eten - groenten

Eén logo voor gezonde voeding

Eén logo voor gezonde voeding
Minister Klink ondersteunt het advies van de Gezondheidsraad om te komen tot één gemeenschappelijk logo voor gezonde voeding. Zo’n logo kan in twee vormen verschijnen.

Vertrouwen
Klink schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer. Hij zegt ‘er op te vertrouwen dat de betrokken partijen zullen komen tot een gemeenschappelijke set van criteria op basis waarvan de logo’s op producten gevoerd mogen worden’.

Effectiviteit onderzocht
In november van dit jaar verschijnen de resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van een logo voor gezonde voeding. De verwachting is dat dit vanaf 2011 in gebruik kan worden genomen. Hierdoor kan de consument sneller een keuze voor gezonde voeding maken.

Bron: Min. VWS

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Vrouwen in VS zorgen beter voor hun mond

Ruim kwart Nederlandse tandartsen is vrouw

Steeds meer vrouwelijke tandartsen
Van de 6.622 Nederlandse tandartsen van 64 jaar en jonger met een bij de NMT bekend praktijkadres in 2009 is 26,8% vrouw. In 2006 was dat nog 20,7%.

Meeste vrouwelijke tandartsen in het westen
In het westen zijn relatief meer vrouwelijke tandartsen dan in de overige delen van Nederland. De regio Amsterdam-Haarlem e.o. heeft het met 36,3% het grootste aandeel vrouwelijke tandartsen. Regio Oost scoort met 20,4% het laagst.

Tandartsdichtheid
In januari 2009 bedroeg het totale aantal geregistreerde tandartsen van 64 jaar of jonger met woon- en/of werkadres in Nederland 8.357. Bij de berekening van de tandartsendichtheid is uitgegaan van het aantal tandartsen met een bij de NMT bekend praktijkadres in januari 2009 (6.622 tandartsen). Van de overige geregistreerde tandartsen van 64 jaar en jonger is de locatie waar zij zorg verlenen niet bekend. Ze zijn veelal wel werkzaam, doorgaans als tandarts-praktijkmedewerker en/of -waarnemer in de praktijk van een collega en/of in dienstverband.

Bron: RIVM/ NMT

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
oogkasreconstructie met 3D

Anatomie in 3D

Interactieve anatomie
Het internetprogramma Visible Body maakt het mogelijk om achter je eigen computer op een leuke en spannende manier je inzicht in de anatomie van het menselijke lichaam te vergroten.  Functies, systemen en organen in het menselijk lichaam inzichtelijk worden gemaakt. Alle anatomische structuren en organen kunnen in 3 dimensies worden gevisualiseerd.

10 lichaamssystemen
Visible Body voert om te beginnen de verschillende lichaamssystemen in die u kunt tonen en verbergen. Met behulp van de groene Add-knop kunt u ieder lichaamssysteem klaarzetten om op commando tevoorschijn laten komen.

Virtuele joystick
Met behulp van een virtuele joystick laat u het lichaam  in om het even welke richting bewegen. Met vier pijltjes verschuift u de indrukwekkende, grafische voorstelling totdat ze perfect in beeld staat. Het is mogelijk om de 3D-afbeelding van het lichaam met behulp van de muis en de spatiebalk in de juiste hoek te draaien en met het ideale zoompercentage in beeld te brengen.

Samenhang tussen de systemen
Aan de hand van een systeem van kubusjes, dat erg overeenkomt met het navigatiesysteem van de Windows Verkenner is het mogelijk om de verschillende lichaamssystemen open te klappen in sub- en subsubgroepen.
Hierdoor zien we de samenhang tussen de verschillende lichaamssystemen.

Lichaamsobjecten zoeken
Heel bijzonder is het zoekvak waar u bepaalde lichaamsonderdelen opvraagt. Klik op het vergrootglas en meteen zoomt het gevraagde lichaamsdeel in beeld. In het vak verschijnen naast de naam van het object twee knoppen: Go en Isolate. De eerste brengt het bewuste lichaamsdeel schermvullend in beeld en de tweede knop zorgt dat alle andere onderdelen uit het zicht verdwijnen. De grafische kwaliteit van Visible Body is extreem goed. Er is echter wel een recent krachtig systeem voor nodig.

Registratie en kosten
Ontwikkelaar Argosy is gespecialiseerd in multimediale voorstellingen voor wetenschappelijk, medische en farmaceutische doeleinden. Het mooie aan het programma is dat ook de samenhang tussen de verschillende onderdelen en funties van het lichaam zichtbaar zijn. Na het invoeren van een geldig e-mailadres en een wachtwoord ontvangt men automatisch een e-mail met een link om te registreren. Het programma kan kosteloos worden uitgeprobeerd. Een abonnement op  het programma was tot voor kort gratis  maar nu worden abonnementskosten in rekening gebracht.

Technische gegevens:
Visible Body
Free trial/ Bij abonnement worden kosten in rekening gebracht
Taal Engels
OS XP/2000/Vista
Systeemeisen Minimum 1 gHz Pentium 3 processor, 512 MB RAM; aanbevolen 2 gHz Pentium 4 processor met 2 GB RAM, alleen op Internet Explorer 6 of 7 die voorzien is van Adobe Flash Player plug-in 8.0 of hoger.

Bron en meer info
:
Visible Body

Zie ook: Liem SL. Interactief driedimensionaal model van het lichaam van de mens
Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116: 38-40

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
Kruk-onder-tandartsstoel-helpt-bij-reanimatie

Reanimatie: bent u bekwaam?

Reanimatierichtlijnen
De European Resuscitation Council is een samenwerkingsverband van de nationale reanimatieraden van 25 Europese landen, waaronder de Nederlandse reanimatieraad. Elke 5 jaar vindt een internationale consensusbijeenkomst plaats, waar wetenschappelijk gefundeerd onderzoek op het terrein van reanimatie wordt beoordeeld en eventueel wordt verwerkt in de richtlijnen voor het verrichten van reanimatiehandelingen.

Kennis én vaardigheden up to date
Alleen kennis hebben van de reanimatierichtlijnen is niet voldoende. De reanimatiehandelingen moeten ook jaarlijks worden geoefend op een speciaal ontworpen reanimatiepop, bij voorkeur aangevuld met een training in het gebruik van een automatische externe defibrillator (AED). Er is een groot aanbod aan cursussen.

Richtlijnen primaire reanimatie volwassenen
De belangrijkste wijzigingen in 2006 waren:

  • reanimatiepoging beginnen als slachtoffer bewusteloos is, niet reageert en geen normale ademhaling heeft
  • beginnen met verrichten van hartmassage
  • beademingen ongeveer 1 seconde te laten duren
  • bij hartmassages  ‘muis’ van de hand direct op het midden van de borst van het slachtoffer plaatsen
  • verhouding 30 hartmassages / 2 beademingen

Bronnen en meer informatie:
Nederlandse Reanimatieraad
Nederlandse Hartstichting
Brand HS, Nieuwe richtlijnen voor het verrichten van primaire reanimatie bij volwassenen. Ned. Tijdschr Tandheelkd 2006; 113: 243-246

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
website

Informatiebronnen tandheelkunde op internet

Evidence based handelen in de dagelijkse praktijk


Om evidence based te kunnen handelen in de dagelijkse praktijk moet je over de kennis en vaardigheden beschikken om:
– de juiste vraagstelling over klinische onderwerpen te kunnen opstellen
– de verkregen antwoorden te kunnen toetsen aan de validiteit voor de praktijk.

Waar en hoe?
Wetenschappers zijn bedreven in het zoeken naar literatuur in databanken zoals PubMed in MEDLINE. Maar als je als dental professional in de dagelijkse praktijk evidence based wilt handelen en betrouwbare informatie wilt zoeken, waar en hoe doe je dat dan?

Training voor het hele team
Intute, een website opgezet door een aantal Britse universiteiten en wetenschappelijke organisaties, biedt betrouwbare informatie voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, o.a. over tandheelkunde.
Op de website is ook een “internet training” te volgen. De “Virtual Training Suite” is een zeer toegankelijk instructieprogramma om doelgericht informatie op internet te leren zoeken met een maximaal resultaat.

Meer informatie:
Intute
Intute Virtual Training Suite

Overzicht overige websites 

 

Cochrane Collaboration
Cochrane Collaboration (Nederlands)
Centre for Evidencebased Dentistry
Journal of Evidencebased Dentistry
MEDLINE PubMed

Bronnen en meer informatie:
Themanummer “Evidence based tandheelkunde” Ned. Tijdschr Tandheelkd 2007, april
Liem SL. Online zoeken in een databank over tandheelkunde Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116; 266-267
Liem SL. Evidence-based literatuurbronnen op internet Ned Tijdschr Tandheelkd 2007;114 mei  231-232

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Waaraan moet een werkstoel voor mondzorgprofessionals voldoen?

Spontaan lachen in de stoel

Wie lacht, laat wat van zichzelf zien. Ook letterlijk: lachen trekt onwillekeurig de aandacht naar mond en tanden. Voor dental professionals is het belangrijk te weten wat als een mooie lach gezien wordt. Pieter van der Geld, tandarts in Vught, promoveert op 15 september aan de Radboud Universiteit op zijn onderzoek naar de lach, tandheelkundig en psychologisch beschouwd.

Nieuw: ook spontane lach
Eerder onderzoek naar aantrekkelijke gezichtskenmerken wijst erop dat tussen de opvatting van tandheelkundigen en patiënten een verschil kan bestaan over wat mooi is. Pieter van der Geld onderzocht daarom onder gewone mensen wat zij een mooie lach vinden. Hij betrok daar niet alleen beelden bij van de lach op verzoek, maar ook van de spontane lach. Dit laatste is nieuw in de tandheelkunde. Het onderzoek van Van der Geld laat zien dat de spontane en geposeerde lach er duidelijk anders uit zien. Hij laat zien hoe de lachlijn in elkaar steekt.

Lachlijn
Van der Geld formuleert de lachlijn of smile line als de onderrand van de bovenlip tijdens het lachen. Voor een mooie lach, spontaan of geposeerd, is een goed evenwicht tussen tanden en lippen van belang. Daarbij speelt de mate van het optrekken van de lippen tijdens het lachen een rol. Die bepaalt de zichtbaarheid van tanden en kiezen en daarmee de hoogte van de lachlijn. Een lage lachlijn bijvoorbeeld, laat weinig tanden zien en wordt geassocieerd met een ouder aandoend uiterlijk. Een hoge lachlijn laat meer tanden en tandvlees zien – echter, dan kunnen eventuele schoonheidsfouten aan het licht treden. Kortom: aandacht voor de lachlijn is onontbeerlijk in de tandheelkunde. Maar over de lachlijn bij spontaan lachen en spreken was tot nog toe weinig bekend.

Video
De huidige methoden, waarbij bijvoorbeeld een foto van het gezicht van de patiënt gemaakt wordt, zijn niet geschikt om de lachlijn bij spontaan lachen vast te stellen. Om de spontane lach vast te leggen en te meten is videotechniek nodig. Van der Geld ontwikkelde hiervoor de digitale videografische meetmethode. Hij verzamelde beelden van het spontane lachen van proefpersonen die naar een komische film keken. De lachlijn bij de tanden en kiezen werd vervolgens met een computersysteem gemeten.

Digitale meting van de tandlengte en hoogte van de lachlijn
Daarnaast filmde hij ‘lachen op verzoek’ en, als vergelijkingsmateriaal, beelden van sprekende, niet lachende mensen. Op die manier kon hij vaststellen hoe de lachlijn er uitziet bij spontaan lachen, lachen op verzoek en bij spreken. Ook kon hij zo bepalen hoe betrouwbaar de digitale videografische meetmethode is. Van der Geld liet vervolgens 122 proefpersonen de aantrekkelijkheid van en de tevredenheid met de spontane lach op hun eigen foto beoordelen. Hiermee wilde hij de zelfbeleving van de lach onderzoeken en de tandheelkundige factoren die hierop van invloed zijn.

Aantrekkelijkste spontane lachlijn
De spontane lachlijn die als het aantrekkelijkst wordt ervaren, is er een die de tanden helemaal laat zien en twee tot vier millimeter tandvlees. Veel meer zichtbaar tandvlees werd als negatief beoordeeld. De lach op verzoek ziet er heel anders uit: bij een spontane lach komt de bovenlip hoger uit en is 30 procent meer gebit te zien dan bij een geposeerde lach. Ook de onderlip bedekt de tanden minder bij een spontane lach. En de spontane lach is breder.

Spontane lach als  ijkpunt
De spontane lach blijkt de verhoudingen tussen de lippen en het gebit beter weer te geven, waardoor tandheelkundigen meer en betere informatie krijgen ten behoeve van hun behandelingen. De spontane lach zou dus voor tandheelkundigen bij hun behandeling van patiënten eerder het ijkpunt moeten zijn dan de geposeerde lach, die dat nu bijna altijd is. Om deze spontane lach te bepalen zou volgens Van der Geld de digitale videografische meetmethode toegepast moet worden voorafgaand aan alle tandheelkundige ingrepen waarbij de gezichtsuitdrukking en de lachlijn in het geding zijn zoals bij behandelingen met kronen en implantaten, beugelbehandelingen en kaakoperaties.

Bron: UMC St Radboud

P.A.A.M. van der Geld, ‘Smiling and speaking in a dental perspective. A dental and psychological approach to the smile line, tooth display, and smile attractiveness’

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Welke-afwijkingen-van-het-mondslijmvlies-zijn-er

Gehemelteplaatje bij schisis geen meerwaarde

Gehemelteplaatje bij schisis
In Europa krijgt ongeveer de helft van de baby’s met een complete schisis direct na de geboorte al een gehemelteplaatje. Aan deze behandeling worden allerlei voordelen toegeschreven zoals het vergemakkelijken van de voeding, een betere groei van de kaken en een betere spraak.

Effect gehemelplaatje
Het effect op de korte en langere termijn van deze behandeling is nooit goed onderzocht. Orthodontist Katja van Oort-Bongaarts van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht het langetermijneffect op de esthetiek van het gelaat, de ontwikkeling van het melkgebit en de groei van de kaken. Baby’s met een complete enkelzijdige schisis, die onder behandeling kwamen in de schisiscentra van Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam werden willekeurig verdeeld over twee groepen: één met en één zonder gehemelteplaatje.

Geen meerwaarde

Kinderen met en zonder plaatje blijken op 4- en 6-jarige leeftijd niet van elkaar te verschillen. Het gehemelteplaatje heeft dus geen meerwaarde.

Bron: Radboud Universiteit Nijmegen 6 juli 2009
Meer informatie over schisis: www.schisis.nl

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Cannabis veroorzaakt mogelijk droge mond door nieuw ontdekt mechanisme

Koortslip onder de duim?

Herpes simplex (HSV):
Herpesvirussen veroorzaken een breed scala van aandoeningen. HSV-1 is de veroorzaker van de koortslip en oogontstekingen. HSV-2 veroorzaakt genitale herpes. Na besmetting verschuilt het Herpes simplex virus type 1 zich in een tak van de aangezichtszenuw van de drager om bij zonnebrand, verminderde weerstand of koorts weer de kop op te steken. Ongeveer 80% van de bevolking heeft antistoffen tegen HSV-1 en 20% tegen HSV-2.

Missende schakel:
Onderzoekers uit Cincinnati en Glasgow hebben nu in het virus een eiwit (VP16) gevonden dat de schakel vormt tussen de latente en actieve toestand. In hun onderzoek werden muizen besmet met mutanten van het virus waarin een dergelijk eiwit ontbrak. Virusstammen zonder dit eiwit bleven latent als bij de dragermuis koorts werd opgewekt. Een middel dat VP16 definitief uitschakelt, zou de wederopstanding van het latente virus kunnen voorkomen.

Doorbraak:
Deze ontdekking is van groot belang voor de ontwikkeling van methoden om het virus voorgoed onder de duim te houden (PLoS Pathogens). De ontwikkeling van een herpesvaccin lijkt hiermee mogelijk te worden.

Bron: NRC Handelsblad Wetenschap

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
T-cellen mogelijk verantwoordelijk voor orale disfunctie bij hiv-patiënten

Hiv past zich aan

Hiv
Hiv heeft zich sinds het begin van de epidemie zodanig aangepast dat het nu minder goed door de relatief beschermende HLA-eiwitten kan worden gepresenteerd aan het immuunsysteem. Dat stelt Ingrid Schellens van de Universiteit Utrecht in haar proefschrift.
HLA-eiwitten zijn gespecialiseerd in het presenteren van stukjes virus aan CD8+ T-cellen. Er zijn veel verschillen HLA-eiwitten en we weten dat mensen die bepaalde HLA-eiwitten hebben, bijvoorbeeld HLA-B27 of HLA-B57, vaker dan gemiddeld een relatief langzaam ziektebeloop hebben. Een hypothese is dat HLA-B27 en HLA-B57 geassocieerd zijn met langzame ziekteprogressie omdat ze niet zo veel vóórkomen in de menselijke populatie.

Aanpassing
Omdat hiv zich aan kan passen aan de CD8+ T-cellen in een patiënt (door het maken van escape mutaties) zou het kunnen zijn dat HIV beter is aangepast aan de veel voorkomende HLA-eiwitten, dan aan HLA-eiwitten die maar weinig voorkomen. Schellens vergeleek daarom patiënten die in het begin van de hiv-epidemie (rond 1985) besmet zijn geraakt met patiënten die recentelijk (in 2005 of 2006) besmet zijn geraakt, om te kijken of escape mutaties ook op populatie niveau aanwezig blijven.
Het blijkt dat hiv zich niet zozeer heeft aangepast aan de HLA-eiwitten die veel voorkomen in de populatie, maar juist aan de (relatief zeldzame) HLA-eiwitten die een sterke selectiedruk geven.

Bron
: Artsennet.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
De toekomst: Autologe mesenchymale cellen en synthetische grafts voor botvervanging bij mensen

Hoe virulent is H1N1 Influenza?

H1N1 Influenza
De WHO heeft fase 6 afgegeven voor de nieuwe Influenza A (H1N1). Er is sprake van een wereldwijde pandemie. Hoe besmettelijk is dit virus?

Besmettingsweg
Influenzavirussen worden van mens tot mens voornamelijk overgedragen via aerogene druppelinfectie: de geïnfecteerde persoon verspreidt door hoesten of niezen virushoudende druppeltjes in de omgevende lucht, die door een potentieel slachtoffer wordt ingeademd. Kleine deeltjes met een diameter van één tot vijf µm lijken het effectiefst. De minimale aerogene besmettingsdosis ligt zeer laag, waarschijnlijk in de orde van één of enkele virusdeeltjes. Voor experimentele infectie door indruppelen van virus in de neus is honderdmaal meer virus nodig, zodat infectie door besmette handen of voorwerpen (deurknoppen, telefoonhoorns, toetsenborden) waarschijnlijk een veel kleinere rol speelt. Besmetting vindt meestal plaats in besloten ruimten; in de open lucht wordt het geaerosoliseerde virus snel verdund waardoor de kans op besmetting afneemt.

Besmettelijke periode
De besmettelijke periode komt overeen met de duur van de virusreplicatie (één dag voor tot en met zes dagen na het begin van de ziekteverschijnselen). Besmette personen kunnen dus al infectieus zijn voordat ziekteverschijnselen zijn opgetreden.

Besmettelijkheid
Het aantal uitgescheiden virusdeeltjes per patiënt per dag is leeftijdsafhankelijk en bij kinderen en adolescenten het grootst. De virusuitscheiding neemt toe met de ernst van de ziekte. In de periode van de ernstigste symptomen worden in het neusvocht virusconcentraties van 104 tot 107 infectieuze virusdeeltjes per ml aangetroffen. Virushoudende druppeltjes blijven het langst besmettelijk in droge en koude lucht (uren tot dagen), maar worden snel inactief in natte en warme lucht evenals onder inwerking van zonlicht (ultraviolet licht).

 Risicogroepen
Iedereen met sociale contacten loopt tijdens een epidemie risico met het influenzavirus te worden geïnfecteerd. De kans hierop is het grootst in besloten, drukbezochte ruimten (kantoor, openbaar vervoer, school, werkplaats, et cetera). De hoogste incidentie wordt bij vijf- tot veertienjarigen gevonden. Een door deze kinderen opgelopen infectie kan vervolgens op de andere gezinsleden worden overgedragen.

Bron en meer informatie:
RIVM
dentalINFO richtlijnen: Richtlijn Preventie Infectieziekten WIP
Werkgroep Infectie Preventie

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
beker - prijs

Uitreiking eerste Hokwerda-award

Hokwerda Award
Tijdens het NMT Jaarcongres ontving Jurjen van Boheemen (TU Delft) de eerste Hokwerda-award voor een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen. De award is vernoemd naar prof.drs. O. Hokwerda die sinds 1965 ijvert voor gezondere arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Tweejaarlijkse prijs
De prijs bestaat uit een award en een bedrag van  € 15.000,- wordt één keer per twee jaar uitgereikt aan een persoon, instelling of organisatie die zich buitengewoon verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van het verbeteren van de beroepsuitoefening en de arbeidsomstandigheden in de mondzorg.

Winnaar: Design Dental Operating Light
Er waren twee genomineerden. Winnaar Van Boheemen met een ontwerp voor een nieuwe generatie tandartslampen waarvan de lichtbundel evenwijdig met de blikrichting van de behandelaar kan worden opgesteld. Het ontwerp is uitgetest maar moet nog in productie worden genomen.

Eervolle vermelding:
Een eervolle vermelding ging naar De Bodytray®: een tablet voor een normtray met daaronder een vervormbaar kussen, gevuld met polystyreenkorrels waardoor het tablet op stabiele wijze horizontaal op de borst van de patiënt geplaatst kan worden zodat geen verschuiving van instrumenten kan optreden.

Ergonomische verbetering
Beide inzendingen zijn van belang voor een ergonomische verbetering van de werkwijze.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Ergonomie, Kennis, Thema A-Z
rolstoel

Rolstoel wordt tandartsstoel

Rolstoel wordt “kantelstoel”
Het Medisch Centrum Leeuwarden beschikt sinds kort over een ‘kantelstoel’. Het hulpmiddel maakt het mogelijk patiënten in een rolstoel op een gemakkelijke manier tandheelkundige zorg te verlenen. De patiënt blijft gewoon in de rolstoel zitten. De rolstoel wordt in de kantelstoel gezet; daarmee kan de patiënt gemakkelijk in een achteroverzittende positie worden geplaatst voor het verlenen van mondzorg.

Uitkomst
‘In het CBT krijgen we veel patiënten die rolstoelgebonden zijn, bijvoorbeeld verpleeghuisbewoners. Om zo’n patiënt in de gewone tandartsstoel te krijgen is vaak een hele opgave. En een patiënt in de eigen rolstoel te helpen is ook geen goede optie. Daarom zijn we blij dat deze stoel er nu is,’ vindt Gertrud Boelens, tandarts bij het CBT. ‘We zijn een van de weinige tandheelkundige centra in Nederlandse ziekenhuizen die over zo’n kantelstoel beschikken. Een uitkomst voor patiënt, tandarts en tandartsassistente.’

Mogelijke toepassingen groot
De kantelstoel is verplaatsbaar en kan in alle behandelkamers van het CBT worden gebruikt. ‘Je kunt je ook voorstellen dat andere poliklinieken in het MCL dit hulpmiddel willen toepassen voor bepaalde onderzoeken. De kantelstoel is ook geschikt voor mensen met overgewicht, want het draagvermogen is 500 kilo. Het aantal mogelijke toepassingen is dus groot.’

Bron: Medisch Centrum Leeuwarden

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z
vast, depressie, hersenen

Slechte samenwerking leidt tot depressie

Weinig teamspirit en hoge werkdruk triggeren depressie
Een hoge werkdruk in combinatie met gebrekkig teamwerk leidt tot een hogere kans op depressie, zo blijkt uit Fins onderzoek. Door de recessie is de werkgerelateerde stress nog meer toegenomen: mensen zijn bang hun baan te verliezen en maken zich zorgen over hun economische toekomst.

Ook in goede tijden
Maar ook in goede tijden kan de werkomgeving negatieve psychische gevolgen hebben. “Depressie komt meer voor onder werkenden en leidt tot hoge kosten voor de werkgever in de vorm van verzuim en ziektekosten,” zegt Marjo Sinokki van het Finse Institute of Occupational Health. “Het is daarom in alle tijden van belang om aandacht te besteden aan het welzijn op de werkvloer, met name aan het samenwerkingsklimaat.”

Vier soorten werkplekken
Voor het onderzoek werden 3.347 Finse werkenden tussen de 30 en 64 jaar onderzocht. Hen werd gevraagd naar hun werkplek, met name over teamspirit, interne communicatie en werkdruk. De deelnemers werd gevraagd in hoeverre hun werkplek overeen kwam met een van de volgende vier beschrijvingen: ‘bemoedigend en nieuwe ideeën worden positief ontvangen’, ‘bevooroordeeld en conservatief’, ‘leuk en ontspannen’ en ‘vol conflicten en onenigheid’. Ook werd hen gevraagd naar hun privéleven en sociale leven.
De gemeenschappelijke factor van de werkplekken die bevooroordeeld of vol conflicten genoemd werden, bleek gebrek aan samenwerking. Van de testpersonen die vonden dat de teamspirit op het werk slecht was, was de kans op depressie 60 procent hoger en de kans op het gebruik van antidepressiva 50 procent hoger.

Waarschuwingssignalen
Hoewel het een Fins onderzoek betreft, menen de onderzoekers dat de bevindingen gelden voor werknemers overal ter wereld. Ze stellen dat er meer aandacht besteed zou moeten worden aan de psychosociale factoren op het werk. “Omdat mensen het grootste deel van hun dag op het werk doorbrengen, heeft de werkomgeving een grote invloed op het psychisch welzijn,” stelt Jopsh Klapow, professor gezondheidszorg aan de de University of Alabama. “Mensen die zich zenuwachtig, angstig, verdrietig of prikkelbaar voelen op het werk en merken dat die gevoelens hun prestaties negatief beïnvloeden, moeten deze symptomen serieus nemen. Het zijn vaak waarschuwingssignalen voor een dieperliggende, maar behandelbare, psychische aandoening. Worden ze niet behandeld, dan kunnen ze leiden tot zeer ontwrichtende problemen.”

Bron: Managersonline.nl
5 juni 2009

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Peri implantitis

Peri-implantaire infecties

Peri-implantaire infecties
Peri-implantaire infecties (mucositis en peri-implantitis) komen steeds meer voor. Uit de literatuur blijkt dat peri-implantitis een steeds belangrijkere factor wordt voor verlies van implantaten. Gezien de invloed van aanwezige paropathogenen is het ontstekingsvrij maken van het parodontium voordat de implantaten worden geplaatst een essentiële stap in het implantologieprotocol. Daarnaast dient een strikt protocol te worden gevolgd in de behandeling van peri-implantitis.

Mucositis
Belangrijkste kenmerken:
• Verdiepte pockets (tot 5 mm)
• Bloeding na sonderen
• Zwelling

Peri-implantitis
Belangrijkste kenmerken:
• verticaal en/of angulair botverlies rond het implantaat
• toename van de sondeerdiepte
• bloeding na sonderen
• pusformatie
• roodheid en zwelling van de peri-implantaire mucosa
• pijn en mobiliteit (In een laat stadium)

Peri-implantitis: multifactoriële aandoening
Peri-implantitis is net als parodontitis een multifactoriële aandoening waarbij bacteriën essentieel zijn, maar wellicht niet voldoende om de ziekte te veroorzaken. De bacteriën aangetroffen in peri-implantaire laesies kunnen ook worden aangetroffen bij stabiele implantaten.

Risicofactoren:
• Roken
• Parodontitis
• Genetische gevoeligheid voor beide aandoeningen
• Ongecontroleerde diabetes mellitus

Samenstelling subgingivale plaque:
Anaerobe, door gramnegatieve bacteriën gedomineerde bacterieflora met belangrijke paropathogene bacteriën zoals Porphyromonas gingivalis, Tannerella Forsythensis en spirocheten. Voor zover nu bekend is de microflora bij peri-implantitis niet anders dan bij parodontitis.

Belangrijke parameters voor diagnostiek en evaluatie van behandeling van peri-implantaire infecties:
> sonderen van pockets ( ≥5mm)
> sonderen van aanhechtingsniveau (verlies van aanhechting)
> bloeden na sonderen
> pusvorming
> meten van recessie
> mobiliteit
> meten van botverlies (röntgendiagnostiek)
> bepalen van pathogenen (microbiologische diagnostiek)

Behandeling mucositis:
Mucositis bij implantaten kan op dezelfde manier worden behandeld als gingivitis bij natuurlijke gebitselementen. Met behulp van een adequate mondhygiëne, mechanische plaque- en tandsteenverwijdering in combinatie met antibacteriële spoelmiddelen is de ontsteking meestal weg te krijgen.

Behandeling peri-implantitis:
> reduceren van de bacteriële belasting in de peri-implantaire pocket(s);
> decontamineren en het conditioneren van het implantaatoppervlak;
> reduceren/elimineren van plaatsen die niet plaquevrij kunnen worden gehouden door adequate mondhygiëne-
maatregelen;
> instellen van een effectief mondhygiëneregime om mucositis en herinfectie van de restpockets te voorkomen;
> opvullen van de ontstane botkraters (botregeneratie).

Technieken, instrumenten en materialen:
Gesloten techniek: bij ondiepe pockets en beperkte botafbraak: reiniging worteloppervlak met kunststof curettes in combinatie met antibacteriële spoelmiddelen
Open techniek: Openklappen peri-implantaire weefsel met behulp van een flapoperatie: verwijdering granulatieweefsel uit botdefecten en met direct zicht reinigen van het implantaatoppervlak.
Mechanische en chemische reiniging kan o.a. met: air abrasion, citroenzuur, etsgel, waterstofperoxide en chloorhexidine.

Antibioticumtherapie:
Het gebruik van een systemische antibioticumtherapie na mechanische reiniging van het peri-implantaire gebied kan een klinische verbetering geven van de conditie van de peri-implantaire weefsels en tevens de progressie van botafbraak stoppen of vertragen. Dit geldt niet in geval van peri-implantair botverlies bij afwezigheid van ontstekingsverschijnselen.

Afbeelding: Mogelijke behandelstrategiëen bij peri-implantaire infecties.

Bron:
Winkelhoff AJ van, Avoort PGGL van der, Wismeijer D. Infectieuze complicaties bij implantaten
Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116: 193197

Voor meer informatie:
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie
Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
slaapproblemen - snurken

Nooit meer snurken

Wat is OSAS?
Bij het obstructief slaapapneusyndroom sluit een teveel aan weefsel bovenin de keel of bij de huig de luchtweg af tijdens het slapen. Als dat meer dan 10 seconden duurt spreekt men van apneu of hypo-pneu. Dan onstaat een tekort aan zuurstof in het bloed met als gevolg dat mensen vaak kortstondig wakker worden. Dit kan leiden tot overmatige slaperigheid overdag, onoplettendheid in het verkeer en hoge bloeddruk. OSAS verhoogt de kans op hart- en vaatafwijkingen en op vroeg overlijden.
Vooral te dikke mannen die veel roken en alcohol gebruiken, of keel-neus-oorafwijkingen hebben, lopen een risico op OSAS.

Behandeling met mandibulaire repositieapparaten (MRA’s)
Mandibulaire repositieapparaten (MRA’s) worden tegenwoordig als behandeling van eerste keus aanbevolen voor de behandeling van lichte en matige OSAS. Inmiddels zijn er enige duizenden bij patiënten geplaatst. Met name het gedegen en uitgebreide promotie-onderzoek van de kaakchirurg dr. A. Hoekema, waarin het therapeutisch effect van de MRA vergeleken werd met het slaapmasker met luchtpompje, de continuous positive airway pressure (CPAP), heeft vanaf 2007 voor een doorbraak gezorgd in acceptatie van de MRA als volwaardige therapie naast de CPAP voor een belangrijk deel van de OSAS-patiënten in Nederland.  Op diverse tandheelkundige faculteiten vindt thans vanuit de gnathologie in dit verband wetenschappelijk onderzoek plaats.

Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
Tandartsen en tandarts-specialisten spelen een steeds grotere rol bij de behandeling van snurken en het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS).  Onlangs werd de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde opgericht (NVTS). Doel van de vereniging is het verbreiden van kennis van de tandheelkundige mogelijkheden bij slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen en het stimuleren van de kwaliteit van deze behandelingen.

Bronnen: www.nvts.nl   / apneumagazine september 2008 / NRC Handelsblad 21/3 M.A.J. Eijkman / Consumed.nl 30/3

Meer info
Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
tanden bleken

Consumentengids: “Thuis bleken tanden meest effectief”

Consumentengids (mei 2009): “Thuis bleken van tanden is meest effectief”

Bleken onder professionele begeleiding
Volgens een artikel in de Consumentengids van mei 2009 is het thuis bleken van de tanden onder begeleiding van de tandarts of mondhygiënist het meest effectief. Dat blijkt uit een onderzoek van Joost Roeters, universitair hoofddocent tandheelkunde. Volgens Roeters blijkt uit het onderzoek bovendien dat het bleken van tanden geen kwaad kan, al zijn de effecten van de behandeling niet overal hetzelfde.

Effectief en goedkoper
De Consumentengids vermeldt verder: “Er zijn meerdere manieren om tanden te `bleken`: whitening tandpasta, zelf een middeltje bij de drogist kopen, thuis bleken met een bleekmal (`lepel`) die de tandarts op maat maakt, bleken bij de tandarts en bleken in een bleekkliniek. De effectiviteit van thuisbleken met de bleekmal heeft te maken met het feit dat deze methode niet heel erg duur is en de mal ook na de behandeling weer te gebruiken is. Bovendien kun je zelf het bleekmiddel kopen. De tarieven voor een dergelijke bleekbehandeling liggen rond de 150 euro. In vergelijking met een behandeling in een bleekkliniek is dit goedkoop. In de kliniek liggen de tarieven tussen de 500 en 1.000 euro voor een complete behandeling. Volgens Roeters heeft een whitening tandpasta weinig effect. De pasta`s voorkomen wel nieuwe aanslag maar daar blijft het ook bij. De snellere bleekmethodes zijn vaak minder goed omdat ze te hoge peroxideconcentraties gebruiken”.

Bron: © Profnews 2009

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Orale-piercings-moeten-worden-verwijderd

Nieuwe patiëntenfolder mondpiercings

Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” is de nieuwe patiëntenfolder “Mondpiercings” van het Ivoren Kruis gepresenteerd. De folder is tot stand gekomen met aanbevelingen van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten.

Steeds populairder
Mondpiercings worden steeds populairder. Bij een mondpiercing is de keuze van materiaal, de plaats in de mond, de kwaliteit van het aanbrengen en het onderhoud van groot belang. Niet alleen voor de mondgezondheid, maar voor de totale gezondheid.

Meestal tongpiercing
Van de mondpiercings komt de tongpiercing het meeste voor. Daarna de piercing in de lip. Andere plaatsen zijn de wang, het lipbandje en het tongriempje.

Materialen
Omdat piercings vaak gemaakt zijn van chirurgisch staal of titanium is de kans op allergische reacties (eczeem of huidontstekingen) uiterst klein.

Hygiëne
Als het aanbrengen van de piercing volgens de algemene hygiëneregels gebeurt, is de kans op complicaties gering. Piercers zijn verplicht de richtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid na te leven.

Genezing
De genezingstijd varieert per piercing en per persoon en is afhankelijk van eventuele complicaties die ontstaan. Ook de eigen wond- en mondverzorging is van invloed op de genezingstijd. Bij tongpiercings kan dit proces tussen de vier en zes weken duren, bij piercings in de lip zeven tot negen weken.

Nazorg
Nazorg voor tongpiercings is gecompliceerder dan voor andere mondpiercings. Aangeraden wordt tijdens het genezingsproces niet te roken. Bij infectie wordt aangeraden te spoelen met chloorhexidine (0,05% tot 0,2%). De kans op een infectie is verwaarloosbaar bij de juiste nazorg.

Problemen door mondpiercings
Complicaties die zich direct bij het plaatsen kunnen voordoen zijn: flauwvallen, ademhalingsproblemen, langdurige nabloeding, infecties, ontstekingen en abcessen. Tongpiercings worden vaak als bron van infectie gevonden bij endocarditis. Na de genezing op langere termijn zijn ingroeien, tandvleesontsteking, terugtrekkend tandvlees, tandbreuk, afbraak van tandbot, inslikken van piercings, aangezichtspijn en tetanusinfectie de problemen.

Tandbreuk
Mondpiercings kunnen tandbreuk veroorzaken. Bij tongpiercings lopen in de meeste gevallen de molaren schade op, gevolgd door de incisieven en de premolaren. De meeste schade aan de gebitselementen wordt veroorzaakt door het spelen met de tongpiercing (wrijven, bijten, tikken).

Meer informatie
De folder Mondpiercings is te bestellen bij het Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Folders, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
roken

Blowen onschuldig?

Gevolgen blowen in de mond?
Roken is een risicofactor voor het ontstaan en de progressie van parodontitis. Is blowen dat ook? Tijdens het NVM congres “Evidence Based Mondhygiëne” op 17 april 2009 besprak Paula Versteeg (mondhygiënist) de uitkomst van een systematic review op ACTA (Versteeg et al. 2008) waarbij onderzocht werd of het gebruik van cannabis een risicofactor is voor het ontstaan van aandoeningen en afwijkingen in de mond.

Blowen en parodontitis
Cannabisgebruik lijkt een risicofactor voor het ontstaan van parodontitis. Onderzoek uit Nieuw-Zeeland suggereert dat het werkingsmechanisme net als bij roken systemisch is (Thomson et al. 2008). Het is mogelijk dat mensen die vaak blowen andere leef- en voedingsgewoonten hebben die een rol spelen bij het ontstaan van parodontitis.

Slechtere mondgezondheid
Uit onderzoek blijkt dat langdurig gebruikers van cannabis een slechtere mondgezondheid hebben (hogere DMF-S score, plaque- en gingivitisscore).  Mogelijk is dit een weerspiegeling van de verwaarlozing van de algemene gezondheid (Silverstein et al. 1978).

Xerostomie, leukoedeem en Candida albicans
Het belangrijkste effect dat in de literatuur werd beschreven was een afname van de speekselvloed als systemisch effect. Dit kan de beschermende rol die speeksel heeft binnen de mondholte negatief beïnvloeden.
Xerostomie (droge mond) en leukoedeem (melkachtige grijswitte verkleuring op de mucosa) komt vaker voor bij het roken van cannabis dan bij het roken van sigaretten (Darling & Arendorf 1993). Candida albicans (schimmelinfectie) komt bij cannabisgebruikers vaker voor dan bij tabakrokers (Darling et al. 1990). Dit laatste zou ook kunnen komen door de aanwezigheid van hydrocarbonaten in de rook van cannabis, een verzwakte afweer door het chronisch gebruik, een slechtere mondhygiëne of slechtere voeding.
Bij toename van het cannabisgebruik (Cohen & Sas 1997) moet de tandheelkundige professional zich ervan bewust zijn dat er mondafwijkingen (xerostomie, leukoedeem en een toename in de prevalentie van Candida albicans) kunnen optreden.

Blowen en mondkanker
Carcinogene stoffen komen voor 50% meer voor in de rook van cannabis dan in die van gewone tabak (Tashkin et al. 2002). Er is echter geen verband gevonden tussen het ontwikkelen van mondkanker (plaveiselcelcarcinoom) en het ooit gebruikt hebben van cannabis (Llewellyn et al. 2004, Rosenblatt et al. 2004).

Blowen in het kort:
Wat is het?
Hasj en weed zijn afkomstig van de plant Cannabis Sativa, kortweg cannabis. In het Nederlands: hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt, krijg je marihuana. Marihuana is groen-bruin van kleur en wordt meestal weed of wiet genoemd. Als je de hars van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. De kleur daarvan varieert van lichtbruin tot zwart. Via een speciale bewerking kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: hasjolie. Weed, hasj en hasjolie verspreiden een heel karakteristieke geur. Wie die eens heeft geroken, herkent hem in het vervolg onmiddellijk.

Wat zit er in?
Het bestanddeel waar het om gaat, wordt kortweg THC genoemd (voluit: delta-9-tetrahydrocannabinol). Hoe warmer het klimaat waarin de hennep groeit, hoe meer THC er in zit. Ook Nederlandse wiet die onder vrijwel ideale omstandigheden in kassen is gekweekt, bevat vaak veel THC. Hasjolie kan zelfs voor meer dan de helft uit THC bestaan.

Wie gebruiken het?
Hasj en weed zijn in Nederland vrij gemakkelijk te krijgen. De prijs die ervoor betaald wordt, varieert van 2 tot 7 euro per gram. Mensen gebruiken het om zich er lekker en ontspannen door te voelen of om de werkelijkheid te ontvluchten.
De interesse is vooral groot in de puberteit omdat dan de behoefte om te experimenteren het grootst is. Verder komt het gebruik van hasj en weed voor onder alle leeftijdsgroepen, rangen en standen. Geschat wordt dat het aantal actuele gebruikers in Nederland 363.000 is.

Bronnen en meer informatie:
Ivoren Kruis
folder: Hasj en Weed, de antwoorden. Uitgave: Drugs Infolijn 
Trimbos-instituut

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
prijzen

Vrije prijzen mondzorg

NZa: vrije prijzen mondzorg 2011
De prijzen voor mondzorg kunnen worden vrijgegeven per uiterlijk 1 januari 2011 in de vorm van een 5-jarig experiment. Randvoorwaarde is dat de prestatiebeschrijvingen tijdig zijn aangepast en de daarbij behorende kwaliteit en prijs transparant zijn voor de consument. Deze moet bovendien tijdig zijn voorbereid op zijn nieuwe rol op een markt met vrije prijzen. Dit schrijft de NZa in haar advies aan de minister van VWS over de bekostigingstructuur mondzorg.

Onderzoek
De NZa onderzocht op verzoek van de minister of aanpassing van de bestaande structuur van bekostiging van mondzorg voordelen kan opleveren voor de consument op het gebied van kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van mondzorg. De vraag of vrije prijzen daarbij wenselijk zijn, is eveneens in het onderzoek meegenomen. Na uitgebreide consultatie van marktpartijen is de NZa tot de conclusie gekomen dat vrije prijsvorming voordelen voor de consument kan opleveren. Zo kan marktwerking leiden tot een betere prijs/kwaliteitverhouding en biedt een markt met vrije prijzen meer ruimte voor innovatieve zorg.

Transparantie
De NZa stelt wel belangrijke randvoorwaarden aan het vrijgeven van de prijzen voor mondzorg op het gebied van transparantie. Zo moeten onder meer stappen zijn gezet om kwaliteitsindicatoren voor mondzorg te ontwikkelen en moeten deze beschikbaar en toegankelijk zijn voor de consument. Ook moeten behandelingen voor de consument in begrijpelijke prestaties zijn beschreven. Behandelaars moeten daarnaast hun standaardprijslijst openbaar maken en deze op een landelijke website publiceren. Ook dient de behandelaar voorafgaand aan de behandeling een prijsopgave te verstrekken voor behandelingen vanaf € 150 of wanneer de consument hier uitdrukkelijk om vraagt.

Voorbereiding consument
Een randvoorwaarde voor vrije prijsvorming is daarnaast dat consumenten goed voorbereid moeten zijn op de nieuwe situatie waarin zij worden geacht zelfstandiger keuzes te maken. Dit kan bijvoorbeeld via een publiekscampagne. Ook aanbieders en verzekeraars moeten goed worden voorbereid op hun nieuwe rol. Als het veld in staat is versneld aan de door de NZa gestelde randvoorwaarden te voldoen, is invoering van vrije prijzen eerder dan 2011 een mogelijkheid.

Experiment 5 jaar
De NZa adviseert vrije prijsvorming in te voeren in de vorm van een experiment voor de duur van 5 jaar. Dit maakt het mogelijk om bij ongewenste ontwikkelingen waarbij het consumentenbelang geschaad wordt weer tot regulering van de markt over te gaan. Ook kan de NZa maatregelen treffen om een goede werking van de markt te bevorderen. Ingrijpen door de NZa kan nodig zijn als er bijvoorbeeld onverklaarbare prijsstijgingen optreden, de toegankelijkheid in gevaar komt of de kwaliteit van de zorg verslechtert.
Om deze ontwikkelingen nauwgezet te kunnen volgen, stelt de NZa voor de markt de komende jaren intensief te monitoren. Mocht uit deze monitor blijken dat de markt in evenwicht is en vrije prijzen vooral voordelen voor de consument opleveren, dan kan ook worden besloten eerder tot definitieve liberalisering van de markt over te gaan.

Meer informatie
Visiedocument Bekostigingsstructuur mondzorg (maart 2009)
TNS NIPO onderzoek naar transparantie in de mondzorg (januari 2009)

Bron:
allepersberichten.nl
www.nza.nl

Lees meer over: Actueel, Communicatie, Financieel, Management, Ondernemen, Thema A-Z
Behandeling van parodontitis kan bloeddruk verlagen

Bloeddrukverlagers werken niet bij kwart patiënten

Erfelijke eigenschappen bepalend
De erfelijke eigenschappen van een patiënt bepalen of bloeddrukverlagende ACE-remmers effect hebben. Bij een kwart van de patiënten werken ze niet. Bij driekwart verlagen ze de kans op een hartinfarct of overlijden door een hartaanval juist extra goed. Dit blijkt uit een grootschalige studie die is gesteund door de Nederlandse Hartstichting.

De Rotterdamse onderzoeker Jasper Brugts heeft de resultaten gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van het American College of Cardiology. De onderzoekers bestudeerden de werking van een bepaalde ACE-remmer, Perindopril, bij 9.000 hartpatiënten. Ze ontdekten dat patiënten met bepaalde erfelijke variaties geen baat hadden bij het geneesmiddel, ook niet als ze het medicijn 4 jaar slikken.

Kostenbesparing?
Artsen schrijven deze medicijnen voor aan patiënten met hartfalen, mensen die een hartinfarct hebben gehad en aan mensen met een hoge bloeddruk. Het gaat om honderdduizenden mensen in Nederland. Deze mensen gebruiken deze medicijnen langdurig, zo’n 10 tot 15 jaar of langer. Het gebruik van de medicijnen zou bij een kwart van hen dus nutteloos zijn. Toekomstige screening op erfelijke variaties kan bepalen of iemand ACE-remmers voorgeschreven moet krijgen. Volgens de onderzoekers zou dat op jaarbasis een kostenbesparing van 20 à 30 miljoen euro kunnen opleveren.

Bron: ANP/nu.nl

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z