Passie voor patiënten én studenten

Haar studenten kozen Stella van Hoeve, docent Mondzorgkunde aan de Hanzehogeschool Groningen, onlangs tot Docent van het Jaar. Een interview met een mondhygiënist die studenten liefde en passie voor het vak bijbrengt.

Bijna tien jaar geleden begon mondhygiëniste Stella van Hoeve als docente aan de opleiding Mondzorgkunde in Groningen.
“Daar ontdekte ik mijn passie voor het lesgeven en het begeleiden van studenten. De kwaliteiten die ik bezit met betrekking tot de patiëntenzorg kon ik toepassen in mijn werk als docent. Het is mooi om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van studenten en ze mijn liefde en passie voor het vak bij te brengen. Ze bewust te proberen te maken wat het vak inhoudt en dat het niet alleen om scoren en geld verdienen gaat.”

Was het een verrassing dat je onlangs tot Docent van het Jaar werd verkozen?
“De nominatie kwam als een verrassing. Ik weet dat ik streng ben en veel van studenten verwacht. Ik had niet verwacht dat ik genomineerd zouden. Toen ik mijn naam tijdens de uitreiking groot in beeld zag schrok ik wel even. Ik vind het een hele eer. Het gaat uiteindelijk om de studenten en daar doe je je werk als docent uiteindelijk voor. En het is een waardering en een mooie afsluiting van mijn werk bij de opleiding mondzorgkunde. Een mooier afscheidscadeau had ik me niet kunnen wensen.”

Wat is je geheim als docent?
“Ik denk mijn betrokkenheid en inlevingsvermogen, maar ook mijn kennis en deskundigheid. Af en toe een grapje om het allemaal wat luchtiger te maken kan ook helpen. Studenten staan onder grote prestatiedruk en de opleiding Mondzorgkunde is een intensieve opleiding. De meeste studenten zijn vaak perfectionistisch. Daarom is het goed om af en toe de druk eraf te halen door wat luchtiger met wat zaken om te gaan. Als docent verdiep ik me in de student: hoe gaat het echt met hem of haar? Wat kan ik doen om de studenten beter te begeleiden en te motiveren, vraag ik me af. Wat hebben ze van mij nodig om goed te kunnen presteren? De student vrijheid en vertrouwen te geven is vaak essentieel.”

Waar komt je eigen passie vandaan?
“Mijn vader Jan van Hoeve is parodontoloog. Het was voor mij een logische stap om na de Havo aan de opleiding tot mondhygiënist te beginnen. Toen ik in de Praktijk voor parodontologie Arnhem ging werken, ontdekte ik mijn liefde voor het vak. Vooral bij het motiveren en informeren van patiënten ligt mijn kracht. Maar ook het uitvoeren van initiële behandelingen vind ik leuk: hoe dieper en bloediger de pocket, des te beter! Ik merkte dat patiënten zich op hun gemak voelden bij mij en de meest angstige patiënten kreeg ik zover om zich te laten behandelen.”

Stella heeft de afgelopen acht jaar ook als mondhygiënist bij het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde gewerkt. Daar heeft ze zich onder andere gespecialiseerd in halitose. “Tijdens mijn werk bij Mondzorgkunde heb ik nauw samengewerkt met Tandheelkunde en was ik lid van de sectie Orale Functieleer (Tandheelkunde) .”

Wat is er in de afgelopen tien jaar belangrijk geworden binnen de opleiding?
“De opleiding heeft een mooie ontwikkeling doorgemaakt. Het curriculum is uitgebreid met prepareren en restaureren.‘Evidence Based Practice’ heeft een belangrijke rol gekregen: studenten leren kritisch artikelen te lezen en niet op reclames en vertegenwoordigers af te gaan, maar zelf een oordeel te vormen.
Er is vanuit het beleidsniveau steeds meer de nadruk op rendement komen te liggen. Er is ook meer aandacht voor professioneel handelen en kritisch denken gekomen. “Daardoor is in mijn beleving wat minder oog voor de vakinhoud en kwaliteit van de inhoud. De studenten worden zelfstandiger en professioneler opgeleid zodat ze duidelijk de rol van paramedicus kunnen pakken.”

Hoe zie je de toekomst van de mondhygiënist?
“De patiënt zou meer centraal moeten staan. Er zou niet alleen vanuit economisch oogpunt gehandeld moeten worden en vanuit de behandelaar om te scoren. Mondhygiënisten zouden moeten zorgen dat er goede en betaalbare zorg wordt geleverd. Samen met andere (para)medici en de tandarts zouden we de mondzorg van de patiënt moeten optimaliseren. Er gaat wellicht een groep patiënten ontstaan die geen mondzorg meer gaat ontvangen. Er ligt een grote taak in het aanbieden van preventie op scholen, consultatiebureaus en in de ouderenzorg. Daar zou de mondhygiënist zich kunnen profileren. Wellicht zou de mondhygiënist een rol moeten nemen binnen de thuiszorg.”

Stella ziet nog meer verantwoordelijkheden voor de mondhygiënist in de toekomst: “Misschien ligt er ook een nog bredere rol voor ons omdat we patiënten regelmatig zien en we een vertrouwelijke band met ze hebben. Daarom zouden we onze kennis en kunde in kunnen zetten om de algemene gezondheid te bevorderden. De mondhygiënist zal dan meer aan lifestyle interventie kunnen gaan doen. Dit zou via internet/social media kunnen want onze maatschappij is hierdoor veranderd. De tijd van alleen patiënten behandelen in een kamertje is al lang voorbij. Patiënten hebben beschikking over meer informatie en worden steeds mondiger. Daar zullen we in de mondzorg op in moeten spelen.”

Hoe ziet je eigen toekomst eruit?“
Mijn vriend en ik verhuizen naar Deventer. Ik ben dan ook op zoek naar een nieuwe baan als mondhygiënist of docent binnen de mondzorg in Deventer en omgeving!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist


Lees meer over: Mondhygiëne, Opinie, Thema A-Z

Slechts 8,3% tandartspraktijken in avond geopend

Slechts 8,3% van de tandartspraktijken is één avond per week na zes uur nog open. Dit blijkt uit onderzoek van 123tandarts onder 5.000 praktijken.

In Zeeland is het percentage tandartspraktijken geopend in de avond het laagst, in Flevoland is dit het hoogst.

Percentage tandartspraktijken geopend in avond, per provincie

Openingsuren per week
Gemiddeld is een tandartspraktijk 38,7 uur open. In 2012 was dat nog 39,1 uur, blijkt uit het onderzoek. De daling van de openingsuren zou te maken kunnen hebben met het verminderde tandartsbezoek door de crisis en de lagere vergoedingen door ziektekostenverzekeraars.


Openingsuren tandartspraktijken per provincie

Opening vrijdagmiddag
Op vrijdagmiddag is 26,8% van de tandartspraktijken gesloten.
Van alle provincies ligt dit percentage het hoogst in Overrijssel (gemiddeld ruim 30%) en het laagst in Noord-Holland (gemiddeld 20%).

Percentage tandartspraktijk gesloten op vrijdagmiddag, per provincie

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Taaltoets voor Europese tandartsen in Groot-Brittannië

In Groot-Brittannië kunnen binnenkort geen tandartsen uit de EU-landen, Noorwegen, IJsland en Lichtenstein meer werken als ze het Engels niet machtig zijn. De wet wordt binnenkort aangepast zodat de General Dental Council (GDC) Europese tandartsen op hun kennis van het Engels kan controleren. Tot nu toe kon deze organisatie alleen tandartsen van buiten Europa controleren.

Dramatisch incident
De maatregel is het vervolg op een dramatisch incident zes jaar geleden waarbij een Duitse waarnemer tijdens zijn eerste dienst een patiënt doodde met tienmaal de aanbevolen dosis diamorphine.

Taaltoets Nederlands
In Nederland pleitte vorige maand het ANT en KNMT voor een taaltoets voor buitenlandse tandartsen. “Taal is een essentieel onderdeel van je beroep als tandarts. Wij zijn in Nederland heel erg gericht op preventie en we werken in teams. En als je de taal niet beheerst dan kan je hier niet de tandheelkunde uitoefenen zoals je dat zou willen in Nederland.” Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt het plan van de beroepsverenigingen voor een taaltoets.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Vlaamse tandartsenbond hekelt toename aantal Waalse studenten Tandheelkunde

Er zijn dit jaar 700 Franstalige eerstejaars studenten Tandheelkunde en er studeren er jaarlijks 280 af. Dat zijn er teveel volgens het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Na hun studie kunnen slechts 70 tandartsen zich per jaar vestigen. Het aantal Vlaamse studenten Tandheelkunde is beperkt sinds de invoering van een ingangsexamen geneeskunde.

Gesloten budget
In België kunnen artsen en tandartsen pas aan de slag als ze in het bezit zijn van een Riziv-nummer. Daarnaast werkt de Belgische ziektekostenverzekeraar met een gesloten budget voor tandartsen, orthodontisten en parodontologen.

Daling honorarium
Het Verbond der Vlaamse Tandartsen vreest dat het honorarium van hun leden zal dalen en stelt voor het aantal studenten Tandheelkunde te beperken of een apart budget aan Waalse en Vlaamse tandartsen toe te kennen.

Bron: De Morgen

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Mislukte tandextractie

Ruim 500.000 euro schadevergoeding na mislukte tandextractie

Een vrouw in Australië heeft ruim 500.000 euro ontvangen na een mislukte tandextractie die geleid heeft tot ernstige gezondheidsproblemen, meldt Australia News.

Oorzaak
De vrouw had last van ernstig tandbederf onder haar vulling. Zij koos ervoor om de kies te laten trekken in plaats van een wortelkanaalbehandeling. Echter, de tand brak tijdens de extractie waarbij de overgebleven tand doordrong tot in de neusholte. De vrouw moest een spoedoperatie ondergaan om het stukje tand uit deze sinusholte te verwijderen.

Gevolg
Na de ingreep kreeg de vrouw last van onder andere hoofdpijn, vermoeidheid en hevige pijn in het gezicht. Ook is in haar aangezicht een verlamming opgetreden.

Besluit rechtbank
De rechtbank heeft besloten dat de vrouw een bedrag toegekend krijgt dat zij zou hebben verdiend voor haar werk als dierenarts.

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
Uitneembaar gebit

Is ‘een uitneembaar gebit ’voorbij?

Is een uitneembare voorziening nog van nu of neemt het zelfs weer toe? Verslag van de lezing van Nittert Postema tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Gebitsprothese
Tijdens de presentatie liet Postema ons zien dat een gebitsprothese vaak een goede oplossing is om kauwen, spraak, spierfunctie, esthetiek en welbevinden te herstellen en niet voorbij is. Aan de hand van casussen werd dit duidelijk geïllustreerd en werden toepasbare tips gegeven.

Bij een gebitsprothese wordt de afname van bot vervangen door kunststof. Bij sterke resorptie wordt de bovenkaak smaller en de onderkaak breder en wordt bij voorkeur gekozen voor lingualized occlusion. De beet en beethoogte bepalen is het aller moeilijkst. Kennis van occlusie en articulatie is van groot belang. Waar moeten de boventanden staan en hoeveel mm van de fronttanden is zichtbaar bij ontspannen bovenlip. De hoeveelheid tand is afhankelijk van leeftijd en geslacht. De volledige prothese is een goede voorziening wanneer de eigen dentitie verloren gaat.

De bovenprothese functioneert goed maar de onderprothese functioneert gemiddeld slecht en dan zijn implantaten geïndiceerd. Was het vroeger tandbehoud nu staat botbehoud centraal want als het nodig is, is botvolume voorwaarde om implantaten te kunnen plaatsen. We moeten flabby ridge en botverlies voorkomen in de bovenkaak. Implantaten onder de onderprothese is een voorwaarde voor goed het functioneren van de onderprothese.

Motiverend begeleiden
De behandeling vraagt veel communicatie. Helpen is begrijpen waarom de patiënt doet wat hij doet en niet zeggen wat hij moet doen. Betrek de patiënt in het zorgproces door te vragen naar de verwachting, want kwaliteit is voldoen aan de verwachting van de patiënt. De mens achter het probleem is belangrijk voor Postema. Je hoort vaak één verhaal, maar meestal zijn het er meerdere en die kunnen het behandelresultaat blokkeren. Behandelen is luisteren en communiceren.

Citaten van Postema

  • ‘Poets de tanden die je wilt behouden. Anders worden ze vals. Tandheelkunde begint met een goede mondhygiëne.’
  • ‘Vooraf is het diagnostiek, achteraf is het excuus.’
  • ‘Alles wat je aandacht geeft, wordt groter.’
  • ‘Aandacht voor negatieve zaken is niet productief. Benoem vooral positieve dingen!’
  • ‘Doe aan OPA = Parkeren, Opbouwen, of Afbouwen: patiënten moeten weten waar ze zitten in het tandheelkundig traject.’

Nittert Postema
Drs. Nittert Postema is in 1969 te Utrecht afgestudeerd als tandarts en heeft in 1970, in Amsterdam ,een praktijk gestart die later , mede onder zijn leiding, is uitgegroeid tot een groepspraktijk. Hij was parttime 1 jaar werkzaam als klinisch-docent op de faculteit Tandheelkunde van de RU- Utrecht tot september 1970 en aansluitend aan de VU te Amsterdam tot 1975. Daarna was hij parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam noord. Vanaf 1986 tot 2008 was hij werkzaam bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde aan de faculteit Tandheelkunde en Geneeskunde van KUN te Nijmegen. Hij was 14 jaar Hoofd van het CBT. Vanaf 1972 tot heden geeft hij theoretische en klinische Bij- en Nascholings Cursussen aan tandartsen en tandtechnici. De volledige gebitsprothese, de totale rehabilitatie, de implantologie en adhesieve tandheelkunde hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z

Waterkwaliteit? Mij een zorg!

Bacteriën zijn overal. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. Onlangs ook weer met de hygiëne-in-de-keuken-campagne van het ministerie van Volksgezondheid. De concept WIP-richtlijn brengt water ook onder de aandacht. Waarom is zorg voor water in de behandelunit zo van belang?

Overal
Bacteriën zijn overal. Toen Antonie van Leeuwenhoek deze micro-organismen ontdekte, werd snel duidelijk dat het er veel waren en ook van verschillende aard. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. De meerderheid van de bekende bacteriën is gelukkig onschadelijk. Het ministerie van Volksgezondheid startte onlangs een nieuwe hygiënecampagne om weggezakte kennis over hygiëne in de keuken weer naar boven te halen. Tijdens de reclameblokken die onze TV-series onderbreken worden we eraan herinnerd dat alles hygiënisch schoon moet zijn en we regelmatig onze handen moeten wassen. De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) brengt ook water onder de aandacht.

Waakzaam
In de afgelopen jaren hebben de kranten gelukkig niet vol gestaan met artikelen over mensen die ziek zijn geworden bij de tandarts. We leven echter in een tijd waarin steeds huiveriger wordt omgegaan met antibiotica, vanwege groeiende resistentie van micro-organismen. Nu de bevolking vergrijst en er dus meer immunogecomprimeerde patiënten in de behandelunit plaats nemen, dienen we waakzaam zijn. Er zijn veel studies over de waterkwaliteit in behandelunits gedaan die dit onderbouwen.

Water in de behandelunit
De tandartsstoel heeft zich in de laatste decennia ontwikkeld tot een heuse behandelunit. Moderne units bestaan uit meerdere complexe integrale onderdelen. Ook worden er meerdere dentale instrumenten – gekoppeld aan een behandelunit – gekoeld of gevoed door water. De instrumenten worden voorzien van water dat laminair (lagen bewegen zich parallel ten opzichte van elkaar) door dunne kunststof leidingen stroomt. De stroomsnelheid wordt hierdoor een stuk lager waar omgevingsbacteriën dankbaar gebruik van maken.

Daarbij stroomt het water niet continu door de behandelunit. Een gemiddelde behandelunit wordt niet langer dan twaalf uur per dag gebruikt. Stagnatie van het water bij kamertemperatuur draagt bij aan een toename van micro-organismen in de unit. Zo hechten ze zich aan het oppervlak in de kunststof leidingen. Zodra er een aantal zich gehecht hebben, wordt het voor andere micro-organismen makkelijker zich ook te vestigen. De bacteriën maken vervolgens een complex netwerk van allerlei polymeren om hun verblijf aan de wanden van de leidingen te vergemakkelijken. Het gevormde complex wordt dan biofilm genoemd. In deze biofilm kunnen ook pathogene micro-organismen, denk bijvoorbeeld aan Legionella, schuilgaan. Als delen van de biofilm loslaten kunnen deze in de mond van de patiënt terecht komen of middels aerosol in de luchtwegen van de patiënt of behandelaar.

Inzicht
Het is dus zaak om inzicht te krijgen in de waterkwaliteit van de behandelunit. Met het verkregen inzicht kan er een scala aan eventuele maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit beheersbaar te maken.

Welke maatregelen?
Maatregelen die een tandheelkundige praktijk zou kunnen nemen om de waterkwaliteit beheersbaar te maken:

– Naleven spoelprotocollen
Het strikt naleven van de spoelprotocollen beschreven in de richtlijnen van de WIP.
Spoelen zal een reductie van het aantal aanwezige micro-organismen realiseren. Echter, zal dit in een reeds sterk verontreinigde unit niet een dusdanige reductie opleveren, zodat een eventuele norm niet overschreden wordt.

– Gebruik desinfecterende middelen
Een tweede optie is het gebruik van desinfecterende middelen om de behandelunit van binnenuit te reinigen. Niet ieder desinfectiemiddel is echter even effectief. Er zijn middelen die micro-organismen goed bestrijden, maar echter niet doordringen in de eerdergenoemde biofilm. Sommige desinfectiemiddelen kunnen het binnenwerk van de behandelunit corroderen, met alle gevolgen van dien. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de waterkwaliteit van het aanvoerwater, voordat het in de behandelunit komt, reeds verontreinigd is. In dat geval kunt u netjes spoelen en desinfectiemiddelen gebruiken, maar zal de behandelunit binnen afzienbare tijd weer verontreinigd kunnen zijn.

– Inventarisatie leidingwerk
Middels een inventarisatie van het leidingwerk kan worden nagegaan of er bijvoorbeeld dode leidingen aanwezig zijn.

Omdat niet iedere praktijk gelijk is, is het wenselijk om per situatie te inventariseren wat eventuele knelpunten zijn. Zo blijkt maar weer: meten is weten.

Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur, DRS-Waterzorg

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Waarschuwing in Groot-Brittannië voor valse apparatuur

De MHRA (Britse organisatie voor medische instrumenten en medicijnen) heeft in Groot-Brittannië gewaarschuwd voor vervalste tandheelkundige apparatuur. Deze apparatuur werd vanuit China en Pakistan geïmporteerd in Groot-Brittannië.

Afkomstig van veilingwebsites
Ruim 12.000 tandheelkundige instrumenten van slechte kwaliteit werden in beslag genomen door de MHRA. Deze instrumenten werden verkocht via veilingwebsites zoals Ebay, Amazon en Alibaba. De MHRA heeft op het moment nog 6 onderzoeken lopen naar de aanschaf van deze apparatuur door Britse tandartsen.

Gevaar voor patiënten en personeel
De in beslag genomen instrumenten lijken sterk op het echte product, met in veel gevallen een vals keurmerk. De apparatuur kan echter een gevaar vormen voor zowel de patiënten als de tandartsen. Zo zijn er röntgenapparaten gezien waarbij is vastgesteld dat ze een hoge concentratie radiatie afgeven, ook zijn er handboren gevonden die niet goed werken en uit elkaar kunnen vallen in de mond van de patiënt. Er is een geval bekend van een instrument dat in de mond van een patiënt uit elkaar viel. Ook werden er enkele wortelkanaalvijlen gevonden die gemakkelijk kunnen breken.

Betrouwbare leveranciers
Om de veiligheid van patiënten en personeel te garanderen raadt de MHRA aan om alleen apparatuur te kopen waarbij kan worden nagegaan of de leverancier betrouwbaar is. Via veilingwebsites is dit vrijwel onmogelijk.

Bron:
Dentistry



Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Duizenden patiënten getest op infectieziektes na bezoek tandarts

In Engeland is de tandarts Desmond D’Mello beschuldigd van nalatigheid op het gebied van infectiepreventie. Zo’n 22.000 patiënten moeten daarom getest worden om uit te sluiten dat ze besmet zijn met een bloed overdraagbare infectie.

Hoewel het risico op infectie laag is, wordt iedereen die patiënt bij deze tandarts is geweest aangeraden zich te laten te testen.

Handen wassen
De onhygiënische werkwijze van de tandarts kwam aan het licht nadat hij in het geheim gefilmd werd. De tandarts zou onder andere hebben nagelaten zijn handen te wassen. Ook werden dezelfde instrumenten voor meerdere patiënten gebruikt zonder deze tussendoor te steriliseren. De tandarts is inmiddels geschorst.

Onderzoek naar doodsoorzaak patiënte
Er lopen verschillende onderzoeken naar de werkwijze van de tandarts. Hieronder ook een onderzoek waarbij de dood van een vrouw wordt onderzocht die in de maand waarin zij werd behandeld door tandarts D’Mello overleed. In een ander onderzoek naar de dood van een 29-jarige vrouw werd een verband met behandeling door tandarts D’Mello uitgesloten door recherche.

Bron:
Dentistry.co.uk 


Lees meer over: Opmerkelijk, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Tandarts met camera en Photoshop

Een tandarts uit Australië gebruikt een digitale camera en het computerprogramma Photoshop om zijn patiënt voor de behandeling al het resultaat van een cosmetische ingreep te laten zien.

“Vroeger was het moeilijk om mijn visie duidelijk te maken aan patiënten”, vertelt dr. Angelo Lazaris. “Ze zijn vaak bang een beslissing te nemen die gevolgen heeft voor hun uiterlijk. Nu kan ik mensen op een groot scherm laten zien wat er verbeterd kan worden. Met Photoshop ontwerp ik een lach die bij de patiënt hoort. De camera laat tot in detail zien wat mogelijk, in plaats van dat men mij moet vertrouwen op mijn woord.”

Lazaris gebruikt een Nikon spiegelreflexcamera (SLR) met macro lens en een geavanceerde filter. Hij investeerde voor zo’n 3.000 euro aan apparatuur.

Bron:
The Sydney Morning Herald 



 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Waarom zoetigheid bitter smaakt na het tandenpoetsen

Het is algemeen bekend dat een glas sinaasappelsap na het tandenpoetsen niet lekker is. De smaak is dan van zoet veranderd in bitter, maar hoe komt dit eigenlijk?

De oorzaak hiervoor ligt in een bestandsdeel dat in de meeste tandpasta’s zit, natriumlaurylsulfaat. Deze stof zorgt voor het reinigen en laat de tandpasta schuimen. Op de tong bedekt deze stof echter de smaakpapillen die zoet waarnemen. Ook breekt het fosfolipide af. Deze stof onderdrukt normaal gesproken bittere smaken. Hierdoor neemt de tong geen zoete smaken waar en wordt de bittere smaak extra benadrukt.

Bron
ZWP online


Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

OralID: Nieuwe lamp voor vroege ontdekking van mond- en keelkanker

De OralID is een nieuwe draagbare lamp die speciaal is ontwikkeld als hulpmiddel voor oraal onderzoek naar afwijkingen van het slijmvlies. De fluorescerende technologie maakt het mogelijk om weefselveranderingen in de mond te ontdekken voordat ze met het blote oog zichtbaar zijn.

HPV virus
In de afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met mond-en keelkanker met de helft gestegen door een nieuwe hoogrisicofactor naast het gebruik van tabak of alcohol: het Humaan Papillomavirus 16 (HPV). Dit virus veroorzaakt voornamelijk keelkanker bij mannen vanaf 40 jaar. HPV gerelateerde keelkankers ontstaan vooral bij de amandelen en de tongbodem. Dit zijn delen van mond die lastig toegankelijk zijn voor het blote oog waardoor eerste signalen van voorstadia kunnen worden gemist.

Te laat
Bij twee van de drie mensen wordt mond-en keelkanker te laat ontdekt, waardoor de 5-jaarsoverleving minder dan 50% is en de patiënt blijvend last heeft van problemen met spreken, slikken, eten en ademen.

OralID
Bij gebruik van de OralID zal gezond weefsel groen oplichten, terwijl afwijkende cellen zwart zullen kleuren. Het onderzoek met de lamp duurt 2 minuten en kan het verschil zijn tussen een voortijdige ontdekking of een te late ontdekking van mond-en keelkanker.

De OralID is ontwikkeld door het bedrijf Forward Science uit Texas, USA. De OralID is geëvalueerd in 2014 door 36 tandartsen in 1.622 behandelingen voor het vakblad Dental Advisor. Tandartsen gaven de lamp de hoogste evaluatiescore van 5 sterren.

Verkrijgbaar
OralID is CE-geregistreerd. De lamp is verkrijgbaar voor 1.295,00 euro excl. btw, inclusief trainingsmateriaal, 2 brillen en filter voor het maken van foto’s. Er zijn geen disposables nodig. De OralID wordt in de Benelux aangeboden door het nieuwe bedrijf Maxdent B.V. uit Geldrop. Maxdent is speciaal opgericht om tandheelkundige behandelaars te ondersteunen bij de vroege ontdekking van mond-en keelkanker.

Lees meer over: Diagnostiek, Producten

NZa is bezorgd over macht verzekeraars

De NZa is bezorgd over de macht van zorgverzekeraars. Bestuursvoorzitter Maarten Ruys zei dit onlangs tijdens een NZa-bijeenkomst voor partijen uit de zorg, meldt Zorgvisie.

Meer macht
Vanaf 1 januari 2015 krijgen zorgverzekeraars geen compensatie meer voor risicovolle patiënten. Ook is er een voornemen om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te wijzigen waardoor zorgverzekeraars niet-gecontracteerde zorg niet meer hoeven te vergoeden. Door deze wijzigingen krijgen zorgverzekeraars meer macht.

Controle
De NZA zal de zorgverzekeraars nu strenger controleren. De autoriteit zal hierbij kijken naar concurrentie tussen zorgverzekeraars, de macht van deze partijen, het doorgeven van inkoopvoordelen, de zorgplicht, ongewenste risicoselectie en de niet toegestane premiedifferentiatie.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

NZa ziet opnieuw ruimte vrije tarieven

De NZa ziet opnieuw ruimte voor vrije prijzen in de mondzorg, zij het onder geleide van de zorgverzekeraars. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. Dit blijkt het uit het NZa rapport “Deregulering eerstelijns zorgmarkten” dat onlangs werd gepubliceerd.

De innovatie van zorgvormen, het anders organiseren en betalen van zorg en het beter inspelen op individuele consumentenwensen, noemt de NZa als voordelen van deregulering in de zorg. Volgens het NZa rapport zouden er in de verloskunde, kraamzorg, logopedie en basis GGZ vanaf volgend jaar vrije prijzen kunnen gelden.

Volgende stap
Voor de mondzorg ziet de NZa weer ruimte voor vrije tarieven. ‘Een volgende stap in het ‘dereguleringsmodel’ is het vrijgeven van de tarieven mits er een overeenkomst is met de zorgverzekeraar’, zegt de NZa in het rapport. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. ‘Immers, een groot deel van de mondzorg wordt rechtstreeks door de consument betaald, zonder tussenkomst van een verzekeraar. De max-max-tarieven zijn nu nog niet toepasbaar op deze aanbieder-consument verhouding.’

Reacties op Twitter








Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Slechts 30 procent tandartspraktijken heeft contract met zorgverzekeraar

Slechts 30 procent van de tandartspraktijken heeft een contract heeft met een zorgverzekeraar. Als ixorg wordt meegerekend, dan bedraagt dit 55 procent. Dit blijkt uit onderzoek van 123tandarts.nl onder 5.000 praktijken.

ixorg heeft meeste contracten
ixorg, de nieuwe verzekeraar voor tandheelkundige zorg, heeft de meeste tandartsen onder contract in vergelijking met de grote zorgverzekeraars. Tot de grote zorgverzekeraars worden Achmea, VGZ, CZ en Menzis gerekend.

Patiënten die bij een mondzorgpraktijk zijn waarmee hun zorgverzekeraar geen contract heeft, moeten soms een deel zelf bijbetalen van een tandheelkundige behandeling. Bij de keuze van een zorgverzekering moet een patiënt dus goed bekijken of zijn tandarts een contract heeft met deze zorgverzekeraar.

Tandartspraktijken per zorgverzekeraar

 


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Hoger opgeleiden gaan vaker naar tandarts

Het gebruik van zorg blijkt samen te hangen met opleidingsniveau. Hoger opgeleiden gaan vaker dan lager opgeleiden naar de tandarts en de alternatieve genezer en ze gebruiken vaker medicijnen die niet zijn voorgeschreven. Lager opgeleiden gaan meer naar de huisarts en de specialist, ze liggen meer in het ziekenhuis en gebruiken vaker voorgeschreven medicijnen. Alleen bij de fysiotherapeut is er geen verschil tussen lager en hoger opgeleiden: ruim een kwart van de 25-plussers heeft in één jaar tijd contact met een fysiotherapeut. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.

In het algemeen maken lager opgeleiden meer gebruik van zorg dan hoger opgeleiden. Volgens het CBS heeft dit mede te maken met verschillen in leeftijd, geslacht, gezondheid en inkomen tussen beide groepen. Als met al deze verschillen rekening wordt gehouden, dan de situatie anders zijn en zouden hoger opgeleiden meer zorg gebruiken.

Zorggebruik naar opleidingsniveau, bevolking van 25 jaar en ouder, 2013

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Mondhygiënist met hepatitis B toch aan het werk

In 2013 meldde een mondhygiënist met hepatitis B zich bij het reizigersadviesbureau van de GGD. Na navraag van de arts-infectieziektebestrijding bleek ze niet bekend te zijn bij de commissie Preventie iatrogene transmissie die adviezen geeft als een gezondheidsmedewerker hepatitis B heeft.

Opleiding
Tijdens haar opleiding tot mondhygiënist die ze volgde van 2005 tot 2009 had zij aan haar opleiders reeds gemeld dat ze aan hepatitis B leed. Er werd haar echter nooit verteld dat dit riskant zou kunnen zijn voor haar patiënten. De GGD wist te achterhalen dat de situatie in 2005 was voorgelegd aan een arts-microbioloog in het regionale ziekenhuis. De arts-microbioloog had daarop de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) per brief om instructies gevraagd. Hoe het verder is gelopen is niet bekend.

Werkgever en maagleverdarmarts
Toen de vrouw in 2009 bij een tandartsenpraktijk ging werken informeerde haar werkgever niet naar haar beschermingsstatus tegen hepatitis B. In 2010 werd zij verwezen naar een maagleverdarmarts toen bleek dat ze een hoge viremie had. Dit betekende een hoeveelheid hepatitis B-virus in het bloed die veel hoger was dan de waarde waarmee een risicovormer volgens de landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten mag werken. De arts wees haar echter niet op de risico’s met betrekking tot haar werk. Er werd gestart met een behandeling waarna haar viremie in 2011 gedaald was tot een acceptabel niveau. Hierna heeft er geen controle meer plaatsgevonden.

Maatregelen van de GGD
De GGD sprak met de vrouw af dat zij per direct haar werkzaamheden zou staken. Ook zou ze een nieuwe viremiebepaling laten doel en contact op nemen met de maagleverdarmarts. Uit de viremiebepaling bleek dat haar viremie wederom erg hoog was. Dit betekende dat haar eerdere behandeling mislukt was en dat ze ook nog steeds een risico vormde voor haar patiënten. De GGD meldde haar situatie vervolgens aan de commissie PITH en lichtte ook de IGZ in.

Geen verband met acute hepatitis-B gevallen
Uit onderzoek van de GGD bleek dat de vrouw niet als infectiebron kon worden aangewezen voor gemelde patiënten met acute hepatitis B. Het is daarmee echter niet gezegd dat de vrouw ook niemand heeft besmet. Slechts 1 op 3 besmettingen verloopt symptomatisch. Daarbij is het bekend dat 95% van de gevallen van acute hepatitis B eindigt in genezing.

Werkzaamheden hervat
De vrouw wordt nu behandeld met medicatie en zal deze waarschijnlijk langdurig medicijnen moeten slikken. Op het moment heeft ze toestemming gekregen van het PITH om haar werkzaamheden te hervatten. Wel blijft ze onder toezicht van de commissie en zal ze elk half jaar een viremiebepaling moeten doen.

Leerpunten
Ondanks dat er al sinds 2002 een landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten bestaat kon het toch misgaan. Dit kwam doordat er meerdere keren werd gefaald in de uitvoering van de regels door deskundigen:

• Bij de opleiding had men doortastender moeten zijn;
• De geconsulteerde arts-microbioloog had op de hoogte moeten zijn van de richtlijn;
• De werkgever had dóór moeten vragen;
• De MDL-arts had kunnen weten dat cliënte een risico vormde voor haar patiënten, ook hij had de richtlijn PITH moeten kennen.

Lees ook over de praktische samenvatting van de richtlijn preventie iatrogene transmissie HBV

Bron:
RIVM

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Steeds meer mensen met diabetes

Het aantal mensen met diabetes is flink gestegen in de laatste jaren. In 2013 gaf 4,5 procent van de Nederlanders aan diabetes te hebben wat overeenkomt met 750.000 mensen. In 2001 gaf 2,8 procent dit aan. Dit meldt het CBS.

Meer kans
Vooral diabetes type 2 komt steeds vaker voor, met name onder 55-plussers. Overgewicht speelt bij dit type een belangrijke rol.
Naast ouderen hebben ook allochtonen van de eerste generatie, lager opgeleiden, mensen met een lager welstandsniveau en mensen met overgewicht vaker diabetes.

Slechtere mondgezondheid
Bij patiënten met diabetes blijft de bloedsuikerspiegel niet meer binnen de normale grenzen. Als gevolg van diabetes kan de mondgezondheid verslechteren. Mensen met diabetes hebben ook vaker last van tandvleesontsteking.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
grafiek dalen

Tandartspraktijk en tandtechnisch laboratorium failliet verklaard

Tandheelkundig Centrum en tandtechnisch laboratorium Prodentique uit Hengelo zijn door de rechtbank in Almelo failliet verklaard, meldt Tubantia. De praktijk blijft gewoon geopend. Andere tandartsen hebben volgens de curator belangstelling om de praktijk over te nemen. Voor het tandtechnisch laboratorium zijn de vooruitzichten minder goed.

De curator zegt dat de problemen onder andere ontstaan zijn door vertrek van enkele tandartsen uit de praktijk die vervolgens patiënten meenamen.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

NVM: Onjuistheden over de Leergang Parodontologie

De NVM vindt dat er feitelijke onjuistheden staan in het verslag waarin parodontoloog Jeroen Zweers aan het woord komt over de Leergang Parodontologie. “Alle opleidingen hebben de basiskennis en -vaardigheden voor parodontologie in het reguliere curriculum opgenomen. Voor verdere scholing is er een minor Parodontologie.”

De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten vindt dat er feitelijke onjuistheden staan in het verslag waarin parodontoloog Jeroen Zweers aan het woord komt.
De Achterhoekse studieclub van mondhygiënisten nodigde onlangs Zweers uit om te praten over zijn vak, verwijzen en het geheim van parodontale stabiliteit. In het verslag , dat nog te lezen is op dentalinfo.nl, staat dat hij graag samenwerkt met mondhygiënisten, maar als het over borende mondhygiënisten gaat, hij wat bezorgd kijkt. Op sommige HBO’s Mondzorgkunde is parodontologie een minor geworden. “Naar mijn idee is parodontologie de basis van de opleiding tot mondhygiënist. Ik heb van verschillende collega’s vernomen dat de handvaardigheid en kennis over parodontologie van recentelijk afgestudeerde mondhygiënisten steeds vaker te kort schiet. Dat er nu zelfs plannen zijn om de HBO Mondzorgkunde te verlengen met een post-HBO parodontologie is de wereld op zijn kop.”

Scalen en planen
Oddy Folgerts, beleidsmedewerker Onderwijs, Scholing en Wetenschap bij de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten, wil op deze uitspraken reageren. Sinds de komst van de 4-jarige opleiding leren mondhygiënisten in spé om te prepareren en te restaureren. Daarmee is er ook een minor Parodontologie gekomen. Leren dan niet alle studenten Mondzorgkunde meer te scalen en te planen? “Alle opleidingen hebben de basiskennis en -vaardigheden met betrekking tot parodontologie in het reguliere curriculum opgenomen. Voor diegene die zich verder wil scholen in de Parodontologie is binnen de reguliere opleiding een minor Parodontologie”, antwoordde Folgerts.

Leergang Parodontologie
Wat is dan de reden van het ontwikkelen van de post-HBO Parodontologie? “De NVM spreekt niet over een post-HBO-opleiding, maar over de Leergang Parodontologie (LP). De LP is een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van parodontologie en voor alle mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie. Daarnaast heeft de Leergang Parodontologie als doel om de (regionale) samenwerking tussen de mondhygiënisten, parodontologen en andere (mond)zorgprofessionals te bevorderen en het kwalitatief handelen als het gaat om de parodontologie gezamenlijk aan te pakken. De NVM heeft als missie: ‘Het bevorderen van professionele, preventieve mondzorg voor alle Nederlandse inwoners en het creëren van voorwaarden voor mondhygiënisten om deze hoogwaardige mondzorg te verlenen’. Bovendien heeft de NVM als doelen gesteld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te stimuleren en inhoudelijk het beroep verder te ontwikkelen. De NVM wil middels de ontwikkeling van de Leergang Parodontologie niet alleen een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inhoudelijke ontwikkeling van het beroep, maar ook aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van de mondzorg.

Interesse bij mondhygiënisten
De NVM onderzocht of er een vraag is onder haar leden om de LP uiteindelijk echt van start te laten gaan, ook bleek de interesse uit congresbezoek. Het congres over parodontologie in 2010 was één van de drukbezochtste NVM-congressen ooit. Uit onderzoek van twee studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in 2011 over bij- en nascholing bleek dat 70.2% van de 490 mondhygiënisten interesse heeft in bij- en nascholing op het gebied van parodontologie. Ook heeft de NVM tijdens het NVM Voorjaarscongres 2013 na toelichting van de heer dr. Schelte Fokkema, MSc, op de ontwikkeling van de LP een peiling uitgevoerd onder congresbezoekers naar de belangstelling voor een LP. Ruim 70% van de aanwezige mondhygiënisten (226 stemmen in totaal) gaven aan dat zij geïnteresseerd zijn in de LP, bovendien bleek dat de ruime meerderheid (82%) zijn klinische tijd primair besteedt aan parodontologie. Ook de DCM-cursussen over de parodontologie worden altijd goed bezocht door mondhygiënisten. Folgerts: “De afgelopen jaren is veel variëteit ontstaan als het gaat om scholing op het gebied van parodontologie en de kwaliteit en het niveau van dergelijke scholing verschilt. Vanuit het werkveld is behoefte aan een eenduidige en gecertificeerde scholing voor mondhygiënisten op het gebied van de parodontologie.”

Verdieping en verbreding

Hoe zal de LP eruit komen te zien en wanneer kunnen mondhygiënisten zich gaan aanmelden?
“Kort gezegd is de LP een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van de parodontologie. Op dit moment is de LP volop in ontwikkeling. De Leergang Parodontologie zal bestaan uit een theoretisch deel in de vorm van wetenschappelijke seminars en een praktijkgedeelte in de vorm van een klinische stage. Begin 2015 zal de LP aangeboden worden via DentalCourses Mondhygienisten (DCM). Meer informatie over de precieze invulling van de LP zal later dit jaar bekend worden gemaakt.

Is de LP enkel voor de mondhygiënisten die de 4-jarige opleiding zonder minor parodontogie hebben gevolgd?
“De LP is voor alle mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie.” De LP is dus niet alleen voor die categorie mondhygiënisten, maar ook voor de mondhygiënisten die de 2- of 3-jarige opleiding hebben gedaan of diegene die de minor parodontologie hebben gedaan.

Bij elkaar kan het dus een behoorlijk lange opleiding zijn. Is vijf jaar leren niet erg lang voor mondhygiënisten? Is dat niet een beetje te veel van het goede en erg duur?
“De LP is geen voltijds jaar (1640 uur), dus deze aanname klopt niet. Aangezien de LP in deeltijd te volgen is, varieert de duur van de LP van 12 tot 18 maanden, afhankelijk van de door de mondhygiënist zelf gekozen tijdspanne. Het is juist een investering: Door het volgen van de LP wordt de rol van de mondhygiënist en de samenwerking met ander mondzorgprofessionals binnen het mondzorgteam versterkt, waardoor ze nog doelgerichter en doelmatiger patiënten kunnen behandelen. Kortom, een win-winsituatie voor alle partijen. Bovendien wordt met de LP door mondhygiënisten gewerkt aan verdere kwaliteitsbevordering m.b.t de beroepsuitoefening en wordt inhoudelijk het beroep verder ontwikkeld.”

Al met al is geen sprake van een comeback. De paro-mondhygiënist is immers nooit weggeweest! De mondhygiënist krijgt enkel de kans om zich nog verder te ontwikkelen in de parodontologie middels de Leergang Parodontologie.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z