Aangezichtsletsel van omvang naar opvang

Aangezichtsletsel: van omvang naar opvang

Dento-alveolair en aangezichtsletsel zijn er in verschillende soorten en maten. Hoe wordt de opvang geregeld en waar moet de patiënt naar toe? Kaakchirurg Kees-Pieter Schepman vertelde tijdens de NWVT-cursus Trauma hoe hier mee om te gaan in de praktijk.

Epidemiologie

  • Hoofdtrauma (huisartsenpraktijk) ong. 7.5 per 1000 patiënt/jaar
  • De meeste hoofdtrauma’s komen voor bij jonge kinderen en ouderen > 85 jaar
  • Incidentie commotio cerebri (hersenschudding) 2 per 1000 patiënt/jaar
  • Leeftijdscategorie: 0-4 jaar jongens en meisjes. Resp. 18 en 14 per 1000 patiënt/jaar
  • >85 jaar > incidentie bij mannen en vrouwen resp. 10.7 en 6.5 per 1000 patiënt/jaar

Mannen hebben vaker een hoofdtrauma dan vrouwen.

Etiologie hoofdtrauma

Licht schedel- of hersenletsel:

  • Verkeer (43%)
  • Val (30%)
  • Geweld (10%)
  • Sport (6%)
  • Werk (3%)
  • Overig/onbekende oorzaak (8%)

Wat is belangrijk bij hoofdtrauma?

(Hetero) anamnese
Vraag naar:

  • Aard en toedracht van het trauma
  • Duur bewustzijnsverlies (en retro- en/of anterograde amnesie)
  • Hoofdpijn (duur, ernst)
  • Braken (tijdstip, frequentie)
  • Zichtbaar letsel hoofd of overig letsel
  • Geneesmiddelen gebruik: anti/coagluantia, anti-epileptica, sedative, antidiabetica;
  • Stollingsafwijkingen in voorgeschiedenis
  • Alcohol en/of drugsintoxicatie
  • Aanwijzingen kindermishandeling
  • Sociale context (alleenwonend, verzorging aanwezig, toezicht mogelijk

Hoog Energetisch Trauma (HET)

Trauma bij hoge energieoverdracht die tot inwendig letsel kan leiden met mogelijk ook nek- en hoofdletsel.

Voorbeelden:

  • Val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte)
  • Ongeval met snelheid > 45 km/uur (met autogordel om)
  • Auto contra fietser/voetganger > 10 km/uur
  • Aanrijden van een (brom/snor) fietser of motorrijder door een ander voertuig bij een snelheidsverschil > 35 km/uur

Stroomschema gemaakt door huisarts

Key points:

  • Patiënt is jonger of ouder dan 16 jaar
  • Indien jonger: Eerst het vermoeden van kindermishandeling uitsluiten, indien ouder stollingsafwijkingen en leeftijd > 60 jaar follow up en behandeling hoofdtrauma.

Lichamelijk onderzoek

Onderzoek:

  • Bewustzijn (EMV-score) online te vinden > Glasgow coma scale> werkt met puntensysteem max score 15
  • Neurologisch onderzoek: pupilgrootte, lichtreacties, oogbewegingen, mimiek, kracht sensibiliteit, reflexen (let op links-rechtsverschil)
  • Aanwijzingen voor een (schedelbasis) fractuur; hematoom schedel (occipitaal, temporaal, pariëtaal, exclusief het aangezicht)
  • Bij vermoeden van kindermishandeling of onduidelijke toedracht: het gehele lichaam

Criteria voor spoedverwijzing

  • Bij sterk verhoogd risico op intracranieel letsel. Spoed per ambulance.
  • Bij bewusteloosheid of een verlaagd bewustzijn (of EMV-score <15 *)
  • Bij een insult na het trauma
  • Bij focale neurologische uitval na het trauma (bijvoorbeeld moeite met spreken, lezen, schrijven, verminderd zicht, motorische uitval, verminderde sensibiliteit, links-rechts reflexverschil *)
  • Bij vermoeden van schedel(basis)fractuur* (bij palpabele fractuur, retro-auriculaire bloeduitstorting, 1- of 2-zijdig (orbita) hematoom, hemotympanum, (cerebrospinaal) vocht uit oor (otorroe) of neus (rinorroe), gespannen of volle frontanel)
  • Bij hoogenergetisch trauma+ (bijvoorbeeld val van grote hoogte), ongeval in voertuig, auto contra fietser/voetganger, aanrijden van een (brom/snor)fietser of motorrijder door een ander voertuig.

Etiologie dentaal trauma

  • Vallen en botsingen in de thuisomgeving
  • Verkeersongevallen
  • Sportongevallen
  • Mentale retardatie
  • Epilepsie
  • Kindermisbruik

Anamnese

  • Algemeen medisch deel: algemene gezondheid, medicatie
  • Trauma gerelateerd deel: amnesie/bewusteloosheid/misselijkheid, aanwijzing voor aangezichtsfracturen, eerder (dentaal)trauma, gevoelsstoornis

 

  • Tijdstip ongeval: belangrijk i.v.m. tijdig terugplaatsen van elementen
  • Plaats ongeval: eventueel nog zoeken naar elementen?
  • Toedracht ongeval: schadeclaims? Hoog energetisch letsel?
  • Uitgevoerde behandelingen: al tanden teruggeplaatst? Al bij andere zorgverlener geweest voor bijvoorbeeld tetanus vaccinatie?
  • Pijn uitgaande van tanden of kaken: gericht op evt. aangezichtsletsel
  • Occlusiestoornissen: gericht op evt. aangezichtsletsel

Klinisch onderzoek

Extra oraal

  • Extra-orale verwondingen?
  • Palpatie maxillo-faciale skelet
  • Mondopening/bewegingsbeperking?
  • Hematomen?

Intra-oraal

Systematisch doorlopen en documenteren:

  • Verwondingen mucosa of gingiva
  • Hematomen
  • Kroonfracturen/pulpa-expositie
  • Standsveranderingen gebitselementen
  • Occlusie en/of articulatiestoornissen
  • Mobiliteit gebitselementen
  • Palpatie processus alveolaris
  • Vitaliteitscontrole

Controle schema elke 1, 3, 6, 12, 24 weken en daarna volgens halfjaarlijkse controle. Bij elke controle wordt gelet op de kleur van het gebitselement, verhoogde mobiliteit, gevoeligheid percussie, percussietoon, vitaliteit en eventuele fistel- of pocketvorming. Bij ieder bezoek wordt in de regel een röntgenfoto gemaakt, tenzij de kans op pulpanecrose relatief gering is zoals glazuurfracties, glazuurfracturen of ongecompliceerde glazuurdentine fracturen.

Tetanus profylaxe (WHO) richtlijnen te vinden op de website van het RIVM

Waar zijn eventueel verloren tanden gebleven?

  • Nog terug te plaatsen?
  • Hoe bewaren?
  • Doorgeslikt? In luchtwegen?

Acuut beleid bij teruggevonden tand(en)

  1. Zo spoedig mogelijk terugplaatsen in alveole (meteen of uiterlijk binnen 10-15 min)
    Daarbij: – Alleen aan kronen vasthouden

    • Wortel eventueel afspoelen
    • Niet droog bewaren (NB dit is niet gelijk aan bewaren in water!)
    • Naar de tandarts
  2.  Als terugplaatsen niet meteen lukt of binnen 10-15 min in bewaarmedium
    • Droge tijd buiten alveole is kritiek onderdeel van de behandeling.

Bewaarmedia uitgeslagen tanden

  • Alveole
  • In de mond van de patiënt of ouder
  • Fysiologisch zout
  • In melk
  • Verzameld speeksel
  • Lezenvloeistof

Repositie binnen 1 uur bij droog bewaren anders binnen 2-4 uur.

Radiologisch onderzoek

  • Occlusale opname
  • Tandfilm
  • Weke delen opname: kijken naar corpora aliena

 

  • OPT geeft overzicht maar minder detail
  • (CB)CT-scan

Nauwkeurige beschrijving diagnose

Voor nu:

Maak een behandelplan en vervolg hiervoor, door jezelf of een collega.

Voor later:

Verklaring ‘onbegrepen’ afwijkingen
Vaak buurtanden toch beschadigd (ronde tandboog op vlak oppervlak)
Verzekeringsvraagstukken

Letsel melkdentitie

  • Kinderen moeten kunnen eten en drinken, houd de behandeling simpel en plaats geen melkdentitie terug.
  • Behandeling van binnen naar buiten.
  • Behandelplanning vaak combinatie van letsel.

De spalk

  • Gemakkelijk/snel aan te brengen en te verwijderen, wie brengt het aan en wie haalt het eraf?
  • Aanbrengen of verwijderen is niet traumatiserend
  • Stabiliserende functie
  • Adequate fixatie gedurende gehele immobilisatieperiode
  • Niet traumatiserend voor parodontium en elementen (cariës)
  • Geen occlusie/articulatie stoornis
  • Endodontische therapie moet mogelijk zijn
  • Eventueel esthetisch acceptabel
  • Flexibel bij luxatie en avulsietrauma
  • Rigide bij wortelfracturen en processus alveolaris fractuur

Keuze draadspalk

  • Composietspalk
  • Kunstharsspalk

Aanbrengen spalk

  • Reponeren element(en)
  • Draad kiezen en aanbuigen
  • Elementen reinigen
  • Buccale vlak buurelementen voorbewerken
  • Draad passief aan buurelementen bevestigen
  • Buccale vlak getraumatiseerd element voorbewerken
  • Spalkdraad passief aan getraumatiseerd element bevestigen (onder controle occlusie)

Tip: in onderkaak eventueel linguaal spalken.

Controle van repositie is belangrijk met röntgenopname.

Fixatieduur spalk

  • Avulsie 1 week
  • Luxatie 3-4 weken
  • Verbrijzeling alveolewand 6 weken
  • Wortelfractuur 6 weken. Dit is afhankelijk van hoe hoog de fractuur zit.

Antibiotica (AB) proflylaxe

  • Wordt doorgaans niet gegeven bij dentaal letsel
  • Als weke delen betrokken zijn en dan kan het nodig zijn.
  • als AB-profylaxe wordt gegeven dan een breed spectrum:
  • Amoxicilline
  • Augementin
  • Co-trimoxazol
  • Metronidazol

Meestal wordt gekozen voor een therapeutische dosering voor 1 week.

Voorkomen is beter dan genezen: Profylaxe dentaal letsel.

Typen gebitsbeschermers

  1. Universeel zonder mogelijkheid tot verdere afvorming (pre-fab)
  2. Universeel met mogelijkheid tot individuele afvorming (boil and bite)
    1. enkellaags
    2. meerlaags
  3. Individueel vervaardigd meestal meerlaags
  4. Pre-fab voor dragers vast apparatuur.

Gebitsbeschermers

Primaire functie van gebitsbeschermers: het absorberen en verspreiden van energie van F impact.

  • Hoe dikker, hoe meer bescherming
  • Meerlaags is beter dan enkellaags
  • Prefab: hierover zijn heel weinig resultaten beschikbaar (1 artikel) en dit is zeker geen winnaar op het gebied van pasvorm en draagcomfort.

Conclusie

  • Elke beschermer is beter dan geen.
  • Draagcomfort:  dit is de belangrijkste reden voor een sporter om het wel of niet te dragen.
  • Voorafgaand aan ortho lijkt de enkel of meerlaagse boil and bite-beschermer een goed compromis.
  • Na ortho meerlaags wordt geadviseerd een individueel vervaardigde beschermer te gebruiken.

Kees-Pieter Schepman studeerde tandheelkunde aan het ACTA, waarna hij geneeskunde studeerde, promoveerde en opgeleid werd tot MKA-chirurg in het VU Medisch Centrum. Hierna volgde hij een fellow-ship in de oncologische hoofd-halschirurgie in het Erasmus MC. Sinds 2007 werkt hij als staflid MKA-chirurg in het UMCG in Groningen en heeft hij als aandachtsgebieden hoofd-hals oncologie en opleiding.

Verslag voor dental INFO door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Kees-Pieter Schepman tijdens de cursus Trauma van de NWVT.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
mond, lachen, man

Autismevriendelijke mondzorg

Tijdens het congres Autismevriendelijke Mondzorg werden er handvatten om mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) in je praktijk te behandelen. Suzanne Agterberg-Rouwhorst, de drijvende kracht achter het autismepaspoort en ervaringsdeskundige, nam ons mee op haar missie. Zij wil mensen anders laten kijken naar autisme. “Kijk niet naar wat iemand doet maar naar waarom iemand zo doet”, was haar belangrijkste les.

Uitroepteken en vraagteken

Het kan al heel veel opleveren als je meer over autisme weet. Er zijn twee typeringen die hierbij een grote rol spelen. Mensen met autisme hebben namelijk twee grote uitdagingen. De een in de vorm van een uitroepteken en de ander in de vorm van een vraagteken. Het uitroepteken van ‘te veel of juist te weinig prikkels’ en het vraagteken van ‘ik snap niet hoe de wereld in elkaar zit’. In 2017 is pas het uitroepteken van over- of onderprikkeling opgenomen in de diagnose van autisme. Naar de tandarts gaan is een en al prikkels. Soms helpt een koptelefoon. Sommige dragen graag een capuchon zodat ze een teveel aan prikkels kunnen voorkomen of uitschakelen.

Waarom poetst een patiënt niet?

Vanuit autisme bekeken zitten er veel mogelijke oorzaken aan dit gedrag. De smaak van de tandpasta is te heftig, het borsteltje is veranderd, het geluid van de borstel of het gevoel is verre van prettig. Of de patiënt is veel jonger in zijn ontwikkeling en is er daarom een begeleidingsbehoefte. Of is er een ondersteuningsbehoefte op de executieve functies en weet de patiënt dus niet waar hij moet beginnen en kan dus zodoende ook niet beginnen. Of misschien is deze persoon met autisme op het einde van de dag volledig overprikkeld? Pas als dit bekend is, kan er bepaald worden of er misschien verschuiving in de tijd van het poetsen nodig is, een ander soort borstel, een andere manier of intensievere ondersteuning.

Een vol hoofd

Autisme heeft te maken met een andere informatieverwerking en dit zit in het brein. Mensen met autisme hebben letterlijk een heel vol hoofd. De neuronenpaden die niet vaak worden gebruikt worden normaal gesproken opgeruimd maar bij autisten blijven deze overeind. Normaal gaat het brein pas aan als er iets onvoorspelbaars gebeurt. Bij autisten is het brein continue aan om allerlei prikkels te verwerken en elk klein detail dat afwijkt, geeft stress. Bijvoorbeeld als je iemand met ASS uit de wachtkamer haalt om 10:01 uur in plaats van om de 10:00 uur die op het afsprakenkaartje staat.

Twee hoofdkenmerken

Een autisme paspoort geeft aan waarmee iemand echt stoeit. Dit kunnen acht thema’s zijn. Er zijn twee hoofdkenmerken:
• Blijvende beperkingen in communicatie en sociale interactie
• Repetitief gedrag en specifieke interesse

Communicatie

Sommige mensen met autisme kunnen ontzettend leuk met je kletsen. Maar dat betekent niet dat het deze persoon geen moeite kost. Iemand is continue aan het scannen met wat de situatie betekent en wat hij ermee moet.

Repetitief gedrag

Het repetitieve gedrag kan zich uiten als altijd hetzelfde blauwe autootje meenemen naar de praktijk. Of letterlijk dingen op een rijtje zetten. Dit is heel voorspelbaar en dat is wat het brein van iemand met autisme prettig vindt. Dus elke keer dezelfde behandelaar in dezelfde kamer en dezelfde behandeling met dezelfde instrumenten is heel fijn. Geef daarom ook begrip en zeg dat het okay is als iets een klein beetje afwijkt.

Anders denken

Nog een thema is dat mensen met autisme anders denken. Zo kunnen ze heel druk zijn met het invullen van andermans gedachten en hier boos om worden terwijl diegene geen idee heeft wat hij verkeerd heeft gedaan. Daarom kan je overvallen worden van het gedrag van iemand met autisme.

Executieve functies

Executieve functies zijn vaak niet volledig ontwikkeld. Alle stappen op een bepaalde volgorde doen, kan erg ingewikkeld zijn.

Context

Ze kijken anders naar de wereld. Iets in de context plaatsen, is dan een hele grote uitdaging. Zij zien eerst de details voordat ze het geheel zien. Ze zijn dus heel druk met puzzelen en dat kost veel energie.

Leren

Er kunnen belemmeringen in het leren zijn. Door de stress kan iemand moeilijk leren.

Afstemmen

Dit gaat vooral over het afstemmen op een ander. De patiënt hoort waar hij op dat moment mee bezig is in zijn hoofd op dat moment. Kinderen met autisme kunnen verstrikt raken in taal. Probeer korte zinnen te maken en het visueel te maken. De verwerkingstijd is lang dus voordat een instructie echt land, kan er flink wat tijd overheen gaan. Oogcontact is niet prettig, want dat is te intens.

Stress

Dit is een hoofdthema in het leven van iemand met autisme. Je kunt aan de patiënt vragen wat hem stress geeft.

Protectieve factoren

Gelukkig zijn er ook positieve zaken aan autisme. Zoals doorzettingsvermogen, detailgerichtheid, bepaalde dingen erg goed kunnen onthouden. Je kunt bijvoorbeeld goed afspraken met ze maken.
Met het autismepaspoort kan je verder. Je kunt dan bekijken wat iemand van jou nodig heeft. Dus twijfel niet om naar dit paspoort te vragen.

Bekijk hier een voorbeeld van een autismepaspoort.

Suzanne Agterberg-Rouwhorst is autismespecialist met 25 jaar onderwijservaring in regulier en speciaal onderwijs. Suzanne is Cum Laude geslaagd voor haar master SEN studie (2014). Zij won met haar onderzoek ‘Autisme, een andere wereld’ de Fontys ‘Denk groter prijs 2014′ en de prestigieuze NVA-HanneMieke prijs. Zij schreef de boeken ‘Autisme anders bekijken’ (2015) en ‘Vind je eigen weg met jouw autisme’ (2018). Daarnaast ontwikkelde zij ontwikkelde het Autismepaspoort en de Jouw Autisme Methodiek (2022). Suzanne wil mensen inspireren om vérder te kijken dan het gedrag dat je ziet. Ze verzorgt allerhande scholing over autisme, is voorzitter van de NVA Expertgroep Autisme & Onderwijs en wordt door het CCE ingezet als consulent autisme. De combinatie van haar zeer brede theoretische kennis, praktijkervaring en het feit dat zij zelf ervaringsdeskundige is, ervaren deelnemers als zeer boeiend en inspirerend. “De manier waarop Suzanne de cursus geeft is inspirerend, sprankelen, positief en enthousiast!”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Suzanne Agterberg-Rouwhorst tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg van Medilex.

Lees ook: Prikkelverwerking bij mensen met autisme

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
gebitsboekje

Pilot met GebitsGroeiBoekje van start

Eind maart start een pilot met het uitreiken van het GebitsGroeiBoekje. Ouders van wie het kind het eerste tandje heeft, krijgen het boekje tijdens hun bezoek aan het consultatiebureau. Die nemen het vervolgens mee naar de mondzorgpraktijk, zo is de bedoeling. De proef begint in de GGD-regio Brabant Zuidoost; vanaf 1 april volgen de GGD-regio’s Zaanstreek-Waterland en Hollands Midden.

Het GebitsGroeiBoekje geeft informatie over de mond en over de gebitsontwikkeling van het kind tot 5 jaar, en over hoe je mond en gebit kunt verzorgen. Bij het uitreiken ervan op het consultatiebureau of Centrum voor Jeugd en Gezin krijgen de ouders het advies met hun kind naar de tandarts of mondhygiënist te gaan, en het boekje dan mee te nemen. Bekijk het GebitsGroeiBoekje

Eenduidige informatie over goede mondverzorging

Het GebitsGroeiBoekje is enerzijds bedoeld om tegemoet te komen aan de breed levende behoefte aan eenduidige informatie, praktische handvatten en tips en tricks over goede mondverzorging.

Bijdragen aan de opkomst bij de tandarts en mondhygiënist

Daarnaast willen de initiatiefnemers bijdragen aan het bevorderen van de opkomst bij de mondzorgpraktijk. Nog te veel kinderen gaan immers niet (op tijd) regelmatig op controle. Van de 2- en 3-jarigen is dat bijvoorbeeld minder dan de helft*, terwijl het advies is om vanaf het doorbreken van het eerste tandje een mondzorgverlener te bezoeken.

Doorgaande lijn in preventie benadrukken

Het boekje sluit aan op het voor jonge ouders bekende concept van de “GroeiGids” die gebruikt wordt in de jeugdgezondheidszorg. De initiatiefnemers hopen met het boekje voor ouders de doorgaande lijn in preventie te benadrukken: voor preventie van algehele gezondheid kun je terecht bij de jeugdgezondheidszorg, voor een ander deel ga je naar de mondzorg.

Mondzorgbreed initiatief

Het GebitsGroeiboekje is een uitgave van de KNMT en de Hogeschool Utrecht. Het is tot stand gekomen in samenwerking met NVM-mondhygiënisten, het Ivoren Kruis en de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Mondproblemen, infographic Carend

Infographic over mondzorg in palliatieve fase

Mondklachten komen vaak voor in de palliatieve fase en hebben een grote impact op het comfort en welzijn van patiënten. Carend maakte een infographic van de meest voorkomende mondklachten, praktische adviezen voor zorgverleners en eenvoudige tips om de mondzorg te optimaliseren.

Droge mond, pijnlijke plekken of problemen met slikken kunnen het eten, drinken en praten bemoeilijken. Dit kan niet alleen fysiek belastend zijn, maar ook emotioneel en sociaal ingrijpend.

Download de infographic op de website van Carend 

Lees ook:
Nieuwe mondzorgrichtlijn voor palliatieve patiënten

Lees meer over: Communicatie patiënt
Uitblinkers

Uitblinkers-project: verbeteren van poetsgedrag van jonge kinderen

Het Uitblinkers-project van ACTA/HU heeft als doel het verbeteren van het poetsgedrag van kinderen tussen de 2 en 10 jaar. ‘Uitblinkers’ is een gesprekstechniek waarbij wordt geprobeerd om het poetsgedrag van 2-jarige kinderen tot 10-jarige kinderen te verbeteren, kijkend naar de opvoeding van de ouders.

De gesprekken bestaan uit 2 delen: eerst wordt met de ouders gesproken over de hobbels die ze ervaren bij het tandenpoetsen van hun kinderen. Daarna wordt samen met de ouders gekeken naar manieren om ervoor te zorgen dat het alsnog lukt, door opvoedingkundige leerprincipes toe te passen, zoals consequent en positief opvoeden en het inbouwen van gewoontes. Behandelaars krijgen daarvoor een toolkit met kaarten en een script ter ondersteuning van de gesprekstechnieken.

ACTA onderzoekt met dit project, samen met de Hogeschool Utrecht (HU), of het Uitblinkers-project effect heeft op het verbeteren van het poetsgedrag van de kinderen op de lange termijn en wordt ‘Uitblinkers’ zo aangepast dat het ook kan helpen bij het verbeteren van voedingspatronen. Ook wordt onderzocht of deze methode in de mondzorgpraktijk kan worden toegepast.

Het project is in 2017 ontwikkeled door een groep van deskundigen in de kindtandheelkunde, Public Health, ontwikkelingspsychologie en gedragstherapie. Het project geeft aandacht aan de toenemende ongelijkheid in mondgezondheid van Nederlandse kinderen en dan met name van kinderen uit de lage sociaaleconomische posities.

Het project startte in 2024 en loopt tot 1 januari 2026. De betrokken onderzoekers zijn: bijzonder hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg Katarina Jerkovic (ACTA/HU), universitair hoofddocent Denise Duijster (ACTA) en onderzoeker Maddelon de Jong-Lenters (ACTA), hoogleraar Monitoring Mondgezondheid en Preventie Monique van der Veen (ACTA/InHolland) en promovendi Pomme van Maarschalkerweerd (ACTA) en Denise Leusink (HU).

Lees ook:

Uitblinkers training, 11 april 2025

Interview met Maddelon de Jong-Lenters over de Uitblinkers-interventie

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Prikkelverwerking-bij-mensen-met-autisme

Prikkelverwerking bij mensen met autisme

Prikkelverwerking heeft alles te maken met de verwerking van prikkels van de acht zintuigensystemen. Met prikkels uit de omgeving, en prikkels uit ons eigen lijf. De laatste kunnen niet geneerd worden, zoals vanuit het evenwichtszintuig. Deze kom je al snel tegen als de stoel achterover gaat. Als dit zintuig snel reageert dan zie je dat iemand bijvoorbeeld de stoel snel vast pakt of verstart. Hou deze personen in beweging zodat ze weer rustig worden.

Je kent misschien zelf het ‘body comes first principe’ als je een volle blaas hebt. Je moet eerst plassen om weer te kunnen focussen op zaken uit de omgeving, zoals gericht luisteren.

Prikkelcoach Robert de Hoog vertelde over de prikkelverwerking bij mensen met autisme tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg, lees het verslag van zijn lezing hieronder.

Zien

Van alle prikkels die bij ons brein aankomen is 60-70% bezig met verwerking van visuele prikkels. Je ziet de lamp, de tv, maar je ziet de instrumenten niet echt aankomen. Daarom kun je het beter wel laten zien want zien is gekoppeld aan veiligheid. “We zijn een soort ramptoeristen, we willen zien.”, sprak Robert de Hoog.

Horen

Het geluid van de boor staat in de top 5 van meest nare geluiden. Er is hierbij een koppeling met emotie. Bij de boor is dit pijn en ongemak en zodoende kan het enorm triggeren.

Tast

In de mond zitten enorm veel tastreceptoren. Zij ontvangen de prikkels van trillingen, koude/warmte, pijn, diepe druk en lichte aanraking. Dus tijdens een tandartsbezoek zijn er enorm veel tastprikkels.

Geur

Ook zijn er enorm veel geurtjes in de praktijk. Denk aan handschoenen, schoonmaakmiddelen, materialen, de geur van de vorige patiënt en de geur van de behandelaar. Zorg dus voor een niet te intensieve geur en doe het liefst altijd hetzelfde geurtje op.
Iedereen heeft zijn eigen prikkelprofiel en deze is ook in het autismepaspoort te vinden.

Filter

Er komen 11 miljoen prikkels per seconde in het brein aan. Dat is ontzettend veel en in de moderne tijd zijn het aantal prikkels in de maatschappij enorm toegenomen. Het brein filtert daarom. Er blijven er dan 4000 over waar we ons van bewust zijn. Het filter is dus heel belangrijk, filteren is een belangrijke taak van ons brein. Prikkels die gevaar op kunnen leveren komen als eerste door. Eerdere ervaringen zijn hierbij doorslaggevend.

Onderprikkeling

Bij mensen met autisme speelt onderprikkeling mogelijk een grotere rol dan overprikkeling. Als je lange tijd in behandeling bent dan kan het saai worden. Wat dan te doen? Iets in de handen? Ergens naar kijken? Een grapje van de tandarts?

Overprikkeling

Bij overprikkeling zie je dat de reactie op die prikkel lange tijd aanhoudt terwijl de prikkel zelf al een poos weg is. Zo kan iemand het handenschudden nog heel lang in zijn hand voelen nadat het daadwerkelijk geven van de hand al verleden tijd is. Dat leidt enorm af omdat het heel lang je aandacht trekt.

Bij onderprikkeling blijft de reactie juist erg kort en dus snel weer weg. Bij elk zintuigsysteem kan er sprake zijn van onder- of overprikkeling. Dit komt allemaal te staan in het prikkelprofiel van iemand met autisme.

Zelfopgewekte prikkel

Friemelen en wiebelen reguleert heel goed. Dit is een zelfopgewekte prikkel en dus voorspelbaar. Het kan zijn dat iemand met autismespectrumstoornis (ASS) daarom juist steeds zijn lippen op elkaar perst omdat hij het zelf in de hand heeft en hem voorbereid op wat komen gaat.

Robert de Hoog, specialist sensorische informatieverwerking. Robert is sinds 1994 fysiotherapeut van beroep. Al vrij snel ben is hij zich gaan specialiseren in de sensorische informatieverwerking. In 2015 besloot Robert te starten als zelfstandige onder de naam Prikkelcoach. Hij zet zijn kennis en ervaring in bij kinderen en volwassenen bij wie de prikkelverwerking niet helemaal goed verloopt. Dat kunnen mensen zijn met een diagnose als autisme, dementie of ADHD. Maar ook mensen zonder diagnose ervaren soms flinke problemen in de prikkelverwerking. Naast Prikkelcoach heeft Robert ook gewerkt bij Squease (Squease maakt drukvesten). Hij geeft les bij Anders Kijken naar Kinderen (opleidingsinstituut). Hij is co-auteur van het boek ‘Prikkels in de groep!’

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Robert de Hoog tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg van Medilex.

Lees ook:
Autismevriendelijke mondzorg

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
flossen

Mondgezondheid verbeteren door schuldgevoel te creëren

Patiënten overtuigen om vaker te poetsen en te flossen, daar willen tandartsen misschien mee stoppen. Uit een onderzoek gepubliceerd in Frontier in Psychology is gebleken dat het gebruik van schuldgevoelens om gezondheidsproblemen te communiceren waarschijnlijk niet tot gedragsverandering zal leiden.

Communicatietechnieken

Artsen zouden in plaats van schuldgevoelens, overtuigende communicatietechnieken moeten gebruiken om te zorgen voor gedragsverandering bij patiënten. Volgens Wei Peng, universitair hoofddocent zijn schuldgevoelens in de gezondheidszorg minder effectief om over te gaan tot gedragsverandering.

Onderzoek

Gegevens uit 26 onderzoeken werden geanalyseerd en op basis van de uitkomsten werd het schuldgevoel, houding, gedrag, gedragsintentie, niet-schuldemoties, motivatie en cognitie onderzocht. Volgens de auteurs hadden schuldgevoelens een klein effect.
Juist door patiënten aan te spreken door de causale gebeurtenis uit te leggen en aanbevelingen te doen kan het probleem opgelost worden en over worden gegaan tot gedragsverandering. Argumenten die benadrukken hoe het probleem had kunnen worden aangepakt kan juist een negatief effect hebben op gedragsverandering.

Conclusie

Het delen van verhalen en het gebruik van andere bronnen heeft een grotere effectiviteit op gedragsverandering dan wanneer er bij de patiënt wordt gezorgd voor schuldgevoelens. Er zijn meer onderzoeken nodig in de toekomst voor replicatie van de bevindingen volgens de auteurs.

Bron:
Frontiers

Lees meer over: Communicatie patiënt
Voorlichtingsvideo mondgezondheid voor Afrika

Voorlichtingsvideo mondgezondheid voor Afrika

Jolanda Gortzak, eigenaar van Oral-Vision, mondhygiëne kliniek in Amsterdam en onderzoeker maakte jaren geleden een tandenpoetsliedje als interventie dat nog steeds gezongen wordt in de sloppenwijken van Nairobi. Het liedje is onlangs ook opgenomen in een voorlichtingsvideo over mondgezondheid.

Voorlichting video’s mondzorg ( Engels en Swahili)

Waarom is  een optimale mondhygiëne in ontwikkelingslanden noodzaak?

Mondhygiëne is een essentieel onderdeel van de algehele gezondheid en kan significante gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven. Door bewustzijn te creëren en toegang tot middelen te verbeteren, kunnen gemeenschappen gezonder worden en tandheelkundige problemen verminderen. Er is dan ook een groeiend bewustzijn van het belang van mondgezondheid als onderdeel van de algehele gezondheid. Internationale organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), benadrukken steeds meer het belang van geïntegreerde benaderingen voor het verbeteren van mondgezondheid in ontwikkelingslanden. Het verbeteren van de mondzorg in ontwikkelingslanden vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij gezondheid, educatie en lokale gemeenschapsbetrokkenheid centraal staan.

Welke uitdagingen beïnvloeden de mondgezondheid in  Afrika?

  • Beperkte toegang tot zorg
    In veel ontwikkelingslanden is er een tekort aan tandartsen en mondzorgfaciliteiten, vooral in plattelandsgebieden.
  • Financiële barrières
    De kosten van tandheelkundige zorg kunnen voor veel mensen onbetaalbaar zijn.
  • Beperkte voorlichting
    Er is vaak een gebrek aan kennis over mondgezondheid en preventieve maatregelen.
  • Infectieziekten
    Veel ontwikkelingslanden hebben te maken met hoge percentages tandbederf en andere tandheelkundige aandoeningen, vaak als gevolg van slechte voeding en gebrek aan goede mondhygiëne.

 Welke Initiatieven zijn er om de mondgezondheid in Afrika te verbeteren?

  • Preventieve programma’s
    Uit de ervaring van de afgelopen jaren is gebleken, dat een preventief programma met betrekking tot de mondhygiëne zeer succesvol is bij kinderen.  DDC Foundation (De Dutch Dental Care Foundation) richt zich hiermee dus vooral op de jeugd. Door het geven van voorlichting en instructie, aangepast aan de lokale omstandigheden, wordt geprobeerd de preventie te optimaliseren. De behandelingen van pijnklachten zijn voor de kinderen een verlichting. Kinderen, die pijn hebben, slapen en eten niet, gaan dan niet meer naar school en leren dus niet. De bevolking is dan ook erg blij met alle hulp en zorg.
  • Mobiele tandheelkundige klinieken
    Deze klinieken reizen naar afgelegen gebieden om tandheelkundige zorg te bieden op scholen en aan mensen die anders geen toegang hebben tot tandheelkundige zorg. DDC Foundation zendt twee maal per jaar teams uit naar het zuidelijke deel van Kenia om tandheelkundige hulp te verlenen op scholen. Een team is samengesteld uit meerdere tandartsen, (preventie-)assistentes, mondhygiënisten, een kaakchirurg en ondersteuning. Iedereen die meegaat betaalt zijn eigen verblijf- en reiskosten.
  • Opleiding van lokale zorgverleners: Het opleiden van lokale gezondheidswerkers die in de basis kan helpen om de mondzorg te verbeteren en de toegankelijkheid te vergroten. DDC Foundation heeft twee klinieken waar COHO’s (Community Oral Health Officer) werken. Tegen een geringe vergoeding kan iedereen zich er laten behandelen. Community Oral Health Officers (COHO’s) , mannen en vrouwen die een basisopleiding tandheelkunde hebben afgerond. Zij krijgen de gelegenheid mee te werken in de scholen en kunnen zo ervaring opdoen, die zij weer kunnen toepassen in de twee klinieken.

Preventieve programma’s

Jolanda is verschillende keren mee geweest met de DDC Foundation naar Kenia om op scholen kinderen en docenten te behandelen en voorlichting te geven over een optimale mondgezondheid en het belang van goede hygiëne.  Het viel haar op dat In Afrika altijd veel wordt gezongen en gedanst. Muziek wordt hier dan ook gezien als een illustratie van het belang van het menselijk leven, om mensen te verbinden en om het gemeenschapsgevoel te ondersteunen. Deze gedachtegoed meegenomen in het ontwikkelen van een interventie in  de vorm van een simpel poetsinstructie liedje op de sound van: “vader Jacob” heeft ertoe geleid dat dit poetsliedje nu in de sloppenwijken van Nairobi wordt gezongen en de kinderen stimuleert om twee keer per dag hun tanden te gaan poetsen.

Voorlichtingsvideo

Alice Grasveld, collega mondhygiënist en eigenaar van de The Healthy Teeth Foundation  heeft als droom dat ieder kind in de wereld naar school kan. Helaas heeft 80% van de kinderen in de sloppenwijken in Afrika en Azië last van tandbederf en kiespijn.  Dit is een van de voornaamste redenen van schoolverzuim en bovendien heeft dit invloed op het zelfvertrouwen van een kind. Als kinderen kiespijn hebben, gaan ze niet naar school en dat is funest voor hun toekomst. Want scholing is de enige manier om uit de armoede te komen.

Nelson Mandela zei terecht: “Education is the most powerful weapon which you can use to change the world .”

Alice Grasveld heeft samen met filmmaker Eriss Khajira en de kinderen in de sloppenwijken van Nairobi een voorlichtingsvideo gemaakt. Het doel van deze video is te helpen om het bewustzijn onder kinderen en gemeenschaps- en familieleden te vergroten en hen voor te lichten over de mondzorg. Deze video, die zowel in het Engels als Swahili is opgenomen, kan nuttig zijn in gebieden waar de toegang tot tandheelkundige zorg slecht is of helemaal niet bestaat!

Tandheelkundige organisaties  in Afrika en Azië

The healthy teeth foundation 
DDC Foundation 

Door:
Jolanda Gortzak, mondhygiënist en eigenaar van Oral-Vision, info@oral-vision.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Lieneke Stevrink-Jorna, Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Evaluatie Elke Peuter- en Kleutermond Gezond zeer positief

Meer dan twee jaar geleden startten mondhygiënisten Silvia Van Hagen en Lieneke Steverink-Jorna op twee consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl. Lieneke zocht al sinds 2011 een manier om samen te werken met het consultatiebureau. Zij zocht de samenwerking op met Regionaal Overleg Mondzorg Achterhoek. Hierbij zijn onder andere de GGD Noord -en- Oost Gelderland en Yunio betrokken.

Om voor een wetenschappelijke inslag te zorgen, werd de methode Uitblinkers gevraagd. De zorgverzekeraars kregen zij hierna ook mee. Ook besloot Gemeente Doetinchem na een motie de tandheelkundige preventie voor kinderen te garanderen en kon het project daadwerkelijk uitgerold worden.

Evaluatie

Na twee jaar werd de pilot geëvalueerd door Evaluatiebureau Publieke Gezondheid met als opdrachtgever Gemeente Doetinchem. Een korte samenvatting:

In november 2020 startte de gemeente Doetinchem de pilot “Elke peuter- en kleutermond gezond!” om de mondzorg voor kinderen toegankelijker te maken. Hoewel mondzorg voor kinderen vergoed wordt via de basisverzekering, bleek dat 16-36% van de kinderen geen preventieve mondzorg had ontvangen. Het doel van de pilot was om dit percentage te verminderen door mondhygiënisten in te zetten op consultatiebureaus.

Doelen

De pilot had vier hoofddoelen:
1. Het bereik van kinderen voor mondzorg vergroten.
2. Ouders bewust maken van het belang van goede mondzorg.
3. Gedragsverandering bevorderen, zoals tandenpoetsen en het vermijden van gezoete dranken.
4. Ouders ondersteunen bij mondzorgopvoeding met de Uitblinkers methodiek.

Elke Peuter- en Kleutermond Gezond

Uitvoering

Twee mondhygiënisten waren tussen april 2022 en juni 2024 op consultatiebureaus in Doetinchem en Wehl aanwezig. Ouders werden uitgenodigd om een mondzorgconsult te bezoeken. Tijdens het consult werden kinderen geïnspecteerd, tandenpoetsen werd gedemonstreerd, en zo nodig werd doorverwezen naar een mondzorgpraktijk. De Uitblinkers methodiek werd gebruikt om barrières voor tandenpoetsen bij ouders te identificeren en weg te nemen.

Resultaten

  • 866 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bezochten de mondhygiënist.
  • Bij 49 kinderen werd actieve of behandelde cariës gevonden.
  • 606 adviezen over tandenpoetsen en 248 adviezen over speengebruik werden gegeven.
  • Meer dan de helft van de kinderen die de mondhygiënist bezochten, gingen later ook naar de tandarts.

Waardering

De betrokken zorgprofessionals en ouders waren zeer positief over de pilot. Ouders waardeerden het consult bij de mondhygiënist met een gemiddelde score van 8,8, en 94% van de ouders vond de adviezen bruikbaar. De laagdrempelige aanpak op het consultatiebureau en de speelse manier van tandenpoetsen werden als positieve punten genoemd.

Conclusie

De pilot toont aan dat mondhygiënisten op consultatiebureaus effectief zijn in het vergroten van het bereik van kinderen voor mondzorg. Er wordt geadviseerd om deze werkwijze voort te zetten en uit te breiden naar andere gemeenten, met een focus op samenwerking tussen consultatiebureaus en mondhygiënisten.

Dit project laat zien hoe preventieve mondzorg een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen van mondgezondheid bij jonge kinderen, door ouders op een laagdrempelige manier te betrekken bij de zorg voor het gebit van hun kinderen.

Vervolg

De twee mondhygiënisten gaan door met hun project en hopen dat binnenkort de landelijke betaaltitel komt. Yunio (Jeugdgezondheidzorg door de hele regio) wenst namelijk op meerdere van haar consultatiebureaus de inzet van mondhygiënisten. Dit kan alleen als VWS hiertoe besluit. Waarschijnlijk zal dit rapport, naast het onderzoek van Gezonde Peutermonden, daartoe een zetje kunnen geven.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Mond Mysterie

NVM-mondhygiënisten en elmex stimuleren betere mondgezondheid voor de jeugd

NVM-mondhygiënisten en elmex trekken samen op om de mondgezondheid van de jeugd te bevorderen. Na de start van een online publiekscampagne, die zich met 10 tips van de mondhygiënist richt op ouders met kinderen tot 12 jaar, ontvangen basisscholen en bso’s eind september een informatiepakket over het Mond Mysterie met de vraag of zij dit in hun lesprogramma willen opnemen. Daarnaast komen er begin oktober posters en flyers over dit spel in de Etos-filialen te hangen.

Een spannende online escaperoom voor kinderen

Het Mond Mysterie is een spannende online escaperoom voor kinderen in groep 5 t/m 8, waarin zij spelenderwijs leren over mondverzorging. Er is ook een wedstrijd aan gekoppeld om hen te stimuleren om dit te spelen.

Mond Mysterie is een initiatief van NVM-mondhygiënisten en is mede tot stand gekomen met de ondersteuning van elmex.

Preventie van jongs af aan

Uit onderzoek blijkt dat veel ouders nog onvoldoende op de hoogte zijn van het belang van preventieve mondzorg vanaf het eerste tandje. Veel barrières, zoals gebrek aan kennis en angst, verhinderen een bezoek aan de mondhygiënist, terwijl kinderen vaak kosteloos verzekerd zijn. Met als gevolg dat veertig procent van de kinderen op vijfjarige leeftijd gaatjes hebben. NVM-mondhygiënisten pleit voor een grotere rol van mondhygiënisten in consultatiebureaus en jeugdcentra om dit te doorbreken en preventie bij jonge kinderen te bevorderen.

Mooie samenwerking elmex en mondhygiënisten

Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Deze samenwerking is een goed voorbeeld van de constructieve opstelling van NVM-mondhygiënisten die voortdurend de samenwerking opzoekt met diverse partijen in de mondzorg om de preventieve mondgezondheid te bevorderen. Tanmayi Jagadeesan, namens elmex: “Via deze campagne promoten we op een speelse manier het belang van een goede poetsroutine bij kinderen.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
open mond - gebit

Een goede vertrouwens relatie: dé basis voor een gezond gebit

Niemand wil een slecht gebit. De tandarts niet, de ouders niet en ook het kind niet. Het is dus zaak stevig in te zetten op preventie. Het directe contact met de patiënt en de vaak langdurige vertrouwensrelatie vormen de basis hiervoor. Hoe bouw en onderhoud je deze vertrouwensrelatie?

Verslag van de lezing van Ingrid van Essen, gedrag- en communicatiedeskundige.

Anders kijken naar probleemgedrag met een systemische blik

– Zie het gedrag als een onderdeel van het grote geheel

– Heb aandacht voor de wisselwerking van het kind en zijn omgeving

– Begrijp dat mensen onderdeel zijn van een systeem

– Mensen zijn loyaal aan hun systeem

– Besef dat veel van onze reacties in het ‘hier en nu’ geworteld zitten in het verleden

Mensen zijn meer dan alleen hun gedrag. Systemisch kijken wil zeggen:

Zie het gedrag als een groter geheel. Vanuit systemische blik ga je net wat verder en dieper in op wat gaat hieraan ten onder gaat.

Wat je denkt dat je ziet, is meer wat je denkt dan wat je ziet – Kees de Wolf

Je kan pas echt goed met kinderen werken als je de ouders respecteert.

Stuur ouders dus niet naar de wachtkamer tijdens de behandeling.

Vraag ouders naar hun verhaal en ervaringen bij de tandarts. Ouders meenemen bij behandeling van kinderen is belangrijk. Het kan een oplossing zijn dat het kind met zijn/haar vader die geen angst heeft, naar de tandarts gaat in plaats van met de moeder die veel angst heeft voor de tandarts.
Voor een zorgprofessional gaat het erom dat je uitstraalt naar de patiënt: ‘ik zie jou, het is oké’. Medemenselijkheid is belangrijk, iedereen heeft een verhaal. Wees bewust van de wisselwerking tussen het kind en de omgeving, er is zoveel meer dan alleen de persoon waarmee je praat. Er zit een hele familie achter en reacties zijn diep geworteld in systemen. Deze komen vaak uit het verleden.

Er zit een systeem in

Er ontstaat een systeem wanneer een groep mensen met elkaar een relatie aangaat.

Kenmerken:

  • ‘wij’ versus ‘zij’ gevoel
  • Patronen en dynamieken zijn veelal onbewust
  • Eigen regels, waarden, normen en overtuigingen

Ieder heeft zijn eigen regels en overtuigingen. Voor de één is het heel belangrijk om goed voor het gebit te verzorgen, maar bij een ander hoeft dat helemaal niet zo te zijn.

Samenwerking is cruciaal, een kind is een onderdeel van een familiesysteem.
Je wil het beste voor het kind en dat hij positieve ervaringen opdoet en vrij van angst naar de tandarts gaat.

Samenwerking cruciaal

 

Ouders van een kindje met veel cariës de les lezen door te zeggen ‘uw kind heeft veel cariës, dat kan echt niet’ is misschien menselijk, maar niet wenselijk. De ouder zal het vanuit hiërarchie niet accepteren. De tandarts kan nooit ‘de betere ouder’ zijn, vanuit de wetmatigheden van het familiesysteem.

Basisbehoeften van ieder mens

Basisbehoeften van ieder mens

Verbondenheid, autonomie en competentie, verhogen het welbevinden.

  •  Verbondenheid

    Ieder mens heeft de behoefte gehoord en gezien te worden. Hoe vind je het om hier te zijn? Is een voorbeeld van een vraag die je kunt stellen aan een kind. Kinderen zijn vaak eerlijk. Train jezelf om kinderen een vraag buiten de mondzorg te stellen en daar later op terug komen, dat is echt oprechte interesse.

  • Autonomie

    Als mondzorgprofessional zou je de vraag kunnen stellen: ‘wat zou hiervoor de oplossing zijn?’ Soms kan je veel stress wegnemen door uit te leggen wat je gaat doen.

Gebruik het woordje “nog”. Dus niet: waarom lukt het poetsen niet?
MAAR: waarom lukt het poetsen NOG niet. Erkenning is KEY!

Leer kinderen vaardigheden aan en vraag bijvoorbeeld: ‘wat heb je al gedaan?’

6 uitgangspunten van een goede vertrouwensrelatie

6 uitgangspunten van een goede vertrouwensrelatie

  1. Gedrag

    Mensen zijn zoveel meer dan hun gedrag

  2. Gevoelens en behoeften

    Soms moet je stilstaan om te versnellen

  3.  Kwaliteiten talenten en vaardigheden

    Mensen beschikken over eigen hulpbronnen om het gewenste resultaat te bereiken. Het is erg onnederlands om je kwaliteiten tentoon te stellen door onze calvinistische cultuur. Vraag bijvoorbeeld:
    Wat lukt jou wel?
    Wat gaat wel goed?
    Sta stil bij wat wel goed gaat want dat werkt verbindend.

  4.  Identiteit / zelfbeeld

    Ik ben oké, jij bent oké.
    Mijn waarheid is niet de waarheid.

  5. Mensen wil wel veranderen maar niet veranderd worden

  6. Effectief communiceren

    Het is belangrijk om je te realiseren dat je niet alleen met taal maar ook non-verbaal communiceert. En ook als je niets zegt, communiceer je toch. Je kunt niet niet communiceren.

Ruis

Communicatie vind je op:

  • Inhoudsniveau
  • Betrekkingsniveau

Ruis kan onder andere ontstaan door gebrek aan transparantie, onduidelijkheid en vertrouwen. Als mondzorgprofessional kun je ruis voelen.

Vraag jezelf af: ‘Heb ik een ruis veroorzaakt?’.

Vragen die goed zijn om te stellen:

‘Hoe vindt u mij als tandarts?’
‘Is er iets wat ik moet weten?’

Gedrag lokt emotie uit. Het is goed om te weten waar een reactie vandaan komt en dat iedereen een koffer met zijn verhaal heeft. Besef: mijn waarheid is niet dé waarheid.

Kijk naar je eigen opvoeding. Welke ervaringen heb ik? Welke overtuigingen heb ik? In een praktijk zal je merken dat de samenwerking vaak makkelijker verloopt wanneer je patiënten behandeld met ongeveer dezelfde normen en waarden als jij. Het wordt een uitdaging om in contact te blijven met mensen die er andere waarden en normen op nahouden.

Reflectie oefening

  • Welke waarden en normen zijn voor jou belangrijk als het gaat om mondhygiëne?
  • In hoeverre conflicteren deze met het gedrag van bepaalde patiënten?
  • Wat wordt er dan getriggerd?

Valkuilen in de communicatie

  • Te snel advies geven of oplossingen aandragen
  • Dreigen
  • Overtuigen
  • Belerend toespreken
  • Bagatelliseren

In je communicatie is het goed om:

  • Perspectief te bieden
  • Competentiegevoel te geven

Vergeet dat je als mondzorgprofessional alleen aan het zenden bent.
Pubers leven heel erg in het hier en nu. Als je tegen hun zegt: ‘als je niet gaat poetsen, krijg je gaatjes. En veel zoete drankjes zijn ook slecht’, dan komt dit waarschijnlijk niet over. Pubers boeit het niet. Maar zeg je:
‘Je krijgt een slechte adem, dat zoent niet lekker’. Dan is dat veel effectiever.

Samengevat

  • Investeer in een goede relatie
  • Respecteer de drie universele basisbehoeften van ieder mens
  • Houd rekening met de onbreekbare band tussen ouder en kind (loyaliteit)
  • Zet elke dag weer je systemische bril op
  • Mensen zijn zoveel meer dan hun gedrag
  • Zie het goede, ook als het goede klein is

Ingrid van Essen is gedrag- en communicatiedeskundige. Opgeleid bij onder anderen Phoenix Opleidingen is zij gespecialiseerd in Transactionele Analyse, Systemisch werken, NLP en Lichaamswerk. Vanuit haar eigen bedrijf is zij werkzaam als coach en trainer op het gebied van persoonlijk leiderschap, communicatie en teamontwikkeling binnen (zorg)organisaties. Zij traint en begeleidt mensen en organisaties op het gebied van gedrag en communicatie. Daarnaast is zij een veelgevraagd spreker op congressen en schreef zij meerdere boeken over gedrag, relatie en communicatie. Haar nieuwste boek ‘Communicatie zonder frustratie in het gezin’ verschijnt binnenkort.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Ingrid van Essen tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
‘Steffie’ maakt naar de tandarts gaan eenvoudig

‘Steffie’ uitgebreid met informatie over mondzorg voor ouderen in het Engels, Frans, Turks en Arabisch

Op de website Steffie.nl, waar allerhande moeilijke zaken makkelijk worden uitgelegd, is de pagina over mondzorg uitgebreid met specifieke informatie over mondzorg voor kwetsbare ouderen in het Engels, Frans, Turks en Arabisch. Dit is gedaan in samenwerking met De Mond Niet Vergeten! en stichting Leer Zelf Online.

Start campagne ‘Mondzorg voor kwetsbare ouderen in andere talen’

Goede mondverzorging is belangrijk voor een goede gezondheid, ook op latere leeftijd. Maar lang niet iedereen is zich daarvan bewust. Om anderstalige en laaggeletterde ouderen te helpen beter voor hun mond en gebit te zorgen, is de stichting De Mond Niet Vergeten! de campagne ‘Mondzorg voor kwetsbare ouderen in andere talen’ gestart.

De stichting De Mond Niet Vergeten! is in 2018 opgericht en heeft ten doel de mondgezondheid van thuiswonende kwetsbare ouderen te bevorderen. In de stichting participeren drie organisaties, namelijk de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT), Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM-mondhygiënisten) en Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT).

Steffie: Stap voor stap uitleg

Een tandartsbezoek of een goede mondverzorging is voor de meeste mensen geen hobby. Toch is dit enorm belangrijk. Maar hoe werkt dat dan, zo’n tandartsbezoek? En hoe zorg je voor een gezond gebit? Voor iedereen die deze vragen heeft, geeft online platform Steffie op een eenvoudige en begrijpelijke manier antwoord.

Op de website van Steffie vinden consumenten stapsgewijs uitleg over lastige onderwerpen, zoals belastingaangifte en omgaan met de dood. Er is ook een module te vinden met de titel ‘Naar de tandarts’. Hier legt ‘Steffie’ uit hoe je je mond en gebit goed verzorgt. Er komen tamelijk vanzelfsprekende onderwerpen aan bod, zoals het belang van je tanden poetsen en het gevaar van ongezond eten.

Er komen echter ook onderwerpen langs die een stuk minder bekend zijn bij de meeste mensen. Zo vertelt ‘Steffie’ dat ongezond tandvlees ook kan wijzen op kwalen op andere plekken in het lichaam en dat je je tandarts moet vertellen welke medicijnen je gebruikt. Daarnaast krijgen gebruikers de optie om aan te geven welke klachten ze in hun mond en op andere plekken in hun lichaam hebben, en welke medicijnen ze gebruiken. Vervolgens kunnen ze deze gegevens uitprinten en meenemen naar hun tandarts, zodat hij meteen weet wat de situatie is.

Steffie

Steffie is een online platform waar lastige onderwerpen op een begrijpelijke manier behandeld worden. Van geldzaken en gezondheid, tot het gebruik van DigiD: er komt van alles aan bod. Dankzij de stapsgewijze methode kan iedereen op zijn eigen tempo de modules doorlopen. Zo vormt het een Ideaal kennisplatform voor ouderen, kinderen, jongeren die net uit huis zijn, immigranten, mensen met een beperking, of mensen die om een andere reden moeite hebben met het begrijpen van de verschillende onderwerpen.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Begrijpen en begrepen worden bij de tandarts bij mensen met Communicatieve Meervoudige Beperking

Begrijpen en begrepen worden bij de tandarts: Communicatie met mensen met een Communicatieve Meervoudige Beperking

Wat kun je doen zodat het tandartsbezoek voor mensen met een Communicatief Meervoudige Beperking (CMB) een positieve ervaring wordt? Het betreft een afspraak die zich maar af en toe voordoet. Een tandartsbezoek kan (veel) spanning met zich meebrengen. Bijvoorbeeld omdat cliënten niet goed weten wat er gaat gebeuren of omdat ze een onprettige ervaring hebben opgedaan. Kennis over de communicatieniveaus draagt bij aan het afstemmen van de begeleiding van de client, zodat het tandartsbezoek meer ontspannen kan verlopen.

Doelgroep CMB

Voor kinderen, jongeren en volwassenen met een Communicatie Meervoudige Beperking (CMB) is een tandartsbezoek niet zo vanzelfsprekend. CMB betekent dat er sprake is van doofheid of slechthorendheid en/ of problemen met spraak en taal (Taal Ontwikkeling Stoornis, TOS) gecombineerd met bijkomende problematiek zoals gedragsproblemen en/of een verstandelijke beperking.

CMB cliënten uiten zich vaak door middel van hun gedrag. Het CBT (Communicatie Behandel Team) en Weerklank (observatie, diagnostiek en behandelcentrum, Amsterdam) werken vanuit de visie: “al het gedrag in een situatie van interactie is een mogelijke communicatieve uiting”. Communicatie is namelijk veel breder dan taal alleen. Er wordt gekeken naar de (mogelijke) betekenis van het gedrag. Goed observeren is een voorwaarde, juist om te voorkomen dat zwakke of onduidelijke signalen gemist worden.

Bekijk ook de Online lesmodules over CMB en communicatie Deelkracht

Visie CBT

De communicatiemogelijkheden van de persoon en zijn sociale netwerk zijn het uitgangspunt om tot optimale communicatie en tot gedeeld begrip te komen. In samenwerking met de personen uit het omgeving van de client, brengt het CBT de communicatie van de client in kaart. Er wordt gezocht naar een manier van communiceren, waarmee de kans op gedeeld begrip wordt vergroot. Bijvoorbeeld door bewust een gebaar, een voorwerp, ondersteunende afbeeldingen in te zetten. Niet alleen fysieke communicatiemiddelen zijn van belang. Ook het bewust inzetten van vaste opeenvolgende handelingen is essentieel, hierdoor wordt voor de client voorspelbaar dat er een bepaalde handeling of activiteit volgt. Ook de attitude van de behandelaar en de omgeving is van groot belang. Totale Communicatie is een visie waarbij alle cliënten het recht hebben op een eigen wijze van communiceren en eigenheid centraal staat.

Werkwijze CBT

Vanwege de zintuiglijke handicap van de cliënten is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met de waarneming en prikkelverwerking van de client. Vaak hebben cliënten moeite met de zintuigelijke prikkelverwerking, (bepaalde) zintuigen kunnen onder- of overprikkeld zijn. Binnen het CBT zien we vaak cliënten waarbij het kunnen en aan kunnen niet in balans zijn. Veranderingen, activiteiten die afwijken van de dagelijkse activiteiten, zoals een tandartsbezoek, kunnen leiden tot onrust. Een belangrijke basisvoorwaarde is veiligheid. Als de client iets gaat doen dat spannend is, zoals een tandartsbezoek, dan is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met vermindering van de communicatievaardigheden van de client. Het uitgangspunt is dat de omgeving zich aanpast aan de (communicatie)mogelijkheden van de cliënt in die situatie. Daarom staan we stil bij: wat biedt deze client veiligheid en vertrouwen, hoe kan de omgeving betrouwbaar zijn en op welke wijze kan de client de samenhang blijven zien? Wat heeft deze client specifiek nodig waardoor hij zichzelf kan zijn? Deze vier vragen zijn gebaseerd op theorie van ervaringsordening van Timmers-Huigens.

Om het communicatieniveau in te schatten is het van belang om de client te leren kennen en te kijken naar de inhoud van de communicatie. Juist door in kaart te brengen welke ervaringen de client heeft opgedaan en welke betekenis de client geeft aan een begrip kunnen we als omgeving leren waar we kunnen aansluiten om de client te ontmoeten. Dat vraagt goed waarnemen en in gesprek gaan met de omgeving van de client, waarbij de client centraal staat.

Vertaalslag naar tandarts

Zo is het CBT ook op zoek gegaan wat CMB cliënten kan ondersteunen in het tandartsbezoek. De overgang naar een tandartspraktijk is vaak een (te) grote stap. Op Weerklank komen de tandarts, tandartsstoel en tandartsbenodigdheden op locatie, zodat de stap naar de tandarts letterlijk kleiner wordt gemaakt. In samenwerking met Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) heeft het CBT een fotoserie ontwikkeld om de tandartsbehandelingen visueel te maken. De fotoserie staat niet op zichzelf, hierbij hoort een handleiding waarin omschreven wordt hoe rekening gehouden kan worden met het communicatieniveau van de cliënt. De foto’s van alle behandelstappen en de handleiding zijn digitaal beschikbaar.  Bekijk de foto’s:

Communicatieniveau

Het CBT werkt met een model dat het communicatieniveau van de client in kaart brengt. Hieronder zal in een notendop de communicatieniveaus worden geschetst. Het is van belang om te realiseren dat ieder mens uniek is en een eigen voorkeur voor benadering en begeleiding heeft. De adviezen zullen per persoon zorgvuldig uitgekozen en aangepast moeten worden.

Op elk communicatieniveau kunnen diverse communicatievormen ingezet worden. Daarbij kan gedacht worden aan voorwerpen, gebaren, foto’s, pictogrammen, PCS afbeeldingen, geschreven woorden, etc. De keuze voor de vorm is niet afhankelijk van het communicatieniveau van de client. De waarneming , betekenisverlening en cognitieve vermogens van de client spelen een rol in de keuze voor een geschikte communicatievorm. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een doofblinde client die voorwerpen gebruikt om te communiceren, inhoudelijk veel meer kan vertellen en een hoger communicatieniveau heeft dan een client die met een aantal pictogrammen communiceert. Het communicatieniveau van de client bepaalt hoe breed de inhoud van de communicatie is. Gaat de communicatie alleen over het hier en nu of kan de client communiceren over een situatie die niet aanwezig is?

Veiligheid bieden

Allereerst geldt voor elke client binnen alle profielen dat veiligheid bieden voorop staat. Het is prettig als iemand die de client goed kent, de client kan begeleiden bij het tandartsbezoek. Deze persoon kan inschatten of de cliënt de communicatie(middelen) nog begrijpt of dat de communicatie aangepast moet worden.

Eerst contact maken

Het gaat natuurlijk niet alleen om over wat je communiceert, het voornaamste is om eerst contact te maken en in contact te staan met de client. Rustig beschikbaar en aanwezig kunnen zijn voor de client. Waarbij het tempo wordt afgestemd op de client. Bijvoorbeeld de cliënten de tijd geven om te gaan zitten in de tandartsstoel. We willen vaak veel te snel. Cliënten hebben de tijd nodig om informatie te verwerken. Dit betekent blijven observeren, signaleren en afstemmen op het tempo van de client. Geef de cliënt de ruimte om even te pauzeren of een teken te geven als hij even wil stoppen tijdens de behandeling (mogelijk vanaf profiel 3 zie hieronder).

Wat: de boodschap van de communicatie

Na het contact volgt pas de wat: de boodschap van de communicatie. Cliënten worden (vaak) op het tandartsbezoek voorbereid, zodat voorspelbaar wordt wat er gaat gebeuren. Het is prettig als de tandarts dezelfde werkwijze aanhoudt en de inzet van het communicatiemiddel voortzet binnen de behandeling. Naast dat dezelfde werkwijze de eenduidigheid en voorspelbaarheid in de communicatie vergroot, leert de client hierdoor de foto in de situatie te koppelen aan de handeling, waardoor de foto betekenis kan krijgen. Naast de voorbereiding is het ook van belang dat er aandacht is voor afronden van het tandartsbezoek. Dit draagt eraan bij dat het tandartsbezoek een positieve ervaring wordt en dat de client gemakkelijker de overgang kan maken naar de dagelijkse gang van zaken.

Zie video.

Communicatieniveaus

Hieronder worden de communicatieniveaus kort en bondig omschreven, aan de hand van vier profielen. Het is een verkorte weergave van het communicatiemodel, dat (los van de vorm of het middel) in kaart brengt op welk communicatieniveau de client de communicatie begrijpt en uit. In de omschrijving worden voorbeelden gebruikt met de communicatievorm foto’s. In plaats van foto’s kunnen ook voorwerpen, pictogrammen, gebaren of andere communicatievormen ingezet worden.

Onder elk profiel staan een paar adviezen. Een uitgebreide versie van de handleiding (wat kun je doen voor, tijdens en na een tandartsbezoek) is te vinden op

Profiel 1

Deze cliënten leven voornamelijk in het hier en nu. De client communiceert onbewust door middel van zijn gedrag en hij heeft zeer beperkte mogelijkheden om zich te uiten. Deze cliënten zijn zeer afhankelijk van de begeleider. De zintuigelijke ervaring in de situatie is nodig om tot begrip te komen. Alle signalen in de situatie (de ruimte, voorwerpen, gedrag van de ander, geur, etc.) zijn nodig om te begrijpen dat er iets gaat gebeuren. Door herhaling en vaste dagelijkse routines treedt herkenning op, waardoor de client kan anticiperen op bekende situaties. Ook wordt de client bewust van de mogelijkheid dat hij iets bij de ander iets teweeg kan brengen. Door bepaald gedrag bewust te laten zien waarvan hij weet dat dit een reactie uitlokt (actie-reactie). Communicatie binnen dit profiel kan niet zonder de actuele situatie.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Deze cliënten kunnen niet of nauwelijks worden voorbereid op het tandartsbezoek. Juist de vaste ruimte, plaats, handelingen, activiteiten die bij een vertrouwde situatie aanwezig zijn, ontbreken tijdens een tandartsbezoek.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

  • Houd de communicatie in het hier en nu.
  • De tandarts of begeleider kan het voorwerp laten zien, voelen, ruiken, voordat het voorwerp gebruikt wordt binnen de behandeling. De handeling met het voorwerp kan eerst bij de begeleider worden getoond en vervolgens kan de cliënt het voorwerp ervaren (lampje aan doen, trillen van apparaat voelen, enzovoort).
  • De nabijheid van een vertrouwd persoon biedt veiligheid; door fysiek in de (tandarts)ruimte aanwezig te zijn en contact te houden op een manier die de client prettig vindt. Bijvoorbeeld juist wel of niet praten, hand vasthouden, oogcontact maken, voornaam noemen, etc. Begeleiding van een bekend persoon is van belang omdat hij de signalen van de client kan “lezen” en de client gerust kan stellen. De client heeft de ander nodig om, om te kunnen gaan met de spannende situatie. Bijvoorbeeld door rustig, op een vriendelijke toon met een lage stem te praten. Het zingen van een liedje, rustige achtergrond muziek, een favoriet speeltje of knuffel, kunnen ondersteunend zijn. In overleg met een SI therapeut, die gespecialiseerd is in zintuiglijke prikkelverwerking, kan bijvoorbeeld tactiele informatie (diepe druk) op maat worden toegevoegd.
  • Bedenk een alternatief als de client het te spannend vindt om te gaan liggen in de tandartsstoel. Laat de client tijdens de controle bijvoorbeeld zitten op een “gewone” stoel.
  • Het is belangrijk dat de tandartsbehandeling duidelijk en kort wordt afgesloten. Dit kan door het gebaar ‘KLAAR’ te maken. Een nieuwe afspraak of een inhoudelijke overdracht kan op een later tijdstip worden gedaan. Het is onduidelijk voor de client om hierop te moeten wachten.

Profiel 2

Door herhaling van vaste opeenvolgende patronen gaan cliënten het ritme van de dag (structuur en dagelijkse activiteiten) herkennen; eerst dit, dan dat. Na de herkenning, volgt het onthouden en herinneren van de situatie. Dan zijn de cliënten in staat om een verband te leggen tussen een begrip –  de vaste bijbehorende situatie –  en de communicatievorm (bijvoorbeeld een foto). De client leert en begrijpt dat de foto, verwijst naar een situatie die niet daadwerkelijk aanwezig is (representatiebesef). De foto maakt geen deel uit van de situatie, het gaat over een situatie. Aan de foto wordt één betekenis gekoppeld, bijvoorbeeld de foto van de vork betekent thuis eten aan de eettafel. Cliënten begrijpen de betekenis van een foto als deze verwijst naar het dagelijkse ritme. Deze communicatiemiddelen zijn (langdurig) getraind. Vaak zijn associaties star. Veranderingen zijn moeilijk als iets anders verloopt dan de client gewend is.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Het is belangrijk dat de omgeving zoveel mogelijk aansluit op de verwachting en herinnering van de client aan het tandartsbezoek. De invulling die de cliënt geeft aan het begrip ‘tandarts’, hangt af van eerdere ervaringen. Het is van belang om op de hoogte te zijn van eerdere behandelingen, hoe verliep de behandeling, hoe reageerde hij op de behandeling?

  • Hoeveel tijd de client kan overzien, bepaalt hoe ver van tevoren een activiteit kan worden aangekondigd: vlak voor de activiteit, een dagdeel, een dag van te voren. Als de aankondiging van het tandartsbezoek spanning oplevert dan raden wij aan om het tandartsbezoek korter van te voren aan te kondigen.
  • Stappenplannen van de behandeling kunnen voor het tandartsbezoek in een mapje worden gedaan (zonder dat de cliënt daarbij aanwezig is). Door steeds dezelfde fotoserie mee te nemen, wordt de herkenbaarheid vergroot en wordt de tandartsbehandeling voorspelbaar.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

  • Om inhoud te geven aan het begrip “tandarts”, is het van belang dat de foto eerst in de situatie, dus bij de tandarts, wordt aangeboden. De foto krijgt betekenis doordat het wordt gekoppeld aan de ervaring. Als de client heeft geleerd wat de tandartsfoto betekent, dan kan de foto vlak voor het tandartsbezoek worden aangeboden.
  • Het is van belang dat eerst wordt gecommuniceerd, voordat de handeling plaats vindt.
  • Tijdens het tandartsbezoek kan met behulp van de foto stapsgewijs visueel worden gemaakt wat er gaat gebeuren. Houd een vaste manier van communiceren aan. Bijvoorbeeld: laat eerst de foto zien en doe daarna het bijhorende gebaar. Laat de voorwerpen die de tandarts gebruikt zien, daarna volgt de handeling. Op deze manier krijgt de cliënt tijd om de informatie te verwerken.
  • Begin en eindig de tandartsbehandeling steeds op dezelfde manier en in dezelfde volgorde van handelingen, bijvoorbeeld: zitten op de stoel, servet om, laten zien dat de stoel naar beneden kan, stoel naar beneden. Of ter afsluiting altijd spoelen en naar de tandarts zwaaien. Visueel kan duidelijk wordt gemaakt dat de behandeling is afgelopen door bijvoorbeeld een rood kruis over de tandartsfoto te plakken. Maak visueel en vertel vervolgens wat daarna volgt: auto, naar huis.
  • Als de client heeft geleerd wat de tandartsfoto betekent en “eerst, dan” kan overzien, dan kan een enkele foto worden uitgebreid naar een visueel stappen(plan). Bijvoorbeeld auto,-tandarts – auto – dagbesteding.
  • Is er iets nieuw aan het tandartsbezoek (andere tandarts, ruimte, behandeling) dan is dit een nieuw concept voor de cliënt. Hij moet hier opnieuw een ervaring mee opdoen. De communicatiemiddelen die ingezet worden, moeten opnieuw inhoud krijgen. Bied de middelen dan eerst aan in de situatie, bij de tandarts zodat de nieuwe koppeling gemaakt kan worden.

Profiel 3

De client leert in bekende situaties aan een begrip meerdere betekenissen te koppelen. De inhoud van het begrip wordt naar een beperkt aantal terugkerende situaties gegeneraliseerd. Bijvoorbeeld de foto van het eten staat niet alleen voor brood eten aan tafel, het kan ook betekenen eten op de dagbesteding of picknicken in de tuin. De client begrijpt en zet het communicatiemiddel in om zich te uiten. De client kent de dagelijkse gang van zaken en hij weet ook dat daar soms van afgeweken kan worden. Als de client op een verandering wordt voorbereid dan kan hij een verandering overzien.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

De client kan in grote lijnen worden voorbereid op het tandartsbezoek. Het is per client afhankelijk hoe en wat verteld wordt tijdens de voorbereiding. Sluit aan bij eerdere ervaringen en bedenk wat belangrijk is voor de client om te weten. De “wie, wat, waar, wanneer en hoe” vragen bieden een houvast bij de voorbereiding en het maken van visualisaties. Soms kan een eenvoudige ‘waarom’ van het tandartsbezoek worden uitgelegd. Als er iets nieuws of anders is dan het vorige tandartsbezoek, dan kan met visuele middelen uitleg worden gegeven. Bijvoorbeeld: In de wachtkamer staan nieuwe groene stoelen. De blauwe stoelen zijn weg, omdat ze oud waren.

Wanneer een client wordt voorbereid, dat is afhankelijk van het tijdsbesef dat de client heeft (zie profiel 2).

Hoe? Door bijvoorbeeld samen foto’s van de behandeling te bekijken en in een fotoboekje te doen. Of een A4-tje te maken waarop kort en krachtig visueel gemaakt wordt wat er gaat gebeuren. Het is prettig als de client de visualisatie bij de hand heeft en de gelegenheid heeft om naar de foto’s te kijken en/ of vragen te kunnen stellen. Soms hebben cliënten een picto-agenda en kan het tandartsbezoek in de agenda gepland worden. Ook kan een bedjes schema overzicht bieden over hoeveel dagen het tandartsbezoek zal zijn.

Wat is ondersteunend tijdens het tandartsbezoek?

Neem de visualisatie waarop het fotostappenplan staat mee naar de tandarts om inzichtelijk te maken wat er gaat gebeuren.

De aandachtpunten van profiel 2 zijn ook voor deze cliënt van belang, zoals het aanhouden van een vaste volgorde van communiceren en het duiden van een duidelijk begin en eind aan de tandartsbehandeling.

  • Het tandartsbezoek kan worden afgesloten door het gebaar KLAAR te maken, een rood kruis over de tandartsfoto te plakken of een rood kruis door de afspraak in de agenda te zetten.

Profiel 4

Deze cliënten kunnen communiceren over een situatie die niet aanwezig is. De gebruikte communicatievormen kunnen meerdere betekenissen hebben en zijn wat betreft betekenis minder individueel bepaald. Eerdere opgedane ervaringen kan de client zelf oproepen; bijvoorbeeld door te vertellen over een eerder tandartsbezoek. Eigen ervaringen kunnen worden gegeneraliseerd naar andere situaties.

Als de client zich nog verder ontwikkelt binnen het communicatieniveau dan is de client ook in staat om te generaliseren buiten de eigen ervaring. Dit betekent dat de client ook voorbereid kan worden op een gebeurtenis niet hij niet eerder heeft ervaren. De client kan abstracter denken en kan zich bijvoorbeeld ook inleven in ervaringen van een ander.

Wat betekent dit voor het tandartsbezoek?

Meestal kunnen de cliënten een dag of langer van tevoren op het tandartsbezoek wordt voorbereid. Daarbij kan een weekplanbord of een (picto)-agenda ondersteunend zijn.

  • Gebruik bij de voorbereiding met de client de “wie, wat, waar, wanneer, hoe laat, hoe” vragen. Hoe laat en waar is de afspraak, wie gaat mee naar de tandarts, etc. Bespreek en visualiseer veranderingen, bijvoorbeeld of de client vrij moet nemen van het werk.
  • De tandartsbehandeling kan naast een fotostappenplan ook voorbereid worden door het bekijken van een filmpje, het bekijken/lezen van informatie op de website van SBT, etc.
  • Samen met de client kan worden teruggeblikt op ervaringen van tandartsbezoeken (wat viel mee, wat was minder leuk) en vooruit worden gekeken op het geplande tandartsbezoek (wat helpt en ondersteunt tijdens het tandartsbezoek?). Ook kan uitleg worden gegeven waarom een behandeling gedaan moet worden en wat de gevolgen zijn als de behandeling niet gedaan wordt.

Tijdens het tandartsbezoek

Voordat de behandeling start, is het van belang dat de tandarts uitlegt wat er gaat gebeuren. Foto’s kunnen ondersteunend zijn om de opeenvolgende stappen visueel toe te lichten en de client de gelegenheid te geven om vragen te stellen.

Na het tandartsbezoek

Bij alle profielen is het van belang dat het tandartsbezoek ook wordt afgesloten. Na het tandartsbezoek is het aan te raden om een voor de client bekende ontspannende activiteit aan te bieden, zodat hij de gelegenheid krijgt om tot rust te komen. Denk bijvoorbeeld aan wandelen, bewegen, in de zandbak spelen, schommelen etc.

Cliënten uit profiel 1 kunnen niet communiceren over het tandartsbezoek en begrijpen ook niet als hierover gesproken wordt. Om de client houvast te geven is het van belang het dagelijkse ritme op te pakken en het ‘normale’ dagprogramma aan te bieden. Ook voor cliënten uit profiel 2 is het van belang om de communicatie in het hier en nu te houden: “tandarts klaar, nu…. “. Ruim de visualisatie op en benoem welke activiteit de client op dat moment gaat doen. Vanaf profiel 2- 3 kan de visualisatie van het tandartsbezoek in een ervaringenboek van de client worden toegevoegd. Vanaf profiel 3 kunnen ook, afhankelijk van het sociaal emotionele niveau van de client, emoties worden gevisualiseerd. Er kan kort worden teruggeblikt op het tandartsbezoek om vervolgens de client op weg te helpen met zijn ‘normale’ dagprogramma. Vanaf profiel 4 kan uitgebreider worden gesproken hoe de client het tandartsbezoek heeft ervaren en vooruit worden geblikt op een volgende afspraak. Door bijvoorbeeld de afspraak in een agenda te schrijven/plakken.

Richting

De bovenstaande profielen geven een richting hoe aangesloten kan worden op het communicatieniveau van de client. Het bieden van veiligheid aan de client staat voorop. Rust, ritme, voorspelbaarheid, aanwezigheid van een vertrouwd persoon, aanpassen aan het tempo van de client dragen bij aan de veiligheid. Het is geen vaststaand recept welke communicatie wijze aansluit bij de client. Dit is maatwerk. Het voornaamste is dat de client zichzelf kan zijn en dat hij wordt gezien. Bewust aansluiten bij het communicatieniveau, het inzetten van passende communicatiemiddelen en het herhalen van vaste opeenvolgende handelingen dragen bij dat het tandartsbezoek voorspelbaar wordt. Samenwerking tussen ouders/ begeleiders en de tandarts is essentieel. Dit draagt eraan bij dat het tandartsbezoek een positieve ervaring kan worden voor CMB cliënten.

Meer lezen?

  • Het Communicatie Behandel Team van Kentalis (in Amsterdam, Utrecht en Zoetermeer), is gericht op diagnostiek en behandeling van CMB cliënten met ernstig spraak en/of taalproblemen (TOS), slechthorendheid, doof of doofblind zijn en een verstandelijke beperking hebben. Daarnaast kan er sprake zijn van andere problematiek (zoals autisme, sociaal-emotionele of psychische problemen, een lichamelijke beperking). Ook als er sprake is van een meertalige omgeving, dan kunnen cliënten, ouders/ verzorgers bij ons terecht.
  • Voorlichting en Kennisoverdracht kan gegeven worden aan behandelaren, leerkrachten, verwijzers en ketenpartners. Voorlichting en Kennisoverdracht – Deelkracht
  • Weerklank is een specialistisch centrum voor observatie, diagnostiek en behandeling voor CMB cliënten. Kentalis Weerklank Amsterdam | Kentalis
  • Tips | Kentalis
  • Literatuur:  – Oskam, E.& Scheres, W. (2016), Totale Communicatie (3 de editie), Springer Media B.V.)  –  Thoonsen, M. & Van Der Gaag, M. (2024), Wiebelen en friemelen voor mensen met een verstandelijke beperking (2e editie), uitgeverij Pica).  – Algera, H. (2021), Van puzzel naar maatwerk; omgaan met bijzonder patiënten in de mondzorg, Prelum uitgevers. – Timmers-Huigens. D. (2005), Mogelijkheden voor mensen met een verstandelijke handicap ( 5e geheel herziene druk van Mogelijkheden voor verstandelijk gehandicapten; daarvoor werken met geestelijk gehandicapten en Vreugde beleven aan je mens-zijn, je kunt er iets aan doen (4de– len). Uitgave Elsevier.

Door: Jeannette Slim, Psychomotorische Kindertherapeut en Deskundige Totale Communicatie bij Kentalis

 

 

 

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Verwijzen naar een CBT? Soms de beste keuze

Verwijzen naar een CBT? Soms de beste keuze

Elke dag zijn wij als mondzorgprofessionals gemotiveerd bezig om aan onze patiënten de beste zorg te verlenen. Soms lopen we tegen onze grenzen aan en helpt verwijzing naar een Centrum Bijzondere Tandheelkunde (CBT) de patiënt verder. Interview met Berthelle Passchier, tandarts bij CBT Noordwijk.

Van meet af aan had Bertelle extra aandacht voor kinderen en volwassenen met tandartsangst. “Laten wennen, vertrouwen geven en krijgen, en het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid voor het gebit”, zo is haar werkwijze. Naast het werk als tandarts in haar eigen praktijk en bij de Willem van den Bergh stichting, is Berthelle gedurende haar hele loopbaan in diverse landen als tandarts-vrijwilliger werkzaam geweest. In 1987 eerst voor Dental Volunteers voor Israël. In 2004 deed zij met een groep vrijwilligers een mondzorgproject in Kenia. Ten zuiden van Mombassa werden alle kinderen van een school gecontroleerd en behandeld. Tevens kregen ze voorlichting en instructie. Vijf keer heeft ze dit gebied bezocht. Daarna volgden Oeganda en Nicaragua. Bij dit laatste project werden ook verstandelijk beperkte kinderen gescreend en zo nodig behandeld.
Op verzoek van Dental Health International Nederland (DHIN) is zij, samen met haar partner Jan de Vreugd, een tandheelkunde project gestart in Sierra Leone.

Anders…

Als mondzorgprofessional werken met mensen met een verstandelijke (en mogelijk fysieke beperking) geeft vele uitdagingen!
Ieder mens is uniek, zowel in denkniveau als in gedrag, en samen met mogelijk complicerende factoren als autisme, medische of fysieke problemen, vraagt de behandeling flexibiliteit, kennis, rust en geduld van de behandelaren.
In 2019 en 2020 schreef Berthelle maandelijks een column voor het Nederlands Tandartsen blad/NT. In de column liet ze de lezer kennismaken met de verrassingen in het werk met bewoners van de Willem van den Bergh. Later zijn deze columns gebundeld in “ Anders…..kiezen voor verwondering”. Een fraai geïllustreerd boekje, anders dan anders betreffende de lay-out, en met een ‘open ruggetje’ zoals Berthelle het zelf zegt.

CBT Zuid-Holland

Berthelle werkt momenteel alleen nog als invalkracht in de bijzondere zorg in CBT Noordwijk en Leiderdorp. CBT Noordwijk is onderdeel van Stichting CBT Zuid-Holland. Naast de vestiging in Noordwijk zijn de andere locaties: CBT Leiderdorp en CBT Monster en is later Swetterhage als behandelcentrum toegevoegd.
Op deze vier locaties werken ruim 50 mondzorgprofessionals, als ZZP -er of in loondienst, met professionele ondersteuning op het gebied van financiën en HR.

Narcose

Bij het CBT in Monster en Noordwijk wordt mondzorg gegeven aan bewoners en niet-bewoners met een geestelijke en/of fysieke beperking en mensen met ASS (Autisme spectrum stoornis).

Het CBT Leiderdorp vormt een uitzondering. Zij biedt ook tandheelkundige zorg aan mensen met obesitas, psychiatrische patiënten en angstpatiënten. Ondersteuning van een psycholoog is hier mogelijk, evenals behandelingen met orale sedatie of onder narcose. Daarvoor werkt het CBT samen met het team van ASN (Anesthesie Service Nederland). Orale sedatie is ook mogelijk bij de andere behandelcentra.
De behandelruimtes in alle locaties zijn ruim, rolstoeltoegankelijk, er is een tillift, een vacuümmatras en in Leiderdorp is een ‘zwaardere’ behandelstoel.
In alle centra wordt samengewerkt met andere disciplines, gedragswetenschappers, logopedisten, diëtisten en artsen.

Behandelaars in teams

Binnen het CBT werken de behandelaars in teams. Zowel de tandarts als de mondhygiënist werkt samen met een assistente. Samen vormen zij een gelijkwaardig team om de behandeling zo goed mogelijk te laten slagen. Preventie staat hoog in het vaandel: voorlichting wordt zowel op individueel niveau als in teamverband gegeven door de mondhygiënist of preventieassistente. Bij het CBT Monster en Noordwijk wordt ook voorlichting binnen de woonlocaties gegeven.

Van de behandelaars wordt kennis van, en affiniteit met, de te behandelen doelgroep verwacht. Voor de tandartsen is een afgeronde opleiding tot tandarts Gehandicaptenzorg een pré. Daarnaast volgen zij trainingen en cursussen onder andere op het gebied van angstbegeleiding, autismebegeleiding, bijzondere tandheelkunde, communicatie, tandheelkundige gehandicaptenzorg en lachgassedatie.

Wie en wanneer

Bij CBT Zuid-Holland kunnen extramurale patiënten na verwijzing door de tandarts terecht voor een specifieke behandeling of behandeltraject. Hiervoor dient de tandarts als poortwachter te verwijzen, en de patiënt of wettelijk vertegenwoordiger dient akkoord te gaan met de verwijzing en de voorgestelde behandeling.
De behandeling kan plaatsvinden na akkoord van de zorgverzekeraar op de aangevraagde machtiging.
Na afronding van de behandeling of het behandeltraject gaat men voor de reguliere zorg terug naar de huistandarts en mondhygiënist.

Cobijt

Het Cobijt (Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde) is de vereniging van mondzorgprofessionals, werkzaam voor bijzondere zorggroepen. Daaronder verstaat men patiënten met een ernstige tandheelkundige, verstandelijke, lichamelijke of medische beperking. Deze zorg wordt voornamelijk uitgevoerd in de Centra voor Bijzondere Tandheelkunde en instellingen.
Om de continuïteit en kwaliteit van zorg voor deze doelgroepen te kunnen garanderen, staat Cobijt voor definiëring van de zorgkwaliteit, deze te garanderen, te waarborgen en indien nodig te verbeteren. Een belangenvereniging. Dit dient men in een breed kader te zien.
De contacten worden onderhouden met zowel tandheelkundige als ook wetenschappelijke verenigingen, NZa, zorgverzekeraars en de overheid.

Accreditatie

De diverse centra kunnen verschillende specialismen aanbieden, zoals: gehandicaptenzorg, angstbegeleiding, gerodontologie, gnatologie, kindertandheelkunde, maxillo-faciale prothetiek. Een enkel centrum biedt één specialisme (bijvoorbeeld MFP, maxillofaciale prothetiek).
Om de kwaliteitsdoelen te onderzoeken, verbeteren en te waarborgen kan visitatie door Cobijt leiden tot erkenning en accreditatie. Momenteel zijn 19 centra geaccrediteerd, en mogelijk 13 (nog) niet.

Onderdeel van Cobijt is de Landelijke werkgroep Psychologen Bijzondere Tandheelkunde.
De samenwerking met een psycholoog binnen een centrum geeft enorme meerwaarde. Daarbij kan men denken aan diagnostiek en/of behandeling van bijvoorbeeld angst en trauma, kokhalsproblematiek, chronische pijn, gehandicaptenzorg en gedragsproblemen bij kinderen.

Verwijzen naar een CBT?

Elke dag zijn wij als mondzorgprofessionals gemotiveerd bezig om aan onze patiënten de beste zorg te verlenen.
Ondanks kennis, inzet en liefde kunnen we soms tegen de grenzen van ons eigen kunnen én de grenzen van de (behandelbaarheid van de) patiënt aanlopen.
Een verwijzing naar een Centrum Bijzondere Tandheelkunde kan dan voor alle partijen een goede keuze zijn.

Immers, de beste zorg is ook zien dat een andere zorgprofessional voor deze persoon de beste keuze is.

Bertelle Passchier is tandarts bij CBT Noordwijk
Interview door Tineke Rozendal, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Interview, Kennis, Opinie, Thema A-Z
Steffie helpt mensen met een kunstgebit

Steffie helpt mensen met een kunstgebit

Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of bepaalde voedingsgewoonten kunnen moeilijkheden in de mond geven.

Veel volwassenen met een verstandelijke beperking dragen daardoor een kunstgebit. Ook voor mensen met een kunstgebit is een goede mondhygiëne erg belangrijk om infecties en ontstekingen te voorkomen. Begeleiders en cliënten in de zorg gaven veelvuldig aan behoefte te hebben aan een eenvoudige uitleg over het dragen en verzorgen van een kunstgebit.

Uitleg in makkelijke taal

Op Kunstgebit.steffie.nl legt Steffie nu op een eenvoudige manier uit hoe je je kunstgebit schoonmaakt en bewaart. En heb je voor het eerst een kunstgebit? Dan heeft Steffie tips waar je op moet letten. De uitleg is gemaakt met hulp van ervaringsdeskundigen met een beperking. Per jaar vragen 3.5 miljoen mensen die van eenvoudig houden hulp aan Steffie via haar diverse platforms en evenementen.

Opening website

De feestelijke opening van de website is op 21 maart bij Ons Tweede Thuis aan de Hortensialaan 55a, 1431 VA in Aalsmeer. U bent van harte welkom om de opening bij te wonen en vragen te stellen aan de betrokkenen bij dit inclusieve project. Meld u van tevoren wel even aan via info@leerzelfonline.nl.

Brede samenwerking tussen praktijk- en kennispartners

Het project is een samenwerking tussen Leer Zelf Online, Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT), Stichting Zorg en Zekerheid en zorgorganisatie Ons Tweede Thuis.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
de kracht van motivatie

De kracht van motivatie

Stijn van Merendonk kreeg duidelijk de lachers op zijn hand tijdens zijn presentatie op het NVM-congres over Motivational Interviewing. Ondanks dat dit behoorlijk bekende stof voor mondhygiënisten is, wist hij ze te boeien. Hij gaf tips die goed bleven hangen door zijn voorbeelden uit het dagelijks leven. In dit verslag geven we de praktische inhoud hiervan weer.

Wat zou jij zeggen?

De zorg wordt steeds beter maar zonder gedragsverandering blijven we nergens. Het liefst bereiken we gedragsverandering die lang zal beklijven. Waar let je dan op als je in gesprek gaat? Waar ga je wel en niet op in? Wat triggert en hoeveel invloed heb je überhaupt als zorgprofessional? Bijvoorbeeld in het volgende geval:

Een patiënt heeft een poos geragerd maar is er ook weer mee opgehouden. Wat zeg je dan? De zaal gaf de volgende antwoorden:

  • “Weer even oppakken.”
  • “Ik begrijp het, niet iedereen doet het.”
  • “Waar was je druk mee?”
  • “Waarom is het verwaterd?”
  • “Wanneer ging het wel goed?”
  • “Merk je verschil?”
  • “Wat goed dat je ze wel een tijdje gebruikt hebt.”
  • “Probeer ze door het hele huis te leggen.”
  • “Zet een wekkertje.”

Je bereikt vaak het tegenovergestelde

Vanuit wetenschappelijk onderzoek weten we dat de meeste van deze antwoorden niet echt goed zullen aanslaan. Omdat ze naar alle waarschijnlijkheid behoudtaal zullen ontlokken.

Van Merendonk gebruikt om dit te duiden onder andere de volgende video:

Een jonge dame heeft een lippiercing laten zetten en komt bij de mondhygiënist. Deze mondhygiënist straft het meteen af. “Wat heb je gedaan? Dat heb je toch niet nodig?”, zegt ze en ze gaat door: “ Weet je wel wat er kan gebeuren?” Ze vervolgt door alle nadelen op te noemen. De patiënt besluit vervolgens resoluut om de piercing te houden. Ze verzet zich tegen alles wat haar gezegd werd.

De bezoekers van het congres vinden het beoordelend, belerend en betweterig van deze mondhygiënist. “Op deze manier kom je tegenover elkaar te staan.”, merkt een bezoeker op. Een ander vult haar aan: “Het contact werd slechter in plaats van beter.” Nog een mondhygiënist geeft aan: “De motivatie werd juist kleiner om de piercing uit te nemen.” In de video zien we de mondhygiënist ook recht tegenover de patiënt zitten. In de praktijk zitten we vaak tegenover de patiënt en dat is meteen eigenlijk al de positie om ook letterlijk tegen over elkaar te gaan staan. We kunnen beter naast elkaar gaan zitten.

Als toevoeging op dit alles vat Van Merendonk het gesprek als volgt samen: De professional ontlokt in dit gesprek vooral veel behoudtaal.

Behoudtaal

Behoudtaal is juist wat we niet zouden moeten ontlokken: hoe meer iemand dit zichzelf hoort zeggen, hoe meer hij zichzelf motiveert om te blijven staan waar hij staat. Hoe meer behoudtaal je hoort van je patiënt hoe meer je weet dat je de verkeerde kant aan het op motiveren bent. Diegene graaft zichzelf steeds dieper in een kuil. Behoud taal is te herkennen aan : “Ja, maar…” Als je dit hoort dan weet je dat je iemand de verkeerde kant op aan het bewegen bent, want dit betekent eigenlijk “Nee, want…”.

Verandertaal ontlokken

“Wie kan de patiënt het beste overtuigen?”, vraagt de spreker aan de zaal. “Hijzelf.”, werd er in koor geroepen.

De patiënt moet het gezonde gedrag en de redenen hiervan zichzelf horen zeggen, als het ware. Dat heeft namelijk een hele sterke voorspellende waarde. Dus deze verandertaal moeten we zien te ontlokken. Als we in een discussie belanden dan werkt dat averechts. Hoge weerstand is gerelateerd aan laag niveau van gedragsverandering. De relatie met de zorgverlener is hierbij heel belangrijk. Als iemand je niet mag dan zal hij minder van je aannemen.

Dus vraag ook niet waarom iemand geen gezond gedrag zou willen vertonen maar waarom juist wel.

Het gaat ook niet alleen om wat iemand zegt maar om wat hij denkt. Dus wat voel je bij wat diegene zegt?

We kunnen niet iemand veranderen qua gedrag maar we kunnen wel bepaalde taal ontlokken. Als we ontlokken dat iemand zijn of haar motivatie verwoordt aan een professional is de kans veel groter dat iemand (in de toekomst/langduriger) zijn of haar gedrag gaat veranderen.

Dus vraag daarom ook niet naar redenen om niet tot actie te komen maar waarom juist wel.
Vraag bijvoorbeeld: Misschien merk je het bij je zelf ook wel?

Als iemand tegen jou zegt; “ik weet wat goed voor je is, en ik zal je eens vertellen waarom je moet veranderen”, dan komt er bij jezelf vaak ook een stemmetje in je hoofd die de discussie wil aangaan en de neiging heeft om uit te leggen waarom je juist niet hoeft te veranderen. Als wij de voordelen van veranderen gaan opnoemen, sta dan niet raar te kijken als de ander juist de nadelen gaat opnoemen. In gesprekken treedt zo dus wel verandertaal op maar vaak uit jouw mond in plaats vanuit de mond van je patiënt.

Mensen willen wel veranderen maar willen niet veranderd worden.

Wij moeten niet die enthousiaste verkoper zijn die je vast wel kent als je een kledingwinkel binnenwandelt want dat kan juist afstoten. “Nee, ik kijk alleen even…”, en vervolgens hol je de winkel uit. Zeker bij pubers werkt dit zo. Als je een puber wil veranderen dan gaat hij echt tegenwerken en hij zal dit ook zeker niet verbloemen.

Kleuren maar?

Wat wij maar al te graag doen is de plak kleuren. Dat kan werken en toch moet je er ook mee uitkijken. Zo disclosen we graag en maken we het hele gebit paars. Voor sommige patiënten kan dit een helpende trigger zijn, en tegelijkertijd is het ook confronterend. Dat zorgt er voor dat bij veel patiënten er instinctief een tegenreactie plaatsvindt. Iemand gaat nadenken over tegen argumenten (lees: behoudtaal). Overigens spreken veel patiënten dit meestal niet uit naar een professional, maar het is er dus wel.

Ambivalentie

Het volgende thema wat hij aansneed was ambivalentie. Ambivalentie betekent dat iemand niet totaal ongemotiveerd is maar diegene ziet zowel voordelen om niet te veranderen als nadelen om wel te veranderen. Je herkent zelf vast wel dat je je ’s ochtends vroeg voorneemt om gezond te eten en dat je jezelf in de avond achter een zak chips terugvindt. Dus je wil het een en je doet het ander. We moeten voorkomen dat we in ons verbeterreflex schieten als iemand zijn ambivalentie laat zien. Ambivalentie is namelijk toch al een stap de goede richting op. Geef juist begrip want dan geeft de ander begrip terug.

De oplossing

Dus…Hoe ontlok je nou echt verandertaal in het voorbeeld van de ragers? Door de ander aan zijn doel te herinneren.

Vraag niet waar het mis ging, want dan lok je juist behoudtaal uit. Als je vraagt hoe hij er zelf voor kan zorgen dat hij het weer oppakt, dan ga je te snel – omdat dit niks met de motivatie doet. Ook als je een compliment geeft over dat diegene het wel een tijdje heeft volgehouden, geef je eigenlijk je eigen mening. Wat het beste werkt om motivatie te laten toenoemen is om de verandertaal te herkennen in uitspraken van een patiënt en daarop door te vragen. Bijvoorbeeld::

Ik was ooit begonnen met rageren (= verandertaal)

En daar een open vraag op te stellen. Bijvoorbeeld:

  • Vanwaar dat u was gaan rageren?
  • Wat zou het u mogelijk opleveren als u het langer zou volhouden?
  • Hoe belangrijk zijn de effecten voor u?

Dit zijn open vragen op de motivatie. Als een patiënt van jou hoort dat hij niet persé iets hoeft te veranderen, krijg je veel meer nuances te horen en minder sociaal wenselijke antwoorden. En kun je eerder tot de kern komen: waarom zou de patiënt zelf willen veranderen?

Vijf Factoren

Naast dat we redenen en wensen nodig hebben om te veranderen, moeten we het ook nog kunnen. Niet alleen dat maar we moeten, maar ook dat we zelf weten dat we het in ons hebben. Dus er moet zekerheid zijn en het moet gevoeld worden door je patiënt dat tot actie overgaan werkelijk mogelijk is.

Het gaat dan niet alleen om de mogelijkheid hebben maar ook het vertrouwen hebben dat het ons gaat lukken.

Tenslotte speelt de ‘noodzaak’ (om nú te veranderen) een rol. Moet ik nú starten met een verandering of is over een paar weken ook oké?

Als één van deze factoren ontbreekt, is de kans op lange termijn gedragsverandering heel klein. Alle vijf factoren zijn belangrijk. Dus check ze allemaal af om te bekijken waar je je gesprek start. Het is dus goed mogelijk dat als je een factor hebt gecheckt en opgelost en dat je er nog een paar te gaan hebt voordat je patiënt echt echt echt elke dag gaat rageren. Heel uitdagend dus maar zeker niet onmogelijk als je maar leert hoe.

Stijn van Merendonk is expert in Motivational Interviewing en richtte in 2009 de Academie voor Motivatie & Gedragsverandering op. Zijn motto: ‘Gemotiveerde mensen? Dat heb je zelf in de hand.’
Bekijk de basistraining in Motiverende Gespreksvoering

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de lezing van Stijn van Merendonk tijdens het NVM-congres.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis
Najaarscampagne NVM-mondhygiënisten 2023 meer dan 11 miljoen keer gezien

Najaarscampagne NVM-mondhygiënisten 2023 meer dan 11 miljoen keer gezien

Op 6 november 2023 lanceerden NVM-mondhygiënisten de najaarscampagne #nietoké. Met deze campagne vroegen zij opnieuw aandacht voor de preventieve mondzorg bij kinderen en jongeren, net als in de Week van de Mondhygiënist 2023.

De campagne was vorig jaar volledig online. Er waren twee advertentiegroepen: ouders met kinderen tussen 0-12 jaar en jongeren tussen 12-18 jaar. De advertenties gericht op ouders zijn ingezet op Facebook en Instagram en die voor jongeren op Snapchat en TikTok.

Met name ouders met jonge kinderen (0-2 jaar) klikten vaker door op advertentie

Over het algemeen presteerden de advertenties op alle kanalen opvallend goed. Dit betekent dat in verhouding tot het bereik er ook vaak werd doorgeklikt op de advertentie. De beroepsvereniging bereikte hiermee meer dan 11 miljoen mensen. Daarnaast is het opvallend dat met name ouders met jongere kinderen (0-2 jaar) gemiddeld vaker op de advertentie klikten. De advertentie speelt dus goed in op de beleving en de behoefte van deze groep.

Snapchat en TikTok

Op Snapchat was het bereik het grootst met meer dan 9 miljoen views! Dit is 79% van de totale aantal views van de campagne. Op de tweede plek volgt, met bijna 1 miljoen views, TikTok. We kijken dus terug op een zeer succesvolle najaarscampagne 2023.

Benieuwd naar alle resultaten?

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Promotieonderzoek gezonde peutermonden Peggy van Spreuwel - 400

Proefschrift Gezonde Peutermonden: verbeteren mondgezondheid bij jonge kinderen door vroegtijdige preventie in consultatiebureaus

Het proefschrift van Peggy van Spreuwel focust op het verbeteren van de mondgezondheid bij jonge kinderen door vroegtijdige preventie bij consultatiebureaus. In Nederland heeft ongeveer een kwart van de vijfjarigen al gaatjes en dit komt vooral voor bij kinderen uit gezinnen met een lagere sociaal-economische positie.

Mondgezondheid op consultatiebureau nu vaak overschaduwd

Het onderzoek in dit proefschrift laat zien dat, hoewel ruim 90% van de kinderen onder vier jaar regelmatig het consultatiebureau bezoekt voor preventieve zorg, mondgezondheid vaak overschaduwd wordt door andere gezondheidskwesties en hierdoor niet de prioriteit krijgt die het nodig heeft. Daarnaast is gekeken naar de bereidheid van ouders om in de mondgezondheid van hun kinderen te investeren. Opvallend is dat vooral ouders uit lagere sociaal-economische groepen hier minder toe bereid zijn. Deze bevindingen benadrukken het belang van meer bewustwording en het aanbieden van tijdige preventieve mondzorg om problemen vanaf jonge leeftijd te voorkomen.

Gezonde Peutermonden interventie

Het proefschrift introduceert de ‘Gezonde Peutermonden’ interventie bij consultatiebureaus. Deze interventie start zodra het eerste tandje doorkomt, meestal tussen 6 en 12 maanden, en begeleidt kinderen tot 48 maanden oud. Het programma wordt uitgevoerd door getrainde mondzorgcoaches, meestal mondhygiënisten, en focust op het aanleren van gezonde mondgewoonten aan zowel ouders als kinderen vanaf een jonge leeftijd. Hierbij kregen kinderen in de Gezonde Peutermonden groep tijdens de standaard bezoeken aan het consultatiebureau ook een consult bij de mondzorgcoach. Tijdens deze consulten bepaalt de mondzorgcoach het cariësrisico van het kind met de NOCTP (Gewoon Gaaf) methode. Ook worden onderliggende gedragsfactoren geanalyseerd met het Health Action Process Approach (HAPA) gedragsmodel. Dit wordt gecombineerd met motiverende gespreksvoering om de preventieve zorg op maat af te stemmen.

Minder cariës

De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat de Gezonde Peutermonden interventie leidt tot minder cariës, beter mondgezondheidsgedrag en meer zelfvertrouwen bij ouders. Daarnaast benadrukt het onderzoek het belang van continue training en begeleiding voor de mondzorgcoaches, met name in het toepassen van motiverende gespreksvoering, gezien hun uiteenlopende vaardigheden ondanks intensieve training.

Gegevens promotie

Woensdag 17 januari 2024 om 11 uur in de Aula der Universiteit van Amsterdam.

Peggy (Petronella) van Spreuwel promoveert op het proefschrift: ‘Bridging oral health and youth health care. A novel approach to early oral health prevention in Dutch well-baby clinics’. Promotoren zijn prof. dr. K. Jerković-Ćosić en prof. dr. G.J.M.G. van der Heijden. Copromotor is prof. dr. C. van Loveren.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Onderzoek
NVM-mondhygiënisten-vraagt-in-najaarscampagne-aandacht-voor-preventieve-mondzor

NVM-mondhygiënisten vraagt in najaarscampagne aandacht voor preventieve mondzorg

Van 7 november tot 15 december vindt de najaarscampagne van NVM-mondhygiënisten plaats. Tijdens deze landelijke campagneweek vraagt van beroepsvereniging NVM-mondhygiënisten aandacht voor preventieve mondzorg bij de jeugd, vooral bij de allerkleinsten van 0 tot 4.

Consultatiebureau

Hoog tijd om het plan uit te voeren om mondzorgprofessionals op de centra van Jeugd en Gezin in te zetten, zoals de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers heeft beloofd in de Tweede Kamer. De minister vindt dat kinderen door een mondhygiënist of een academische geschoolde mondzorgverlener moeten kunnen worden gecontroleerd op het consultatiebureau. Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Kleine kinderen die nu nog niet bij een mondhygiënist of tandarts komen, komen vaak wel op het consultatiebureau. Deze groep op het consultatiebureau laten controleren door een mondhygiënist, is een goede stap naar een betere mondgezondheid. Hier wordt achter de schermen hard aan gewerkt, maar moet in 2024 bij alle consultatiebureaus geregeld zijn.”

Gebitten jongere kinderen vanaf dag 1 controle nodig

En dat is nu hard nodig, want uit het laatste Signalement Mondzorg (2021) blijkt dat 1 op de 4 kinderen op 5-jarige leeftijd een of meerdere gaatjes in het gebit heeft. Maar dat kan doorbroken worden als kinderen vanaf het eerste tandje door een mondhygiënist worden gezien. Uit onderzoeken naar interventieprogramma’s als Gezonde Peutermonden en GigaGaaf! blijkt dat preventie via een mondzorgverlener bij de centra voor jeugd en gezin voor jonge kinderen werkt. Deze kinderen bleken aanzienlijk minder gaatjes te hebben dan de controlegroep, die niet gecontroleerd werd. Cariës bij kinderen kan leiden tot pijn en negatieve gevolgen hebben voor de algemene gezondheid, kwaliteit van leven, het sociaal functioneren, spraakvermogen en schoolprestaties. Cariës heeft niet alleen effect op de kinderen zelf, maar ook op het gezin en de samenleving.

Oudere kinderen

Maar ook bij oudere kinderen staat de mondgezondheid onder druk, volgens het Signalement Mondzorg. Voor 11-, 17- en 23-jarigen is de mondgezondheid gestagneerd of zelfs verslechterd. Verder zijn er in alle leeftijdscategorieën verschillen tussen de hoge en lage SES-groep, waarbij de lage SES-groep een slechtere mondgezondheid heeft. Ook valt op dat jeugdigen met een migratieachtergrond een slechtere mondgezondheid en tandheelkundig gedrag hebben. Een slecht wisselgebit bij de jeugd op de lagere school kan later tot forse mondproblemen leiden. Ook leidt de sterke toename van (erosieve) gebitsslijtage tot zorgen: een vijfde van de 17-jarigen en ruim de helft van de 23-jarigen vertoont slijtage tot in het tandbeen. Meestal is erosie de oorzaak van gebitsslijtage; erosie komt door het nuttigen van zuren in zoete voedingsmiddelen en dranken.

Geef de jeugd een goede start vanaf het eerste tandje!

Manon van Splunter-Schneider, voorzitter van NVM-mondhygiënisten: “Het is van groot belang dat jongeren de komende jaren de preventieve mondzorg weten te vinden. Gedragsverandering begint bij kinderen en jongeren die nog vatbaar zijn voor deze boodschap. De meeste problemen in de mond zijn namelijk met goede zelfzorg en een bewust eet- en drinkpatroon te voorkomen. Voordat je achttien jaar wordt, kun je ook nog eens kosteloos de mondhygiënist bezoeken. De mondzorg tot 18 jaar valt onder de basisverzekering. Deze goede start geeft kinderen een voorsprong voor de rest van hun leven.

Zorg dat jongeren een echte basis krijgen, kies dan voor gratis mondzorg tot 23 jaar.

Er zijn veel discussies en zorgen bij de politieke partijen over de toegankelijkheid van de mondzorg. Het advies van de mondhygiënisten is dan ook: zorg voor een stevige basiszorg bij de jongeren. Verleng dus de vergoeding van mondzorg in het basispakket tot de leeftijd van 23 jaar en leg hiermee echt een goede basis voor de mondgezondheid. De leeftijd tot 23 jaar wordt gekenmerkt door typisch gedrag van pubers en jongeren die nog studeren: iedereen kent het wel. Sterk wisselende emoties, ondoordachte beslissingen nemen, lang in bed blijven liggen. En structureel onvoldoende aandacht schenken aan de verzorging van het gebit. Dit gedrag is te verklaren als je bedenkt dat de hersenen van een puber en jongvolwassene nog volop in ontwikkeling zijn. De ontwikkeling van het kinderbrein tot volwassen brein duurt ca. 20-25 jaar. En een goede mondzorg begint bij jezelf maar moet wel gestimuleerd en aangeleerd worden.

Online promotie- en mediacampagne

We rollen onze boodschap uit via een advertentiecampagne die verspreid wordt via de onlinekanalen Google, Facebook, Instagram en YouTube. Om de jeugd rechtstreeks te bereiken zetten we TikTok en Snapchat in. Via diverse advertenties zal eerst gewezen worden op de symptomen en daarna volgt een advertentie waarin de consument wordt aangezet tot actie middels de oproep ‘maak een gaatje vrij voor de mondhygiënist.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Jeugd mondzorg

Preventiecampagne jeugd: ‘De tanden van je kind, daar zorgen we samen voor!’

Bij gezond opgroeien hoort een gezonde mond. Toch komt bijna 1 op de 5 kinderen niet bij de tandarts. En lang niet alle ouders weten hoe ze het kindergebit thuis moeten verzorgen.

Om gaatjes en andere problemen in de mond te voorkomen, lanceert de KNMT, de beroepsorganisatie van tandartsen, deel 2 van de preventiecampagne ‘De tanden van je kind, daar zorgen we samen voor!’.

Kids van 4 tot 12 jaar

Het eerste deel van de grootscheepse actie was speciaal gericht op ouders van 0- tot 4-jarigen. Nu zijn de kids van 4 tot 12 jaar aan de beurt. Ook zij bezoeken nog te weinig de tandarts met alle gevolgen van dien. Zo stagneert de mondgezondheid van 11-jarigen of gaat die zelfs achteruit, aldus het laatste Signalement Mondzorg van Zorginstituut Nederland. En nog altijd hebben 2 van de 3 kinderen voor hun 18e verjaardag minstens één gaatje.
Dat kan en moet beter! Maar veel mensen weten niet wat goed is voor de mondgezondheid van hun kinderen. Echt veel hoeven zij er eigenlijk niet voor te doen: goed poetsgedrag aanleren en napoetsen tot zeker 10 jaar, letten op het eet- en drinkgedrag én hun kind van kleins af aan regelmatig meenemen naar de tandarts. En dat kost helemaal niets, want tot 18 jaar worden de tandartskosten vergoed vanuit de basisverzekering. Gelukkig staan ouders er niet alleen voor: sámen met de tandarts kunnen zij het verschil maken en hun kind laten opgroeien zonder gaatjes.

Brede verspreiding campagne

Om ouders met kinderen die nog niet naar de tandarts gaan te bereiken, zijn niet alleen de ruim 10.000 bij de KNMT aangesloten tandartsen uitgenodigd de campagne te promoten. De beroepsorganisatie heeft ook de jeugdgezondheidszorg, zorgverzekeraars, basisscholen en (sociale) instellingen als voedsel- en kledingbanken, wijkcentra en sportverenigingen benaderd om de campagne te verspreiden. Zo zet de KNMT alles op alles om ieder kind te laten opgroeien met een gezond gebit.

Campagnematerialen

De KNMT levert stakeholders gratis campagnematerialen, zoals de campagneposter, kant-en-klare teksten en afbeeldingen voor social media en e-mailnieuwsbrieven en banners voor op websites. Tandartsen wordt gevraagd ook deze poster voor het raam van hun praktijk te hangen, zodat ouders in de buurt die nog niet met hun kind naar de tandarts gaan deze goed kunnen zien. Andere stakeholders kunnen de poster bijvoorbeeld in hun wachtruimte of kantine hangen. En de campagnematerialen bieden diversiteit. Zo kan de variant worden gekozen die het beste past bij de achterban. De posters zijn net als de andere communicatiemiddelen gratis te downloaden op de speciale campagnepagina van de KNMT.

Bovendien zijn alle voor ouders belangrijke informatie en adviezen voor een gezond gebit van hun kind per leeftijdscategorie terug te vinden op www.allesoverhetgebit.nl, de patiëntenwebsite van de KNMT. Hierbij is rekening gehouden met ouders die over lage gezondheidsvaardigheden beschikken. En er wordt steeds benadrukt dat de tandartskosten voor kinderen tot 18 jaar worden vergoed vanuit de basisverzekering.

Staan de komende weken de 4- tot 12-jarigen in de campagne centraal, later dit jaar is er aandacht voor de mondgezondheid van tieners. Naast hun ouders gaan we hen rechtstreeks benaderen via diverse socialemediakanalen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis