Marit Verschuuren

Interview: Marit Verschuuren over Motivational Interviewing in de mondzorg

Sommige mensen lopen als een rode draad door je loopbaan heen. Hoewel mondhygiënist Marit Verschuuren ongeveer de helft korter is afgestudeerd dan ik, kom ik haar steeds opnieuw tegen en weet ze me elke keer weer te inspireren. We delen een enorme passie voor preventieve mondzorg. Na een telefoongesprek over iets heel anders ontstond het idee om haar laatste avontuur in de schijnwerpers te zetten. Niet omdat Marit graag op de voorgrond staat, maar omdat ze een doel heeft. Ze volgde, na uitgebreid trainen in Nederland, in de VS een cursus Motivational Interviewing (MI) en werd toegelaten tot het internationale netwerk van trainers: MINT. Een officiële bevestiging van haar expertise.

Van angstige patiënt tot strenge mondhygiënist

Als kind vond Marit de tandarts verschrikkelijk. Ze wilde kinderen en hun ouders graag besparen wat zij zelf had meegemaakt. Daarbij maakte ze de klassieke fout te denken dat wat jij wil, iedereen wel zou willen. Projectie dus.

Ze werkte hard om te voorkomen dat haar patiënten tegen “die beroemde steen” zouden lopen. Maar ja: sommige ezels moeten nu eenmaal zelf hun hoofd stoten. Marit zelf liep ook tegen die steen aan. Haar preken hielpen geen steek.
“Ik stond bekend als die strenge mondhygiënist. Sommige patiënten wilden echt niet meer bij mij terugkomen.”

Waarom Motivational Interviewing niet landde tijdens de opleiding

Had Marit dan net als ik niks geleerd over MI tijdens de opleiding? Jawel, maar anders dan wat ze nu weet. Bovendien vond ze de methode destijds behoorlijk spannend.

“Het lijkt alsof je er minder controle over hebt,” vertelt ze. “Als je gewoon zegt wat iemand moet doen, is het voorspelbaar. Je draait je script af. Maar je legt geen echte verbinding en houdt geen rekening met de wensen van de patiënt.”

Toen ik vroeg of ze dan niet simpelweg vroeg wat de patiënt wilde, vertelde ze dat die vraag vaak te groot was voor mensen die daar nooit over nadenken. Ook zijn mensen in veel gevallen ambivalent: er zijn twee zijden aan de verandering, ze willen het niet en toch ook wel. Als twee kanten van dezelfde medaille: Behoudtaal en Verandertaal. Dat staat echte verandering in de weg.

Marit had dus wel les gehad in MI, maar niet op een manier die haar hielp het echt toe te passen. Ze wilde geen strenge mondhygiënist meer zijn. Ze herinnerde zich nog het ‘Stages of Change model’ uit de opleiding. Iets met precontemplatie, contemplatie, ambivalentie, actie… maar dat is iets anders dan MI. Het model kan MI wel ondersteunen.

“MI gaat over een nieuwsgierige, accepterende basishouding, kernvaardigheden zoals reflecteren en verandertaal ontlokken,” zegt ze. “En dat heb ik gemist.”

De worsteling met controle

Marit wilde als student dat haar patiënten precies deden wat ze zei. Ook uit perfectionisme. Ze vond het spannend om vragen te stellen, omdat ze geen invloed had op het antwoord.
“Als ik het niet vroeg, was het er niet,” zegt ze. “En wat moest ik doen als een patiënt nee zou zeggen? Dat stond niet in het script.”

Ik herken dit direct van stagiaires en beginnende collega’s die vragen:

“Hoe overtuig ik de patiënt?”
Mijn antwoord : “Niet”, vond niemand ooit bevredigend.

“Er zijn mensen die motiverende gespreksvoering van nature al meer in zich hebben,” zegt Marit, “maar je kunt het ook gewoon leren. En elk gesprek blijft een experiment.”

Van overhoring naar echt contact

Marit herkent het patroon dat veel professionals volgen: de mondhygiënische anamnese als overhoring. Vragenlijst afwerken, vinkjes zetten.

“Maar hoe stel je dan de goede vragen?”, vraag ik. “Iemand moet zich eerst gezien en gehoord voelen,” legt ze uit.
“Begin bijvoorbeeld met: Hoe tevreden ben je over je mondgezondheid? Dat is veel opener. En deel wat je observeert zonder oordeel. Daarna komt reflectie en dat vond ik in het begin van mijn leerproces het moeilijkste, maar ook het meest waardevol.”

Mensen veranderen wanneer er een discrepantie ontstaat tussen hun gedrag en hun waarden. En wat ze zichzelf horen zeggen (of denken) heeft voorspellende waarde voor het gedrag van de toekomst, dat noemen we de zelfperceptietheorie. Daarom is de glimmende kant van de medaille van ambivalentie Verandertaal zo belangrijk.

Reflectie: hoe werkt dat dan?

Wanneer doe je wat? Is daar een script voor?

“Hmmm… nee,” lacht Marit. “Het is een vorm van luisteren. In een gesprek kun je vragen stellen, of je kunt iets teruggeven zonder dat het een vraag is. Dat kan letterlijk of wat je tussen de regels door aanvoelt of denkt dat er speelt. Een goede reflectie helpt iemand dieper in zijn eigen denkproces, terwijl een vraag je vaak juist uit je denken haalt. Vaak doe je dit al zonder dat je het doorhebt. Als je het bewust kunt inzetten, kan je er je voordeel mee doen.”

Je hoeft niet ervaren of superzelfverzekerd te zijn om MI te leren, zegt ze. Je moet vooral willen en durven reflecteren op jezelf.

Marit nam zelfs haar eigen consulten op, om terug te zien wat ze deed. “Je ziet je eigen fouten. Dat is niet altijd leuk. Maar alles wat je extra doet, helpt al.”

Structuur: ORBBS + I

Om MI tastbaarder te maken legt Marit ORBS uit:

  • Open vragen stellen
  • Reflecteren
  • Bevestigen & Bekrachtigen
  • Samenvatten

En de extra I: Informatie uitwisselen.
Niet zenden, maar afstemmen. Niet de perfecte oplossing presenteren, maar opties verkennen.

Welke oplossingen ziet iemand zelf? En vraag na een voorlichting of instructie: “Hoe klinkt dit voor jou?” Zo denkt iemand zelf na en hoort hij zichzelf terug, dat geeft een grotere kans op gedragsverandering.

De juiste basishouding

MI werkt alleen als je houding klopt:

  • Wees oprecht geïnteresseerd.
  • Accepteer autonomie: iemand mag kiezen om iets niet te doen.
  • Toon compassie.
  • Werk vanuit gelijkwaardigheid:
    “Ik weet veel, maar de patiënt weet alles over zijn eigen leven.”

Dat is niet altijd makkelijk, je kunt niet doen alsof. Kun je echt accepteren en compassie voelen als bijvoorbeeld ouders niet napoetsen? Juist als je dat echt voelt kom je veel verder met mensen. Motivatie kun je ontlokken, niet opleggen. De motivatie zit al in de ander, de truc is om het boven te halen.

De weg naar MINT

Na jarenlang MI workshops gegeven te hebben wist Marit dat ze verder wilde. Ze kwam niet verder in haar gesprekken en liep er steeds tegenaan dat haar patiënten ‘Ja’ zeiden en ‘Nee’ deden. Na haar trainingen in Nederland bij Stijn van Merendonk (Lezing NVM congres 2023) richtte ze haar pijlen op het Internationale Netwerk van Motivational Interviewing Trainers (MINT).

MINT is serieus: je komt er niet zomaar in.
Marit moest een portfolio aanleveren en een gesprek voeren met een acteur over stoppen met roken, gecodeerd door professionals. Niet de uitkomst van de verandering telt, maar je trouw aan de methode.

De acceptatie voelde voor Marit als een bevestiging: “Zo kunnen collega’s zien hoe mooi het kan zijn en dat het dus anders kan.”

Meer werkplezier, meer resultaat

Wat Marit nu ervaart, is bijna opvallend simpel:
Ze werkt minder hard, met betere resultaten. Patiënten blijven bij haar, ook degenen die eerst afhaakten.

En als iemand niet wil?
“Dan neem ik dat niet meer persoonlijk. Ik kan het loslaten. Ook komen de patiënten bij me terug als ze wel zover zijn. Omdat ze acceptatie hebben ervaren en dat geeft vertrouwen.”

Heeft MI invloed op de rest van haar leven?

Tijdens ons gesprek proef ik dat Marit zorgvuldig naar woorden zoekt. Daarom vraag ik of MI nu ook buiten het werk invloed heeft.

“Nee hoor… niet alles hóeft MI te zijn,” zegt ze lachend.
“Maar het er zijn wel facetten die ik breder inzet. Ook bijvoorbeeld bij mijn kinderen. Reflecteren is een andere manier van luisteren. Ik ben nieuwsgieriger geworden, oordeel minder, ook minder perfectionistisch, minder schreeuwerig. Ik kijk meer naar wat ons verbindt.”

Ook aan de slag met MI?

Marit geeft trainingen binnen én buiten de mondzorg, onder andere via:
• Johnny Joker
• haar eigen LinkedIn (met korte voorbeelden). Je kunt haar daar een bericht sturen om te kijken welke mogelijkheden bij jou passen.

Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, met Marit Verschuuren-Kuijer.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Interview, Opinie, Thema A-Z
teledent-new

Pilotproject: videospreekkamer in supermarkt Kaufland Mosbach

In het Duitse Mosbach is een opmerkelijk zorginitiatief van start gegaan: in de lokale Kaufland-supermarkt kunnen bezoekers sinds kort gebruikmaken van een telemedische spreekkamer. Het project is een samenwerking tussen Kaufland en het Sana MVZ am Stiftsberg GmbH en moet de toegankelijkheid van medische zorg in de regio vergroten.

Videospreekuur met arts

De zogenoemde Medical Room is een afgesloten ruimte van ruim vijftig vierkante meter, gelegen in de entree van de supermarkt. Bezoekers kunnen er tijdens het winkelen een videospreekuur volgen met een arts, die digitaal bereikbaar is. Ter plaatse zijn getrainde medewerkers aanwezig om patiënten te begeleiden en om basismetingen uit te voeren.

Volgens de initiatiefnemers kan het concept vooral in landelijke gebieden uitkomst bieden. In dergelijke regio’s is de beschikbaarheid van huisartsenzorg regelmatig beperkt, waardoor patiënten soms geconfronteerd worden met langere wachttijden voor een consult. Door zorg laagdrempelig aan te bieden op een plek waar veel mensen toch al komen, kan de drempel om advies in te winnen worden verlaagd.

Aanvullende gezondheidschecks

Naast de digitale consulten worden in de Medical Room ook aanvullende gezondheidschecks aangeboden die patiënten op eigen kosten kunnen laten uitvoeren, zoals een bio-elektrische impedantieanalyse voor het bepalen van onder meer vetpercentage, spiermassa en vochtbalans. Daarnaast is er een korte lifestyle-check beschikbaar voor mensen die hun algemene gezondheidsstatus willen laten beoordelen.

Kaufland ziet de voorziening als een proefproject. Op basis van de ervaringen in Mosbach wordt later beoordeeld of soortgelijke telemedische spreekkamers ook op andere locaties kunnen worden ingezet.

Bron:
Tagesschau.de

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Onbehagen in praktijk en theorie

Onbehagen in praktijk en theorie

Paul Verhaeghe bleek een verrassing te zijn op de cursusdag over Klachten en Conflicten van ACTA. De een kon de diepgang van deze spreker die wist te boeien zonder PowerPoint erg waarderen en de ander vond het juist zweverig. Onze verslaggever vond het een aangename verrassing. De psychologie achter het onbehagen van de burger is te doorvoelen in de praktijk. Het heeft consequenties voor onze praktijkvoering en je weet deze te ontdekken als je maximaal openstaat voor deze diepgang die wel degelijk hele aardse wetenschappelijke ondergrond kent.

Harde wetenschap

Hoeveel onbehagen is er ontstaan en hoe is dit zo toegenomen? Op deze vraag probeerde Verhaeghe antwoord te geven.

De toename van onbehagen is feitelijk hard gemaakt door de psychosociale gezondheidsindicatoren waarmee onbehagen gemeten kan worden. Denk hierbij aan het aantal gevallen van huishoudelijke geweld, de stijgende uitval van scholieren, het verhoogde gebruik van psychofarmaca en het aantal mensen in TBS programma’s. De oorzaak is bekend, het hangt namelijk structureel samen met de sociaal economische ongelijkheid die ook toeneemt. Deze hangt structureel samen met een doorgeslagen vrije markt industrie. Dit is geen ideologie maar harde wetenschap.

Stijging klachten en conflicten

De evolutie blijft niet beperkt tot de psychosociale gezondheidsindicatoren maar die breidt zich ook uit naar onze identiteit en onze sociale verhoudingen. Hierdoor neemt het aantal klachten en conflicten in de praktijk ook toe.

De rol van identiteit in het onbehagen in de maatschappij

Identiteit en samenleving ontstaan en veranderen in een wederzijdse spiegeling. Dus het heeft geen zin om te zeuren over de slechte maatschappij, want wij maken die maatschappij zelf. En de maatschappij maakt ons. Dus de verandering zal van beide kanten moeten komen. Die wisselwerking vindt plaats langs zaken als opvoeding, arbeidsmarkt, onderwijs, gezondheidszorg en noem maar op. De verandering is vooral op te merken van de jaren ’80 omdat op dit moment nieuwe idealen voorgespiegeld werden. Hiermee zijn we onze kinderen gaan opvoeden. Idealen haalt men uit de maatschappij waarin men leeft, woont en werkt. Het gaat om twee centrale idealen. Deze zijn juist en zijn kloppend. Het eerste idee is van maakbaarheid en het tweede van competitie.

Het idee van maakbaarheid

Het eerste idee is dus maakbaarheid. Identiteit is maakbaar. Onze grootouders vroegen zich niet af wat ze gingen worden. Dat werd bepaald door hun geslacht en waar(in) ze werden geboren. Er kwam daardoor onderwijsdrang en sociale morbiditeit. Waar is het fout gelopen? Als identiteit maakbaar is dan moet iedereen het maken. Dan moet iedereen financieel en professioneel succes boeken. Met als keerzijde het volgende: Als je het niet gemaakt hebt, dan ligt dat dus aan jezelf, dan is het jouw schuld.

Het idee van competitie

Tweede idee is dat de mens een competitief wezen is. De mens is voortdurend overal concurrent en zal in competitie treden. Men wil winnen. Zelfs tijdens bier drinken. We zijn competitief en sociaal. Maar het samenwerken is hierbij aan het verdwijnen en willen we enkel nog maar winnen.

Alles staat in dienst van de economie

Dus op deze aarde leeft ondertussen de homo economicus. We leven in een neo-liberalistische samenleving. Alles staat in dienste van de economie. Kijk maar eens naar alle beslissingen die zijn genomen. Ook de gezondheidszorg is geëconomiseerd, is geprivatiseerd en is weggetrokken uit de basiszorg. De mondzorg heeft hier een duidelijk effect. Het levert een besparing van 2 miljard euro op, maar dit kost jaarlijks 3 miljard euro. Want mensen kunnen die tandartsverzekering niet veroorloven, mijden (preventieve) zorg en raken zo in juist veel duurdere behandelingen.

Spiegelbeeld, vertel eens even…

Identiteit is niet iets wat vaststaat maar dat zich ontplooit en in verhouding staat tot anderen. De basisverhouding binnen identiteit is de houding ten opzichte van ons eigen lichaam en dus ons lichaamsbeeld. Wat je ziet in de spiegel kan mee- en tegenvallen en in die aanblik staat er een interne dialoog en deze is altijd evaluerend. Deze dialoog gaat op de achtergrond de gehele dag door.

We zien onszelf door de blik van de abstracte maatschappelijke ander. Voldoen we aan de verwachtingen? Zo niet, dan gaan we hier aan prutsen. Nu wordt die evaluatie uitvergroot met op de achtergrond die overtuiging van maakbaarheid en dat perfectie mogelijk is.

Hierdoor zijn de eetstoornissen groeiende en als dat niet lukt dan is er nog altijd de plastische chirurgie. Door die mogelijkheden gaan we steeds meer op elkaar lijken.

Individualisme en oververmoeidheid

Wij zijn heel sterk bezig met een zelfevaluatie waarbij we willen antwoorden aan ideale verwachtingen. Dit is van alle tijden. De vraag is welke vormen dit heden ten dage aanneemt. Je moet excelleren.

Er is een verschuiving merkbaar dat de vraag wie ben ik is veranderd naar wie kan ik worden? En vooral, hoeveel afstand moet ik daarvoor nog afleggen?

Vreemd genoeg leven we nu in competitie met onszelf. En deze competitie kunnen we nooit winnen. Je kunt alleen maar verliezen. We pushen onszelf steeds maar harder om perfectie te bereiken. En zo komt het dat er inmiddels cocaïne op de Zuid-As wordt gebruikt. Ook hier zien we dezelfde grenzenloosheid. We moeten zo goed mogelijk presteren en elk jaar moet het meer zijn. Met als resultaat oververmoeide mensen.

Enkel nog concurrentie

Uiteindelijk hebben we elkaar wel nodig. We leven in groepen. Dat blijkt al uit de allerbelangrijkste uitwisseling, namelijk het geven en nemen van erkenning. Dus gezien worden en daardoor bestaansrecht krijgen. We moeten gezien worden om ons te ontwikkelen en om te bestaan. De belangrijkste uitwisselingen van vandaag zijn rationele transacties gericht op winst maximalisatie en eventuele belemmeringen worden uit de weg geruimd. Dus: Up or out. De ander wordt niet als collega gezien maar als concurrent. Dit begint al op het onderwijs waarop er een selectiesysteem is voor de arbeidsmarkt. “Kennis, kunde, kassa”, zei Balkenende al.

Het verdwijnen van vertrouwen

Hierdoor is angst en eenzaamheid ontstaan. De angst die het meest optreedt is sociale angst. Dit betekent dat je angst hebt voor de ander. Dit terwijl we in de meest veilige omgeving opgroeien. Het sociaal vertrouwen is op het ogenblik vrij laag. Deze angst kan leiden tot eenzaamheid. Dus het gaat bij eenzaam tegenwoordig niet meer om die weduwe waarvan de kinderen ver weg wonen. De nieuwe eenzaamheid staat nu op de politieke agenda en dan hebben we het over mensen die in een vaste relatie zitten en een uitgebreid netwerk hebben en zich toch alleen voelen. Ze voelen alsof ze er alleen voor staan. Het organisch vertrouwen hebben we afgeleerd. Dit niet eenvoudig op te lossen.

Vrijheid betaalt een prijs

Het laatste effect op onze identiteit kent twee centrale kenmerken. Het autonoom willen zijn en anderzijds onze behoefte om in verbinding te willen zijn. Die twee botsen dus met elkaar. Samenlevingen kunnen op dat vlak heel verschillend zijn. Hoe gaat men om met dit spanningsveld? Dit wordt maatschappelijk gekaderd. Tot 1950 lag sterk het accent op verplichte verbondenheid en autonomie kwam nauwelijks aan bod. Dit veranderde in de jaren 60 sterk. Vandaag zijn we de verbondenheid kwijt maar als bonus zijn we veel vrijer dan vroeger.

Bureaucratie, het ideaal, narcisme en faalangst

Ieder jaar krijgen we wel steeds meer regels en wordt onze autonomie wederom beperkt. Kijk maar eens hoe lang contracten tegenwoordig zijn. Hoe komt dit? Doordat we de ander niet meer vertrouwen. Door al die regels weten we hoe de ideale mens eruit ziet en wat afwijkt. En wat afwijkt is de groep waar we het minste over hebben is de groep die te goed beantwoorden aan het ideaal. Dit zijn mensen die elke eigen fout ontkennen en deze altijd bij de ander neerleggen. Ofwel: Narcisten. Een narcist kan tegenwoordig minister president van de VS worden. De andere groep is de groep die op de toppen van hun tenen staan met faalangst ten gevolg tot ze uit de boot vallen en psychische en fysieke klachten hebben.

Conclusie: De gelijkwaardigheid moet terug

Hoe kunnen we dat aanpakken? En als we deze vraag stellen dan voelt iedereen zich plotseling machteloos. Alsof ze gevraagd worden het klimaatprobleem op te lossen. Onze identiteit ontstaat in spiegeling van de samenleving en vice versa. Dus wij kunnen het ook veranderen. We moeten ons een doel stellen en samen de schouders er onder gaan zetten. De gelijkwaardigheid moet terug. Dit hebben we eerder al gedaan met een emancipatiegolf tegen opgelegde sociale verhoudingen en rolpatronen. De verandering begint altijd met de hoogopgeleiden.

Dr. Paul Verhaeghe heeft Psychologie gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Na zijn studie is hij een aantal jaar werkzaam geweest als klinisch psycholoog-psychotherapeut, waarna hij twee doctoraatsonderzoeken heeft afgerond. Als hoogleraar in de klinische psychologie en psychotherapie ging hij in 2021 met emiraat. Paul heeft veertig jaar onderzoek gedaan naar psychoanalyse en psychoanalytische psychotherapie en ook gedoceerd in deze thema’s. Daarnaast is hij auteur van een aantal boeken over de invloed van ontwikkelingen in de maatschappij op de geestelijke gezondheid. Zijn meest recente boek Onbehagen is in 2023 is verschenen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de cursus Conflicten en klachten, door Paul Verhaeghe, van ACTA Dental Education

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen
Eerste hulp bij klachten van een patiënt

Eerste hulp bij klachten van een patiënt

Je doet ontzettend je best en toch zijn er patiënten die niet tevreden zijn. Hoe ga je hiermee om? Aranka Buis- de Vos, klachtenfunctionaris van ACTA, SBT en de Hogeschool InHolland, gaf ons tips. Haar kernboodschap luidde: Eerst de mens, dan het gebit en dan weer de mens. Oftewel: Eerst het contact, het contract en dan weer het contact. Verslag van de presentatie Klachten en conflicten van ACTA DE.

Waarom is het oplossen van onvrede bij de patiënt zo belangrijk?

Het werk is heel technisch, maar inmiddels ook heel sociaal. De werkdruk wordt steeds hoger en de patiënten steeds mondiger. Iedereen heeft wel eens een ontevreden patiënt in de stoel. Je hebt helemaal geen zin in klachten, want het kost je veel tijd en energie. Maar als je er op de juiste manier ermee om kunt gaan dan gaat je het minder tijd en energie kosten.

Casus

Een vrouw van 75 jaar weet niet meer wat ze moet doen; “Mijn prothese functioneert niet. Mijn tandarts maakt er een enorm plan van. Ik moest implantaten maar dat wil ik niet. Ze luisterde niet. Nu krijg ik een offerte die ik moet ondertekenen maar die wil ik helemaal niet ondertekenen. De tandarts had geen tijd voor me, ik weet niet meer wat ik moet doen”, klaag ze.
De klachtenfunctionaris ging naar deze perfectionistische tandarts en wist meteen waar ze het over had. Ze vond deze patiënt maar een zeurkous. “Ik had zo’n mooi voorstel en dat wilde ze niet maar dat is haar probleem en een ander voorstel ga ik niet doen”, aldus de tandarts. Deze patiënt is toen naar een andere tandarts gegaan.

Dit soort klachten heeft Buis- de Vos van klein tot zeer complex mogen begeleiden. “Ik doe aan hoor- en wederhoor. Ik ben er voor de patiënt en ben ik er voor de behandelaar.” Doel is om de relatie te herstellen. De laatste zes jaar is er een daling van 75% van het aantal klachten bij het ACTA. Hoe kan jij dat ook bereiken?

Wat zijn de klachten?

De meeste klachten gaan over de rekening, over een complicatie, de behandeling zelf en over de bejegening. Bijvoorbeeld: Het resultaat valt tegen en dus betaalt de patiënt niet. Dit soort zaken gaan vaak gepaard met valse verwachtingen. Mensen denken vaak dat ze korter in de stoel hebben gelegen dan het daadwerkelijk is geweest. Of mensen horen tijdens een controle: “Oei”, en verder niks. Mensen willen graag weten wat er gebeurt. Een voorbeeldje over de verwijzing naar de parodontoloog: “Ik heb nooit gehoord dat ik parodontitis heb”, zegt de klager dan. Of er is een gaatje over het hoofd gezien en nu moet er een wortelkanaalbehandeling gebeuren. “Is dat nou wel nodig?”, vraagt men zich dan af. En sommige mensen voelen zich als een klein kind behandeld.

Erkenning

Wat goed te weten is dat er van de 10 mensen die bij de klachtenfunctionaris komen er 100 zijn die je zelf al oplost en er daaronder nog 1000 mensen zijn die altijd hun mond tegen je houden maar het wel vertellen aan de buren tijdens een feestje. Dit fenomeen heet de klachtenpiramide of -ijsberg.

Wat willen mensen is een snelle oplossing en dat het anderen niet hetzelfde gaat overkomen en vooral willen ze erkenning. Iedereen wil gehoord en gezien worden. De meeste klachten draaien uiteindelijk om die erkenning.

Waarom ligt het zo gevoelig?

Stel…je telefoon wordt door iemand die je vertrouwd gepakt. Hoe voelt dat? Voel je je dan toch wat kwetsbaar. Je krijgt toch wel wat stress. Waarmee kan je de telefoon vergelijken? Je telefoon is een verlengde van je. Je kunt het vergelijken met je gebit. Vertrouwen is niet vanzelfsprekend en ondanks dat iemand vertrouwd is, is het laten zien van je gebit een vorm van overgave.

Eerste hulp bij onvrede

Je houding is van belang, je moet goed luisteren en jezelf kennen. Een klacht kan namelijk heel ongemakkelijk zijn en daardoor schiet je misschien al snel in je nukkigheid. Het kan zijn dat je daardoor een gesloten houding hebt, want je voelt het toch in je ego. Het krijgen van een klacht is nooit fijn. Het kan technisch een 10 zijn maar als het sociaal een 3 is dan krijgt die patiënt geen waardering van jou. Buis- de Vos: “Als je relatie goed is, kan je er een fietsenrek in hangen. Als de relatie slecht is, dan kan je het mooiste stukje architectuur op de slooplijst zetten.” Dus wat is wel de goede houding? Letterlijk en figuurlijk je openstellen.
Daarnaast is je kwetsbaarheid laten zien is ook goed en professioneel. Dus wees nieuwsgierig naar hoe je patiënt dit ziet maar wees ook nieuwsgierig hoe je er zelf instaat en laat dit zien.

Hoe luister je?

Luisteren betekent eigenlijk stil zijn. Dus je laat de ander volledig uitpraten en vervolgens herhaal je de kern en vraag na of je de patiënt goed begrijpt. Pas bij groen licht ga je verder. Vraag bijvoorbeeld: “Wat doet dit met je?”, dus vraag naar gevoelens. Laat emoties ook een plek krijgen in het gesprek. Vraag naar zorgen en naar wensen. Zo krijg je een compleet beeld en voelt de patiënt zich in alle opzichten erkend.

Als laatste tip

Wat is jouw eigen aandeel? Sta daar eens bij stil. Ken jij je eigen grenzen en kan je hierin ook de regie houden? Wanneer zeg je bijvoorbeeld er iets van als je patiënt steeds te laat komt? En schrijf je dit ook op in het dossier? Wat zijn jouw allergieën? Als je dat weet dan kan je er ook beter mee omgaan.

Repareren met goud

Dus omgaan met klachten en met onvrede is een sociale gelegenheid. Vandaar dat de mens altijd eerst bij je zal moeten komen en dan pas het gebit en daarna weer die mens. Weet dat de perfecte behandelrelatie niet bestaat. In Japan hebben ze zelfs kunst gemaakt van de imperfectie. Dat is een gebroken voorwerp zoals vaasje waarbij elke breuk met goud is gerepareerd. Ondanks dat het pijnlijk is, kan het groei en versteviging geven.

Een klacht die je goed oplost, kan juist een patiënt voor het leven opleveren. Wacht dus niet het gesprek met die lastige patiënt af maar ga het gesprek pro-actief aan.

Aranka Buis- de Vos, klachtenfunctionaris ACTA, SBT en Hogeschool Inholland

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de cursus Conflicten en klachten, door Aranka Buis- de Vos, van ACTA Dental Education

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
Voorlichting mondgezondheid voor jeugdige asielzoekers in Rotterdam

Voorlichting mondgezondheid voor jeugdige asielzoekers in Rotterdam

Op 2 juli verzorgden studentleden van het Ivoren Kruis, in samenwerking met tandarts Semra Genc van Tandarts West, een voorlichtingsbijeenkomst over mondgezondheid voor jonge asielzoekers in de leeftijd van 2 tot en met 17 jaar. Voor de jongste kinderen richtte de voorlichting zich met name op de ouders, die praktische poetstips en adviezen ontvingen.

Dit  initiatief kwam tot stand in samenwerking met Stichting Mano, een organisatie die zich inzet voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen en jongeren in Rotterdam.

Aan het einde van de bijeenkomst kregen de deelnemers een informatief tasje mee naar huis, gevuld met voorlichtingsmateriaal, een tandenborstel en tandpasta. De materialen werden beschikbaar gesteld door Colgate.

Ivoren Kruis

Het Ivoren Kruis – de Nederlandse Vereniging voor Mondgezondheid – werd opgericht op 1 maart 1910 en zet zich sindsdien actief in voor het bevorderen van een gezonde mond. Al meer dan 115 jaar richt de vereniging zich op preventie van mondziekten en het verbeteren van de mondgezondheid in brede zin.

De organisatie vervult een dubbele rol: enerzijds als patiëntenvereniging die zich inzet voor de algemene volksgezondheid, zowel voor mensen met bestaande mondproblemen als voor risicogroepen, en anderzijds als wetenschappelijke vereniging die ondersteuning biedt aan mondzorgprofessionals bij preventie en behandeling.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Patiëntenfilmpje over duurzaamheid

Patiëntenfilmpje over duurzaamheid

Om patiënten bewust te maken van meer duurzaamheid in de mondzorg en hun eigen rol daarbij lanceert de KNMT het filmpje ‘Help jij mee de mondzorg schoner en duurzamer te krijgen?’. Het patiëntenfilmpje, dat naast duidelijke uitleg handige tips geeft, is beschikbaar voor wachtkamerschermen, de praktijkwebsites en socialemediakanalen van mondzorgverleners.

Mondzorgverleners die het filmpje zelf op hun wachtkamerscherm, website of sociale media willen plaatsen, kunnen een gratis versie downloaden. Download het filmpje

Weinig kennis over verduurzaming zorg

Recent onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland laat zien dat veel patiënten nog weinig weten van verduurzaming van de zorg. Zo zegt bijna de helft van de ruim 9.000 ondervraagden weinig tot niets te weten van verduurzaming; 61 procent geeft aan behoefte te hebben aan meer informatie.

Filmpje met uitleg en tips

Het gratis patiëntenfilmpje ‘Help jij mee de mondzorg schoner en duurzamer te krijgen?’ geeft uitleg over het effect van het milieu en het klimaat op de (mond)gezondheid en laat zien dat ook de zorg milieuvervuilend is. Daarnaast geeft het filmpje tips over hoe je als patiënt kunt bijdragen aan meer duurzame mondzorg.

Onder meer voor wachtkamerscherm

Het filmpje kan getoond worden op wachtkamerschermen, praktijkwebsites en socialmediakanalen. Enkele providers van wachtkamerschermen, zoals Zorgscherm, Webova en eValue8, bieden het filmpje aan in hun contentbibliotheek.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Duurzaamheid
Aangezichtsletsel van omvang naar opvang

Aangezichtsletsel: van omvang naar opvang

Dento-alveolair en aangezichtsletsel zijn er in verschillende soorten en maten. Hoe wordt de opvang geregeld en waar moet de patiënt naar toe? Kaakchirurg Kees-Pieter Schepman vertelde tijdens de NWVT-cursus Trauma hoe hier mee om te gaan in de praktijk.

Epidemiologie

  • Hoofdtrauma (huisartsenpraktijk) ong. 7.5 per 1000 patiënt/jaar
  • De meeste hoofdtrauma’s komen voor bij jonge kinderen en ouderen > 85 jaar
  • Incidentie commotio cerebri (hersenschudding) 2 per 1000 patiënt/jaar
  • Leeftijdscategorie: 0-4 jaar jongens en meisjes. Resp. 18 en 14 per 1000 patiënt/jaar
  • >85 jaar > incidentie bij mannen en vrouwen resp. 10.7 en 6.5 per 1000 patiënt/jaar

Mannen hebben vaker een hoofdtrauma dan vrouwen.

Etiologie hoofdtrauma

Licht schedel- of hersenletsel:

  • Verkeer (43%)
  • Val (30%)
  • Geweld (10%)
  • Sport (6%)
  • Werk (3%)
  • Overig/onbekende oorzaak (8%)

Wat is belangrijk bij hoofdtrauma?

(Hetero) anamnese
Vraag naar:

  • Aard en toedracht van het trauma
  • Duur bewustzijnsverlies (en retro- en/of anterograde amnesie)
  • Hoofdpijn (duur, ernst)
  • Braken (tijdstip, frequentie)
  • Zichtbaar letsel hoofd of overig letsel
  • Geneesmiddelen gebruik: anti/coagluantia, anti-epileptica, sedative, antidiabetica;
  • Stollingsafwijkingen in voorgeschiedenis
  • Alcohol en/of drugsintoxicatie
  • Aanwijzingen kindermishandeling
  • Sociale context (alleenwonend, verzorging aanwezig, toezicht mogelijk

Hoog Energetisch Trauma (HET)

Trauma bij hoge energieoverdracht die tot inwendig letsel kan leiden met mogelijk ook nek- en hoofdletsel.

Voorbeelden:

  • Val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
  • Ongeval met snelheid > 45 km/uur (met autogordel om)
  • Auto contra fietser/voetganger > 10 km/uur
  • Aanrijden van een (brom/snor) fietser of motorrijder door een ander voertuig bij een snelheidsverschil > 35 km/uur

Stroomschema gemaakt door huisarts

Key points:

  • Patiënt is jonger of ouder dan 16 jaar
  • Indien jonger: Eerst het vermoeden van kindermishandeling uitsluiten, indien ouder stollingsafwijkingen en leeftijd > 60 jaar follow up en behandeling hoofdtrauma.

Lichamelijk onderzoek

Onderzoek:

  • Bewustzijn (EMV-score) online te vinden > Glasgow coma scale> werkt met puntensysteem max score 15
  • Neurologisch onderzoek: pupilgrootte, lichtreacties, oogbewegingen, mimiek, kracht sensibiliteit, reflexen (let op links-rechtsverschil)
  • Aanwijzingen voor een (schedelbasis) fractuur; hematoom schedel (occipitaal, temporaal, pariëtaal, exclusief het aangezicht)
  • Bij vermoeden van kindermishandeling of onduidelijke toedracht: het gehele lichaam

Criteria voor spoedverwijzing

  • Bij sterk verhoogd risico op intracranieel letsel. Spoed per ambulance.
  • Bij bewusteloosheid of een verlaagd bewustzijn (of EMV-score <15 *)
  • Bij een insult na het trauma
  • Bij focale neurologische uitval na het trauma (bijvoorbeeld moeite met spreken, lezen, schrijven, verminderd zicht, motorische uitval, verminderde sensibiliteit, links-rechts reflexverschil *)
  • Bij vermoeden van schedel(basis)fractuur* (bij palpabele fractuur, retro-auriculaire bloeduitstorting, 1- of 2-zijdig (orbita) hematoom, hemotympanum, (cerebrospinaal) vocht uit oor (otorroe) of neus (rinorroe), gespannen of volle frontanel)
  • Bij hoogenergetisch trauma+ (bijvoorbeeld val van grote hoogte), ongeval in voertuig, auto contra fietser/voetganger, aanrijden van een (brom/snor)fietser of motorrijder door een ander voertuig.

Etiologie dentaal trauma

  • Vallen en botsingen in de thuisomgeving
  • Verkeersongevallen
  • Sportongevallen
  • Mentale retardatie
  • Epilepsie
  • Kindermisbruik

Anamnese

  • Algemeen medisch deel: algemene gezondheid, medicatie
  • Trauma gerelateerd deel: amnesie/bewusteloosheid/misselijkheid, aanwijzing voor aangezichtsfracturen, eerder (dentaal)trauma, gevoelsstoornis

 

  • Tijdstip ongeval: belangrijk i.v.m. tijdig terugplaatsen van elementen
  • Plaats ongeval: eventueel nog zoeken naar elementen?
  • Toedracht ongeval: schadeclaims? Hoog energetisch letsel?
  • Uitgevoerde behandelingen: al tanden teruggeplaatst? Al bij andere zorgverlener geweest voor bijvoorbeeld tetanus vaccinatie?
  • Pijn uitgaande van tanden of kaken: gericht op evt. aangezichtsletsel
  • Occlusiestoornissen: gericht op evt. aangezichtsletsel

Klinisch onderzoek

Extra oraal

  • Extra-orale verwondingen?
  • Palpatie maxillo-faciale skelet
  • Mondopening/bewegingsbeperking?
  • Hematomen?

Intra-oraal

Systematisch doorlopen en documenteren:

  • Verwondingen mucosa of gingiva
  • Hematomen
  • Kroonfracturen/pulpa-expositie
  • Standsveranderingen gebitselementen
  • Occlusie en/of articulatiestoornissen
  • Mobiliteit gebitselementen
  • Palpatie processus alveolaris
  • Vitaliteitscontrole

Controle schema elke 1, 3, 6, 12, 24 weken en daarna volgens halfjaarlijkse controle. Bij elke controle wordt gelet op de kleur van het gebitselement, verhoogde mobiliteit, gevoeligheid percussie, percussietoon, vitaliteit en eventuele fistel- of pocketvorming. Bij ieder bezoek wordt in de regel een röntgenfoto gemaakt, tenzij de kans op pulpanecrose relatief gering is zoals glazuurfracties, glazuurfracturen of ongecompliceerde glazuurdentine fracturen.

Tetanus profylaxe (WHO) richtlijnen te vinden op de website van het RIVM

Waar zijn eventueel verloren tanden gebleven?

  • Nog terug te plaatsen?
  • Hoe bewaren?
  • Doorgeslikt? In luchtwegen?

Acuut beleid bij teruggevonden tand(en)

  1. Zo spoedig mogelijk terugplaatsen in alveole (meteen of uiterlijk binnen 10-15 min)
    Daarbij: – Alleen aan kronen vasthouden

    • Wortel eventueel afspoelen
    • Niet droog bewaren (NB dit is niet gelijk aan bewaren in water!)
    • Naar de tandarts
  2.  Als terugplaatsen niet meteen lukt of binnen 10-15 min in bewaarmedium
    • Droge tijd buiten alveole is kritiek onderdeel van de behandeling.

Bewaarmedia uitgeslagen tanden

  • Alveole
  • In de mond van de patiënt of ouder
  • Fysiologisch zout
  • In melk
  • Verzameld speeksel
  • Lezenvloeistof

Repositie binnen 1 uur bij droog bewaren anders binnen 2-4 uur.

Radiologisch onderzoek

  • Occlusale opname
  • Tandfilm
  • Weke delen opname: kijken naar corpora aliena

 

  • OPT geeft overzicht maar minder detail
  • (CB)CT-scan

Nauwkeurige beschrijving diagnose

Voor nu:

Maak een behandelplan en vervolg hiervoor, door jezelf of een collega.

Voor later:

Verklaring ‘onbegrepen’ afwijkingen
Vaak buurtanden toch beschadigd (ronde tandboog op vlak oppervlak)
Verzekeringsvraagstukken

Letsel melkdentitie

  • Kinderen moeten kunnen eten en drinken, houd de behandeling simpel en plaats geen melkdentitie terug.
  • Behandeling van binnen naar buiten.
  • Behandelplanning vaak combinatie van letsel.

De spalk

  • Gemakkelijk/snel aan te brengen en te verwijderen, wie brengt het aan en wie haalt het eraf?
  • Aanbrengen of verwijderen is niet traumatiserend
  • Stabiliserende functie
  • Adequate fixatie gedurende gehele immobilisatieperiode
  • Niet traumatiserend voor parodontium en elementen (cariës)
  • Geen occlusie/articulatie stoornis
  • Endodontische therapie moet mogelijk zijn
  • Eventueel esthetisch acceptabel
  • Flexibel bij luxatie en avulsietrauma
  • Rigide bij wortelfracturen en processus alveolaris fractuur

Keuze draadspalk

  • Composietspalk
  • Kunstharsspalk

Aanbrengen spalk

  • Reponeren element(en)
  • Draad kiezen en aanbuigen
  • Elementen reinigen
  • Buccale vlak buurelementen voorbewerken
  • Draad passief aan buurelementen bevestigen
  • Buccale vlak getraumatiseerd element voorbewerken
  • Spalkdraad passief aan getraumatiseerd element bevestigen (onder controle occlusie)

Tip: in onderkaak eventueel linguaal spalken.

Controle van repositie is belangrijk met röntgenopname.

Fixatieduur spalk

  • Avulsie 1 week
  • Luxatie 3-4 weken
  • Verbrijzeling alveolewand 6 weken
  • Wortelfractuur 6 weken. Dit is afhankelijk van hoe hoog de fractuur zit.

Antibiotica (AB) proflylaxe

  • Wordt doorgaans niet gegeven bij dentaal letsel
  • Als weke delen betrokken zijn en dan kan het nodig zijn.
  • als AB-profylaxe wordt gegeven dan een breed spectrum:
  • Amoxicilline
  • Augementin
  • Co-trimoxazol
  • Metronidazol

Meestal wordt gekozen voor een therapeutische dosering voor 1 week.

Voorkomen is beter dan genezen: Profylaxe dentaal letsel.

Typen gebitsbeschermers

  1. Universeel zonder mogelijkheid tot verdere afvorming (pre-fab)
  2. Universeel met mogelijkheid tot individuele afvorming (boil and bite)
    1. enkellaags
    2. meerlaags
  3. Individueel vervaardigd meestal meerlaags
  4. Pre-fab voor dragers vast apparatuur.

Gebitsbeschermers

Primaire functie van gebitsbeschermers: het absorberen en verspreiden van energie van F impact.

  • Hoe dikker, hoe meer bescherming
  • Meerlaags is beter dan enkellaags
  • Prefab: hierover zijn heel weinig resultaten beschikbaar (1 artikel) en dit is zeker geen winnaar op het gebied van pasvorm en draagcomfort.

Conclusie

  • Elke beschermer is beter dan geen.
  • Draagcomfort:  dit is de belangrijkste reden voor een sporter om het wel of niet te dragen.
  • Voorafgaand aan ortho lijkt de enkel of meerlaagse boil and bite-beschermer een goed compromis.
  • Na ortho meerlaags wordt geadviseerd een individueel vervaardigde beschermer te gebruiken.

Kees-Pieter Schepman studeerde tandheelkunde aan het ACTA, waarna hij geneeskunde studeerde, promoveerde en opgeleid werd tot MKA-chirurg in het VU Medisch Centrum. Hierna volgde hij een fellow-ship in de oncologische hoofd-halschirurgie in het Erasmus MC. Sinds 2007 werkt hij als staflid MKA-chirurg in het UMCG in Groningen en heeft hij als aandachtsgebieden hoofd-hals oncologie en opleiding.

Verslag voor dental INFO door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Kees-Pieter Schepman tijdens de cursus Trauma van de NWVT.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
mond, lachen, man

Autismevriendelijke mondzorg

Tijdens het congres Autismevriendelijke Mondzorg werden er handvatten om mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) in je praktijk te behandelen. Suzanne Agterberg-Rouwhorst, de drijvende kracht achter het autismepaspoort en ervaringsdeskundige, nam ons mee op haar missie. Zij wil mensen anders laten kijken naar autisme. “Kijk niet naar wat iemand doet maar naar waarom iemand zo doet”, was haar belangrijkste les.

Uitroepteken en vraagteken

Het kan al heel veel opleveren als je meer over autisme weet. Er zijn twee typeringen die hierbij een grote rol spelen. Mensen met autisme hebben namelijk twee grote uitdagingen. De een in de vorm van een uitroepteken en de ander in de vorm van een vraagteken. Het uitroepteken van ‘te veel of juist te weinig prikkels’ en het vraagteken van ‘ik snap niet hoe de wereld in elkaar zit’. In 2017 is pas het uitroepteken van over- of onderprikkeling opgenomen in de diagnose van autisme. Naar de tandarts gaan is een en al prikkels. Soms helpt een koptelefoon. Sommige dragen graag een capuchon zodat ze een teveel aan prikkels kunnen voorkomen of uitschakelen.

Waarom poetst een patiënt niet?

Vanuit autisme bekeken zitten er veel mogelijke oorzaken aan dit gedrag. De smaak van de tandpasta is te heftig, het borsteltje is veranderd, het geluid van de borstel of het gevoel is verre van prettig. Of de patiënt is veel jonger in zijn ontwikkeling en is er daarom een begeleidingsbehoefte. Of is er een ondersteuningsbehoefte op de executieve functies en weet de patiënt dus niet waar hij moet beginnen en kan dus zodoende ook niet beginnen. Of misschien is deze persoon met autisme op het einde van de dag volledig overprikkeld? Pas als dit bekend is, kan er bepaald worden of er misschien verschuiving in de tijd van het poetsen nodig is, een ander soort borstel, een andere manier of intensievere ondersteuning.

Een vol hoofd

Autisme heeft te maken met een andere informatieverwerking en dit zit in het brein. Mensen met autisme hebben letterlijk een heel vol hoofd. De neuronenpaden die niet vaak worden gebruikt worden normaal gesproken opgeruimd maar bij autisten blijven deze overeind. Normaal gaat het brein pas aan als er iets onvoorspelbaars gebeurt. Bij autisten is het brein continue aan om allerlei prikkels te verwerken en elk klein detail dat afwijkt, geeft stress. Bijvoorbeeld als je iemand met ASS uit de wachtkamer haalt om 10:01 uur in plaats van om de 10:00 uur die op het afsprakenkaartje staat.

Twee hoofdkenmerken

Een autisme paspoort geeft aan waarmee iemand echt stoeit. Dit kunnen acht thema’s zijn. Er zijn twee hoofdkenmerken:
• Blijvende beperkingen in communicatie en sociale interactie
• Repetitief gedrag en specifieke interesse

Communicatie

Sommige mensen met autisme kunnen ontzettend leuk met je kletsen. Maar dat betekent niet dat het deze persoon geen moeite kost. Iemand is continue aan het scannen met wat de situatie betekent en wat hij ermee moet.

Repetitief gedrag

Het repetitieve gedrag kan zich uiten als altijd hetzelfde blauwe autootje meenemen naar de praktijk. Of letterlijk dingen op een rijtje zetten. Dit is heel voorspelbaar en dat is wat het brein van iemand met autisme prettig vindt. Dus elke keer dezelfde behandelaar in dezelfde kamer en dezelfde behandeling met dezelfde instrumenten is heel fijn. Geef daarom ook begrip en zeg dat het okay is als iets een klein beetje afwijkt.

Anders denken

Nog een thema is dat mensen met autisme anders denken. Zo kunnen ze heel druk zijn met het invullen van andermans gedachten en hier boos om worden terwijl diegene geen idee heeft wat hij verkeerd heeft gedaan. Daarom kan je overvallen worden van het gedrag van iemand met autisme.

Executieve functies

Executieve functies zijn vaak niet volledig ontwikkeld. Alle stappen op een bepaalde volgorde doen, kan erg ingewikkeld zijn.

Context

Ze kijken anders naar de wereld. Iets in de context plaatsen, is dan een hele grote uitdaging. Zij zien eerst de details voordat ze het geheel zien. Ze zijn dus heel druk met puzzelen en dat kost veel energie.

Leren

Er kunnen belemmeringen in het leren zijn. Door de stress kan iemand moeilijk leren.

Afstemmen

Dit gaat vooral over het afstemmen op een ander. De patiënt hoort waar hij op dat moment mee bezig is in zijn hoofd op dat moment. Kinderen met autisme kunnen verstrikt raken in taal. Probeer korte zinnen te maken en het visueel te maken. De verwerkingstijd is lang dus voordat een instructie echt land, kan er flink wat tijd overheen gaan. Oogcontact is niet prettig, want dat is te intens.

Stress

Dit is een hoofdthema in het leven van iemand met autisme. Je kunt aan de patiënt vragen wat hem stress geeft.

Protectieve factoren

Gelukkig zijn er ook positieve zaken aan autisme. Zoals doorzettingsvermogen, detailgerichtheid, bepaalde dingen erg goed kunnen onthouden. Je kunt bijvoorbeeld goed afspraken met ze maken.
Met het autismepaspoort kan je verder. Je kunt dan bekijken wat iemand van jou nodig heeft. Dus twijfel niet om naar dit paspoort te vragen.

Bekijk hier een voorbeeld van een autismepaspoort.

Suzanne Agterberg-Rouwhorst is autismespecialist met 25 jaar onderwijservaring in regulier en speciaal onderwijs. Suzanne is Cum Laude geslaagd voor haar master SEN studie (2014). Zij won met haar onderzoek ‘Autisme, een andere wereld’ de Fontys ‘Denk groter prijs 2014′ en de prestigieuze NVA-HanneMieke prijs. Zij schreef de boeken ‘Autisme anders bekijken’ (2015) en ‘Vind je eigen weg met jouw autisme’ (2018). Daarnaast ontwikkelde zij ontwikkelde het Autismepaspoort en de Jouw Autisme Methodiek (2022). Suzanne wil mensen inspireren om vérder te kijken dan het gedrag dat je ziet. Ze verzorgt allerhande scholing over autisme, is voorzitter van de NVA Expertgroep Autisme & Onderwijs en wordt door het CCE ingezet als consulent autisme. De combinatie van haar zeer brede theoretische kennis, praktijkervaring en het feit dat zij zelf ervaringsdeskundige is, ervaren deelnemers als zeer boeiend en inspirerend. “De manier waarop Suzanne de cursus geeft is inspirerend, sprankelen, positief en enthousiast!”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Suzanne Agterberg-Rouwhorst tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg van Medilex.

Lees ook: Prikkelverwerking bij mensen met autisme

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
gebitsboekje

Pilot met GebitsGroeiBoekje van start

Eind maart start een pilot met het uitreiken van het GebitsGroeiBoekje. Ouders van wie het kind het eerste tandje heeft, krijgen het boekje tijdens hun bezoek aan het consultatiebureau. Die nemen het vervolgens mee naar de mondzorgpraktijk, zo is de bedoeling. De proef begint in de GGD-regio Brabant Zuidoost; vanaf 1 april volgen de GGD-regio’s Zaanstreek-Waterland en Hollands Midden.

Het GebitsGroeiBoekje geeft informatie over de mond en over de gebitsontwikkeling van het kind tot 5 jaar, en over hoe je mond en gebit kunt verzorgen. Bij het uitreiken ervan op het consultatiebureau of Centrum voor Jeugd en Gezin krijgen de ouders het advies met hun kind naar de tandarts of mondhygiënist te gaan, en het boekje dan mee te nemen. Bekijk het GebitsGroeiBoekje

Eenduidige informatie over goede mondverzorging

Het GebitsGroeiBoekje is enerzijds bedoeld om tegemoet te komen aan de breed levende behoefte aan eenduidige informatie, praktische handvatten en tips en tricks over goede mondverzorging.

Bijdragen aan de opkomst bij de tandarts en mondhygiënist

Daarnaast willen de initiatiefnemers bijdragen aan het bevorderen van de opkomst bij de mondzorgpraktijk. Nog te veel kinderen gaan immers niet (op tijd) regelmatig op controle. Van de 2- en 3-jarigen is dat bijvoorbeeld minder dan de helft*, terwijl het advies is om vanaf het doorbreken van het eerste tandje een mondzorgverlener te bezoeken.

Doorgaande lijn in preventie benadrukken

Het boekje sluit aan op het voor jonge ouders bekende concept van de “GroeiGids” die gebruikt wordt in de jeugdgezondheidszorg. De initiatiefnemers hopen met het boekje voor ouders de doorgaande lijn in preventie te benadrukken: voor preventie van algehele gezondheid kun je terecht bij de jeugdgezondheidszorg, voor een ander deel ga je naar de mondzorg.

Mondzorgbreed initiatief

Het GebitsGroeiboekje is een uitgave van de KNMT en de Hogeschool Utrecht. Het is tot stand gekomen in samenwerking met NVM-mondhygiënisten, het Ivoren Kruis en de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Mondproblemen, infographic Carend

Infographic over mondzorg in palliatieve fase

Mondklachten komen vaak voor in de palliatieve fase en hebben een grote impact op het comfort en welzijn van patiënten. Carend maakte een infographic van de meest voorkomende mondklachten, praktische adviezen voor zorgverleners en eenvoudige tips om de mondzorg te optimaliseren.

Droge mond, pijnlijke plekken of problemen met slikken kunnen het eten, drinken en praten bemoeilijken. Dit kan niet alleen fysiek belastend zijn, maar ook emotioneel en sociaal ingrijpend.

Download de infographic op de website van Carend 

Lees ook:
Nieuwe mondzorgrichtlijn voor palliatieve patiënten

Lees meer over: Communicatie patiënt
Uitblinkers

Uitblinkers-project: verbeteren van poetsgedrag van jonge kinderen

Het Uitblinkers-project van ACTA/HU heeft als doel het verbeteren van het poetsgedrag van kinderen tussen de 2 en 10 jaar. ‘Uitblinkers’ is een gesprekstechniek waarbij wordt geprobeerd om het poetsgedrag van 2-jarige kinderen tot 10-jarige kinderen te verbeteren, kijkend naar de opvoeding van de ouders.

De gesprekken bestaan uit 2 delen: eerst wordt met de ouders gesproken over de hobbels die ze ervaren bij het tandenpoetsen van hun kinderen. Daarna wordt samen met de ouders gekeken naar manieren om ervoor te zorgen dat het alsnog lukt, door opvoedingkundige leerprincipes toe te passen, zoals consequent en positief opvoeden en het inbouwen van gewoontes. Behandelaars krijgen daarvoor een toolkit met kaarten en een script ter ondersteuning van de gesprekstechnieken.

ACTA onderzoekt met dit project, samen met de Hogeschool Utrecht (HU), of het Uitblinkers-project effect heeft op het verbeteren van het poetsgedrag van de kinderen op de lange termijn en wordt ‘Uitblinkers’ zo aangepast dat het ook kan helpen bij het verbeteren van voedingspatronen. Ook wordt onderzocht of deze methode in de mondzorgpraktijk kan worden toegepast.

Het project is in 2017 ontwikkeled door een groep van deskundigen in de kindtandheelkunde, Public Health, ontwikkelingspsychologie en gedragstherapie. Het project geeft aandacht aan de toenemende ongelijkheid in mondgezondheid van Nederlandse kinderen en dan met name van kinderen uit de lage sociaaleconomische posities.

Het project startte in 2024 en loopt tot 1 januari 2026. De betrokken onderzoekers zijn: bijzonder hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg Katarina Jerkovic (ACTA/HU), universitair hoofddocent Denise Duijster (ACTA) en onderzoeker Maddelon de Jong-Lenters (ACTA), hoogleraar Monitoring Mondgezondheid en Preventie Monique van der Veen (ACTA/InHolland) en promovendi Pomme van Maarschalkerweerd (ACTA) en Denise Leusink (HU).

Lees ook:

Uitblinkers training, 11 april 2025

Interview met Maddelon de Jong-Lenters over de Uitblinkers-interventie

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Prikkelverwerking-bij-mensen-met-autisme

Prikkelverwerking bij mensen met autisme

Prikkelverwerking heeft alles te maken met de verwerking van prikkels van de acht zintuigensystemen. Met prikkels uit de omgeving, en prikkels uit ons eigen lijf. De laatste kunnen niet geneerd worden, zoals vanuit het evenwichtszintuig. Deze kom je al snel tegen als de stoel achterover gaat. Als dit zintuig snel reageert dan zie je dat iemand bijvoorbeeld de stoel snel vast pakt of verstart. Hou deze personen in beweging zodat ze weer rustig worden.

Je kent misschien zelf het ‘body comes first principe’ als je een volle blaas hebt. Je moet eerst plassen om weer te kunnen focussen op zaken uit de omgeving, zoals gericht luisteren.

Prikkelcoach Robert de Hoog vertelde over de prikkelverwerking bij mensen met autisme tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg, lees het verslag van zijn lezing hieronder.

Zien

Van alle prikkels die bij ons brein aankomen is 60-70% bezig met verwerking van visuele prikkels. Je ziet de lamp, de tv, maar je ziet de instrumenten niet echt aankomen. Daarom kun je het beter wel laten zien want zien is gekoppeld aan veiligheid. “We zijn een soort ramptoeristen, we willen zien.”, sprak Robert de Hoog.

Horen

Het geluid van de boor staat in de top 5 van meest nare geluiden. Er is hierbij een koppeling met emotie. Bij de boor is dit pijn en ongemak en zodoende kan het enorm triggeren.

Tast

In de mond zitten enorm veel tastreceptoren. Zij ontvangen de prikkels van trillingen, koude/warmte, pijn, diepe druk en lichte aanraking. Dus tijdens een tandartsbezoek zijn er enorm veel tastprikkels.

Geur

Ook zijn er enorm veel geurtjes in de praktijk. Denk aan handschoenen, schoonmaakmiddelen, materialen, de geur van de vorige patiënt en de geur van de behandelaar. Zorg dus voor een niet te intensieve geur en doe het liefst altijd hetzelfde geurtje op.
Iedereen heeft zijn eigen prikkelprofiel en deze is ook in het autismepaspoort te vinden.

Filter

Er komen 11 miljoen prikkels per seconde in het brein aan. Dat is ontzettend veel en in de moderne tijd zijn het aantal prikkels in de maatschappij enorm toegenomen. Het brein filtert daarom. Er blijven er dan 4000 over waar we ons van bewust zijn. Het filter is dus heel belangrijk, filteren is een belangrijke taak van ons brein. Prikkels die gevaar op kunnen leveren komen als eerste door. Eerdere ervaringen zijn hierbij doorslaggevend.

Onderprikkeling

Bij mensen met autisme speelt onderprikkeling mogelijk een grotere rol dan overprikkeling. Als je lange tijd in behandeling bent dan kan het saai worden. Wat dan te doen? Iets in de handen? Ergens naar kijken? Een grapje van de tandarts?

Overprikkeling

Bij overprikkeling zie je dat de reactie op die prikkel lange tijd aanhoudt terwijl de prikkel zelf al een poos weg is. Zo kan iemand het handenschudden nog heel lang in zijn hand voelen nadat het daadwerkelijk geven van de hand al verleden tijd is. Dat leidt enorm af omdat het heel lang je aandacht trekt.

Bij onderprikkeling blijft de reactie juist erg kort en dus snel weer weg. Bij elk zintuigsysteem kan er sprake zijn van onder- of overprikkeling. Dit komt allemaal te staan in het prikkelprofiel van iemand met autisme.

Zelfopgewekte prikkel

Friemelen en wiebelen reguleert heel goed. Dit is een zelfopgewekte prikkel en dus voorspelbaar. Het kan zijn dat iemand met autismespectrumstoornis (ASS) daarom juist steeds zijn lippen op elkaar perst omdat hij het zelf in de hand heeft en hem voorbereid op wat komen gaat.

Robert de Hoog, specialist sensorische informatieverwerking. Robert is sinds 1994 fysiotherapeut van beroep. Al vrij snel ben is hij zich gaan specialiseren in de sensorische informatieverwerking. In 2015 besloot Robert te starten als zelfstandige onder de naam Prikkelcoach. Hij zet zijn kennis en ervaring in bij kinderen en volwassenen bij wie de prikkelverwerking niet helemaal goed verloopt. Dat kunnen mensen zijn met een diagnose als autisme, dementie of ADHD. Maar ook mensen zonder diagnose ervaren soms flinke problemen in de prikkelverwerking. Naast Prikkelcoach heeft Robert ook gewerkt bij Squease (Squease maakt drukvesten). Hij geeft les bij Anders Kijken naar Kinderen (opleidingsinstituut). Hij is co-auteur van het boek ‘Prikkels in de groep!’

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Robert de Hoog tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg van Medilex.

Lees ook:
Autismevriendelijke mondzorg

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
flossen

Mondgezondheid verbeteren door schuldgevoel te creëren

Patiënten overtuigen om vaker te poetsen en te flossen, daar willen tandartsen misschien mee stoppen. Uit een onderzoek gepubliceerd in Frontier in Psychology is gebleken dat het gebruik van schuldgevoelens om gezondheidsproblemen te communiceren waarschijnlijk niet tot gedragsverandering zal leiden.

Communicatietechnieken

Artsen zouden in plaats van schuldgevoelens, overtuigende communicatietechnieken moeten gebruiken om te zorgen voor gedragsverandering bij patiënten. Volgens Wei Peng, universitair hoofddocent zijn schuldgevoelens in de gezondheidszorg minder effectief om over te gaan tot gedragsverandering.

Onderzoek

Gegevens uit 26 onderzoeken werden geanalyseerd en op basis van de uitkomsten werd het schuldgevoel, houding, gedrag, gedragsintentie, niet-schuldemoties, motivatie en cognitie onderzocht. Volgens de auteurs hadden schuldgevoelens een klein effect.
Juist door patiënten aan te spreken door de causale gebeurtenis uit te leggen en aanbevelingen te doen kan het probleem opgelost worden en over worden gegaan tot gedragsverandering. Argumenten die benadrukken hoe het probleem had kunnen worden aangepakt kan juist een negatief effect hebben op gedragsverandering.

Conclusie

Het delen van verhalen en het gebruik van andere bronnen heeft een grotere effectiviteit op gedragsverandering dan wanneer er bij de patiënt wordt gezorgd voor schuldgevoelens. Er zijn meer onderzoeken nodig in de toekomst voor replicatie van de bevindingen volgens de auteurs.

Bron:
Frontiers

Lees meer over: Communicatie patiënt
Voorlichtingsvideo mondgezondheid voor Afrika

Voorlichtingsvideo mondgezondheid voor Afrika

Jolanda Gortzak, eigenaar van Oral-Vision, mondhygiëne kliniek in Amsterdam en onderzoeker maakte jaren geleden een tandenpoetsliedje als interventie dat nog steeds gezongen wordt in de sloppenwijken van Nairobi. Het liedje is onlangs ook opgenomen in een voorlichtingsvideo over mondgezondheid.

Voorlichting video’s mondzorg ( Engels en Swahili)

Waarom is  een optimale mondhygiëne in ontwikkelingslanden noodzaak?

Mondhygiëne is een essentieel onderdeel van de algehele gezondheid en kan significante gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven. Door bewustzijn te creëren en toegang tot middelen te verbeteren, kunnen gemeenschappen gezonder worden en tandheelkundige problemen verminderen. Er is dan ook een groeiend bewustzijn van het belang van mondgezondheid als onderdeel van de algehele gezondheid. Internationale organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), benadrukken steeds meer het belang van geïntegreerde benaderingen voor het verbeteren van mondgezondheid in ontwikkelingslanden. Het verbeteren van de mondzorg in ontwikkelingslanden vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij gezondheid, educatie en lokale gemeenschapsbetrokkenheid centraal staan.

Welke uitdagingen beïnvloeden de mondgezondheid in  Afrika?

  • Beperkte toegang tot zorg
    In veel ontwikkelingslanden is er een tekort aan tandartsen en mondzorgfaciliteiten, vooral in plattelandsgebieden.
  • Financiële barrières
    De kosten van tandheelkundige zorg kunnen voor veel mensen onbetaalbaar zijn.
  • Beperkte voorlichting
    Er is vaak een gebrek aan kennis over mondgezondheid en preventieve maatregelen.
  • Infectieziekten
    Veel ontwikkelingslanden hebben te maken met hoge percentages tandbederf en andere tandheelkundige aandoeningen, vaak als gevolg van slechte voeding en gebrek aan goede mondhygiëne.

 Welke Initiatieven zijn er om de mondgezondheid in Afrika te verbeteren?

  • Preventieve programma’s
    Uit de ervaring van de afgelopen jaren is gebleken, dat een preventief programma met betrekking tot de mondhygiëne zeer succesvol is bij kinderen.  DDC Foundation (De Dutch Dental Care Foundation) richt zich hiermee dus vooral op de jeugd. Door het geven van voorlichting en instructie, aangepast aan de lokale omstandigheden, wordt geprobeerd de preventie te optimaliseren. De behandelingen van pijnklachten zijn voor de kinderen een verlichting. Kinderen, die pijn hebben, slapen en eten niet, gaan dan niet meer naar school en leren dus niet. De bevolking is dan ook erg blij met alle hulp en zorg.
  • Mobiele tandheelkundige klinieken
    Deze klinieken reizen naar afgelegen gebieden om tandheelkundige zorg te bieden op scholen en aan mensen die anders geen toegang hebben tot tandheelkundige zorg. DDC Foundation zendt twee maal per jaar teams uit naar het zuidelijke deel van Kenia om tandheelkundige hulp te verlenen op scholen. Een team is samengesteld uit meerdere tandartsen, (preventie-)assistentes, mondhygiënisten, een kaakchirurg en ondersteuning. Iedereen die meegaat betaalt zijn eigen verblijf- en reiskosten.
  • Opleiding van lokale zorgverleners: Het opleiden van lokale gezondheidswerkers die in de basis kan helpen om de mondzorg te verbeteren en de toegankelijkheid te vergroten. DDC Foundation heeft twee klinieken waar COHO’s (Community Oral Health Officer) werken. Tegen een geringe vergoeding kan iedereen zich er laten behandelen. Community Oral Health Officers (COHO’s) , mannen en vrouwen die een basisopleiding tandheelkunde hebben afgerond. Zij krijgen de gelegenheid mee te werken in de scholen en kunnen zo ervaring opdoen, die zij weer kunnen toepassen in de twee klinieken.

Preventieve programma’s

Jolanda is verschillende keren mee geweest met de DDC Foundation naar Kenia om op scholen kinderen en docenten te behandelen en voorlichting te geven over een optimale mondgezondheid en het belang van goede hygiëne.  Het viel haar op dat In Afrika altijd veel wordt gezongen en gedanst. Muziek wordt hier dan ook gezien als een illustratie van het belang van het menselijk leven, om mensen te verbinden en om het gemeenschapsgevoel te ondersteunen. Deze gedachtegoed meegenomen in het ontwikkelen van een interventie in  de vorm van een simpel poetsinstructie liedje op de sound van: “vader Jacob” heeft ertoe geleid dat dit poetsliedje nu in de sloppenwijken van Nairobi wordt gezongen en de kinderen stimuleert om twee keer per dag hun tanden te gaan poetsen.

Voorlichtingsvideo

Alice Grasveld, collega mondhygiënist en eigenaar van de The Healthy Teeth Foundation  heeft als droom dat ieder kind in de wereld naar school kan. Helaas heeft 80% van de kinderen in de sloppenwijken in Afrika en Azië last van tandbederf en kiespijn.  Dit is een van de voornaamste redenen van schoolverzuim en bovendien heeft dit invloed op het zelfvertrouwen van een kind. Als kinderen kiespijn hebben, gaan ze niet naar school en dat is funest voor hun toekomst. Want scholing is de enige manier om uit de armoede te komen.

Nelson Mandela zei terecht: “Education is the most powerful weapon which you can use to change the world .”

Alice Grasveld heeft samen met filmmaker Eriss Khajira en de kinderen in de sloppenwijken van Nairobi een voorlichtingsvideo gemaakt. Het doel van deze video is te helpen om het bewustzijn onder kinderen en gemeenschaps- en familieleden te vergroten en hen voor te lichten over de mondzorg. Deze video, die zowel in het Engels als Swahili is opgenomen, kan nuttig zijn in gebieden waar de toegang tot tandheelkundige zorg slecht is of helemaal niet bestaat!

Tandheelkundige organisaties  in Afrika en Azië

The healthy teeth foundation 
DDC Foundation 

Door:
Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision, info@oral-vision.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Lieneke Stevrink-Jorna, Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Meer dan twee jaar geleden startten mondhygiënisten Silvia Van Hagen en Lieneke Steverink-Jorna op twee consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl. Lieneke zocht al sinds 2011 een manier om samen te werken met het consultatiebureau. Zij zocht de samenwerking op met Regionaal Overleg Mondzorg Achterhoek. Hierbij zijn onder andere de GGD Noord -en- Oost Gelderland en Yunio betrokken.

Om voor een wetenschappelijke inslag te zorgen, werd de methode Uitblinkers gevraagd. De zorgverzekeraars kregen zij hierna ook mee. Ook besloot Gemeente Doetinchem na een motie de tandheelkundige preventie voor kinderen te garanderen en kon het project daadwerkelijk uitgerold worden.

Evaluatie

Na twee jaar werd de pilot geëvalueerd door Evaluatiebureau Publieke Gezondheid met als opdrachtgever Gemeente Doetinchem. Een korte samenvatting:

In november 2020 startte de gemeente Doetinchem de pilot “Elke peuter- en kleutermond gezond!” om de mondzorg voor kinderen toegankelijker te maken. Hoewel mondzorg voor kinderen vergoed wordt via de basisverzekering, bleek dat 16-36% van de kinderen geen preventieve mondzorg had ontvangen. Het doel van de pilot was om dit percentage te verminderen door mondhygiënisten in te zetten op consultatiebureaus.

Doelen

De pilot had vier hoofddoelen:
1. Het bereik van kinderen voor mondzorg vergroten.
2. Ouders bewust maken van het belang van goede mondzorg.
3. Gedragsverandering bevorderen, zoals tandenpoetsen en het vermijden van gezoete dranken.
4. Ouders ondersteunen bij mondzorgopvoeding met de Uitblinkers methodiek.

Elke Peuter- en Kleutermond Gezond

Uitvoering

Twee mondhygiënisten waren tussen april 2022 en juni 2024 op consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl aanwezig. Ouders werden uitgenodigd om een mondzorgconsult te bezoeken. Tijdens het consult werden kinderen geïnspecteerd, tandenpoetsen werd gedemonstreerd, en zo nodig werd doorverwezen naar een mondzorgpraktijk. De Uitblinkers methodiek werd gebruikt om barrières voor tandenpoetsen bij ouders te identificeren en weg te nemen.

Resultaten

  • 866 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bezochten de mondhygiënist.
  • Bij 49 kinderen werd actieve of behandelde cariës gevonden.
  • 606 adviezen over tandenpoetsen en 248 adviezen over speengebruik werden gegeven.
  • Meer dan de helft van de kinderen die de mondhygiënist bezochten, gingen later ook naar de tandarts.

Waardering

De betrokken zorgprofessionals en ouders waren zeer positief over de pilot. Ouders waardeerden het consult bij de mondhygiënist met een gemiddelde score van 8,8, en 94% van de ouders vond de adviezen bruikbaar. De laagdrempelige aanpak op het consultatiebureau en de speelse manier van tandenpoetsen werden als positieve punten genoemd.

Conclusie

De pilot toont aan dat mondhygiënisten op consultatiebureaus effectief zijn in het vergroten van het bereik van kinderen voor mondzorg. Er wordt geadviseerd om deze werkwijze voort te zetten en uit te breiden naar andere gemeenten, met een focus op samenwerking tussen consultatiebureaus en mondhygiënisten.

Dit project laat zien hoe preventieve mondzorg een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen van mondgezondheid bij jonge kinderen, door ouders op een laagdrempelige manier te betrekken bij de zorg voor het gebit van hun kinderen.

Vervolg

De twee mondhygiënisten gaan door met hun project en hopen dat binnenkort de landelijke betaaltitel komt. Yunio (Jeugdgezondheidzorg door de hele regio) wenst namelijk op meerdere van haar consultatiebureaus de inzet van mondhygiënisten. Dit kan alleen als VWS hiertoe besluit. Waarschijnlijk zal dit rapport, naast het onderzoek van Gezonde Peutermonden, daartoe een zetje kunnen geven.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Mond Mysterie

NVM-mondhygiënisten en elmex stimuleren betere mondgezondheid voor de jeugd

NVM-mondhygiënisten en elmex trekken samen op om de mondgezondheid van de jeugd te bevorderen. Na de start van een online publiekscampagne, die zich met 10 tips van de mondhygiënist richt op ouders met kinderen tot 12 jaar, ontvangen basisscholen en bso’s eind september een informatiepakket over het Mond Mysterie met de vraag of zij dit in hun lesprogramma willen opnemen. Daarnaast komen er begin oktober posters en flyers over dit spel in de Etos-filialen te hangen.

Een spannende online escaperoom voor kinderen

Het Mond Mysterie is een spannende online escaperoom voor kinderen in groep 5 t/m 8, waarin zij spelenderwijs leren over mondverzorging. Er is ook een wedstrijd aan gekoppeld om hen te stimuleren om dit te spelen.

Mond Mysterie is een initiatief van NVM-mondhygiënisten en is mede tot stand gekomen met de ondersteuning van elmex.

Preventie van jongs af aan

Uit onderzoek blijkt dat veel ouders nog onvoldoende op de hoogte zijn van het belang van preventieve mondzorg vanaf het eerste tandje. Veel barrières, zoals gebrek aan kennis en angst, verhinderen een bezoek aan de mondhygiënist, terwijl kinderen vaak kosteloos verzekerd zijn. Met als gevolg dat veertig procent van de kinderen op vijfjarige leeftijd gaatjes hebben. NVM-mondhygiënisten pleit voor een grotere rol van mondhygiënisten in consultatiebureaus en jeugdcentra om dit te doorbreken en preventie bij jonge kinderen te bevorderen.

Mooie samenwerking elmex en mondhygiënisten

Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Deze samenwerking is een goed voorbeeld van de constructieve opstelling van NVM-mondhygiënisten die voortdurend de samenwerking opzoekt met diverse partijen in de mondzorg om de preventieve mondgezondheid te bevorderen. Tanmayi Jagadeesan, namens elmex: “Via deze campagne promoten we op een speelse manier het belang van een goede poetsroutine bij kinderen.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
open mond - gebit

Een goede vertrouwens relatie: dé basis voor een gezond gebit

Niemand wil een slecht gebit. De tandarts niet, de ouders niet en ook het kind niet. Het is dus zaak stevig in te zetten op preventie. Het directe contact met de patiënt en de vaak langdurige vertrouwensrelatie vormen de basis hiervoor. Hoe bouw en onderhoud je deze vertrouwensrelatie?

Verslag van de lezing van Ingrid van Essen, gedrag- en communicatiedeskundige.

Anders kijken naar probleemgedrag met een systemische blik

– Zie het gedrag als een onderdeel van het grote geheel

– Heb aandacht voor de wisselwerking van het kind en zijn omgeving

– Begrijp dat mensen onderdeel zijn van een systeem

– Mensen zijn loyaal aan hun systeem

– Besef dat veel van onze reacties in het ‘hier en nu’ geworteld zitten in het verleden

Mensen zijn meer dan alleen hun gedrag. Systemisch kijken wil zeggen:

Zie het gedrag als een groter geheel. Vanuit systemische blik ga je net wat verder en dieper in op wat gaat hieraan ten onder gaat.

Wat je denkt dat je ziet, is meer wat je denkt dan wat je ziet – Kees de Wolf

Je kan pas echt goed met kinderen werken als je de ouders respecteert.

Stuur ouders dus niet naar de wachtkamer tijdens de behandeling.

Vraag ouders naar hun verhaal en ervaringen bij de tandarts. Ouders meenemen bij behandeling van kinderen is belangrijk. Het kan een oplossing zijn dat het kind met zijn/haar vader die geen angst heeft, naar de tandarts gaat in plaats van met de moeder die veel angst heeft voor de tandarts.
Voor een zorgprofessional gaat het erom dat je uitstraalt naar de patiënt: ‘ik zie jou, het is oké’. Medemenselijkheid is belangrijk, iedereen heeft een verhaal. Wees bewust van de wisselwerking tussen het kind en de omgeving, er is zoveel meer dan alleen de persoon waarmee je praat. Er zit een hele familie achter en reacties zijn diep geworteld in systemen. Deze komen vaak uit het verleden.

Er zit een systeem in

Er ontstaat een systeem wanneer een groep mensen met elkaar een relatie aangaat.

Kenmerken:

  • ‘wij’ versus ‘zij’ gevoel
  • Patronen en dynamieken zijn veelal onbewust
  • Eigen regels, waarden, normen en overtuigingen

Ieder heeft zijn eigen regels en overtuigingen. Voor de één is het heel belangrijk om goed voor het gebit te verzorgen, maar bij een ander hoeft dat helemaal niet zo te zijn.

Samenwerking is cruciaal, een kind is een onderdeel van een familiesysteem.
Je wil het beste voor het kind en dat hij positieve ervaringen opdoet en vrij van angst naar de tandarts gaat.

Samenwerking cruciaal

 

Ouders van een kindje met veel cariës de les lezen door te zeggen ‘uw kind heeft veel cariës, dat kan echt niet’ is misschien menselijk, maar niet wenselijk. De ouder zal het vanuit hiërarchie niet accepteren. De tandarts kan nooit ‘de betere ouder’ zijn, vanuit de wetmatigheden van het familiesysteem.

Basisbehoeften van ieder mens

Basisbehoeften van ieder mens

Verbondenheid, autonomie en competentie, verhogen het welbevinden.

  •  Verbondenheid

    Ieder mens heeft de behoefte gehoord en gezien te worden. Hoe vind je het om hier te zijn? Is een voorbeeld van een vraag die je kunt stellen aan een kind. Kinderen zijn vaak eerlijk. Train jezelf om kinderen een vraag buiten de mondzorg te stellen en daar later op terug komen, dat is echt oprechte interesse.

  • Autonomie

    Als mondzorgprofessional zou je de vraag kunnen stellen: ‘wat zou hiervoor de oplossing zijn?’ Soms kan je veel stress wegnemen door uit te leggen wat je gaat doen.

Gebruik het woordje “nog”. Dus niet: waarom lukt het poetsen niet?
MAAR: waarom lukt het poetsen NOG niet. Erkenning is KEY!

Leer kinderen vaardigheden aan en vraag bijvoorbeeld: ‘wat heb je al gedaan?’

6 uitgangspunten van een goede vertrouwensrelatie

6 uitgangspunten van een goede vertrouwensrelatie

  1. Gedrag

    Mensen zijn zoveel meer dan hun gedrag

  2. Gevoelens en behoeften

    Soms moet je stilstaan om te versnellen

  3.  Kwaliteiten talenten en vaardigheden

    Mensen beschikken over eigen hulpbronnen om het gewenste resultaat te bereiken. Het is erg onnederlands om je kwaliteiten tentoon te stellen door onze calvinistische cultuur. Vraag bijvoorbeeld:
    Wat lukt jou wel?
    Wat gaat wel goed?
    Sta stil bij wat wel goed gaat want dat werkt verbindend.

  4.  Identiteit / zelfbeeld

    Ik ben oké, jij bent oké.
    Mijn waarheid is niet de waarheid.

  5. Mensen wil wel veranderen maar niet veranderd worden

  6. Effectief communiceren

    Het is belangrijk om je te realiseren dat je niet alleen met taal maar ook non-verbaal communiceert. En ook als je niets zegt, communiceer je toch. Je kunt niet niet communiceren.

Ruis

Communicatie vind je op:

  • Inhoudsniveau
  • Betrekkingsniveau

Ruis kan onder andere ontstaan door gebrek aan transparantie, onduidelijkheid en vertrouwen. Als mondzorgprofessional kun je ruis voelen.

Vraag jezelf af: ‘Heb ik een ruis veroorzaakt?’.

Vragen die goed zijn om te stellen:

‘Hoe vindt u mij als tandarts?’
‘Is er iets wat ik moet weten?’

Gedrag lokt emotie uit. Het is goed om te weten waar een reactie vandaan komt en dat iedereen een koffer met zijn verhaal heeft. Besef: mijn waarheid is niet dé waarheid.

Kijk naar je eigen opvoeding. Welke ervaringen heb ik? Welke overtuigingen heb ik? In een praktijk zal je merken dat de samenwerking vaak makkelijker verloopt wanneer je patiënten behandeld met ongeveer dezelfde normen en waarden als jij. Het wordt een uitdaging om in contact te blijven met mensen die er andere waarden en normen op nahouden.

Reflectie oefening

  • Welke waarden en normen zijn voor jou belangrijk als het gaat om mondhygiëne?
  • In hoeverre conflicteren deze met het gedrag van bepaalde patiënten?
  • Wat wordt er dan getriggerd?

Valkuilen in de communicatie

  • Te snel advies geven of oplossingen aandragen
  • Dreigen
  • Overtuigen
  • Belerend toespreken
  • Bagatelliseren

In je communicatie is het goed om:

  • Perspectief te bieden
  • Competentiegevoel te geven

Vergeet dat je als mondzorgprofessional alleen aan het zenden bent.
Pubers leven heel erg in het hier en nu. Als je tegen hun zegt: ‘als je niet gaat poetsen, krijg je gaatjes. En veel zoete drankjes zijn ook slecht’, dan komt dit waarschijnlijk niet over. Pubers boeit het niet. Maar zeg je:
‘Je krijgt een slechte adem, dat zoent niet lekker’. Dan is dat veel effectiever.

Samengevat

  • Investeer in een goede relatie
  • Respecteer de drie universele basisbehoeften van ieder mens
  • Houd rekening met de onbreekbare band tussen ouder en kind (loyaliteit)
  • Zet elke dag weer je systemische bril op
  • Mensen zijn zoveel meer dan hun gedrag
  • Zie het goede, ook als het goede klein is

Ingrid van Essen is gedrag- en communicatiedeskundige. Opgeleid bij onder anderen Phoenix Opleidingen is zij gespecialiseerd in Transactionele Analyse, Systemisch werken, NLP en Lichaamswerk. Vanuit haar eigen bedrijf is zij werkzaam als coach en trainer op het gebied van persoonlijk leiderschap, communicatie en teamontwikkeling binnen (zorg)organisaties. Zij traint en begeleidt mensen en organisaties op het gebied van gedrag en communicatie. Daarnaast is zij een veelgevraagd spreker op congressen en schreef zij meerdere boeken over gedrag, relatie en communicatie. Haar nieuwste boek ‘Communicatie zonder frustratie in het gezin’ verschijnt binnenkort.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Ingrid van Essen tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
‘Steffie’ maakt naar de tandarts gaan eenvoudig

‘Steffie’ uitgebreid met informatie over mondzorg voor ouderen in het Engels, Frans, Turks en Arabisch

Op de website Steffie.nl, waar allerhande moeilijke zaken makkelijk worden uitgelegd, is de pagina over mondzorg uitgebreid met specifieke informatie over mondzorg voor kwetsbare ouderen in het Engels, Frans, Turks en Arabisch. Dit is gedaan in samenwerking met De Mond Niet Vergeten! en stichting Leer Zelf Online.

Start campagne ‘Mondzorg voor kwetsbare ouderen in andere talen’

Goede mondverzorging is belangrijk voor een goede gezondheid, ook op latere leeftijd. Maar lang niet iedereen is zich daarvan bewust. Om anderstalige en laaggeletterde ouderen te helpen beter voor hun mond en gebit te zorgen, is de stichting De Mond Niet Vergeten! de campagne ‘Mondzorg voor kwetsbare ouderen in andere talen’ gestart.

De stichting De Mond Niet Vergeten! is in 2018 opgericht en heeft ten doel de mondgezondheid van thuiswonende kwetsbare ouderen te bevorderen. In de stichting participeren drie organisaties, namelijk de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM-mondhygiënisten) en Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT).

Steffie: Stap voor stap uitleg

Een tandartsbezoek of een goede mondverzorging is voor de meeste mensen geen hobby. Toch is dit enorm belangrijk. Maar hoe werkt dat dan, zo’n tandartsbezoek? En hoe zorg je voor een gezond gebit? Voor iedereen die deze vragen heeft, geeft online platform Steffie op een eenvoudige en begrijpelijke manier antwoord.

Op de website van Steffie vinden consumenten stapsgewijs uitleg over lastige onderwerpen, zoals belastingaangifte en omgaan met de dood. Er is ook een module te vinden met de titel ‘Naar de tandarts’. Hier legt ‘Steffie’ uit hoe je je mond en gebit goed verzorgt. Er komen tamelijk vanzelfsprekende onderwerpen aan bod, zoals het belang van je tanden poetsen en het gevaar van ongezond eten.

Er komen echter ook onderwerpen langs die een stuk minder bekend zijn bij de meeste mensen. Zo vertelt ‘Steffie’ dat ongezond tandvlees ook kan wijzen op kwalen op andere plekken in het lichaam en dat je je tandarts moet vertellen welke medicijnen je gebruikt. Daarnaast krijgen gebruikers de optie om aan te geven welke klachten ze in hun mond en op andere plekken in hun lichaam hebben, en welke medicijnen ze gebruiken. Vervolgens kunnen ze deze gegevens uitprinten en meenemen naar hun tandarts, zodat hij meteen weet wat de situatie is.

Steffie

Steffie is een online platform waar lastige onderwerpen op een begrijpelijke manier behandeld worden. Van geldzaken en gezondheid, tot het gebruik van DigiD: er komt van alles aan bod. Dankzij de stapsgewijze methode kan iedereen op zijn eigen tempo de modules doorlopen. Zo vormt het een Ideaal kennisplatform voor ouderen, kinderen, jongeren die net uit huis zijn, immigranten, mensen met een beperking, of mensen die om een andere reden moeite hebben met het begrijpen van de verschillende onderwerpen.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Begrijpen en begrepen worden bij de tandarts bij mensen met Communicatieve Meervoudige Beperking

Begrijpen en begrepen worden bij de tandarts: Communicatie met mensen met een Communicatieve Meervoudige Beperking

Wat kun je doen zodat het tandartsbezoek voor mensen met een Communicatief Meervoudige Beperking (CMB) een positieve ervaring wordt? Het betreft een afspraak die zich maar af en toe voordoet. Een tandartsbezoek kan (veel) spanning met zich meebrengen. Bijvoorbeeld omdat cliënten niet goed weten wat er gaat gebeuren of omdat ze een onprettige ervaring hebben opgedaan. Kennis over de communicatieniveaus draagt bij aan het afstemmen van de begeleiding van de client, zodat het tandartsbezoek meer ontspannen kan verlopen.

Doelgroep CMB

Voor kinderen, jongeren en volwassenen met een Communicatie Meervoudige Beperking (CMB) is een tandartsbezoek niet zo vanzelfsprekend. CMB betekent dat er sprake is van doofheid of slechthorendheid en/ of problemen met spraak en taal (Taal Ontwikkeling Stoornis, TOS) gecombineerd met bijkomende problematiek zoals gedragsproblemen en/of een verstandelijke beperking.

CMB cliënten uiten zich vaak door middel van hun gedrag. Het CBT (Communicatie Behandel Team) en Weerklank (observatie, diagnostiek en behandelcentrum, Amsterdam) werken vanuit de visie: “al het gedrag in een situatie van interactie is een mogelijke communicatieve uiting”. Communicatie is namelijk veel breder dan taal alleen. Er wordt gekeken naar de (mogelijke) betekenis van het gedrag. Goed observeren is een voorwaarde, juist om te voorkomen dat zwakke of onduidelijke signalen gemist worden.

Bekijk ook de Online lesmodules over CMB en communicatie Deelkracht

Visie CBT

De communicatiemogelijkheden van de persoon en zijn sociale netwerk zijn het uitgangspunt om tot optimale communicatie en tot gedeeld begrip te komen. In samenwerking met de personen uit het omgeving van de client, brengt het CBT de communicatie van de client in kaart. Er wordt gezocht naar een manier van communiceren, waarmee de kans op gedeeld begrip wordt vergroot. Bijvoorbeeld door bewust een gebaar, een voorwerp, ondersteunende afbeeldingen in te zetten. Niet alleen fysieke communicatiemiddelen zijn van belang. Ook het bewust inzetten van vaste opeenvolgende handelingen is essentieel, hierdoor wordt voor de client voorspelbaar dat er een bepaalde handeling of activiteit volgt. Ook de attitude van de behandelaar en de omgeving is van groot belang. Totale Communicatie is een visie waarbij alle cliënten het recht hebben op een eigen wijze van communiceren en eigenheid centraal staat.

Werkwijze CBT

Vanwege de zintuiglijke handicap van de cliënten is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met de waarneming en prikkelverwerking van de client. Vaak hebben cliënten moeite met de zintuigelijke prikkelverwerking, (bepaalde) zintuigen kunnen onder- of overprikkeld zijn. Binnen het CBT zien we vaak cliënten waarbij het kunnen en aan kunnen niet in balans zijn. Veranderingen, activiteiten die afwijken van de dagelijkse activiteiten, zoals een tandartsbezoek, kunnen leiden tot onrust. Een belangrijke basisvoorwaarde is veiligheid. Als de client iets gaat doen dat spannend is, zoals een tandartsbezoek, dan is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met vermindering van de communicatievaardigheden van de client. Het uitgangspunt is dat de omgeving zich aanpast aan de (communicatie)mogelijkheden van de cliënt in die situatie. Daarom staan we stil bij: wat biedt deze client veiligheid en vertrouwen, hoe kan de omgeving betrouwbaar zijn en op welke wijze kan de client de samenhang blijven zien? Wat heeft deze client specifiek nodig waardoor hij zichzelf kan zijn? Deze vier vragen zijn gebaseerd op theorie van ervaringsordening van Timmers-Huigens.

Om het communicatieniveau in te schatten is het van belang om de client te leren kennen en te kijken naar de inhoud van de communicatie. Juist door in kaart te brengen welke ervaringen de client heeft opgedaan en welke betekenis de client geeft aan een begrip kunnen we als omgeving leren waar we kunnen aansluiten om de client te ontmoeten. Dat vraagt goed waarnemen en in gesprek gaan met de omgeving van de client, waarbij de client centraal staat.

Vertaalslag naar tandarts

Zo is het CBT ook op zoek gegaan wat CMB cliënten kan ondersteunen in het tandartsbezoek. De overgang naar een tandartspraktijk is vaak een (te) grote stap. Op Weerklank komen de tandarts, tandartsstoel en tandartsbenodigdheden op locatie, zodat de stap naar de tandarts letterlijk kleiner wordt gemaakt. In samenwerking met Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) heeft het CBT een fotoserie ontwikkeld om de tandartsbehandelingen visueel te maken. De fotoserie staat niet op zichzelf, hierbij hoort een handleiding waarin omschreven wordt hoe rekening gehouden kan worden met het communicatieniveau van de cliënt. De foto’s van alle behandelstappen en de handleiding zijn digitaal beschikbaar.  Bekijk de foto’s:

Communicatieniveau

Het CBT werkt met een model dat het communicatieniveau van de client in kaart brengt. Hieronder zal in een notendop de communicatieniveaus worden geschetst. Het is van belang om te realiseren dat ieder mens uniek is en een eigen voorkeur voor benadering en begeleiding heeft. De adviezen zullen per persoon zorgvuldig uitgekozen en aangepast moeten worden.

Op elk communicatieniveau kunnen diverse communicatievormen ingezet worden. Daarbij kan gedacht worden aan voorwerpen, gebaren, foto’s, pictogrammen, PCS afbeeldingen, geschreven woorden, etc. De keuze voor de vorm is niet afhankelijk van het communicatieniveau van de client. De waarneming , betekenisverlening en cognitieve vermogens van de client spelen een rol in de keuze voor een geschikte communicatievorm. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een doofblinde client die voorwerpen gebruikt om te communiceren, inhoudelijk veel meer kan vertellen en een hoger communicatieniveau heeft dan een client die met een aantal pictogrammen communiceert. Het communicatieniveau van de client bepaalt hoe breed de inhoud van de communicatie is. Gaat de communicatie alleen over het hier en nu of kan de client communiceren over een situatie die niet aanwezig is?

Veiligheid bieden

Allereerst geldt voor elke client binnen alle profielen dat veiligheid bieden voorop staat. Het is prettig als iemand die de client goed kent, de client kan begeleiden bij het tandartsbezoek. Deze persoon kan inschatten of de cliënt de communicatie(middelen) nog begrijpt of dat de communicatie aangepast moet worden.

Eerst contact maken

Het gaat natuurlijk niet alleen om over wat je communiceert, het voornaamste is om eerst contact te maken en in contact te staan met de client. Rustig beschikbaar en aanwezig kunnen zijn voor de client. Waarbij het tempo wordt afgestemd op de client. Bijvoorbeeld de cliënten de tijd geven om te gaan zitten in de tandartsstoel. We willen vaak veel te snel. Cliënten hebben de tijd nodig om informatie te verwerken. Dit betekent blijven observeren, signaleren en afstemmen op het tempo van de client. Geef de cliënt de ruimte om even te pauzeren of een teken te geven als hij even wil stoppen tijdens de behandeling (mogelijk vanaf profiel 3 zie hieronder).

Wat: de boodschap van de communicatie

Na het contact volgt pas de wat: de boodschap van de communicatie. Cliënten worden (vaak) op het tandartsbezoek voorbereid, zodat voorspelbaar wordt wat er gaat gebeuren. Het is prettig als de tandarts dezelfde werkwijze aanhoudt en de inzet van het communicatiemiddel voortzet binnen de behandeling. Naast dat dezelfde werkwijze de eenduidigheid en voorspelbaarheid in de communicatie vergroot, leert de client hierdoor de foto in de situatie te koppelen aan de handeling, waardoor de foto betekenis kan krijgen. Naast de voorbereiding is het ook van belang dat er aandacht is voor afronden van het tandartsbezoek. Dit draagt eraan bij dat het tandartsbezoek een positieve ervaring wordt en dat de client gemakkelijker de overgang kan maken naar de dagelijkse gang van zaken.

Zie video.

Communicatieniveaus

Hieronder worden de communicatieniveaus kort en bondig omschreven, aan de hand van vier profielen. Het is een verkorte weergave van het communicatiemodel, dat (los van de vorm of het middel) in kaart brengt op welk communicatieniveau de client de communicatie begrijpt en uit. In de omschrijving worden voorbeelden gebruikt met de communicatievorm foto’s. In plaats van foto’s kunnen ook voorwerpen, pictogrammen, gebaren of andere communicatievormen ingezet worden.

Onder elk profiel staan een paar adviezen. Een uitgebreide versie van de handleiding (wat kun je doen voor, tijdens en na een tandartsbezoek) is te vinden op

Profiel 1

Deze cliënten leven voornamelijk in het hier en nu. De client communiceert onbewust door middel van zijn gedrag en hij heeft zeer beperkte mogelijkheden om zich te uiten. Deze cliënten zijn zeer afhankelijk van de begeleider. De zintuigelijke ervaring in de situatie is nodig om tot begrip te komen. Alle signalen in de situatie (de ruimte, voorwerpen, gedrag van de ander, geur, etc.) zijn nodig om te begrijpen dat er iets gaat gebeuren. Door herhaling en vaste dagelijkse routines treedt herkenning op, waardoor de client kan anticiperen op bekende situaties. Ook wordt de client bewust van de mogelijkheid dat hij iets bij de ander iets teweeg kan brengen. Door bepaald gedrag bewust te laten zien waarvan hij weet dat dit een reactie uitlokt (actie-reactie). Communicatie binnen dit profiel kan niet zonder de actuele situatie.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Deze cliënten kunnen niet of nauwelijks worden voorbereid op het tandartsbezoek. Juist de vaste ruimte, plaats, handelingen, activiteiten die bij een vertrouwde situatie aanwezig zijn, ontbreken tijdens een tandartsbezoek.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

  • Houd de communicatie in het hier en nu.
  • De tandarts of begeleider kan het voorwerp laten zien, voelen, ruiken, voordat het voorwerp gebruikt wordt binnen de behandeling. De handeling met het voorwerp kan eerst bij de begeleider worden getoond en vervolgens kan de cliënt het voorwerp ervaren (lampje aan doen, trillen van apparaat voelen, enzovoort).
  • De nabijheid van een vertrouwd persoon biedt veiligheid; door fysiek in de (tandarts)ruimte aanwezig te zijn en contact te houden op een manier die de client prettig vindt. Bijvoorbeeld juist wel of niet praten, hand vasthouden, oogcontact maken, voornaam noemen, etc. Begeleiding van een bekend persoon is van belang omdat hij de signalen van de client kan “lezen” en de client gerust kan stellen. De client heeft de ander nodig om, om te kunnen gaan met de spannende situatie. Bijvoorbeeld door rustig, op een vriendelijke toon met een lage stem te praten. Het zingen van een liedje, rustige achtergrond muziek, een favoriet speeltje of knuffel, kunnen ondersteunend zijn. In overleg met een SI therapeut, die gespecialiseerd is in zintuiglijke prikkelverwerking, kan bijvoorbeeld tactiele informatie (diepe druk) op maat worden toegevoegd.
  • Bedenk een alternatief als de client het te spannend vindt om te gaan liggen in de tandartsstoel. Laat de client tijdens de controle bijvoorbeeld zitten op een “gewone” stoel.
  • Het is belangrijk dat de tandartsbehandeling duidelijk en kort wordt afgesloten. Dit kan door het gebaar ‘KLAAR’ te maken. Een nieuwe afspraak of een inhoudelijke overdracht kan op een later tijdstip worden gedaan. Het is onduidelijk voor de client om hierop te moeten wachten.

Profiel 2

Door herhaling van vaste opeenvolgende patronen gaan cliënten het ritme van de dag (structuur en dagelijkse activiteiten) herkennen; eerst dit, dan dat. Na de herkenning, volgt het onthouden en herinneren van de situatie. Dan zijn de cliënten in staat om een verband te leggen tussen een begrip –  de vaste bijbehorende situatie –  en de communicatievorm (bijvoorbeeld een foto). De client leert en begrijpt dat de foto, verwijst naar een situatie die niet daadwerkelijk aanwezig is (representatiebesef). De foto maakt geen deel uit van de situatie, het gaat over een situatie. Aan de foto wordt één betekenis gekoppeld, bijvoorbeeld de foto van de vork betekent thuis eten aan de eettafel. Cliënten begrijpen de betekenis van een foto als deze verwijst naar het dagelijkse ritme. Deze communicatiemiddelen zijn (langdurig) getraind. Vaak zijn associaties star. Veranderingen zijn moeilijk als iets anders verloopt dan de client gewend is.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Het is belangrijk dat de omgeving zoveel mogelijk aansluit op de verwachting en herinnering van de client aan het tandartsbezoek. De invulling die de cliënt geeft aan het begrip ‘tandarts’, hangt af van eerdere ervaringen. Het is van belang om op de hoogte te zijn van eerdere behandelingen, hoe verliep de behandeling, hoe reageerde hij op de behandeling?

  • Hoeveel tijd de client kan overzien, bepaalt hoe ver van tevoren een activiteit kan worden aangekondigd: vlak voor de activiteit, een dagdeel, een dag van te voren. Als de aankondiging van het tandartsbezoek spanning oplevert dan raden wij aan om het tandartsbezoek korter van te voren aan te kondigen.
  • Stappenplannen van de behandeling kunnen voor het tandartsbezoek in een mapje worden gedaan (zonder dat de cliënt daarbij aanwezig is). Door steeds dezelfde fotoserie mee te nemen, wordt de herkenbaarheid vergroot en wordt de tandartsbehandeling voorspelbaar.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

  • Om inhoud te geven aan het begrip “tandarts”, is het van belang dat de foto eerst in de situatie, dus bij de tandarts, wordt aangeboden. De foto krijgt betekenis doordat het wordt gekoppeld aan de ervaring. Als de client heeft geleerd wat de tandartsfoto betekent, dan kan de foto vlak voor het tandartsbezoek worden aangeboden.
  • Het is van belang dat eerst wordt gecommuniceerd, voordat de handeling plaats vindt.
  • Tijdens het tandartsbezoek kan met behulp van de foto stapsgewijs visueel worden gemaakt wat er gaat gebeuren. Houd een vaste manier van communiceren aan. Bijvoorbeeld: laat eerst de foto zien en doe daarna het bijhorende gebaar. Laat de voorwerpen die de tandarts gebruikt zien, daarna volgt de handeling. Op deze manier krijgt de cliënt tijd om de informatie te verwerken.
  • Begin en eindig de tandartsbehandeling steeds op dezelfde manier en in dezelfde volgorde van handelingen, bijvoorbeeld: zitten op de stoel, servet om, laten zien dat de stoel naar beneden kan, stoel naar beneden. Of ter afsluiting altijd spoelen en naar de tandarts zwaaien. Visueel kan duidelijk wordt gemaakt dat de behandeling is afgelopen door bijvoorbeeld een rood kruis over de tandartsfoto te plakken. Maak visueel en vertel vervolgens wat daarna volgt: auto, naar huis.
  • Als de client heeft geleerd wat de tandartsfoto betekent en “eerst, dan” kan overzien, dan kan een enkele foto worden uitgebreid naar een visueel stappen(plan). Bijvoorbeeld auto,-tandarts – auto – dagbesteding.
  • Is er iets nieuw aan het tandartsbezoek (andere tandarts, ruimte, behandeling) dan is dit een nieuw concept voor de cliënt. Hij moet hier opnieuw een ervaring mee opdoen. De communicatiemiddelen die ingezet worden, moeten opnieuw inhoud krijgen. Bied de middelen dan eerst aan in de situatie, bij de tandarts zodat de nieuwe koppeling gemaakt kan worden.

Profiel 3

De client leert in bekende situaties aan een begrip meerdere betekenissen te koppelen. De inhoud van het begrip wordt naar een beperkt aantal terugkerende situaties gegeneraliseerd. Bijvoorbeeld de foto van het eten staat niet alleen voor brood eten aan tafel, het kan ook betekenen eten op de dagbesteding of picknicken in de tuin. De client begrijpt en zet het communicatiemiddel in om zich te uiten. De client kent de dagelijkse gang van zaken en hij weet ook dat daar soms van afgeweken kan worden. Als de client op een verandering wordt voorbereid dan kan hij een verandering overzien.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

De client kan in grote lijnen worden voorbereid op het tandartsbezoek. Het is per client afhankelijk hoe en wat verteld wordt tijdens de voorbereiding. Sluit aan bij eerdere ervaringen en bedenk wat belangrijk is voor de client om te weten. De “wie, wat, waar, wanneer en hoe” vragen bieden een houvast bij de voorbereiding en het maken van visualisaties. Soms kan een eenvoudige ‘waarom’ van het tandartsbezoek worden uitgelegd. Als er iets nieuws of anders is dan het vorige tandartsbezoek, dan kan met visuele middelen uitleg worden gegeven. Bijvoorbeeld: In de wachtkamer staan nieuwe groene stoelen. De blauwe stoelen zijn weg, omdat ze oud waren.

Wanneer een client wordt voorbereid, dat is afhankelijk van het tijdsbesef dat de client heeft (zie profiel 2).

Hoe? Door bijvoorbeeld samen foto’s van de behandeling te bekijken en in een fotoboekje te doen. Of een A4-tje te maken waarop kort en krachtig visueel gemaakt wordt wat er gaat gebeuren. Het is prettig als de client de visualisatie bij de hand heeft en de gelegenheid heeft om naar de foto’s te kijken en/ of vragen te kunnen stellen. Soms hebben cliënten een picto-agenda en kan het tandartsbezoek in de agenda gepland worden. Ook kan een bedjes schema overzicht bieden over hoeveel dagen het tandartsbezoek zal zijn.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

Neem de visualisatie waarop het fotostappenplan staat mee naar de tandarts om inzichtelijk te maken wat er gaat gebeuren.

De aandachtpunten van profiel 2 zijn ook voor deze cliënt van belang, zoals het aanhouden van een vaste volgorde van communiceren en het duiden van een duidelijk begin en eind aan de tandartsbehandeling.

  • Het tandartsbezoek kan worden afgesloten door het gebaar KLAAR te maken, een rood kruis over de tandartsfoto te plakken of een rood kruis door de afspraak in de agenda te zetten.

Profiel 4

Deze cliënten kunnen communiceren over een situatie die niet aanwezig is. De gebruikte communicatievormen kunnen meerdere betekenissen hebben en zijn wat betreft betekenis minder individueel bepaald. Eerdere opgedane ervaringen kan de client zelf oproepen; bijvoorbeeld door te vertellen over een eerder tandartsbezoek. Eigen ervaringen kunnen worden gegeneraliseerd naar andere situaties.

Als de client zich nog verder ontwikkelt binnen het communicatieniveau dan is de client ook in staat om te generaliseren buiten de eigen ervaring. Dit betekent dat de client ook voorbereid kan worden op een gebeurtenis niet hij niet eerder heeft ervaren. De client kan abstracter denken en kan zich bijvoorbeeld ook inleven in ervaringen van een ander.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Meestal kunnen de cliënten een dag of langer van tevoren op het tandartsbezoek wordt voorbereid. Daarbij kan een weekplanbord of een (picto)-agenda ondersteunend zijn.

  • Gebruik bij de voorbereiding met de client de “wie, wat, waar, wanneer, hoe laat, hoe” vragen. Hoe laat en waar is de afspraak, wie gaat mee naar de tandarts, etc. Bespreek en visualiseer veranderingen, bijvoorbeeld of de client vrij moet nemen van het werk.
  • De tandartsbehandeling kan naast een fotostappenplan ook voorbereid worden door het bekijken van een filmpje, het bekijken/lezen van informatie op de website van SBT, etc.
  • Samen met de client kan worden teruggeblikt op ervaringen van tandartsbezoeken (wat viel mee, wat was minder leuk) en vooruit worden gekeken op het geplande tandartsbezoek (wat helpt en ondersteunt tijdens het tandartsbezoek?). Ook kan uitleg worden gegeven waarom een behandeling gedaan moet worden en wat de gevolgen zijn als de behandeling niet gedaan wordt.

Tijdens het tandartsbezoek

Voordat de behandeling start, is het van belang dat de tandarts uitlegt wat er gaat gebeuren. Foto’s kunnen ondersteunend zijn om de opeenvolgende stappen visueel toe te lichten en de client de gelegenheid te geven om vragen te stellen.

Na het tandartsbezoek

Bij alle profielen is het van belang dat het tandartsbezoek ook wordt afgesloten. Na het tandartsbezoek is het aan te raden om een voor de client bekende ontspannende activiteit aan te bieden, zodat hij de gelegenheid krijgt om tot rust te komen. Denk bijvoorbeeld aan wandelen, bewegen, in de zandbak spelen, schommelen etc.

Cliënten uit profiel 1 kunnen niet communiceren over het tandartsbezoek en begrijpen ook niet als hierover gesproken wordt. Om de client houvast te geven is het van belang het dagelijkse ritme op te pakken en het ‘normale’ dagprogramma aan te bieden. Ook voor cliënten uit profiel 2 is het van belang om de communicatie in het hier en nu te houden: “tandarts klaar, nu…. “. Ruim de visualisatie op en benoem welke activiteit de client op dat moment gaat doen. Vanaf profiel 2- 3 kan de visualisatie van het tandartsbezoek in een ervaringenboek van de client worden toegevoegd. Vanaf profiel 3 kunnen ook, afhankelijk van het sociaal emotionele niveau van de client, emoties worden gevisualiseerd. Er kan kort worden teruggeblikt op het tandartsbezoek om vervolgens de client op weg te helpen met zijn ‘normale’ dagprogramma. Vanaf profiel 4 kan uitgebreider worden gesproken hoe de client het tandartsbezoek heeft ervaren en vooruit worden geblikt op een volgende afspraak. Door bijvoorbeeld de afspraak in een agenda te schrijven/plakken.

Richting

De bovenstaande profielen geven een richting hoe aangesloten kan worden op het communicatieniveau van de client. Het bieden van veiligheid aan de client staat voorop. Rust, ritme, voorspelbaarheid, aanwezigheid van een vertrouwd persoon, aanpassen aan het tempo van de client dragen bij aan de veiligheid. Het is geen vaststaand recept welke communicatie wijze aansluit bij de client. Dit is maatwerk. Het voornaamste is dat de client zichzelf kan zijn en dat hij wordt gezien. Bewust aansluiten bij het communicatieniveau, het inzetten van passende communicatiemiddelen en het herhalen van vaste opeenvolgende handelingen dragen bij dat het tandartsbezoek voorspelbaar wordt. Samenwerking tussen ouders/ begeleiders en de tandarts is essentieel. Dit draagt eraan bij dat het tandartsbezoek een positieve ervaring kan worden voor CMB cliënten.

Meer lezen?

  • Het Communicatie Behandel Team van Kentalis (in Amsterdam, Utrecht en Zoetermeer), is gericht op diagnostiek en behandeling van CMB cliënten met ernstig spraak en/of taalproblemen (TOS), slechthorendheid, doof of doofblind zijn en een verstandelijke beperking hebben. Daarnaast kan er sprake zijn van andere problematiek (zoals autisme, sociaal-emotionele of psychische problemen, een lichamelijke beperking). Ook als er sprake is van een meertalige omgeving, dan kunnen cliënten, ouders/ verzorgers bij ons terecht.
  • Voorlichting en Kennisoverdracht kan gegeven worden aan behandelaren, leerkrachten, verwijzers en ketenpartners. Voorlichting en Kennisoverdracht – Deelkracht
  • Weerklank is een specialistisch centrum voor observatie, diagnostiek en behandeling voor CMB cliënten. Kentalis Weerklank Amsterdam | Kentalis
  • Tips | Kentalis
  • Literatuur:  – Oskam, E.& Scheres, W. (2016), Totale Communicatie (3 de editie), Springer Media B.V.)  –  Thoonsen, M. & Van Der Gaag, M. (2024), Wiebelen en friemelen voor mensen met een verstandelijke beperking (2e editie), uitgeverij Pica).  – Algera, H. (2021), Van puzzel naar maatwerk; omgaan met bijzonder patiënten in de mondzorg, Prelum uitgevers. – Timmers-Huigens. D. (2005), Mogelijkheden voor mensen met een verstandelijke handicap ( 5e geheel herziene druk van Mogelijkheden voor verstandelijk gehandicapten; daarvoor werken met geestelijk gehandicapten en Vreugde beleven aan je mens-zijn, je kunt er iets aan doen (4de– len). Uitgave Elsevier.

Door: Jeannette Slim, Psychomotorische Kindertherapeut en Deskundige Totale Communicatie bij Kentalis

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Verwijzen naar een CBT? Soms de beste keuze

Verwijzen naar een CBT? Soms de beste keuze

Elke dag zijn wij als mondzorgprofessionals gemotiveerd bezig om aan onze patiënten de beste zorg te verlenen. Soms lopen we tegen onze grenzen aan en helpt verwijzing naar een Centrum Bijzondere Tandheelkunde (CBT) de patiënt verder. Interview met Berthelle Passchier, tandarts bij CBT Noordwijk.

Van meet af aan had Bertelle extra aandacht voor kinderen en volwassenen met tandartsangst. “Laten wennen, vertrouwen geven en krijgen, en het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid voor het gebit”, zo is haar werkwijze. Naast het werk als tandarts in haar eigen praktijk en bij de Willem van den Bergh stichting, is Berthelle gedurende haar hele loopbaan in diverse landen als tandarts-vrijwilliger werkzaam geweest. In 1987 eerst voor Dental Volunteers voor Israël. In 2004 deed zij met een groep vrijwilligers een mondzorgproject in Kenia. Ten zuiden van Mombassa werden alle kinderen van een school gecontroleerd en behandeld. Tevens kregen ze voorlichting en instructie. Vijf keer heeft ze dit gebied bezocht. Daarna volgden Oeganda en Nicaragua. Bij dit laatste project werden ook verstandelijk beperkte kinderen gescreend en zo nodig behandeld.
Op verzoek van Dental Health International Nederland (DHIN) is zij, samen met haar partner Jan de Vreugd, een tandheelkunde project gestart in Sierra Leone.

Anders…

Als mondzorgprofessional werken met mensen met een verstandelijke (en mogelijk fysieke beperking) geeft vele uitdagingen!
Ieder mens is uniek, zowel in denkniveau als in gedrag, en samen met mogelijk complicerende factoren als autisme, medische of fysieke problemen, vraagt de behandeling flexibiliteit, kennis, rust en geduld van de behandelaren.
In 2019 en 2020 schreef Berthelle maandelijks een column voor het Nederlands Tandartsen blad/NT. In de column liet ze de lezer kennismaken met de verrassingen in het werk met bewoners van de Willem van den Bergh. Later zijn deze columns gebundeld in “ Anders…..kiezen voor verwondering”. Een fraai geïllustreerd boekje, anders dan anders betreffende de lay-out, en met een ‘open ruggetje’ zoals Berthelle het zelf zegt.

CBT Zuid-Holland

Berthelle werkt momenteel alleen nog als invalkracht in de bijzondere zorg in CBT Noordwijk en Leiderdorp. CBT Noordwijk is onderdeel van Stichting CBT Zuid-Holland. Naast de vestiging in Noordwijk zijn de andere locaties: CBT Leiderdorp en CBT Monster en is later Swetterhage als behandelcentrum toegevoegd.
Op deze vier locaties werken ruim 50 mondzorgprofessionals, als ZZP -er of in loondienst, met professionele ondersteuning op het gebied van financiën en HR.

Narcose

Bij het CBT in Monster en Noordwijk wordt mondzorg gegeven aan bewoners en niet-bewoners met een geestelijke en/of fysieke beperking en mensen met ASS (Autisme spectrum stoornis).

Het CBT Leiderdorp vormt een uitzondering. Zij biedt ook tandheelkundige zorg aan mensen met obesitas, psychiatrische patiënten en angstpatiënten. Ondersteuning van een psycholoog is hier mogelijk, evenals behandelingen met orale sedatie of onder narcose. Daarvoor werkt het CBT samen met het team van ASN (Anesthesie Service Nederland). Orale sedatie is ook mogelijk bij de andere behandelcentra.
De behandelruimtes in alle locaties zijn ruim, rolstoeltoegankelijk, er is een tillift, een vacuümmatras en in Leiderdorp is een ‘zwaardere’ behandelstoel.
In alle centra wordt samengewerkt met andere disciplines, gedragswetenschappers, logopedisten, diëtisten en artsen.

Behandelaars in teams

Binnen het CBT werken de behandelaars in teams. Zowel de tandarts als de mondhygiënist werkt samen met een assistente. Samen vormen zij een gelijkwaardig team om de behandeling zo goed mogelijk te laten slagen. Preventie staat hoog in het vaandel: voorlichting wordt zowel op individueel niveau als in teamverband gegeven door de mondhygiënist of preventieassistente. Bij het CBT Monster en Noordwijk wordt ook voorlichting binnen de woonlocaties gegeven.

Van de behandelaars wordt kennis van, en affiniteit met, de te behandelen doelgroep verwacht. Voor de tandartsen is een afgeronde opleiding tot tandarts Gehandicaptenzorg een pré. Daarnaast volgen zij trainingen en cursussen onder andere op het gebied van angstbegeleiding, autismebegeleiding, bijzondere tandheelkunde, communicatie, tandheelkundige gehandicaptenzorg en lachgassedatie.

Wie en wanneer

Bij CBT Zuid-Holland kunnen extramurale patiënten na verwijzing door de tandarts terecht voor een specifieke behandeling of behandeltraject. Hiervoor dient de tandarts als poortwachter te verwijzen, en de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger dient akkoord te gaan met de verwijzing en de voorgestelde behandeling.
De behandeling kan plaatsvinden na akkoord van de zorgverzekeraar op de aangevraagde machtiging.
Na afronding van de behandeling of het behandeltraject gaat men voor de reguliere zorg terug naar de huistandarts en mondhygiënist.

Cobijt

Het Cobijt (Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde) is de vereniging van mondzorgprofessionals, werkzaam voor bijzondere zorggroepen. Daaronder verstaat men patiënten met een ernstige tandheelkundige, verstandelijke, lichamelijke of medische beperking. Deze zorg wordt voornamelijk uitgevoerd in de Centra voor Bijzondere Tandheelkunde en instellingen.
Om de continuïteit en kwaliteit van zorg voor deze doelgroepen te kunnen garanderen, staat Cobijt voor definiëring van de zorgkwaliteit, deze te garanderen, te waarborgen en indien nodig te verbeteren. Een belangenvereniging. Dit dient men in een breed kader te zien.
De contacten worden onderhouden met zowel tandheelkundige als ook wetenschappelijke verenigingen, NZa, zorgverzekeraars en de overheid.

Accreditatie

De diverse centra kunnen verschillende specialismen aanbieden, zoals: gehandicaptenzorg, angstbegeleiding, gerodontologie, gnatologie, kindertandheelkunde, maxillo-faciale prothetiek. Een enkel centrum biedt één specialisme (bijvoorbeeld MFP, maxillofaciale prothetiek).
Om de kwaliteitsdoelen te onderzoeken, verbeteren en te waarborgen kan visitatie door Cobijt leiden tot erkenning en accreditatie. Momenteel zijn 19 centra geaccrediteerd, en mogelijk 13 (nog) niet.

Onderdeel van Cobijt is de Landelijke werkgroep Psychologen Bijzondere Tandheelkunde.
De samenwerking met een psycholoog binnen een centrum geeft enorme meerwaarde. Daarbij kan men denken aan diagnostiek en/of behandeling van bijvoorbeeld angst en trauma, kokhalsproblematiek, chronische pijn, gehandicaptenzorg en gedragsproblemen bij kinderen.

Verwijzen naar een CBT?

Elke dag zijn wij als mondzorgprofessionals gemotiveerd bezig om aan onze patiënten de beste zorg te verlenen.
Ondanks kennis, inzet en liefde kunnen we soms tegen de grenzen van ons eigen kunnen én de grenzen van de (behandelbaarheid van de) patiënt aanlopen.
Een verwijzing naar een Centrum Bijzondere Tandheelkunde kan dan voor alle partijen een goede keuze zijn.

Immers, de beste zorg is ook zien dat een andere zorgprofessional voor deze persoon de beste keuze is.

Bertelle Passchier is tandarts bij CBT Noordwijk
Interview door Tineke Rozendal, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Interview, Kennis, Opinie, Thema A-Z