Dentale branche ondertekent Gedragscode Medische Hulpmiddelen

Met het ondertekenen van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) op 4 december 2013, hebben de twee belangrijkste brancheverenigingen binnen de tandheelkundige sector, INDENT en VGT, principieel gekozen voor een zuivere relatie tussen de zorgprofessional en de aanbieder van medische hulpmiddelen. Hiermee voldoen zij aan de uitdrukkelijke wens van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op dit gebied en sluiten zij zich aan bij vele brancheorganisaties uit de medische sector die hen reeds voor gingen. Per 1 januari 2014 zullen ook diverse zorgpartijen, waaronder de KNMG, de Gedragscode ondertekenen waarmee wederkerigheid wordt bereikt.

Gunstbetoon verboden
De Gedragscode Medische Hulpmiddelen regelt de onderlinge relatie tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals. De gedragscode moet ervoor zorgen dat (financiële) prikkels met betrekking tot de verkoop van medische hulpmiddelen voortaan transparant, zorgvuldig en controleerbaar zijn. Zo zijn allerlei vormen van gunstbetoon bij de verkoop van medische hulpmiddelen in beginsel verboden, behalve daar waar in de Gedragscode nog ruimte voor wordt gegeven. De mogelijkheden hierin zijn zeer gelimiteerd en verkoopacties zullen dan ook vanaf heden getoetst worden aan de bepalingen in deze Gedragscode.

Zorginhoudelijk en integer
Door ondertekening van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen hebben alle leden van VGT en INDENT zich verplicht tot naleving van deze bepalingen. Dirk Annaars, voorzitter INDENT (Association for the dental industry in the Benelux): “In 2012 heeft de medische hulpmiddelenindustrie een gedragscode opgesteld, die de afgelopen tijd is uitgewerkt. Met de Gedragscode Medische Hulpmiddelen willen wij waarborgen dat beslissingen over medische hulpmiddelen genomen worden op zorginhoudelijke en integere gronden. De regels in de Gedragscode geven invulling aan een zorgvuldige, transparante en verantwoorde omgang tussen fabrikanten van medische hulpmiddelen en partijen die betrokken zijn bij de aanschaf of de
toepassing daarvan”.

Transparant
“De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) verwacht met het volgen van de Gedragscode een voorbeeld te stellen binnen de tandheelkundige sector. Het is een goede ontwikkeling om in de huidige samenleving transparant te zijn in de manier waarop je zaken doet. Zeker nu de tandheelkunde zoveel in het nieuws is geloven wij dat het belangrijk is om op een positieve manier van ons te laten horen en de zorgprofessionals in onze branche een houvast te geven”, aldus Cees Balder, voorzitter van de VGT.

Uiteraard verwachten VGT en INDENT dat ook de andere beroepsverenigingen in de tandheelkundige branche de code zullen ondertekenen. Een breed draagvlak onder leveranciers, groothandel en beroepsgroepen schept duidelijkheid in de dentale branche.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Kamervragen over rapport Tandarts maakte behandeling niet duurder

D66-kamerlid Pia Dijkstra stelde minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen over het onderzoek van Milliman waaruit blijkt dat de rapportages van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het experiment met vrije tandartstarieven ondeugdelijk en misleidend waren. Dit onderzoek werd in opdracht van de ANT uitgevoerd.

Bekijk hieronder de vragen die zij op 6 december stelde.

Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Tandarts maakte behandelingen niet duurder»?

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de resultaten van onderzoeksbureau Milliman dat tandart-sen in 2012 slechts een inflatiecorrectie hebben doorgevoerd tijdens het experiment met vrije tandartstarieven, in plaats van prijsstijgingen van meer dan 10%, zoals aangegeven door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)?

Vraag 3
Bent u van mening dat naar aanleiding van de bevindingen van onderzoeks-bureau Milliman de NZa de marktscans inzake de vrije tandartstarieven moet herzien, en haar onderzoeksmethoden moet evalueren?

Vraag 4
Deelt u de mening dat het experiment met vrije tandartstarieven onnodig voortijdig is gestaakt op basis van onjuiste marktscans van de mondzorg-markt?

Vraag 5
Wat is de stand van zaken van het mondzorgonderzoek dat onderzoeksbureau Deloitte uitvoert namens de NZa naar de opbrengsten, productie, praktijkkos-ten en tijdbesteding bij aanbieders van mondzorg?

Vraag 6
Klopt het dat het onderzoek naar de mondzorgtarieven meer tijd en geld zal gaan kosten dan verwacht? Zo ja, om hoeveel extra tijd en geld gaat het naar verwachting?

Vraag 7
Wat is uw oordeel over de transparantie van de kosten, opbrengsten en kwaliteitsindicatoren van mondzorgaanbieders?

Vraag 8
In hoeverre konden mondzorgaanbieders het afgelopen jaar met vragen over de vragenlijsten in het kader van het kostenonderzoek terecht bij de NZa?

Vraag 9
Bent u van mening dat de NZa over voldoende kennis beschikt om de tarieven van mondzorg aanbieders te monitoren en berekenen, wanneer u het rapport van onderzoeksbureau Milliman in ogenschouw neemt? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om dit te verbeteren?

Vraag 10
In hoeverre acht u het vaststellen van adequate landelijke tarieven in de mondzorg überhaupt mogelijk, gezien de constatering uit het «Visiedocument bekostigingsstructuur Mondzorg» dat de werkelijke kosten per aanbieder altijd zullen afwijken als gevolg van onder meer de lokale kostprijsverschillen en schaalverschillen?

Vraag 11
Bent u bereid, gezien de resultaten van onderzoeksbureau Milliman, de problemen rondom het huidige kostenonderzoek en de eerdere constateringen uit het Visiedocument, te onderzoeken of een nieuw experiment met vrije prijzen mogelijk is, om te beginnen met bijvoorbeeld de sector orthodontie? Zo nee, waarom niet?

Bron:
Tweedekamer.nl

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NMT maakt bezwaar tegen nadere vragen kostenonderzoek NZa

De NZa meldde vorige week via de media dat zij deelnemers aan het kostenonderzoek nadere vragen zouden stellen. Vrijdag 6 december ontving deze groep bericht van de NZa. De NMT meldt op haar website geschrokken te zijn van deze nadere vragen en heeft bezwaar gemaakt bij de NZa.

Het belangrijkste bezwaar van de NMT is dat vertrouwelijke gegevens van de deelnemers aan het kostenonderzoek per mail worden verstuurd. Dit is volgens de NMT niet beveiligd en ook zouden er verkeerde bijlagen bij de verkeerde praktijken zijn binnengekomen.

Ook heeft de NMT inhoudelijke bezwaren tegen de vragen van de NZa. ‘In veel gevallen worden vragen gesteld die naar de mening van de NMT niets toevoegen aan het onderzoek of die door de klankbordgroep beantwoord hadden kunnen worden. Veel vragen zijn overbodig en dus onnodig belastend voor de deelnemers. Bovendien krijgen de deelnemers daarbij te maken met onrealistische deadlines’, meldt de NMT.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Sjoemelende Haagse tandarts vecht behandelverbod aan

De Haagse tandarts Thiel maakt bezwaar tegen de behandelstop die de Inspectie voor de Gezondheidszorg hem oplegde. De sjoemelende tandarts was een tijd lang spoorloos, maar heeft nu de inspectie benaderd, meldt Omroep West.

De Haagse tandarts rommelde met declaraties en beschadigde gebitten van patiënten onherstelbaar. Daarom moet tandarts Thiel de inspectie nu bewijzen dat hij verantwoorde zorg kan bieden. Tot die tijd moet zijn praktijk dicht, anders moet de tandarts een dwangsom betalen.

Onder toezicht
In januari 2013 werd Thiel al onder toezicht gesteld. Dat leidde niet tot verbetering en daarom kreeg de tandarts in de zomer van 2013 een behandelverbod. Thiel heeft nu bezwaar gemaakt tegen deze behandelstop. Tandarts Thiel werd eerder al uit zijn ambt gezet in Duitsland.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Tandartsangst zichtbaar als afwijkende hersenactiviteit

Zit tandartsangst tussen de oren? Volgens Japanse onderzoekers wel. Zij vonden dat de hersens van mensen met tandartsangst afwijkend reageren op het geluid van boren en afzuigen, schrijft Dentistry.

Hersenscan
De onderzoekers scanden de hersens van proefpersonen terwijl zij naar geluiden van boren en afzuigen luisterden. Mensen met angst voor de tandarts vertoonden activiteit in het hersengebied dat gebruikt wordt bij leren en onthouden. De groep proefpersonen zonder tandartsangst vertoonde een heel ander patroon. Vooral de hersendelen die te maken hebben met horen waren actief.

Behandelen
Naar schatting is ten minste 5 procent van de bevolking zo bang voor de tandarts dat ze nooit op controle komt. Door te kijken wat de hersenactiviteit van zeer angstige patiënten verandert, hopen onderzoekers deze mensen te helpen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z
kanaalbehandeling voor en na

Pijn voor, tijdens en na de kanaalbehandeling

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. Welke oorzaken zijn er en hoe lost u dit op? Wat doet u bij napijn? Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. In 90% van de gevallen is er sprake van pulpitis of een pijnlijke parodontische apicalis. Indien u geen diagnose kunt stellen, laat u dan niet verleiden tot behandeling. Beter kunt u pijnstilling voorschrijven en de patiënt terug laten komen na enkele dagen. Erg bestaat nog geen test om een onderscheid te maken tussen reversibele en een irreversibele pulpitis.

Bij een kiespijn die soms ineens spontaan komt opzetten en met name een heftige reactie geeft bij een koude prikkel, is de mogelijke oorzaak een cracked tooth. Na het vervangen van de amalgaam restauratie kunnen de klachten nog ongeveer drie maanden aanhouden. Uit onderzoek blijkt dat bij een pijnlijke pulpitis uw mandubulair blok in ongeveer een derde van de gevallen zorgt voor complete pijnreductie. Als check voor een adequate anesthesie kunt u de koude test uitvoeren.

Alternatieven
Alternatieven die u heeft als de verdoving onvoldoende is:

  • Buccale infiltratie anesthesie
  • Intra-ossale anesthesie
  • Intrapulpale anesthesie

Wat te doen?

  • Pijnlijke pulpitis
    In 90% van de gevallen geeft een pulpotomie reductie van de pijn.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis zonder endodontische behandeling
    Voor pijnreductie dienen alle kanalen tot de hoofdvijl te worden schoongemaakt.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis met endodontische behandeling
    Opties die u heeft zijn het trekken van de kies of een endodontische herbehandeling. Vaak ontbreekt het u aan tijd in de spoeddienst om een herbehandeling uit te voeren. Schrijf de patiënt dan pijnstilling voor.

Wel of geen calciumhydroxide?
CaHO geeft geen invloed op de pijnbestrijding. Volgens De Cleen maakt het niet uit of u het wel of niet gebruikt. Er bestaat hierover nog weinig consensus.

Kans op napijn
Endodontologen hebben weinig pijnklachten in de (verwijs)praktijk, vaak worden de pijnklachten behandeld bij de algemeen practicus. Heeft meer dan 5% van uw patiënten napijn, dan moeten bellen gaan rinkelen of u iets verkeerd doet: u zit boven het gemiddelde.

Wanneer napijn?
Napijn is erg lastig te voorspellen, onderstaande factoren vergroten de kans op napijn.

  • Pijn voor de kanaalbehandeling
  • Grootte van de zwarting (hoe groter des te meer kans)
  • Meer kanalen geven een grotere kans
  • Vrouwen hebben meer last dan mannen

Flare-up is een ernstige napijn. U dient de patiënt te zien en behandeling is noodzakelijk. Een behandeling voor napijn is geen antibioticum kuur. Tonen van empathie door te bellen een dag na te behandeling heeft resultaat: deze patiënten rapporteren minder napijn.

Het is niet waar dat endodontische herbehandelingen een grotere kans zouden hebben op napijn. De totale hoeveelheid pijn is geen voorspeller voor de herinnering aan pijn. Het laatste moment wordt meestal herinnerd, dus probeer de behandeling altijd pijnloos af te sluiten.

Michiel de Cleen (1962) is tandarts-endodontoloog. Na zijn afstuderen aan de Universiteit van Amsterdam was hij van 1988 tot 1995 (gast)medewerker van de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Thans voert hij een fulltime endodontische praktijk. Tot medio 2010 was hij hoofdredacteur van het tijdschrift TandartsPraktijk. Michiel de Cleen is mede-auteur van het standaardwerk Endodontologie en van zijn hand verschijnen regelmatig publicaties op het gebied van de endodontologie. Hij gaf talloze lezingen en cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Amerikaanse mondhygiënisten krijgen steeds meer werk

Er is steeds meer vraag naar mondhygiënisten in Amerika. Verwacht wordt dat de werkgelegenheid tot 2020 jaarlijks zal stijgen met 3%, meldt WVTM.

De groei kan verklaard worden doordat steeds meer Amerikanen verzekerd zijn voor behandeling bij de mondhygiënist. Ook is de voorlichting over mondgezondheid verbeterd in de Verenigde Staten.

Bron:
WVTM 


Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Mondhygiënist en orthodontist in top 15 beroepen met minste stress en goed inkomen

In de top 15 van beroepen met de minste stress en een goed inkomen staat de orthodontist op de 9e plaats en de mondhygiënist op de 15e. De toplijst werd gemaakt door Business Insider op basis van onderzoek in de Verenigde Staten, van het Bureau of Labor Statistics and Occupational Information Network (O*NET).


Top 15

1. Wiskundige

2. Politicoloog

3. Astronoom

4. Leraar rechten

5. Econoom

6. Actuaris

7. Systeembeheerder

8. Optometrist

9. Orthodontist

10. Audioloog

11. Artdirector

12. Planner stedenbouw en ruimtelijke ordening

13. Technisch schrijver

14. Ingenieur

15. Mondhygiënist

Bron:
Business Insider


Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Implantaat raakt zoek in neusholte

Last van aangezichtspijn en ontstoken neusholten? Een Italiaanse vrouw kreeg een wel heel bijzondere diagnose: in haar neusholte zat een dentaal implantaat, schrijft Life Science.

Het implantaat was twee jaar eerder aangebracht in de bovenkaak van de vrouw. Toen de vrouw vanwege haar klachten onderzocht werd, leek het implantaat echter verdwenen te zijn. Waar het implantaat was ingebracht, zat alleen keurig geheeld tandvlees.

Neusholte
Een CT-scan wees uit dat het implantaat inmiddels niet meer in de kaak zat. Waar dan wel? De metalen schroef van twee centimeter werd aangetroffen in de neusholte onder het linkeroog van de vrouw. Nadat het implantaat operatief was verwijderd, verdwenen de klachten van de vrouw.

Bron:
Life Science

Lees meer over: Implantologie, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Britten gaan naar supermarkttandarts

Naar de supermarkt voor boodschappen en een tandartscontrole? In het Verenigd Koninkrijk kan het, schrijft Dentistry.

In 2008 werd de eerste tandartspraktijk geopend in een Britse supermarkt. Daarna volgden nog vijf klinieken, onder andere in Manchester en Londen. De praktijken zijn zeven dagen per week open en iedereen kan een afspraak maken.

Aanbod
In de praktijken worden zowel cosmetische als standaardbehandelingen uitgevoerd. Ook voor specialistisch werk kunnen patiënten terecht in de supermarktpraktijk.

Succes
Onderzoek wijst uit dat 13% van de respondenten vaker naar de tandarts zou gaan als deze makkelijk te bereiken is. De supermarktklinieken zijn zo’n succes dat ze inmiddels overgenomen zijn door een keten van privéklinieken.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

Tarieven 2014 met 3,79% geïndexeerd

De mondzorgtarieven voor 2014 worden geïndexeerd met 3,79%. Dit maakte de NZa op 5 december bekend.
De NZa geeft hierbij aan dat de tarieven zullen worden aangepast in de loop van 2014, uiterlijk per januari 2015, op basis van de resultaten van het huidige kostenonderzoek.


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Australische tandartsen overwegen aanbod hiv- en soa testen

Australische tandartsen gaan hun patiënten mogelijk hiv- en soa-testen aanbieden. Daardoor kunnen meer vroege diagnoses gesteld worden, schrijft Dentistry.

Animo
Momenteel peilen onderzoekers de belangstelling van tandartspraktijken voor het aanbieden van de onderzoeken. Ook apotheken wordt gevraagd om de testen te verstrekken.

Snelle uitslag
Testen bij de tandarts leidt to minder wachttijd. Een orale hivtest geeft al na 20 minuten een indicatie. Is de uitslag positief, dan is nog wel bloedonderzoek nodig om de uitslag te bevestigen.

Testen op hiv kan met een vingerprik of oraal. Ook is er een orale test voor hepatitis C beschikbaar. De orale tests moeten nog worden goedgekeurd door de Australische overheid.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

NZa klaagt: Veel aanbieders van mondzorg niet open over kosten en opbrengsten

Veel mondzorgaanbieders zijn niet open over de kosten en opbrengsten van hun praktijk, zegt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De overheidsorganisatie tikte honderden mondzorgpraktijken hiervoor op de vingers. Bij 65 mondzorgpraktijken nam de NZa strengere maatregelen. Acht van hen moeten een boete betalen – van een paar duizend tot twintigduizend euro – als zij ontbrekende gegevens niet aanleveren.

Deloitte voert het kostenonderzoek onder mondzorgaanbieders uit voor de NZa die de resultaten gebruikt om de mondzorgtarieven te berekenen.

Onvolledig
Bij enkele honderden mondzorgpraktijken uit de steekproef van negenhonderd in totaal, waren de antwoorden over de kosten en opbrengsten van hun praktijk onvolledig volgens de NZa. De meeste daarvan leverden de gegevens desgevraagd alsnog aan. Acht mondzorgaanbieders van de 900 praktijken in de steekproef – dus minder dan 1% – leverden ondanks herhaalde verzoeken geen gegevens aan, schrijft de NZa in haar persbericht. Zij kregen een last onder dwangsom opgelegd die kan oplopen tot twintigduizend euro en moeten alsnog de gegevens aanleveren.

Toelichten

Daarnaast leverde een groot aantal mondzorgpraktijken uit de steekproef (deels) onjuiste of onrealistische gegevens aan volgens de NZa. Deze praktijken krijgen het verzoek om de gegevens toe te lichten of alsnog de juiste gegevens aan te leveren.

Reactie NMT
‘Stellen dat veel tandartsen niet transparant zijn over hun praktijkkosten en praktijkinkomens is ver naast de werkelijkheid. Het doet de beroepsgroep onrecht en schaadt hun vertrouwensrelatie met de patiënt.’ Dit zegt voorzitter Rob Barnasconi van de NMT in reactie op de berichtgeving door de NZa.

De NMT vraagt praktijken brieven van de NZa over aanvullende informatie kostenonderzoek te mailen aan de ledenservice via LS@nmt.nl 

Reactie ANT
De ANT geeft in een persbericht als reactie: ‘Het persbericht van de NZa over de voortgang van het kostenonderzoek is in de ogen van de ANT uiterst tendentieus en onnodig grievend. Onder de kop ‘Veel aanbieders van mondzorg niet open over kosten en opbrengsten’ wordt de schuld voor de vertraging van het lopende onderzoek eenzijdig bij de tandartsen gelegd. Het persbericht heeft inmiddels tot een golf van emoties en woede geleid, zowel binnen als buiten de mondzorgsector. De ANT zal mede namens de achterban de NZa aanspreken op hun werkwijze en communicatie en onze gevoelens daarover ook in Den Haag kenbaar maken.

De NZa heeft het gewraakte persbericht afgelopen maandag verstuurd, na ontvangst van het rapport van Milliman over de ondeugdelijke marktscans van NZa en vlak voordat dit rapport op dinsdag door de ANT wereldkundig is gemaakt. Het persbericht bevat volgens de ANT geen enkele informatie die dringend met de buitenwereld gedeeld had hoeven te worden of iets toevoegt aan het lopende kostenonderzoek.

De NZa stelt met zoveel woorden dat honderden mondzorgpraktijken opzettelijk onjuiste of onrealistische gegevens hebben aangeleverd. Dit is een slag in het gezicht van de bijna duizend mondzorgverleners die zijn aangeschreven voor deelname aan het kostenonderzoek. Terugkoppeling vanuit deze groep heeft geleerd dat met het invullen van de vragenlijsten en het uitzoeken van de informatie dagen gemoeid zijn geweest en dat soms duizenden euro’s aan accountantskosten zijn gemaakt om aan de (wettelijke) verplichting tot aanlevering van gegevens te voldoen.
Zolang het kostenonderzoek door Deloitte niet is afgerond kan de NZa simpelweg niet met stelligheid beweren of de aangeleverde informatie juist is dan wel onrealistisch, laat staan dat de mondzorgaanbieders bewust dit onderzoek tegenwerken. Het tegendeel is het geval. Conclusies mogen getrokken worden, maar dan wel graag na afloop en op basis van degelijk en objectief onderzoek en niet als een vorm van ‘shooting from the hip’.’

Bron:
NZa, NMT, ANT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Naast informatie over de gezondheid, is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Als uw patiënt bisfosfonaten gebruikt, waar moet u dan op letten? En wanneer schrijft u antibiotica voor?

Tijdens iedere anamnese in de tandheelkundige praktijk komt de medicatie aan bod. Naast informatie over de gezondheid van een patiënt is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Alleen met deze informatie kan een behandeling starten. Het is ook van belang te weten of een behandeling niet gecontra-indiceerd is. Of dat juist medicatie gestaakt moet worden bij een noodzakelijke behandeling. Voor een adequate praktijkvoering is kennis over medicijnendaarom een absolute must.

Verslag van de lezing van kaakchirurg Leander Dubois tijdens de thema-avond ‘Patiënten en hun pillen’ georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI.

Bisfosfonaten
Er blijkt angst te heersen onder tandartsen over invasieve tandheelkundige behandelingen bij het gebruik van bisfosfonaten, een middel dat voornamelijk bij osteoporose – een aandoening waarbij botten steeds brozer worden – wordt voorgeschreven. Deze angst wordt voornamelijk veroorzaakt door een tekort aan informatie over de kans op osteonecrose. Ondanks de betrekkelijk lage incidentie, kunnen de gevolgen groot zijn. Osteonecrose na extractie bij een intraveneuze bisfosfonaatgebruiker is bekend in het literatuur en een mogelijk gevolg.

Bisfosfonaten zijn al sinds de 19e eeuw bekend als anticorrosiemiddel. In de 20ste eeuw was het een ingrediënt dat gebruikt werd in wasmiddelen en tandpasta. Nadat in 1980 het positieve effect ervan op osteolyse wordt ontdekt, is het nu de eerste keus voor behandeling van deze aandoening. De werking van bisfosfonaten berust op de remming van osteoclasten, waardoor deze stof ook gebruikt wordt bij botmetastasen (kwaadaardige tumoren in het skelet).

Werkingsmechanisme
Bisfosfonaten binden zich aan calcium in het bot en remmen hierdoor de afbraak van botten. De snelheid van afbraak en opbouw van aangetaste botten neemt af. Hierdoor vermindert de pijn en de kans op botbreuken. Bij kanker is de activiteit van osteoclasten verhoogd wat zorgt voor verzwakt bot met hypercalcemie als gevolg. Bisfosfonaattherapie maakt in dit geval de osteclast inactief. Bij osteoporose grijpen bisfosfonaten in tijdens de boneremodelingcycle.

Osteonecrose van het kaakbot
Helaas heeft ieder medicament zijn bijwerkingen en complicaties. Zo kunnen bisfosfonaten oorzaak zijn van osteonecrose van het kaakbot – de zogenaamde biofosfonaatgerelateerdeosteonecrose (Eng: BRONJ). De diagnose hiervan kan worden gesteld als voldaan wordt aan de volgende 3 criteria:

  • De patiënt wordt momenteel, of is al eerder, behandeld met bisfosfonaten
  • Er is sprake van necrotisch bot in de maxillofaciale regio gedurende meer dan 8 weken
  • De patiënt is nooit eerder bestraald geweest in het hoofd/halsgebied

Epidemiologie
Het risico op BRONJ ligt bij behandeling van maldigniteiten tussen de 1% en 28%. Bij osteoporose is dit 0,04 tot 0,34%. De toedieningswijze evenals de grootte van de stikstofgroep in de bisfosfonaten is hier cruciaal. Zo is de veneuze toediening vele malen geconcentreerder en neemt de kans op complicaties toe naarmate de stikstofgroep groter wordt. Daarnaast neemt het ziektebeeld bij ieder decade met 9% toe en is de incidentie in de onderkaak twee maal zo hoog als in de bovenkaak.

Risicofactoren
Bij de volgende risicofactoren verloopt de ziekte ernstiger:

  • Diabetes mellitus
  • Gebruik corticosteroïden
  • Roken
  • Chemotherapeutica

Symptomen
Voordat er blootliggend necrotisch kaakbot zichtbaar is, kan een patiënt die bisfosfonaten gebruikt zich al presenteren met klachten. De patiënt kan pijn hebben of klagen over paresthesie. Klinisch onderzoek kan een weke delen ulceratie, extra/intra-orale fistel, zwelling, pusvloed en/of mobiele gebitselementen aantonen. Maar ook röntgenologische laesies kunnen de aandoening ontmaskeren:

  • Alveolair botverlies of botresorptie
  • Sclerotische veranderingen trabeculair bot
  • Uitblijven van remodeling extractie alveolen
  • Verdikking of verwijden ligament Versmalling canalismandibulae

Stadia
BRONJ kent vier stadia, beginnend met stadium 0 en eindigend met 3 en gebaseerd op de klinische symptomen. Een infectie is enkel aanwezig in stadium 2 en 3.

Richtlijn
Gezien de ernst van de complicaties is er een richtlijn opgesteld waarop tandartsen en kaakchirurgen beroep kunnen doen. Enkel met goed geargumenteerde onderbouwing kan hiervan afgeweken worden.
De heer Dubois adviseert vóór het starten met bisfosfonaten een tandheelkundige evaluatie te plannen en indien nodig behandelingen uit te voeren. Bisfosfonaten dienen uitgesteld te worden totdat de mondgezondheid geoptimaliseerd is, in het bijzonder nadat de extractie-alveolen zijn geëpithelialiseerd.

Patiënten bij wie intraveneuze bisfosfonaten worden toegediend, wordt geadviseerd invasieve ingrepen aan het bot te vermijden. Het plaatsen van implantaten wordt afgeraden en niet te restaureren gebitselementen worden bij voorkeur gedecapiteerd en endodontisch behandeld.

Informeer patiënten die bisfosfonaat gebruiken over de kans op BRONJ. Indien bisfosfonaten minder dan 3 jaar worden ingenomen, zijn er geen beperkingen in het tandheelkundig handelen. Bij meer dan 3 jaar gebruik en indicatie voor dentoalveolair chirurgie wordt aangeraden te stoppen met gebruik van bisfosfonatenen te overleggen met de behandelend arts.

Herstart van de orale vorm vindt plaats na botgenezing. Indien er een symptoom van BRONJ wordt ontdekt,is doorverwijzing naar een MKA chirurg op zijn plaats. Het doel van behandeling bij patiënten met BRONJ berust voornamelijk op pijnverlichting en controle.

Antibiotica
Antibiotica wordt in de tandheelkunde relatief vaak voorgeschreven. Toch gaat de stelling ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ hier absoluut niet op. Aan het onnodig voorschrijven van antibiotica kleven een aantal gevaren: hoge kosten, resistentie ontwikkeling van bacteriën en sensibilisatie van de patiënt voor het antibioticum.

Antibiotica kan in de tandheelkundige praktijk voorschreven worden om zowel profylactische als om therapeutische redenen, waarbij de belangrijkste indicatie endocarditis profylaxe is. Daarnaast wordt het gebruikt bij grote endoprotheses, na hoofd/hals bestraling, bij het aanbrengen van bot, bij implantaten en na langdurig gebruik van bisfosfonaten.

Endocarditis profylaxe
Endocarditis profylaxe zijn geïndiceerd bij:

  • Een eerder doorgemaakte endocarditis
  • Een hartklepprothese
  • Bij bepaalde aangeboren hartafwijkingen zoals cyanose en shunt
  • Gecorrigeerde hartafwijkingen met een prothese (eerste 6 maanden) en gecorrigeerde hartaandoeningen met een restafwijking.

Andere vormen van hartproblemen werden vroeger ook gezien als indicaties voor endocarditis profylaxe, zoals hartruis. Het indicatiegebied is tegenwoordig echter beperkt tot bovengenoemde aandoeningen. De profylaxe geldt bij bloedige diagnostische of therapeutische tandheelkundige ingrepen en bestaat uit 3 gram amoxicilline per os, één uur voor de behandeling. Clindamycine wordt voorgeschreven bij allergie of resistentie, 600 mg per os één uur voor de ingreep. Bij kinderen wordt gedoceerd naar het lichaamsgewicht.

Onder tandheelkundig bloedige ingrepen wordt verstaan:

  • Extractie of operatieve verwijdering van gebitselementen of wortelresten
  • Abcesincisie
  • Parochirurgie
  • Wortelkanaalbehandeling voorbij apicale constructie
  • Implantaten

Daarnaast wordt er ook antibiotica voorgeschreven bij patiënten met grote endoprotheses, zoals total hip en totalknee. Hier is echter geen evidencebased richtlijn voor.

Recept
Het standaard recept dat bij endocarditis profylaxe en plaatsing van implantaten geldt, is afwijkend van osteoradionecrose profylaxe, profylaxe bij bot of botsubstituut en profylaxe bij BRONJ. Bij alle drie laatstgenoemden wordt er 24 uur voor de ingreep gestart en wordt aangeraden de kuur geheel af te maken.

Therapeutisch gebruik
Er zijn weinig indicaties voor het therapeutisch voorschrijven van antibiotica. Enkel bij een dentogene ontsteking met een bijzondere gevaarlijke uitbreiding is antibiotica op zijn plaats. Bij parodontitis mag het enkel voorgeschreven worden bij een initiële behandeling, waarbij er na 3 maanden geen verbetering is opgetreden, met als voorwaarde een kweek voorafgaand aan de kuur. Een kweek wordt ook voorafgaand aan de antibiotische behandeling van osteomyelitis gedaan. Echter helpt deze bij behandeling van de acute vorm van osteomyelitis, bij de chronische vorm heeft het kans later opnieuw op te vlammen.

Leander Dubois is kaakchirurg. Hij studeerde tandheelkunde aan het ACTA en geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn opleiding MKA-chirurgie volgde hij in het AMC. Sinds 2010 is hij verbonden als MKA chirurg en chef de clinique aan de afdelingen Mondziekten, kaak- & aangezichtschirurgie van het AMC te Amsterdam en het Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Al vroeg werd zijn interesse gewekt door de aangezichtstraumatologie, met in het bijzonder de orbita.

Hij is actief betrokken in de richtlijn ontwikkeling en beleidsvoering binnen en buiten het ziekenhuis met betrekking tot aangezichtsletsel. Hij doet onderzoek binnen dit deelgebied en geeft hierover diverse voordrachten. Daarnaast heeft hij zitting in het schisisteam van het AMC. Buiten zijn klinische werkzaamheden is hij is onder andere bestuurlijk actief als bestuurslid van de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie en van schisis en Noma team stichting Bridge the Gap.

Verslag door Fatimazarah Elbazi voor dental INFO van de thema avond Patiënten en hun Pillen georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Oorzaken van refractaire parodontitis

Oorzaken van refractaire parodontitis

Refractaire parodontitis is de frustratie van iedere behandelaar, want ondanks de goed uitgevoerde behandeling blijft herstel vaak uit. Er zijn veel mogelijke oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis, waaronder omgevingsfactoren en therapietrouw. Hieronder volgt een overzicht van de mogelijke oorzaken inclusief tips voor het helpen voorkomen en de behandeling ervan.

Wat is refractaire parodontitis?
Refractaire parodontitis is de verzamelnaam voor parodontitis die niet of nauwelijks gereduceerd kan worden door conventionele initiële en chirurgische therapie. Refractaire parodontitis wordt gediagnosticeerd op basis van de volgende kenmerken:

  1. Gedocumenteerde afwezigheid van pocketreductie na een goed uitgevoerde initiële behandeling en bij een goede mondhygiëne.
  2. Voortzetting van de parodontale afbraak ondanks een goed uitgevoerde initiële behandeling en bij een goede mondhygiëne.

Er is dus geen klinische verbetering, ondanks een goede initiële behandeling en een optimale mondhygiëne. Refractaire parodontitis kan worden verward met recidiverende parodontitis en met persisterende parodontitis. Recidiverende parodontitis is het opnieuw optreden van parodontitis na een succesvol verlopen behandeling. Persisterende parodontitis is parodontitis waarbij niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, bijvoorbeeld als de initiële behandeling en/of de mondhygiëne onvoldoende zijn.

Studies
Refractaire parodontitis is gecompliceerd. Er zijn wel internationale studies (1, 2, 3) verschenen over de oorzaken van refractaire parodontitis, maar eenduidige conclusies zijn moeilijk te trekken:

  • De conventionele behandelmethodes in deze studies verschillen van elkaar. Ook is het onduidelijk of het mondhygiëneniveau van de patiëntpopulaties met elkaar te vergelijken is. Verschil in mondhygiëneniveau zal een zeer grote invloed op het resultaat hebben en dus tot andere conclusies leiden.
  • Het land waarin de studie uitgevoerd is, speelt een zeer belangrijke rol. In studies uitgevoerd in de VS of Azië zal antibiotica‐resistentie een belangrijke parameter zijn voor refractaire parodontitis, terwijl dit in Noord‐Europa veel minder een issue is. Ook een verschil in rookgedrag en bacteriepopulaties kan tot andere conclusies leiden.

Mogelijke oorzaken van refractaire parodontitis
Studies zijn dus onderling moeilijk met elkaar te vergelijken en conclusies zijn niet altijd vertaalbaar naar de situatie in Nederland. Ondanks het gebrek aan eenduidige conclusies zijn er wel een aantal algemene oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis aan te wijzen. Dit zijn:

  • Omgevingsfactoren
  • Therapietrouw
  • Bacteriële populatie
  • Gastheerfactoren
  • Systemische oorzaken
  • Herbesmetting vanuit omliggende weefsels
  • Antibioticaresistentie

Hieronder worden deze oorzaken kort toegelicht.

Omgevingsfactoren
Uit diverse studies blijkt dat de kans op refractaire parodontitis onder invloed van omgevingsfactoren significant hoger ligt (4, 5, 6). Waarschijnlijk komt dit door het effect op de immuunrespons en de afweer van de patiënt. Omgevingsfactoren zoals roken en stress spelen een belangrijke rol bij refractaire parodontitis. Andere belangrijke omgevingsfactoren zijn voeding en de blootstelling aan micro‐organismen.

Therapietrouw
Therapietrouw heeft vooral betrekking op problemen met inname van systemische antibiotica. Gebrek aan compliance (opvolgen van de adviezen) en persistence (volhouden van de kuur) zijn een bekend probleem binnen de medische wereld. Helaas is het niet altijd duidelijk of een patiënt zich aan de voorgeschreven kuur heeft gehouden.

Uit een internationale studie (7) van de GRACE Project Group blijkt dat bijna 40 procent van de Nederlandse patiënten die een antibioticumkuur krijgt voorgeschreven, niet start met de medicatie. Van de patiënten die wel start met de voorgeschreven kuur, maakt 20% deze kuur niet af. De therapietrouw onder Nederlanders is dus niet heel hoog en dit werkt refractaire parodontitis in de hand.

Bacteriële populatie
Onduidelijk is nog of de bacteriële populatie van patiënten met refractaire parodontitis afwijkt van patiënten met andere vormen van parodontitis. Soms wordt bij refractaire parodontitis een toegenomen aantal paropathogenen gevonden (8), maar in andere studies worden geen verschillen in de aanwezigheid van paropathogenen gevonden. Deze verschillen worden waarschijnlijk veroorzaakt door de patiëntselectie en het land waar de studie is uitgevoerd.

Recent is wel gepubliceerd (9, 10, 11) dat opvallend vaak exogene bacteriën zoals de Enterococcus faecalis aangetroffen wordt bij patiënten met refractaire parodontitis. Deze bacterie is resistent tegen de in de tandheelkunde gangbare antibiotica en dat zou een reden kunnen zijn van het ontstaan van refractaire parodontitis.

Gastheerfactoren
Er zijn zeer veel gastheerfactoren die een invloed hebben op het parodontale herstel. Een afwijking of verandering in een van de vele gastheerfactoren kan tot refractaire parodontitis leiden. Een zogenaamd chemotactisch defect is een voorbeeld van een verstoring van een gastheerfactor. Hierbij kunnen bepaalde witte bloedcellen niet meer naar de ontstekingshaard migreren met als gevolg dat de ontsteking blijft bestaan (12). Een ander voorbeeld betreft een tekort aan interleukine‐8 in de creviculaire vloeistof waardoor minder witte bloedcellen worden geactiveerd (13).

Systemische oorzaken
Een aantal systemische aandoeningen, waarvan diabetes de belangrijkste is, zijn in verband gebracht met refractaire parodontitis (14). Diabetes heeft onder andere een invloed op de collageensynthese en op de immuunrespons van de gastheer. Dit kan leiden tot refractaire parodontitis.

Herbesmetting vanuit andere locaties zoals het gastheer‐epitheel
Aangetoond is dat verschillende paropathogenen omliggende (epitheel) weefsels kunnen penetreren. Vanuit deze weefsels kan een pas schoongemaakte pocket binnen afzienbare tijd opnieuw besmet raken. De kans dat een herbesmetting plaatsvindt, is het grootst bij een initiële behandeling zonder ondersteuning met systemische antibiotica.

Antibioticaresistentie
Als een paropathogeen resistent is voor een antibioticum, zal de kans op refractaire parodontitis toenemen. Wereldwijd zijn er enorme verschillen in de mate van resistentie voor een antibioticum. Dit heeft vooral te maken met het verschil in antibiotica-inname. Resistentie speelt in Nederland een relatief kleine rol, omdat men hier altijd terughoudend is geweest in het voorschrijven van antibiotica. Nederlandse studies naar resistentie onder paropathogenen zijn erg schaars. Wel is bekend dat bijvoorbeeld resistentie van maagbacteriën tegen metronidazol zeer weinig voorkomt. Het is aannemelijk dat dit ook geldt voor paropathogenen.

Conclusie
Er zijn zeer veel oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis en helaas is meestal niet te achterhalen wat de exacte oorzaak is. Wel is duidelijk dat omgevingsfactoren en therapietrouw belangrijke veroorzakers van deze aandoening zijn. Onderstaande tips zullen de kans op het krijgen van refractaire parodontitis verkleinen en, als uw patiënt parodontitis heeft, de kans op een succesvolle therapie vergroten.

Tips
Tips om de kans op het ontstaan van refractaire parodontitis te verkleinen:

  • Start te behandeling pas als de patiënt er (100%) klaar voor is.
  • Start de behandeling pas als systemische aandoeningen zoals diabetes onder controle/stabiel zijn.
  • Verminder/vermijdt negatieve omgevingsfactoren rondom de behandeling.
  • Stimuleer de patiënt om te stoppen met roken.
  • Verbeter de therapietrouw door de patiënt goed te informeren over de noodzaak van de behandeling. Geef bijvoorbeeld een protocol mee, waarin de behandeling stap voor stap wordt uitgelegd.
  • Ondersteun de behandeling met een passend antibioticum.
  • Stuur de patiënt in het geval van een antibioticakuur een reminder in de vorm van een e‐mail of SMS‐bericht.

Tips als uw patiënt refractaire parodontitis heeft:

  • Bekijk of er een (verborgen) systemische aandoening aanwezig is. Verwijs de patiënt zo nodig door.
  • Ondersteun de initiële behandeling met een passend antibioticum.
  • Achterhaal of exogene (meer resistentere) pathogenen de oorzaak zijn.
  • Probeer te achterhalen of de patiënt zich aan de voorgeschreven therapie heeft gehouden.
  • In geval behandeling met een bepaald antibioticum onvoldoende effectief is, kan een antibioticum uit een andere groep wel effectief zijn.
  • Stimuleer de patiënt om te stoppen met roken.

Door:
Dr. H.E. van Beurden  Bio2Dental BV

Referenties
(1) McLeod DE, Lainson PA, Spivey JD. The effectiveness of periodontal treatment as measured by tooth loss. J Am Dent Assoc. 1997 Mar;128(3):316-24.
(2) Meador HL, Lane JJ, Suddick RP. The long-term effectiveness of periodontal therapy in a clinical practice. J Periodontol. 1984 Sep;55(9):505-9.
(3) Becker W, Becker BE, Berg LE. Periodontal treatment without maintenance. A retrospective study in 44 patients. J Periodontol. 1992 Nov;63(11):908-13.
(4) MacFarlane GD, Herzberg MC, Wolff LF, Hardie NA. Refractory periodontitis associated with abnormal polymorphonuclear leukocyte phagocytosis and cigarette smoking. J Periodontol. 1992 Nov;63(11):908-13.
(5) Johnson GK, Slach NA. Impact of tobacco use on periodontal status. J Dent Educ. 2001 Apr;65(4):313-21.
(6) Genco RJ, Ho AW, Kopman J, Grossi SG, Dunford RG, Tedesco LA. Models to evaluate the role of stress in periodontal disease. Ann Periodontol. 1998 Jul;3(1):288-302.
(7) Francis NA, Gillespie D, Nuttall J, Hood K, Little P, Verheij T, Coenen S, Cals, JW, Goossens H, Butler CC. GRACE Project Group. Therapietrouw bij antibioticagebruik voor hoestklachten in 13 Europese landen. Huisarts Wet 2013;56(8):384-7.
(8) Colombo AP, Bennet S, Cotton SL, Goodson JM, Kent R, Haffajee AD, Socransky SS, Hasturk H, Van Dyke TE, Dewhirst FE, Paster BJ. Impact of periodontal therapy on the subgingival microbiota of severe periodontitis: comparison between good responders and individuals with refractory periodontitis using the human oral microbe identification microarray. J Periodontol. 2012 Oct;83(10):1279-87.
(9) Balaei-Gajan E, Shirmohammadi A, Abashov R, Agazadeh M, Faramarzie M. Detection of enterococcus faecalis in subgingival biofilm of patients with chronic refractory periodontitis.
Med Oral Patol Oral Cir Bucal. 2010 Jul 1;15(4).
(10) Colombo AP, Haffajee AD, Dewhirst FE, et al. Clinical and microbiological features of refractory periodontitis subjects. J Clin Periodontol 1998;25:169-180.
(11) Rams TE, Feik D, Mortensen JE, Degener JE, van Winkelhoff AJ. Antibiotic Susceptibility of Periodontal Enterococcus faecalis. J Periodontol. 2013;84:1026-1033.
(12) Oshrain HI, Telsey B, Mandel ID. Neutrophil chemotaxis in refractory cases of periodontitis.J Clin Periodontol. 1987;14(1):52-5.
(13) Kurdowska AK, Noble JM, Adcock JE. Interleukin-8 and anti-interleukin-8 autoantibodies in gingival crevicular fluid from patients with
periodontitis. J Periodontal Res. 2003;38(1):73-8.
(14) Arrieta-Blanco JJ, Bartolomé-Villar B, Jiménez-Martinez E, Saavedra-Vallejo P, Arrieta-Blanco FJ. Dental problems in patients with diabetes mellitus (II): gingival index and periodontal disease. Med Oral. 2003;8(4):233-47.

Dec 2013

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z

Experiment vrije tandartstarieven gestopt op basis van ondeugdelijke marktscans

De rapportages van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het experiment met vrije tandartstarieven waren ondeugdelijk en misleidend. Dat is gebleken uit onafhankelijk onderzoek door het gerenommeerde onderzoeksbureau Milliman in opdracht van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT).

Onterecht
Het besluit om in 2012 het experiment met de vrije tarieven vroegtijdig te stoppen vanwege bewuste prijsopdrijving door tandartsen was dan ook voorbarig en onterecht. Berekeningen tonen glashelder aan dat tandartsen in 2012 slechts een inflatiecorrectie hebben doorgevoerd. Prijsstijgingen door tandartsen van meer dan 10 procent, zoals gecommuniceerd in de marktscans van de NZa, blijken niet alleen onjuist, maar bovendien gebaseerd op methodologische tekortkomingen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de prijsstijgingen vooral zijn veroorzaakt door factoren die niet het gevolg zijn van de invoering van de vrije prijsvorming, maar van systeemwijzigingen door de NZa zelf. “De NZa en de politiek wilden veel te snel resultaten en hebben zich laten leiden door een tunnelvisie met alle kwalijke gevolgen van dien”, stelt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

Marktscan NZa onder de loep
Met gegevens verkregen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) heeft ANT aan Milliman opdracht gegeven om de marktscans van de NZa onder de loep te nemen. Milliman is wereldwijd één van de grootste onafhankelijke consultancybureaus op het gebied van actuarieel onderzoek, onder andere in de zorg. Aanleiding voor het onderzoek was het besluit van de minister van VWS om op basis van de marktscans vroegtijdig de stekker uit het experiment met de vrije prijzen te trekken. De NZa beschuldigde de tandartsen van bewuste prijsopdrijving met gemiddeld 10,7 procent.

Milliman heeft de methodologische tekortkomingen van de marktscans blootgelegd en de gevolgen objectief gekwantificeerd. De bevindingen van Milliman roepen belangrijke vragen op over de werkwijze van de NZa. Ze laten zien dat er grond voor gerede twijfel is aan de onderbouwing van beslissingen die op basis van de marktscans zijn genomen. Opzienbarend omdat de NZa tot nu toe elke vorm van kritiek van tafel veegde en de schuld eenzijdig bij de tandartsen bleef leggen. De beroepsgroep heeft daardoor – ten onrechte – grote reputatieschade opgelopen.

Conclusies Milliman
Uit het Milliman-rapport blijkt dat tandartsen in 2012 slechts een inflatiecorrectie van bijna 3 procent hebben doorgevoerd bij het vaststellen van de vrije tarieven, lager dan de door de NZa voorgenomen indexatie dat jaar. De rest van de vermeende prijsstijging is vrijwel geheel terug te voeren op maatregelen door de NZa zelf. Belangrijke oorzaak is de introductie van een nieuw prestatiesysteem door de NZa. De behandelingen werden opnieuw ingedeeld, waarbij 480 declaratiecodes zijn teruggebracht tot 180 geclusterde codes. Maximaal 3 procent prijsstijging kan worden toegerekend aan deze overgang naar nieuwe prestatiecodes, waarvoor de NZa verzuimd heeft een conversietabel en referentietarieven beschikbaar te maken voor tandartsen.
Ook is de NZa niet in staat gebleken om op correcte wijze de referentietarieven 2011 te berekenen. Conclusie is dan ook dat van prijsopdrijving door tandartsen geen sprake is geweest.

NZa moet pas op de plaats maken
“Tandartsen zijn volkomen onterecht in het beklaagdenbankje gezet”, reageert Jan Willem Vaartjes. “De conclusie is dat de NZa is bezweken onder de complexiteit van de regels voor de mondzorg waar de NZa zelf verantwoordelijk voor is. Door de afwezigheid van referentieprijzen zijn veel tandartsen op het verkeerde been gezet en hebben – naar eer en geweten – getracht prijzen te berekenen bij deze nieuwe codes. De NZa heeft gefaald als marktmeester door pas medio 2012 referentieprijzen vast te stellen en deze met terugwerkende kracht toe te passen, zonder enig overleg met de sector. De NZa had hier zorgvuldiger naar moeten kijken en daarom de conclusies op basis van de Marktscan 2012 onder voorbehoud moeten trekken. De NZa is veel te stellig geweest en heeft daardoor een onjuist beeld van de sector neergezet. Er zijn verregaande conclusies getrokken uit een kort onderzoek naar een zeer complex vraagstuk.”

Wortelkanaalbehandeling
Het stoort de ANT dat de NZa in haar onderzoeken heeft nagelaten om te onderzoeken of te vermelden wat de relatie was tussen de vergelijkbaarheid en complexiteit van de behandelingen en de gemeten prijsstijging in 2012 ten opzichte van 2011. De kritiek op de werkwijze en bevindingen van de NZa is goed te illustreren aan de hand van een wortelkanaalbehandeling. In plaats van de door de NZa bekend gemaakte prijsstijging tussen de 30 en 40 procent is de prijs in werkelijkheid gestegen met nog geen 1,5 procent, zo blijkt uit berekeningen van Milliman. Vaartjes: “We zijn geschokt. Als de NZa diverse zaken in de vergelijking niet meeneemt, dan klopt er weinig van de uitkomst van het onderzoek. Dit is niet te aanvaarden gezien de grote gevolgen die het rapport heeft gehad voor de mondzorg. We overwegen met dit rapport van Milliman in de hand maatregelen te treffen tegen de NZa. We hopen echter dat de NZa het niet zover zal laten komen en het rapport van Milliman serieus neemt. Juist in 2014 is het belangrijk dat wij open en constructief met de NZa in dialoog kunnen gaan en dat we collectief kunnen werken aan een aantal belangrijke dossiers. Ik zou heel teleurgesteld zijn als we niet samen deze extra mijl zouden kunnen optrekken, bijvoorbeeld in het kader van het nog lopende kostenonderzoek in de mondzorg, waarbij de Zorgautoriteit zich opnieuw dreigt te verslikken in de complexiteit van de sector.”

Voordelen consument vrije tarieven
Omdat is gebleken dat de prijzen veel minder zijn gestegen dan door de NZa in 2012 is gecommuniceerd, is de ANT voorstander om opnieuw te kijken of het mogelijk is – al dan niet op kleinere schaal – te experimenteren met bandbreedtes in de tarieven. In de korte tijd dat het experiment heeft geduurd hebben de vrije tarieven een aantal positieve bemoedigende ontwikkelingen laten zien op het gebied van variatie in service en kwaliteit voor de consument, zoals bijvoorbeeld ruimere openingstijden en garantie. Tevens hebben de tandartsen hard gewerkt aan het transparant maken van de prijzen en de kwaliteit van de zorg die zij leveren (prijs- en praktijkinformatie via de praktijkwebsite, service-informatie via KiesBeter.nl). Vaartjes: “Het idee van het experiment met meer vrijheid ten aanzien van de tarieven is dat de consument iets te kiezen heeft en dat heeft de minister nadrukkelijk als uitgangspunt voor een succesvol experiment geformuleerd.”

Bekijk de samenvatting van het Milliman onderzoek

Bron:
ANT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Regeneratieve endodontie redt tanden adolescenten

Met een nieuwe regeneratieve behandelmethode kunnen beschadigde onvolgroeide tanden worden behouden. Een wortelkanaalbehandeling is daardoor niet langer nodig, schrijft Dentistry.

Regeneratieve endodontie
Tijdens de nieuwe regeneratieve behandeling wordt eerst het wortelkanaal gedesinfecteerd. Vervolgens vult bloed uit een wond bij de wortelpunt het wortelkanaal. De bloedprop die daarna ontstaat, bevat bouwstoffen voor nieuwe tandpulpa. Hierdoor kan de beschadigde tand verder groeien en wordt de ruimte in het wortelkanaal verder opgevuld.

Kinderen van 7 tot 16 jaar kunnen met deze methode behandeld worden.

Sealen
Bij de gebruikelijk behandelmethoden wordt de onvolgroeide tand geseald. Het behoud van de beschadigde tand op lange termijn is daarbij echter onzeker. Ook blijft het tandbeen zwakker en kan de vorming van de laag 18 maanden in beslag nemen. De regeneratieve behandeling is daarentegen klaar na twee afspraken met een maand ertussen.

Onderzoek
Op dit moment wordt de nieuwe methode verder getest. Volgend jaar zijn de eerste resultaten bekend.

Bron
Dentistry

Lees meer over: Endodontie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Aderverkalking versnelt bij parodontale aandoeningen

Een slechte mondgezondheid hangt samen met een sneller verloop van atherosclerose. Het verband kan al worden aangetoond voordat parodontale aandoeningen zichtbaar worden. Dat blijkt uit recent onderzoek, schrijft Dentistry. Vernauwing en verharding van de slagaders ofwel atherosclerose kan leiden tot hartproblemen en heeft soms fatale gevolgen.

Onderzoek
Bij 420 Amerikaanse volwassenen werd onderzocht of zij last hadden van ontstekingen in de mond. Ook werd onder het tandvlees plak verwijdert om te testen op bacteriën die parodontale ziekten veroorzaken. Met een echo werd de mate van aderverkalking vastgesteld.

Na drie jaar onderzoek bleek dat een afname van bepaalde bacteriën samenhing met een langzamer verloop van atherosclerose. Ook verbeterde mondgezondheid speelde een rol. Het BMI, wel of niet roken, diabetus en cholesterolwaarden hadden geen invloed op het resultaat.

Verklaring
Onderzoekers vermoeden dat het immuunsysteem een rol speelt bij het verband tussen mondgezondheid en atherosclerose. Mogelijk lokt een immuunrespons op parodontale ziekten ook ontsteking bij atherosclerose uit.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Thema A-Z
implantaat

Implantologie: Diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning bij implantologie.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Waar let u op als er een implantaat geïndiceerd is?

  • Verwachtingen van de patiënt
  • Algemene gezondheid
  • Parodontale status (parodontitis in het verleden)
  • Mondhygiëne en compliance van de patiënt
  • Roken
  • Craniofaciale en skeletale groei
  • Mondopening

Enkelvoudig diasteem
Een implantaatgedragen kroon is de eerste keus bij een enkelvoudig diasteem (NTvT december 2012 door: H.J.A. Meijer, M.S. Cune). Voor het behandelresultaat van een implantaat in het front speelt de esthetische prognose een belangrijke rol. Het is afhankelijk van de zachte weefsels en het onderliggende bot hoe de interdentale papillen eruit gaan zien. De afwezigheid van bot vergroot de kans op ‘black triangle’.

Vanaf 18 jaar
Uit onderzoek blijkt dat mensen levenslang in zekere mate doorgroeien. Een implantaat gedraagt zich als een ankylotisch gebitselement en groeit niet mee waardoor een infra-occlusie ontstaat. Dit is een risico voor het esthetisch resultaat van implantaten in de frontregio. Prof. dr. Meijer adviseert een minimum leeftijd van 18 jaar voor implanteren.

Dimensie voor het implantaat
Bij het plaatsen van het implantaat zijn de implantaatpositie en asrichting van belang. In het bijzonder in het front. Het maken van een proefopstelling en vervaardigen van een boorsjabloon zijn hierbij onontbeerlijk.

Dimensie voor prothetiek
Voor de bepalen van de vormgeving van de constructie is het essentieel een prothetisch ontwerp te maken. Voor de behandelplanning zult u studiemodellen moet vervaardigen, waarbij u een proefopstelling maakt en de occlusie en articulatie bepaalt.

Diameter
Bij implantaten in het front gaat de voorkeur uit naar direct implanteren vanwege behoud van de buccale botlamel. De buccale botlamel resorbeert sowieso, maar bij direct implanteren in mindere mate. Bij frontimplantaten wordt gebruik gemaakt van een normale diameter.

Er is een mindere tendens naar grote implantaten, in de molaarregio in de bovenkaak is hiervoor soms een indicatie.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen implantaten:
1. Implantaten geplaatst op bothoogte (voor kronen op implantaten)
2. Implantaten geplaatst op gingivahoogte (voor overkappingsprotheses op implantaten)

Risicoanalyse voor de esthetische regio

  • Liplijn
    Een lage liplijn waarbij de interdentale papillen niet getoond worden is een lager risico dan een hoge liplijn met zichtbare papillen.
  • Gingiva biotype
    Bij een dun gingiva type is de kans groter op recessies, dan bij een dik gingivatype.
  • Vorm tandkroon
    Rechthoekige tanden hebben een grotere kans op papil vorming omdat zij vaak een dik gingiva type hebben. Dit in tegenstelling tot driehoekige tanden.
  • Ontsteking bij implantaatregio
    Ontstekingen hebben een negatieve invloed op de harde en zachte weefsels.
  • Botniveau buurelement
    Bij een oorspronkelijk botniveau is er een grotere kans op papilvorming.
  • Restauraties in de sulcus van de gingiva
    Kans op recessie van de gingiva.
  • Grootte van het diasteem
    1 tand of meerdere tanden vervangen. Tussen twee implantaten ontbreekt vaak de botpiek, waardoor men niet hoeft te verwachten dat er een interdentale papil wordt gevormd.
  • Is de te vervangen tand nog aanwezig?
  • Soft tissue anatomie
    De zachte weefsel worden ondersteund door het onderliggende bot.
  • Botvolume
    Het esthetische resultaat voor de lange termijn is afhankelijke van voldoende horizontaal en verticaal botvolume.

Edentate onderkaak
Patiënten met een edentate onderkaak hebben vaak gebrek aan retentie en stabiliteit van de conventionele gebitsprothese. Bij edentate patiënten is toepassing van twee implantaten in de onderkaak eerste keus. Door deze behandeling neemt het kauwvermogen niet significant toe, maar zijn patiënten wel tevredener.

Verzekeringsaspecten implantaatbehandeling
Een behandeling met implantaten is kostbaar: de prijs voor een implantaat met kroon ligt tussen de €2000 en €2300. In geval van trauma kan de patiënt recht hebben op vergoeding vanuit de basisverzekering. In de meeste gevallen moet het implantaat echter zelf betaald worden of wordt een gedeelte vergoed vanuit de aanvullende verzekering.

De prothetische behandeling van de edentate patiënt wordt, op de eigen bijdrage na, na machtiging vergoed vanuit de basisverzekering. Mogelijke argumenten voor een vergoeding uit de basisverzekering zijn:

  1. Geresorbeerde processus
  2. Onregelmatige processus
  3. Torus
  4. Geen omslagplooi

Nadelen en risico’s implantaatbehandeling
Voor een esthetisch resultaat bij een implantaat in het front is de hoeveelheid buccaal bot bepalend. Implantaten in de frontregio worden tegenwoordig meer naar palatinaal geplaatst. Vaak wordt gekozen voor een proefopstelling om verrassingen te voorkomen.

Een risico van een prothese op implantaten in de onderkaak tegenover een onbetande bovenkaak is het syndroom van Kelly. Grote krachten kunnen dan resulteren in resorptie en fibreuze hyperplasie van de processus alveolaris superior.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
scherpe

Dordtse tandarts mag niet meer werken met roterende en scherpe instrumenten

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft tandarts Van Wijngaarden uit Dordrecht een bevel gegeven. Hij mag niet meer werken met roterende en scherpe instrumenten. Volgens de inspectie kan de tandarts door gezondheidsproblemen niet veilig werken met dergelijke instrumenten.

Tijdens een bezoek aan de praktijk op 20 november 2013, kreeg de inspectie nieuwe informatie over lichamelijke beperkingen van de tandarts. Deze zijn zo ernstig dat de inspectie een groot risico ziet in het werken met snel draaiende en scherpe instrumenten. Dat was voor de IGZ aanleiding een bevel op te leggen. Het is de tandarts verboden om tandheelkundige behandelingen te verrichten met snel draaiende of scherpe instrumenten. Hij mag wel instrumenten gebruiken die nodig zijn voor diagnostiek. Het bevel geldt ook voor werkzaamheden die Van Wijngaarden eventueel elders als tandarts verricht.

Het bevel is ingegaan op vrijdagmiddag 29 november 2013 en is zeven dagen geldig. De minister van VWS kan het bevel verlengen.

Bron:
IGZ


Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z