preventieassistent1

Test uzelf: beter leidinggeven in uw praktijk

Bent u een goede leidinggevende? Test uzelf met deze stellingen.

  • U neemt regelmatig uw eigen gedrag onder de loep.
  • U bedenkt regelmatig wat u beter kunt doen. Daarbij staat u open voor kritiek van medewerkers. U ziet kritiek als u een kans om uzelf te verbeteren.
  • U bent duidelijk over uw waarden.
  • Uw medewerkers weten wat belangrijk voor u is. Daarmee voorkomt u onzekerheid. Uw medewerkers hebben meer durf, omdat ze weten dat hun baas hun werk niet zal afkraken.
  • U weet wat anderen beter kunnen
  • U delegeert taken om overbelasting te voorkomen. U geeft uw medewerkers vertrouwen en prijst hun als zij het goed doen.
  • U heeft duidelijke doelen
  • Uw medewerkers weten precies wat er van hen verwacht wordt, omdat u duidelijk bent over uw doelen. Zo worden tijd en middelen niet verspild. Daardoor heeft u een efficiënte praktijk en tevreden medewerkers.
  • U motiveert uzelf en anderen
  • Als uw doel onmogelijk lijkt, bedenkt u nieuwe manieren om het doel wel te behalen. Daarmee inspireert u uw medewerkers om uitdagingen aan te gaan. U leert van uw mislukkingen en prijst ook uw medewerkers daarvoor.
  • U heeft zelfdiscipline
  • Ook als u eens geen zin heeft, gaat u toch aan het werk om uw doelen te bereiken. U bent in staat om uzelf te motiveren door uw doelen voor ogen te houden. Dat is een voorbeeld voor uw medewerkers.
  • U streeft altijd naar verbetering
  • U bent altijd bereid om te leren en te veranderen. Als omstandigheden wijzigen, past u zich aan.
  • U zorgt voor balans
  • U weet hoe u zichzelf kunt opladen na een stressvolle periode. Naast uw werk besteedt u ook aandacht aan uw privéleven. U grijpt in zodra u merkt dat deze balans verstoord wordt.
  • U let op uw gezondheid
  • U weet dat een goede gezondheid belangrijk is om te kunnen presteren. U sport bijvoorbeeld of let op uw voeding. Daarnaast past u ervoor op uzelf en uw medewerkers te overbelasten met te veel nieuwe uitdagingen.

Lees meer over: Management, Ondernemen

Tips om uw patiënt centraal te plaatsen

Patiëntgerichtheid. Het is één van de thema’s van het nieuwe kwaliteitsbeleid van de KNMT. U kunt dit onder andere tot uiting brengen door veilig te werken, te zorgen voor een up-to-date en volledig patiëntendossier en het verstrekken van duidelijke behandelinformatie. Dit zijn eigenlijk zaken die u gewoon op orde moet hebben in uw praktijk: dit mag een patiënt verwachten van zijn tandarts. Het is aan u om de patiënt net wat meer aandacht te geven dan op deze ‘standaard’ wijze, zo kunt u zich onderscheiden van uw collega-tandartsen die niet dat stapje verder gaan.

Manieren om uw patiënten te benaderen
U kunt dat op diverse manieren doen. U kunt zich als praktijk goed profileren, door die manieren te kiezen die congruent zijn met de waarden en normen van uw praktijk. Eigenlijk moet u zich afvragen hoe u zelf benaderd zou willen worden. Met dit in uw achterhoofd, wordt het ook meer vanzelfsprekend en makkelijker. Zo kunt u denken aan de volgende wijzen waarop u uw patiënten kan benaderen:

1. Gastvrijheid
U krijgt nooit een tweede kans voor een eerste indruk. Juist bij het eerste bezoek van die nieuwe patiënt zet u de toon van uw benadering. Door een ontvangst met aandacht, voelt de patiënt zich een welkome gast. Een hand bij binnenkomst en oogcontact beschouwt u misschien als futiliteiten, maar kunnen het verschil maken tussen een gespannen en ontspannen patiënt.

2. Informatie
U geeft al informatie in de vorm van huisregels en voor de behandeling(en) die de patiënt ondergaat. Wees u ervan bewust dat het toch spannend is voor een patiënt en dat zorgt er soms voor dat niet alle informatie doordringt en begrepen wordt. Geef voordat de behandeling daadwerkelijk plaatsvindt, de informatie op schrift mee of zorg ervoor dat het op uw website toegankelijk is.

Als de patiënt op de betreffende afspraak verschijnt, kunt u het ‘tell-tell-tell’ principe hanteren. Voor het uitvoeren van de behandeling vertelt u wat u gaat doen. Vervolgens vertelt u tijdens de behandeling wat u doet en daarna vertelt wat u gedaan heeft en geeft u, indien nodig, informatie over de nazorg die de patiënt zelf moet uitvoeren of waar hij op moet letten.

3. Luisteren
Het klinkt zo vanzelfsprekend, maar het valt soms niet mee. Met luisteren geeft u de patiënt ook aandacht en zo komt u er ook achter wat zijn wensen zijn. Zo is het belangrijk dat u na de behandeling vraagt of alles duidelijk is en of er nog vragen leven. Deze vragen hebben natuurlijk alleen zin indien u echt luistert.

4. Interesse
Indien u echt interesse toont in de mens achter de patiënt, heeft dat ook een positieve invloed op hoe de patiënt zich voelt. Indien de patiënt bijvoorbeeld grieperig is of een andere lichamelijke kwaal heeft, kan hij gevoeliger zijn voor pijn en u kunt daar dan op inspelen door ervoor te zorgen dat de behandeling zo pijnloos mogelijk verloopt. Het tonen van interesse heeft ook het gevolg dat de patiënt zich serieus genomen voelt en zo bouwt u een vertrouwensband op.

5. Reminder
Een kleine moeite (u kunt dit automatiseren), maar een groot effect….stuur de patiënt een paar dagen voor de afspraak een reminder. Zo vergroot u de kans dat de patiënt ook daadwerkelijk komt op het afgesproken tijdstip. Het verlaagt het aantal no-shows en zorgt ervoor dat er minder beroep gedaan wordt op de flexibiliteit van uw planning.

6. Telefoontje
U kunt de patiënt bellen na een uitgebreide en eventuele risicovolle behandeling zoals een extractie. U kunt zo er achter komen of het gewenste effect bereikt is, of de patiënt de juiste nazorg uitvoert en of de patiënt tevreden is. U bent er ook op tijd bij indien het niet goed gaat, als bijvoorbeeld de bloeding na lange tijd nog niet gestopt is.

Bovenstaande acties en benadering vragen vaak extra tijd en focus, maar de investering is het meer dan waard. U zult merken dat de patiënt zijn tevredenheid over uw ‘service’ gaat uitdragen naar buiten toe en dit kan zorgen voor stijging van het aantal patiënten. De beste gratis reclame is nog steeds de mond-tot-mondreclame.

Klachten
U zult ook ervaren dat u minder klachten krijgt, zo werkt het ook preventief. U houdt de ‘vinger aan de pols’ door een grotere betrokkenheid en toetsing of de patiënt tevreden is. U kunt er op tijd op inspelen als de patiënt vindt dat u op bepaald vlak tekort schiet. Ga in gesprek en probeer er samen uit te komen. Het is een feit dat de patiënt steeds mondiger en kritischer wordt en daarvoor ook een platform krijgt in de vorm van de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). U kunt de klacht dus beter voor zijn.

Als u dan toch die klacht krijgt, is het belangrijk dat u daarvoor een interne klachtenregeling heeft opgesteld. Alle medewerkers binnen de praktijk weten zo hoe te handelen. De manier van communiceren is dan extra belangrijk, de ‘LSD’-methode (Luisteren, Samenvatten en Doorvragen) is hiervoor prima geschikt. Zie het als een handreiking om uw praktijkvoering en zorgverlener op een hoger niveau te tillen. Er is bewezen dat indien een klacht naar tevredenheid is opgelost, deze patiënt nog meer tevreden is dan voor deze klacht. Een patiënt kan ook beter deze klacht uiten zodat u er iets aan kan doen en ervoor zorgen dat een andere patiënt niet nogmaals dezelfde klacht uit.

Marketing
Marketing is nog steeds een taboe binnen de tandheelkundige sector, maar eigenlijk zijn bovenstaande adviezen een vorm van marketing. U laat een kans liggen als u de adviezen niet ter harte neemt. In commerciële termen wordt gesproken over ‘customer experience’ en ‘customer journey’, maar het gaat er uiteindelijk om dat uw patiënt (meer dan) tevreden is en daar hebben alle partijen baat bij. Wie weet, uit de patiënt zijn beleving via de social media en dan hebt u een niveau bereikt om trots op te zijn!

Door: Petra van der Zwan

Lees meer over: Communicatie, Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier

Onno Hofman nieuwe voorzitter Ivoren Kruis

Onno Hofman, tandarts, is benoemd tot voorzitter van het Ivoren Kruis. Hij volgt Teun Rietmeijer op die de vereniging negen jaar lang heeft geleid.

Foto: links: Onno Hofman, rechts: Teun Rietmeijer

Maatschappelijk draagvlak
Rietmeijer werd door de kersverse voorzitter tot erelid benoemd en kreeg daarvoor het gouden logo van de vereniging opgespeld. Rietmeijer werd geprezen voor zijn verbindende en daadkrachtige inzet voor de vereniging. Hij heeft zich met name onderscheiden met zijn stimulerende liberale aanpak voor de vernieuwing van het voorlichtingsbeleid van de vereniging, waarbij hij ruimte gaf voor het bevorderen van de geïndividualiseerde preventieve mondzorg. Ook creëerde hij mogelijkheden voor de inzet van vrijwilligers. Daarmee is het maatschappelijk draagvlak van de vereniging vergroot en het imago van de mondzorg versterkt.

Penningmeester Ivoren Kruis
Tijdens de Algemene Ledenvergadering werd verder mevrouw Anda Geerdink gekozen als nieuwe penningmeester. Naast haar algemene gezondheidskennis, kent zij de wegen van de zorgverzekeraar. Anda Geerdink werkte tot begin 2015 bij Menzis als adviserend tandarts en tot 2014 als contractmanager mondzorg bij de verzekeraar.

Dr. Carl Witthaus Medaille voor Ronald Bos
Ronald Bos werd voor zijn onschatbare waarde als secretaris en als bestuursadviseur van het Ivoren Kruis in de Algemene Ledenvergadering gedecoreerd met de dr. Carl Witthaus Medaille. Hij onderscheidde zich met name door zijn creativiteit, verbindingskracht, zakelijk inzicht en inzet. Onder andere daardoor zijn vele succesvolle projecten gestart en partners in preventie duurzaam aan het Ivoren Kruis verbonden. Tevens heeft hij op uitstekende wijze leidinggegeven aan het bureau. Mede door zijn inzet is het Ivoren Kruis uitgegroeid tot een toonaangevende organisatie in mondgezondheid en preventie. Uit handen van oud-voorzitter Teun Rietmeijer kreeg Ronald Bos de dr. Carl Witthaus Medaille en versierselen in zilver opgespeld.

Congres Succesvolle communicatie met uw patiënt
Na de Algemene Ledenvergadering was het tijd voor het congres ‘Succesvolle communicatie met uw patiënt’.

Een volle zaal tandartsen, mondhygiënisten, (preventie)assistenten, docenten en studenten volgenden een boeiend programma over de rol van mondzorgverleners in de aanpak van tabaksverslaving, de rol van het gezin in cariëspreventie bij kinderen uit sociaaleconomische en etnische risicogroepen en kregen antwoord op de vraag waarom doet de patiënt niet wat ik zeg. Dat motivational interviewing kan helpen ongewenst (rook)gedrag bespreekbaar te maken, werd door de longartsen Pauline Dekker en Wanda de Kanter op een ludieke manier gebracht.

Denise Duijster gaf in haar betoog onder andere het belang van het aanbrengen van structuur en routine in het gezin aan, het belang van de positieve benadering en de waarde van de investering in de relatie. Tips als eet en drink alleen aan tafel en haal eten en drinken weg na 10 minuten en benoem het gewenste in plaats van het ongewenste gedrag waren verhelderend.

Het belang van minder praten, meer vragen stellen en luisteren werd met de zaal geoefend tijdens de voordracht van huisarts Chris Rietmeijer. Wat heb je vandaag voor nieuws gehoord over stimuleren tot betere mondzorg? Hoe belangrijk vind je het om daarmee in de praktijk te gaan experimenteren? Hoe groot is je vertrouwen dat ook echt gaat doen? Daarover maakte het publiek een afspraak met zichzelf. De afspraak schreef de congresbezoeker in een brief aan zichzelf die hij over 4 weken thuisgestuurd krijgt.

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Praktijkinrichting, Thema A-Z

Conflicten op de werkvloer in vier fasen

Conflicten op de werkvloer kunnen lastig te herkennen zijn en als leidinggevende bent u vaak de laatste om te horen dat er een conflict is. Hoe kunt u conflicten herkennen en hoe gaat u er mee om?

1. Ontstaan van conflict
Waar verschillende mensen samenwerken zullen verschillende meningen zijn. Een aantal zaken verhogen echter de kans op een conflict. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Verschillende professionele kennis en ervaringen met de betrokkene.
  • Onduidelijkheid over de rollen, functies en competenties in de praktijk.
  • Onduidelijke doelen, bekendheid met de doelen en begrip van de doelen.

2. Constatering conflict
Conflicten worden vanuit verschillende perspectieven waargenomen, maar een paar algemene punten waaraan u een conflict kunt herkennen zijn de volgende:

  • Een slechte stemming in het team. Dit herkent u aan agressieve communicatie, harde discussies of onderwerpen die vermeden worden.
  • Assistentes trekken zich terug.
  • In tegenstelling tot eerder, houden assistentes zich niet aan afspraken.

3. Analyse van het conflict
Wanneer er een conflict wordt waargenomen is het belangrijk om te kijken wie er betrokken is bij het conflict, waar het precies om gaat en hoe belangrijk het conflictpunt daadwerkelijk is. Deze punten kunnen van grote invloed zijn op het gedrag van de medewerkers. Door u te verplaatsen in uw collega’s kunt u de situatie wellicht beter begrijpen.

4. Omgaan met een conflict
Er zijn drie manieren waarop er met een conflict kan worden omgegaan:

  • Door middel van macht, hierbij dwingt de persoon met behulp van machtsmiddelen zijn mening af.
  • Door middel van recht, hier komen rechtsmiddelen en instanties aan te pas.
  • Door de belangen in overweging te nemen. Hierbij worden de belangen van de verschillende partijen gehoord en wordt er geprobeerd een middenweg te vinden.

De beste oplossing
Het beste kunt u er naar streven om met de betrokken partijen tot een consensus te komen. Door te zoeken naar overeenstemmingen bij beide partijen wordt de vijandigheid doorbroken. Daarbij is het belangrijk dat de partijen goed naar elkaar luisteren en vanuit zichzelf spreken. Op deze manier worden de verschillende standpunten uitgesproken en erkend. U bent immers niet op zoek naar de winnaar van het conflict, maar naar een prettige werksfeer en optimale productiviteit binnen uw praktijk.

Bron: Zwp online 

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

4 hulpmiddelen om toegevoegde waarde te geven aan uw praktijk

Met deze vier niet-klinische hulpmiddelen kunt u toegevoegde waarde geven aan uw praktijk en diensten.

1. Risico op diabetes testen met behulp van een bloedonderzoek
Door het verstrekken van deze dienst kan snel en relatief pijnloos het suikerniveau van de patiënt worden gemeten en daarmee het risico op diabetes worden ingeschat.

Bekijk ook een uitgebreide review van de Britse website Diabetes.co.uk

2. Speekseltest
Met een speekseltest kan de speekselsecretie en de kwaliteit van het speeksel worden getest. Door de kwaliteit van het speeksel te controleren, kunt u vaststellen of het effectief is bij het neutraliseren van zuren in de patiënts mond. Bij een lage buffercapaciteit is de kans op cariës groter. De resultaten kunt u gebruiken om bepaalde voedingsadviezen aan de patiënt te geven, om het cariës risico te verlagen.

3. Of een combinatie van beide!
Onderzoekers van de University of California, Los Angeles werken aan een speekseltest die daadwerkelijk een ziekte kan diagnosticeren zoals diabetes of kanker. Een grondige analyse van RNA-moleculen van speeksel toont aan dat speeksel veel van dezelfde ‘ziekte-moleculen’ bevat die ook in het bloed zitten. Lees meer over dit onderzoek.

4 . Een app om een goede mondhygiëne aan te moedigen
Moedig uw patiënten via de app BrushDJ aan om op muziek te tandenpoetsen, dan vliegen de twee minuten voorbij! Ook kunnen ze de app gebruiken om een herinnering in te stellen voor hun volgende afspraak en wanneer ze hun tandenborstel of opzetborstel moeten vervangen.

Bron: Dentistry.co.uk

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
Keurmerk voor vergelijkingssites in de zorg

Keurmerk voor vergelijkingssites in de zorg

Vier vergelijkingssites in de zorg starten een gedragscode en keurmerk voor vergelijkingswebsites in de zorg: ‘Keurmerk Objectief Vergelijken’. Dit keurmerk moet waarborgen dat de vergelijkingsresultaten betrouwbaar zijn en dat de consument beter geïnformeerd wordt.

Keurmerk gekoppeld aan gedragscode
Het keurmerk is een initiatief van de vergelijkingswebsites Hoyhoy, Independer, Pricewise en Zorgkiezer. Deze partijen hebben het keurmerk gekoppeld aan een nieuwe gedragscode met regels over betrouwbare vergelijkingsuitkomsten, transparantie en advisering van de consument.

Andere vergelijkingssites in de zorg kunnen het keurmerk voeren na het doorlopen van een selectie. Het bestuur van de Stichting Keurmerk Objectief beslist over de toelating en of de website de gedragscode naleeft.

AFM tevreden over keurmerk
De AFM (Autoriteit Financiële Markten) is tevreden over het nieuwe keurmerk en meldt op haar website: ‘De AFM moedigt alle vergelijkingssites aan de gedragscode toe te passen. De markt kent namelijk ook vele andere vergelijkingssites waar de kwaliteitsverschillen groot zijn.’

Lees meer over: Ondernemen, Verzekeringen
justice

Tuchtrecht: tandarts berispt voor overdosis Midazolam bij kind

Een kind is angstig voor de tandarts en kreeg in overleg met de tandarts de neusspray Midazolam toegediend. Na de behandeling had het kind verschillende verschijnselen van overdosering.

De klacht
De moeder sprak af met de tandarts een uur voor het bezoek twee pufjes Midazolam toe te dienen bij haar zoon. Bij aankomst in de praktijk vond de tandarts het kind nog niet suf genoeg en vroeg de moeder meer spray toe te dienen. De moeder vroeg of dit wel kon gezien de vermelding in de bijsluiter dat er maximaal twee pufjes mogen worden toegediend. Volgens de tandarts kon dit geen kwaad. De moeder diende de spray toe en ging met haar zoon naar de wachtkamer. Toen zij weer in de behandelkamer kwamen sprayde de tandarts nog een keer.

Na de behandeling had het kind verschillende verschijnselen van overdosering. De moeder van het kind nam hierover contact op met de tandartspraktijk. De assistente van de praktijk gaf aan dat de verschijnselen normaal waren. De moeder nam vervolgens contact op met de huisartsendienst en werd doorverwezen naar het ziekenhuis ter observatie voor een overdosis.

Verwijt: overdosis en niet serieus nemen klachten
De moeder verweet de tandarts dat haar zoon een overdosis Midazolam heeft gekregen en dat de tandarts haar zorgen niet serieus nam toen zij de tandartspraktijk belde over de klachten.

Verweer tandarts
De tandarts heeft het kind als zeer angstig leren kennen en stelde eerder gebruik van Dormicum tabletten voor, maar deze weigerde hij. Vervolgens sprak zij met de moeder af Midazolam voor de volgende behandelingen te gebruiken. De moeder diende daarna vóór aankomst in de praktijk twee pufjes van dit middel toe. Bij aankomst in de praktijk was het kind nog erg actief en vroeg de tandarts aan de moeder nogmaals een dosis aan haar zoon te geven. Direct na het sprayen kwam er veel neusslijm uit de neus van het kind dat erg verkouden was. De tandarts dacht dat het extra toedienen hierdoor was mislukt. De tandarts zegt dat zij zelf daarna niet extra heeft gesprayd.

Oordeel van de tuchtcollege
Het tuchtcollege vindt beide klachtenonderdelen – het toedienen van een overdosis en het niet serieus nemen van de klachten gegrond en licht dit als volgt toe.

Toedienen van overdosis
“Hoofdstuk 16 van de ‘Richtlijn Sedatie en/of analgesie (PSA) bij kinderen op locaties buiten de OK’ van 2009 (hierna: de richtlijn) is gewijd aan PSA (matig tot diepe sedatie) in de kindertandheelkunde. Bij orale en transmucosale (diffusie via het slijmvlies, zoals nasaal) sedatie door middel van midazolam geldt dat de aanbevolen dosis varieert tussen de 0.3 en 0.5 mg/kg, met een leeftijd gerelateerd maximum (paragraaf 16.1.1.2 richtlijn). Doses boven de de grens van 0.5 mg/kg leiden tot een ongewenste verdieping van de sedatie.”

Het kind woog tijdens de behandeling 21.6 kg waarbij de maximum dosering van Midazolam dus 10.8 was, maximaal 4 pufjes.
Het is niet vast komen te staan of de tandarts in de behandelkamer zelf ook nog Midazolam heeft toegediend. Als dit wel zo is, heeft het kind 6 pufjes gekregen wat een te hoge dosering is. De verschijnselen na de behandeling ondersteunen de hoge dosering. Ook de toediening van Midazolam door de moeder vond plaats onder verantwoordelijkheid van de tandarts.

Niet serieus nemen van klachten
Het College oordeelt dat de tandarts de moeder zelf had moeten spreken – en niet haar assistente – toen zij belde over de klachten. De tandarts had ook niet – zelf of via haar assistente – mogen verwijzen naar een huisarts. “Het volledig neerleggen van de verantwoordelijkheid bij de huisarts, terwijl verweerster degene was die wist wat er precies met patiënt was gebeurd, getuigt niet van een zorgvuldige en verantwoordelijke handelwijze.”

Het Tuchtcollege legt de tandarts een berisping op.

Bekijk de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Ontslag tandartsassistente na beschuldiging intimidatie door tandarts

Een tandarts doet bij de kantonrechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met zijn tandartsassistente nadat zij hem heeft beschuldigd van intimiderend gedrag.

Situatie
Tussen de tandarts en de assistente was altijd een goede verstandhouding. Dit veranderde toen de tandarts een re-integratieplan opstelde, waar de assistente het niet mee eens was. Tevens beschuldigde ze de tandarts toen dat hij haar aangeraakt zou hebben. Zij zat toen al ziek thuis omdat zij kampte met psychische problemen als gevolg van seksueel misbruik in haar tienerjaren. In een mailuitwisseling met haar werkgever verklaarde dat ze dit niet nog een keer te willen laten gebeuren.

Verzoek tot ontbinding
De tandarts was zeer verbijsterd en boos om deze uitspraak. Volgens hem zijn deze verdenkingen onterecht. Ook is zijn goede naam als werkgever aangetast, omdat de assistente collega’s heeft geïnformeerd over wat is voorgevallen en ook verschillende instanties hierover heeft gesproken. Om deze redenen is volgens de tandarts geen verdere samenwerking in de toekomst meer mogelijk en heeft hij een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend bij te kantonrechter. Het contract van de assistente loopt officieel tot april 2016. De werkneemster vindt dat er sprake is van een opzegverbod, vanwege haar ziektebeeld. Daarnaast pleit zij voor mediation, omdat de tandarts onvoldoende rekening zou hebben gehouden met haar traumatisch verleden.

Beslissing
Volgens de kantonrechter is er geen sprake van een opzegverbod. De rechter is ervan overtuigd dat er inmiddels een situatie is ontstaan waarin een verdere samenwerking tussen de tandarts en assistente niet meer mogelijk is. In zijn beslissing neemt de rechter ook mee dat de assistente met derden haar verdenkingen heeft gedeeld, zonder dat enige noodzaak voor aanwezig was. Aangezien de arbeidsverhouding onherstelbaar is verstoord, heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst laten ontbinden.

Bekijk de uitspraak: uitspraken.rechtspraak.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Nog geen sugar tax voor Engeland

Nog geen sugar tax voor Engeland

Jamie Oliver heeft onthuld dat, hoe graag hij dat ook zou willen, de Britse overheid op korte termijn nog niet met een belasting komt voor suikergebruik.

Suiker belasting
Jamie Oliver, wereldberoemde chef kok, was verwikkeld in discussies met het gezondheidscommité van het Britse parlement, waarin hij naar eigen woorden een ‘vaderfiguur’ vertegenwoordigde. Wat Oliver aangaf vooral van het parlement te willen, is duidelijkheid. Door duidelijke, en vooral ook eerlijke, informatie te verstrekken aan de Britse bevolking, zijn zij ook in staat om zelf een goede mening te vormen, en een beeld te krijgen van de situatie wat betreft de suiker belasting. Volgens Oliver gebeurt dit op dit moment niet.

Nationale gezondheid
Oliver geeft aan zich zeer betrokken te voelen tot Britse ouders en iedereen die te maken heeft met de nationale gezondheid. Deze gezondheid is volgens hem een van de belangrijkste dingen waar de overheid zo hard mogelijk voor moet vechten. Een van de dingen die hierin moet gebeuren is, volgens Oliver, het invoeren van de zogenaamde sugar taks. Dit zou met name een deel van de oplossing voor obesitas bij kinderen kunnen zijn. ‘Zoiets als een belasting is het enige wat hier tegen kan helpen.’

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
communicatie

Tuchtrecht: Hoe ver gaat u in de vastlegging van uw communicatie met de patiënt?

Het antwoord na het lezen van de navolgende uitspraak zal waarschijnlijk zijn: “niet ver genoeg”. Maar in hoeverre kan van u verwacht worden dat u zich wapent tegen klagende patiënten die zich beroepen op de tegenstrijdige standpunten? Of anders gezegd moet de tandarts ‘het nadeel van de twijfel’ krijgen in een welles/nietes-situatie? Oordeelt u zelf.

Uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den-Haag d.d. 14-7-15
(2014-152a ECLI:NL:TGZRSGR:2015:98)

Wat was het geval?

De klagende patiënt schreef zich in bij verweerder en had op dat moment al forse tandvleesproblematiek. Tijdens de eerste behandeling zijn DPSI-metingen verricht en is de patiënt – zo stelt de verweerder – ook gewezen op de ernstige tandvleesproblematiek.

Bijna anderhalf jaar na de eerste behandeling schrijft de patiënt zich weer uit en gaat naar een andere tandarts. Hij verwijt de tandarts dat deze – samengevat – slecht heeft geïnformeerd, hij is behandeld door de preventieassistente en niet is doorverwezen naar een specialist. Deze klachtonderdelen (2 tot en met 7) worden door het Regionaal Tuchtcollege (RTC) gezamenlijk behandeld omdat deze betrekking hebben op het handelen van de tandarts.

Oordeel: klachten gegrond
Het RTC oordeelt dat deze klachtonderdelen allen gegrond zijn. Ten aanzien van het oordeel dat de preventieassistente (een gedeelte van) een behandeling heeft uitgevoerd en het feit dat de tandarts wordt verweten ondanks de tandvleesproblematiek over te zijn gegaan tot het plaatsen van een kroon, oordeelt het college niet verrassend. Deze feiten worden als voldoende vaststaand beschouwd en zullen derhalve gegrond worden verklaard.

Communicatie in digitale dossier
Ten aanzien van de communicatie wordt het echter interessant. De tandarts heeft namelijk in het digitale dossier, op de patiëntenkaart van de patiënt, specifiek aangegeven wat volgens hem met de patiënt zou zijn besproken. Daarnaast stelt de tandarts dat hij bij elke behandeling (zelf) een DPSI-meting uitvoerde en ook een plak-score noteerde, maar dit bleek niet uit de patiëntenkaart van klager. Het college oordeelt dat het goed bijhouden van een patiëntenkaart is gebaseerd op het goed kunnen volgen van de medische (tandheelkundige) status van de patiënt en dient dus niet primair als bewijsmiddel in tuchtrechtelijke procedures.

Deze plicht voor de beroepsbeoefenaar staat ook met zoveel woorden in artikel 7:454 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook een vervangend of opvolgend tandarts heeft houvast aan een goed bijgehouden dossier, opdat deze goed geïnformeerd is over de metingen, onderzoeken en behandelingen die zijn uitgevoerd met betrekking tot deze patiënten en daarop zijn beleid kan afstemmen. Ook ten aanzien van het einde van de behandelingsovereenkomst oordeelt het college dat dit onvoldoende op de patiëntenkaart gedocumenteerd is.

Is de boodschap naar patiënt duidelijk verwoord en begrepen?
Deze uitspraak laat zien dat (steeds meer) waarde wordt gehecht aan de volledigheid van het patiëntendossier, met name wanneer het gaat om de gegevens op de patiëntenkaart. Het interessante aan deze uitspraak is dat de tandarts gedetailleerd heeft vastgelegd wat hij op verschillende momenten met de patiënt zou hebben besproken. Het college oordeelt daaromtrent dat ondanks deze vastlegging alsnog niet door haar kan worden vastgelegd of de boodschap – over de slechte staat van het tandvlees met alle risico’s van dien – wel duidelijk jegens de patiënt is verwoord en of deze wel door de patiënt is begrepen. En dat gaat ver. Althans het gaat uiteraard ver om dit te overwegen en vervolgens (mede) op grond daarvan tot een gegrondheid van de klacht te komen.

Het lijkt in dat geval dat de tandarts, hoewel hij duidelijk lijkt te hebben gecommuniceerd, het nadeel van de twijfel krijgt terwijl er doorgaans door regionale tuchtcolleges bij twijfel wordt gekeken naar hetgeen op de patiëntenkaart is opgenomen. Staat op de patiëntenkaart iets anders dan wat de klager stelt, dan wordt doorgaans geoordeeld dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. In deze kwestie zijn er 6 klachtonderdelen als één behandeld, zodat onduidelijk is aan welke overwegingen van het college (meer)waarde moet worden gehecht, maar het doet de tandarts wellicht wel twijfelen.

Hoe ver moet u gaan?
Hoe ver moet u gaan in het vastleggen van de communicatie? Moet u uw aantekeningen na iedere behandeling per e-mail aan uw patiënt versturen ter onderbouwing van hetgeen u met hem/haar heeft besproken? Oordeelt u zelf. De uitdrukking ‘wie schrijft, die blijft’ lijkt daarmee onvolledig geworden. Vollediger is in dit geval: ‘wie zijn patiënt schrijft, die blijft’.

Klik hier voor de uitspraak.

Door: Sebastiaan van der Leer Köster Advocaten NV

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Tips voor het afstemmen van uw praktijk op Generatie Y

Generatie Y (GenY) omvat de groep mensen die geboren zijn in de periode 1982 – 2001. Zij zijn de eerste generatie die is opgegroeid met het internet. In Nederland zijn er ruim 3 miljoen mensen van deze generatie. Het is bevorderlijk als u uw praktijk beter kunt afstemmen op de veeleisende ‘GenY-consument’. Drie tips om deze grote digitale generatie te bereiken.

1. Raak bekend met de technologie
GenY’ers gebruiken smartphones, tablets, laptops, en social media om te communiceren. Zij verwachten snel, efficiënt en moeiteloos informatie te kunnen vinden. Daarom moet uw website, social media-platform en blog de benodigde informatie bevatten. Zoals uw diensten, de locatie van uw praktijk, en antwoorden op veel gestelde vragen over de algemene mondgezondheid. Zorg er voor dat uw website en blog gebruiks- en mobiel-vriendelijk zijn. Houd deze ook up to date. Daarnaast moet u actief gebruik maken van sociale media. GenY’ers besteden het grootste deel van hun tijd op deze platforms.


2. Zorg ervoor dat uw patiënten praktijkervaringen online delen
GenY’ers vertrouwen geen bedrijven, maar wel hun leeftijdsgenoten. Zij willen weten hoe anderen een tandartsbezoek en praktijk hebben ervaren. Zorg daarom voor uitstekende behandelingen en klantenservice. Moedig vervolgens uw patiënten aan om hun mening over uw praktijk online te delen. U kunt deze gebruikservaringen ook gebruiken op uw website.


3. Stuur SMS-berichten en e-mails

GenY’erst hebben hun smartphones 24/7 bij zich. Onderzoek heeft aangetoond dat zij het liefst communiceren via SMS-berichten of e-mails. Geef daarom uw patiënt de mogelijkheid om afspraakherinneringen te ontvangen via SMS of e-mail.


Bron: drBicuspid

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Taaleis verscherpt voor buitenlandse artsen

Nieuwe buitenlandse artsen moeten vóór inschrijving in het BIG-register een bewijs van voldoende Nederlandse vaardigheid kunnen laten zien. Dat schrijft minister Edith Schippers in een brief aan de Tweede Kamer.

‘Om de juiste diagnose te kunnen stellen en om samen met de patiënt te beslissen over de beste behandelopties is goede kennis van de Nederlandse taal noodzakelijk,’ aldus Schippers. ‘Ook in de communicatie met collega’s en andere zorgverleners kan goede taalbeheersing letterlijk van levensbelang zijn.’

Toetsen op taalbeheersing is nu mogelijk door een nieuwe Europese richtlijn die binnenkort geïmplementeerd wordt. In deze richtlijn wordt geregeld dat er eisen gesteld kunnen worden aan de taalvaardigheid van zorgverleners uit andere EU landen wanneer dat nodig is voor de patiëntveiligheid. Voor artsen van buiten de EU gelden deze regels al.

Lees meer over: Wet- en regelgeving

Bouwstenen voor de slimme praktijk

Smart Dental Solutions is de oplossing voor ondernemende tandartsen en praktijkhouders. Met Smart Dental Solutions richt u uw volledige tandartspraktijk of een extra behandelkamer op maat in. U kunt direct starten of uitbreiden met de praktijkinrichting; zonder bouw- of verbouwkosten, zonder forse investering vooraf.

Voor een vast bedrag per maand beschikt u over moderne tandartsapparatuur en stijlvolle praktijkmeubels. U heeft ruime keuze uit topmerken behandelunits, behandelconcepten, instrumentkasten, röntgen, digitaal röntgen, afzuigsystemen, operatielampen, meubilair en sterilisatieapparatuur. Alles modulair op elkaar af te stemmen tegen scherpe, overzichtelijke tarieven. U kunt per contractsperiode opzeggen, uitbreiden of aanpassen. Zo bouwt u heel bewust aan een solide én flexibele tandartspraktijk.

Lees meer over: Bedrijven, Praktijkinrichting

Opzet nieuwe VAR gaat later in

De huidige VAR-verklaring voor zzp’ers blijft nog wat langer bestaan. Staatssecretaris Wiebes van Financiën maakte bekend dat de nieuwe VAR-regeling later zal ingaan. Wiebes streeft naar een ingangsdatum van 1 april 2016.

In de nieuwe regeling werkt de fiscus met modelovereenkomsten per sector voor zzp’ers. Bedrijven krijgen hiermee vooraf zekerheid of de Belastingdienst accepteert dat er geen sprake is van een dienstverband. Als er wel een dienstverband is, moeten bedrijven premies afdragen.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, ZZP-er

Nieuwe klachtenwet (Wkkgz) aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wkkgz, een nieuwe wet ter bevordering van de kwaliteit van de zorg en de behandeling van klachten en geschillen. Zo dienen zorgaanbieders te voorzien in een schriftelijke klachtenregeling en ‘goede zorg’. Ook worden zij verplicht zich aan te sluiten bij een geschilleninstantie die zowel klachten als schadeclaims kan afhandelen en bindende adviezen kan geven.

Belangrijkste punten

  • Zorgaanbieders zullen binnen zes weken moeten reageren op een klacht en laten weten welke maatregel genomen wordt.
  • Klagers kunnen ‘in beroep’ gaan bij een externe geschilleninstantie die bindend kan adviseren en een vergoeding van geleden schade kan toekennen.
  • Patiënten hebben recht op informatie over de zorg: informatie over tarieven, kwaliteit en ervaringen van andere patiënten.
  • De tandarts moet de patiënt informeren over incidenten en dit noteren in het dossier.
  • Praktijkeigenaren moeten referenties van nieuwe medewerkers controleren.
  • Praktijken moeten een interne procedure voor signaleren van incidenten opstellen, waarbij belangrijk is dat medewerkers veilig kunnen melden.
  • In geval van beëindiging van een arbeidsrelatie met een niet-functionerende tandarts moet melding hiervan gemaakt worden bij de inspectie.
  • Er is geen verplichting meer voor het maken van een kwaliteitsjaarverslag.
  • In sommige situaties zullen tandartsen die zorg aan kwetsbare patiëntengroepen verlenen, een verklaring omtrent gedrag moeten overleggen.

Kritiek eerstelijnspartijen
De KNMT uitte eerder kritiek op de nieuwe klachtenwet en maakte – samen met de beroepsorganisaties in de eerstelijnszorg – de bezwaren kenbaar. De eerstelijnspartijen waarschuwden de Eerste Kamer per brief voor de verwachte claimcultuur en juridisering die hiermee zou ontstaan en het schaden van de vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt.

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving, Wkkgz
Voorwaarden

Voorwaarden om van uw praktijk een succes te maken

Momenteel wordt veel gesproken over de tariefsdaling, de verstikkende bureaucratie, toenemende regeldruk, de stijgende kosten, etc. Deze berichtgeving ontneemt veel tandartsen het plezier in het werk, terwijl u juist met hart en ziel voor uw patiënten wilt zorgen. De mondzorg ondervindt momenteel veel tegenwind en het rendement van de praktijk staat onder druk. En ondanks dat zijn er nog voldoende praktijken die in deze moeilijke tijd succesvol zijn. Hoe kunt ook u van uw praktijk in deze moeilijke tijd een succes maken?

Succes is maakbaar
Een succesvolle praktijk wordt in dit artikel gedefinieerd als een praktijk die kwalitatieve zorg levert, die financieel gezond is en waar met plezier wordt gewerkt. Het succes van een praktijk wordt uiteraard bepaald door vele verschillende factoren, die allen in relatie staan met elkaar. Dit artikel is bij lange na niet een uiteenzetting van al deze factoren die uw praktijk tot een succes maken. Voor zover een dergelijke uiteenzetting überhaupt bestaat. Dit artikel is vooral bedoeld voor tandarts/praktijkhouders om de eerste ommezwaai te maken naar succes. Want succes is maakbaar en zeker niet iets wat u ‘zomaar’ overkomt.

Voorwaarden voor succes
Deze voorwaarden vormen de eerste stappen op weg naar een succesvolle praktijk. Ze moeten altijd worden nageleefd en vormen de basis van verbeteringen en het fundament van het succes.

1. Neem verantwoordelijkheid
Succes is geen toeval, maar is ‘maakbaar’. Een praktijk wordt er niet beter van om altijd maar externe factoren de schuld te geven van uitblijvend succes. In een dergelijke situatie is het belangrijk om als praktijkhouder verantwoordelijkheid te nemen. Neem uw verantwoordelijkheid en start met veranderen. Want zolang u hetzelfde blijft doen als altijd, zult u ook hetzelfde bereiken als altijd.

2. Stel doelen
Verbeteringen beginnen met het stellen van een duidelijk doel. Met het formuleren van een doel neemt u als praktijkhouder een beslissing over de toekomst van de praktijk (/ het geeft richting). En een beslissing nemen is altijd beter dan stilstaan. Het doel moet wel aansluiten bij wat een praktijkhouder leuk en uitdagend vindt (anders komt u in de knel bij punt 4.) en waar er kansen liggen voor de praktijk.

3. Focus op verbeteringen
Met een duidelijk doel voor ogen, dient de praktijk zich hier vervolgens ook op te richten. Dit gebeurt door focus te leggen op die zaken waar de praktijk beter van wordt en bij gebaat is. Te vaak namelijk zijn praktijken druk met allerlei ‘randzaken’, die geen bijdrage leveren aan het succes van de praktijk.

4. Heb zelfvertrouwen en wees gepassioneerd
Zelfvertrouwen en passie zijn de sleutel tot het succes. Om geloofwaardig over te komen en om ook tot verbeteringen te komen, dient u als praktijkhouder zelfvertrouwen te hebben in het doel en hier gepassioneerd aan te werken. Dit is niet iets waar u uzelf toe aanzet, maar wat intrinsiek in u zit. Als het zelfvertrouwen en de passie ontbreekt, dan zit er ergens iets niet goed.

5. Betrek het team
Zoals eerder al is verwoord, wordt het uiteindelijke succes van de praktijk bepaald door vele verschillende factoren. Uiteindelijk draagt ‘teamwork’ – en niet geld, strategie of kennis – het meest bij aan het succes van de praktijk. Deze bijdrage zal alleen geleverd worden als men betrokken is bij de praktijk en gemotiveerd is een bijdrage te willen leveren aan het succes. Voorwaarde voor deze motivatie is betrokkenheid, wat leidt tot een gedeelde ambitie tussen de praktijk en de medewerker.

6. Investeer in de praktijk
De tandarts is in hart en nieren een zorgverlener. Maar een praktijkhouder is ook een ondernemer en bij ondernemen hoort het nemen van risico’s. Dit komt tot uiting in het feit dat de kosten altijd voor de baten gaan. Maar als wordt voldaan aan de vijf voorgaande punten zal een ondernemende praktijkhouder durven te investeren, omdat de investering de praktijk tot een succes zal maken.

Conclusie
Succes is geen kwestie van het zich eigen maken van theorieën. Succesvol zijn gaat vooral om het combineren van gezond verstand met een ongebruikelijke mate van discipline en vasthoudendheid. Discipline en vasthoudendheid om gedurende langere tijd bovenstaande voorwaarden toe te passen in de praktijk.

Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Zijn visie is gebaseerd op het ontwikkelde Praktijk Management Model.

Lees meer over: Management, Ondernemen

Wet Werk en Zekerheid en BBL-ers

Zoals u wellicht weet kunt u als werkgever vanaf 1 juli 2015 maximaal drie opeenvolgende contracten aanbieden die samen niet langer dan twee jaar duren. Na die twee jaar ontstaat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Maar geldt deze regel altijd?

Jonger dan 18 en BBL-er
Nee, er gelden namelijk een paar uitzonderingen. Voor werknemers die onder de achttien jaar zijn en maximaal twaalf uur per week werken en voor werknemers die de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) volgen en een tijdelijke arbeidsovereenkomst krijgen is geen ketenregeling van toepassing. Verder kunnen er in cao’s afwijkende bepalingen staan maar in de tandheelkunde is dat niet het geval.

Keten gaat in na BBL-opleiding
Na afronding van de BBL-opleiding hoeft u dus pas rekening te houden met de ketenregeling. Dit betekent dat u na een tweejarige BBL-opleiding een werknemer nog twee jaar op tijdelijke basis in dienst kunt hebben.

Transitievergoeding
Dit betekent echter niet dat u geen transitievergoeding verschuldigd zou zijn na twee jaar dienstverband tijdens de BBL-opleiding. Wat betreft de transitievergoeding geldt de wettelijke regeling dat deze bij ontslag door de werkgever verschuldigd is na een dienstverband van 24 maanden. De kosten van de BBL-opleiding kunnen echter in mindering gebracht worden op de transitievergoeding. Dat zorgt voor een flinke besparing! Laat u zich hierover adviseren wanneer dit bij u speelt.

Door: Rien van Koeveringe, personeelsadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Rechter steekt stokje voor cessieverbod Menzis

Veel ongecontracteerde zorgaanbieders werken met cessie: de zorgaanbieder dient de nota van behandeling dan in bij de verzekeraar van de patiënt. Dit om er zeker van te zijn dat de nota betaald wordt. Sommige verzekeraars verbieden cessie in hun polisvoorwaarden. De rechtbank Gelderland stelde onlangs het cessieverbod van Menzis ter discussie.

Ongecontracteerde aanbieders declareren aan de patiënt, die declareert bij de verzekeraar en heeft recht heeft op vergoeding van (een deel van) de kosten. Dat houdt een risico in, omdat patiënten die vergoeding niet altijd gebruiken om de zorgnota te betalen. Daarom werken veel ongecontracteerde aanbieders met cessie. De patiënt draagt zijn vordering op zijn zorgverzekeraar over aan de ongecontracteerde aanbieder, die de nota dan rechtstreeks bij de verzekeraar kan indienen. Sommige verzekeraars verbieden dit in de polisvoorwaarden. Recent heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een procedure waarin een ongecontracteerde zorgaanbieder het cessieverbod van Menzis ter discussie heeft gesteld.

Belangen afwegen
Het uitsluiten van de overdraagbaarheid van een vordering is in beginsel toegestaan. Menzis mag dit dus ook. De belangen van een ongecontracteerde aanbieder kunnen evenwel zodanig zijn dat Menzis die niet zomaar mag negeren. Om te bepalen of dat het geval is moeten de belangen van ongecontracteerde aanbieder en Menzis tegen elkaar worden afgewogen, aldus de rechtbank.

Geen belang van Menzis bij het cessieverbod
Menzis stelde o.a. dat de cessie extra administratieve lasten meebrengt, maar kon dat niet (cijfermatig) onderbouwen. De rechtbank twijfelde ook aan de stelling. Bij cessie worden nota’s namelijk digitaal ingediend en deels automatisch verwerkt, terwijl zonder cessie de patiënt een nota indient die handmatig wordt verwerkt. Eventuele extra lasten worden overigens al gecompenseerd door de korting die verzekeraars toepassen op de vergoeding van ongecontracteerde zorg. De rechter kon zich ook niet vinden in de stelling van Menzis dat het cessieverbod mede bedoeld was om verzekerden te prikkelen naar een gecontracteerde aanbieder te gaan omdat een cessieverbod daar volgens de rechtbank niet voor is bedoeld.

Belangen van de ongecontracteerde aanbieder bij cessie
Tegenover het niet heel duidelijke belang van Menzis bij cessie staan volgens de rechtbank de nodige belangen van de ongecontracteerde zorgaanbieder en de verzekerde. Het betrof in deze zaak kwetsbare patiënten met psychische problemen (o.a. verslavingszorg). Juist bij deze doelgroep bestaat gevaar dat een van de verzekeraar ontvangen vergoeding niet gebruikt wordt om zorg te betalen. De ongecontracteerde aanbieder is echter wel afhankelijk van die vergoeding, wat Menzis ook weet. Cessie is bovendien een eenvoudig middel om te zorgen dat de ongecontracteerde aanbieder de vergoeding daadwerkelijk ontvangt. De rechtbank vond ook dat een juiste besteding van zorggeld een maatschappelijk belang is dat Menzis zich moet aantrekken.

De rechtbank concludeert dat het belang van Menzis bij het handhaven van het cessieverbod moet wijken voor de belangen van de verzekerden en de zorgaanbieder. Verder overweegt de rechtbank dat de omstandigheid dat de zorgaanbieder genoegen neemt met de 75% vergoeding van de verzekeraar en de resterende 25% kwijtscheldt aan de verzekerde, niet betekent dat de zorgaanbieder genoegen hoeft te nemen met slechts vergoeding van 75% van deze 75%. De stelling van Menzis was namelijk dat de zorgaanbieder de zorg kennelijk ook voor 75% van de prijs kon leveren en dus eigenlijk teveel declareerde.

Conclusie
Zorgverzekeraars moeten ongecontracteerde zorg vergoeden, zodanig dat de patiënt geen significante hinder ondervindt om een ongecontracteerde aanbieder te bezoeken. De zorgverzekeraar mag dus niet met een cessieverbod een hinderpaal opwerpen. In bovenstaande zaak leek Menzis dit te willen omzeilen door een cessieverbod op te nemen. De rechter steekt daar een stokje voor. De uitspraak van de rechtbank kan andere ongecontracteerde aanbieders een handvat bieden om ook het cessieverbod ter discussie te stellen. Een nuancering moet wel gemaakt worden. Dat in dit geval geoordeeld is dat een belangenafweging in het voordeel van de zorgaanbieder uitpakt betekent niet dat dit in andere gevallen ook het geval zal zijn. Zo valt niet uit te sluiten dat in het onderhavige geval de omstandigheid dat de patiënten veelal verslaafden betreft en het gaat om relatief dure behandelingen daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld. Al met al een hoopvolle uitspraak, die echter met de nodige voorzichtigheid bekeken moet worden.

Door: Sophie van Kan, advocaat bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Dental Techniek Arnhem start crowdfunding

Dental Techniek Arnhem is een crowdfunding campagne  gestart via Zencap.nl voor financiering van de vervanging van een freesmachine, meldt de Arnhemse Koerier. Zencap is een kredietmarktplaats waarop bedrijven en investeerders samen worden gebracht. Investeerders kunnen een (klein) bedrag investeren en ontvangen rente als vergoeding. Na optelling van alle investeringen kan het hele project worden gefinancieerd.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Handboek voor de Balie Assistent

Vroeger was het beroep van balie assistent een functie, die werd gecombineerd met de functie van tandartsassistent. De baliewerkzaamheden beperkten zich tot het afhandelen van simpele telefoontjes en het maken van afspraken.

Echter door veranderende wet- en regelgeving, ontwikkelingen in technologie, de veranderende mondigheid van patiënten en de groei van de praktijk, is de rol van balie assistent uitgegroeid tot de spil van de praktijk.

Een goede balie assistent is een gastvrouw of gastheer, een visitekaartje, maar ook degene die een belangrijke invloed heeft op de workflow in de praktijk . De balie assistent heeft daarmee ook invloed op de continuïteit van de afspraken en de patiëntenzorg in de praktijk.

Handboek voor de Balie Assistent
Anna Berends van Loenen en Astrid Elzink – Tennekes zijn auteur van het boek “Handboek voor de Balie Assistent”. Dit boek is het ultieme handboek voor de balie assistent, die zijn of haar functie nog beter en efficiënter invulling wil geven.

Na aanleiding van diverse vragen uit praktijken hebben zij een handboek samengesteld met de belangrijkste aspecten van de functie en tips die direct toepasbaar zijn in de praktijk. Het leidt de lezer langs de vele aspecten van de functie als balie assistent van een tandartsenpraktijk. Het gaat niet alleen in op de praktische handvatten voor de balie, maar ook op tandheelkundige behandelingen, patiëntvriendelijk gedrag en de communicatie, zowel schriftelijk als verbaal.

Lees meer over: Ondernemen, Personeel