Pas op met (excessief) lenen bij uw eigen BV

lenen-bij-uw-eigen-BV

In juni 2020 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief Lenen bij de eigen vennootschap’ aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel dwingt aanmerkelijkbelanghouders om hun schuldposities aan de eigen B.V. af te bouwen tot beneden de € 500.000.

Onderneemt u in de rechtsvorm Besloten Vennootschap (BV), dan bent u als aandeelhouder in loondienst werkzaam bij uw BV. De BV betaalt uw salaris uit, waarbij u rekening houdt met de gebruikelijkloonregeling. Eventueel vult u jaarlijks uw privé inkomen aan middels een dividenduitkering. Een dividenduitkering kost geld, aangezien het belastingtarief in box 2 momenteel 26,25% bedraagt. Dit tarief zal in de toekomst verder stijgen (26,90% in 2021). Indien u als aandeelhouder besluit om in privé bijvoorbeeld een beleggingsobject te kopen, dan komt het in de praktijk vaak voor dat wordt besloten om de benodigde gelden van de BV te lenen in plaats van de gelden door middel van een belaste dividenduitkering naar privé te halen. En daar is niets mis mee zolang er maar zakelijk wordt gehandeld tussen u en uw BV. Er wordt een geldleningsovereenkomst opgemaakt tussen u en uw BV waarin een aflossingsschema, een zakelijke rentevergoeding en eventuele zekerheden worden opgenomen. Helaas zal dit lenen bij de eigen BV vanaf 2023 nog slechts beperkt mogelijk zijn zonder fiscale sanctie.

Wet excessief Lenen bij de eigen vennootschap

Op Prinsjesdag 2018 werd naar buiten gebracht dat een wetsvoorstel in de maak is met als doel het terugdringen van leningen tussen aanmerkelijkbelanghouders en hun BV (‘s). In maart 2019 werd het concept wetsvoorstel ‘Wet excessief Lenen bij de eigen vennootschap’ gepubliceerd middels een internetconsultatie. In juni 2020 is het wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. De geplande ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2023.

Het doel van dit wetsvoorstel is het terugdringen van de schuldpositie van aanmerkelijkbelanghouders aan hun BV. Een aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) is onder andere de persoon, die samen met een eventueel fiscaal partner, direct of indirect minimaal 5% van de aandelen in een BV bezit.

Inhoud Wet excessief Lenen

Heeft een ab-houder meer dan € 500.000 schuld aan de BV, dan wordt op basis van het wetsvoorstel het gedeelte van de schuld boven de € 500.000 aangemerkt als een ‘bovenmatige schuld’. Deze bovenmatige schuld wordt fiscaal aangemerkt als een zogenoemd “fictief regulier voordeel” uit aanmerkelijk belang en daarmee belast met inkomstenbelasting in box 2 tegen het op dat moment geldende tarief. Het bovenmatig deel van een schuld, dat als fictief voordeel in aanmerking is genomen, verhoogd in een volgend jaar vervolgens de drempel van € 500.000, zodat niet nogmaals wordt afgerekend over dit bedrag. Vindt op enig moment een aflossing plaats op het bovenmatig deel van de schuld, dan wordt er in dat jaar een negatief fictief regulier voordeel in box 2 in aanmerking genomen. Aan de hand van een voorbeeld wordt de werking duidelijk.

Voorbeeldberekening

Stel u als ab-houder heeft op 31 december 2023 een schuld aan uw BV van € 700.000. Rekening houdend met de drempel van € 500.000 is er sprake van een bovenmatige schuld van € 200.000. Het bedrag van € 200.000 wordt in de aangifte inkomstenbelasting 2023 verwerkt als box 2 inkomen en wordt belast tegen het in 2023 geldende box 2 tarief (waarschijnlijk 26,9%). Kortom, uw lening kost u in 2023 waarschijnlijk € 53.800 extra aan inkomstenbelasting.

In het jaar 2024 heeft u de rente over de schuld van € 700.000 betaald aan uw BV, maar er wordt in 2024 nog niet afgelost. Uw schuld aan de B.V. per 31 december 2024 bedraagt nog steeds € 700.000.
Zoals hiervoor reeds genoemd wordt de drempel van € 500.000 verhoogd met het fictief regulier voordeel van € 200.000 uit het jaar 2023. De maximale schuld mag ultimo 2024 dan € 700.000 bedragen. In dit voorbeeld is de schuld per 31 december 2024 niet hoger dan € 700.000, waardoor er in 2024 geen box 2 voordeel in aanmerking wordt genomen.

In het jaar 2025 betaalt u naast de rente tevens € 200.000 aflossing aan de BV, waardoor de schuld per 31 december 2025 daalt van € 700.000 naar € 500.000. De maximale schuld ultimo 2025 mag nog steeds € 700.000 bedragen. De daadwerkelijke schuld bedraagt € 500.000. In het jaar 2025 is er in de inkomstenbelasting dan sprake van een negatief box 2 inkomen van € 200.000. Vanaf 2026 bedraagt de maximale schuld vervolgens weer € 500.000.

In het voorbeeld is het voordeel in 2023 positief en in 2025 negatief. Negatieve inkomsten kunnen in box 2 worden verrekend met positief inkomen uit het voorafgaande jaar en met positieve inkomsten in de toekomstige 6 jaren. Het negatief box 2 inkomen uit 2025 kan in het voorbeeld niet worden verrekend met het positief inkomen uit 2023. Indien in de 6 jaren na 2025 geen positieve box 2 inkomsten worden genoten zoals bijvoorbeeld een ‘echte’ dividenduitkering, dan is sprake van een permanent fiscaal nadeel. Er is immers fiscaal afgerekend over € 200.000, terwijl de ab-houder dit bedrag niet feitelijk heeft genoten.

Financiering van de eigen woning telt niet mee

Schulden die u bij uw BV bent aangegaan voor de financiering van de eigen woning kwalificeren niet als schuld in de zin van deze regeling en tellen niet mee bij de beoordeling of het drempelbedrag wordt overschreden. Voor nieuwe eigenwoningschulden die bij de BV worden afgesloten na 31 december 2022 komt de aanvullende eis dat er ten gunste van de BV een hypothecair zekerheidsrecht dient te worden gevestigd. Wordt dit nagelaten, dan kwalificeert de desbetreffende schuld weliswaar als eigenwoningschuld in box 1, maar moet de schuld tevens worden meegeteld bij de toets of het drempelbedrag wordt overschreden.

Schulden fiscaal partner worden meegeteld

Heeft u als ab-houder een fiscaal partner, dan worden de schulden van u en uw fiscaal partner aan de BV bij elkaar opgeteld voor toepassing van de regeling. Het drempelbedrag blijft echter € 500.000. Lenen u en uw fiscaal partner dus ieder € 400.000 van de B.V. dan is er sprake van een bovenmatige schuld van € 300.000, namelijk € 800.000 minus het drempelbedrag van € 500.000. Leningen ontvangen van meerdere BV’s waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden worden ook bij elkaar opgeteld, waarbij slechts eenmaal het drempelbedrag van € 500.000 van toepassing is.

Leningen aan verbonden personen

Voor leningen die uw BV heeft verstrekt aan verbonden personen zoals bijvoorbeeld uw kind, geldt een aparte drempel van € 500.000 bij het kind. De bovenmatige schuld van het kind wordt toegerekend aan u als ab-houder. Indien de schulden van u en uw partner, inclusief de bovenmatige schuld van uw kind, uw eigen drempelbedrag overschrijden, dan zal er een box 2 voordeel in aanmerking worden genomen, voorzover uw eigen drempelbedrag wordt overschreden. De toerekening van het kind aan de ouder in dit voorbeeld, is niet van toepassing indien het kind zelf ook ab-houder is in de betreffende BV waarvan is geleend. In dat geval vindt belastingheffing over een bovenmatige schuld van het kind plaats bij het kind zelf.

Beoogde ingangsdatum

De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2023. Het toetsmoment om te beoordelen of er sprake is van een bovenmatige schuld is steeds 31 december. Op basis van de beoogde ingangsdatum zal het eerste toetsmoment 31 december 2023 zijn. Verwacht u op basis van de huidige situatie getroffen te worden door deze maatregel, ga dan tijdig op zoek naar mogelijkheden om uw schuldpositie aan de BV terug te brengen. Verwacht u de schuldpositie niet tot beneden het drempelbedrag te kunnen reduceren, kijk dan ook naar alternatieven zoals bijvoorbeeld het in privé aangeschafte beleggingsvastgoed te verkopen aan de BV. Voor dit soort situaties is gepleit voor een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting, maar daar zal naar verwachting geen gehoor aan worden gegeven door de wetgever. Rekening houdend met de voorgestelde verhogingen van de overdrachtsbelasting per 1 januari 2021 kan het dan ook verstandig zijn om reeds dit jaar actie te ondernemen.

Door:
Ruud Bongers RB, mede-eigenaar TOP Fiscaal en Financieel Adviseurs. TOP adviseert diverse ondernemers in de mondzorg op fiscaal en financieel vlak.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen