Promotiefilmpje voor bekendheid mondhygiënist bij het grote publiek

Promotiefilmpje voor bekendheid mondhygiënist bij het grote publiek

In 2018 stond Stichting Goed Gebekt met een stand op de Huishoudbeurs. Naast het scoren van DPSI’s namen zij ook een enquête af. Hieruit bleek dat 77,6% van de mensen niet weet dat de mondhygiënist vrij toegankelijk is. Een schrikbarend hoog cijfer. Stichting Goed Gebekt heeft daarom het initiatief genomen om de mondhygiënist bij het grote publiek onder de aandacht te brengen met een promotiefilmpje.

De video is opgenomen in de praktijk van tandarts Axel van der Heide in Bodegraven.

“Uiteraard heeft de stichting niet de middelen om het filmpje op televisie te vertonen maar als iedere mondhygiënist het filmpje op zijn of haar (privé) facebook, Instagram of LinkedIn deelt dan moet het lukken om een flink publiek te bereiken. Daarnaast is het filmpje te gebruiken voor de praktijk website, op wachtkamer tv’s, en wat al niet meer”, zegt Maja Koster, bestuurslid van Stichting Goedgebekt.

 

Stichting Goed Gebekt is een non-profit stichting. Al het geld van de donateurs wordt gebruikt voor promotie van de mondhygiënist. De stichting is financieel afhankelijk van donateurs. Ook donateur worden? Kijk op www.goedgebekt.net

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z, Video
Gouden Boekje Wiwi Wit: KunstZinnig cadeautje of bijzonder bezoekje?

Gouden Boekje Wiwi Wit: KunstZinnig cadeautje of bijzonder bezoekje?

De beroemde Gouden Boekjes zijn aan boord van het ss Rotterdam! De expositie over 65 jaar Gouden Boekjes is te bezichtigen tot 31 december 2018 op de SS Rottterdam.

SS-Rotterdam

Gouden Boekje Wiwi Wit op expositie

Een afbeelding met ‘fluoride tandpasta’ uit Wiwi Wit, het leven van een kindertand geschreven en getekend door Marion Bloem @2017,  is onderdeel van de expositie. Het Gouden Boekje Wiwi Wit is geïnitieerd door en kwam tot stand onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van Yvonne Buunk-Werkhoven en Dagmar Else Slot. Met financiële ondersteuning van de beroepsverenigingen in de mondzorg KNMT, NVM en ANT.

In de speciale uitgave ‘Alles wat ik weten wil heb ik uit een Gouden Boekje’ van de uitgever Dik Broekman, tevens de samensteller van het boek, staat op bladzijde 3 “Poets je tanden”.

Alles wat ik weten wil heb ik uit een Gouden Boekje

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
inplannen

Mag uw patiënt onder werktijd een tandarts bezoeken?

Het inplannen van een tandartsafspraak kan lastig zijn voor patiënten omdat het een conflict kan veroorzaken met werk. Veel patiënten bezoeken de tandarts daarom tijdens werktijd, wat niet altijd wordt gewaardeerd door de werkgever. In dit artikel wordt verder toegelicht of dit wel of niet zou moeten mogen.

Consequentie in afspraken tijdens werktijd

Wettelijk gezien bestaan er geen vastgestelde regels of een tandartsbezoek wel of niet binnen werktijd mag worden gepland. Het kan echter wel zo zijn dat hier een besluit over is gemaakt dat is vastgelegd in een cao of arbeidsvoorwaardenreglement. Indien dit het geval is, moeten deze afspraken worden aangehouden. Hierbij is het wel belangrijk dat er consequent met de regels moet worden omgegaan. Dat betekent, op het moment dat een regulier tandartsbezoek wordt toegestaan dan moet een werknemer ook een afspraak met een fysiotherapeut kunnen inplannen tijdens werktijd, en andersom. Behandelingen met enkel een cosmetische aard mogen nooit tijdens werktijd worden gepland.

Opstellen van duidelijke regels

Om te voorkomen dat er onenigheid of onduidelijkheid ontstaat rondom het inplannen van (tandarts)afspraken tijdens werkzaam, is het raadzaam om als werkgever hier duidelijke regels over op te stellen. Zo kan bijvoorbeeld worden vastgelegd wat voor afspraken wel en niet tijdens werktijd mogen worden gepland en hoe vaak per jaar dit wordt toegestaan.

Spoedeisende (tandarts)afspraken mogen wettelijk gezien altijd tijdens werktijd worden ingepland.

Bron:
Edith van Schie, Arbeidsrechtjurist in artikel op Telegraaf.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatig sms’jes ontvangen kan helpen mondkanker te verslaan

Regelmatige herinneringen, zoals sms-berichten, zijn een effectieve manier om mondkanker te bestrijden. Dit bleek uit een recentelijk onderzoek dat gepubliceerd werd in de South Asian Journal of Cancer.

Regelmatige sms

Tijdens het onderzoek stuurden onderzoekers regelmatig een sms naar patiënten om hun eigen mond te controleren op mondkanker. Uit de resultaten bleek dat het aantal patiënten dat zelfonderzoek deed naar vroege waarschuwingssignalen significant verbeterde.

Eerdere diagnose

Degenen die vroege waarschuwingssignalen of iets ongewoons vonden, bezochten dan ook vaker een arts of tandarts, waar bevindingen bevestigd en gediagnosticeerd konden worden.

Bestaande patiënten

‘Tot dusverre is dit alleen op bestaande mondkankerpatiënten uitgeprobeerd om hen alert te houden op eventuele herhaling’, zei dr. Nigel Carter, chief executive van de Oral Health Foundation in het Verenigd Koninkrijk.

Eenvoudig maar effectief

‘Ik twijfel er niet aan dat sms-berichten een veel bredere toepassing kunnen hebben om diegenen te waarschuwen waar het risico het grootst is, om zichzelf regelmatig te controleren op de eerste tekenen van mondkanker. Zoiets eenvoudigs als een sms kan een snelle en goedkope manier zijn om mondkankerpatiënten in een eerder stadium te identificeren’.

Tijd voor verandering

‘Het aantal mensen met mondkanker is mogelijk sterk gestegen, maar de proportie van degenen die de ziekte hebben verslagen is in de afgelopen 40 jaar nauwelijks verbeterd. Vaker wel dan niet: dit komt door een late diagnose’, aldus dr. Carter.

 

Bron:
South Asian Journal of Cancer
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Keep smiling: "Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach"

Keep smiling: “Goede gebitsverzorging belangrijk voor een mooie lach”

“Je kan mensen niet motiveren door ze op het risico van mondziekten te wijzen. Gebruik liever het argument dat een goede gebitsverzorging belangrijk is voor een mooie lach”, zei Yvonne Buunk-Werkhoven in het interview met het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen).

In het interview Maak kennis met de mondzorgpsycholoog vertelt zij over haar werk als ‘mondzorgpsycholoog’.

Op Facebook deelde zij deze video van Freddie Mercury van Queen om haar gedachten te onderschrijven.

 

Yvonne Buunk-Werkhoven is gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Tandarts.nl genomineerd voor website van het jaar

Tandarts.nl genomineerd voor Website van het Jaar

Tandarts.nl is voor de derde keer op rij genomineerd voor de Website van het Jaar in de categorie Gezondheid. Van 21 september tot en met 19 oktober 2018 kunt u uw mening geven over de kwaliteit van deze website en de andere genomineerden.

De Website van het Jaar verkiezing is de publieksprijs die zich richt op de kwaliteit en inhoud van websites.

Stem op de website tandarts.nl als Website van het Jaar

Op 22 november worden de winnaars bekendgemaakt tijdens de feestelijke en exclusieve Awardshow.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Kidsfabriek was een groot feest!

Kidsfabriek was een groot feest

Op 25 augustus vond in Ulft voor de vijfde keer het gratis jeugdevenement de Kidsfabriek plaats. Ook dit jaar was er weer de Mondhoek, waar workshops over mondgezondheid werden gegeven door negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde. De coördinator van de Mondhoek Lieneke Steverink-Jorna vroeg hun ervaringen. Hier haar verslag.

Mondhoek

De kinderen genoten echt van wat hun in de Mondhoek werd aangeboden. Nieuwsgierig stapten ze op de stand af. Sommigen gaven aan dat ze absoluut niet gepoetst wilden worden. Zij werden met een poetsbeest spelenderwijs verleid tot poetsen. Het was geweldig om te zien hoe de kinderen allemaal met een grote smile in de stand te vinden waren. Op een gegeven moment liepen bijna alle kinderen met de goodiebag en ballon rond.

Geïnteresseerde (groot)ouders

Student Daisy Janssen vertelt: “Het was voor mij echt ontzettend leuk en leerzaam. De ouders zijn enorm geïnteresseerd tijdens zo’n evenement. Ze keken uit zichzelf mee en stelden vragen. Tijdens het geven van de poetsworkshop hoorde ik steeds: “Oh, dat wist ik niet!” Mondhygiënist Roma Kowalski: “Niet alleen de ouders waren enthousiast. Ook de opa’s en oma’s. Een opa zei: “Heel leuk gedaan! Hopelijk tot volgend jaar.” Mondhygiënist en wetenschapper Yvonne Buunk-Werkhoven haakt in: “Ook opa’s en oma’s lijken steeds meer betrokken en volgden de poetsworkshop actief. Daardoor krijgt het kind thuis meer steun en wordt er nagepoetst.

Kinderen komen inderdaad het jaar erop weer terug. Zo wordt de boodschap goed herhaald en dat werkt krachtig voor gedragsverandering.” Mondhygiënist Arwa Abdulhadi: “Klopt, niet alleen de kinderen komen graag terug, ook de ouders kwamen speciaal voor de poetsworkshop met de kinderen naar de Kidsfabriek. Ik vond ook dat de grootouders veel interesse toonden. Zij kenden het plakkleuren nog van vorig jaar, maar de kinderen die voor het eerst kwamen, hadden er nog nooit van gehoord.” Student Liza van Loo: “Het was zo leuk dat ik kinderen zag die ik vorig jaar ook had gezien! Ze komen dan echt naar je toe gerend met een grote lach. Leuk om te zien dat ze ook echt wat geleerd hebben.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Het mondzorg team van Kidsfabriek: negen mondhygiënisten en drie studenten mondzorgkunde

Nog nooit poetsles gehad

Veel kinderen en (groot)ouders gaven, net als vorige jaren, aan dat ze in de praktijk nog nooit een poetsles hadden gekregen. Op Mondzorgforum geeft een heel groot deel van de mondhygiënisten aan vrijwel nooit kinderen te zien. En dat was te merken… Mondhygiënist Marigeth Eimers-Deira: “Ouders weten niet eens dat ze met hun kinderen naar de mondhygiënist kunnen. Ik zag ook aardig wat kids met tandsteen. Ze wisten niet eens dat ze al blijvende kiezen hadden! Echt, de ouders keken me met grote ogen van verbazing aan. Veel van wat ik vertelde, was volkomen nieuw.” Mondhygiënist Suzanna Aleksanjan: “Veel kinderen hadden echt oude plak. Ondanks dat ik vorig jaar ook meedeed, was dat toch weer schrikken!” Mondhygiënist Marieke Peters: “Inderdaad verbazingwekkend. Kinderen geven ook vaak aan slechts een keer per dag te poetsen.” Ouders zeggen vaak dat het kind inderdaad twee keer daags moet poetsen, maar bedenken niet dat ze zelf bij hun kind moeten poetsen.

Mondhygiënist Madeleine Bos: “Het kleuren was voor veel jonge kinderen nieuw. De ouders poetsen vaak niet na.” Arwa heeft geen enkele sealing gezien, ondanks dat de mondhygiëne slecht was. Ook zij hoorde dat de kinderen en/of ouders nog nooit een poetsinstructie hadden gekregen. Silvia: “Veel kinderen zijn nog nooit naar de mondhygiënist of preventieassistent geweest. Ouders gaven ook aan dat ze niet wisten dat hun kinderen ook met een elektrische borstel kunnen poetsen.” Madeleine: “Ja, maar toch waren er ook kinderen die zowel met de hand als met een elektrische borstel poetsen.” Daisy: “Als ze al elektrisch poetsten, dan wisten ze niet dat ze de borstel stil moesten houden. De ouders wisten dat ook niet en hebben het zodoende hun kind verkeerd aangeleerd. Voor de ouders werd zo ook duidelijk dat poetsinstructies niet alleen voor kinderen zijn!” Roma: “Ik hoorde zelfs van aardig wat ouders dat ze dachten dat cariës aangeboren is! Het is echt hard nodig dat kinderen en hun ouders meer voorlichting krijgen.”

Kidsfabriek was een groot feest!

Zure drankjes

Naast de poetsinstructie was er ook gelegenheid om de pH van drankjes te meten Suzanna: “ De kinderen trokken zelf conclusies bij het pH-meten. Zo zeiden ze: “Water is dus het beste! Ik kies voortaan water.” Er kwam zelfs een ouder terug om te vertellen dat het kind om water vroeg nadat ze had gevraagd of het wat wilde drinken. Marieke: “Het erosie-verhaal vonden ouders heel interessant en vroegen door. Ze waren echt verbaasd over de lage waardes.” Roma: “ Een moeder was verbaasd dat Cristal Clear, dat ze zelf dronk, zo zuur was. Het was echt een eye-opener.”

Kinderen die mondzorg nodig hebben

Na zo’n Kidsfabriek blijven er altijd kinderen ‘in je hoofd’ achter. Kinderen waarbij je nadrukkelijk hebt moeten zeggen dat de mondhygiënist geen overbodig luxe zou zijn. Zo zagen we kinderen waarbij de kiezen nog net zichtbaar waren. Helemaal weg ge-erodeerd, ouders wisten van niks. Of dat je bij twee kinderen (zusjes) na het wegpoetsen van een dikke laag plak forse cariës ziet, dat je rond kijkt en je afvraagt waar de ouders zijn. Een ouder kwam toch nog even om het hoekje kijken en deelde mee dat het haar ‘bonuskinderen’ waren en dat de cariës kwam door het ‘pufje’. Het is moeilijk om dergelijke ouders voorzichtig duidelijk te maken dat de kinderen echt zorg nodig hebben en dat er moet worden nagepoetst. Bij Roma kwam een kindje met enkel een 55 en 65 in de bovenkaak. Ze vertelt: “De rest was weg en in de onderkaak stonden grijze elementjes. Ze gingen niet regelmatig naar de tandarts en wisten zelfs de naam niet. Het was een gebroken gezin, details zal ik je besparen. Zo sneu om te zien dat dan de grote zus zich verantwoordelijk gaat voelen en haar zusje naar de Mondhoek bracht. Je hart breekt.”

Unieke kans om mondzorg te promoten

Het is elk jaar weer geweldig om met collega’s iets uit je hart te doen. Het werken met kinderen geeft echt een glimlach op je gezicht. Dan hoor je vanuit een hoek een enthousiast kind: “Glazuur? Dat kan je ook eten!” Het is voor studenten een prima kans om meer routine te krijgen in het geven van instructies. Student Iris: “Eerst voelt het nog wat onwennig, maar op een gegeven moment weet je precies wat er wel en niet werkt bij die kleintjes. Ik weet nu zeker dat ik met jeugd ga werken.” Maar ook voor menig mondhygiënist was het een unieke kans om even met beide benen in de maatschappij te staan. We kregen kinderen te zien die anders nooit in de praktijk komen. Dit zijn vaak juist de kwetsbare kinderen. Een unieke kans om mondgezondheid te promoten dus. Het is mooi om te zien hoe hard er is gewerkt en hoe goed er werd samengewerkt. Er werden zelfs banen aangeboden en tijdens het etentje achteraf werd er nog druk kennis gedeeld. Dus collega’s bedankt!

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

ToothCamp start petitie ‘Snoep en fris de schoolkantine uit’

Ira van Eelen, initiatiefneemster van ToothCamp, startte aan het begin van het schooljaar een petitie om snoep- en frisverkoop uit de schoolkantines te bannen.

Het gemak en de vanzelfsprekendheid van middelbare schoolkantines, om snoep en frisdrank te verkopen, is laakbaar. Daar waar drugs, roken en alcohol op scholen zijn verboden, kan de desastreuse werking van verslavende suikers gewoon doorgaan. Middelbare scholen kunnen een belangrijke rol spelen door deze boodschap parallel mee te geven en zo te helpen de (mond)gezondheid van hun tieners optimaal te houden.

Gevolgen voor mondgezondheid

Ira van Eelen: “Tijdens het draaien van het item voor het Jeugdjournaal in mei waren we te gast bij een “gezonde school”. In de kantine – met het predicaat gezondste kantine van Nederland 2018 – kunnen kinderen lolly’s, marsen en zure matten kopen en stonden er twee vending machines met alle foute frisdranken denkbaar! Het blijkt dat je jezelf een gezonde kantine mag noemen als je 80% van je aanbod aanpast aan het advies van het voedingscentrum en dan mag je 20% vrij laten. Wat het extra lastig maakt, is dat de focus nu voornamelijk op calorieën ligt en er nog te weinig gekeken wordt naar de gevolgen voor de mondgezondheid.”

Kennis en bewustwording

Het begint bij bewustwording. Daar waar vorige generaties opgroeiden met het motto ‘Snoep gezond, eet een appel’ en er fluoride in het water zat, zien nieuwe generaties marketing en reclame-uitingen waarbij de link wordt gelegd tussen suiker en sportiviteit.

“Het is net als met het roken: eerst geloofde niemand dat het een probleem was (roken was een stoere bezigheid van cowboys), maar nu kan niemand zich meer voorstellen dat je zomaar in gezelschap gaat staan paffen. Ooit komt de dag dat niemand meer gelooft dat schoolkantines snoep en snacks verkochten. Met die bewustwording start ToothCamp, in samenwerking met KNMT, NVM en ANT, nu een petitie; ondertekenen kan op www.stopsnoepenfris.petities.nl“.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
slecht ontwikkelde executieve functies

Wil een patiënt uw raad niet opvolgen of heeft hij slecht ontwikkelde executieve functies?

Iedereen komt in de praktijk wel eens patiënten tegen die anders reageren dan anderen. Het lijkt soms alsof deze patiënten niet gediend zijn van goede raad en hun gewoonten niet willen aanpassen. Wellicht is er bij zo’n patiënt sprake van slecht ontwikkelde executieve functies.

Motivational interviewing

Mondhygiënisten leren tijdens hun opleiding om met de gesprekstechniek Motivational Interviewing patiënten er toe aan te zetten zelf oplossingen te bedenken. Soms echter krijgen mondhygiënisten van hun patiënten niet echt een antwoord. Er kan dan het advies worden gegeven om er over na te denken, maar een enkele keer kunnen mensen simpelweg niet zelf verzinnen op welk moment van de dag ze een tandenstoker zouden kunnen gebruiken. Of reageren ze overmatig boos als er op resterende plak wordt gewezen. Of vinden zij zelf dat hun poetsgedrag helemaal prima is, terwijl de plakkleurtest totaal iets anders aangeeft. Houdt de patiënt u voor de gek? Waarschijnlijk niet, het kan alles te maken hebben met slecht ontwikkelde executieve functies.

Executieve functies

Executieve functies zijn de cognitieve processen die nodig zijn voor doelgericht, efficiënt en sociaal aangepast gedrag. Executieve functiestoornissen komen voor bij uiteenlopende neurologische, psychologische en psychiatrische aandoeningen, zoals leerstoornissen, niet-aangeboren hersenletsel, AD(H)D, autismespectrumstoornissen, dementie en schizofrenie. Maar ook tussen mensen zonder klinische diagnose bestaan grote verschillen in het niveau van executief functioneren. Bovendien komen executieve functiestoornissen onder hoogbegaafden veelvuldig voor.

Executieve functies zijn van invloed op gedragsregulatie en metacognitie.

Gedragsregulatie

Het vermogen om op een passende wijze gedrag te reguleren is essentieel voor het oplossen van problemen. Gedragsregulatie bestaat uit inhibitie (remming van impulsen), flexibiliteit, emotieregulatie en zelfevaluatie.

Inhibitie

Inhibitie is het vermogen om impulsen af te remmen, te weerstaan of op het juiste moment te staken. Problemen met impulscontrole kunnen nadelige gevolgen hebben voor het sociaal functioneren. Zo hebben impulsieve mensen vaak de neiging groepsactiviteiten te verstoren door ongepaste opmerkingen of door anderen te onderbreken. Daarnaast hebben personen met inhibitieproblemen vaak moeite met het onderdrukken van fysieke impulsen, waardoor zij soms ongepast fysiek reageren op anderen. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval als een patiënt pijn ervaart en zich niet kan inhouden om u een mep te verkopen of op uw vinger te bijten. Maar ook patiënten die geen maat weten te houden met snoepen, kunnen hier last van hebben. Zij kunnen zich voornemen om minder te snoepen, maar als er een bak snoep voor hun neus staat, zijn ze niet te houden.

Flexibiliteit

Stoornissen op het gebied van flexibiliteit bemoeilijken het bedenken van alternatieve oplossingen voor een probleem of het veranderen van gedrag in een veranderde situatie. Dit kan ertoe leiden dat een verkeerde aanpak steeds herhaald wordt, zelfs als duidelijk is dat het niet werkt. Mensen met dergelijke problemen worden vaak gezien als rigide of star. Een verandering in de dagelijkse routine kan er toe leiden dat deze personen van slag raken. Een voorbeeld van de dagelijkse routine is het tandenpoetsen. Het kan voor iemand met een lage flexibiliteit bijvoorbeeld moeilijk zijn om van een handtandenborstel over te stappen op een elektrische tandenborstel. Het inbouwen van een nieuwe activiteit op een dag, zoals het spoelen met fluoride of het rageren, kan problematisch verlopen. De patiënt kan u dan niet vertellen waarom dit niet lukt. Een patiënt kan soms zelfs in paniek raken als hij zijn normale activiteiten moet onderbreken voor een bezoek aan uw praktijk.

Metacognitie

Metacognitieve functies zeggen iets over het vermogen om zelfstandig taken uit te voeren, problemen op te lossen en te denken over het eigen denken. Metacognitie is van invloed op initiatief nemen, werkgeheugen, plannen en organiseren, taakevaluatie en ordelijkheid. Iemand met een laag IQ kan toch zaken tot een goed resultaat brengen, omdat hij kan volhouden, nieuwsgierig is, goed kan samenwerken en leert van de eigen fouten. Iemand met een hoog IQ presteert echter een stuk minder als de metacognitie onderontwikkeld is. Dit zijn de zogenaamde ‘vergeetachtige professors’. Onderschat daarom niet te gauw het IQ van uw patiënt.

Werkgeheugen

In het werkgeheugen kan informatie worden vastgehouden en bewerkt, waarbij de doelstelling voor het volbrengen van de taak in acht gehouden wordt. Patiënten met een gering werkgeheugen beweren vaak dat ze nooit een instructie hebben ontvangen of dat u bepaalde informatie niet gegeven heeft.

Plannen en organiseren

Bij plannen en organiseren gaat het om het vermogen om vooruit te denken, doelen te stellen en te voldoen aan de taakeisen. Iemand die hierin niet bekwaam is, zal zichzelf niet zo gauw het doel stellen om een zo gezond mogelijk mond te krijgen. Ook zal hij niet inzien dat tanden en kiezen verloren kunnen gaan en hoe onaangenaam dit kan zijn.

Ordelijkheid en netheid

Ordelijkheid en netheid komen tot uiting in het opruimen en ordenen van spullen. U kent vast die patiënt die steeds vraagt om nieuwe ragers, omdat die van hem kwijt zijn.

Uw rol als mondhygiënist 

U hoeft als mondhygiënist niet de illusie te hebben dat u bij iemand de executieve functies kunt verbeteren. Daar zijn speciale coaches en boeken voor. Maar wellicht kunt u voor iemand iets betekenen door te werken met pictogrammen en afvinklijstjes om goede gewoontes in de dag in te bouwen. Bovendien kunt u er rekening mee houden en uw benadering aanpassen. In bovengenoemde voorbeelden hoeft overigens niet per definitie sprake te zijn van een patiënt met slecht ontwikkelde executieve functies. De diagnose kan alleen door een deskundige zoals een orthopedagoog gesteld worden.

Bronnen:
Peg Dawson & Richard Guare (2009). Slim maar….. Amsterdam: Hogrefe Uitgevers bv
www.hogrefe.nl
www.bijzonderzelf.nl

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Tandenpoetsen en rappen tijdens Kidsfabriek

Tandenpoetsen en rappen tijdens Kidsfabriek

Voor het vijfde jaar is De Mondhoek aanwezig op Kidsfabriek dat op 25 augustus in de SSP-hal in Ulft plaatsvindt. Vrijwillige professionals en studenten in de mondzorg zorgen er zo voor dat kinderen enthousiast worden over mondgezondheid. Dit is belangrijk, want veel kinderen hebben op jonge leeftijd al problemen in hun mond. Vaak zonder dat ouders het weten.

Om de workshops nog leuker te maken, worden er niet alleen cadeautassen weggegeven, maar ook maken de kinderen kans op een elektrische tandenborstel. Hiervoor plaatsen zij een foto op social media.

Compleet team

Dit keer neemt de Silvoldse Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna 14 collega’s mee. “Ik had nooit kunnen bedenken dat de Mondhoek zo populair zou worden. Het eerste jaar was ik slechts met een enkele collega en werd overspoeld door kinderen die graag een poetsworkshop wilden.” Elk jaar bracht ze meer collega’s mee. Studenten gingen meedoen waardoor Lieneke gastles Kidsfabriek ging geven aan de HBO-Mondzorgkunde. Dit jaar is zelfs een tandarts van de partij. “En ook komt een assistent ons bijstaan. Echt top, want samenwerken is belangrijk en zo vormen we een echt team.”

Rap voor tandenpoetsen

In de mondzorgpraktijk zal je niet zo snel een rapper vinden. Op Kidsfabriek wel. Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, bracht tijdens de presentatie van haar boekje Wiwi Wit een rap uit die kinderen laat onthouden op welke plekken ze in de mond moeten poetsen. De rap zal op Kidsfabriek worden gezongen.

Winactie

Dit jaar kunnen kinderen naast rappen ook leren poetsen met een app. In de app zit Kidszone waarbij kinderen punten kunnen verdienen door dagelijks minimaal 2 keer 2 minuten te poetsen. Hoe meer punten, hoe gekker de filtertjes. “Kinderen zeggen me in de praktijk poetsen vaak saai te vinden. Tijdens Kidsfabriek maken we poetsen echt leuk. Niet alleen daar, maar ook thuis. Een app kan kinderen stimuleren. Kinderen kunnen dit tijdens Kidsfabriek uitproberen en een foto op Facebook posten. Onder de posters verloten we elektrische tandenborstels.”

Lees ook: 300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek 2017

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Patiënten met problemen met sensomotorische integratie

Patiënten met problemen met sensomotorische integratie

Waarschijnlijk heeft u nog nooit van problemen met sensomotorische integratie gehoord. Toch komt u het waarschijnlijk met regelmaat tegen. U komt het tegen bij patiënten waar u zich stiekem rot aan ergert of waarbij u niet begrijpt waar de slijtage op het gebit toch vandaan komt.

Met dit artikel kunt u inzicht krijgen in het wel en wee bij problemen met sensomotorische integratie. Voor zover bekend is de problematiek van sensomotorische integratie en de behandeling ervan nog niet voldoende wetenschappelijk onderzocht. Dit artikel geeft u een beeld van het bestaan van sensomotorische problemen zodat u vragen van patiënten hierover kunt beantwoorden.

Sensomotorische integratie: wat is het?

Bij problemen met de sensomotorische integratie (SI) is het signaal van het tast- en evenwichtsgevoel te sterk of te zwak. Hierdoor reageert iemand met SI alsof hij in gevaar verkeert, terwijl dat niet zo is, of hij geeft deze zintuigprikkels te weinig aandacht. SI komt vaker voor bij hoogbegaafden, zwakbegaafden en autisten.

Tactiele overgevoeligheid

Zo kan het tastgevoel te snel waarschuwen voor gevaar, ook wel tactiele overgevoeligheid genoemd. Kinderen met tactiele overgevoeligheid zijn gevoelig voor aanraken. Op schoot zitten, aangeraakt worden en knuffelen vinden deze kinderen niet prettig. Daarnaast zijn ze vaak heel kieskeurig met eten en hun kleren, die ze al gauw ervaren als ‘kriebelig’. Tandenpoetsen is voor deze kinderen verre van prettig. Alles wat wij als tandheelkundigen in de mond stoppen, ligt al onder een vergrootglas, maar bij deze kinderen is het nog een stuk erger. Onze handschoenen en watjes voelen naar en zelfs polijsten geeft een flinke sensorische prikkel.

Veel patiënten met tactiele overgevoeligheid spannen hun lippen, tong en wangen sterk waardoor instrumenten moeilijk gebruikt kunnen worden. Soms is het zo erg dat ze het hiervan benauwd krijgen waardoor de paniek nog meer toeslaat. Het kan helpen om een handspiegel te geven zodat ze zelf zien wat er gebeurt. Ze kunnen dan zien dat hun lip of wang te veel in de weg zit bij de behandeling. Het is belangrijk om voorspelbaar te handelen: vertel wat je gaat doen, waarmee en hoe het ongeveer voelt. Begeleiding van de patiënt bij buikademhaling kan heel waardevol zijn.

Tactiele ondergevoeligheid

Maar het tastgevoel kan ook juist te weinig waarschuwen. Dit wordt ook wel tactiele ondergevoeligheid genoemd. Hierbij merkt het kind nauwelijks dat het wordt aangeraakt of dat het zelf iets aanraakt. De zintuigprikkels geven te weinig informatie door. Hierdoor ‘bestuurt’ zo’n kind zijn eigen lichaam minder goed, waardoor het onhandig is en zich bijvoorbeeld gauw stoot. Je kunt bedenken dat de kauwkracht dan ook minder goed gereguleerd wordt of dat tandenpoetsen veel te ruw gebeurt. Het kan ook zijn dat speeksel wat uit de mond lekt niet wordt opgemerkt.

Vestibulaire over- of ondergevoeligheid

Verder kan het evenwichtsgevoel te snel of te weinig waarschuwen voor gevaar. Dit wordt ook wel vestibulaire over- respectievelijk ondergevoeligheid genoemd. Een dergelijk kind is heel gevoelig voor bewogen worden of juist niet. Bij de overgevoeligheid reageren zintuigprikkels bij de geringste beweging of verandering van houding. Het achterover gebracht worden in de behandelstoel kan dus een heel angstig moment zijn.

Auditieve overgevoeligheid

SI kan ook leiden tot auditieve overgevoeligheid. Het is een afweerreactie die wordt veroorzaakt door een geluid, een auditieve prikkel, die op zich geen afweerreactie zou moeten uitlokken. Door het te sterk ervaren van de geluidsprikkels kunnen kinderen zich bijvoorbeeld in de klas of op het dagverblijf moeilijk concentreren omdat zij alles uit hun omgeving horen en niet kunnen selecteren wat voor hen belangrijk is en wat niet.

In de mondzorgpraktijk zijn vaak veel geluiden die mensen zonder SI al bijzonder vervelend of bedreigend ervaren. Door het verminderen en mogelijk reguleren van deze afweerreacties wordt de alertheid verbeterd. De afweerreactie op een geluid kan bestaan uit vermijden, een andere prikkel zoeken, angst en zelfs agressie. Het kan leiden tot het volgende gedrag:

  • De handen tegen de oren houden bij het horen van het geluid dat als vervelend wordt ervaren.
  • Zelf voortdurend aan het woord blijven of geluid maken.
  • Bij het horen van het geluid dat als vervelend wordt ervaren ‘op zoek’ gaan naar een andere zintuigprikkel om de geluidsprikkel minder alarmerend te maken. Bijvoorbeeld door te wrijven over het lichaam, voorwerpen vast pakken en er aan te gaan voelen of door te gaan bewegen.
  • Zelf veel geluid maken.
  • Zichzelf slaan
  • Met voorwerpen gooien of dingen stukmaken
  • Anderen agressief benaderen

Reageren mondzorgprofessional op auditieve overgevoeligheid

Wat kun je als mondzorgprofessional doen aan auditieve overgevoeligheid?

  • Van te voren waarschuwen voor het geluid. Het komt dan niet onverwacht en het is daardoor gemakkelijker te verdragen.
  • Andere zintuigprikkels van de patiënt gebruiken om de geluidsprikkels minder overheersend te laten worden, zoals iets vast laten pakken.
  • Een activiteit met twee handen laten uitvoeren waarbij ook nog kracht moet worden gezet zodat het geluid beter kan worden verdragen. Bijvoorbeeld de patiënt stevig in de handen laten wrijven, de handen in elkaar laten duwen of uit elkaar laten trekken.

Slijtage door voorwerpen in de mond

Het in de mond stoppen van voorwerpen of zelfs opeten is ook een uiting van SI. De persoon zelf ervaart dit gedrag vaak niet als probleem, maar z’n omgeving wel. Het is een vies gezicht, het hoort niet en het is gevaarlijk, vooral bij het opeten van niet-eetbare voorwerpen. Een tandheelkundige zal vreemde slijtage kunnen opmerken.
Als er een sterke behoefte is om prikkels in en rondom het mondgebied te voelen, kunnen de volgende oplossingen worden aangeboden:

  • Verplaatsend aanraken van de buitenkant van de mond.
  • Gevarieerd eten aanbieden.
  • Voelspelletjes.
  • Andere zintuigprikkels aanbieden.
  • Materiaal geven dat wel in de mond gestopt mag worden. Bijvoorbeeld babyspeelgoed, speciale kauwstaafjes en kauwkettingen.

Speciale bijt- en kauwmaterialen

De speciale bijt- en kauwmaterialen komen tegemoet aan de behoefte om ergens op te kauwen of voorwerpen in de mond te stoppen. Ze zijn een geschikt hygiënisch alternatief. Het gifvrije plastic kan eenvoudig schoongemaakt worden met warm water. De materialen zijn extra sterk en daardoor ook geschikt voor grotere kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap of mensen met dementie.

kauwmaterialen

Eten

De specialist in SI adviseert gevarieerd eten waar iets aan te proeven is en waar goed op moet worden gekauwd, voor extra stimulatie in de mond. Kauwgom kan hiervoor geschikt zijn maar bijvoorbeeld ook een appel of wortel. Daarnaast wordt regelmatig gekruid eten aanbevolen en – helaas – ook zure snoepjes of vruchtensap. Bovendien kan de structuur van het eten extra stimulatie geven, bijvoorbeeld ‘knapperig’ eten zoals rauwkost, toastjes en chips.

Waarom stoppen ze dingen in hun mond?

Bij het zien van de dingen om ons heen, weten we al hoe ze voelen zonder ze eerst aan te hoeven raken. Dat komt, doordat we als baby en klein kind de voorwerpen al onderzocht hebben door ze eerst in onze mond te stoppen en later met onze handen af te tasten. We weten daardoor hoe de voorwerpen voelen als we ze zien. Het kan zijn dat een kind of een volwassene voorwerpen in zijn mond blijft stoppen omdat hij ze nog steeds wil onderzoeken, hij wil extra informatie over die voorwerpen opdoen.
Bij het voortdurend in de mond stoppen van voorwerpen is de gerichtheid op de omgeving meestal sterk verminderd. Door het in de mond stoppen van voorwerpen sluit iemand zich af voor z’n omgeving en vermindert de alertheid. We zien ook dat kleine kinderen, als ze moe zijn, hun duim in de mond steken en op die manier gemakkelijk in slaap vallen. Het kan ook zijn dat de omgeving te onoverzichtelijk of onveilig is. Er zijn dan te hoge eisen aan het kind of de volwassene gesteld. Een andere mogelijkheid is dat er eigenlijk te weinig eisen aan iemand worden gesteld of dat iemand niets of te weinig te doen heeft wat binnen zijn mogelijkheden past. Dit laatste komt veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Het kind of de volwassenen verveelt zich dan eigenlijk en ‘vult’ de tijd met dingen in de mond stopen.

Behandeling

Een behandeling bij een ergotherapeut of kinderfysiotherapeut kan bij veel kinderen en bij volwassenen met problemen met de sensomotorische integratie tot succes leiden. Hiervoor is het noodzakelijk om het kind zodanig aan te raken en te bewegen dat hij die aanrakingen en bewegingen gaat gebruiken en het leuk gaat vinden. Het gebruik van deze prikkels zal dan tot veranderingen leiden.

Handel voorspelbaar; vertel wat je gaat doen, waarmee en hoe het ongeveer voelt. Begeleiding de patiënt bij de ademhaling kan heel waardevol zijn; door de neus en buik.

Bron:
hb-kind-forum.nl
Sensomotorische-intergratie.nl
Kinderfysio de Tuimelaar in Utrecht

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Gezond kindergebit

Gezond kindergebit: tips voor voorlichting aan ouders en kinderen

In 2011 was de prevalentie van cariës 41% bij 5-jarigen. Wat kunt u als zorgverlener doen om te zorgen dat het melkgebit cariësvrij blijft? Het is vooral belangrijk dat de focus op ondersteuning van zelfzorg ligt: mondhygiëne en voeding.

Voorlichting – de aanname

Een logische rationele basis voor gedrag is kennis. Het is echter goed om te beseffen dat het informeren van de patiënt niet automatisch tot gedragsverandering leidt. Uit onderzoek naar de effectiviteit van voorlichting blijkt dat voorlichting de kennis verhoogd en dat er op korte termijn gedragsverandering optreedt. Op lange termijn levert het echter geen gedragsverandering op. Kennis is dus vaak slechts een voorwaarde voor gedragsverandering maar zelden voldoende. De kennis is vaak wel aanwezig, er zijn dus meer aspecten die hierbij een rol bij spelen.

Waarom is alleen kennisoverdracht niet voldoende?

Mondgezondheidsgedrag is complex en wordt beïnvloed door veel factoren zoals:

  • Leefstijl en psychologie
  • Gezin en sociale omgeving
  • Buurt- en leefomstandigheden
  • Culturele, politieke en economische context

Gezin en sociale omgeving

Een belangrijke factor is het gezin en de sociale omgeving. Waarom lukt het bij het ene gezin wel en bij het andere gezin niet om een goede mondhygiëne te handhaven? Uit onderzoek blijkt dat er vaak genoeg kennis aanwezig is bij ouders maar dat barrières – bijvoorbeeld geen tijd/druk, tegenstribbelend kind, stress – ervoor zorgen dat dit niet altijd lukt.

Hieronder een aantal gezinsfactoren die een goede zelfzorg in de weg kunnen staan (barrières):

  1. Ouderfactoren
    De opvattingen en kennis van ouders over motivatie. Sommige ouders leggen bijvoorbeeld de ‘locus of control’ extern wanneer zij denken dat cariës erfelijk is. Ook stress en angst van de ouders spelen hierbij een rol.
  2. Opvoeding
    Positieve betrokkenheid, complimenten geven en (consequente) gematigde strengheid leiden tot minder weerstand bij kinderen.
  3. Gezinsfunctioneren
    Dit is de manier waarop leden binnen het gezin met elkaar omgaan. Routine en organisatie spelen hierbij een grote rol. Het gemiddelde dmft is hoger wanneer een gezin minder goed functioneert.

Communicatie ouders en kind

Goed advies geven betekent dus dat dit moet aansluiten op de patiënt. Het is belangrijk om met de ouders in gesprek te gaan zodat de barrières achterhaalt kunnen worden. De manier van communiceren speelt hierbij een grote rol. Hierbij een aantal tips:

  • In plaats van ‘Je moet beter poetsen!’ kun je beter zeggen ‘Hoe gaat het thuis met poetsen? Het is soms best lastige hè?’. Denk mee en toon begrip. Op deze manier creëer je een open sfeer en is doorvragen naar de echte oorzaak makkelijker.
  • Ontken nooit een onjuiste opvatting van ouders, bijvoorbeeld over een genetische oorzaak van de hoge cariësactiviteit. Het is beter om mee te veren en aan te geven op welke manier ze dit wel kunnen beïnvloeden.
  • Denk mee in oplossingen wanneer ouders moeite hebben met de organisatie, zoals tijdsgebrek vlak voor het slapen gaan. Zo kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om in de woonkamer/keuken de tanden te poetsen zodat dit niet meer hoeft vlak voordat ze naar bed gaan.
  • Het is voor het kind belangrijk dat het positief benaderd wordt: benoem gewenst gedrag en negeer ongewenst gedrag, belonen helpt.
  • Investeer in de relatie met de patiënt. Toon begrip, geef echte aandacht, hou het simpel, niet zwaaien met het vingertje.

Dr. Denise Duijster is tandheelkundig onderzoekster bij ACTA. Na het behalen van haar Bachelor in de Tandheelkunde heeft zij de Masteropleiding ‘Dental Public Health’ gevolgd aan de University College London (UCL). Begin 2015 is zij gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam op de rol van het gezin bij de preventie van cariës bij kinderen. Na haar promotie-onderzoek werkte ze een jaar in Manila als onderzoekster bij UCL en de Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ). 

Maddelon de Jong-Lenters is tandarts-pedodontoloog en eigenaar van Cleyburch junior, een verwijspraktijk voor kindertandheelkunde in Noordwijk. In deze praktijk werken niet alleen kindertandartsen, maar ook een psycholoog en een logopedist. Ook is er een narcose faciliteit aanwezig, voor als het echt niet anders kan. Tijdens de behandeling van kinderen die een specifieke (tandheelkundige) zorg en benadering nodig hebben, komen veel vragen voorbij, die Maddelon al een tijd bezig houden. 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Denise Duijster en Maddelon de Jong-Lenters tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
In gesprek met patiënten met het kwaliteitsklankbord

In gesprek met patiënten met het kwaliteitsklankbord

Om de kwaliteit van tandartspraktijken te waarborgen bestaan er verschillende manieren om deze te testen. Eerder werd de patiënten enquête als meetinstrument voor de kwaliteit geïntroduceerd. Nieuw is het kwaliteitsklankbord: een klankbord waarbij patiënten feedback geven aan hun eigen mondzorgpraktijk. dental INFO interviewde Marjolein Spronk over deze nieuwe ontwikkeling.

Marjolein Spronk werkt op beleidsniveau voor patiëntenorganisaties met als expertise de verbetering van zorgkwaliteit, gezien vanuit het perspectief van patiënten. “Ik ben bevlogen over de meerwaarde van samenwerking tussen patiënten en zorgverleners op gebied van kwaliteitsverbetering. Kwaliteit is teamwork en wordt in deze context bepaald. Bovendien is het de kortste weg naar patiënttevredenheid.”

Het Kwaliteitsklankbord

Marjolein deelt haar visie op de mondzorgpraktijken op haar website ‘Het Kwaliteitsklankbord’. Ze organiseert regelmatig klankbordbijeenkomsten met medisch professionals en hun patiënten in de tweedelijns gezondheidszorg, gericht op kwaliteitsverbetering van zorg. In de mondzorg is dit tot nu toe nog een vrij onbekend fenomeen. Twee jaar geleden werd de mondzorgpraktijk waar ze zelf patiënt is haar eerste opdrachtgever in deze branche. Deze multidisciplinaire praktijk wilden meer aandacht geven aan de patiëntbeleving, waarvoor het essentieel was dat zij met hun patiënten in gesprek gingen. “Het klankborden tussen patiënten en de praktijkmedewerkers heeft geleid tot meer onderlinge binding en patiënt-gewenste verbeteringen in de dagelijkse praktijkvoering. Nu zijn de halfjaarlijkse klankbordbijeenkomsten daar een vast terugkerend onderdeel.”

Toegevoegde waarde voor mondzorgpraktijk

Voor Marjolein is het duidelijk dat de klankbordenbijeenkomsten in een mondzorgpraktijk van toegevoegde waarde zijn. “Zeker omdat de ontwikkelingen in de mondzorgbranche niet stil hebben gestaan. De eenmanspraktijk met vaste tandarts maakt steeds meer plaats voor grotere praktijken. Het heeft de dynamiek van het patiëntencontact veranderd. Ook zijn patiënten zelf mondiger. Ze hebben behoefte aan meer transparantie over de geboden zorg en zorgkosten. Een klankbordbijeenkomst blijkt hiervoor een geschikt kader.“

Als professional in de mondzorg kan het spannend zijn om een kwaliteitsklankbord te laten organiseren. Marjolein heeft hier alle begrip voor. “Je stelt je kwetsbaar op. Dat geldt niet alleen voor de professionals, maar ook voor de deelnemende patiënten. Als onafhankelijk gespreksleider is het mijn taak om een veilig kader te creëren. Dat doe ik door gebruik te maken van passende werkvormen die het gesprek richting geven. Bovendien hebben we het niet over personen, maar over de onderwerpen op de agenda. Als je daarover in gesprek gaat, ontstaat er juist verbinding. Je hebt hetzelfde doel!”

Klankbordbijeenkomst na patiënten enquête

Een klankbordbijeenkomst kan ook van waarde zijn voor een praktijk als eerder al een patiënten enquête is afgenomen. In de enquête wordt bijvoorbeeld getest hoe je als praktijk en als zorgverlener scoort op verschillende onderdelen, waardoor de tevredenheid simpel kan worden gemeten en vergeleken met andere praktijken. Bij klankbordbijeenkomsten gaat het niet zozeer om het specifieke meten, maar om het zoeken naar de connectie met de patiënt.

“Je biedt oor en geeft gehoor. Bovendien is het door de diversiteit van onderwerpen een lerende setting voor alle medewerkers van de organisatie. Je gaat na; hoe komt onze werkwijze of ons gedrag op patiënten over? Hierbij kunnen ook de resultaten van de patiënten enquête worden besproken. We hebben dit bij een praktijk gedaan. Patiënten dachten zelf mee over de oplossingen voor verbeterpunten. Ga er maar vanuit dat door patiënten zelf gekozen oplossingen beter aansluiten dan wat je als professionals bedenkt!”

Actieve deelname van patiënten

Voor een goede klankbordsessie zijn gemiddeld acht patiënten en minimaal twee praktijk-medewerkers aanwezig. In de wachtkamer worden de patiënten uitgenodigd om deel te nemen, hun ervaringen te delen en mee te denken over de werkwijze. Marjolein vertelt dat patiënten hier verrast op reageren, ze waarderen het initiatief. De patiënten die aanschuiven doen dit vaak om verschillende redenen; ze hebben een visie, of een concreet onderwerp om te bespreken, willen graag meedenken of simpelweg hun tevredenheid delen over de geboden zorg. Deze verscheidenheid is een goede vertegenwoordiging.

Vaak kiezen zorgverleners ook gericht patiënten uit om deel te nemen aan de klankbordbijeenkomst. Als een patiënt kritische vragen stelt na een individuele behandeling kan de arts deze bijvoorbeeld uitnodigen om zijn of haar meningen te bespreken in de volgende bijeenkomst.

Gespreksonderwerpen

Voordat Marjolein daadwerkelijk aan tafel zit samen met patienten en medewerkers, inventariseert ze de gewenste gespreksonderwerpen. Hieraan is meestal geen gebrek. De bijeenkomst zelf duurt anderhalf tot twee uur. “Die tijd vliegt voorbij. Het is een inspirerende uitwisseling van ervaringen en inzichten.” Aan het eind van de bijeenkomst heeft de praktijk een overzicht van praktisch uitvoerbare suggesties, die bij kunnen dragen aan patiënttevredenheid. Deze hebben bijvoorbeeld vaak betrekking op de communicatie, informatievoorziening of organisatie van de zorg.

Gehoor geven aan suggesties

De praktijk besluit vervolgens uiteraard zelf op welke wijze zij daar gevolg aan willen geven. Patiëntvriendelijkheid betekent namelijk niet ‘u vraagt wij draaien.

Verschillende invalshoeken samenbrengen

De thema’s die de praktijk en de patiënten agenderen komen vaak overeen. Een veelvoorkomend onderwerp is de facturering. De praktijk constateert dat er ondanks uitgebreide toelichting nog steeds vaak vragen over komen. De patiënten geven op hun beurt aan hoe de factuur duidelijker kan, waar de praktijk mee geholpen is. Als je de verschillende invalshoeken samenbrengt, is het snel schakelen. Veel items blijkt terug te voeren op communicatie en informatieverstrekking.

Kinderpanel

Kindermondzorg is een ook een veel voorkomend onderwerp. We vroegen Marjolein of er ook een kinderpanel zou kunnen bestaan. Dit bestaat nog niet. “Ik vind dit een leuke vraag. Het lijkt me vanzelfsprekend dat we kinderen zelf ook vragen naar hun mening. Er zijn leuke manieren om dit te doen, die goed bij de kindbeleving aansluiten. Ik zou het geweldig vinden om dit met een kinderpraktijk uit te werken. Waar kan ik beginnen?!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Klachten, Thema A-Z
Wat verwacht de patiënt en hoe beïnvloedt u dat?

Wat verwacht de patiënt en hoe beïnvloedt u dat?

Wanneer een patiënt uw behandelkamer binnenstapt, ziet u het vrijwel direct: gaat het om een angstpatiënt die bibberend de stoel in kruipt of om een patiënt die volkomen ontspannen is? Deze patiënten hebben één ding gemeen; ze hebben beide een bepaalde verwachting van u.

Leanperspectief

Vanuit het ‘leanperspectief’ bekeken kunt u onderscheid maken tussen drie soorten kenmerken die bepalen in welke mate u voldoet aan die verwachtingen.

Dissatisfiers en satisfiers 

Dissatisfiers zijn de kenmerken van uw zorgverlening die ervoor zorgen dat de patiënt deze beleeft als negatief. Uw zorg biedt minder dan logischerwijs verwacht mag worden. Zo kan de geschetste ‘angstpatiënt’ met een nog grotere weerzin voor een tandartsbezoek uw behandelkamer verlaten.

Satisfiers zijn de kenmerken die de tevredenheid van de patiënt duidelijk verhogen. Zo zorgt een korte wachttijd in de wachtkamer voor een positieve waardering van de patiënt.

Delighters 

Delighters zijn kenmerken van onverwachtse kwaliteit. De patiënt rekent er niet op dat u die levert of biedt. Hiermee kunt u zich als zorgverlener onderscheiden van andere praktijken. Het is natuurlijk een mooie uitdaging om de angstpatiënt op zijn gemak te kunnen stellen door bijvoorbeeld meer tijd in te roosteren voor de behandeling. Hij zal stralend en met een zucht van verlichting uit de stoel stappen en zeer lovend zijn over u als tandarts. Dit uit zich onder meer in het feit dat hij u van harte aanbeveelt bij zijn nieuwe buren, hij is een ambassadeur geworden voor uw praktijk.

Communicatie

Op vele manieren kunt u bereiken dat een patiënt vol lof over u is en zorgen voor een toestroom van nieuwe patiënten. Een grote speler hierin is ‘communicatie’ en hiervoor zijn de volgende zaken van belang:

  • empathie;
  • gesprekstechniek;
  • verstrekken van informatie;
  • functionele stiltes.

Empathie

Empathie wil zeggen het goed aanvoelen van hoe de patiënt ‘er bij’ ligt, kijk naar zijn mimiek, lichaamshouding en stemtimbre. Ze zeggen een heleboel over de behoefte van de patiënt.

Gesprekstechniek

Pas de juiste gesprekstechniek toe. Hanteer het bekende lsd-principe: luisteren, samenvatten en doorvragen. Hierbij is luisteren misschien nog wel het meest lastige, maar misschien wel het belangrijkste onderdeel. Om dit goed te kunnen doen, is het belangrijk dat u uw aandacht erbij houdt en niet al in gedachte bezig bent met de volgende patiënt of het feit dat u uitloopt. Het samenvatten zorgt voor structuur en het is tevens een moment om te toetsen of u de patiënt goed begrepen heeft en dat zorgt weer voor ruimte om nog meer te weten te komen.

Verstrekken van informatie

Het verstrekken van informatie kan gebeuren met folders en/of mondelinge toelichting. De patiënt is vaak gespannen, dus soms moet u iets meerdere malen uitleggen en toetsen of de patiënt het begrepen heeft. Het komt steeds meer voor dat patiënten al informatie opgezocht hebben op internet. Dit kan ook de verwachting beïnvloeden. Indien de patiënt al veel kennis heeft over de behandeling, is het belangrijk om te toetsen of de informatie betrouwbaar is. Complimenteer de patiënt eerst voor zijn nieuwsgierigheid en het feit dat hij zich wil verdiepen in de tandheelkundige materie. Indien de bron niet betrouwbaar blijkt, is het belangrijk om op een subtiele en empathische manier informatie te verstrekken. Dit kunt u door bijvoorbeeld vergelijkbare casuïstiek aan te dragen, waaruit blijkt dat uw manier van werken succesvol is en hij kan vertrouwen op uw vakkundigheid. U kunt dat vertrouwen ook winnen door te vragen wat de patiënt belangrijk vindt en de voor- en nadelen van een behandeling benoemen. Zo ziet de patiënt u als een eerlijk persoon die geen valse verwachtingen schept.

Functionele stiltes

Mensen zien stiltes vaak als ongemakkelijk, maar het kan juist ruimte creëren voor het verwerken van informatie. Vaak gaat de patiënt, om de stilte op te vullen, juist praten en vragen stellen, waardoor u tussen de regels door nog meer kapstokken kan creëren voor een effectieve communicatie.

Benadruk dat de patiënt, indien er nog vragen en onduidelijkheden zijn, kan bellen. Dit schept rust.

Cadeautjes

Ieder mens vindt dit leuk, het krijgen van cadeautjes. Het zorgt voor een verrassend effect. Zo waardeert de patiënt het als u die perfecte tandenborstel cadeau doet of als de juniorpatiënt mag grabbelen in een doos met speelgoed. Uiteraard mag daar ook de seniorpatiënt in grabbelen, het gaat tenslotte om de behoefte.

Patiëntenbeleving

Het gaat uiteindelijk om de patiëntenbeleving, die natuurlijk subjectief is. De kwaliteit van de mondzorg kan de patiënt vaak niet beoordelen, het vertrouwen in de vakkundigheid is het antwoord.

Die beleving kan in kaart gebracht worden door de methode van ‘customer experience’ en ‘customer journey’ in te zetten. Zo kan de beleving van de patiënt gemeten worden tijdens de reis die de patiënt maakt, waarbij de contacten met de praktijk de leidraad vormen. Het biedt een goed beeld van de mogelijke aandachtspunten om de beleving van de patiënt in positieve zin te beïnvloeden.

Een veel hiervoor gebruikte methode is het werken met een ‘mystery guest’, zodat deze de reis kan maken zoals de patiënt dat doet. Om zaken te toetsen kunt u de resultaten als input weer gebruiken voor het patiëntentevredenheidsonderzoek. Genoeg tools zo om de patiëntentevredenheid te verbeteren en een handreiking te kunnen bieden voor het genereren van delighters in uw mondzorgverlening. Zo kunt u zorgen voor happy patiënts.

Door:
Ing. Petra van der Zwan

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
klantenservice

10 tips voor een goede klantenservice

Wanneer het op klantenservice aankomt zijn er altijd meerdere scenario’s mogelijk. Het uiteindelijke doel is een tevreden patiënt. Tandheelkundig adviseur Lisa Knowles geeft 10 tips voor het garanderen van een goede service.

1. Training en ontwikkeling

Onderschat de combinatie van trainen en ontwikkeling nooit. Combineer een doorgewinterde professional met een beginner in de praktijk.

2. Observeren

Dring aan op ten minste een week observeren voordat de nieuwe werknemer aan onafhankelijke projecten begint, en zorg voor constante supervisie zodra deze onafhankelijkheid wel van start gaat. Consistentie is comfortabel voor patiënten en daarom ook gewenst.

  1. Feedback

    Zorg ervoor dat de leidinggevenden schriftelijke en mondelinge feedback geven aan de nieuwe werknemers. Stel dit ver van te voren al op zodat iedereen weet waar hij aan toe is.

  1. Verbale- en non verbale training

    Geef elke werknemer de kans om deel te nemen aan bewustmakingstraining voor zowel de ontwikkeling van verbale als non-verbale communicatie. Non-verbale communicatie die niet goed wordt begrepen is kostbaar voor praktijken.

  1. Passie

    Neem mensen aan die genieten van hun werk. Persoonlijke passie is onvervangbaar. Het is besmettelijk en patiënten waarderen het zien van mensen die oprecht gelukkig zijn met het werk dat ze doen.

  1. Leerproces

    Zorg dat het leerproces aan de gang blijft. Blijf het team uitdagen om buiten hun comfortzone te werken en zo te blijven leren.

  1. Anonieme feedback

    Vraag patiënten om anonieme feedback, en zorg dat deze feedback zo objectief mogelijk is.

  1. Verander

    Luister naar de feedback en verander zaken indien mogelijk. Patiënten zullen geen feedback blijven geven als deze niet wordt gewaardeerd.

  1. Zorg dat opleiding leuk blijft

    Zorg dat de opleiding en ontwikkeling leuk blijft. Neem nieuwe hulp van buitenaf aan of lees nieuwe boeken over de ontwikkeling van human resources.

  1. Geen spijt

    Heb nooit spijt van het geld dat u besteed aan het verbeteren van het talent binnen het team. Het team is alles en het verbeteren van ieders vaardigheden zal zijn vruchten afwerpen.

Het kan soms vermoeiend zijn om te horen over klantenservice of patiëntenzorg, maar de relevantie hiervan is duidelijk. We moeten aandacht geven aan de behoeftes van onze patiënten en hun ervaring van onze zorg. Het hele team is onderdeel van deze ervaring. Het inzicht van uw teamleden in hun opleiding en ontwikkeling is van cruciaal belang voor het succes van de praktijk.

Bron:
drbicuspid.com

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Gepubliceerd artikel mondhygiënisten Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Gepubliceerd artikel mondhygiënisten: Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

In Annual Clinical Journal of Dental Health van The British Society of Dental Hygiene and Therapy is onlangs een artikel gepubliceerd van Yvonne Buunk-Werkhoven, Kristina Takrovskaja en Lieneke Steverink-Jorna. Hierin beschrijven zij hun onderzoek naar de invloed van voorlichting over mondzorg tijdens het kinderfestival Kidsfabriek.

Kidsfabriek

Kidsfabriek is een jaarlijks terugkerend gratis kinderfestival in Ulft. Sinds 2014 wordt hieraan ook deelgenomen door een aantal mondhygiënisten met het doel om op een leuke manier kinderen bewust te maken van het belang van een goede mondhygiëne. Dit blijkt een groot succes te zijn, de kinderen zijn erg enthousiast over de poetsles en andere mondzorgactiviteiten.

In 2015 en 2016 hebben Yvonne Buunk-Werkhoven en Lieneke Steverink-Jorna tijdens Kidsfabriek kinderen en hun ouders ondervraagd over onder andere hun poetsgedrag. Dit vormde de basis voor het nu gepubliceerde onderzoek.

Onderzoek

Doel van het onderzoek was het bepalen van de invloed van promotie van mondgezondheid tijdens een openbaar speel- en leerevenement op de mondhygiëne van kinderen en hun ouders.

Tijdens Kidsfabriek 2015 zijn aan 74 bezoekende ouders enquêteformulieren uitgereikt met vragen over mondzorg. Zij kregen de vragen voordat hun kinderen een workshop tandenpoetsen volgden.
Een jaar later zijn tijdens Kidsfabriek 2016 108 kinderen geïnterviewd nadat zij een interactieve workshop tandenpoetsen – gegeven door mondhygiënisten – volgden.

Resultaten 2015

Uit het onderzoek van 2015 kwam naar voren dat 18 van de geënquêteerde ouders (27,3%), met een middelbaar tot hoger opleidingsniveau, nog nooit een mondhygiënist had bezocht. 26 ouders (39,4%) gaven aan dat ze nooit poetsinstructies voor hun kinderen hadden gekregen van een mondzorgprofessional. 33 ouders (50%) poetsten de tanden van hun kinderen twee keer per dag. 11 respondenten (16,7%) gaven aan dat ze probeerden het eten van tussendoortjes door hun kinderen te beperken.

Resultaten 2016

Tijdens Kidsfabriek 2016 werd door twee derde van de kinderen enthousiast op de tandenpoetsworkshop gereageerd.

Uit vragen over de sociaaleconomische achtergrond van de ouders bleek dat 70 ouders (64,8%) een gemiddeld gezinsinkomen hadden en 28 (25,9%) een bovengemiddeld inkomen.

Een derde van de volwassen respondenten had nooit een mondhygiënist bezocht, 27 ouders (25%) bleken dat wel te willen. De geïnterviewde kinderen gaven veelal aan hun mondzorg te willen verbeteren en het snoepen en drinken van zoete drankjes te willen verminderen.

Conclusie

Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat deelname aan een evenement zoals de Kidsfabriek de kennis over mondhygiëne van kinderen en hun ouders kan vergroten en kinderen en ouders kan aanmoedigen om de mondzorg thuis te verbeteren.

Lees het gehele onderzoek Voorlichting over mondzorg tijdens kinderfestival werkt

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Huppelend naar de mondhygiënist: blog op website ministerie van VWS

Huppelend naar de mondhygiënist: blog op website ministerie van VWS

Onlangs verscheen het tweede blog van mondhygiënist Lieneke Steverink op de website van het ministerie van VWS. In dit blog vertelt ze over hoe belangrijk het is dat kinderen regelmatig naar de mondhygiënist gaan.

Ze vertelt onder andere over het evenement Kidsfabriek waar kinderen een gratis tandenpoetsworkshop kunnen volgen, over de aanwezigheid van de Stichting Goed Gebekt op de Huishoudsbeurs en de videobril die ze aanschafte om kinderen in haar behandelstoel af te kunnen leiden.

Lees het blog op de website van het ministerie van VWS

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Pilot bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Pilot: bewustzijn van mondgezondheid en zelfzorg jonge moeders en hun baby’s

Hoe bewust zijn jonge moeders van 17 tot 24 jaar van mondgezondheid voor henzelf en voor hun baby’s? Yvonne Buunk-Werkhoven en Selma Burrekers onderzochten dit en publiceerden hierover. Deze doelgroep blijkt lastig te bereiken voor gedragsverandering.

Door middel van twee interactieve workshops gegeven aan de MJD groep* in Groningen en de antwoorden op een vragenlijst ingevuld door jongemoeders van 17-24 jaar werd de persoonlijke mondverzorging geëvalueerd. Als aanvulling daarop werd een persoonlijke screening – per uitnodigingsbrief en telefonisch – aangeboden in de Praktijk voor mondhygiëne van Selma Burrekers.

*De MJD Groep is een  maatschappelijke organisatie die met professionals en vrijwilligersadvies, informatie en ondersteuning biedt aan bewoners in Groningen en de drie Noordelijke provincies.

Bevorderen van mondgezondheid is minstens zo belangrijk als preventie van mondziekten. Hierbij leren mensen hun mondgezondheid te verbeteren door middel van meerdere activiteiten en oefeningen, ook wel aan te duiden als gezondheidsvaardigheden. In eerdere studies, ook onder kinderen,werd aangetoond dat gezondheidseducatie in het verleden en promotie-interventies (OHEPIs) effectief zijn en positieve invloed hebben op tandartsbezoek, poetsen en flossen.

Doelstelling onderzoek

Een artikel in een locale krant was de inspiratie voor dit vrijwillige initiatief van Buunk-Werkhoven en Burrekers. De bedoeling was om te bepalen wat het effect (impact) is van een laagdrempelige benadering van mondgezondheidsbevordering en om de betrokkenheid  van de zelfzorg beter te begrijpen. Daarnaast is het belangrijk om inzicht te krijgen in welke factoren van invloed zijn op de eigen verantwoordelijkheid en  het vermogen van jonge moeders om hun baby’s op een (kosten)effectieve manier preventieve zorg te bieden.

Door middel van twee Powerpointpresentaties werd uitleg gegeven en gediscusieerd over mondgezondheid en andere gezondheidsonderwerpen.Tijdens de eerste workshop vulden de deelnemers een index over mondgezondheid in. Als aanvulling daarop werden de jonge moeders per brief uitgenodigd om een screening in de praktijk te ondergaan. In de tweede workshop lag het accent vooral op de mondverzorging van de baby’s en peuters. Een half jaar na de eerste keer werden10 moeders persoonlijk uitgenodigd via een telefoongesprek om langs de praktijk te komen voor een gratis consult.

Resultaten

De groep bestond op papier uit 15 jonge moeders van 17-23 jaar. Ze hadden allen babies tussen 0-6 maandenof peuters in de leeftijd van 1,5 tot 4 jaar.

Bij de eerste keer waren 8 moeders aanwezig, 3 waren ziek en 4 anderen waren zonder bericht afwezig. De MondiX werd gebruikt als maatstaf voor het eigen mondhygiënegedrag.

Tweederde poetste tweemaal daags met een handtandenborstel en driekwart rapporteerde tenminste voor het slapen gaan het gebit te poetsen. Ongeveer de helft poetste minder dan een minuut, slechts 4 poetsten 2 minuten of langer. Interdentale reinigingsmiddelen werden niet of nauwelijks gebruikt.
Ongeveer 3 maanden na de eerste workshop bestond de groep op papier uit 11 moeders, inclusief 5 nieuwe jongemoeders, waarvan 1 7 maanden zwanger was. 5 moeders waren aanwezig, 5 waren afwezig en 1 kwam later binnen. Deze groep had gevraagd om een follow-up voor meer informatie, met name over de mondverzorging van hun kindje. Deze informatie was meer gespecificeerd en werd beter ontvangen door de groep. Echter, deze informatie was wederom niet voldoende om de moeders voor een gratis consult in de praktijk te krijgen.

Na observatie en navraag tijdens de discussie in de workshop hadden de moeders niet het besef en de intentie om de hoeveelheid zoet te beperken of om pas te poetsen een uur na inname van zure drankjes: ze vonden dit niet belangrijk.

In de herfst –een half jaar na aanvang van het project– konden uit de totale groep slechts 6 moeders per telefoon worden bereikt en uitgenodigd. Hiervan maakten 4 moeders een afspraak en slechts 2 kwamen opdagen. Deze twee bleken ook nog eens niet aanwezig te zijn geweest bij de workshops.

Case reports worden beschreven in de Engelse versie van het artikel.

Conclusie

Het blijkt uit dit interventieonderzoek dat veel directe aandacht, twee keer een interactieve workshop en herhaalde uitnodiging per brief en daarna nog telefonisch contact voor een gratis consult met kind niet voldoende zijn om deze jonge moeders te motiveren en/of te stimuleren.
De doelgroep die het nodigheeft, blijkt lastig te bereiken en mee te krijgen in bewustwording en gedragsverandering; De jonge moeders verkeren vooral in de eerste (pre-contemplatie) en tweede (contemplatie) fase van het gedragsveranderingsmodel (TTM).
Inzicht is nodig om te finetunen: wat is daadwerkelijk nodig bij en voor deze specifieke groep en op welke aspecten moet de focus gelegd worden om de jonge moeders meer bewust te laten worden en meer verantwoordelijkheid te laten krijgen voor gezondheidsgedrag, voor henzelf en voor hun kind.

Lees het complete onderzoek  

Onderzoek door Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoogen onderzoeker binnen de preventieve mondzorg  en mondhygiënist Selma Burrekers.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
tandarts-patiënt relatie

Betere tandarts-patiënt relatie door sms-berichtjes

Er bestaan verschillende systemen voor Patient Relation Management (PMR), oftewel voor het verbeteren van de relatie tussen een tandarts en de patiënt. Het sturen van herinnerings-sms’jes voor een afspraak zou bijvoorbeeld kunnen helpen met het verbeteren van deze relatie.

Herinnering voor afspraak

Toen het zo’n 15 jaar geleden mogelijk werd om sms-berichten te versturen werden de eerste PMR-systemen in het leven geroepen, wat inhoudt dat patiënten mogelijk een sms’je kunnen ontvangen ter herinnering van een afspraak. Sinds de komst van de smartphone zijn dit soort technieken uitgebreid met extra mogelijkheden, zoals opties voor het inplannen van een afspraak.

Hechte band tussen tandarts en patiënt

Deze PMR-systemen bieden vele voordelen voor elke tandartspraktijk. Niet alleen leidt het tot een vermindering van afgezegde afspraken, maar ook komen deze systemen de relatie tussen tandarts en patiënt ten goede door de creatie van een hechtere band.

Marketing en efficiëntie binnen de tandartspraktijk

Bovendien bieden Patient Relation Management systemen marketing mogelijkheden, met bijvoorbeeld de optie om patiënten te informeren via digitale nieuwsbrieven. Ook niet onbelangrijk is dat PRM tandartspraktijken de mogelijkheid biedt om efficiënter te werken, en op die manier automatisch de omzet te verhogen.

Bron:
Dentistry IQ

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
imago

Hoe zit het met uw imago?

Komt u betrouwbaar en deskundig over? Weet u eigenlijk wel welk beeld u bij anderen oproept? Niet alleen uw vakdeskundigheid is van belang voor patiënten, maar ook uw imago. Wat is dat eigenlijk en hoe kunt u uw imago verbeteren? dental INFO sprak met Yvonne Stoevelaar, imagodeskundige van Het Imagobureau.

Imago

Uw imago is het beeld dat u oproept bij anderen, door uw persoonlijke presentatie of uw dienstverlening. Patiënten zijn een stuk mondiger geworden. Als ze iets (denken) te mankeren, zoeken ze eerst uitgebreid op internet wat ze hebben en hoe dit opgelost kan worden. Ze willen geholpen worden door ‘de beste’ in het vakgebied. Het is daarom essentieel dat u zich presenteert als expert. Er is tegenwoordig veel bekend over het belang van een goede mondgezondheid in relatie tot de algemene gezondheid. Dit vraagt iets van de profilering van tandartsen en mondhygiënisten. Yvonne Stoevelaar: “U bent het visitekaartje van uw bedrijf. Zorg dat u dan ook in al uw uitingen uw eigen visitekaartje bent. U heeft nooit een tweede kans voor een eerste indruk.”

Mondhygiënisten

Yvonne heeft onlangs een presentatie gehouden voor mondhygiënisten en verdiepte zich in hun imago. “Het imago van een tandarts is anders dan dat van een mondhygiënist. Een tandarts staat bij veel mensen hoger in aanzien en het beroep is ‘bekender’. Voor mondhygiënisten is er nog veel te winnen. Het is belangrijk dat zij zich meer gaan profileren en zichtbaarder worden. Tijdens de voorbereiding van mijn presentatie ontdekte ik dat het een vierjarige hbo-opleiding is. Ook ik had geen idee. Dan heeft u als mondhygiënist wat in uw mars en is het zaak dat u werkt aan uw zichtbaarheid en uw ‘waarde’ toont.”

Gelijkwaardig opstellen

Mondhygiënisten moeten zich gelijkwaardig opstellen aan de tandarts. Zij willen serieus genomen worden tijdens een overleg, zodat de patiënt de beste zorg kan krijgen. “Zorg dat u letterlijk elkaars ‘gelijke’ bent. Zorg dat u beiden staat of zit en spiegel uw houding aan de ander. Als uw gesprekspartner zich groot maakt en u zit onderuit gezakt of u maakt zich klein, dan helpt dat niet. Als u het gevoel hebt met een dominant iemand te maken te hebben, zorg dan voor een rechte, neutrale houding. Zorg dat uw handen zichtbaar zijn. Oefen om te spreken met een lage en rustige stem. Kijk of u uw zitpositie kunt bepalen. Recht tegenover elkaar zitten kan erg indringend zijn en maakt het lastig af en toe weg te kijken. Als u in een hoek zit (hoofd en zijkant tafel bijvoorbeeld), is dat vaak prettiger. Kijk of u anders uw stoel iets kunt draaien. Richt uw neus naar het voorhoofd van de ander. Kijk of u de lead kunt nemen door bijvoorbeeld als eerste uw hand uit te steken om u voor te stellen. Als u te maken hebt met iemand die wat meer introvert is of zich minder op zijn of haar gemak voelt, neem dan een wat ontspannener houding aan en verlaag de positie van uw gezicht iets.

Vertrouwen winnen

Tandartsen en mondhygiënisten moeten voor de uitoefening van hun vak als betrouwbaar worden gezien. “Men zegt wel ‘vertrouwen komt te voet en gaat te paard’. Met andere woorden: u kunt al jaren een goede reputatie hebben, maar met een enkele misser kan het vertrouwen worden beschadigd. Dus werken aan een imago waar deskundigheid en betrouwbaarheid centraal staan, is voor beide beroepen essentieel.”

Witte jas

Het dragen van een witte jas kan helpen ”Uit onderzoek blijkt dat mensen een witte jas associëren met kennis en professionaliteit. Het wekt vertrouwen en met wit kun je heel gemakkelijk zien of de kleding schoon en onberispelijk is. Dit is belangrijk, omdat men dan verwacht dat u ook punctueel en secuur bent in uw werk. Daarentegen kan ik me in een aantal gevallen voorstellen dat een witte broek met bijvoorbeeld een poloshirt ook goed werkt. Zeker als u een specialistische praktijk hebt voor bijvoorbeeld mensen met angst of voor kinderen. Dan is een polo wellicht wat toegankelijker en maakt het laagdrempeliger.”

Inrichting praktijk

Ook de inrichting van een praktijk is van invloed. “Het uiterlijk van de praktijk draagt zeker bij aan het imago en het wekken van vertrouwen. Kleurgebruik en aankleding helpen om mensen zich op hun gemak te laten voelen. ‘Hospitality’ is hierbij ook een belangrijk woord. Het gevoel van gastvrijheid wordt ook in zorg-gerelateerde organisaties steeds belangrijker. Denk aan ziekenhuizen en uitvaartcentra. Mensen zijn kritischer geworden, moeten meer zelf betalen en vinden het niet erg meer iets verder te rijden als ze zich dan prettig en welkom voelen. Naast de dienstverlening willen we een positief gevoel, een ‘positieve beleving’ ervaren en hier betalen we dan ook graag voor. Dus denk ook aan mogelijkheden als water tappen, een faciliteit om tanden te kunnen poetsen (en dus ook beschikbare tandenborstels) en vooral een gevoel van welkom zijn. Je overtuigt mensen als ze ontspannen zijn en daarbij is een prettige, professionele en gastvrije praktijk van groot belang!”

Kleding

Bij een professionele afspraak buiten de praktijk moet goed over de kleding worden nagedacht. “Het belangrijkste is dat u zich prettig voelt in de kleding die u draagt. Anders werkt het sowieso niet. Er zijn een paar zaken waar u op kunt letten. Trek iets aan waar u zich professioneel in voelt en kleedt u voor de gelegenheid. Naar een belangrijke afspraak zult u geen slippers en strandjurk of korte broek aantrekken, dus denk na over uw kleding. U toont ook respect aan uw gesprekspartner als u moeite hebt gedaan om er netjes uit te zien. In het buitenland is dat heel gewoon, maar in Nederland is het al snel ‘het gaat toch om wie je bent en niet om je kleding’.”

Professioneel overkomen

Er zijn nog wel wat tips te geven over uw kleding. “Om professioneel over te komen kunt u beter een jasje dragen dan een overhemd of blouse. Een klein motief komt professioneler over dan een groot patroon, maar effen is het meest zakelijk. Dit is uiteraard niet altijd nodig. Een groot kleurcontrast (donker jasje met licht overhemd/blouse/shirt) straalt autoriteit uit en lichte kleuren maken iemand toegankelijk en benaderbaar. Daarnaast geeft een wat steviger stof een krachtiger indruk dan een heel losse stof. Denk aan het verschil tussen een katoenen broek en een linnen, losse broek.

In uw beroepsgroep hoeft u er niet zakelijk uit te zien, wel professioneel. Dat betekent ook niet te bloot, niet te veel ‘bling’, niet te casual. Hoe meer huid men ziet, hoe minder professioneel u wordt ingeschat. Let ook op zaken als kapsel, verzorgde handen en goede accessoires. Accessoires kunnen de outfit maken of breken. Investeer in een mooie tas, schoenen, riem enzovoorts.”

Breeduit lachen of glimlachen

Lachen draagt ook bij aan het imago. “Een stralende lach kan u zeker verder helpen in uw carrière. Enerzijds omdat bij een eerste indruk ook het gebit snel opvalt. Als het gebit niet verzorgd is, kan men zomaar denken dat u met andere zaken ook niet zo netjes bent. Anderzijds lacht men gemakkelijker als men zeker is over het gebit. Mensen stappen eerder op ‘vriendelijke’ mensen af dan op minder vriendelijke. Het maakt u toegankelijker en benaderbaar.

Voor een professionele foto adviseer ik een kleine glimlach. Men wordt dan competenter ingeschat dan met een schaterlach. Om de professionaliteit te onderstrepen is glimlachen beter dan veel breeduit lachen. Het is een kwestie van goed inschatten met wat voor persoon u te maken hebt.”

Netwerkborrel

Bij een netwerkborrel is het belangrijk om zichtbaar te zijn en ruimte in te nemen. “Kijk of u zich kunt aansluiten aan een statafel bijvoorbeeld. Zoek oogcontact met iemand aan tafel en vraag of u kunt aansluiten. Kijk bij een kleine stilte of u zich kunt voorstellen. Geef de mensen een hand en noem uw naam. Begin gemakkelijk door te vragen wat iemand doet of wat hij van de bijeenkomst vindt, van de locatie bijvoorbeeld. Probeer erachter te komen wat u gemeenschappelijk hebt. Als er een klik is of u vindt het fijn om nog verder te praten, vraag dan om een visitekaartje. Geef nooit zomaar of in het begin van een ontmoeting meteen uw kaartje. Is een gesprek niet wat u ervan verwacht of voelt u zich niet prettig bij een groepje, excuseer u dan en zeg dat u iemand ziet die u even moet spreken.”

Feestje

Een bekend probleem voor een mondhygiënist en tandarts is dat op een feestje een patiënt op hem of haar afstapt en zegt dat hij iets in zijn mond voelt. Hoe kun je daar het beste mee omgaan?

“Om te beginnen is het ongepast van de patiënt om dat te doen, maar het gebeurt, ook bij huisartsen bijvoorbeeld. Wees duidelijk. Zeg: “Wat vervelend dat je nu net iets hebt. Ik kan op het moment niets voor je betekenen, behalve je een paracetamol aanbieden (bijvoorbeeld). Bel morgen of maandag en je bent de eerste die ik help.” Dus: laat merken dat u hem of haar hebt gehoord, neem het probleem serieus, kom met een korte oplossing voor dit moment en maak een afspraak op zo kort mogelijke termijn.”

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen