MRA versus CPAP therapie: neveneffecten op lange termijn

Studie tandheelkundige slaapgeneeskunde. Doel: vaststellen neveneffecten op lange termijn van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie.

Doel
Het doel van deze studie was om vast te stellen of lange termijn gebruik van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie, leidt tot veranderingen in de craniofaciale morfologie. Verder is bestudeerd of er een relatie is tussen de mate van mandibulaire protrusie tijdens MRA-therapie en de mate van deze eventuele craniofaciale veranderingen.

Studie
Eenenvijftig patiënten zijn gerandomiseerd voor MRA-therapie en tweeënvijftig patiënten voor de CPAP therapie. Aan het begin van de studie en na de follow-up (2.3±0.2 jr ) is van alle patiënten een schedelprofielfoto vervaardigd in maximale occlusie om relevante cephalometrische variabelen te bepalen. Beide schedelprofielfoto’s zijn digitaal getraced waarna de cephalometrische uitkomsten met elkaar zijn vergeleken. Verschillen tussen de MRA- en CPAP groep zijn geëvalueerd door middel van lineaire regressie analyse.

Resultaten
Vergeleken met CPAP resulteert langdurig gebruik van een MRA in kleine maar significante (dentale) veranderingen. De overbite en overjet verminderde, 1.0 (±1.5) mm en 1.7 (±1.6) mm respectievelijk.

  • Verder werd een retroclinatie waargenomen (-2.0 (± 2.8) graden) van de bovenincisieven en een proclinatie (3.7 (± 5.4) graden) van de onderincisieven.
  • Als gevolg van de MRA therapie namen ook de onderste- en totale anterieure gelaatshoogte toe, 0.8 (± 1.5) en 0.9 (± 1.4) mm respectievelijk.
  • In zowel de MRA- als de CPAP groep werden geen skeletale veranderingen waargenomen als gevolg van beide therapieën.
  • Lineaire regressie analyse liet zien dat er een associatie was tussen de gemiddelde mandibulaire protrusie tijdens de follow-up en de afname in de overbite (B = -0.029, SE = 0.014, p<0.05).

Follow-up
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat MRA-therapie soms jaren lang nodig is als behandeling voor een OSAS en dat er craniofaciale veranderingen optreden als gevolg hiervan. Het is daarom van groot belang dat er sprake is van een gedegen follow-up door een tandarts-(specialist) die ervaring heeft in het vakgebied van de tandheelkundige slaapgeneeskunde.

Bron:
NVTS.nl
Door: Drs. Ing. Michiel Doff, spreker op het 2e NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap’

Drs. Ing. Michiel Doff studeerde werktuigbouwkunde (2002) en tandheelkunde (2007) in Groningen. Tijdens de studie tandheelkunde werd gestart met een promotie-onderzoek naar de lange-termijn effectiviteit van de behandeling middels een mandibulair repositieapparaat bij OSAS patiënten. Ook worden de neveneffecten op lange termijn van deze therapie onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de afdeling kaakchirurgie van het UMCG (hoofd: prof. Dr. L.G.M. de Bont). Verder werkt hij bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde van het UMCG, alwaar hij voornamelijk patiënten behandelt met OSAS of snurkproblemen. Hij is verder vanuit de kaakchirurgie actief in de multidisciplinaire slaapapneu-werkgroep van het UMCG. Ook is hij verbonden aan de afdeling kaakchirurgie van het Scheperziekenhuis te Emmen waar hij zich bezig houdt met de dento-alveolaire chirurgie en implantologie. Michiel Doff is tevens vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde (NVTS).

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z