Prevalentie parodontitis hoogst onder allochtonen in VS

Onderzoek heeft aangetoond dat bijna 65 miljoen Amerikanen boven de 30 jaar een geavanceerde vorm van parodontitis hebben. Prevalentie van parodontitis blijkt het hoogst onder allochtonen. Het onderzoek is gepubliceerd in the Journal of Periodontology.

Gezondheidsvoorlichting
Uit het onderzoek blijkt dat 63,5 procent van de Spaans-Amerikanen, 59,1 procent van de niet-Spaanse (donkeren) en 50 procent van de Aziatische Amerikanen getroffen zijn door parodontitis. Volgens het onderzoek is duidelijke gezondheidsvoorlichting nodig om de algemene gezondheid van de gehele bevolking te verbeteren.

Parodontitis
Parodontitis blijkt dus een groot mondzorgprobleem in Amerika. Parodontale aandoeningen, vooral geavanceerde vormen, zijn gekoppeld aan cardiovasculaire ziektes en leiden ook tot tandverlies. Regelmatige bezoeken aan de tandarts en een goede mondhygiëne thuis zijn de beste middelen tegen parodontitis.

Bron: Pharmiweb

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z

Gebruik van een Cone Beam CT-scan en OPG bij verwijdering van de derde molaren

Verslag van de lezing van kaakchirurg Baucke van der Minnen over het gebruik van cone beam CT-scan (CBCT) en een orthopantomogram (OPG) bij de verwijdering van derde molaren.

Het probleem van de derde molaar is dat er in de evolutie steeds minder ruimte is ontstaan in de kaak terwijl het aantal gebitselementen niet is afgenomen. Hierdoor kan de derde molaar vaak niet volledig tot eruptie komen. Het is de vraag wat momenteel de indicatie is voor verwijdering van de derde molaar en wanneer daarbij een CBCT-scan nuttig kan zijn in aanvulling op het OPG.

Op 20 jarige leeftijd breekt 28% van de derde molaren door. Tussen 20 en 26 jaar breekt nog 17% extra door en bij mensen ouder dan 26 jaar breekt nog 4% van de derde molaren extra door. Dit betekent dat als na de 26-jarige leeftijd de M3 niet doorgebroken is, er maar een hele kleine kans is dat de molaar alsnog doorbreekt.

Redenen om de derde molaar niet te verwijderen

  • Als de molaar volledig door bot bedekt is.
  • Als de molaar functioneel is.
  • Als de molaar kan dienen als toekomstige brug- of framepijler.
  • Als crowding de enige reden voor verwijdering is. Er is geen evidence dat na verwijdering van een M3 de crowding opgeheven wordt.

Wat te doen bij een klachtenvrije sondeerbare M3?
De vraag is of een klachtenvrije sondeerbare M3 ter preventie verwijderd moet worden of niet. Het blijkt – uit een daling in het aantal preventief verwijderde M3’s in Engeland – dat indien je een klachtenvrije sondeerbare M3 niet verwijdert, er soms klachten door ontstaan en dat het aantal geëxtraheerde M3’s in totaal weer op het zelfde aantal uitkomt als voor het intreden van de daling. Een klachtenvrije M3 is dan ook niet hetzelfde als een niet pathologische M3! Tevens bleek dat bij verwijdering van een M3 tussen 25 en 30 jaar er meer nabezwaren waren en het advies is dan ook om een M3 bij voorkeur te verwijderen voor het 25e levensjaar.

Relatie met de nervus alveolaris inferior
Op een OPG is de relatie van de nervus alveolaris inferior en de radix van de M3 redelijk goed te beoordelen. Er zijn drie situaties waarbij een relatie zeer waarschijnlijk is. Dit zijn:

  • Een uitbochting van de nervus op de plek van de apex van de M3.
  • Indien de nervus over de radix heen geprojecteerd is en deze duidelijk radiolucenter is dan de radix zelf.
  • Indien de wortelpunten in de nervus steken en de cortex van de canalis mandibularis niet door lijkt te lopen tussen de wortels in.

Wanneer is een CBCT nuttig?
Een CBCT is alleen dan nuttig als de uitkomst je behandelplan zou kunnen veranderen. Een studie laat zien dat slechts in 12% van de gevallen het behandelplan wijzigt als routinematig een CBCT wordt gemaakt. Indien er maar één behandeloptie is, heeft een CBCT geen toegevoegde waarde voor de beslissing een derde molaar te verwijderen of te laten zitten. Een CBCT kan wel nuttig zijn voor de planning van de ingreep.
Om een CBCT goed af te kunnen lezen moet niet alleen in de sagittale, coronale en horizontale vlakken gekeken worden, maar ook in de lengterichting van de nervus. In deze lengterichting moet dan de dwarsdoorsnede ter plaatse van de M3 worden bekeken, zodat een getrouwe weergave verkregen wordt van de plaats van de nervus ten opzichte van de apex.

Indien er een duidelijke relatie met de nervus bestaat, kan een coronectomie overwogen worden om de nervus te sparen. Bij een coronectomie dient al het glazuur verwijderd te worden en de wortel mag hierbij niet geluxeerd worden. In de literatuur zijn geen aanwijzingen te vinden dat een coronectomie meer nabezwaren oplevert dan volledig extractie. In de praktijk wordt dit door de spreker betwijfeld, overigens zonder dat dit in het UMCG onderzocht is.

Wat zijn de voorwaarden voor een coronectomie?

  • De M3 dient vitaal te zijn en er is een indicatie voor verwijdering.
  • Bij het volledig verwijderen is er een hoger risico voor beschadiging van de nervus.
  • De patiënt is niet medisch gecompromitteerd.
  • De patiënt dient altijd goed geïnformeerd te worden, dat een coronectomie geen wondermiddel is en er altijd een risico bestaat dat de radices toch nog verwijderd moeten worden of dat de radices gaan migreren.

Aandachtspunten bij wel of niet preventief verwijderen M3

Een OPG is in de meeste gevallen voldoende om een goede inschatting te maken voor het risico op nervus beschadiging.

  • Er zijn richtlijnen opgesteld om de standaard verwijdering van de M3 te voorkomen.
  • Klachtenvrij is niet gelijk aan geen pathologie. Hier ligt de rol van de tandarts. Deze moet beslissen of er sprake is van pathologie of niet.Aandachtspunten bij de CBCT
  • Een CBCT geeft minder straling dan een CT.
  • De uitkomst van een CBCT beïnvloedt de chirurgische planning, maar vooralsnog is er niet aangetoond dat verwijdering van een M3 met behulp van 3D beeldvorming minder kans geeft op nervusschade.
  • Baucke van der Minnen studeerde geneeskunde in Groningen. In 2000 werkte hij als basisarts in het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen. In 2001 begon hij aan de studie tandheelkunde in
    Groningen, welke in 2005 werd afgerond. In 2006 promoveerde hij op onderzoek naar de mogelijke toepassingen en het biologisch gedrag van een biodegradeerbaar polyurethaan schuim. De opleiding tot kaakchirurg (2005-2010) volgde hij in het UMCG en het Medisch Centrum Leeuwarden. Na afronden van de opleiding bleef hij als kaakchirurg aan het UMCG verbonden, met als aandachtsgebieden de aangezichtstraumatologie en de implantologie.

    Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut.
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage

Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Hoe behandelt u op een juiste en doelmatige manier? Een cursusverslag over de verschijningsvormen, diagnostiek en behandeling van gebitslijtage.

Uitgebreid en complex
Doordat de behandeling van deze patiëntengroep vaak uitgebreid en complex is, stellen algemeen practici de behandeling vaak erg lang uit, waardoor het risico ontstaat dat patiënten pas (te) laat worden behandeld. Ernstige gebitsslijtage kan leiden tot functionele problemen, zoals pijn bij eten en spreken. Tevens kunnen ook sociale, esthetische en fonetische problemen het gevolg zijn van de slijtage.

Onderzoek
Vele verschillende behandeltechnieken zijn beschreven en worden voorgesteld, echter deze zijn vaak alleen gebaseerd op (persoonlijke) klinische ervaring. Tot op heden ontbreekt het aan wetenschappelijke onderbouwing en lange termijnevaluaties. Ook resteren er nog veel vragen over het precieze effect van de verschillende etiologische factoren (attritie, abrasie erosie) op het ontstaan van de gebitsslijtage.

Om meer inzicht te krijgen in de vele vragen die er nog zijn naar de oorzaak en behandeling van (ernstige) gebitsslijtage, is het UMC St Radboud in Nijmegen enkele jaren geleden een groot klinisch onderzoek gestart. Dit onderzoek heeft als doel het bepalen van de meest effectieve behandelmethode bij deze patiëntengroep.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.

Dr. B. Loomans is tandarts en is in 2007 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen op het gebied van de adhesieve tandheelkunde op het proefschrift ‘Proximal contact tightness of posterior composite resin restorations’. Hij heeft nu een aanstelling als senior onderzoeker en is betrokken bij onderzoek, onderwijs, postacademische cursussen en geeft lezingen in binnen- en buitenland. In 2008 heeft hij als gastdocent/onderzoeker op de KU Leuven gewerkt (Prof. dr. B. van Meerbeek). Op dit moment is hij projectleider van een grootschalig klinisch onderzoek naar de behandeling van ernstige gebitsslijtage, dat wordt uitgevoerd in de Expertisekliniek voor Gebitsherstel, UMC St Radboud in Nijmegen. Naast zijn aanstelling op de universiteit is hij twee dagen per week werkzaam als algemeen practicus in een verwijs- en groepspraktijk Medisch Centrum Nijmegen-Oost te Nijmegen (www.mcno.nl), waar zijn speciale aandacht uitgaat naar de adhesieve en reconstructieve tandheelkunde.

Dr. Cees Kreulen werkte na zijn afstuderen (1986, VU Amsterdam) aan het ACTA bij de vakgroep Kindertandheelkunde en de stichting Bijzondere Tandheelkunde (angstbegeleiding en gehandicaptenzorg). In 1992 gepromoveerd op een klinisch onderzoek naar kwaliteitsaspecten van composietrestauraties. In 1996 overgestapt naar Nijmegen en begeleidt bij de vakgroep Orale Functieleer als UHD tandheelkundig onderzoek, voornamelijk op het gebied van de adhesieve prothetiek.

Prof. dr. Marie-Charlotte Huysmans is hoogleraar Cariologie en Endodontologie bij de afdeling Tandheelkunde van het UMC St. Radboud in Nijmegen. Naast activiteiten in het cariologieonderwijs voor tandheelkunde- en mondzorgkundestudenten is zij vooral actief als leider van de onderzoekslijn Tandweefselverlies, die zich richt op onderzoek naar diagnostiek, etiologie, preventie en restauratieve behandeling van met name cariës en slijtage. Zij heeft breed (inter)nationaal gepubliceerd op dit gebied en maakt deel uit van het Adviescollege Preventie Mond- en tandziekten van het Ivoren Kruis.

Dr. Niek Opdam is afgestudeerd als tandarts in 1980. Als universitair docent aan de Radboud Universiteit te Nijmegen geeft hij post academisch onderwijs en doet onderzoek op het terrein van de adhesieve tandheelkunde met als aandachtsgebieden restauratiefalen, secundaire cariës en gebitsslijtage. Een recent aandachtsgebied is het evalueren van de kwaliteit van restauratieve behandelingen in de algemene praktijk via Practice Based Research. Hij wordt veel benaderd voor het verzorgen van lezingen en cursussen in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Niek Opdam heeft een part-time verwijspraktijk met als differentiatie de adhesieve tandheelkunde in Ulft in Oost Gelderland.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

(h)Oud de mond gezond zoekt vrijwilligers voor training aan verzorgenden

(h)Oud de mond gezond. Dat is de naam voor het ouderenproject verzorgenden in verpleeghuis- en verzorgingshuizen. Er wordt hard gewerkt aan het ambitieuze project, waarvoor het Ivoren Kruis een schenking ontving van de VriendenLoterij. Projectleider Ronald Bos: “We roepen vrijwillige tandartsen, mondhygiënisten en (preventie)assistenten op die bereid zijn als vrijwilliger een éénmalige training te geven aan verzorgenden in verpleeg- en verzorgingshuizen. De vrijwillige mondzorgverleners krijgen zelf een kosteloze opleiding via de Preventie Academie van het Ivoren Kruis. De opleidingen starten in september 2015.”

Beloning
De vrijwilligers worden op 3 manieren beloond: uitbreiding van hun vakkennis, kosteloze accreditatiepunten en maatschappelijke waardering voor hun vrijwilligerswerk. De verzorgenden krijgen van vrijwilligers een les over het belang van mondgezondheid en krijgen een interactieve presentatie over de uitvoering van de juiste handelingen. Met de opgedane kennis zijn verzorgenden in staat een op de cliënt afgestemde verzorging te bieden en is de drempel om iemands mond te verzorgen verlaagd.

Het project valt of staat met een goede afstemming met directies van verpleeg- en verzorgingshuizen. Uiteraard wordt geïnventariseerd in welke huizen al een mondverzorger in functie is of op een andere manier een bijdrage levert.

Aanmelden
Wie belangstelling heeft als vrijwilliger aan (h)Oud de mond gezond mee te werken en dus de cursus te volgen, kan zich nu al aanmelden. Stuur een e-mail met daarin de volgende gegevens:

Ja ik word vrijwilliger voor (h)Oud de mond gezond en geef me nu alvast op voor kosteloze deelname aan de cursus.
Praktijk- of organisatienaam:
Voorletters:
Voornaam:
m/v
Achternaam:
Functie:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
BIG-nummer/ KRM nummer:


Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Patiënt onvoldoende geïnformeerd over beugelbehandeling

Ruim 70% van de patiënten krijgt van hun orthodontist niet voldoende informatie over de mogelijke behandelingsmethoden, typen beugels en tarieven. Dit blijkt uit het onderzoek van het Meldpunt Orthokosten van de Consumentenbond en De Monitor.

Zeshonderd ouders van beugeldragers vulden de enquête van het meldpunt in. Meer dan een kwart van de deelnemers gaf aan geen offerte te hebben gekregen vóór de behandeling.

NZa onderzoek
De NZa stelde eerder al dat orthodontisten in de afgelopen jaren meer patiënten behandelden en duurdere beugels plaatsten. Volgens de NZa bleef de omzet van orthodontisten hierdoor ongeveer gelijk terwijl er wel een tariefsdaling van 32% was in 2011 en 2013. Volgens orthodontisten kiezen consumenten zelf voor innovatieve en daarmee duurdere beugels.

Consumentenbond
De consumentenbond is van mening dat de resultaten van hun enquête de argumenten van de orthodontisten voor de kostenstijging ontkrachten. Sandra de Jong van De Consumentenbond zegt op de website van De Monitor: ‘Nu blijkt dat er voor de meeste patiënten helemaal niets te kiezen valt. Zeventig procent van de patiënten zegt helemaal geen informatie te krijgen over de beugelbehandeling.’

Beter informeren
René Noverraz zegt namens de KNMT dat orthodontisten hun patiënten beter gaan informeren over de behandelmogelijkheden en kosten hiervoor. In de komende maanden zullen orthodontisten informatie hierover op hun websites plaatsen. Ook wordt de controle hierop aangescherpt. ‘Jaarlijks worden orthodontisten gevisiteerd en gecertificeerd door externe controleurs. Deze controleurs hebben de opdracht gekregen scherper toe te zien op de manier waarop wij onze patiënten informeren’, aldus Noverraz op de KNMT website.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Tarieven, Thema A-Z
miley-cyrus-tooth

Miley Cyrus exclusieve ketting mét kies

Een ketting met haar eigen kies als hanger, Miley Cyrus houdt van exclusief. Ze plaatste een foto van de ketting op Instagram. Eerder plaatste ze al een foto van haar vier net getrokken en nog bebloede kiezen op Instagram. Tsja.

Bron: Instagram

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
patient-als-tevreden-klant-

Voorkom pijn: 5 ergonomietips voor mondzorgprofessionals

Als mondzorgprofessional heeft u een verhoogd risico op lichamelijke klachten door uw beroep. Voorkom chronische pijn met deze 5 tips.

  1. Zorg voor goed licht
    Gebruik het liefst verlichting die op het hoofd van de behandelaar geplaatst wordt. Daardoor vermindert u schaduwen en het risico op blessures doordat u de lamp boven uw hoofd steeds moet verplaatsen.
  2. Sta op
    Afwisselend zittend en staand behandelen kan een hoop leed voorkomen. Staand kunt u beter manoeuvreren voor een juiste werkhouding. Ook verbetert uw bloedsomloop en traint u andere spieren. Vergeet niet om uw instrumenten op ellebooghoogte te leggen, als u staand werkt.
  3. Rechte nek
    Nekpijn ontstaat doordat de nek regelmatig meer dan 30° gebogen wordt. Met een loep of een microscoop houdt u uw hoofd in een neutrale positie.
  4. Grotere heuphoek
    Volgens de nieuwste inzichten is een heuphoek van 105° tot 125° ergonomisch het meest efficiënt. Gebruik daarvoor een zadelstoel of een stoel met kantelbare zitting.
  5. Neem een pauze
    Pauzes overslaan kan leiden tot kleine spierbeschadigingen, en uiteindelijk tot lichamelijke klachten. Met regelmatige korte pauzes verbetert uw lichamelijk herstel niet alleen, maar ook uw motivatie, blijkt uit onderzoek.

 

Bron: Oral Health Office

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Europese zwarte lijst voor artsen in 2016

Vanaf 19 januari 2016 start het Europese alarmsysteem dat landen verplicht elkaar te informeren over beroepsbeperkende maatregelen van zorgverleners. Minister Schippers schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer, meldt Medisch Contact.

Voorwaarde
Een voorwaarde voor uitwisseling van gegevens met andere Europese landen is dat de gegevensuitwisseling in Nederland op orde is. De kwaliteit en betrouwbaarheid van het BIG-register mag volgens Schippers niet ter discussie staan. Hier hapert nog wel wat aan, blijkt uit de brief van Schippers. Het Centraal Informatiepunt Beroepen in de Gezondheidszorg (CIBG) houdt het register bij. Onlangs ontving het CIBG door een automatiseringsfout een lijst van 1.700 specialisten die in 2014 uitgeschreven hadden moeten worden vanwege pensioen of het beëindigen van hun werkzaamheden als arts.

Doorhalingen op last van de tuchtrechter worden altijd wel direct in het BIG-register verwerkt.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
NVVRT

Nieuwe voorzitter NVVRT

Joris Peeters is benoemd tot de nieuwe voorzitter van de NVVRT (Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde). Hij volgt Ransom Altman op.

Joris Peeters is eigenaar van Tandartscentrum Tolberg in Roosendaal en van tandartspraktijk Berchem in België. Peeters is erkend restauratief tandarts en Recognised Specialist in Prosthetic Dentistry bij de EPA. Sinds vier jaar is hij bestuurslid van het NVVRT en hij heeft zich nu voor vier jaar verbonden als NVVRT-voorzitter.

Links op foto Ranson Altman, recht Joris Peeters

Bron en foto: NVVRT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

KNMT pleit opnieuw voor taaltoets EU-tandartsen

Tandartsen van binnen de EU die in Nederland willen werken, moeten een taaltoets afleggen vóór opname in BIG-register. Hiervoor pleit de KNMT bij de Tweede Kamer en minister Schippers. De oproep komt na het Tweede Kamer debat over het “volgen” van foute artsen naar aanleiding van de uitzending van Altijd Wat Monitor over een niet goed werkend BIG-register.

Voorkomen fouten
De KNMT is van mening dat het BIG-register alleen effectief kan zijn als het systeem sluitend is. Dit blijkt nu niet het geval te zijn. De KNMT wil daarom een verplichte taaltoets voor buitenlandse tandartsen die in de EU zijn opgeleid. Goede communicatie tussen tandarts en patiënt kan veel fouten voorkomen, volgens de KNMT. Voor tandartsen die buiten de EU zijn opgeleid bestaat al de eis voor een verplichte taaltoets.

Aanpassing
Ministers Schippers zegde in de debat toe eind 2015 met een wetsvoorstel te komen voor aanpassing van de Wet BIG en hiermee de registratie van zorgverleners te verbeteren.

Eerder
In oktober afgelopen jaar pleitten de KNMT en ANT al voor een verplichte taaltoets voor buitenlandse tandartsen in het Radio 1 programma ‘De Ochtend’ en het NRCV tv-programma ‘Altijd Wat Monitor’.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Digitale tandheelkunde meest besproken onderwerp Midwinter Meeting in Chicago

De opkomst op de 150ste Midwinter Meeting van Chicago Dental Society (CDS) was indrukwekkend. Meer dan 27.000 gasten, waaronder tandheelkundige professionals en studenten, woonden de 3-daagse conferentie bij. Digitale tandheelkunde was het meest besproken onderwerp.

Midwinter Meeting
Op de Midwinter Meeting worden lezingen en workshops gegeven door ‘s werelds beste tandheelkundige professionals. U vindt er daarnaast ook een van de grootste tentoonstellingen van tandheelkundige producten in Noord-Amerika. De Midwinter Meeting is dan ook een van de top conventies voor tandartsen.

Computer-aided design
Digitale tandheelkunde was het meest besproken onderwerp. Niet alleen tijdens de lezingen, maar ook de exposanten benadrukte dat hier een zeer sterke groei in zit. ‘We moeten ons nu richten op computer-aided design (computergesteund ontwerpen) waarvan de technologie zich in de komende jaren nog veel zal ontwikkelen” zegt Jacquelin Burns-Robertson, account manager van 3M. Jacquelin wijst op de verbetering van de technieken: “Het hangt er van af wie er wat mee doet en wie het vervolgens perfectioneert. Als de technologie zich ontwikkelt, zullen steeds meer tandheelkundige professionals er gebruik van maken”.

151ste Midwinter Meeting
De volgende Midwinter Meeting in Chicago zal op 25-27 februari 2016 plaatsvinden.

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: oorzaken

Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 1: oorzaken.

Etiologische processen
Er zijn drie oorzaken van gebitsslijtage:

1. Attritie: ‘zwaardere’ frictie, veroorzaakt door tand-tand contact: ‘two-body wear’
2. Abrasie: ‘lichtere’ frictie, veroorzaakt door vreemde voorwerpen en voedsel: ‘three-body wear’
3. Erosie: chemisch 1. Intrinsiek 2. extrinsiek

De etiologie van gebitsslijtage is multifactorieel en vergt een zorgvuldige anamnese en onderzoek. Slijtage is bijna nooit alleen het gevolg van zuiver attritie of erosie. Erosie speelt in 75% van de gevallen een rol bij slijtage. Vaak betreft het een combinatie van erosie en attritie/abrasie. Zonder goede diagnose is de preventie minder effectief en is er een onzekere prognose voor de restauratieve behandeling.

Waarom is herkenning van de etiologie belangrijk?
1. Bewustmaking en preventie: samen opzoek naar de etiologie
2. Aanpak van ‘ oorzaak’ en/of gevolg
3. Leidend voor aanpak van de behandeling
4. De etiologie is mede bepalend voor de prognose van de behandeling

Hoe vaak komt ernstige gebitsslijtage voor?
De definitie van ‘ernstige gebitsslijtage’ verschilt sterk. In dit verslag wordt slijtage tot in het dentine aangehouden.

Er is weinig tot geen klinische informatie beschikbaar over het aantal mensen dat ernstige gebitsslijtage heeft. Ernstige gebitsslijtage wordt ook veel gezien bij kinderen (El-Aidi e.a. 2010). Het lijkt steeds vaker voor te komen, maar waarschijnlijk wordt het beter herkend en is de prevalentie niet hoger.

Typen slijtage
Tandslijtage is onder te verdelen in fysiologische en pathologische slijtage.

1. Fysiologische slijtage glazuur door tand-tand contact bedraagt ongeveer 30 micron per jaar voor molaren (0,3mm in 10 jaar) en 15micron per jaar voor premolaren (Lambrechts e.a. 1989). Deze slijtage kan onder extreme condities pathologisch worden. Dit verschilt met de tandziekte cariës, die altijd pathologie is en niet fysiologisch kan zijn.

2. Pathologische slijtage
Hiervan is sprake als de functie van de dentitie (kauwvermogen en esthetiek) niet zal kunnen worden gehandhaafd gedurende het leven. Maar ook als de slijtage zo snel gaat dat de levensvatbaarheid van de tanden in het gevaar komt of wanneer het de patiënt verontrust (Berry e.a. 1976).

Prevalentie
Prevalentie van ernstige slijtage bij volwassenen neemt toe van 3% bij 20 jarigen tot 17% bij 70 jarigen (van ‘t Spijker e.a. 2009).

Prevalentie bij volwassenen in Groot Brittannië (1998):

  • 66% tot in dentine bij frontelementen
  • 11% met uitgebreide betrokkenheid van het dentine
  • 1% ernstige slijtage (Kelly e.a. 2000)

Attritie

Attritie is slijtage van het harde tandweefsel ten gevolge van tand-tandcontact.

Manifestatie attritie
Slijtage beperkt zich tot de door occlusie en articulatie belaste vlakken. De bovenkaak en onderkaak passen vaak naadloos in elkaar.

Bruxisme

  • Kenmerken van knarsen zijn:
    – Langere contacttrajecten
    – Slijtagefacetten
    – Knobbels vlakken af
  • Kenmerken van klemmen (destructiever dan knarsen) zijn:
    – Geconcentreerde krachten
    – Zeer kleine tand-tandbewegingen
    – Lokale gebitsschade
    – Occlusaal patroon is verdiept

Slijtage als gevolg van bruxisme kan attritie, abfractie (bijzondere manifestaties) en een cracked tooth tot gevolg hebben.

Cracked tooth syndroom
Het cracked tooth syndroom is een onvolledige fractuur van een vitaal posterior gebitselement gekenmerkt door pijn bij bijten en/of pijn bij koude. Vaak betreft dit de niet dragende knobbel. Deze is zwakker doordat er meer belastende laterale krachten op worden uitgeoefend. In het ergste geval kan het leiden tot een irreversibele pulpitis.

Lange termijn behandeling voor pijnlijke crack teeth

  • Knobbeloverkapping met direct en indirecte composiet en amalgaam is effectief (Opdam e.a 2008, Signore e.a. 2007, Davis & Overton, 2000).
  • Knobbeloverkapping van porselein en ceramiek, occlusale aanpassingen, verwijdering van de crack (Abbott & Leow) en immobilisatie van de crack middels een koperen ring/orthoband is niet effectief.
  • Volledige kroon: over effectiviteit is men niet eenduidig in de literatuur (Krell & Rivera 2007).

Abrasie

Abrasie is slijtage van harde tandweefsels ten gevolge van mechanische processen waarbij voorwerpen van buiten de mond betrokken zijn.

Manifestaties abrasie
Afhankelijk van de actie kan ieder oppervlak op verschillende manieren zijn aangetast.

Oorzaken abrasieve slijtage

Abrasieve voedingsmiddelen

  • Maatregelen voor gebitsreiniging
    -Verkeerde poetsmethode: tijd, druk, type borstel, gebruik van abrasieve pasta

Demasticatie
Dit is combinatie van attritie en abrasie door contact met een voedselbolus.

Tandenpoetsen en slijtage

  • Uit een systematic review naar de rol van tandpasta en de borstel op slijtage van het dentine in vitro is gebleken dat er nauwelijks effect is van de borstel, maar wel van de tandpasta (Hunter e.a. 2002).
  • Een in-vitro studie toont significant meer slijtage van dentine dan van glazuur. Het type tandpasta speelt hierbij een rol (Philpotts e.a. 2005).
  • Harde haren zijn minder schadelijk dan zachte haren (op tandniveau), want er blijft minder pasta op de borstel. Met name als dentine blootligt is de abrasieve factor van invloed.
  • Uit de in-situ studie van Pickles e.a. 2005 is een significante invloed van de tandpasta op slijtage van glazuur en dentine gebleken.

Erosie

Erosie is slijtage van harde tandweefsels ten gevolge van chemische processen in afwezigheid van bacteriën.

Erosie door dieetfactoren

  • Is frisdrank de grote boosdoener?
  • Onevenredig aan mate van gebitsslijtage.
  • Koolzuur is niet erosief en ascorbinezuur is weinig erosief.

Hoe werkt erosie?
Erosie verzacht het tandoppervlak, waardoor andere vormen van slijtage versneld worden.

Waar komt de zuurexposie vandaan?

Overmatig frisdrankgebruik.

  • Overmatig ‘ gezonde’ leefstijl: veel vruchtensap, zure voeding en rauwe groenten.
  • Of toch intrinsiek: eetstoornis/overgeven of GORD (gastro-oesophageal reflux ziekte).
  • Oorzaken van erosieve slijtage kunnen extrinsiek en intrinsiek zijn.
    • Extrinsiek:
      Leefmilieu
      Dieet
      Medicijnen (beperkt van invloed)
      – Bleekmiddelen
    • Intrinsiek:
      – Maagzuur

    Manifestatie van erosieve slijtage

    • Gladde laesies zonder duidelijke grenzen
    • Afhankelijk van de verspreiding van zuren door de mond kan ieder oppervlak zijn aangetast.
    • Erosie gaat vaak gepaard met pijn, dit is bij attritie niet het geval.

    Meest aangetaste oppervlakken

    • Palatinaal van het bovenfront
    • Buccale zijde van de eerste molaren

    Erosieve slijtage bij jeugdigen
    Onderzoek naar de prevalentie en incidentie van erosieve slijtage bij 10- tot 12-jarigen (n=622) in Oss ( El Aidi e.a. 2008).

    Progressie erosie in 3 jaar
    Baseline 10-12 jaar: 32% erosie
    Na 1,5 jaar 43% erosie
    Na 3 jaar 44% erosie

    • Er zijn steeds minder nieuwe gevallen van erosie.
    • Bestaande erosie verergert (El Aidi e.a. 2008).

    Onderzoek naar etiologie
    Kijk hierbij naar:

    • Uiterlijk slijtagelaesies
    • Mondhygiëne
    • Speekselfunctie
    • Parafunctie
    • Voeding (dagboek en gewoonten)
    •  Medische condities
      -Tekenen van eetstoornissen
      -Tekenen van GORD

    Preventie van erosie: fundamentele benadering

    • Oorzaak aanpakken
      – Frequentie zure voeding
      – Schadelijke gewoonten (manier van eten/drinken, tijdstip etc.)
      – Eetstoornis (huisarts/psycholoog)
      – GORD (gastro-entroloog)

    Overweging bij vaststellen etiologie erosie

    • Niet iedereen die een liter cola per dag drinkt krijgt erosie.
    • Niet iedere bulimia/GORD patiënt krijgt erosie.
    • Waarschijnlijk spelen vooral gastheerfactoren een rol.

    Gastheerfactoren

    • Speeksel
      – Flow
      – Viscositeit
      – pH
      – Pellikelvorming
    • Gewoonten
      – Manier van drinken
      – Tongbewegingen
      – Poetsgedrag

    Klinisch onderzoeksproject
    In het Radboud UMC loopt nu een onderzoek – het ESO-project –. Hierin wordt een patiëntengroep gevolgd die niet wordt behandeld en alleen preventief wordt begeleid. Daarnaast wordt een patiëntgroep gevolgd die behandeld wordt met verschillende methoden. Doelstellingen van dit onderzoek zijn:

    • Bepalen van de progressiesnelheid van gebitsslijtage
    • Acceptatie van beetverhoging evalueren
    • Effect etiologie op faalgedrag evalueren
    • Uitzetten van indirect versus direct composiet
    • Quality of life
    • Follow-up van minimaal 5 jaar

    Erosie door GORD

    Wat wordt verstaan onder GORD?

      De symptomen van mucosa-beschadiging door maagzuur en/of pepsine (kinnear e.a.1999).

    • Problematische symptomen en/of complicaties die zich ontwikkelen als gevolg van reflux van de maaginhoud (Cakil e.a. 2006; consensus bijeenkomst).

    Symptomen

    Heartburn: brandende pijn op de borst.

  • Regurgitatie: zuur in de mond.
  • Indirecte symptomen: keelpijn, schorheid, hoesten.
  • Soms geheel geen symptomen.
    (bartlett ea 1996)
  • Prevalentie GORD
    Milde symptomen ≥ 2 dagen per week.
    Matige/ernstige symptomen ≥ 1 dag per week.West-Europa en Noord-Amerika: 10-20% (Dent e.a. 2005)
    China: 3,1% (He, e.a. 2010)

    GORD en slijtage bij volwassenen

    Finland
    – 24% van GORD patiënten had erosie (Meurman e.a. 1994)

    Verenigd Koninkrijk
    – 64% van onderzochte slijtage patiënten had GORD (Barlett e.a. 1996)
    – Palatinaal weefselverlies is gerelateerd aan nachtelijk reflux (Moazzez e.a. 2005)

    IJsland
    – Geen significante verschillen GORD patiënten en controles (Jensdottir e.a. 2004)

    GORD

    GORD-patiënten hebben significant meer gebitsslijtage (Gregory Head e.a. 2000)

  • Patiënten zijn zichzelf meestal niet bewust van reflux (Barlett e.a. 1996)
  • Keelpijn en pijn bij slikken kunnen een indicatie zijn van een irritatie van de slokdarm door maagzuur
  • GORD-Erosieve slijtage
    Er is een grote variatie in slijtage bij GORD-patiënten gerapporteerd. Niet alle GORD-patiënten ontwikkelen erosieve slijtage!

    • Wat is de frequentie en duur van de reflux-episodes?
    • Zijn er bijkomende extrinsieke zuren?
    • Is er speeksel-bescherming?

    Kinderen met GORD vertonen meestal geen duidelijk symptomen.
    Luchtwegsymptomen zoals astma, bronchitis en hoesten kunnen erop duiden dat er sprake is van GORD. Er is geen duidelijke relatie met erosieve slijtage.

    Bewijs voor oorzaak en behandeling (wilder-Smith e.a. 2009)

    • 15 GORD-patiënten zijn behandeld met proton pomp remmers, met als resultaat:
      – 7 micron slijtage in 3 weken (50% reductie)
      – Slijtage is geassocieerd met pH boven bovenste sphincter van <5,5 (GORD gaat uit van 4,5).

    GORD
    Overleg met de huisarts als u GORD bij uw patiënt vaststelt.

    Richtlijn GORD behandeling

    Levensstijl aanpassen.

  • Medicatie met proton pomp remmers (PPIs).
    – Meest bekend is omeprazol.
  • De erosie treedt meestal op voordat de echte diagnose is gesteld.
  • Conclusies etiologie Er is nog steeds veel onduidelijk.
  • Speeksel en erosie spelen waarschijnlijk een grote rol bij slijtage.
  • Niet elke ernstige slijtage hoeft restauratief behandeld te worden.
  • Let goed op de verschijningsvormen van de gebitsslijtage zonder direct een sticker met etiologie te plakken.
  • Lees ook de andere verslagen van deze cursus:
    2. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Diagnostiek
    3. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Wanneer behandelen?Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.
    Apr 2015
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: diagnostiek

Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 2: diagnostiek.

Stappen bij diagnostiek van gebitsslijtage
Voordat u aan een behandeling begint is het belangrijk om uitgebreide diagnostiek te verrichten bij de patiënt. Dit is onder andere belangrijk voor de keuze van de behandeling en bewustwording van de patiënt over de etiologie en ernst van de gebitsslijtage.

Tandheelkundig onderzoek

  • Anamnese (tandheelkundig, medisch)
  • Intra-/extra-oraal onderzoek
  • Lichtfoto’s gebitsmodellen
  • Röntgenfoto’s

Medische anamnese

Medische geschiedenis

  • Algemene medische anamnese.
  • Maagzuur: behandelingen aan de maag, regurgitatie, veelvuldig braken of boeren.
    * Medicijngebruik
  • Zuurgraad (vitamine C, aspirine)
  • Invloed op secretie en buffercapaciteit speeksel (oncologie patiënten).
  • Invloed op bruxisme (XTC, antidepressiva).

Tandheelkundige anamnese

 

  • Voedingsanamnese
  • Mondhygiëne procedures
  • Parafuncties (bruxisme, klemmen, nagelbijten)
  • Levensinrichting (beroep, hobby’s, sport)

Visuele beoordeling van modellen
Er is geen goede klinische score-methode om progressie vast te leggen.

  • Kwantitatief onzorgvuldig
  • Slijtage vaak al gekoppeld aan etiologie

Een individueel gebitsmodel geeft de meeste informatie voor monitoren van slijtage.

Toot wear index (TWI)
Smith & Knight, 1984

0 – Geen verlies van glazuureigenschappen/contour.
1 – Verlies van oppervlakkige glazuureigenschappen/minimaal contourverlies.
2 – Minder dan 1/3 van het dentineoppervlak wordt blootgesteld.
3 – Meer dan 1/3 van het dentineoppervlak wordt blootgesteld.
4 – Blootstelling van het secundaire dentine/pulpa.

Dilemma’s van slijtage indices?

  • Indices geven alleen weer dat er slijtage is.
  • De etiologische factor is lastig te bepalen.
  • Er is geen eenduidigheid in de beoordeling.
  • Blootliggend dentine is niet betrouwbaar vast te stellen.
  • Restauratief behandelen naar aanleiding van score op index geeft schijnzekerheid, wat kan leiden tot overbehandeling.
  • Geschikt voor screenen.
  • Het geeft geen inzicht in de verschijningsvorm van de slijtage.

Scoren op verschijningsvorm en locatie

 

  • Wat zie je?
  • Geen (direct) oordeel geven over mogelijk etiologische factor(en).
  • Locatie, spreiding in de mond, plaats op het element, klinisch beeld en anamnese bepalen etiologie.

Lees ook de andere verslagen van deze cursus:
1. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Oorzaken
3. Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: Wanneer behandelen?

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: wanneer behandelen?

Restauratieve behandelingen van gebitsslijtage: wanneer behandelen?

Tandartsen worden steeds vaker geconfronteerd met ernstige glazuuraantasting van niet-carieuze aard onder adolescenten. Een cursusverslag. Deel 3: wanneer behandelen?

Wanneer restauratief behandelen?

Als er een hulpvraag is van de patiënt
Klachten: pijn, esthetiek

  • Als slijtage dermate ver is dat bij wachten prognose mogelijk verslechterd.
  • Pas op voor onnodig behandelen.
  • Hulpvraag Hulpvragen die u zich kunt stellen?
    • Waar heeft de patiënt last van?
    • Wat wil de patiënt?
    • Is die afkomstig van de patiënt of tandarts?
    • Als de patiënt niet overtuigd is:
      – Slechtere acceptatie behandeling.
      – Geen of minder commitment.

    Effectiviteit behandeling

    Restauratieve behandelopties
    Bij nagenoeg volledige dentities:

    • Indirect: kronen, onlays: composiet/keramiek
    • Direct: composiet

    Traditionele indirecte restauraties: kronen

    • Voordelen
      – Vervaardig door tandtechnicus
      – Vormgeving voorspelbaar
    • Nadelen
      – Meer invasief
      – Niet/lastig reparabel
      – Relatief hoge kosten
      – Esthetiek

    Directe composietrestauraties: Maltechniek

    • Voordelen
      – Vormgeving restauraties door opwassen in articulator (tandtechnicus)
      – Stoeltijd mogelijk iets korter
      – Eenvoudiger voor de tandarts
    • Nadelen
      – Mal niet altijd goed te positioneren
      – Approximale vormgeving problematisch
      – Tijdrovend
      – Hogere kosten door opwastechniek

    Beetverhoging is noodzakelijk

    Vanwege gebrek aan ruimte

  • Wanneer beet verzakt is
  • Bij gegeneraliseerd slijtage: volledig opbouwen
  • Benodigde beetverhoging
    • Partieel: Volgens principe van Dahl in het front.
      Door alleen een frontcontact aan te brengen zal occlusie zich herstellen door enerzijds eruptie in de zijdelingse delen en intrusie van het onderfront (Dahl en Krogstad, 1982).
    • Volledig: Bij ‘direct shaping by occlusion’ worden 6 stappen gehandhaafd

    Volgorde behandeling ‘Direct shaping by occlusion’
    1. Putty stops maken in CR/MO in gewenste beethoogte in articulator
    2. Onderfront
    3. Bovenfront
    4. Bovenpremolaren (p1)
    5. Zijdelingse delen onder (34/44 DSO)
    6. P2 en M1/M2 boven (DSO)

    Directe composietrestauraties

    • Voordelen
      – Geen verlies tandweefsel door preparatie
      – Kosten zijn relatief laag
      – Indien nodig eenvoudig aan te passen
    • Nadelen
      – Vereist specifieke vaardigheden operateur

    Combinatie indirect-direct

    Elementen met voldoende ruimte indirect
    – Stabilisatie occlusie
    – Overige elementen direct

  • Minder belastend voor operateur
  • Wax-up (ook voor direct)
  • Wax-up? Vaak te mooi en te weinig massa. De tandtechnieker maakt de opwas vooral esthetisch mooi, wat soms ten koste gaat van de stevigheid die het later biedt.
  • Verhoogd voorspelbaarheid
  • Mogelijkheid met mallen te werken
    – Dieptrekmallen
    – Try-in voor het front
    – Puttymallen
  • Indirecte-directe composietrestauraties
    • Voordelen
      – Enkele restauraties vervaardigd door tandtechnieker
      – Beetverhoging snel en voorspelbaar
      – Stoeltijd korter en de procedure is relatief eenvoudig
    •  Nadelen
      – Vaker preparatie noodzakelijk
      – Kosten hoger dan alleen directe techniek

    Gebitsslijtage: een dynamisch proces

    • Niet permanent op te lossen
    • Mogelijkheden open houden
      -Weefselbesparend werken
    • Eenheid van materiaal
    • Composiet biedt meeste voordelen, indirect of direct

    Restauratieve behandelopties

    • Kies voor minimaal invasief
    • Directe en indirecte technieken zijn beide mogelijk
    • Composiet lijkt materiaal van eerste keus te worden

    Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de PAOT-cursus Restauratieve behandeling van gebitsslijtage, door dr. B. Loomans, prof. dr. MC Huysmans, dr. N. Opdam, dr. C. Kreulen.
    Apr 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
wortelkanaalbehandeling

Een wortelkanaalbehandeling vermindert verschillende pijndimensies

Hoewel al meerdere onderzoeken hebben gekeken naar het effect van een wortelkanaalbehandeling op de pijnintensiteit, was het effect op andere dimensies nog niet onderzocht. Nu heeft een onderzoek, gepubliceerd in the Journal of Endodontics, aangetoond dat een wortelkanaalbehandeling meerdere dimensies van pijn kan verminderen: de intensiteit, de duur en de effecten op dagelijkse activiteiten.

62 tandartsen hebben in totaal naar 655 patiënten gekeken (tussen de 19 en 70 jaar oud) die een wortelkanaalbehandeling hebben ondergaan. Gegevens zijn zowel voor als na de behandeling gemeten om de preoperatieve en intra-operatieve status te bepalen. Ook heeft er een meting een week later plaatsgevonden voor het bepalen van de postoperatieve status.

Pijnintensiteit
Resultaten tonen aan dat patiënten die voor de behandeling veel tandpijn ervoeren (een 7 of hoger op een schaal van 10), na de behandeling aangaven dat de pijnintensiteit was verminderd of dat zij helemaal geen pijn meer hadden. Patiënten die voor de behandeling milde pijnintensiteit ervoeren (1 tot 3 op een schaal van 10) hielden dezelfde pijn. Deze uitkomsten kunnen gebruikt worden om patiënten te informeren over de pijnintensiteit na de behandeling.

Duur van de pijn
Ook de duur van de pijn vermindert na de wortelkanaalbehandeling. De onderzoekers geven aan dat de duur tevens invloed kan hebben op andere resultaten, waardoor het belangrijk is om ook naar deze dimensie te kijken.
Dagelijkse activiteiten
Door de vermindering van de pijn, werd het effect van de pijn op het uitvoeren van dagelijkse activiteiten lager.

Conclusie
Volgens de resultaten is er een algehele vermindering van de pijnintensiteit, duur en effect op uitvoeren van activiteiten na een wortelkanaalbehandeling.

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Orale HPV16-infectie houdt langer aan bij hogere leeftijd

Volgens nieuw onderzoek kan een besmetting van de mond met het humaan papillomavirus (HPV) een jaar of langer aanhouden bij mannen ouder dan 45 jaar. De afstammeling HPV16 komt het vaakst voor bij HPV orofaryngeale kanker. Onbekend is hoe lang de infectie met het HPV moet aanhouden om het riscio op hoofd-halskanker te vergroten, maar aanname is dat een infectie die twee jaar voortduurt het risico sterkt verhoogt.

Onderzoek
De onderzoekers hebben vier jaar lang monsters geanalyseerd van 1626 mannen die deelnemen aan een longitudinaal onderzoek over HPV-infectie bij mannen. Aan het begin van de studie bleek dat 10 mannen geïnfecteerd waren met HPV16. Gedurende de studie werd HPV16 ook nog waargenomen bij 13 andere deelnemers.
Van de totaal 23 geïnfecteerden, duurde bij 13 de infectie een jaar of langer. Bij 9 hield de infectie twee jaar of langer aan en bij 2 deelnemers maar liefst vier jaar of langer.

Resultaten
Het blijkt dat bij toenemende leeftijd de kans op een aanhoudende HPV-16 infectie voor een jaar of langer toeneemt. Van de 23 geïnfecteerden duurde bij alle mannen ouder dan 45 jaar de infectie een jaar of langer. Dit in vergelijking met de helft van het aantal deelnemers tussen de 31 en 44 jaar waar de infectie een jaar of langer volhield. Bij mannen in de leeftijdscategorie 18 t/m 31 jaar was er geen sprake van een jaar lang aanhoudend HPV16-infectie.

De resultaten tonen aan dat sommige orale HPV16-infecties vier jaar of langer kunnen voortduren en dat de lengte van de infectieduur toeneemt met de leeftijd. Genitale HPV-infecties verdwijnen meestal binnen twee jaar. Uit het onderzoek blijkt dat orale HPV-infecties dus langer kunnen voortduren dan genitale infecties.

Vervolg
Momenteel zijn er geen methoden om precancereuze letsels van hoofd en hals te detecteren. Vervolgonderzoek is nodig om hier screeningmethoden voor te ontwikkelen.

Bron: Cancer Prevention Research 
Apr 2015 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Amerikaans onderzoek naar cariës sterk beïnvloed door suikerindustrie

Onderzoek naar cariës is in de jaren 60 en 70 voornamelijk geleid door belangen van de suikerindustrie. In plaats van onderzoek naar vermindering in suikerconsumptie werd er voornamelijk onderzoek verricht naar het tegengaan van schadelijke effecten van suiker.

Correspondentie suikerindustrie en overheid
Onderzoekers aan de Universiteit van Californië vonden documenten die tezamen meer dan 1500 pagina’s aan correspondentie tussen de suikerindustrie en overheid tellen. Ze vergeleken deze met documenten van de National Institute of Dental Research om zo de invloed van de suikerindustrie op het onderzoeksbeleid te achterhalen.

Roger Adams
De documenten met correspondentie zijn achtergelaten door de inmiddels overleden Roger Adams. Hij was organisch chemicus en hoofd van de afdeling voor chemie en chemische technologie aan de Universiteit van Illinois. Daarnaast werkte hij voor de Sugar Research Foundation (SRF), nu bekend als de Sugar Association. Ook was hij deel van de adviesraad voor de International Sugar Research foundation (ISRF), nu bekend als de World Sugar Research Foundation. De World Sugar Research Foundation bestaat uit meer dan 30 leden met economische belangen in de suikerindustrie, zoals bijvoorbeeld Coca-Cola.

Oorspronkelijke focus NCP
Door de NDIR werd in eerste instantie aangeraden om het onderzoek voor het National Caries Program te richten op drie punten, namelijk:

  • Het verzwakken van kwaadaardige bacteriën die aan suiker zijn blootgesteld.
  • Fluoride distributie.
  • Aanpassen van de richtlijnen met betrekking tot suikerinname.

Wetenschappelijk bewijs
De suikerindustrie kon de invloed van suiker op cariës niet ontkennen op basis van het wetenschappelijke bewijs. Maar in plaats van de richtlijnen voor suikerconsumptie aan te passen werd de aandacht gericht op manieren om de schadelijke invloed van suiker te verminderen.

Geen resultaat
Alle leden, behalve één, van de NDIR die invloed hadden op het onderzoeksprogramma van NCP waren lid van een expertpanel in de suikerindustrie. Uiteindelijk werd driekwart van de voorstellen van de ISRF opgenomen in het NCP. Als resultaat van de nauwe samenwerking tussen NIH en de suikerindustrie richtte het NCP zich vooral op manieren om cariës te voorkomen zonder de suikerinname te verminderen.
De grote meerderheid van het onderzoek leverde geen resultaat op.

Bron: DrBiscuspid.com

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
IDS 2015 een groot succes

IDS 2015 een groot succes

De IDS heeft weer plaatsgevonden en trok dit keer een recordaantal bezoekers. Met ruim 138.500 bezoekers uit 51 verschillende landen werd de vorige editie overtroffen met 11 procent. Een groot succes dus.

Innovaties en productverbeteringen
Niet alleen werd er een recordaantal bezoekers getrokken naar het IDS, ook 2201 bedrijven vonden de weg naar het IDS. Tijdens de IDS werden innovaties, productverbeteringen en services uitgebreid tentoongesteld op 157.000 vierkante meter. Hiervoor waren 638 standhouders uit Duitsland en 1489 standhouders uit het buitenland aanwezig.

Tevreden bezoekers
Ruim 70 procent van de bezoekers kwam speciaal vanuit het buitenland naar Keulen om het evenement te bezoeken. Over het algemeen waren de bezoekers zeer tevreden over het IDS en ruim 77 procent gaf aan van plan te zijn ook de volgende editie van het IDS weer te bezoeken. Deze zal in 2017 plaatsvinden van 21 tot en met 25 maart.

Bron: Zwp-online

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Oral Health Foundation Rwanda: voorlichting en preventielessen over mondzorg

De stichting Oral Health Foundation Rwanda (OHFR) is een tandheelkundige stichting die zich inzet om de tandheelkundige voorzieningen in Rwanda te verbeteren. Zij richt zich voornamelijk op lagere en middelbare scholen. Het programma bestaat uit preventieve en curatieve mondzorg.

Doel
Vanuit de liefde voor het land en de Rwandese bevolking is de stichting Oral Health Foundation Rwanda (OHFR) in 2006 opgezet. Inmiddels is de OHFR met groot succes werkzaam in Rwanda. De OHFR wilt door het opzetten van een tandheelkundige infrastructuur bijdragen aan de directe verbetering van de tandheelkundige zorg van de plattelandsgemeenschap. De OHFR is een in Nederland geregistreerde NGO en in Rwanda geregistreerde INGO. (International Non-Governmental Organization).

Waarom?
In Rwanda lijdt meer dan 60% van de kinderen aan kiespijn. De situatie onder volwassenen is nog slechter door ongevallen en ziektes als AIDS en mondkanker. Rwanda heeft op een bevolking van bijna 12 miljoen mensen naar schatting 20 goed opgeleide tandartsen, die voornamelijk werken in de hoofdstad. Dus één tandarts op ongeveer 600.000 mensen. Op het platteland zijn nauwelijks tandartsen actief.

Omdat een gezonde bevolking de basis is voor een goede economische ontwikkeling, die samen met de educatieve ontwikkeling zorgt voor een stabiele en vreedzame samenwerking tussen verschillende bevolkingsgroepen, tracht de OHFR bij te dragen aan een goede gezondheidszorg.

Werkwijze
De OHFR heeft voorlichtingsprogramma’s en preventielessen ontwikkeld om kinderen kennis te laten maken met mondverzorging. De OHFR geeft zowel voorlichting op scholen en behandelt de kinderen op basis van Atraumatic Restorative Treatment (ART). Bij de ART is geen boor of speekselafzuiger nodig, hetgeen impliceert dat ART zonder elektriciteit, zonder leidingwater en zonder dure compressor kan worden uitgevoerd. Er is alleen handinstrumentarium voor nodig. Kinderen kunnen worden doorgestuurd naar een van de twee klinieken van de OHFR als zij met behulp van ART niet meer geholpen kunnen worden. Ook het opleiden van lokale tandartsen en assistenten is een voorwaarde voor structurele verbetering van de tandheelkundige zorg van de Rwandese bevolking. Zij volgen jaarlijks masterclasses en krijgen altijd een tweedaagse workshops voordat zij afreizen naar een school om de leerlingen daar te behandelen.

Samenwerking
Naast samenwerking met de Rwandese tandheelkundigen werkt de OHFR ook intensief samen met gezondheidscentra door het hele land, om zo zoveel mogelijk kinderen te bereiken. Aangezien de tandheelkundige gezondheidszorg een geïntegreerd deel moet worden van de reguliere medische infrastructuur zal op de lange termijn de hulp van de OHFR niet meer nodig zijn. Om het doel van deze onafhankelijkheid te bereiken, wordt er nauw samengewerkt met de Rwandese overheid, de bevolking en de gezondheidszorg in Rwanda.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

MRSA-bacterie en de tandheelkundige praktijk

Verslag van de lezing van Arts-microbioloog mevrouw dr. Karin Ellen Veldkamp tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info.

MRSA staat voor Meticilline Resistente Staphylococcus aureus. Dit is een bacterie die ongevoelig is voor de meest gangbare antibiotica, waardoor deze moeilijk te bestrijden is. S. aureus en MRSA worden het meest gevonden in de neus, maar ook in de keel, oksels, perineum, bij wonden, huidafwijkingen en op katheters.

Kliniek van stafylokokken infecties
Naast dragerschap in de neus waarbij men geen hinder ondervindt van de bacterie kan Staphylococcus aureus verschillende infecties veroorzaken en datzelfde geldt ook voor MRSA:

  • Furunkulosis (puisten), impetigo (krentenbaard)
  • Wondinfecties
  • Osteomyelitis (botontsteking)
  • Pneumonie (longontsteking) na influenza
  • Sepsis (bloedvergiftiging), toxic shock syndroom (tamponziekte)
  • Voedselvergiftiging

Hoe worden bacteriën resistent tegen antibiotica?
De bacteriën worden resistent door:

  • Mutaties in de genen waardoor het aangrijpingspunt van antibiotica verandert
  • Horizontale (van de ene bacterie naar de andere) en verticale (nakomelingen) overdracht van resistentie genen

Bij MRSA wordt de resistentie veroorzaakt door het mecA gen dat wordt overgedragen via een mobiel stukje DNA. De aanwezigheid van het mecA gen zorgt ervoor dat het aangrijpingspunt van het antbioticum (Penicilline Bindend Proteine) verandert waardoor het antibioticum niet meer goed kan binden en niet meer effectief is in het doden van de bacterie.

Uitselectie van resistentie door antibiotcagebruik
Als er antibiotica gegeven worden zullen de bacteriën die gevoelig zijn voor het antibioticum doodgaan, maar de resistente bacteriën overleven en gaan zich vermenigvuldigen (elke 20 minuten) waardoor je grote hoeveelheden resistente bacteriën overhoudt.

Verspreiding
MRSA verspreidt zich via:

  • De handen van behandelaars en verzorgenden.
  • Speeksel of lichaamsvloeistoffen van een gekoloniseerde of geïnfecteerde patiënt.
  • Druppels (niezen/hoesten) door de lucht.
  • Gecontamineerde omgeving/apparatuur waarmee men in contact komt.

MRSA in het ziekenhuis
MRSA is met name een probleem voor ziekenhuizen, omdat daar patiënten met een verminderde weerstand liggen waarbij de standaard empirische therapie faalt indien er een infectie is met MRSA. Er zijn dan intraveneuze en toxische middelen nodig voor bestrijding. Soms is er nog maar één beschikbaar antibioticum wat werkzaam is.
Naast de kwetsbare patiënten wordt er in een ziekenhuis ook veel antibiotica gegeven waardoor de antibiotische druk hoog is en er meer selectie optreedt voor resistente micro- organismen.

Search en Destroy beleid
In Nederland is er voor MRSA een Search en Destroy beleid opgesteld waardoor de incidentie van MRSA laag is gebleven in tegenstelling tot in de ons direct omringende landen. Dit beleid bestaat uit;

  • Vroegtijdige detectie van dragerschap bij risico patiënten.
  • Vroegtijdige identificatie en isolatie van een positieve patiënt of andere bron.
    Behandelen van MRSA positieve dragers en patiënten om de bacterie te eradiceren

Risicogroepen voor dragerschap met MRSA
Mogelijke dragers van MRSA zijn:

  • Mensen die de afgelopen (2) maanden langer dan 24 uur opgenomen zijn geweest in een buitenlands ziekenhuis. Dit is in verband met de hoge incidentie van MRSA in buitenlandse ziekenhuizen waardoor men in het buitenlandse ziekenhuis besmet kan zijn geraakt.
  • Mensen die contact hebben met levende vleeskalveren, vleeskuikens of varkens. Ten gevolge van het hoge antibioticagebruik in de bioindustrie waar veel dieren dicht op elkaar leven zijn er veehouderijen die besmet zijn geraakt met MRSA. Deze MRSA wordt behalve bij de dieren ook gevonden bij de mensen die beroepsmatig veel met deze dieren in contact staan of op zo’n bedrijf wonen.
  • Mensen met een huisgenoot of partner met MRSA. Door veel direct contact kan de MRSA worden overgedragen op een andere persoon.
  • Mensen die eerder opgenomen waren in een zorginstelling met een MRSA probleem. MRSA kan via de handen van medewerkers worden overgedragen van de ene patiënt naar de andere patiënt. Ook kunnen medewerkers een MRSA oppikken van een positieve patiënt en de MRSA (tijdelijk) bij zich dragen in de neus/keel en op die manier andere patiënten besmetten. Om dit te voorkomen worden er bij de verzorging van bekende MRSA positieve patiënten voorzorgsmaatregelen genomen (handschoenen, neusmondmaskers en schorten) en worden de positieve patiënten geïsoleerd van andere patiënten verpleegd.

Aandachtspunten voor de tandartsenpraktijk ten aanzien van MRSA
Aerosolen

Een aerosol is een mengsel van vloeistofdruppels of stofdeeltjes van verschillende grootte (02-200um) in een gas dat samen een wolk vormt. Via aerosolen kunnen micro-organismen in de lucht komen en zich verspreiden. In de tandartsen praktijk is er door de apparatuur die gebruikt wordt aerosolvorming,
In een onderzoek van Rautema et.al. is gekeken naar de contaminatie van de omgeving, instrumenten en personeel na gebruik van roterende ultrasone apparatuur bij tandheelkundige behandelingen. Er werden op 2 meter afstand nog bacteriën gevonden. Zonder schoonmaken kan MRSA 22-90 dagen overleven op oppervlakken.

Tandheelkundige praktijk versus ziekenhuis
De kans op overdracht van MRSA is in tandartspraktijk kleiner dan in het ziekenhuis doordat men in de tandartspraktijk:

  • Vaak slechts kortdurend contact met een patiënt heeft
  • Er standaard gebruik wordt gemaakt van handschoenen, brillen en maskers
  • Minimaal aantal invasieve procedures worden verricht waarbij de huidbarrière wordt doorbroken.
  • Frequenter wordt schoongemaakt

Adviezen
Veldkamp gaf enkele adviezen voor mondzorgprofessionals om verspreiding van MRSA te voorkomen:

  • Doordat mensen drager van MRSA kunnen zijn zonder verschijnselen te hebben weet je niet of iemand de bacterie bij zich heeft. Ook bij stafylokokken infecties is er geen onderscheid te maken tussen een infectie met een resistente stafylokok (MRSA) of een gevoelige stafylokok.
  • Ondanks dat er een aantal risicogroepen te onderscheiden zijn die mogelijk drager van MRSA zijn, is dat onderscheid in de tandheelkundige praktijk niet praktisch en moet men vooral zorgen dat de standaard voorzorgsmaatregelen altijd voldoende zijn om overdracht naar personeel en andere patiënten te voorkomen.
  • Deze standaard voorzorgsmaatregelen staan beschreven in de WIP-richtlijn Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk. Het mondneusmasker dient hoofdzakelijk voor het beschermen tegen bloedspetters en spatten van de patiënt en beschermt de patiënt tegen de deeltjes die vrijkomen tijdens praten en niezen en hoesten door het personeel. Handschoenen en maskers dienen na elke patiënt te worden verwisseld of vaker indien daar aanleiding toe is. Goede handhygiëne moet worden toegepast na uittrekken/afdoen van persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Gezien het gebruik van aerosolvormende apparatuur moet ook de omgeving (<3m) rondom de patiënt steeds goed gereinigd en gedesinfecteerd worden (bij zichtbare vervuiling altijd eerst reiniging!).
  • Gebruik van apparatuur waarbij zoveel mogelijk aerosolvorming wordt voorkomen is om meerdere redenen aan te bevelen. Een vacuümafzuigsysteem reduceert de verspreiding van micro-organismen met 95%.
    In principe zijn de bovengenoemde voorzorgsmaatregelen voldoende om overdracht van MRSA naar personeel en andere patiënten te voorkomen. Bij bekende MRSA positieve patiënten is het aan te raden de voorzorgsmaatregelen uit te breiden met een schort indien men dit niet al standaard gebruikt. Ook kan men indien het een bekende MRSA positieve patiënt is overwegen deze aan het einde van het spreekuur te plannen.

Mw. Dr. Karin Ellen Veldkamp studeerde Geneeskunde aan de Rijks Universiteit Utrecht waarna zij zich specialiseerde in de Medische Microbiologie in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Tijdens de specialisatie verrichtte zij promotieonderzoek wat in 2001 resulteerde in een dissertatie met als onderwerp: Chemotaxis Inhibitory Protein of Staphylococcus aureus. Als arts-microbioloog was zij werkzaam in het Ziekenhuis Hilversum/Gooi Noord, bij het Laboratorium voor Infectieziekten in de centrale vestiging te Groningen en de vestiging in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Sinds 2008 is zij werkzaam als staflid bij de afdeling Medische Microbiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum met als aandachtsgebieden bacteriologie, infectiepreventie en ziekenhuis hygiëne. Vanaf eind 2011 is zij voorzitter van de Infectiecommissie en stuurt zij de eenheid Infectiepreventie van het LUMC aan.

Verslag door Maja Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z