Verband aangetoond tussen bisfosfonaten en een succesvolle wortelkanaalbehandeling

Onderzoekers hebben een verband aangetoond tussen het gebruik van bisfosfonaten en een endodontische behandeling. Uit het onderzoek blijkt dat een patiënt die minder dan een jaar bisfosfonaat gebruikt, grotere kans heeft op een succesvolle endodontische behandeling dan een patiënt die langer dan een jaar de medicijnen gebruikt. Bisfosfonaten worden voorgeschreven tijdens de behandeling van een aantal botziekten.

Onderzoek
De onderzoekers hebben gegevens van 24 patiënten onderzocht die een wortelkanaalbehandeling zijn ondergaan in de periode 2008-2012. Alle patiënten kregen destijds om de drie weken 4 mg bisfosfonaat (zoledronaat). De onderzoekers hebben met behulp van digitale röntgenfoto’s bepaald of de wortelkanaalbehandeling na een jaar succesvol is geweest. Dit hebben zij bepaald aan de hand van een score: totale genezing (functionele tand met weinig of geen apicale laesie), functionele genezing (functionele tand met apicale laesie) of geen genezing (niet-functionele tand).

Resultaten
Patiënten die significant vaker scoorden op geen- of functionele genezing, blijken langer dan een jaar bisfosfonaat te hebben ingenomen. Op basis van deze bevindingen concluderen de onderzoekers dat er een verband is tussen de succesfactor van een wortelkanaalbehandeling en langdurig gebruik van de medicijnen: patiënten die minder dan een jaar bisfosfonaat gebruiken, hebben een grotere kans op een succesvolle wortelkanaalbehandeling.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Endodontie, Thema A-Z

70% van de Engelse tandartsen raadt het beroep niet aan

70% van de Engelse tandartsen heeft aangegeven dat zij negatief zouden adviseren als vrienden of familieleden overwegen om tandarts te worden. Dat blijkt uit een peiling van de National Health Services in Engeland (NHS).

Peiling
De peiling werd gehouden om inzicht te krijgen over de ervaringen van de mondzorgprofessionals met het gezondheidssysteem (NHS). 590 tandheelkundige professionals hebben hier aan deelgenomen en zijn onder andere gevraagd naar hun toekomstige loopbaan, de inschatting van de toekomst van NHS en naar hun patiënten tevredenheid.

Resultaten
De resultaten zullen worden voorgelegd aan een panel bestaande uit tandheelkundige professionals, die zal debatteren over de betekenis en de gevolgen voor de toekomst van het NHS. De bevindingen van het panel worden vervolgens gedeeld met alle mondzorgprofessionals in het Verenigd Koninkrijk.

Poll
Zou u uw beroep als tandarts of mondhygiënist aan uw familie en vrienden adviseren? Laat het ons weten via deze poll.
Klik hier als tandarts
Klik hier als mondhygiënist

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Niet aangelegde premolaren: interdisciplinaire aanpak

Wanneer een premolaar agenetisch blijkt te zijn, dan zijn er verschillende behandelopties mogelijk. Welke tijdelijke en definitieve oplossingen zijn er? Verslag van de lezing van Marco Cune en Sandy van Teeseling.

Als de resorptie van het melkelement uitblijft en deze nog in goede conditie is, kan dit element zo lang mogelijk behouden blijven. Een melkmolaar gaat echter vaak niet een leven lang mee en daarom moet er ook nagedacht worden over andere (definitieve) behandelopties. Het profiel van de patiënt speelt een belangrijke rol in de behandelkeuze. Indien het mogelijk is het diasteem orthodontisch te sluiten dan is dit de voorkeurskeuze. Ook kan er gekozen worden voor de vervaardiging van een conventionele- of etsbrug, autotransplantatie of voor implantologie.

Tijdelijke oplossing

Melkmolaren
Wanneer een premolaar agenetisch is, kan het melkelement op deze plaats nog jaren zonder problemen functioneren. Er zijn echter een aantal aspecten waar rekening mee gehouden moet worden.

Het occlusale niveau neemt bij melkmolaar toe met 1 millimeter, de melkmolaar ligt dus lager dan zijn blijvende buurelementen. Een gevolg hiervan kan zijn dat er overkanteling plaatsvindt van de blijvende molaren. Ook kan de antagonist erupteren. Om dit te voorkomen moet de melkmolaar opgebouwd worden met composiet.

Belangrijk om te weten is of het element meegroeit en niet ankylotisch is. Het verloop van het botniveau op de röntgenfoto is hier een goede indicator voor. Als het botniveau horizontaal loopt, zijn er geen problemen. Als er een verticaal botdefect ontstaat dan moet het melkelement worden geëxtraheerd om te voorkomen dat er een plaatselijk botdefect ontstaat. Dit zou problemen op kunnen leven bij het plaatsen van een implantaat.

Geconcludeerd kan worden dat melkmolaren een goede prognose hebben. 90% van de melkmolaren is op 28-jarige leeftijd nog aanwezig.
De mesiodistale dimensie van een melkmolaar is 9 millimeter, die van een premolaar is 6 millimeter. Wanneer er op latere leeftijd een implantaat geplaatst gaat worden kan er dus gekozen worden om de mesiodistale dimensie alvast te verkleinen.

Definitieve oplossingen

Brug
De 10-jaarsoveleving van een conventionele brug is 89%. De 5-jaarssuccespercentage van een glasvezelbrug is 50%. Een brug is dus niet de voorkeursbehandeling.

Autotransplantatie
Soms zijn in de ene tandboog te weinig elementen aanwezig en zijn er in de andere tandboog te veel. Een goede oplossing hiervoor is autotransplantatie: het verplaatsen van een blijvend element van de ene naar de andere tandboog of binnen de tandboog. Voor een succesvolle autotransplantatie moet de wortel van het element voor tweederde tot drievierde afgevormd zijn en moet er atraumatsich geëxtraheerd worden om het parodontaal ligament niet te beschadigen. Op de receptorplaats moet voldoende bot aanwezig zijn. Het element wordt geplaatst op het niveau van het ontwikkelingsstadium. Het succespercentage ligt boven de 90. Een risico van autotransplantatie is het ontstaan van ontstekings- of wortelresorptie.

Implantologie
Het plaatsen van een implantaat is een andere behandeloptie. Soms kan in de bovenkaak bij een beperkte bothoogte beter gekozen worden voor het plaatsen van een kort implantaat om een sinusbodemlift te voorkomen. In gevallen waar dit niet mogelijk is, moet getracht worden de sinusbodemelevatie te combineren met het plaatsen van het implantaat. Dit levert drie maanden winst op. Een boormal is belangrijk bij het plaatsen van de implantaten.

In de postoperatieve fase moet er eerst een afdruk worden gemaakt. Er kan zowel gekozen worden voor een open- als een gesloten lepel techniek. Volgens onderzoek zijn er geen verschillen tussen deze afdruktechnieken. Er hoeft niet per se een individuele lepel vervaardigd te worden, een harde confectielepel is namelijk net zo precies. Voor het afdrukmateriaal kan gekozen worden tussen polyether of additiesilicoon. De uiteindelijk voorziening kan verschroefd of gecementeerd worden. Dit is onder andere afhankelijk van de eventuele plaats van het schroefgat. Het meest voorkomende probleem bij implantaatkronen is de porseleinbreuk.

Prof. dr. Marco S. Cune is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Sandy van Teeseling studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en deed zijn specialisatie orthodontie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Hierna vestigde hij zich als orthodontist in Haarlem. Reeds geruime tijd is hij als consulent orthodontist verbonden aan diverse interdisciplinaire teams. Momenteel is hij ook als medewerker verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU Medisch Centrum te Amsterdam en de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zijn interesse ligt de laatste jaren vooral bij de (interdisciplinaire) behandeling van patiënten, waarbij het onderling afstemmen van de diverse behandelingen (paro, implanto, ortho, restauratief en chirurgie) van het grootste belang is. Hij geeft voordrachten en cursussen op het gebied van de interdisciplinaire behandeling.

Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT – NVvE – NVVRT – NVvK – VvO – NVMKA – RTV – NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
tandarts

Wat te doen bij acute medische noodsituaties?

Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaat uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Verslag van de lezing van Martine Oosterloo, spoedeisende hulp arts, tijdens het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

Wat kan een tandarts systematisch doen in de tijd totdat de spoedeisende hulp er is?
Wanneer er een acute medische noodsituatie (bijvoorbeeld het wegvallen van de patiënt) zich voordoet in de praktijk dan is het goed om te onthouden dat de tandarts niet moet gaan uitzoeken wat er precies aan de hand is. Door de ABCDE (hieronder uitgelegd) stap voor stap na te lopen, kan de tandarts de acute situatie onder controle houden totdat er medische hulp aanwezig is. Met de ABCDE wordt datgene behandeld waar de patiënt het eerst dood van gaat, wordt de situatie niet erger gemaakt en kan er op tijd en gericht hulp gezocht worden.

Bij een gecollabeerde patiënt moet het volgende protocol in acht genomen worden:

  1. Spreek de patiënt aan.
  2. Kijk, luister en voel de ademhaling, maximaal 10 seconden.
    Indien geen ademhaling: Start reanimatie/BLS-AED en bel 112.
    Indien wel een ademhaling: Zoek hulp en bel 112. Voer de ABCDE uit.

ABCDE

  • A =Airway
    Zorg dat de luchtweg vrij is. Eventueel slijm of bloed of braaksel kan weggezogen worden. Om de luchtweg meer ruimte te geven kan de kaak naar voren worden gehouden.
  • B = Breathing
    Om te erachter te komen of er ademhaling is, moet er naar de patiënt worden gekeken, geluisterd en gevoeld. Indien geen ademhaling: start BLS. Zeer trage ademhaling: overweeg beademen.
  • C= Circulation
    Om te controleren of er sprake is van circulatie zijn ook de zintuigen belangrijk. In de hals kan gevoeld worden of er sprake is van een hartslag. Verder zijn kleur, duizeligheid en zweten belangrijke factoren waar naar gekeken kan worden. Wanneer een patiënt zweet dan is dit een alarm signaal. Leg de patiënt plat, eventueel met de benen omhoog, bij een zwakke pols. Geen pols of tekenen van leven (meer)?: start BLS.
  • D = Disability
    Hier wordt gekeken naar reactie van de patiënt. Er kan bijvoorbeeld worden gekeken naar bewustzijnsniveau (indien gedaald, denk bv aan hypoglycaemie) en/of de patiënt zijn/haar ledematen symmetrisch kan bewegen (CVA).
  • E = Exposure
    Hier wordt gelet op huidafwijkingen en temperatuur van de patiënt. Dit kan bijvoorbeeld wijzen op een allergische reactie of anafylactische shock. Bij een anafylactische shock moet er een epipen/adrenaline 300 mcg intramusculair toegediend worden en direct 112 gebeld worden.

Noodset in de tandartspraktijk
Een noodset in de tandartspraktijk kan in acute situaties zeer van toepassing zijn. Hierin hoort bijvoorbeeld de epipen, glucagon en nitroglycerine. Veel praktijken hebben ook een AED. Open de discussie in uw praktijk(groep), eventueel in samenwerking met de lokale apotheek of huisartsenpraktijk, over hoe u een dergelijke noodset kunt onderhouden. Train uw EHBO- vaardigheden regelmatig.

Martine Oosterloo is Emergency Physician/SEH-arts KNMG bij UMCG, Instructeur ALS, SBMS, CRM bij University Medical Center Groningen en Instructeur Advanced Life Support bij OSG VvAA, Voorzitter Centrale VIM Commissie bij Ambulance Zorg, Transformationeel trainer & coach bij Closing-the-loop training&coaching

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Medische aspecten in de Tandheelkunde’ van de Stichting PAOT-Noord Nederland.

 

Lees meer over: Casus, Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z

Hoger sterfterisco bij nierpatiënten met parodontitis

Patiënten met een chronische nierziekte hebben een hoger sterfterisico als zij ook lijden aan parodontitis. Dit blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek in de Journal of Clinical Periodontology.

Onderzoek
Gegevens van bijna 14.000 Amerikaanse deelnemers aan de US-based Third National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES III) zijn geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat in de periode van 10 jaar, 42% van het aantal patiënten met parodontitis en een chronische nierziekte is overleden. Ter vergelijking, in dezelfde periode was 32% van de nierpatiënten zonder parodontitis overleden.

Risico
Steeds meer onderzoeken suggereren dat parodontitis een risicofactor is voor verschillende ziekten zoals diabetes of hart- en vaatziekten. Vervolgonderzoek op basis van de huidige bevindingen zal moeten uitwijzen of er een causaal verband is tussen parodontitis en nierziekten.

Bron:
The Journal of Clinical Periodontology

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Tarieven Tandtechniek in eigen beheer en Bijzondere tandheelkunde per 1 januari 2016

De NZA (Nederlandse Zorgautoriteit) heeft de tarieven voor Tandtechniek in eigen beheer en Bijzondere Tandheelkunde vastgesteld.

Bekijk de tarieven Tandtechniek in eigen beheer per 1 januari 2016

Bekijk de tarieven Bijzondere Tandheelkunde per 1 januari 2016


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
eklund-foundation

Eklund foundation website nu online

De stichting “Eklund Foundation for Odontological Research and Education”, opgericht om meer onderzoek en educatie op het gebied van tandheelkunde mogelijk te maken, heeft een nieuwe website gelanceerd; www.eklundfoundation.org.

De Stichting verwelkomt kandidaten uit alle gebieden van tandheelkunde en zal met name prioriteit geven aan projecten die gerelateerd zijn aan parodontologie, implantologie en cariologie. Aanvragen van onderzoekers op een Post Doctoriaal niveau genieten een voorrangspositie in de selectie.

Eklund Foundation zal in de loop van 2016 ongeveer 160.000 EUR / 1,5 MSEK investeren, verdeeld over één groot project en een klein aantal geselecteerde projecten.

Aanvragen voor financiering kunnen worden ingediend van 1 t/m 31 mei 2016. De geselecteerde kandidaten zullen in het najaar van 2016 bekend worden gemaakt.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Student 3d-print eigen beugel

Een 24-jarige Amerikaanse student kon niet naar een orthodontist en maakte daarom zijn eigen beugel met behulp van een 3d-printer.

Onzeker over gebit
Voor de 24-jarige Amos Dudley was het krijgen van een beugel bij een orthodontist financieel gezien geen optie. Een beugel was niet noodzakelijk voor zijn gebit, maar dit was wel iets wat hij zelf heel graag wilde. Hij geeft aan altijd al heel onzeker geweest over de scheve tanden in zijn gebit. “Ik glimlachte amper en dat kwam doordat ik niet tevreden was met mijn tanden.”

3d-printer
Zoekend naar een alternatief kwam hij er al snel achter dat zijn studie, digitaal ontwerp aan het New Jersey Institute of Technology, hier nog wel eens bij van pas kon komen. Hier had hij namelijk toegang tot een 3d-printer, wat hem de optie bood hiermee aan de slag te gaan.

Succesvol resultaat
Met plastic mallen creëerde hij 12 beugelsetjes waarna hij animaties gebruikte om de juiste aanpassingen toe te passen. Daarnaast maakte hij de beugel zo dat deze vrijwel onzichtbaar was. Alles bij elkaar kostte dit nog minder dan 60 dollar, met al na 16 weken positief resultaat.

Bron: Amos Dudley 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Steeds meer tandartsen hebben ruimte voor nieuwe patiënten

Meer mondzorgpraktijken nemen nieuwe patiënten aan vergeleken met enkele jaren geleden. Dit blijkt uit onderzoek van tandarts.nl.

Oorzaken uitbreiding patiëntenbestand
De dalende tarieven zijn waarschijnlijk een belangrijke oorzaak hiervan. Door uitbreiding van het patiëntenbestand blijft de praktijkomzet op peil. Ook zijn er steeds meer mondzorgpraktijken onderdeel van een keten waardoor meer eisen aan de productiviteit worden gesteld.

60% van de mondzorgpraktijken neemt nieuwe patiënten aan
Bij het onderzoek zijn de huidige cijfers van praktijken vergeleken met 2013 en 2012.  Hieruit komt naar voren dat 60% van alle praktijken nieuwe patiënten aanneemt, tegenover 46% in 2013 en 40% in 2012.

De gegevens zijn per provincie in kaart gebracht. In Limburg is het percentage praktijken dat nieuwe patiënten aanneemt het hoogst met 64%.



Bron:
Tandarts.nl

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
student

Blog: Zo word je als mondzorg- of tandheelkundestudent future proof

Ik heb regelmatig het genoegen studenten te mogen begeleiden bij hun onderzoek of stage. Hier mijn tips voor een optimale voorbereiding op stage en eerste baan.

Voor de studenten, maar ook leuk voor de praktijkbegeleiders, docenten en de instituten waaraan zij lesgeven. Een slimme jongen of meid, is op de toekomst voorbereid.

Wat zijn de waarden achter jouw motivatie?
Onthoud dat iedereen die voor de opleiding mondzorgkunde of tandheelkunde heeft gekozen initieel gemotiveerd is om deze af te maken. Motivatie is de wil om je doel te bereiken. Achter het behalen van dit doel kunnen verschillende waarden verscholen zijn.

Enkele waarden:

  • Erkenning krijgen
  • Status verkrijgen
  • Paps en mams gelukkig maken
  • Kennis vergaren over het onderwerp
  • Een leuke studententijd meemaken
  • Graag willen werken als tandarts of mondhygiënist

Vraag jezelf af: Waarom ben jij aan de opleiding begonnen?

Waar droom je van?
Maak een toekomst visie. Hoe ziet jouw afgestudeerde leven er straks uit?

Waar ben je goed in? Wat spreekt je aan in het werk? Wat hoort er bij het werk maar maakt je niet gelukkig en waar droom je van? Als het je lukt dit in kaart te brengen kan je toewerken naar een stageplaats en afstudeerstage die je helpt deze positie in de toekomst te bereiken.

Wat voel je?
Wetenschappelijk geschoolde mensen zijn meestal rationeel ingesteld. Tijdens de opleiding – vooral het wetenschappelijk onderwijs – wordt dit aspect zeer goed onderwezen. Maar in de praktijk kan je niets met alleen je ratio. Je moet ook weten wat je voelt. Zo moet een student kunnen voelen: Wat voel ik nu ik kritiek krijg op mijn handelen? Maakt het me blij, verdrietig, boos of bang? Je zult merken dat veel mensen – ook patiënten – niet weten wat ze voelen en dat terwijl ons handelen grotendeels wordt ingegeven door wat we voelen.

Overwin faalangst
Een tip voor opleidingen: laat de studenten testen op (sub-)assertiviteit en faalangst. Sub-assertieve en faalangstige studenten zullen meer moeite hebben door hun stage periode heen te komen, terwijl hier gewoon iets aan gedaan kan worden. Studenten kunnen ook zelf iets doen. Weet je dat je moeite hebt om voor jezelf op te komen of ben je bang om fouten te maken? Deze boekjes kunnen je waarschijnlijk op weg helpen:

Ik kan denken/voelen wat ik wil- Rene Diekstra

Denk je sterk- Sjoerd Swaen en Fred Sterk

Vergelijk jezelf niet met anderen
Zet docenten, praktijkbegeleiders en mede-studenten niet op een voetstuk. Respecteer ze om wat ze kunnen en weten, maar vergelijk je niet met hen. Als je jezelf met anderen vergelijkt, kan je je minderwaardig voelen Observeer goed wat je van die ander zou willen leren: Wat vind je dat die ander goed kan en wil je jezelf ook eigen maken?

Blijf zelfstandig nadenken
Er is niet één waarheid. Het is maar van welke kant je iets bekijkt en met welk doel. Vraag je praktijkbegeleiders waarom ze doen wat ze doen en waarom. Maar wees ook kritisch ten opzichte van de aangeboden lesstof op de opleiding. Wetenschap geeft niet overal antwoord op. Soms moeten we aannames maken en onze behandelstrategie opzetten met kennis die we hebben vanuit beperkt wetenschappelijk onderzoek, de fysiologie en praktijk.

Zorg voor een open houding
Blijf geïnteresseerd in de opinie van mensen die niet jouw gelijkgestemden zijn. Ook zij vertellen een verhaal. Probeer er achter te komen wat zij daadwerkelijk willen zeggen. Luister ook naar vakgenoten die in de eerste instantie niet jouw mening delen. Onderzoek hun argumentatie en schiet niet in de weerstand. Er zijn tal van voorbeelden uit het verleden waarbij theorieën, gedachten ervaringen van professionals zijn weggehoond en achteraf toch een waarheid bleken te bezitten. Zo vertelde professor Abbas mij tijdens een interview dat in 1986 de gedachte bestond dat voeding geen rol bij parodontitis speelde. De aandacht van de wetenschap lag vooral bij bacteriën in de tandplaque en het afweermechanisme. Nu bijna 30 jaar later laat het geen twijfel dat voeding een rol speelt bij parodontitis.

Door: Louise Witteman, diëtist. Zij ontwikkelde het boek de Voedingspiramide en is eigenaar van Robinhealthgames in het Verenigd Koninkrijk.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Aanvullend verzekerden: ruim 75% heeft dekking voor mondzorg

Aanvullend verzekerden: ruim 75% heeft dekking voor mondzorg

Meer dan 75% van de volwassenen met een aanvullende verzekering heeft een dekking voor mondzorg. Dit blijkt uit het rapport Zorgthermometer van Vektis.

Vergoeding tandheelkundige hulp
84% van alle Nederlanders heeft een aanvullende verzekering. Met name jongeren en mannen kiezen er vaker voor om geen aanvullende verzekering af te sluiten. Voor tandheelkundige hulp werd in 2014 gemiddeld 118,05 euro vergoed, wat ongeveer 5% meer is dan het jaar ervoor. In 2006 bedroeg de gemiddelde vergoeding hiervoor 83,96 euro.

Aandeel mondzorg
In totaal werd in 2014 3,7 miljard vergoed aan zorgkosten binnen de aanvullende verzekeringen. Bijna 45% hiervan is voor rekening van de mondzorg.

Bron:
Vektis

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

ONT-voorzitter Ralph Adolfsen afgetreden

Ralph Adolfsen is afgetreden als voorzitter van de ONT (Organisatie van Nederlandse Tandprotetici). Adolfsen was bijna tien jaar voorzitter en heeft volgens ONT-directeur Marnix de Romph de functie “”naar volle tevredenheid van de leden ingevuld met als belangrijke resultaten de positionering van de tandprotheticus binnen de mondzorg en het professionaliseren van de organisatie”, meldt Skipr.

Bart Kerdijk neemt zijn functie over op ad interim basis. Kerdijk was in 2005 en 2006 ook al interimvoorzitter van de beroepsvereniging.

Bron:
Skipr

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Tandarts met kroeg geopend in Amsterdam

Tandartspraktijk Welldent Mokum in Amsterdam geeft z’n patiënten een wel heel bijzondere service. Voor of na hun behandeling kunnen patiënten er een biertje drinken in de kroeg.

Tandarts Wouter Vriesman zegt: “We zijn meer een beleving. Als je hier binnenkomt, moet je je gelijk thuis voelen.
Vooral studenten vinden het heerlijk om overdag een biertje te drinken. Maar de meeste mensen houden het toch bij thee, koffie of een glaasje water.”

Bekijk het fragment van AT5

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Op naar een eerlijke en doelmatige mondzorg

De zorgkosten stijgen: de premie is de helft van wat we in totaal betalen voor de zorg in Nederland. Van wat we in een jaar uitgeven aan cultuur kunnen we nog geen week zorg betalen. Maar de opbrengsten van de zorg stijgen gelukkig ook. Voor allerlei zorgvormen doemt nu steeds vaker de vraag op hoe doelmatig ze nu precies zijn, dus hoe de kosten en opbrengsten zich tot elkaar verhouden.

Verslag van de lezing van dhr. prof. dr. Werner Brouwer tijdens de ALV & NVM-najaarscongres ‘De jeugd niet vergeten’.

Wat levert de zorg precies op?
Economen willen de kosten van de zorg rechtvaardigen. Mede daarom is evidence based medicine steeds belangrijk geworden. We moeten hardmaken dat de zorg iets essentieels oplevert en dat er resultaat wordt geboekt. Het doel van de zorg is niet om geld te besparen, maar juist meer welzijn in onze maatschappij. Geld kan maar een keer uitgegeven worden en daarom moet worden bekeken naar welk stukje van de maatschappij extra geld toe moet. Meer zorg kan dus gevolgen hebben voor het onderwijs en de veiligheid.

Kosten vergelijken
Om de economische zorg te evalueren worden de kosten en de effecten van A en B met elkaar vergeleken. Vervolgens wordt dan de normatieve vraag gesteld: Rechtvaardigen de extra opbrengsten de extra kosten? En is dit bij A of bij B het grootst?

QALY
QALY staat voor Quality-adjusted life year en wordt gebruikt om de effectiviteit van een behandeling in de gezondheidszorg weer te geven. Bij een QALY van 0 is de patiënt overleden. Een QALY van 1 staat voor één jaar in leven in goede gezondheid. Dr. Brouwer laat een schema zien waarin ziektes worden vergeleken met de zorgkosten: Hoeveel kost 1 QALY bij een ziekte? Op de gepresenteerde lijst staat helemaal onderaan: oplossing voor kinderen zonder anus. Hierbij kost 1 QALY dus het minst. Helemaal bovenaan de lijst staat een oplossing voor ouderen met leukemie, een oplossing voor dialyse en longtransplantatie. Als men geen rekening zou houden met de normatieve vraag zouden we onderaan de lijst beginnen met geld uitgeven totdat het budget op is. We investeren dan dus in de oplossing voor impotentie in plaats van longtransplantaties.

Ernst van aandoening zeker van belang
De QALY-bedragen gaan enkel over een persoon. We zouden anders bijvoorbeeld een persoon met kalknagels helpen omdat dit goedkoper zou zijn dan een longtransplantatie. Maar de ernst van de aandoening is ook zeker van belang bij het maken van dit soort keuzes. Waar ligt de grens? Wat mag één perfect gezond jaar kosten? Wat mag cariësvermindering kosten? Daar is nog geen antwoord op. Niet alles is in getallen uit te drukken en alle ethische stukken moeten dan ook worden bekeken in zo’n beslisproces.

Mondzorg
In 2011 werd er meer geld uitgeven aan de mondzorg dan aan de huisarts. Schijnbaar dringt het door dat mondzorg iets waardevols is aangezien het effect heeft op de algehele gezondheid. De doelmatigheid van de mondzorg wordt ook steeds verder geoptimaliseerd. We weten nu dat NOTCP (Gewoon Gaaf) in de eerste drie jaar geen kostenbesparing leverde. Maar na deze periode is er misschien wel een gezondheidswinst en een kostendaling. De mondzorg kan dus waarschijnlijk op een doelmatige wijze effectiever worden door de invoering van NOCTP. En mogelijk goedkoper worden door taakherschikking. |

Taakherschikking
Erik Vermaire (TNO) en collega’s onderzochten het effect van NOCTP in een doorsnee tandartsenpraktijk. Hieruit blijkt dat een op het individu afgestemd preventieprogramma ter voorkoming van cariës leidt tot een gezonder gebit vergeleken met standaard tandartsenzorg. Als de NOCTP-behandeling door een mondhygiënist wordt uitgevoerd, zijn de kosten ook lager. Op het moment leeft daarom de discussie over de inrichting van het Nederlandse mondzorgstelsel met nadruk op preventie, hygiëne en leefstijl en of deze past bij de verschuivingen van werkzaamheden richting de mondhygiënist. Er ligt een belangrijke taak voor de beroepsgroep in het entameren van dit debat.

Werner Brouwers is hoogleraar Gezondheidseconomie aan en tevens voorzitter van het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij houdt zich vooral bezig met de doelmatigheids- en rechtvaardigheidsaspecten van keuzen in de zorg en methodologie van economische evaluaties in de zorg. Hij heeft over deze thema’s uitgebreid gepubliceerd, nationaal en internationaal. Werner is verder onder andere lid van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Zorginstituut Nederland en het Europese Expert Panel on Effective ways of Investing in Health.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van de heer dhr. prof. dr. Werner Brouwer tijdens de ALV & NVM-najaarscongres ‘De jeugd niet vergeten’.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tarieven, Thema A-Z

Tips voor het up-to-date houden van uw EHBO kennis

Regelmatige praktische training is nodig voor het handhaven van de kennis en vaardigheden van EHBO en reanimatie. Gelukkig zijn medische noodgevallen niet een alledaagse gebeurtenis in een mondzorgpraktijk, maar het is toch belangrijk dat u in staat bent om snel en effectief op een medische noodsituatie te reageren mocht deze zich voordoen.

Medische noodgevallen
Veel mondzorgprofessionals blijken bij een noodsituatie meestal de klassieke fight-of-flight reactie te vertonen. Dit leidt tot angst, prikkelbaarheid en verwarring waardoor we mogelijk minder goed op de situatie reageren dan we zouden willen. Dit ligt niet gebrek aan kennis of vaardigheden, maar waarschijnlijk door gebrek aan ervaring. Oefenen is daarom heel belangrijk om uw vaardigheden aan te scherpen en uw kennis efficiënter toe te passen.

Oefening baart kunst

  • Leer het toepassen van de ABCDE-methodiek. Di is een gestructureerde methode om een slachtoffer te benaderen tijdens een hulpverlening. In de ABCDE wordt gekeken naar de luchtwegen (Airway), ademhaling (Breathing), actief bloedverlies (Circulation), bewustzijn (Disability) en lichaamstemperatuur (Exposure).
  • Oefen hoe u snel en veilig medicijnen, zuurstof en intramusculaire injecties kan toedienen.
  • Oefen reanimatie (CPR) en het gebruik van automatische externe defibrillatoren (AED) met behulp van poppen.
  • Om goed voorbereid te zijn op noodsituaties is het nodig vooraf een helder protocol af te spreken. Ontwikkel deze protocollen en zorg dat deze makkelijk toegankelijk zijn.
  • Oefen als team regelmatig simulatieoefeningen van medische noodsituaties. Neem voldoende tijd om dit kritisch te beoordelen en eventueel procedures aan te passen.
  • Zorg dat u en uw team regelmatig praktische EHBO-trainingen bijwonen om jullie kennis en vaardigheden up-to-date te houden.

Bron:
dentistry.co.uk 

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
Laterale bovenincisief

Restauratieve overwegingen bij de agenetische laterale bovenincisief

Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Lees meer over de behandelmogelijkheden.

Incidentie
De prevalentie van een agenetische laterale bovenincisief ligt tussen de 1,5-2,0%. Dit zijn ongeveer vijftig patiënten per praktijk. Alleen de tweede onderpremolaar is vaker agenetisch.

Behandeling
Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Belangrijk is dat de behandelopties al op jonge leeftijd met de patiënt besproken worden. Het diasteem kan gesloten, geopend of verplaatst worden.

1 Diasteem sluiten
Een diasteem ter plaatse van de laterale bovenincisief kan gesloten worden door het uitvoeren van een orthodontische behandeling, het vervaardigen van een etsbrug of conventionele brug, het plaatsen van implantaten of door het uitvoeren van segment osteotomie. De behandelkeuze ‘orthodontisch sluiten’ heeft de voorkeur maar is afhankelijk van de volgende factoren:

  • Kaakrelatie/occlusie
    Er zijn twee situaties die gunstig zijn om het diasteem te sluiten. Dit is een klasse I relatie met crowding in het onderfront en een klasse II relatie zonder crowding in het onderfront.
  • Profiel
    Een convex profiel is gunstig wanneer er gekozen wordt om het diasteem te sluiten. Het is van belang om te kijken naar de nasolabiale hoek. Wanneer deze hoek groot is dan zal deze hoek toenemen bij het sluiten van het diasteem. Wanneer een incisief 1 millimeter naar dorsaal wordt verplaatst dan zal de lip zich ook 0,75 millimeter naar dorsaal verplaatsen.
  • Kleur en vorm van cuspidaten
    De cuspidaten moeten globaal dezelfde kleur hebben om het esthetisch fraai te houden. Eventueel kan er gebleekt worden. Bij voorkeur gaat het om een smalle cuspidaat omdat de glazuurcementgrens beter past bij de morfologie van een laterale incisief. Om van een incisief een cuspidaat te maken is redelijk wat tandweefselpreparatie nodig. Uit een onderzoek blijkt dat deze weefselafname weinig gevolgen heeft voor het element. Van 37 getransformeerde elementen verkleurde er slechts één. Alle elementen bleven vitaal.
  • Lachlijn
    Tijdens het lachen is de gingiva vaak zichtbaar. De gingivalijn is belangrijk voor de esthetiek. Door de centrale incisieven te intruderen en de cuspidaten te extruderen ontstaat er een mooie gingivalijn. Een andere optie is het chirurgisch corrigeren van de gingiva.

2. Diasteem openen
In sommige gevallen is het sluiten van het diasteem niet mogelijk, bijvoorbeeld bij een klasse III relatie. In dit geval moet er gekozen worden om de diastemen te openen. Het gaat altijd om een lang behandeltraject. Het is verstandig om de patiënt hier zo vroeg mogelijk van op de hoogte te stellen. Openen van een diasteem gaat in de volgende stappen.

  1. Orthodontie
    De kaken worden opgelijnd. Het is belangrijk om gebruik te maken van een orthodontische set-up.
  2. Osteotomie
    De klasse III relatie wordt gecorrigeerd naar een klasse I relatie.
  3. Implantologie
    Ter plaatse van de diastemen worden implantaten geplaatst.

Hoe breed moet dat diasteem worden?
Er zijn verschillende manieren om de breedte van het diasteem te bepalen. De gouden-standaard-verhouding tussen de centrale incisief en de laterale incisief is 1:0,618. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een Bolton analyse. Het makkelijkst is het maken van een waxup. De breedte van het diasteem is ook afhankelijk van de definitieve voorziening die vervaardigd zal worden: een brug of een implantaat.

Definitieve voorziening: een element-gedragen restauratie of een implantaat-gedragen restauratie?
Er zijn veel opties voor het opvullen van het diasteem. Opties zijn het vervaardigen van een etsbrug, glasvezelversterkte brug, conventionele brug, cantileverbrug of het plaatsen van een implantaat. Bij de keuze van deze definitieve voorziening moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  1. Occlusie en frontrelatie
    Vooral bij het vervaardigen van bruggen is het belangrijk dat de beet gelicht wordt en er goede frontale afsteuning is. Er mag geen sprake zijn van een diepe beet.
  2. Specifieke ruimte
    De ruimte die nodig is voor een implantaat is anders dan voor een adhesiefbrug. Wanneer er een conventionele brug vervaardigd wordt dan moeten de buurelement zo parallel mogelijk aan elkaar gepositioneerd worden.
  3. Restauratieve status buurelement
    Wanneer de buurelementen gaaf zijn dan kan er beter niet gekozen worden om een conventionele brug te vervaardigen. Een betere optie is dan een etsbrug of implantaat.

Implantologie
De meest gekozen optie is het plaatsen van een implantaat. Het voordeel is dat het buurelement niet aangetast wordt en daarnaast is er sprake van een hoog succespercentage. Een implantaat heeft echter ook nadelen en risico’s. Het plaatsen van een implantaat is een invasieve ingreep omdat er bijna altijd te weinig bot aanwezig is. Dit heeft zowel invloed op de behandeling als op het eindresultaat. De esthetische uitkomst is variabel.

Ook stopt niet in alle gevallen de groei rond het 18e levensjaar, vooral jongens groeien langer door. Door het te vroeg plaatsen van een implantaat kan er op latere leeftijd een diasteem ontstaan tussen de centrale incisief en het implantaat. Dit is het gevolg van transversale groei en mesiale drift.

Bij het te vroeg plaatsen van een implantaat kan ook de buccale gingiva gaan doorschemeren. Dit is een gevolg van saggitale groei. Bij mannen stopt dit pas na 20-22 jarige leeftijd. Verticale groei kan zorgen voor een toename in afstand tussen de incisaallijn van de centrale incisief en het implantaat.
Een implantaat moet dus niet te vroeg geplaatst worden, zeker niet bij mannen. Een andere contra-indicatie is de afwezigheid van incisale afsteuning en een afwijkend groeitype (longfaces).

3. Diasteem verplaatsen

Het voordeel van het verplaatsen van een diasteem is dat het esthetische risico kleiner is. Er wordt bijvoorbeeld een implantaat geplaatst ter plaatse van een premolaar in plaats van de laterale incisief.

Conclusie
Uit onderzoek blijkt dat orthodontisch sluiten tot meer tevredenheid leidt dan het vervaardigen van een prothetische voorziening. Ook komen er parodontaal meer problemen voor bij een prothetische voorziening. Orthodontisch sluiten is de meest voorspelbare behandeloptie. Er moet echter wel rekening gehouden worden met de nasolabiale hoek en met de risico-groepen. Interdisciplinair overleg is belangrijk bij het behandelen van patiënten met een agenetische laterale bovenincisief.

Dr. Marijn Créton is tandarts-maxillofaciaal prothetist en sinds 2000 verbonden aan het UMC Utrecht.
Tussentijds was zij werkzaam als docente aan de Internationale Universiteit van Barcelona te Spanje (2003-2004). Haar klinische werkzaamheden in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde Utrecht bestrijken het volledige werkgebied van de bijzondere tandheelkunde, waarbij de aangeboren afwijkingen zoals schisis en oligodontie en oncologie haar bijzondere interesse hebben. Daarnaast startte zij in 2006 een parttime verwijspraktijk. In juli 2012 promoveerde zij op een proefschrift: ‘Severe hypodontia: dental, dentofacial, osseous and genetic aspects.’ Sinds 2008 is ze bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT – NVvE – NVVRT – NVvK – VvO – NVMKA – RTV – NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Orthodontie, Restaureren, Thema A-Z

Nieuwe richtlijn infectiepreventie beschikbaar

De herziene Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken is begin april ingegaan. De richtlijn is gericht op preventie van zorggerelateerde infecties bij patiënten en ook op het voorkomen van (beroeps)ziekten bij de mondzorgverlener en zijn team.

Wat zijn nu de verschillen met de oude richtlijn van 2007?
We vroegen dit aan Teun Rietmeijer, voorzitter van de Werkgroep Infectie Preventie Mondzorg.
“In de nieuwe richtlijn is meer uitgeschreven zodat mondzorgprofessionals minder hoeven te zoeken naar de juiste werkwijze. In hoofdstuk 1 van de richtlijn is een samenvatting gegeven van de wijzigingen van de nieuwe richtlijn vergeleken met de oude richtlijn van 2007. Ook bevat de richtlijn een samenvatting per hoofdstuk. De rest van de informatie is verdere uitleg”

Recap verbod en waterkwaliteit
“Er zijn twee grote veranderingen in de nieuwe richtlijn: het recap verbod en de richtlijnen voor waterkwaliteit in hoofdstuk 10. Het recap verbod komt voort uit wetgeving van de Europese Unie uit 2012 en is daardoor opgenomen in de richtlijn. De toevoeging van de richtlijnen voor waterkwaliteit volgt uit de waterwet van 2010.

Er zijn diverse kleinere aanpassingen, zoals het verbod op het dragen van nagellak en schoenen die van boven open zijn. Verder zijn alle infectieziektes beschreven en is nu duidelijk wanneer je als mondzorgprofessional niet mag werken. De nieuwe richtlijn is veel toegankelijker dan de oude versie. Er is geen discussie meer over wat nu wel en niet is toegestaan: alles is gemakkelijk terug te vinden.”

Bekijk een overzicht van de verschillen ten opzichte van de richtlijn van 2007

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Oproep: Vragenlijst Kennisagenda Mondzorg voor verbetering tandheelkunde

Het nemen van beslissingen over behandelingen is niet altijd even simpel. Verschillende bronnen geven verschillende informatie, die dan vaak ook weer afwijken van uw eigen kennis of ervaring. Deze kloof tussen praktijk en theorie lijkt steeds groter te worden, terwijl meer overeenkomst hiertussen zou kunnen zorgen voor een hogere kwaliteit mondzorg en meer maatschappelijke waarde van gedaan onderzoek.

Kennisagenda Mondzorg
Het opstellen van een kennisagenda zou dit kunnen verbeteren, waarin mondzorgprofessionals zelf kunnen meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken. Meer wetenschappelijk onderzoek zou dit kunnen vergemakkelijken, alleen moeten wetenschappers hier natuurlijk wel voor weten wát er precies onderzocht moet worden.

Belangrijke onderwerpen
Het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) inventariseert waar de meeste mondhygiënisten en tandartsen nou precies tegenaan lopen en probeert zo een lijst op te stellen met de verschillende onderwerpen die het meest aan toekomstig wetenschappelijk onderzoek hebben. Deze lijst zal de Kennisagenda Mondgezondheid vormen.

Vragenlijst
Om deze kennisagenda zo goed mogelijk te vormen en zo compleet mogelijk te maken heeft mondzorg 2020 een oproep uitgezet om zoveel mogelijk tandartsen, mondhygiënisten, (klinisch) tandprothetici, MKA-chirurgen en orthodontisten een vragenlijst te laten invullen. Op deze manier kan de Kennisagenda Mondgezondheid zo representatief mogelijk worden. Achter de kennisagenda zit een projectteam van drie artsen en professoren.

De vragenlijst is gesloten.

Bron: Mondzorg2020.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Water drinken tegen slechte adem

Nieuw onderzoek beweert dat elke dag beginnen met een glas water een goede manier is om slechte adem te weren.

60% minder bacteriën
Het Nederlandse onderzoek, dat werd gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene, heeft aangetoond dat je dag beginnen met het drinken van of spoelen met een glas water tot wel 60% van de bacteriën die bijdragen aan een slechte adem kan verwijderen.
De studie werd uitgevoerd door E. van der Sluijs, D.E. Slot, E.W.P. Bakker en G.A. van der Weijden.

Geen uitsluitsel
De studie heeft aangetoond dat water drinken kan helpen, wat helaas niet betekent dat dit een slechte adem ook echt kan bannen. Michaela ONeill, voorzitter van de British Society of Dental Hygiene and Therapy zegt: “Een glas water elke ochtend spoelt de bacteriën die een slechte adem veroorzaken weg, maar dat betekent niet dat dit gelijk alle problemen oplost.” ONeill legt ook uit dat een effectieve mondverzorgingsroutine vooral van groot belang is.

Bron: The International Journal of Dental Hygiëne 

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Gouden tandenborstel met speciale snufjes

Een goede tandenborstel kan geen kwaad, maar om hier nou zo’n 4000 euro aan uit te geven zal velen wat overdreven in de oren klinken… Toch is dit nu een mogelijkheid met de nieuwe tandenborstel die Reinast ontwikkelde.

Materiaal
De tandenborstel kost maar liefst €3.900 en is gemaakt van goud. Er zijn vier verschillende versies, namelijk in de kleuren titanium, champagne, rosé en mat zwart. Het materiaal waarvan de tandenborstels worden gemaakt is gelijk aan dat wat wordt gebruikt in lucht- en ruimtevaart en ziekenhuizen.

Medische innovatie
Daarnaast beschikt de borstel over een innovatieve antibacteriële coating, die alle bacteriën in de mond zou moeten kunnen doden. Deze tandenborstel zou ook levenslang mee moeten kunnen gaan.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z