Circulariteit in de mondzorg: hoe kun je mondkapjes hergebruiken?

Circulariteit in de mondzorg: hoe kun je mondkapjes hergebruiken?

Het streven van de overheid is om Nederland in 2050 volledig circulair te maken, dat wil zeggen dat er zonder verspilling en restafvalvrij wordt geproduceerd. In de CIRCO-Track Medische disposables is met verschillende partijen geprobeerd om circulariteit in de (mond)zorg concreet te maken. Tandarts Michiel Lieshout nam hieraan deel en vertelde dental INFO zijn ervaringen.

Waarom heb je deelgenomen aan de CIRCO-Track Medische disposables?

“Wij zijn met een aantal bedrijven bezig om een pilot op te zetten om van gebruikte mondmaskers weer grondstof te maken. Daar zijn vele partijen bij betrokken. Elke partij heeft weer zijn eigen redenen om aan te sluiten. Het is interessant om een heel proces met elkaar te doorlopen. Zo kom je ook achter alle kanten van het verhaal en begrijp je beter waar de kansen maar ook de knelpunten liggen.”

Hoe ging de CIRCO-Track in zijn werk?

“Het traject bestaat uit drie momenten van fysiek en online samenkomen. Er wordt in groepjes, maar ook met de hele groep, gepraat om een traject circulair te maken zonder daarbij de economisch kant te verliezen. Een circulair model is alleen haalbaar als er zowel milieuwinst als economische winst is te behalen. Anders valt het initiatief al snel uit elkaar.
Helaas heb ik niet het gehele traject kunnen doorlopen, omdat dat niet lukte met mijn agenda. Achter de schermen heb ik echter toch veel meegedaan en gelezen en samen met mijn CIRCO-partner (Dax van Poortvliet, van techbedrijf Seenons) wel het huiswerk gemaakt.”

Wat heb je ervan opgestoken? Heb je aanknopingspunten gekregen om zelf weer mee verder te gaan?

“Als tandarts heb je natuurlijk weinig aan deze informatie. Door dit traject snap ik echter wel veel meer van de term circulair. Ik zie beter in waar kansen en ook problemen in het opzetten en onderhouden van zo’n traject liggen. Voor onze pilot hebben we nog helderder gekregen waarom dit een win-winsituatie is voor iedereen. Vooral in de opstartfase is het niet helder waar de kosten zitten, hoe hoog deze zijn en waar uiteindelijk de winst gaat zitten. Het doorlopen van dit traject heeft ook hier meer helderheid in gebracht.”

Je was de enige tandarts die deelnam aan de Track Medische disposables. Was dat een nadeel?

“We zitten in de startfase om van gebruikt afval uit de mondzorg weer een grondstof te maken. Deze pilot is voor iedereen goed te visualiseren. De maskers zijn zonder verontreiniging van andere producten redelijk eenvoudig in te zamelen en de cirkel blijft door zijn eenvoud overzichtelijk.
Als we verder gaan en we kunnen meerdere producten identificeren, dan wordt het lastiger. Dan is overleg en afstemming met meerdere collega’s uit de mondzorg (tandartsen, mondhygiënisten, tandprothetici) wel nuttig.
Bij deze pilot waren de meeste schakels uit onze pilot aanwezig: Seenons als procesbegeleider, GreenCycl als verwerker van de maskers en ik als vertegenwoordiger van de mondzorg. Daarnaast hebben we ook met de ‘Mondmaskerfabriek’ kunnen brainstormen over verdere samenwerkingsmogelijkheden. Bij het verwerken van het masker tot grondstof zitten vooral de elastine en het metalen clipje een zuiver eindproduct in de weg. Als de fabrikant het product zo kan veranderen dat deze verontreiniging verdwijnt, dan is de cirkel nog mooier te sluiten. Tijdens de samenkomsten waren er genoeg momenten om het daar met elkaar over te hebben.”

Wat zou er in de mondzorg moeten gebeuren op het gebied van duurzaamheid?

“Oh, dat kan heel divers zijn. Niet-geleverde zorg is de meest duurzame zorg. De meeste problemen in de mond zijn lifestyle-problemen. Bewuster zijn van een gezonder eetpatroon en mondhygiëne en dus een grotere participatie van de patiënt bij het zelf gezond houden van zijn of haar gebit levert de meeste milieuwinst op.
Daarnaast blijkt het vervoer van en naar de praktijk de meeste CO2 uit te stoten. Hierbij kan de overheid, met subsidies en gunstige wet- en regelgeving een grotere rol spelen. Een actievere manier van vervoer (te voet of per fiets) kan ook gezondheidswinst en fitheid van patiënt, maar ook zeker van personeel, opleveren.
Zuinig omgaan met het schaarse personeel en investeren in de toekomst (opleiding en ontwikkeling) hoort natuurlijk ook bij een duurzame toekomstbestendige praktijk.”

En verder?

“Natuurlijk gaat het ook om zuinig, efficiënt en weloverwogen omgaan met grondstoffen, water en energie. Denk daarbij aan de manier van bouwen of verbouwen van de praktijk. Kantoren moeten in 2023 een energielabel C hebben. Voor (mond)zorgpraktijken geldt dit nog niet, maar dat gaat komen. Bij banken is het al zo dat een financiering voor niet-zuinige bouw duurder is. Maar ook hergebruik van bouwmaterialen is hierbij aan de orde.
Last but zeker niet least kan ons inkoop- en afvalbeleid bijdragen aan verdere verduurzaming van de mondzorg. Denk aan energiezuinige apparatuur, apparatuur die lang mee kan gaan, zuinig omgaan met ge- en verbruiksmaterialen en zo min mogelijk wegwerpartikelen gebruiken. De producenten moeten goed kijken naar het voorkomen van verspilling van materialen en naar gebruik van zo min mogelijk verpakkingsmaterialen.”

Is het gebruik van biologisch afbreekbaar plastic een oplossing?

“De productie ervan zorgt in ieder geval voor minder CO2-uitstoot. Het volume in ons gehele afval is echter nu (nog) zo klein, dat het te duur is om deze plastics weer te hergebruiken. De term biologisch afbreekbaar is erg verwarrend aangezien deze plastics niet afbreken in de natuur, maar alleen in een industriële verwerkingsinstallatie. Voor de meeste biobased plastics duurt dit industriële proces nog te lang. Ze worden daarom alsnog (deels) verbrand. Biobased plastics kunnen ook niet gemengd worden met fossiele plastics, want dan kan dat plastic niet meer hergebruikt worden. We zitten nu in een fase waarbij nog niet al het goede mogelijk is. Uiteraard is uiteindelijk het gebruik van biobased plastic het beste. Maar op dit moment denk ik dat we moeten inzetten op: 1. minder plastic, 2. producten van één soort plastic en 3. plastics die goed hergebruikt kunnen worden. Het moment dat we omgaan naar bio-plastic komt vanzelf. De vraag moet eerst nog enorm toenemen.”

Hoe probeer je zelf duurzaamheid verder onder de aandacht te brengen?

“Tja, op welke manier eigenlijk niet? Ik schrijf veel artikelen, praat met collega’s, verenigingen en bedrijven over dit onderwerp, probeer bedrijven te enthousiasmeren om hiermee aan de slag te gaan en ben betrokken bij de mondzorgbrede werkgroep verduurzamen. Met deze pilot probeer ik ook aandacht voor het duurzaam gebruik van producten aan te wakkeren. Ook probeer ik de tandheelkunde-opleidingen aan te zetten om onderzoek te gaan doen en om kennis van buiten de mondzorg te integreren met problemen die wij tegenkomen. Door mensen met verschillende achtergronden aan elkaar te koppelen, verbreden we ons netwerk en creëren we oplossingen. We zijn eigenlijk net pas van start gegaan en moeten nog veel ontwikkelen.
Ik hoop dat het duurzame denken over een paar jaar volledig geïntegreerd is op bedrijfsniveau, tandheelkundig handelen, onderwijs en onderzoek. Dan is het geen apart onderdeel meer. Dit betekent niet dat de duurzaamste oplossing de beste is, maar wel dat erover nagedacht is.”

Michiel Lieshout is restauratief tandarts (NVVRT geaccrediteerd) bij Tandartsenpraktijk Lansingerland (Berkel en Rodenrijs). Daarnaast is hij als adviseur duurzaamheid in de tandheelkunde bezig om de verduurzaming van de mondzorg op de kaart te zetten door partijen te enthousiasmeren en kennis over te dragen. Ook probeert hij samen met enkele partijen het afvalprobleem in de mondzorg te verkleinen.

Seenons (opgericht in 2019) is een techbedrijf dat werkt aan een circulaire economie door bedrijven, transportpartners, afvaldienstverleners en gemeenten bij elkaar te brengen om duurzamere afvaloplossingen mogelijk te maken zonder restafval.

Lees ook: Duurzame mondzorg: hoe kun je je bedrijfspand verduurzamen?

 

 

Lees meer over: Duurzaamheid, Ondernemen