
Goed zitten
Begin bij een goede basishouding. Plaats de voeten stevig op de grond, op heupbreedte. De kniehoek is ongeveer 110 graden of iets meer. Zit achterop de stoel en gebruik afwisselend wel en geen lendesteun. Zit in een ontspannen, actieve houding (S-vorm). De rug mag 10-20 graden naar voren buigen, maar voorkom (latero)rotatie. Om de S-vorm goed in stand te houden en de druk op de onderste tussenwervelschijven te verminderen, dient u de buikspieren licht aan te spannen. Werk altijd dynamisch en wissel houdingen af.
De juiste zithoudingBuikdruk vermindert druk op
tussenwervelschijven
Voorkom en verminder rugklachten door minimaal 1x per week de rug te trainen, thuis of in de sportschool. Doe vooral oefeningen om de grote rugspieren te versterken en ook de rompstabiliteit voor de kleine spieren (balansoefeningen, zitten op een skippybal). Vraag een instructeur, fysiotherapeut of goede personal trainer om advies.
Tips
Zitten is belastend, dus werk dynamisch. Haal zelf de patiënt uit de wachtkamer en sta tijdens de behandeling op om iets te pakken. Beweeg de rug tijdens een gesprek met de patiënt.
Zit afwisselend rechtop met rugleuning en actief zonder rugleuning.
Zoek altijd naar een symmetrische houding. Verplaats de patiënt zoveel als mogelijk, zodat u altijd loodrecht op het werkveld kijkt.
Probeer lange en korte behandelingen af te wisselen. Bespreek uw agendaplanning met uw balieassistent.
Rooster een lunchwandeling in.
Bronnen: Winkel en Aufdemkampe: Orthopedische geneeskunde en manuele therapie, Nachemson A: The load on lumbar discs in different positions of the body, Hokwerda en de Ruijter, innemen van een gezonde zittende houding bij patiëntbehandeling Fotocredit: Kenniscentrum RUG dentale ergonomie
Door: Amber Elings, ergonomiedeskundige en bedrijfsoefentherapeut specialist in tandheelkundige ergonomie, Aeflex. Gezond, comfortabel en klachtenvrij werken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/rug-500.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-09 00:00:002024-11-06 12:50:09Rugklachten voorkomen door goed zitten
In de dagelijkse praktijk zien we veel patiënten met botverlies in de kaak. Dit treedt op bij ontstekingen, kaakcystes en tumorinvasie in bot. Ook kennen we situaties waarbij bot niet meer resorbeert. Wat zijn de mechanismen van het verdwijnen van bot en hoe kunnen medicijnen dit beïnvloeden?
In de dagelijkse praktijk van tandarts en kaakchirurg zien we veel patiënten met botverlies in de kaak. Zo treedt dit op bij ontstekingen, kaakcystes en tumorinvasie in bot. Daarnaast kennen we situaties waarbij bot niet meer resorbeert. Wat zijn de mechanismen van het verdwijnen van bot en hoe kunnen medicijnen dit beïnvloeden? Verslag van de lezing van oncoloog dr. Max Witjes. Met enkele klinische beelden.
De mechanismen van botremodelering Resorptie van het bot gebeurd alleen door osteoclasten. Tot op heden is alleen van deze cellen bekend dat ze dit kunnen. De werkwijze van deze cellen is dat ze aan het bot hechten, een seal-zone onder de cel maken en in deze zone, HCl en proteasen uitscheiden die het bot (het HCl het hydroxyapatiet en de proteasen het collageen) vervolgens oplossen.
Een defect wordt weer gerepareerd door osteoblasten. Osteoblasten bouwen het botweefsel op door eerst osteoid af te scheiden waarna het osteoid calcificeert. Door calcificatie (vorming van hydroxyapatiet) verhardt het osteoid. Soms kunnen gebieden waar dergelijke botombouw heeft plaatsgevonden zichtbaar zijn op een röntgen foto. Vaak is er dan een dichtere botstructuur die als een opaciteit zichtbaar is. In feite is dit een litteken in het bot. Dit heet ook wel een endostosis of osteopetrotisch litteken. Voorbeelden hiervan op röntgenfotos worden getoond.
Wat zet aan tot remodelering?
De aansturing van botremoddeling gebeurd door de osteoblast. Dit is de centrale cel in afbraak en aanmaak van bot. Signaalmoleculen geproduceerd door de osteoblast (RANK ligand, ofwel RANK-L) zetten monocyten in het bloed aan om te fuseren tot een meerkernige osteoclast met RANK receptoren. RANK-L is een eiwit dat wordt afgegeven door osteoblasten en is belangrijk bij de vorming en regulatie van osteoclast activiteit. Osteoprotegerin (OPG) is een ander eiwit dat wordt afgegeven door de osteoblasten en de binding tussen RANK-L en de RANK receptor blokkeert, doordat OPG bindt aan RANK-L. Indien er veel RANK-L aanwezig is, is er sprake van meer osteoclast activiteit – en dus meer botresorptie – dan als er minder RANK-L aanwezig is.
Bot weg
Iedere pathologische conditie in het kaak kent een ander mechanisme van verstoren van de normale botremoddeling. Bijvoorbeeld bij infectie kunnen bacteriën stimuleren de productie van RANK-L. Vanuit de reumatologie is bekend dat B- en T-cellen vermoedelijk de osteoblast en osteoclast kunnen stimuleren tot resorptie.
Bij cysten wordt de druk die de cyste op het bot uitoefent geregistreerd door osteocyten in het bot – door de groei van de cyste – en stimuleren hierbij de RANK-L productie. Ter verduidelijking kun je het effect laten zien als de cystewand geopend wordt en gezorgd wordt dat de wand open blijft d.m.v. een pelotte. Als je de druk wegneemt hiermee stopt de botresorptie en vindt er weer botformatie plaats en kan de cyste kleiner worden (marsipualisatie van de cyste).
Tumoren kunnen parathormoon-achtige signaalmoleculen uitscheiden die vervolgens de osteoblast stimuleren om osteoclasten te vormen. Hiermee kan de tumor verder het bot in groeien.
Bot niet weg
Veel kennis over bot resorptie is opgedaan bij genetische afwijkingen en bijwerkingen van medicijnen.
Zo zijn er enkele genetische afwijkingen die leiden tot zeer dicht bot of een overmaat aan bot.
Genetische afwijkingen die leiden tot metabole stoornissen in de osteoclast.
Osteopetrose: er is geen HCl productie in de osteoclast. Hierdoor is er een slechte resorptie van bot. Hierdoor ontstaan abnormaal grote botten waarbinnen er weinig ruimte is voor merg. Als de osteopetrose ernstig is dan blijft er zo weinig merg over dat vaak kinderen op jonge leeftijd al overlijden aan de gevolgen van anemie of infecties.
Pycnodysostosis: De osteoclast produceert geen cathepsine K (breekt collageen af)
Hierdoor ontstaat dicht bot, wat erg gevoelig is voor osteomyelitis. Er is minder merg maar dit leidt bij deze ziekte niet tot ernstige anemie. Wel zijn de patiënten vaak klein van lengte. De botten zijn vaak erg bros en breken makkelijk. Bij de casus die werd getoond bleek dat er ook geen paranasale sinussen waren aangelegd.
Ziekte Van Buchem, een afwijking die vooral aanwezig is in populaties waar veel incest/inteelt is.
Er is een afwijking in het eiwit sclerostine, wat normaliter een stop signaal geeft aan de osteoblasten bij de aanmaak van osteoid. De vorming van osteoid gaat door en dit leidt tot vormafwijkingen van het skelet waarbij gigantiforme kaken ontstaan. Erg dicht bot met een forse toename van de botmassa. Doordat de vorming van bot doorgaat gaan de kanalen dicht waar hersenzenuwen door lopen. Hierdoor treedt er compressie van de hersenzenuwen (kan leiden tot uitval van de nervus facialis en de nervus acusticus)
Metabole stoornissen kunnen leiden tot een tekort aan bot resorptie. Door medicatie gebruik zoals bisfosfonaten, die worden voorgeschreven om bot afbraak tegen te gaan bij osteoporose, of het voorkomen van pathologische fracturen zoals bij /ziekte van Kahler.
Bisfosfonaten binden zich aan calcium en bij een actieve osteoclast worden de bisfosfonaten opgenomen in de cel. Hierdoor treedt apoptose van de osteoclast op. Dit vermindert/stopt de botresorptie. Als er langdurig en voornamelijk intraveneus bisfosfonaten zijn gegeven dan leidt dit tot een afname van de botresorptie, ook wanneer resorptie wel wenselijk is. Hierdoor vindt er bij een extractie geen botremodelering plaats en priemt het scherpe bot door de dunne mucosa heen. Het bot heeft daardoor geen mogelijkheid om goed te helen.
Voorbeelden botafwijkingen op een OPG
Er worden enkele voorbeelden gegeven van botafwijkingen waarbij ongeremde botafbraak is waarvan de oorzaak niet goed bekend is (Gorhams disease of Vanishing bone disease) Verder worden er voorbeelden getoond van osteopetrotische littekens en cementomen en fibro osseuze laesies.
Max Witjes is kaakchirurg-oncoloog bij het UMCG.
Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.