Nieuw: Beter Poetsen app voor rapportage en voorlichting

Rapportage op basis van de door de wet bepaalde ‘functionele zelfstandigheid’ is een hele klus voor mondhygiënisten. Wanneer doe je het goed? Mondhygiënist Tiffany Claus ontwikkelde de Beter Poetsen app waarmee de mondhygiënist de anamnese en zorgrichting om kan zetten in volledige dossierverslaglegging, rapportage en voorlichting voor patiënt en tandarts.

Een interview

Na Beter Poetsen weer een nieuwe uitdaging voor jou, Tiffany?
“Ja, stilzitten lukt me toch niet. Naast het opzetten van Stichting Goed Gebekt, met drie fanatieke collega’s en het lanceren van tandvleescijfer.nl zat deze app al een tijd in de planning. Mijn hersenen gaan altijd op volle toeren door. In mijn magazine Beter Poetsen had ik al een papieren (verkorte) versie gemaakt als voorbereiding van deze app maar nu is hij dan toch bijna beschikbaar.”

Wat is de drijfveer achter de Beter Poetsen app?
“Rapportage op zich, op basis van de door de wet bepaalde ‘functionele zelfstandigheid mondhygiënist’ is een hele klus voor de mondhygiënist. Wanneer doe je het namelijk goed? En de rapportage lijkt in bijna alle gevallen eenzijdig te zijn terwijl ook de mondhygiënist behoefte heeft aan volledige informatie. Deze app lijkt een stap in de goede richting te zijn. Het verzamelt tijdens behandeltijd zeer nuttige gegevens voor samenwerking op basis van anamnese en bepaling van zorgrichting en vormt deze gegevens in een verslag voor de patiënt/klant ent tandarts. Ook kunnen digitale informatiefolders meteen worden toegevoegd zodat de klant altijd voldoende voorgelicht wordt. Met de app is de patiënt ook zelf op de hoogte van zijn patiëntendossier en kan hij dit delen met zorgverleners die hij bezoekt. De 25 digitale folders zijn ontwikkeld op basis van het Beter Poetsen magazine. Ik ben ontzettend blij met de samenwerking met Louise Witteman, schrijver van het boek Voeding en mondgezondheid. Zij heeft meegewerkt aan het digitale foldermateriaal over voeding. De De app biedt de klant de mogelijkheid om zelf actief mee te denken over welke zorg hij wil ontvangen.”

Je zet met jouw app de patiënt heel bewust centraal in de rapportage. Waarom?
“Omdat ik denk dat achter de rug van de patiënt om rapporteren van de gegevens niet altijd leidt tot een betere relatie tussen tandarts en mondhygiënist. Door de patiënt centraal te plaatsen en hem te betrekken in het gehele rapportageproces, krijg je een betere samenwerking tussen zorgverleners. Je wordt op deze manier allemaal subtiel gedwongen ook daadwerkelijk wat te doen met de informatie die voorhanden is. De tijd van 100 standaard rapportages in de week versturen naar een collega tandarts is voorbij. Als ik rapporteer wil ik dat de rapportage gelezen wordt. En als ik er 99 stuur die standaard informatie bevatten en er 1 interessante is, weet ik bijna zeker dat deze niet gelezen wordt voor de volgende zitting bij de tandarts. Door de anamnese in de verslaglegging te betrekken, en deze aan de stoel zelf door de patiënt in te laten vullen, kun je veel informatie vergaren die ook interessant is voor een tandarts. Op deze manier kunnen wij tandartsen van dienst zijn door tijd en moeite te steken in goede voorlichting en het mee zoeken naar een behandelrichting.”

In de app vraag je de patiënt een behandelrichting te kiezen. Waarom?
“Mondhygiënisten willen het stellen van diagnoses en behandelplanning niet overnemen van tandartsen maar we kunnen, met ons kennisniveau, zeker een interessante aanvulling zijn op de behandelplanning van de tandarts. Het zoeken van een behandelrichting is daarvoor uitermate geschikt voor ons beroep.

Mondhygiënisten hebben vaak zeer goede communicatieve vaardigheden en een vertrouwensband met hun patiënten. Wij zijn toegankelijker in het beantwoorden van vragen die de klant vaak niet aan de tandarts wil of durft te vragen. Wij hebben de kracht om op een eenvoudige manier dingen uit te leggen. Ook hebben wij, in veel gevallen van vrije vestiging, absoluut geen financiële voordelen bij het bespreken van verschillende voorzieningen in de mond. De klant weet dat en neemt daarom onze mening zeer serieus. Dit maakt ons, op professionele basis, een heel toegankelijke beroepsgroep. Je kunt ons dingen vragen en met ons dingen overleggen zonder dat we er direct geld aan verdienen, dit vinden patiënten ontzettend prettig. Het is jammer dat veel tandartsen deze kracht niet gebruiken. Je kunt in de praktijk wel tien preventieassistentes hebben die jou mening als tandarts ventileren, maar het onafhankelijk advies van een preventieve mondzorgprofessional als een mondhygiënist is een geweldige aanvulling voor de praktijk. Gelukkig weten tegenwoordig ook veel tandartsen ons daarom ook wel te vinden. Ik merk in de praktijk dat deze ontwikkeling duidelijk gaande is en ik hoop door middel van deze app de patiënt informatie duidelijker, gestructureerde en toegankelijker te maken.”

Wanneer is de app te downloaden?
“De Beter Poetsen app is over enkele weken verkrijgbaar voor Android in Google Play. Je kunt hem voor een heel schappelijke bedrag downloaden en direct gebruiken. Heel kort uitgelegd: de patiënt vult het eerste deel in op de tablet in de wachtkamer of behandelstoel samen met de mondhygiënist. Het verslagleggingsdeel – op basis van SOEP rapportage, goedgekeurd voor dossierverslaglegging – vul je aan de stoel in. Hierbij komen DPSI, bloedingsscore, plakscore ect aan bod. Je kunt aangeven welke van de 25 digitale voorlichtingsfolders je als link wilt toevoegen aan de verslaglegging aan je patiënt. Zo heeft hij thuis nog wat achtergrond informatie. De folders worden telkens geüpdate, in samenwerking met Louise Witteman, zodat ze altijd actueel zijn. De Beter Poetsen app vormt een pdf, die je per mail, direct aan de stoel kunt doorsturen aan de tandarts, huisarts, specialist en natuurlijk de patiënt zelf. In de app zijn dus de volledige anamnese, de zorgrichting, de verslaglegging en de voorlichtingsonderwerpen verzameld.”

Tiffany Claus is heeft een zelfstandige mondhygiënepraktijk in Uden en Oss. Ook begeleid zij het tandheelkundige team van Brabantzorg, verpleeghuis locatie ‘de Nieuwe Hoeven, Schaijk’.

Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier

Vereniging tegen de Kwakzalverij: haal NVBT uit KiMo

Het is de Vereniging tegen de Kwakzalverij volkomen onduidelijk waarom de NVBT (Nederlandse Vereniging ter bevordering van de Bio-energetische Tandheelkunde) opgenomen is in het KiMo (Kennisinstituut Mondzorg). In een brief aan de KNMT vraagt de vereniging om de NVBT uit het KiMo te halen.

Afkeer van richtlijnen
“Een zinvolle bijdrage kan van deze groep dissidenten toch niet verwacht worden en zij zullen zeker, zoals zal blijken, een hinderlijke rol gaan spelen als er consensus moet worden bereikt over richtlijnen en standaarden. Per definitie bestaat de NVBT uit tandartsen die willens en wetens afwijken van wat hun vakgenoten goede zorg vinden en die een afkeer hebben van richtlijnen. Door de NVBT een plaats te geven in het KiMo legitimeert u kwakzalverij en haalt u de doelstellingen van het KiMo onderuit voor dat deze zelfs maar van start is gegaan”, schrijft de Vereniging tegen de Kwakzalverij in haar brief.

Evidence based geneeskunde
De NVBT heeft volgens de Vereniging tegen de Kwakzalverij een lange geschiedenis van minachting voor evidence based geneeskunde. “De NVBT beweerde nog tot halverwege het eerste decennium van deze eeuw, dat amalgaam schadelijk was en dat het gebruik ervan tot duizenden doden zou hebben geleid. Nog steeds conformeert de NVBT zich niet aan de uitspraak van de Gezondheidsraad dat amalgaam een veilig middel is en nog steeds staan er op de website van de NVBT een aantal tandartsen, die zich aanbieden voor amalgaamverwijdering”, schrijft de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

“Homeopathie is een volledig absurde laat 18de eeuwse geneesmiddelleer, die nergens aan medische faculteiten wordt onderwezen en geen deel uitmaakt van het basiszorgpakket. De NVBT-leden passen deze therapie zonder schroom toe.
Chinese acupunctuur is een uiterst primitieve behandelwijze, die berust op gebrek aan anatomische kennis bij de oude Chinezen en op de aanname van het bestaan van meridianen en acupunctuurpunten. Deze zijn nimmer gevonden en bij effectiviteitsonderzoek blijkt de acupunctuur niet beter te scoren dan placebo-effecten. Zelfs als pijnbestrijding blijkt acupunctuur vrij waardeloos.”

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
2016

Seminar: De Tandartspraktijk in 2016 en verder

De hedendaagse problematiek bij de tandartspraktijk staat centraal op ons seminar. Spectaculair programma met onder meer sprekers als Ben Tiggelaar, Tony Bosma, Marloes den Heijer, Charlotte van de Wall Bake en Richard Mastwijk.

10 oktober 2015, Soest

De slagkracht van de praktijkmanager, het belang van goed draaiende teams, de inkomenspositie van de tandartspraktijk, het terugdringen van no-shows en korte termijn annuleringen, communicatie met de patiënt, personeelsbeleid en de terugloop van patiëntbezoek zijn hot items in de huidige tandheelkundige branche.

Onderwerpen
De onderwerpen zijn verdeeld over 10 inspirerende en leerzame lezingen die ingaan op onderwerpen zoals:

– Leiderschap in de praktijk – Toepassen van juist en daadkrachtig personeelsbeleid
– Slagkracht van de praktijkmanager – De te verwachte ontwikkelingen
– Financieel management
– Applicaties en software toepassingen
– Marktontwikkeling
– Digitalisering

Lees meer over: Kennis, Scholing
tandenborstel3

Chalcon: alternatief voor Triscolan

Al eerder is aangetoond dat de antibacteriële chemische stof Triclosan, die vaak wordt toegevoegd aan tandpasta, gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid. Er is na een lange zoektocht wellicht een alternatief voor deze stof gevonden: Chalcon.

Triclosan
In tandpasta zit Triclosan omdat het aanslag en tandvleesaandoeningen voorkomt. Maar Triclosan wordt geabsorbeerd in het lichaam en kan het endocriene systeem in de war brengen, een antibioticaresistentie geven en uiteindelijk kan dit leiden tot allergieën.

Chalcon
Chalcon is een alternatief voor Triclosan. Chalcon is het centraal structuurelement in een groot aan-tal biologisch belangrijke verbindingen. Deze verbindingen staan als groep bekend onder de naam chalconen. Chalcon heeft antibacteriële eigenschappen die kunnen worden gebruikt tegen verschil-lende pathogenen. Zo vertoont het element onder andere een remmende werking bij ziektes die veroorzaakt worden door bacteriën en schimmels. Ook bij Streptococcus mutans: de bacterie in tandplak die cariës veroorzaakt.

Onderzoek
Een internationaal team heeft het mechanisme achter de antibacteriële werking van Chalcon onderzocht. Hiervoor heeft het team een soort gebruikt van chalcon: trans-chalcon, die veel in planten voorkomt. Het is daarom makkelijk verkrijgbaar en een goede optie voor commerciële productie. Vervolgens hebben zij gekeken hoe de chemische vorming van de bacterie Streptococcus mutans kan worden voorkomen. De onderzoekers dachten dat chalcon alleen de werking van de bacterie zou tegenhouden. Echter blijkt dat dat de chemische samenstelling op moleculair niveau van de bacterie verandert, zodat die nooit meer kan toeslaan.

Veelbelovend
Het onderzoek heeft laten zien dat het de moeite waard is om naar natuurlijke alternatieven te zoeken voor de huidige chemische stoffen. Hoewel er nog meer onderzoek moet plaatsvinden, zijn de resultaten veelbelovend. Het kan nog een jaren duren voordat Chalcon in mondzorgproducten ge-bruikt kan worden.

Bron: Huffingtonpost.ca

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Mond- en tongoefeningen tegen snurken

Mond- en tongoefeningen kunnen het snurken verminderen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek gepubliceerd in CHEST.

Snurken

In de slaap ontspannen de spieren in de keel zich. De tong valt achteruit, waardoor de luchtweg nauwer wordt. De lucht in de vernauwde luchtweg laat de huig en andere slappe delen van de mond en keel trillen dat het snurkende geluid vormt.

Onderzoek

39 snurkpatiënten hebben deelgenomen aan het onderzoek. De helft van deze groep moest vier oefeningen doen. Bij de eerste oefening moesten ze de tip van hun tong tegen hun verhemelte duwen en de tong dan voorzichtig naar achter laten glijden. Voor de tweede oefening moesten ze hun volledige tong tegen hun verhemelte duwen. Bij de derde oefening moesten zij de tip van hun tong tegen de onderste tanden duwen, terwijl de rest van de tong ook ‘beneden’ moest blijven. En tot slot moesten ze hun mond zo ver mogelijk opensperren, de huig omhoog laten komen en “a” zeggen. De controlegroep werd behandeld met neusstrips.

Resultaat

Uit het onderzoek blijkt dat door het doen van de mond- en tongoefeningen, de frequentie van het snurken afneemt met 36 procent bij mensen die matig snurken of een milde vorm van slaapapneu hebben.

Behandeling

Volgens de onderzoekers lag de focus bij de onderzoeken in het verleden op zelfrapportage. Bij nieuwe behandelingen moet de focus volgens hen liggen op objectieve maatregelen.

Bron: Ieto V, Kayamori F, Montes MI, et al. (2015). Effects Of Oropharyngeal Exercises On Snoring: A Randomized Trial. doi:10.1378/chest.14-2953.

 

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Medische diagnostiek: Wat vraag ik, hoor ik en zie ik?

In de tandartspraktijk wordt de medische vragenlijst gebruikt om er achter te komen of een patiënt een medische aandoening onder de leden heeft en in welke zin dit consequenties heeft voor de tandheelkundige behandelingen. Het is belangrijk om de medische toestand van de patiënt up-to-date te houden. Dit gebeurt meestal door de volgende vragen te stellen:

  • Is er sprake van (nieuwe) medische ziekten?
  • Welke medicijnen gebruikt u?
  • Is er recent nog een bezoek aan de huisarts en/of een specialist geweest?

Hiernaast moeten de tandarts en mondhygiënist altijd bedachtzaam zijn bij niet te verklaren of anders verlopende orale ziektebeelden. Het up-to-date houden van de medische toestand van de patiënt op de hierboven genoemde manier is niet altijd afdoende. Een systematische gezondheidsvragenlijst is altijd aan te bevelen.

Waar moeten de tandarts en mondhygiënist allemaal op letten?

Drastisch veranderde mondgezondheid
Indien een patiënt altijd een stabiele mondgezondheid heeft gehad en dit beeld ineens verandert, dan moet er een belletje gaan rinkelen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een patiënt ineens last heeft van ontstoken gingivae ondanks een goede mondhygiëne. Verwijzing naar de huisarts voor nader onderzoek is dan op zijn plaats. Het zou namelijk kunnen dat er een systemische aandoening aan ten grondslag ligt, zoals diabetes mellitus.

Bijwerkingen medicatie
Van veel medicijnen is het bekend dat er bijwerkingen kunnen optreden in het orofaciale gebied. Een voorbeeld is het nifedipine (calcium-antagonist), wat veel gebruikt wordt bij hypertensie. Dit medicijn kan gezwollen gingivae veroorzaken. Indien de patiënt last heeft van mond gerelateerde bijwerkingen dan zou de arts (specialist) een alternatief geneesmiddel voor kunnen schrijven.
Het kan ook zijn dat er in de bijsluiter geen bijwerking wordt omschreven maar dat er wel een zwaar vermoeden is van een relatie tussen een mond gerelateerde afwijking en het gebruik van een bepaald medicijn. Een eventueel vermoeden zou bij Lareb (Landelijk registratie bureau bijwerkingen) gemeld moeten worden. Dit kan via de website www.lareb.nl. Uit onderzoek blijkt dat tandartsen dit nog te weinig doen.

Medicatie met (directe) consequenties voor de tandheelkundige behandeling
Het gebruik van bisfosfonaten kan ernstige consequenties hebben. Er kan namelijk – spontaan of na extractie van een gebitselement – osteonecrose ontstaan. Het kan zijn dat de patiënt het medicijn jaren geleden heeft gebruikt of zich er niet bewust van is omdat het ‘eens in de zoveel tijd’ intra-veneus toegediend wordt. Het is dus van groot belang dat de tandarts er achter komt of deze medicijnen gebruikt worden. Indien een patiënt gaat beginnen met het gebruik van bisfosfonaten dan is het aan te raden de patiënt focusvrij te maken voor de start van het gebruik.

Een ander voorbeeld is het gebruik van antistollingsmiddelen zoals acenocoumarol. Vlak voor een tandheelkundige ingreep moet de INR-waarde bepaald worden door de trombosedienst.

(Vroegtijdig) ontdekken van medische aandoeningen
Soms manifesteert een medische aandoening zich als eerste in de mondholte. Bij een niet-pluis gevoel is het dus aan te raden de patiënt door te sturen naar de huisarts. Hierbij kan er belangrijke informatie gehaald worden uit de anamnese. Als een patiënt zich niet lekker voelt en in korte tijd veel is afgevallen dan is dit vaak een slecht teken. Ook de behandelhistorie kan nuttige aanvullende informatie geven. Een ziekte zoals het Syndroom van Sjögren kan zich heel langzaam ontwikkelen. Indien een patiënt altijd al veel gaatjes heeft gehad ondanks een goede mondhygiëne dan kan dit (naderhand) een eerste teken geweest zijn van het syndroom van Sjögren. Het is dus altijd goed om verder te kijken indien bijvoorbeeld een hoge cariësactiviteit niet te verklaren is.

Speekseldiagnostiek
Tegenwoordig kan er veel informatie gehaald worden uit het speeksel van de patiënt. Zo kunnen bijvoorbeeld luchtweginfecties opgespoord worden, kan er gezien worden of er sprake is van kanker of gezien worden wanneer de ovulatie plaatsvindt. Misschien gaat de tandarts in de toekomst een grotere rol gaat spelen in het afnemen van speekseltesten.

Boodschap

Jezelf blijven verwonderen is het begin van inzicht.

  • Kijk even verder dan alleen maar naar de mond.
  • De mond is de spiegel van gezondheid.
  • Dr. Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de UvA. Na enige jaren te hebben gewerkt als arts-onderzoeker verplaatste ze haar werkplek naar ACTA. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziekteleer en Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI).
    Zij geeft frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten. In 2013 is ze gepromoveerd op een onderzoeksproject naar richtlijnen voor invasieve tandheelkundige ingrepen bij patiënten met antitrombotica. Denise van Diermen publiceert regelmatig artikelen in Nederlandstalige en buitenlandse tijdschriften en is mederedacteur van het boek: Ziekteleer voor Tandartsen.

    Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het congres Diagnostiek van Bureau Kalker.
    Aug 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
onderzoek

Nieuw onderzoek diabetes en parodontitis

In de British Dental Journal Team is een nieuw onderzoek gepubliceerd over de relatie tussen diabetes en parodontitis. Volgens dit onderzoek kan vergevorderde parodontitis de bloedsuikerspiegel in gevaar brengen. Parodontale behandelingen lijken verband te houden met verbetering in de bloedsuikerspiegel.

Parodontale controles zijn belangrijk voor iedereen, zowel voor diabetici als voor niet-diabetici. Patiënten met diabetes moeten echter wel gewaarschuwd worden voor hun verhoogde kans op parodontitis. De wetenschappers verwachten dat tandheelkundigen in de toekomst door middel van simpele tests gemakkelijk patiënten met een vergrote kans op diabetes kunnen identificeren.

Het volledige artikel kunt u hier vinden. 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Welke godin zet u in in uw praktijk?

Iedereen heeft verschillende persoonlijkheidstypen – godinnen – in zich die op verschillende momenten ingezet kunnen worden. Als u zich bewust bent van deze typen, kunt u ze benutten om uw rol als balie assistent te optimaliseren. Bekijk de 7 soorten godinnen.

Tijdens het Event voor de Balie Assistent werd de lezing ‘Welke godin zet u in?’ verzorgd door Petra van Hartskamp en Sanneke Bos van Godin&Training. Zij gaven een interactieve presentatie waarin op dynamische en humorvolle wijze zeven mythologische powervrouwen gespeeld werden. Een voorstelling die als een spiegel werkt en balie assistenten uitnodigt om al hun vrouwelijke talenten in te zetten.

Deze persoonlijkheidstypen heeft iedereen in zich en ze kunnen zowel door mannen als vrouwen op verschillende momenten ingezet worden. Dit zorgde tijdens het event voor veel hilariteit en herkenbaarheid bij de deelnemers. Een veel gestelde vraag was dan ook: ‘Komen ze volgend jaar weer?’ De Godinnen die zij de revue lieten passeren waren de volgende.

Soorten godinnen 

Categorie 1: Wat-wil-ik types

Athena
De godin van de wijsheid en echt one-of-the-guys

Athena weet wat ze wil en is onafhankelijk. Athena ziet het leven als een schaakspel en is voortdurend bezig een strategie te bepalen en doelen uit te zetten. Een echte multitasker als het druk wordt bij de balie. Deze balie assistent kan dus ook gemakkelijk extra coördinerende taken van de praktijk op zich nemen.

Kernwoorden die bij Athena horen zijn: rationeel, praktisch, analytisch, kritisch, efficiënt en houdt altijd het hoofd koel.

Artemis
De godin van de jacht en dus een vrouw met een missie

Als Artemis op de TomTom ziet dat ze over 23 minuten ergens kan zijn, dan zorgt zij ervoor dat het in 21 minuten kan. Het is een bedrijvige tante die gewoon lekker bezig wil zijn. Liever geen tandarts die haar in de nek hijgt, maar gewoon een opdracht geeft die ze zelf mag uitvoeren, daar houdt ze van. Artemis gaat altijd recht op haar doel af, maar als ze omkijkt ziet ze opeens dat de rest van het team nog ver achter haar ligt. Ze houdt dan wel in, maar Artemis vindt ook dat wanneer je ja zegt, je ergens voor moet gaan en niet zo moet klagen. Ze wil betrokkenheid. Artemis legt de lat dus hoog voor haarzelf, maar ook voor haar collega’s in de praktijk.

Kernwoorden voor Artemis zijn: doelgericht, zelfstandig, ondernemend, strijdvaardig en idealistisch.

Hestia
De maagdelijke godin

Hestia houdt van stilte en zorgt dat de praktijk veilig en sfeervol is. Ze werkt het liefst alleen en staat niet graag in het middelpunt. Hestia geeft geen oordeel over mensen. Ze luistert goed naar de patiënten in de praktijk en kan angstige patiënten snel op hun gemak stellen. Hestia kan alleen een duobaan achter de balie vervullen als haar duo partner bij de balie alles precies zo terug legt als Hestia dat graag wil. Hestia werkt nou eenmaal vanuit routine, maar daarentegen ook erg nauwgezet. Ze haalt altijd de deadlines, maar kent geen haast en geniet van het nu. Als Artemis en Athena een burn-out zouden willen voorkomen kunnen ze een goed voorbeeld nemen aan Hestia en af en toe voor zichzelf een rustmomentje inlassen.

Kernwoorden voor Hestia zijn: wijs, tevreden, intuïtief, zorgvuldig en oordeelloos.

Categorie 2: Wat-wil-de-ander types, de kwetsbare godinnen

Hera
De godin van het huwelijk en staat dan ook graag in dienst van een ander

Ze is vaak het geheugen van de tandarts en heeft een zeer vertrouwelijke relatie met de tandarts waar niemand tussen komt (NB: dit hoeft niet de partner van de tandarts te zijn). Ze werkt ook graag voor een man met status en is hem ongelooflijk trouw. Hera kan jaloers zijn als ze het gevoel krijgt dat iemand anders in de praktijk net zo’n goede band met de tandarts wil opbouwen als zij. Ze wil graag de hiërarchie die heerst in de praktijk in stand houden en zal nooit de tandarts bij zijn voornaam noemen. Daarentegen is Hera een echt visitekaartje voor de praktijk. Ze ziet er niet alleen erg verzorgd uit, maar kent ook alle etiquette en is erg beleefd naar patiënten toe.

Kernwoorden voor Hera zijn: trouw, traditioneel, waakzaam, trots, respect en perfectionistisch.

Demeter
De moeder godin

Demeter zorgt voor alles en iedereen. Niet alleen de patiënten maar ook de collega’s worden verzorgd en kunnen altijd bij Demeter terecht. Ze is de rots in de branding. Demeter is graag nodig. Ze leeft naar: ‘Wie goed doet, goed ontmoet’. Carrière maken in een mantelpakje is niet aan Demeter besteed. Ze werkt liever parttime en is dan vooral een doener en minder een denker. Ze moet wel oppassen dat ze zichzelf niet vergeet want ze zegt niet makkelijk nee en dat kan een valkuil zijn bij lastige patiënten.

Kernwoorden voor Demeter zijn: gul, zorgzaam, toegewijd, nuchter, praktisch en betrouwbaar.

Persephone
De dochter van Demeter

Ze kan geen nee zeggen en is altijd erg twijfelachtig. Ze is dan ook in de functie gerold zonder dat ze het ooit echt ambieerde om balie assistent te worden of te werken in een tandartsenpraktijk. Ze is niet erg bedachtzaam over hoe ze met zaken omgaat en kan gerust domme vragen stellen vanwege haar nieuwsgierigheid. Ze zorgt daardoor ook voor een goede sfeer en kan goed met collega’s en patiënten opschieten.

Kernwoorden zijn: nieuwsgierig, speels, flexibel, fantasierijk en ontwapenend.

Categorie 3: wat-wil-ik-met-de-ander type

Aphrodite
De godin van de liefde staat altijd graag in de spotlights

Maar ze kan ook anderen in de spotlight zetten. Ze is vol levenslust en onweerstaanbaar naar anderen waardoor ze anderen kan inspireren. Aphrodite is dus vrolijk en spontaan. Er komt echt iemand binnen als Aphrodite de praktijk binnenloopt. Ze geeft graag mensen aandacht en kijkt ze diep in de ogen. Fysiek contact schuwt ze dan ook niet. Ze is dan ook niet graag alleen. Ze is impulsief en kan van alles een feestje maken.

Kernwoorden zijn: creatief, sensueel, impulsief, betoverend, gepassioneerd.

In uw kracht
Herkent u zich in één van de godinnen? U heeft ze allemaal in u en kan ze als u zich er bewust van bent, verschillend inzetten in de praktijk om uw rol als balie assistent nog meer te optimaliseren. Hierdoor kunt u in uw kracht staan en uw talenten nog beter benutten.

Sprekers

   

Petra van Hartskamp en Sanneke Bos
Docenten bij Godin & Training

Verslag door Anna Berends van Loenen (Qanz), www.balie-assistent.nl Anna begeleidt tandartspraktijken met management en organisatie vraagstukken. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie, balie en praktijkmanagement.

Heeft u het Event voor de Balie Assistent gemist? Op 18 september 2015 bent u weer welkom. 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z

Workshop tandenpoetsen op Kidsfabriek in Dinxperlo

Op 22 augustus geeft mondhygiënist Lieneke Steverink Jorna een workshop tandenpoetsen tijdens het kinderfestival Kidsfabriek in Dinxperlo, Gelderland. Dit festival wordt voor de derde keer gehouden. Kinderen kunnen zich vermaken met allerlei spelletjes, activiteiten en workshops.

Samen met vier collega’s geeft Lieneke de gratis tandenpoetsles. “Vorig jaar ben ik door de organisatie benaderd of ik iets voor het thema gezondheid kon betekenen. Voor mij als mondhygiënist betekende dat natuurlijk het geven van poetsles en adviezen. De interesse was enorm en veel kinderen en ouders wilden graag hieraan deelnemen en natuurlijk ook aan de plaquecontrole. Het is spannend om met een rode kleurstof plekjes op je tanden en kiezen op te sporen die niet goed gepoetst zijn. Ook voor de ouders erg duidelijk”, vertelt de mondhygiënist in de Gelderse Post.

Wetenschappelijk onderzoek
De workshop is niet alleen leuk en leerzaam voor kinderen en hun ouders, maar levert ook een bijdrage aan een wetenschappelijk onderzoek. Ouders kunnen een vragenlijst invullen. De resultaten worden door Yvonne Buunk-Werkhoven, mondhygiënist en wetenschapper, verwerkt en mogelijk gepresenteerd tijdens het internationale mondhygiënistencongres in Zwitserland.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Kinderen poetsen hun tanden beter na poetsles

Driekwart van de mondzorgverleners en 70% van de leerkrachten verwachten dat leerlingen na een Hou je mond gezond! poetsles beter hun tanden zullen poetsen. Ook rekent 44% van de respondenten uit de mondzorg en 40% van de respondenten uit het onderwijs erop dat het onderwijsproject Hou je mond gezond! van het Ivoren Kruis een impuls zal geven aan het tandartsbezoek van de leerlingen.

Dit blijkt uit de online Hou je mond gezond! enquête die 1.266 reacties van mondzorgverleners en 2.100 reacties van leerkrachten en leidsters opleverde. Na een Hou je mond gezond! poetsles ontvangen leerkrachten en mondzorgverleners, die de poetslessen op basisscholen en peuterspeelzalen verzorgen, een online enquête. Van de respondenten uit de mondzorg is 43% (preventie)assistent, 25% mondhygiënist en 17% tandarts. Verder vulde onder andere GGD-medewerkers, studenten mondzorg- en tandheelkunde of tandartsassistenten in opleiding de vragenlijst in. Van de respondenten uit het onderwijs geeft 84% les op een basisschool en werkt 16% op een peuterspeelzaal.

Leerkrachten (zeer) tevreden over poetslessen Hou je mond gezond!
Over de Hou je mond gezond! poetsles die in zijn of haar groep is gegeven, is 97% van de leerkrachten en leidsters zeer tevreden (61%) of tevreden (36%). Van 90% van de mondzorgverleners krijgt het schriftelijke lesmateriaal de waardering ‘goed’. Van de onderwijsgevenden geeft 73% (20% had geen mening) dat aan. Bijna alle leerkrachten (96%) en mondzorgverleners (91%) vinden het poetspakket met daarin elmex tandenborstels, elmex tandpasta en ouderfolders een goede aanvulling op de poetsles. Veel mondzorgverleners willen nog eens een poetsles geven. Zelfs 70% is bereid nog eens een poetsles te geven op een school waarvan men weet dat het noodzakelijk is aandacht te besteden aan mondgezondheid.

19.165 poetslessen
Tot en met het zojuist afgeronde schooljaar 2014-2015 zijn al 19.165 poetslessen gegeven aan ongeveer 575.000 kinderen. Het landelijke onderwijsproject Hou je mond gezond! is geïnitieerd en ontwikkeld door het Ivoren Kruis. Centraal onderdeel is het bezoek van een vrijwillige tandarts, mondhygiënist of (preventie)assistent aan de klas. Het kosteloze lesproject bestaat behalve uit het bezoek van een mondzorgverlener uit schriftelijk lesmateriaal en de website www.houjemondgezond.nl. Voor alle kinderen is er een elmex tandenborstel, een tube elmex tandpasta en voor hun ouders/verzorgers een informatieve folder met tips voor de verzorging van het kindergebit.

Bevorderen gezonde mond
Doel van het onderwijsproject is het bevorderen van een gezonde mond door het terugdringen van cariës en tanderosie en het stimuleren van tandartsbezoek. Verder wil het Ivoren Kruis bij kinderen van peuterspeelzalen en basisscholen bewustwording creëren van de eigen invloed op de (mond)gezondheid. Kinderen die de juiste houding, kennis en vaardigheden aanleren om hun gebit en mond goed te verzorgen, zijn ook vaardiger in preventie en zelfzorg bij het voorkomen van ernstiger vermijdbare ziektes, zoals diabetes, hart- en vaatziekten en aan voedingsgedrag gerelateerde kankers. Wie zelf eens een les wil geven of krijgen, kan zich aanmelden via www.houjemondgezond.nl. Meer informatie en ervaringen staan ook op Facebook en Twitter.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Tuberculose en kinkhoest: wees alert

Tuberculose komt nog steeds voor in Nederland. Ook zijn er jaarlijks 2.400 tot 9.300 meldingen van kinkhoest. Hoe besmettelijk zijn deze ziekten, wat zijn de symptomen en wie zijn mogelijke dragers?

Verslag van de lezing van longarts mevrouw dr. C. Magis-Escurra tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten

Elke 20 seconden sterft er wereldwijd iemand aan de gevolgen van TBC. De kosten voor behandeling zijn slechts €100 voor zes maanden. In Nederland zijn er ongeveer 1000 gevallen van TBC per jaar, wereldwijd is een derde deel van de bevolking TBC besmet.

Overdragen
Mensen kunnen bacteriën en virussen overdragen door niezen of hoesten van druppeltjes uit de mond of keel. Mensen die TBC of kinkhoest onder de leden hebben, maar dit niet weten en ook geen klachten hebben, kunnen anderen besmetten.
Maar let op: niet iedereen die hoest heeft een besmettelijke ziekte onder de leden en ook niet iedereen die besmettelijk is hoest!

Oorzaken van hoesten
Niet infectieus: astma, bronchitis, COPD, aspiratie en bronchiëctasieën
Infectieus: viraal, bacterieel, schimmels, mycobacterieel

Hoesten wordt ook vaak veroorzaakt door chronische neusklachten en reflux pathologie.

Vigilantie systeem
Tuberculose en kinkhoest zijn ziekten die bij de GGD Tuberculosebestrijding gemeld moet worden om verspreiding te voorkomen. De ziekte moet zowel door de behandelaar als door het microbiologische lab worden gemeld.

De GGD is verantwoordelijk voor de bron- en contactopsporing en ook voor de patiëntenvoorlichting, het voorkomen van besmetting en het nemen van beschermende maatregelen. Bovendien is de GGD verantwoordelijk voor de controle op inname van de medicijnen.

Tuberculose

Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door de tuberkelbacterie. De bekendste vorm is longtuberculose, maar tuberculose kan ook in andere organen voorkomen, bijvoorbeeld in halsklieren.

Symptomen van tuberculose

  • Gewichtsverlies, verlies van eetlust
  • Nachtzweten
  • Hoesten
  • Hemoptoe (ophoesten van bloed)
  • Kortademigheid

Vervolgsymptoom: bij extrapulmonale vormen – buiten de longen, dus in andere weefsels – zijn er symptomen van orgaandysfunctie of destructie van weefsel.

Orale Tuberculose laesies
De prevalentie van orale tuberculose is 0.05-5%. Primair (eerste besmetting) is deze vorm heel zeldzaam. Bij kinderen is deze zichtbaar op de gingiva. Secundair is deze vorm bij ouderen vooral zichtbaar op de tong, buccale mucosa en palatum. Orale tuberculose uit zich in de mond via infiltraat (roodachtige vlekken) en ulcera (zweertjes).

Risicogroepen

  • Mensen van buitenlandse afkomst (veel Somaliërs in Nederland)
  • Alcohol en drugsverslaafden
  • HIV-patiënten
  • Dak- en thuislozen
  • Illegalen
  • Gedetineerden
  • Hoogbejaarden

Infectiecontrole plan

  • TB patiënten bij voorkeur pas tandheelkundig behandelen na de initiële fase (eerste twee maanden na start behandeling)
  • Gebruik FFP2 maskers in geval van spoedeisende hulp bij een tuberculosepatiënt. Meer informatie kunt u vragen bij de GGD.
  • In geval van twijfel over eventuele besmettelijkheid van een patiënt kunt u het beste een FFP2 masker gebruiken.

Vaststellen van een besmetting na contact met een patiënt
Een besmetting met tuberculose kan worden vastgesteld met een mantoux huidtest. Er wordt vervolgens prophylactische therapie aangeboden of de persoon wordt gedurende twee jaar gecontroleerd door de GGD.

Behandeling
In de initiële fase, krijgt de patiënt vier typen antibiotica, in de continuatiefase (duur vier maanden) gaat dit terug naar 2 typen antibiotica. Na enkele weken behandeling is de kans op besmetting van anderen sterk afgenomen. Het gehanteerde criterium: wanneer de patiënt niet meer hoest, is de kans op besmetting heel klein. Er is echter pas echt duidelijkheid bij de kweekomslag.

Meer informatie
Tuberculose

Kinkhoest

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de neus, keel en luchtwegen. De oorzaak is een bacterie. Iemand met kinkhoest heeft langdurig hevige hoestbuien, met taai slijm en een lange gierende inademing na de hoestbui. Kinderen jonger dan een jaar kunnen er ernstig ziek van worden. Bij (jong)volwassenen verloopt de ziekte milder.
In Nederland worden de meeste kinderen tegen kinkhoest ingeënt. Toch komt kinkhoest in Nederland regelmatig voor, bij kinderen en volwassenen.
Er is geen therapie voor: een kinkhoestpatiënt moet de ziekte echt uitzieken.

Besmetting
Besmetting vindt plaats van mens op mens door hoesten en niezen. De incubatietijd is 7 tot 10 dagen, soms langer (maximaal 21 dagen). Kinkhoest is erg besmettelijk, vooral in de eerste periode als de hoestbuien nog niet zijn begonnen. Hoestende patiënten zijn nog 3 tot 4 weken nadat het hoesten is begonnen besmettelijk. Binnen een gezin is de kans dat iemand met kinkhoest de andere (niet-gevaccineerde) gezinsleden besmet 90%.

Kinkhoest is een meldingsplichtige ziekte die bij de GGD moet worden gemeld.

Fasen
Kinkhoest heeft twee fasen:

  • Catarrale fase
    Symptomen: Rhinitis (ontsteking van de neusslijmvliezen), hoest en lichte temperatuursverhoging.
    De ziekte is in deze fase niet zo herkenbaar, maar wel besmettelijk.
  • Convulsieve fase
    Het hoesten krijgt een typische karakter: hoest met gierende, benauwende inspiraties met soms braken daarna.

Vaccinatie
Het aantal jaarlijkse meldingen van kinkhoest in Nederland varieert tussen de 2.400 en 9.300. Sinds de start van het vaccinatieprogramma is dit aantal aanzienlijk gedaald met zo’n 300 gevallen per jaar. Het RIVM ziet elke 2-3 jaar een piek in het aantal gemelde patiënten met kinkhoest.

De vaccinatie beschermt niet levenslang. Mensen die de ziekte al een keer hebben doorgemaakt zijn ook niet levenslang beschermd. Je kunt dus altijd kinkhoest krijgen, maar als je het eerder hebt gehad, verloopt het milder.

Meer informatie
RIVM
Thuisarts

Conclusies voor mondzorgprofessionals

  • Niet elke besmettelijke patiënt kun je herkennen
  • Denk altijd na over wie mogelijk besmet is
  • Denk na over je eigen risico’s
  • FFP2 maskers beschermen tegen respiratoire micro-organismen

Mw. dr C. Magis-Escurra, Longarts Dekkerswald Radboud UMC. Dr. Cecile Magis-Escurra earned her medical degree in 1995 from Utrecht University, The Netherlands. After graduating she completed two years of a residency in Asuncion in Paraguay, one year in infectious diseases and one year in tuberculosis. In 2005 she completed a respiratory diseases residency at Medisch Spectrum Twente Hospital, Enschede, the Netherlands. From 2005 until now, she is working as a respiratory diseases specialist at the Radboud University Medical Centre Nijmegen, location Dekkerswald, the Netherlands. Dekkerswald is one of the two Dutch specialized tuberculosis centers where patients with complicated TB (drug resistant TB, HIV-TB, extrapulmonary forms of TB asking extra attention, patients with side effects to therapy, etc) are hospitalized for some time during their treatment. Dr. Magis-Escurra is a national consultant for clinical tuberculosis and non-tuberculous mycobacterial infections since 2010. She recently completed her PhD thesis on “clinical and epidemiological studies from a tuberculosis referral center in the Netherlands”. She will continue tuberculosis research besides clinical work and teaching activities at the faculty of medicine of Radboud University Nijmegen.

Verslag door Maja Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Tandenpoetsen volgens de wetenschap

Elke mondzorgprofessional geeft regelmatig of zelfs dagelijks poetsinstructies. Maar wat zeggen wetenschappers over effectief en veilig tandenpoetsen? Martijn Rosema van ACTA analyseerde de onderzoeken hierover.

Verslag van de lezing van Martijn Rosema tijdens een Quality Practice cursus.

Geschiedenis tandenborstel

Inleidend vertelde Rosema over de geschiedenis van de tandenborstel. Meer dan vijfduizend jaar geleden werd voor het eerst de Miswak gebruikt. Dit is een stokje waarop gekauwd wordt waardoor er een soort borstel aan het uiteinde ontstaat. In Afrika wordt de Miswak nog steeds gebruikt.

Daarna volgde de ivoren borstel met zwijnharen en deze werd – in de tijd van Napoleon – opgevolgd door een zeer chique variant. Men pronkte met deze borstel: tandenpoetsen was hot! De borstel werd steeds beter van vorm en ook werden de haren er netter ingezet. In 1938 ontwikkelde Dupont de nylonharen. De prijs van de tandenborstel werd hierdoor lager waardoor deze voor steeds meer mensen bereikbaar werd.

Plaque verwijdering

Rosema gaf aan dat er bij onderzoeken naar plaqueverwijdering twee manieren van scoren worden aangehouden: een indeling van de tand in vlakjes via de Navy index en de Q&H index.

Bij de Navy index is de tand in 9 vlakjes verdeeld waar aan- en afwezigheid van plaque wordt gescoord. Bij Q&H index is de tand in 3 vlakken (mesiaal, vestibulair/linguaal, distaal) verdeeld waarbij naar coronaal toe de bedekkingsgraad een waarde van 0-5 krijgt.

Handmatig poetsen
Uit het systematic review van Slot et al. (2012) blijkt dat er volgens de Q&H index 30% plaque verwijderd wordt en volgens de Navy index 53%. Gemiddeld dus 42%. “Dat valt dus tegen, het is niet veel plaqueverwijdering”, vond Rosema.

Elektrisch poetsen
Bij een vergelijkbaar onderzoek bij gebruik van een elektrische tandenborstel werd er 48% plaque verwijderd. Ook hierbij was er een verschil tussen de Q&H- en Navy index: 35% en respectievelijk 69%. Ook niet bijster veel.

Duidelijk werd dat een oplaadbare elektrische borstel meer plaque verwijderd dan een batterijborstel. De oscillerend-roterende variant elektrische borstel is een duidelijke winnaar volgens Rosema.

Belang van instructie

Maar nog veel belangrijker is dat de meeste bovenstaande onderzoeken werden gedaan zonder instructie. Werd er wel een instructie gegeven dan werd er meer plak verwijderd. Rosema raadt daarom aan een visueel ondersteunde instructie te geven in de praktijk. Echter, in onderzoeken wordt soms bewust gekozen om geen instructie te geven.

Veilig

Daarna werd de presentatie wat luguber. Er werden foto’s getoond van ingeslikte borstels en zelfs van een borstelkopje dat in een oogkas was beland. Is tandenpoetsen wel veilig? In een jaar tijd behandelden Amerikaanse ziekenhuizen vierhonderd gevallen van schade van de oropharynx. “Dat lijkt veel maar relatief gezien is dat niet zo gek veel”, gaf Rosema tot onze opluchting aan. Wat meer voorkomt is schade aan het tandvlees: poetstrauma. Er wordt hierbij geen verschil gevonden tussen de elektrische borstel en de handtandenborstel. Wel tussen harde en zachte haren en ook tussen wel en niet afgeronde haren. Bovendien kan er een bacteriëmie ontstaan bij het poetsen. “Dat verklaart ook waarom patiënten wel eens koorts hebben na een behandeling”, voegde moderator Monique Danser aan het einde van de presentatie toe.

Martijn Rosema heeft de opleiding tot mondhygiënist gevolgd in Amsterdam en in 1999 afgerond. Sindsdien is hij werkzaam als mondhygiënist op de vakgroep parodontologie van het ACTA, en tot 2002 ook in een algemene praktijk. In 2002 heeft hij de stap gemaakt naar het klinisch wetenschappelijk onderzoek, ook bij de vakgroep parodontologie. Voor diverse opdrachtgevers heeft Martijn onderzoek gedaan naar o.a. tandenborstels, mondspoelmiddelen en tandpasta’s. Inmiddels heeft hij diverse nationale en internationale publicaties achter zijn naam en geeft hij presentaties in binnen- en buitenland. Tevens is hij als lid van de accreditatiecommissie verbonden aan het KwaliteitsRegister Mondhygiënisten (KRM).

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de cursus Paro update van Quality Practice.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Een derde van de kinderen in Engeland schaamt zich voor hun lach

Een derde van de kinderen in Engeland schaamt zich voor hun lach

Volgens onderzoek van de Health and Social Care Information Centre (HSCIC) in Engeland blijkt dat een derde van de kinderen zich schaamt voor hun lach door verslechterde mondgezondheid.

Survey

HSCIC verzamelt informatie over de tandheelkundige gezondheid van kinderen in Engeland, Wales en Noord-Ierland. Volgens de gegevens van The Children’s Dental Health Survey die in 2013 is uitgevoerd, schaamt 35% va de 12-jarigen en 28% van de 15-jarigen zich voor hun lach door verslechterde mondgezondheid.

Tandbederf

Tandbederf werd gevonden bij 34% van de 12-jarigen en bij 46% van de 15-jarigen. Tevens blijkt een derde (31%) van de 5-jarigen en 46% van de 8-jarigen slechte melktanden te hebben. In vergelijking tot gegevens van hetzelfde onderzoek uitgevoerd in 2003 zijn deze percentages, tegen de verwachtingen in, niet sterk gedaald.

Verdere gegevens

Tevens blijkt uit het onderzoek dat:

  • Het aantal kinderen met tandbederf varieerde tussen Engeland, Wales en Noord-Ierland.
  • 41% van de 5-jarigen uit kansarme gezinnen tandbederf heeft in vergelijking tot 29% van 5-jarigen uit minder kansarme gezinnen.
  • 59% van de 15-jarigen uit kansarme gezinnen tandbederf heeft in vergelijking tot 43% van 15-jarigen uit minder kansarme gezinnen.
  • 38% van het totaal aantal kinderen een goede algemene mondgezondheid heeft.
  • Volgens de gegevens van de ouders 9 op de 10 kinderen regelmatig naar de tandarts gaan voor een check-up.
  • Onder de 12-jarigen, 69% van de jongens en 85% van de meisjes minstens twee keer per dag tandenpoetst.
  • Onder de 15-jarigen, 73% van de jongens en 89% van de meisjes minstens twee keer per dag tandenpoetst.
  • Onder de 12-jarigen, 16% vier of meer keer per dag suikerhoudende dranken drinkt.
  • Onder de 15-jarigen, 14% vier of meer keer per dag suikerhoudende dranken drinkt.

Samenwerken

Volgens HSCIC is er hoogstwaarschijnlijk een correlatie tussen suikerinname en het hoge aantal kinderen met tandbederf. Daarom willen zij een landelijk preventieprogramma invoeren en alle beleidsmakers oproepen om kindertandheelkunde bovenaan hun agenda te zetten om er voor te zorgen dat kinderen en hun ouders altijd toegang hebben tot een tandarts.

Bron: Dentistry.co.uk 

 

 

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
broccoli1

Broccoli extract veelbelovend voor preventie van mondkanker

Broccoli extract beschermt tegen mondkanker bij muizen en toonde ook positieve resultaten bij een kleine groep gezonde menselijke vrijwilligers. De veelbelovende resultaten zullen verder worden onderzocht in een menselijke klinische proef met proefpersonen die een hoog risico hebben op het ontwikkelen van mondkanker.

Sulforafaan
Eerdere studies hebben aangetoond dat broccoli een hoge concentratie van sulforafaan heeft. Een hoge concentratie van sulforafaan beperkt de gevolgen van kankerverwekkende stoffen. Huidig onderzoek toont aan dat sulforafaan mondkanker bij muizen kan voorkomen en geeft daarom ook hoop dat sulforafaan gebruikt kan worden bij preventie van mondkanker bij mensen die hierop een verhoogd risico hebben door bijvoorbeeld chronische blootstelling aan kankerverwekkende stoffen.

Groene chemopreventie
Het gebruik van eenvoudige zaad preparaten of plantenextracten om de kanker te voorkomen wordt ook wel groene chemopreventie genoemd. Groene chemopreventie is goedkoper en er zijn minder middelen voor nodig dan bij een traditioneel farmaceutisch onderzoek. Ook kan het middel makkelijker worden verspreid in ontwikkelingslanden waar hoofd-halskanker vaak voorkomt.

Bron: Biospace
Aug 2015

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
rontgen-vk

Digitale röntgen meeste gebruikte technologie op tandheelkundige scholen

Digitale röntgen afbeeldingen is de meeste gebruikte technologie in tandheelkundige opleidingen. CAD/CAM en lasers zijn de minst gebruikte technologieën. Dit blijkt uit onderzoek, gepubliceerd in de Journal of Dental Education, waar de onderzoekers beargumenteren dat studenten constant met nieuwe technologieën moeten werken voor een succesvolle carrière in de tandheelkunde.

Onderzoek

33 decanen van tandheelkundige opleidingen hebben een survey ingevuld waarin zij moesten aangeven van welke technologieën de studenten gebruik maken. Op basis hiervan blijkt dat als veel tandartspraktijken een technologie adopteren, deze ook geïmplementeerd wordt in het curriculum van de tandheelkundige opleidingen. Omdat studenten zo meer in aanraking komen met de huidige technologieën heeft dat ook positieve invloed op de verdere verloop van hun carrière.

Uitdaging

Eén van de grootste uitdaging bij het implementeren van een nieuwe technologie op de scholen is om de hele faculteit hierop voor te bereiden. Zo moeten de opleiders getraind worden in het gebruik van techniek en de bijhorende leermethoden. Daarnaast moet ook de huidige lesinhoud worden aangepast zodat studenten bekend raken met de technologie en deze ook leren te gebruiken.

Bron:

DrBicuspid.com
J Dent Educ, March 2015, Vol. 79:3, pp. 259-264

 

 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Close-up of model teeth

Histo-anatomische technieken: Dare to emulate nature

Met de huidige adhesieven en bonding materialen kunnen tandartsen en tandtechniekers de natuurlijke anatomische structuren van gebitselementen goed nabootsen. Een goed begrip van de histo-anatomische structuur en kleur van tandmateriaal geeft hierbij een voorsprong. Een verslag van de lezing van Panoz Basos tijdens het NVGPT-congres.

‘From structural analysis to visual synthesis and beyond’
Panoz Basos is samen met Pascal Magne oprichter van de ‘Bio-Emultion Group’. De Bio-Emulation studiegroep bestaat uit internationale tandartsen die werken volgens een hoge esthetische standaard. Kenmerkend voor Bio-Emulation: ‘think out of the box’.

‘Bio-Emultion’ is voor deze tandartsen een methode om producten te ontwikkelen waarvan de structuren en de fysiologische functies zoveel mogelijk overeenkomen met de originele, biologische situatie. Biomaterialen, ‘Dental Smile Design’, etc. zijn trends in de tandheelkunde die zullen komen en gaan. Morfologie is geen trend, volgens Bazos: ‘It begins and ends with morfology’.

Element compositie: glazuur, DEC en dentine
De unieke eigenschap van een natuurlijk gebitselement is dat het in staat is de energie te absorberen van een uitgeoefende kracht. Hierbij geldt hoe elastischer een element is hoe beter. Door dit vermogen is een element in staat krachten op te vangen zonder te beschadigen. Dentine is verantwoordelijk voor deze capaciteit. Teveel elasticiteit zorgt echter voor een verzwakking van het element. Dentine functioneert niet adequaat zonder de aanwezigheid van glazuur. Een natuurlijk element heeft door de combinatie van glazuur en dentine de perfecte match tussen sterkte, stijfheid en veerkracht. Restauratieve behandelingen moeten deze structurele integriteit waarborgen. De glazuurdentine grens (DEC) is het ‘epicenter’ van de tand. Glazuur is opgebouwd uit micro-diamanten, deze geven glazuur de uitzonderlijke eigenschappen.

Structuur analyse
Door een gebitselement te analyseren kan worden gekeken hoe de eigenschappen van een gebitselement verklaard kunnen worden. Er wordt dan gestart bij de basis. Door een gebitselement in zuur te leggen, lost de buitenste glazuurschelp op. Je ziet dan dat dentine concaaf is en glazuur convex. Waarom is het zo gelokaliseerd? In het midden van de kroon is een shift: de ‘Sigmoid curve’. Onder de tand heb je een fantastisch mechanisme dat de tand beschermd. Aangezien glazuur niet gerepareerd kan worden, moet je minimaal invasief werken. Erg belangrijk is dat je de patiënt weet te motiveren voor preventie. Bij behandeling is het spel al verloren.

Fotografie technieken
Fotografie is voor Bazos de manier om te analyseren, te interpreteren en te evalueren. In de tandheelkunde wil hij reproduceren wat de natuur heeft gemaakt. Met fotografie probeert hij dit te begrijpen. Vorm volgt functie en vorm bepaalt kleur.

Fotografie technieken:

  • Polar eyes
  • Fluor eyes
  • Visual eyes (voor tandtechniekers)

Zie ook de website van Emulation.

Histo-anatomische technieken: “Dare to emulate nature”
De integriteit van een tand en pulpa herstellen zijn kritische punten en absoluut een uitdaging voor de tandarts. Het mooiste zou zijn om een bio-replica te maken. Maar dat is niet mogelijk waardoor je moet simplificeren.

Tri-laminar en Penta-laminar zijn restauratietechnieken waarbij kleuren en structuren van de tand in drie of vijf lagen worden opgebouwd. De Tri-laminar techniek bestaat uit de volgende drie lagen:

  1. Dentine
  2. DEC (glazuur-dentine grens)
  3. Glazuur

Aangezien in de esthetische regio geen compromis gedaan kan worden, is de Penta-laminar techniek het beste voor deze regio. De restauratie wordt dan opgebouwd uit twee dentine lagen, 1 laag DEC en twee glazuur lagen.

Composieten verschillen onderling erg in translucentie. Panos Bazos adviseert: ‘Practice in laboratory and by patient performe!’ Een esthetische behandeling kan volgens hem niet zonder mal en hij adviseert altijd een tweede zitting voor fine-tuning te plannen.

Dr. Bazos received his DDS from the University of Southern California School of Dentistry in 2000.
He served as an Assistant Professor at the USC School of Dentistry, Division of Primary Oral Health, Los Angeles, CA. From 2005-2007, mentoring undergraduate dental students in the disciplines of Esthetic and Restorative Dentistry. He maintained a private practice limited to esthetic and restorative dentistry in Athens, Greece. Currently he is pursuing his Masters Degree in Orthodontics and Dentofacial Orthopedics at the University of Edinburgh, Scotland. In 2011 he founded the Bio-Emulation Group
.
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. Panoz Bazos tijdens het NVGPT-jaarcongres

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
TADs en patiënt perceptie

Inleiding over TAD’s en patiënt perceptie

TAD’s bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Via implantaten, minischroeven of botankers wordt er een orthodontische botverankering bewerkstelligd en kunnen er krachten uitgeoefend worden. Wat is de indicatie van TAD’s, waar kunnen ze geplaatst worden en wat is de patiënt perceptie?

TAD’s, oftewel Tempory Anchorage Devices, bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Door middel van implantaten, minischroeven of botankers wordt er een orthodontische botverankering bewerkstelligd en kunnen er krachten uitgeoefend worden.

Osteogeïntegreerde TAD’s
Een implantaat kan functioneren als een osteogeïntegreerde TAD. Wanneer het implantaat binnen de tandboog wordt geplaatst, kan het implantaat eerst gebruikt worden voor tandverplaatsing en naderhand voor restauratieve doeleinden, bijvoorbeeld het vervaardigen van een kroon op het implantaat. Belangrijk is dat het implantaat op de juiste plaats in de tandboog geplaatst wordt. Ook kan er een mini-implantaat buiten de tandboog geplaatst worden, een voorbeeld is een midpalatinale schroef. Een mini-implantaat wordt nog maar weinig toegepast.
Het nadeel van osteogeïntegreerde TAD’s is dat ze lastig of niet te verwijderen zijn.

TAD’s met mechanische retentie
Minischroeven en botankers maken gebruik van mechanische retentie. Een minischroef kan direct belast worden in middels coils of elastieken en wordt dan een ‘direct verankeringssysteem’ genoemd. Een nadeel van indirecte belasting is dat er vaak verlies van de minischroef optreedt.
Minischroeven kunnen ook als indirect verankeringssysteem dienen, in dat geval worden elementen gefixeerd middels de minischroef en vindt de belasting via een ‘ sliding jig’ of hook op de boog plaats.
Botankers vormen ook een ‘indirect’ verankeringssysteem. Een botanker wordt onder het tandvlees, op het bot gefixeerd. Er is een incisie nodig om het botanker te kunnen plaatsen.

De krachtenverdeling van het indirecte verankeringssysteem is gunstiger omdat er sprake is van minder momentkracht op de schroeven dan bij het directe verankeringssysteem.

Indicatie TAD’s
TAD’s kunnen onder ander gebruikt worden bij:

  • Verticale problematiek, open beet in front of overeruptie.
  • Het distaliseren van de boventandboog of ondertandboog (mits distaal te plaatsen).
  • Het sluiten van diastemen.
  • Het intruderen van molaren en incisieven (voorkeur botankers).
  • Het bewerkstelligen van lokale tandbewegingen, zoals het opheffen van een kruisbeet en rotaties.
  • Een niet-lokale toepassing, oftewel een orthopedische tractie.

Waar moet een TAD geplaatst worden?
Voor het plaatsen van een TAD moet er rekening gehouden worden met de onderstaande punten:

  1. Er moet voldoende corticaal bot aanwezig zijn.
  2. Er moet rekening gehouden worden met de ligging van de wortel.
  3. De beste plaats voor een minischroef is 4-6 mm vanaf alveolaire wand.

Patiënt perceptie
Met behulp van vragenlijsten is er een onderzoek gedaan naar ervaring van de patiënt bij het plaatsen van een TAD. Voor dit onderzoek is de VAS-score gebruikt (Visual Analogue Scale). Uit de resultaten blijkt dat:

  • Hinder van activiteit vooral ervaren wordt tijdens de eerste drie dagen. Het grootste probleem is het kauwen van hard voedsel. Dit is op de eerste dag na het plaatsen het heftigst en neemt na 2-3 dagen af.
  • Een dubbel of bilateraal geplaatst anker in de mandibula de meeste last geeft.
  • In de meeste gevallen ibuprofen gebruikt wordt voor pijnstilling. Het gebruik van pijnstilling neemt snel af, na een week wordt het nog maar door een klein percentage gebruikt.
  • Patiënten waarbij een bilateraal zygoma anker geplaatst was het meest tevreden waren na 14 dagen.

Complicaties
De volgende complicaties kunnen voorkomen:

  • Abcesvorming
  • Sensibiliteitsstoornissen
  • Neusbloedingen
  • Beschadiging van de radices
  • Liptraumata
  • Het afbreken van een anker

Orthopedische tractie
Orthopedische tractie wordt vooral uitgevoerd bij een klasse III relatie. Bij deze behandelmethode treden er vaker complicaties op zoals het mobiel raken van ankers, het ontstoken raken van de mucosa en het verkrijgen van slechte toegankelijkheid voor elastieken. Ook treedt er meer verlies van ankers op wanneer er sprake is van oligodontie of een systemische aandoening.

Conclusie

  • Het slecht kunnen kauwen van hard voedsel is de grootste complicatie bij het plaatsen van een TAD.
  • Bilateraal geplaatste ankers in de mandibula worden het minst goed verdragen.
  • Adequate pijnstilling is belangrijk, na 3 dagen blijkt er voldoende verlichting van de pijn te zijn en zijn pijnstillers vaak overbodig.
  • Patiënten waarbij een bilateraal zygoma anker geplaatst is, zijn het meest tevreden.
  • Complicaties zijn van tijdelijke aard.

Lezing door: Drs. Krista Janssen, orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Implantologie: Welk opbouwmateriaal voor welke toepassing?

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over opbouwmaterialen bij implantologie.

Verslag van de lezingen van de heer Oosterwijk tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Het streven is dat het materiaal van de kroon of brug de biomechanische en structurele eigenschappen van een gezonde, natuurlijke tand kan imiteren. Er is echter nog geen materiaal dat alle unieke eigenschappen heeft van een natuurlijke tand. Het aanbod van materialen lijkt eindeloos. Tandtechnicus Patrick Oosterwijk gaf uitleg over de materialen die naar zijn inzicht op dit moment het meest gebruikt worden en geschikt zijn voor suprastructuren op implantaten. Hierbij werd gekeken naar het indicatiegebied en de verwerking van de verschillende materialen bij het prepareren en cementeren.

Materialen

Oosterwijk besprak de volgende materialen in zijn lezing:

  • Nanokeramiek
  • Veldspaat keramiek
  • Lithiumdisilicaat
  • Zirconia

Alle materialen zijn zowel monolithisch, voor een kostenefficiënte productiemethode, als individueel gelaagd, voor een betere esthetiek. Zo kunt u een geschikt product kiezen dat afgestemd is op het beschikbare budget, zonder een concessie te doen aan de sterkte of de pasvorm.

Materiaalkeuze

Titanium implantaatopbouwen kunnen grijs doorschemeren waardoor de mucosa er onnatuurlijk uitziet. Het witte zirconia heeft dit niet waardoor dat een esthetische voordeel biedt. Uit onderzoek van prof. dr. Cune blijkt dat een buccale mucosa dikker dan 2 mm geen zichtbaar verschil toont tussen zirconia en titanium. Toch wordt in het front eigenlijk altijd gekozen voor zirconia met opgebakken porselein vanwege de esthetiek. In de zijdelingsdelen wordt veelal gekozen voor een titanium abutment met een metaalkeramiek.

Nanokeramiek is een vrij nieuw materiaal dat steeds meer een opmars maakt in de tandheelkunde. Deze monolische kronen worden met behulp van CAD/CAM gemaakt. Voor 80% bestaan ze uit keramische deeltjes en voor 20% uit kunsthars.. Het is schokabsorberend wat de functionele prestaties van het materiaal ten goede komt. Ook is het materiaal eenvoudig te bewerken.

Patrick Oosterwijk
Is tandtechnicus sinds 1985. Na het behalen van zijn IVT-diploma heeft de ontwikkeling van de tandtechniek altijd een prominente plaats ingenomen in zijn loopbaan. Als ondernemer heeft hij aan de basis gestaan van T.T.L. Oosterwijk in Utrecht en in Amersfoort en aan het ACTA. Vanuit de firma Oral Scan houdt hij zich bezig met mondscanners. Vanaf 2012 is hij verantwoordelijk voor de lokale productie van Elysee Dental en geeft hij diverse lezingen over de digitalisering in de tandtechniek.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van de heer P. Oosterwijk tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.

Bekijk de rubriek Implantologie

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

9 overeenkomsten tussen tandartsangst en vliegangst

Patiënten die aan tandartsangst lijden, blijken ook nogal eens bang te zijn voor totaal verschillende situaties. Ze kennen bijvoorbeeld ook vliegangst, hoogtevrees en engtevrees. 9 overeenkomstige oorzaken en gevolgen tussen tandartsangst en vliegangst uit het boek Nooit meer angst bij de tandarts.

Fobieën

De top vijf van fobieën
Uit onderzoek blijkt de volgorde van de vijf meest voorkomende fobieën er als volgt uit te zien:

  1. Tandartsfobie
  2. Hoogtefobie
  3. Spinnenfobie
  4. Vliegfobie
  5. Claustrofobie

Samengestelde fobieën

Op de eerste plaats beschouw ik tandartsangst en vliegangst niet als specifieke maar als samengestelde ofwel complexe angsten evenals de hierbij behorende fobieën niet als enkelvoudige maar als samengestelde (complexe) fobieën dienen te worden opgevat. Zo blijken patiënten die aan tandartsangst lijden ook nogal eens bang te zijn voor totaal verschillende (andere) fobogene situaties. Ze kennen bijvoorbeeld ook hoogtevrees, engtevrees en vliegangst . Vliegangst, engtevrees en hoogtevrees gaan vaak samen. Bij tandartsangst is bekend dat de meeste patiënten vooral bang zijn voor de boor en de injectienaald.

Verschijnselen tandartsangst

Een klein aantal tandartspatiënten (3%) lijdt aan bloed-, injectie-, verwondingsfobie. Dit treedt marginaal op bij het zien van bloed of een verwonding. Ook bestaat er een gering aantal patiënten dat bij een injectie ertoe neigt om flauw te vallen. Anderen voelen zich bij het zien van een tandartsjas al gespannen of angstig. Weer anderen raken vervreemd van zichzelf na een injectie of hebben door de nasmaak van de injectievloeistof gedachten over flauwtes. Hyperventileren is ook hinderlijk, want verkeerd ademen gaat gepaard met allerlei hyperventilatiesymptomen, waarvan er circa veertig bestaan.

Angst voor pijn

Tandartsangst heeft oorspronkelijk te maken met angst voor pijn, hoewel dit in de moderne tandheelkunde als een misvatting wordt beschouwd. Immers, de verdovende werking van de injectie is vermoedelijk de werkzame ongeconditioneerde prikkel, die onbewust werkt in de richting van verwachtingsangst. Mogelijk zijn hierbij allerlei automatische gedachten in het spel. Het doel van een injectie is, ongeacht de emotionele gevolgen ervan, pijnloos te behandelen.

Overeenkomsten tandartsangst en vliegangst

Los ervan dat een vliegsituatie anders is dan een tandheelkundige ingreep, treden bij vliegangst allerlei overeenkomstige angsten op. Angstige vliegtuigpassagiers zijn voor 51,8% beducht om neer te storten. Eigenlijk is dit de enige angst die kenmerkend is voor een enkelvoudige fobie. Echter, vliegangst is evenals tandartsangst niet eenduidig bepaald. De hierna te noemen angsten rond vliegen laten zien dat er absoluut geen sprake is van een enkelvoudige angst of fobie. Tandartsangst en vliegangst zijn samengestelde angsten, die meer aspecten kennen dan de naamgeving doet vermoeden.

Fobieën ingedeeld in clusters

9 overeenkomstige oorzaken en gevolgen

Tandartsangst en vliegangst vertonen overeenkomstige kenmerken die door overeenkomstige factoren worden veroorzaakt. We noemen in volgorde:

  1. Gebrek aan concrete informatie over wat tijdens tandartsbehandelingen en vliegreizen gebeurt (Rachman,1991).
  2. Zowel perfectionistische tandartspatiënten als vliegtuigpassagiers hebben de neiging alles onder controle te willen houden, zodat overgave aan de betreffende situatie wordt belemmerd.
  3. Beperkende opvoedingsstijlen gaan gepaard met angsten en fobieën.
  4. Negatieve berichtgeving via de media over huiveringwekkende tandartservaringen en vliegreizen suggereert veelal een slechte afloop.
  5. De condities waaronder tandartsangst en vliegangst ontstaan, tonen ook overeenkomsten. Zo anticipeert een patiënt bij een tandartsbehandeling op pijn. Bij een vliegreis verwacht de angstige passagier dat hij vroeg of laat zal neerstorten.
  6. Bij zowel tandartsangst als vliegangst is er sprake van wachttijden en is het mogelijk om de afspraken en reserveringen bij angst en vermijding te annuleren.
  7. Door onbekendheid met beide soorten ‘wachtsituaties’ ontstaat juist door gebrek aan kennis van de tandheelkunde en de luchtvaart verwachtingsangst en vermijding.
  8. Bij zowel tandartsbehandelingen als zaken rond vliegreizen zit men op een stoel. Men voelt zich overgeleverd aan de deskundigheid van de tandarts of de piloot. De wachtsituatie roept onherroepelijk anticipatieangsten op die zijn te onderscheiden in angst voor pijn en angst voor neerstorten. Dit zijn de fundamentele angsten die geheel los staan van de al bestaande aardse angsten die in essentie niet kenmerkend voor tandartsangst en vliegangst zijn.
  9. Uit de statistische cijfers blijkt dat zowel bij tandartsangst als bij vliegangst circa 1 op de 3 mensen er last van heeft en dat 5-10% van de tandartspatiënten en passagiers de betreffende situatie vermijdt.

Gevolgen 

Vermijding van tandartsbehandeling is meestal de oorzaak van een slecht gebit. Vermijding van vliegreizen kan leiden tot een ernstige handicap in het werk. Ik denk hierbij aan professionele sporters en personen met hoge functies die vaak door de aard van hun werkzaamheden moeten vliegen.

Emotie

Voor veel mensen is een wachtkamer op zich al een beproeving. Het wachten leidt bewust of onbewust tot allerlei gedachten. Sommige patiënten ondervinden in de wachtkamer veel hinder van onredelijke gedachten die gepaard gaan met innerlijke onrust.

Angst is nu eenmaal een onprettige emotie die met nare gevoelens, gedragingen en onaangename lichamelijke sensaties gepaard gaat. Hierbij denken we aan een onregelmatige hartslag, een stokkende adem of drukgevoelens in het borstgebied. Als angsten te hoog oplopen, kan iemand soms in paniek raken, waardoor de neiging ontstaat om bepaalde situaties in de toekomst uit de weg te gaan. Er is dan sprake van een fobie.

Dit artikel komt uit het boek Nooit meer angst bij de tandarts van C.W. Anneese.

Lees meer over: Folders, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

KNMG ontwikkelt richtlijn voor gebruik medische apps

Dit najaar maakt de KNMG een richtlijn voor artsen over de omgang met medische apps. Een belangrijk punt hierbij is het helpen van artsen bij de inschatting van de betrouwbaarheid en kwaliteit van de apps.

Inschatten

Vragen die daarbij behandeld worden zijn: Waar moeten artsen op letten als zij zelf een bepaalde medische app willen gebruiken of deze willen adviseren aan een patiënt? Hoe weet je of een medische app goed beveiligd is? Wat gebeurt er met de persoonlijke gegevens die een medische app meet en opslaat? Is de privacy van gebruikers geborgd? Het zijn vragen waar gebruikers van apps nu vaak het antwoord schuldig op moeten blijven.

Bron: KNMG

Lees meer over: E-health, Kennis