minder snurken door mondsticker

Minder snurken door mondsticker

Amerikaanse onderzoekers experimenteren met een nieuw middel tegen snurken: een speciale mondsticker, genaamd de Varnum mouthpiece.

Ademen door ventieltje
De sticker sluit de mond af en laat lucht door met gebruik van een soort ventieltje. Aangezien neus ademen geen rol speelt bij snurken hoeft hier ook niks mee te gebeuren, aldus de onderzoekers. Of de sticker ook echt gaat werken is nog maar de vraag, daarmee wordt op dit moment druk geëxperimenteerd.

Proeffase
Op dit moment wordt de Varnum mouthpiece in een slaaplaboratorium getest door 30 snurkers. Mocht de sticker aanslaan, dan zal deze niet permanent gedragen hoeven te worden. De sticker leert namelijk direct een nieuwe ademtechniek aan, waardoor uiteindelijk vanzelf minder gesnurkt zal worden. Wat zeker is, is dat de sticker minstens tot minder dan 30 procent minder snurken zal leiden. Of en wanneer het product op de markt wordt gebracht hangt af van de uitkomst van de proef.

Bron:
Clinical Trials

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Slaapapneu

Luchtpomp en antisnurkbeugel verlagen bloeddruk bij patiënten met slaapapneu

Zowel de luchtpomp (CPAP) als de antisnurkbeugel (MRA) verlaagt de bloeddruk bij patiënten met obstructieve slaap apneu (OSAS). Dit blijkt volgens een nieuw onderzoek gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association.

OSAS
In Nederland zijn er zo’n 500.000 mensen zijn met obstructief slaap apneu syndroom (OSAS). Dit is een slaapstoornis waarbij sprake is van ademstilstand tijdens het slapen. De meeste klachten van OSAS-patiënten gaan over het snurken, de vermoeidheid en verstoorde slaappatronen. Slaapapneu kan ook ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. De aandoening wordt geassocieerd met zuurstofverlies en slapeloosheid, dat kan leiden tot bloeddrukverhoging en het risico op hart- en vaatziekten. Er zijn zowel niet-chirurgische als chirurgische behandelingsmethoden voor slaapapneu.

CPAP en MRA
Met hulp van een CPAP (continous positive airway pressure) worden de luchtwegen onder geringe overdruk opengehouden. Sommige patiënten krijgen in plaats van een CPAP, een mondbeugel (mandibulair repositie apparaat, MRA). De mondbeugel houdt de onderkaak tijdens het slapen naar voren. Dat voorkomt dat de onderkaak en tong naar achteren zakken en de luchttoevoer ter hoogte van de keel geblokkeerd raakt.

Onderzoek
In het huidig onderzoek hebben de onderzoekers CPAP en MRA met elkaar vergeleken om te kijken wat voor invloed de apparaten hebben op de bloeddruk van de patiënten. Zij hebben hiervoor een meta-analyse uitgevoerd van 51 onderzoeken, met een database van 4888 OSAS-patiënten.

Resultaten
Zowel CPAP en MRA verlaagt de bloeddruk bij OSAS-patiënten. De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen CPAP en MRA betreft een verandering in bloeddruk.

Bron:
Journal of the American Medical Association 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapapneu

Online begeleiding van patiënten met slaapapneu

Patiënten met slaapapneu van het Sint Franciscus Gasthuis, het Havenziekenhuis en het Nederlands Slaap Instituut (NSI) kunnen sinds kort gebruik maken van de NSI – Apneu Coach®. Dit meldt het Havenziekenhuis op haar website.

Monitoren
Via internet krijgen patiënten hulp bij het zelf monitoren van de behandeling van hun ziekte. Ook kunnen patiënten via de NSI Apneu Coach vragen stellen en direct advies krijgen. Uit de ervaring die deze ziekenhuizen hebben opgedaan met andere zelf-management programma’s is gebleken dat een actievere rol van de patiënt positief werkt op de resultaten van de behandeling.

Beter omgaan
Longarts In’t Veen werkt bij het Sint Franciscus Gasthuis en verwacht veel van de online Apneu Coach. ‘Via de NSI Apneu Coach helpen we patiënten in de eerste maanden beter om te gaan met hun CPAP (een apparaat dat tijdens de slaap voor een positieve luchtdruk zorgt) of een MRA (een gebitsprothese die de onderkaak naar voren houdt tijdens de slaap). Juist die eerste periode blijkt van groot belang in het welslagen van de behandeling. Patiënten kunnen zo zelf zien in hoeverre zij hun slaapapneu onder controle hebben’.

Zijn collega Klaaver, longarts bij het Havenziekenhuis vult aan. ‘Wij werken al een aantal jaren met soortgelijke toepassingen als ‘Mijn COPD-online’ en ‘Mijn Astma-online’. We zien dat patiënten door de online hulpmiddelen nog beter geïnformeerd zijn en zelf keuzes kunnen maken in hun behandeling, die het best passen bij de persoonlijke situatie. Patiënten die gebruik gaan maken van de NSI Apneu Coach bespreken samen met de longverpleegkundige hun persoonlijke doelen en vullen die in. Zij kunnen ook online vragen stellen.’

Slaapapneu
Slaapapneu is een veel voorkomend probleem, waarbij het soms lang kan duren voordat de juiste diagnose gesteld wordt. Een apneu is een pauze van de ademhaling van meer dan tien seconden. Bij een deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw dat de luchtweg afgesloten wordt. Door deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen lukt het de patiënten eigenlijk niet of nauwelijks om diep genoeg te slapen. Dit leidt tot moeheid overdag, soms zelfs zo erg dat zij zomaar ongewild in slaap kunnen vallen. Ook een slechte concentratie en vergeetachtigheid kunnen het gevolg zijn. Het spreekt voor zich dat dit in het dagelijkse leven tot gevaarlijke situaties kan leiden. Bijvoorbeeld in het verkeer. Verder treden er door de alarmsignalen wisselingen in de bloeddruk op waardoor patiënten een hoge bloeddruk kunnen krijgen. Patiënten worden vaak behandeld met een CPAP-apparaat of een MRA. Juist voor deze groep is de NSI Slaap Apneu Coach een goede ondersteuning bij de behandeling.

De NSI – Apneu Coach is ontwikkeld door het Nederlands Slaap Instituut in samenwerking met longspecialisten en de Apneuvereniging en deelname is gratis voor alle patiënten.

Bekijk een video over de werking van de NSI- Apneu Coach®

Bron:
Havenziekenhuis

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Een update over het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS)

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Verslagen van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Wat is de rol van de tandarts bij een patiënt met verdenking op OSAS?
Dr. P.J. Wijkstra/ Dr. C. Stellingsma

Het diagnosticeren van OSAS gebeurt in een Slaapapneu Centrum. Indien u een patiënt heeft die u verdenkt op OSAS dan kunt u die verwijzen naar het Slaapapneu Centrum van het UMCG. Patiënten komen binnen via één loket en worden vervolgens gezien door verschillende artsen en specialisten (een multidisciplinair team). De diagnose wordt vervolgens gesteld in het Slaapapneu Centrum en behandeling kan gestart worden.

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff, AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

OSAS: Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Prof. dr. L.G.M. de Bont

Dertig jaar geleden was er nog vrijwel niets bekend over OSAS. Patiënten kwamen met klachten als slaperigheid overdag, snurken en invaliditeit. Inmiddels is de kennis omtrent OSAS erg gegroeid en kan er makkelijk een diagnose gesteld worden.

Laterale Tele-X Foto
Een laterale Tele-X foto kan een handig diagnosemiddel zijn. Op deze foto is doorgaans te zien of er sprake is van een obstructie in de ademweg. Een veel nauwkeuriger diagnosemiddel is de Cone Beam CT (CBCT).

Polysomnografie (slaaponderzoek)
Normaliter komt een persoon tijdens de slaap in verschillende slaapfases: eerst 4 REM fases (fase 1,2,3,4) gevolgd door de non-REM fase. Deze laatste fases zijn van belang om goed uit te rusten. Een ‘normaal’ persoon komt dan ook 3 tot 4 keer per nacht in deze ‘uitrustfases’. OSAS-patiënten komen vrijwel nooit in REM fase 3,4 en de non-REM fase en rusten daarom nauwelijks uit. Tijdens een verblijf in een Slaapapneu Centrum kan worden vastgesteld of een patiënt wel of niet in alle slaapfases komt en of er dus sprake is van OSAS.

Apneu Hypopneu Index (AHI)
De AHI-waarde geeft het aantal ademstilstanden per uur aan. Aan de hand van de AHI-waarde kunnen patiënten worden verdeeld in een van de volgende groepen: milde, matige of ernstige OSAS.

Impact
De impact van OSAS is groot. Het leidt tot het volgende:

  • Hypersomnie (slaapstoornis)
  • Sociaal disfunctioneren: schaamte, isolement, discommunicatie, snurken, hypersomnie, vermoeidheid.
  • Invaliditeit, WAO

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat OSAS een grote impact heeft op de patiënt en zijn omgeving. Daarnaast is er een multidisciplinaire aanpak nodig. De kaakchirurg en tandarts kunnen hierin een grote rol spelen.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
Dr. A. Hoekema

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont,  kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. A. Hoekema

OSAS kan worden behandeld op de volgende manieren:

1. Conservatieve behandeling
Dit houdt vooral gedragsverandering in zoals afvallen en verminderen van alcoholinname en het stoppen met roken. Ook behandeling met sedativa en positietherapie horen bij een conservatieve behandeling.

2. Chirurgie

  • Verbetering van de neuspassage die belemmerd wordt door: concha hypertrofie, scheefstand neustussenschot, neuspoliepen of een collaberende inwendige neusklep
  • Uvulopalatopharyngoplastiek (UPPP)
  • Coblatie: Door verlittekening van het weefsel ontstaat er stugger weefsel en wordt het snurken verminderd.
  • Hyoïdthyroïdepexie (tongbeen): Door het tongbeen aan larynx vast te hechte, ontstaat er meer ruimte in de keel.
  • Genioglossus advancement: De tongspier wordt hier naar voren gezet waardoor er ruimte in de keel wordt gecreëerd. Dit wordt echter niet veel meer gedaan.
  • Multilevel chirurgie: Indien de oorzaak voor het slaapapneu op meerdere niveaus in de bovenste luchtweg ligt, kan er ook gekozen worden om de bovenstaande behandelingen te combineren.
  • Bimaxillaire osteotomie (Le Fort I + BSSO): Dit zorgt voor een verruiming van de bovenste luchtweg.

3. Continue Positive Airway Pressure (CPAP)
Deze behandeling wordt nog altijd gezien als de standaard therapie en helpt bij een groot deel van de patiënten. Een van de grootste nadelen is dat er een masker gedragen moet worden.

4. Mandibulair Repositie Apparaat (MRA)
De MRA is is vooral als therapeutisch alternatief voor CPAP naar voren gekomen omdat een belangrijk deel van de patiënten deze laatste behandeling niet accepteert. Er zijn verschillende soorten MRA’s (o.a. Monobloc en Bibloc). Belangrijk is dat ze aan de volgende eisen voldoen:

  • Protusie van de onderkaak
  • Mondademhaling is mogelijk
  • Adequate retentie
  • Vervaardigd in een tandheelkundig laboratorium (geen confectie i.v.m. matige retentie en comfort)

Korte termijn effecten MRA
Op korte termijn blijkt dat MRA het snurken tot 90% vermindert, patiënten minder slaperig zijn en dat de quality of life van patiënten verbetert. Ook daalt de AHI waarde en nemen non-REM fase 3,4 en REM fase slaap toe.

Contra-indicaties MRA
Er zijn contra-indicaties voor het indiceren van een MRA.

Absolute contra-indicaties:

  • Protusie van de onderkaak tot 5-6 mm.
  • Mondopening van minder dan 25 mm.

Relatieve contraindicaties:

  • Niet gesandeerde dentitie
  • Edentate personen (behandelmogelijkheid met implantaten?)

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat er als eerste gericht moet worden op een conservatieve behandeling. Daarna kan, in geval van milde tot matige OSAS, in veel gevallen gekozen worden voor MRA. In geval van ernstige OSAS kan beter gekozen worden voor CPAP.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
Prof. dr. L.G.M. de Bont

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. ing. M.H.J. Doff

Onderzoek
Onderzoek naar de lange termijn effecten bij de behandeling van OSAS heeft geleid tot de volgende conclusies:

  • Ook op de lange is MRA therapie succesvol bij milde of matige OSAS (AHI<30) en kan naast CPAP gezien worden als de therapie van eerste keus.
  • In geval van ernstige OSAS gaat de voorkeur uit naar CPAP behandeling.
  • Op lange termijn blijkt de AHI signifcant lager en de minimale zuurstofsaturatie tijdens de slaap significant hoger bij CPAP therapie vergeleken met MRA therapie.
  • Bij patiënten met een ersntig OSAS (AHI>30) waar CPAP niet geaccepteerd wordt, kan gekozen worden voor een MRA.
    Neveneffecten
  • Korte termijn (enkele maanden): overmatige speekselproductie, droge mond, gestoorde beet, kaakgewrichtsklachten en een kokhalsreflex. De meeste effecten verdwijnen vanzelf.
  • Lange termijn (1-2 jaar): Er is een vermoeden dat de behandeling effect heeft op de steunweefsels van tanden en kiezen, er treedt soms een permanente verandering van de beet op. Voorts kunnen elementen en bruggen fractureren (zeldzaam).

Conclusie

Bij matige of milde OSAS, gebaseerd op de lange termijn resultaten, kan ook gekozen worden voor een MRA.

  • Er moet rekening worden gehouden met de neveneffecten van de behandeling, CPAP geeft echter ook behoorlijk neveneffecten.
  • Duidelijke explicatie naar de patiënten is vereist.
  • Er moet sprake zijn van informed consent.
  • Follow up is belangrijk.
  • Bij- en nascholing in de tandheelkundige slaapgeneeskunde van tandarts (specialisten) is belangrijk.
  • Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

    Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
    Prof. dr. L.G.M. de BontHoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
    Dr. A. Hoekema

    Sprekers
    Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
    Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
    Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
    Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
    Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
    Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

    Bron:
    Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Veel mensen weten niet dat ze slaapapneu hebben

Driekwart van de mensen die slaapapneu hebben, is zich hiervan niet bewust terwijl zij wel met klachten rondlopen. Soms zijn ze zelfs onder behandeling voor hartklachten, hoge bloeddruk, depressie en diabetes. Dit blijkt uit onderzoek onder Philips medewerkers van de Universiteit Twente, de ApneuVereniging, Medisch Spectrum Twente en Philips.

Bevestiging onderdiagnose
Voor de ApneuVereniging vormen de uitkomsten een bevestiging van de grote onderdiagnose. Uit onderzoek dat de ApneuVereniging stelselmatig sinds 2004 houdt, komt naar voren dat het gemiddeld vijf tot acht jaar duurt voordat slaapapneu ontdekt wordt. Voor 37% van de patiënten duurde het zelfs langer dan 8 jaar. In die periode lopen mensen grote schade op; lichamelijk, maar daardoor ook op hun werk en in hun relatie. Schade die soms onherstelbaar is. Dit terwijl slaapapneu goed te behandelen is en mensen bij een tijdige diagnose en adequate behandeling 100% normaal kunnen blijven functioneren.

Werknemers
Volgens het onderzoek heeft 6,4% van de werknemers slaapapneu. De onderzoekers berekenen nu hoe ze deze cijfers kunnen vertalen naar de (werkende) bevolking in heel Nederland. Als deze cijfers worden doorgetrokken, dan zouden 473.000 werknemers slaapapneu hebben en als de cijfers vertaald worden naar alle Nederlanders boven de 40 jaar dan zouden er zelfs meer dan 750.000 patiënten zijn. Momenteel worden er slechts 80.000 mensen behandeld voor apneu, meldt de ApneuVereniging.

Bron:
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Steeds meer vrouwen snurken

Onderzoek door de Kliniek voor Snurken en Apneu naar aanleiding van de Internationale vrouwendag heeft aangetoond dat steeds meer vrouwen snurken.

4 miljoen Nederlanders snurken, 40% hiervan is vrouw. In 2006 was nog maar 20% van de aanmeldingen van het vrouwelijke geslacht, in 2011 is dit aantal al naar 35% gestegen. Dit komt ook overeen met het aantal vrouwelijke snurkers dat Nederland telt. Dit betekent dat er tussen 2006 en 2011 bijna een verdubbeling is van het aantal aanmeldingen van het vrouwelijk geslacht.

Niet charmant
De man heeft geen problemen met zijn eigen gesnurk, een vrouw daarentegen vindt het niet charmant en schaamt zich hiervoor naar haar partner en vriendinnen toe. Eén op de drie mannen heeft hinder van het gesnurk van zijn vrouwelijke partner. Slapen en vrouwen zijn al jaren geen perfect huwelijk, wisselende hormoonspiegels kunnen hier een oorzaak van zijn. Een verhoogde BMI index veroorzaakt dikwijls ook het snurkprobleem. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is dit niet de hoofdoorzaak. Veelal zit het probleem in de genen en heeft het met de anatomie/bouw van de luchtweg en tong te maken.

Beugel
Door de stijgende vraag van het vrouwelijke geslacht heeft de Kliniek voor Snurken en Apneu een speciale beugel ontwikkelt voor de snurkende dame. De SnörEx® Lady Snore, een speciaal op maat gemaakte snurkbeugel. Deze op maat gemaakte beugel is buiten de roze kleur, eleganter, kleiner, niet zichtbaar in de mond en geeft geen pijnlijke kaakstand verandering. Daarbij kan zelfs ook de oudere dame met tandprothese deze snurkbeugel dragen.

Bron:
Snurken.org

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapapneu

Doorbraak behandeling slaapapneu

Wetenschappers hebben een belangrijke stap voorwaarts geboekt in de behandeling van mensen met slaapapneu. Na bijna 5 jaar onderzoek en ontwikkeling, onder meer aan de TU Delft, krijgt vandaag de eerste apneu-patiënt de Slaap Positie Trainer aangemeten. De Slaap Positie Trainer van NightBalance is een klein apparaatje dat mensen op een intelligente manier leert om ’s nachts niet meer op de rug te slapen.

Slaapapneu is een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, met als gevolg extreme vermoeidheid en concentratieverlies overdag. Ongeveer 300.000 mensen in Nederland hebben slaapapneu, en bij de helft van hen hangt de aandoening samen met slapen op de rug. Voor deze groep mensen was tot nu toe geen therapie beschikbaar om het slapen op de rug voorgoed af te leren. Het apparaat is uitgebreid getest met zeer goede resultaten. De Slaap Positie Trainer is vanaf vandaag verkrijgbaar op voorschrift van een medisch specialist (KNO- of longarts).

Bron:
Dentland

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Proefschrift Ghizlane Aarab over behandelopties voor slaapapneu

Op 5 oktober promoveerde mevr. Ghizlane Aarab aan de Universiteit van Amsterdam op het onderwerp ‘Mandibular Advancement Device Therapy in Obstructive Sleep Apnea’. Mevr. Aarab ontving een bijdrage van de NVGPT in de kosten van haar promotie. Hieronder een samenvatting van het proefschrift.

Het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS) wordt gekenmerkt door het herhaald optreden van volledige of partiële obstructies van de hogere luchtweg. Snurken, overmatige slaperigheid en vermoeidheid overdag zijn veel voorkomende klachten. Deze klachten kunnen een grote invloed hebben op iemands leven, mogelijk zelfs met invaliderende gevolgen.

CPAP
Continue positieve luchtdruk behandeling (“continuous positive airway pressure”; CPAP) wordt internationaal beschouwd als de gouden standaard in de behandeling van OSAS. Hoewel CPAP als een zeer effectieve en veilige behandeling voor OSAS wordt beschouwd, is er toch behoefte aan andere behandelingsopties, omdat CPAP vaak niet wordt geaccepteerd door patiënten. Een afname in therapietrouw is hiervan het gevolg.
Tegenwoordig worden voornamelijk mandibulaire repositie-apparaten (MRA’s) voorgeschreven voor de behandeling van milde en matige OSAS, omdat deze behandeling vaker wordt geaccepteerd door OSAS-patiënten dan een CPAP-behandeling.

MRA
Ten tijde van de start van onze gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT) in 2002 was het MRA voornamelijk onderzocht in de vorm van casuïstiek. Dit resulteerde in onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de therapeutisch effectiviteit van het MRA. Wij besloten daarom drie belangrijke aspecten van de MRA-behandeling te onderzoeken in een RCT: (1) de variabiliteit van de apneu-hypopneu index (AHI) en de gevolgen hiervan voor diagnostiek en therapie-evaluatie (hoofdstuk 2); (2) de invloed van mandibulaire protrusie op tekenen en symptomen van OSAS (hoofdstuk 3 en 4); en (3) de korte en lange termijneffecten van zowel MRA als CPAP in de behandeling van OSAS (hoofdstuk 5 en 6).
De AHI wordt in de meeste studies gebruikt als primaire uitkomstmaat in de diagnostiek en de therapie-evaluatie van OSAS-patiënten. Het is daarom van belang dat deze variabele stabiel is over de tijd. In hoofdstuk 2 van dit proefschrift is de variabiliteit van de AHI gedurende tien weken bepaald, en een wiskundige techniek beschreven om de mogelijke gevolgen hiervan voor diagnostiek en therapie-evaluatie bij OSAS-patiënten te bepalen. Op basis van deze studie kan er geconcludeerd worden dat er een aanzienlijke intra-individuele variabiliteit bestaat tussen AHI-registraties. Dit betekent dat een enkele registratie de aanwezigheid van OSAS alleen kan bevestigen of ontkennen als de uitkomst van die registratie buiten een cut-off-band valt die rondom een cut-off-punt ligt.

Geen klinisch verschil
Ten behoeve van de RCT werd een MRA ontwikkeld met een schroefmechanisme dat het mogelijk maakte om de protrusiestand van de mandibula te veranderen bij een constante verticale dimensie. In hoofdstuk 3 van dit proefschrift is de initiële effectiviteit van dit MRA bepaald in een pilotstudie. Er is tevens gekeken in hoeverre de procedures van deze pilotstudie ook gebruikt konden worden in de toekomstige RCT. In hoofdstuk 4 van dit proefschrift is de invloed van vier verschillende mandibulaire protrusiestanden, bij een constante verticale dimensie, op tekenen en symptomen van OSAS onderzocht. Op basis van deze studie werd aanbevolen om het MRA bij de start van de behandeling in te stellen in de 50%-protrusiestand voor het optimale effect en minimale bijwerkingen.
Na de start van onze RCT hebben een aantal andere RCTs aangetoond dat de effectiviteit van MRA’s kleiner is dan die van CPAP. In deze voorgaande studies was echter alleen CPAP objectief getitreerd. Om een gelijkwaardige vergelijking te kunnen maken tussen beiden therapieën, is het van belang om ook het MRA objectief te titreren. Het doel van hoofdstuk 5 van dit proefschrift was daarom een vergelijking tussen MRA en nasale CPAP (nCPAP) in effectiviteit, na objectieve titratie van beiden therapieën met behulp van polysomnografie. Bovendien werden deze behandeleffecten van beiden groepen over een periode van één jaar geëvalueerd in hoofdstuk 6. Op basis van beide studies werd er geconcludeerd dat er geen klinisch relevant verschil is tussen MAD en nCPAP in de behandeling van milde en matige OSAS.

Conclusies

 

  • Er moet rekening worden houden met een aanzienlijke intra-individuele variabiliteit tussen AHI-registraties in de diagnostiek en de therapie-evaluatie van OSAS (hoofdstuk 2).
  • Het is aan te bevelen om een MRA-behandeling in de 50%-protrusiestand te starten bij de behandeling van milde en matige OSAS (hoofdstuk 3 en 4).
  • Er is zowel op de korte termijn als op de lange termijn geen klinisch relevant verschil tussen MRA en nCPAP in de behandeling van milde en matige OSAS (hoofdstuk 5 en 6).

Bron:
Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
apneu

Patiënten met slaapapneu veel zieker dan nodig

Twee derde van de mensen met slaapapneu loopt hier langer dan 4 jaar mee rond voor het wordt ontdekt. Een derde zelfs langer dan 8 jaar. Dit bleek uit onderzoek onder 2700 patiënten dat werd uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van de ApneuVereniging.

Goed te behandelen
Door apneu stokt tijdens de slaap de ademhaling een groot aantal keer voor een aantal seconden. Door de opstapelende zuurstoftekorten ontstaan in de loop van de jaren bijkomende ziekten zoals hartfalen, hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes. Doordat mensen niet diep genoeg slapen hebben mensen minder energie en ontstaan er ook stemmingswisselingen (kort lontje). Dit wordt wel aangezien voor burn-out of depressie. Uit het vandaag gepubliceerde onderzoek blijkt dat deze aandoeningen daadwerkelijk op grote schaal voorkomen bij de onderzochte patiënten. Dit was grotendeels te voorkomen geweest. Bij een tijdige en juiste diagnose is apneu zeer goed te behandelen en kunnen mensen met apneu gewoon voor 100% meedraaien in de samenleving.

Alertheid
Er moeten in Nederland 315.000 mensen met slaapapneu zijn. Sommigen houden gezien de vergrijzing en toenemend overgewicht rekening met het dubbele. Er zijn tot 2010 slechts 60.000 mensen gediagnosticeerd. Er lopen dus nog minimaal 255.000 mensen onbehandeld rond. Dit verklaart waarom mensen op grote schaal, vaak onherstelbare, bijkomende ziektes krijgen. De maatschappelijke kosten voor niet behandelde osas zijn zeer hoog. Behandeling kost slechts een fractie hiervan. Het bewustzijn over de gevaren van apneu moet hoger. Huisartsen en specialisten zouden alerter moeten zijn waardoor de aandoening sneller herkend wordt.

Bron:
NVSAP

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapproblemen - snurken

Tandarts kan helpen bij snurken en slaapapneu

Tandartsen kunnen een belangrijke rol spelen bij de behandeling van snurkers en patiënten met slaapapneu. Een antisnurkbeugel biedt uitkomst.

Patiënten met slaapapneu gebruiken nu vaak CPAP (continue positieve luchtdruk behandeling), een pomp die ’s nachts de luchtwegen openhoudt. Het is behoorlijk ingrijpend om altijd met een masker op te moeten slapen, dus niet alle patiënten willen dit.

Een antisnurkbeugel is even effectief als CPAP bij de behandeling van milde vormen van slaapapneu. Dit blijkt uit een onderzoek van Ghizlane Aarab, promovendus van de Universiteit van Amsterdam.

MRA
Een mandibulair repositie apparaat (MRA) is een tandheelkundige behandeling. Het is een antisnurkbeugel die de onderkaak iets naar voren duwt, waardoor de luchtweg vergroot wordt. Een MRA is goedkoop, niet zo ingrijpend en simpel te fabriceren.

Klachten
Patiënten met slaapapneu hebben last van slaperigheid en vermoeidheid en worden niet uitgerust wakker. Daarnaast is snurken een veel voorkomende klacht.
Slaapapneu wordt ook geassocieerd met een verhoogde bloeddruk, hartinfarcten en herseninfarcten. Deze groep patiënten heeft bovendien een verhoogd risico op verkeersongelukken, omdat men tijdens het besturen van een motorvoertuig in slaap kan vallen.

Bron: Gezondheidsnet.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

MRA versus CPAP therapie: neveneffecten op lange termijn

Studie tandheelkundige slaapgeneeskunde. Doel: vaststellen neveneffecten op lange termijn van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie.

Doel
Het doel van deze studie was om vast te stellen of lange termijn gebruik van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie, leidt tot veranderingen in de craniofaciale morfologie. Verder is bestudeerd of er een relatie is tussen de mate van mandibulaire protrusie tijdens MRA-therapie en de mate van deze eventuele craniofaciale veranderingen.

Studie
Eenenvijftig patiënten zijn gerandomiseerd voor MRA-therapie en tweeënvijftig patiënten voor de CPAP therapie. Aan het begin van de studie en na de follow-up (2.3±0.2 jr ) is van alle patiënten een schedelprofielfoto vervaardigd in maximale occlusie om relevante cephalometrische variabelen te bepalen. Beide schedelprofielfoto’s zijn digitaal getraced waarna de cephalometrische uitkomsten met elkaar zijn vergeleken. Verschillen tussen de MRA- en CPAP groep zijn geëvalueerd door middel van lineaire regressie analyse.

Resultaten
Vergeleken met CPAP resulteert langdurig gebruik van een MRA in kleine maar significante (dentale) veranderingen. De overbite en overjet verminderde, 1.0 (±1.5) mm en 1.7 (±1.6) mm respectievelijk.

  • Verder werd een retroclinatie waargenomen (-2.0 (± 2.8) graden) van de bovenincisieven en een proclinatie (3.7 (± 5.4) graden) van de onderincisieven.
  • Als gevolg van de MRA therapie namen ook de onderste- en totale anterieure gelaatshoogte toe, 0.8 (± 1.5) en 0.9 (± 1.4) mm respectievelijk.
  • In zowel de MRA- als de CPAP groep werden geen skeletale veranderingen waargenomen als gevolg van beide therapieën.
  • Lineaire regressie analyse liet zien dat er een associatie was tussen de gemiddelde mandibulaire protrusie tijdens de follow-up en de afname in de overbite (B = -0.029, SE = 0.014, p<0.05).

Follow-up
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat MRA-therapie soms jaren lang nodig is als behandeling voor een OSAS en dat er craniofaciale veranderingen optreden als gevolg hiervan. Het is daarom van groot belang dat er sprake is van een gedegen follow-up door een tandarts-(specialist) die ervaring heeft in het vakgebied van de tandheelkundige slaapgeneeskunde.

Bron:
NVTS.nl
Door: Drs. Ing. Michiel Doff, spreker op het 2e NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap’

Drs. Ing. Michiel Doff studeerde werktuigbouwkunde (2002) en tandheelkunde (2007) in Groningen. Tijdens de studie tandheelkunde werd gestart met een promotie-onderzoek naar de lange-termijn effectiviteit van de behandeling middels een mandibulair repositieapparaat bij OSAS patiënten. Ook worden de neveneffecten op lange termijn van deze therapie onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de afdeling kaakchirurgie van het UMCG (hoofd: prof. Dr. L.G.M. de Bont). Verder werkt hij bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde van het UMCG, alwaar hij voornamelijk patiënten behandelt met OSAS of snurkproblemen. Hij is verder vanuit de kaakchirurgie actief in de multidisciplinaire slaapapneu-werkgroep van het UMCG. Ook is hij verbonden aan de afdeling kaakchirurgie van het Scheperziekenhuis te Emmen waar hij zich bezig houdt met de dento-alveolaire chirurgie en implantologie. Michiel Doff is tevens vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde (NVTS).

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Gevolgen van slaapapneu: restschade en hormonaal disfunctioneren

OSAS en bimaxillaire chirurgie

Het Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) is een frequent voorkomende aandoening waarbij vermoeidheid overdag en onbedoeld in slaap vallen op de voorgrond staan. De diagnose wordt gesteld d.m.v. een uitvoerige anamnese en polysomnografie.

Gouden standaard behandeling
De gouden standaard voor behandeling is nasal Continuous Positive Airway Pressure (CPAP). Daarnaast kunnen bij een lichte tot matige OSAS ook mandibulaire repositie apparaten (MRA) worden toegepast. Dit zijn beide hulpmiddelen die de patiënt dagelijks moet gebruiken waardoor in sommige gevallen de therapietrouw te wensen overlaat. Daarnaast kunnen beide behandelopties bijwerkingen vertonen die het gebruik ernstig bemoeilijken. Bij deze patiëntengroep kan een indicatie voor een definitieve oplossing d.m.v. een kaakosteotomie ontstaan waarbij zowel boven- als onderkaak naar ventraal worden verplaatst.

Kaakosteotomie
De gebruikte chirurgische techniek wordt veelvuldig toegepast binnen de kaakchirurgie ter correctie van groeiafwijkingen in het aangezichtsskelet en leidt tot voorspelbare uitkomsten van behandeling. De gemiddelde leeftijd van de patiënten, die vanwege deze skeletale discrepanties tussen onder- en bovenkaak een dergelijke ingreep ondergaan, ligt echter aanzienlijk lager dan de gemiddelde leeftijd van patiënten met een OSAS. Dit betekent dat het herstel van de OSAS patiënt na een dergelijke ingreep langer duurt en de kans op complicaties groter is. De succespercentages die in de literatuur worden genoemd, zijn hoog en lijken ook op langere termijn stabiel waardoor deze behandeling een waardevolle aanvulling kan zijn op de conservatieve therapiemodaliteiten.

Bron:
NVTS.nl
Door: Dr. Jan de Lange, spreker op het NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap.

Curriculum vitae
Dr. Jan de Lange studeerde in 1988 cum laude af aan de Rijksuniversiteit Utrecht en volgde van 1990 tot 1994 aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam de specialisatie Mondziekten en Kaakchirurgie. In 1996 behaalde hij het artsexamen aan de Universiteit van Amsterdam. In 2006 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift Central Giant Cell Granuloma of the Jaw: Epidemiology, Therapy and Related Disorders. In 2008 verkreeg hij een registratie als epidemioloog B. Overige registraties zijn: oraal implantoloog en stralingsdeskundigheidsniveau 4M. Momenteel is hij werkzaam als kaakchirurg en opleider in de Isala Klinieken te Zwolle en als kaakchirurg in het AMC te Amsterdam. Daarnaast heeft Jan de Lange diverse nevenfuncties.

Literatuur

  • Prinsell JR. Maxillomandibular advancement surgery in a site-specific treatment approach for obstructive sleep apnea in 50 consecutive patients. Chest 1999; 116: 1519-29.
  • Conradt R, Hochban W, Brandenburg U, Heitmann J, Peter JH. Long-term follow-up after surgical treatment of obstructive sleep apnoea by maxillomandibular advancement. Eur Resp J 1997; 10: 123-128.
  • Hoekema A, de Lange J, Stegenga B, de Bont LGM. Oral appliances and maxillomandibular advancement surgery: an alternative treatment protocol for the obstructive sleep apnea-hypopnea syndrome. J Oral Maxillofac Surg 2006; 64: 886-91.
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapproblemen - snurken

Nooit meer snurken

Wat is OSAS?
Bij het obstructief slaapapneusyndroom sluit een teveel aan weefsel bovenin de keel of bij de huig de luchtweg af tijdens het slapen. Als dat meer dan 10 seconden duurt spreekt men van apneu of hypo-pneu. Dan onstaat een tekort aan zuurstof in het bloed met als gevolg dat mensen vaak kortstondig wakker worden. Dit kan leiden tot overmatige slaperigheid overdag, onoplettendheid in het verkeer en hoge bloeddruk. OSAS verhoogt de kans op hart- en vaatafwijkingen en op vroeg overlijden.
Vooral te dikke mannen die veel roken en alcohol gebruiken, of keel-neus-oorafwijkingen hebben, lopen een risico op OSAS.

Behandeling met mandibulaire repositieapparaten (MRA’s)
Mandibulaire repositieapparaten (MRA’s) worden tegenwoordig als behandeling van eerste keus aanbevolen voor de behandeling van lichte en matige OSAS. Inmiddels zijn er enige duizenden bij patiënten geplaatst. Met name het gedegen en uitgebreide promotie-onderzoek van de kaakchirurg dr. A. Hoekema, waarin het therapeutisch effect van de MRA vergeleken werd met het slaapmasker met luchtpompje, de continuous positive airway pressure (CPAP), heeft vanaf 2007 voor een doorbraak gezorgd in acceptatie van de MRA als volwaardige therapie naast de CPAP voor een belangrijk deel van de OSAS-patiënten in Nederland.  Op diverse tandheelkundige faculteiten vindt thans vanuit de gnathologie in dit verband wetenschappelijk onderzoek plaats.

Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
Tandartsen en tandarts-specialisten spelen een steeds grotere rol bij de behandeling van snurken en het obstructieve slaapapneusyndroom (OSAS).  Onlangs werd de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde opgericht (NVTS). Doel van de vereniging is het verbreiden van kennis van de tandheelkundige mogelijkheden bij slaapafhankelijke ademhalingsstoornissen en het stimuleren van de kwaliteit van deze behandelingen.

Bronnen: www.nvts.nl   / apneumagazine september 2008 / NRC Handelsblad 21/3 M.A.J. Eijkman / Consumed.nl 30/3

Meer info
Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Scholing, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z