Verandering wetgeving tijdelijke arbeidsovereenkomsten per 1 juli 2014

Verandering wetgeving tijdelijke arbeidsovereenkomsten per 1 juli 2014

Per 1 juli verandert de wetgeving voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Wat verandert er? Een overzicht van de wijzingen, vermeld op de website van P&O Actueel.

 

 


 

  • In een contract van 6 maanden of korter mag u geen proeftijd meer opnemen. Dat geldt ook voor een aansluitend contract.
  • Opzegtermijn bij een tijdelijk contract: u moet uw medewerker uiterlijk één maand voor het einde van het contract schriftelijk informeren of u het contract wel of niet verlengt. Dit geldt niet voor contracten korter dan 6 maanden.
  • Periode tijdelijk contract korter: u mag maximaal 3 tijdelijke contracten geven in een periode van twee jaar (dit was drie jaar). Als u uw medewerker in dienst wilt houden moet u sneller een vast contract aanbieden. Om deze periode te doorbreken moet de medewerker 6 maanden uit dienst. Dit was 3 maanden.
  • Er mag geen concurrentiebeding meer staan in een tijdelijk contract, alleen als er een ‘zwaarwegend bedrijfsbelang’ is.

Bekijk ook de wijzigingen in het arbeidsrecht per 2015 bij P&O Actueel

Bron:
P&O Actueel

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Wet- en regelgeving
doel

Zonder doel geen score

Stel je eens voor, een groot groen voetbalveld maar dan zonder doelpalen. Wat gaat het spelletje dan nog voorstellen? Zomaar wat in de rondte trappen zonder dat er ooit gescoord gaat worden. Saai en zinloos toch? Toch is dit precies wat er in veel paramedische praktijken gebeurt.

U bent goed opgeleid en verstaat uw vak. Uw klanten zijn jarenlang min of meer vanzelf naar u toegekomen want de behandelingen werden vergoed. Lekker makkelijk!

Niets vanzelfsprekend
De nieuwe economie vraagt om een andere aanpak, niets is meer vanzelfsprekend. De zorgconsument zoekt steeds meer naar een goede aanbieder die kan leveren waar hij om vraagt. U, veelal als zelfstandig praktijkhouder, moet meer moeite doen om aan nieuwe patiënten te komen of om bestaande patiënten te behouden. Wanneer u vooruit wilt, is het noodzakelijk om doelen te stellen. Zonder doel geen score. Denkt u maar aan de groene grasmat zonder doelpalen.

Doelen
Doelen stellen en deze doelen ook behalen, dat is naast een visie en een missie een eerste vereiste. Waar wilt u staan aan het eind van 2014? Waar wilt u staan eind 2016? Weleens over nagedacht?

SMART
Wanneer u zelfstandig praktijkhouder bent, tandarts of mondhygiënist, hebt u altijd een omzetdoelstelling. U wilt groeien. Om deze groei te realiseren zult u sub-doelen moeten stellen. Deze subdoelen moeten altijd voldoen aan het SMART principe. Velen van u zullen nu denken, “dat weten we wel” maar in de praktijk blijkt het ongelooflijk lastig om je doelen SMART te krijgen. Vraag het maar eens aan een willekeurige collega, u krijgt geen duidelijk antwoord.

Waar staat SMART precies voor?

S = Specifiek
M = Meetbaar
A = Acceptabel
R = Realistisch
T = Tijdspad

Bijvoorbeeld:
Het doel luidt: Ik wil meer naamsbekendheid opbouwen.
Is dit SMART geformuleerd? Nee.

S = Meer naamsbekendheid opbouwen bij specialisten.
M = Dit is meetbaar wanneer u bijhoudt hoeveel verwijzingen er per specialist in uw praktijk komen. U gaat ze zelf bezoeken.
A = Is dit acceptabel? De A staat voor Actie of Acceptabel en houdt in dat wat u wilt gaan doen ook haalbaar is binnen de setting waarin u werkt. Wanneer u bijvoorbeeld 1000 mailingen wilt gaat versturen maar niet beschikt over een computer, een printer en tijd en /of personeel hebt om de mailing te maken en te versturen is het niet acceptabel.
R = Ja, het betreft ziekenhuis X, dit is in de buurt en het gaat om 5 specialisten.
T = Eind 2e kwartaal 2014.

Oke, hoe luidt het doel nu?

“Ik wil meer naamsbekendheid opbouwen bij de 5 kaakchirurgen van ziekenhuis X voor eind juni 2014” via persoonlijke bezoeken en een mailing.

Dit is dus een subdoel om uw einddoel van % meer omzet te behalen. Maar het SMART formuleren helpt u met nog een paar zaken. U weet nu precies wat u moet gaan doen het komende half jaar om uw doel te bereiken. U hebt 6 maanden de tijd om de 5 specialisten een bezoek te brengen en uzelf, uw praktijk en uw dienstverlening onder de aandacht te brengen. Het kan zijn dat u iedere maand 1 bezoek gaat inplannen of misschien wel 2 per maand in januari wanneer het wellicht nog rustig is in uw praktijk. Hoe dan ook, de deadline is eind juni 2014.

Gericht
U kunt heel gericht een actieplan maken waar u zich wel aan moet houden. Wanneer u werkt met personeel is het belangrijk om hen te betrekken bij uw praktijkdoelstellingen. Uw medewerkers moeten bij willen dragen aan het behalen van doelen en dat kan alleen als u ze betrekt bij uw doelen.

SMART doelen geven richting aan uw plannen maar het wordt ook duidelijk waar u acquisitie moet gaan doen. Wanneer u zich richt op kaakchirurgen, (dat weet u nu omdat uw doel SMART gemaakt is), moet u zich afvragen waar u deze mensen kunt vinden. Waar liggen de interesses, wat doen ze in hun vrije tijd, gaat het om mannen of vrouwen en in welke leeftijdscategorie? Moet u in het plaatselijke sufferdje adverteren of misschien in het blad van de golfbaan?

Richting
Doelen geven de richting aan, u kunt een gericht actieplan voor uw praktijk maken, voor de lange en korte termijn, uw doelgroepen bepalen en de noodzakelijke stappen zetten die nodig zijn om de doelen te behalen. U kunt meten of uw acties het gewenste resultaat opleveren én u bent in de gelegenheid om uw doelen bij te stellen wanneer een gesteld doel niet haalbaar blijkt of wanneer u het doel al lang gehaald hebt voor de deadline. Deel uw doelen met uw medewerkers en motiveer uzelf.
En vergeet niet om gehaalde doelen te vieren!

Zonder doel geen score!

Verslag door Thalita Smit, van Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen. Dit bedrijf ontwikkelt het commercieel vermogen van niet-commerciële mensen in de paramedische- en zorgsector.


Lees meer over: Management, Ondernemen
internet

Tips voor het schrijven van een herinneringsbrief of -e-mail aan patiënten

Een herinneringsbrief- of e-mail is een heel geschikt middel om contact te houden met uw patiënten. 8 tips voor het schrijven van een effectieve herinnering.

 

 

 

 

  1. Stuur geen herinnering rondom feestdagen of tijdens vakanties. Uw patiënten zijn dan met andere dingen bezig.
  2. Een herinneringsbrief/e-mail is niet alleen geschikt voor de halfjaarlijkse controle of gebitsreiniging. U kunt de brief ook gebruiken om uw patiënten te herinneren aan uw behandelvoorstel.
  3. Maak de brief/e-mail niet langer dan een A4 en trek de aandacht van de patiënt in de inleiding.
  4. Vertel aan het eind van de brief/e-mail wat de patiënt moet doen, maar oefen niet teveel druk uit.
  5. Maak de herinnering opvallend door een illustratie toe te voegen of een bijzondere opmaak te gebruiken. 
  6. Als u een brief met postzegels frankeert, gebruik dan postzegel met een toepasselijke afbeelding.
  7. Bel patiënten op, als zij na tien dagen nog niet op uw brief/e-mail gereageerd hebben. Bied aan om meteen een afspraak te maken.
  8. Maak het uzelf makkelijk voor de volgende herinneringsbrief/e-mail: houd bij wie u wanneer een herinnering gestuurd heeft. Noteer ook wat de aanleiding voor de brief/e-mail was en wat de reactie van uw patiënt was.



Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Checklist patiëntendossier

Checklist patiëntendossier

Voor veel praktijken ligt er een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan de richtlijn Patiëntendossier. Onderstaand een checklist ter ondersteuning met verplichte en gewenste onderdelen in het patiëntendossier.

De basis voor medisch professioneel handelen wordt gevormd door onderzoek en consensus binnen de beroepsgroep vastgelegd in richtlijnen, praktijkwijzers en protocollen. De richtlijn is dan een weergave van de professionele standaard. Rondom het patiëntendossier ligt er voor veel praktijken een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan deze professionele standaard. Onderstaand een checklist ter ondersteuning.

Dossiervoering
De KNMT-richtlijn Patiëntendossier geeft de tandartspraktijk een leidraad voor het inrichten en bijhouden van een patiëntendossier. Een zorgvuldige dossiervorming is van belang in het kader van:

  • Kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening
  • Verantwoording en toetsbaarheid

Alle informatie die nodig is voor het verlenen van goede tandheelkundige zorg moet dus worden vastgelegd. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert bij haar beoordeling: “wat niet is opgenomen in het dossier, is ook niet uitgevoerd”.

Checklist
De NMT-richtlijn maakt onderscheid tussen verplichte onderdelen (die de professionele standaard weergeven) en gewenste onderdelen (voor tandartsen die op het terrein van het patiëntendossier een hogere kwaliteit nastreven).

Enkele verplichte onderdelen:

  • Medische anamnese, bijvoorbeeld de ASA scorelijst
    Bij elk contact wordt de patiënt gevraagd naar eventuele wijzigingen in de anamnese. Maak dit aantoonbaar door hiervan een notitie te maken in het dossier (bijvoorbeeld: medische anamnese geen bijzonderheden).
  • Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn
  • Uitgeschreven recepten
    Geneesmiddelen mogen (in de nabije toekomst) alleen nog elektronisch voorgeschreven worden. Advies is dan ook om meerdere receptenbrieven digitaal aan te maken, zodat deze snel aangepast kunnen worden. Het uitgeschreven recept wordt vervolgens in het digitale dossier van de patiënt opgeslagen.
  • Allergische reactie op toegediende of voorgeschreven medicatie
  • Bevindingen van het uitgevoerde extra- en intraorale (basis-) onderzoek
  • Röntgenologisch onderzoek: tenminste de diagnose en in principe de indicatie en de bevindingen
    Zowel de indicatie tot de röntgenopname (rechtvaardiging) en de uitkomst van de interpretatie van die opname moeten in principe worden vermeld in het patiëntendossier. Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de bevindingen in het patiëntendossier vast te leggen. Vaak is hier sprake van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (opsporen pijnklachten, lengtebepalingen). Dat zelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Wanneer sprake is van waarnemingen die bij toeval op de opname zichtbaar zijn, is het vastleggen van bevindingen in het patiëntendossier wel aangewezen.
  • DPSI-score
    Parodontale screening (en het bepalen van de DPSI-score) vindt plaats bij elke periodieke controle.
  • Informed consent (op adequate informatievoorziening gebaseerde toestemming)
    De toestemming van de patiënt voor een behandeling is geketend aan de informatievoorziening hierover. Het is een wettelijke plicht om toestemming te vragen in combinatie met het verstrekken van relevante informatie. Zo zijn informatie en toestemming aan elkaar geketend. De toestemming kan expliciet, impliciet of verondersteld zijn. Bij een impliciete of veronderstelde toestemming dient hiervan een notitie te worden gemaakt in het patiëntendossier.
  • Vastleggen dat toestemming is verleend de behandeling te delegeren
    De patiënt dient toestemming te geven indien een behandeling wordt gedelegeerd. Maak ook hiervan een notitie in het patiëntendossier.
  • Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    Neem bijvoorbeeld verwijsbrieven en terugrapportages altijd op in het patiëntendossier.
  • Gebruikte anesthesie (bijvoorbeeld Ultracaïne, Septanest of Citanest)
    De tandarts kan ook in een protocol vastleggen welke anesthesie standaard gebruikt wordt. In dat geval hoeven alleen afwijkingen van het protocol in het dossier te worden vermeld.
  • Verklaringen van de patiënt over in het dossier opgenomen stukken
  • Complicaties bij behandelingen, zoals afgebroken vijl of perforatie
  • Onbedoelde effecten van verrichtingen (zoals mislukte verrichtingen)

Gewenste onderdelen:

  • Beoogd zorgdoel / zorgrichting en eventuele aanpassing daarvan met de reden
  • Persoonlijke risico’s (medisch en tandheelkundig, zoals cariësrisico, parodontale risico, slijtagerisico, etc.)
  • De vastgestelde controletermijnen naar aanleiding van de risicoanalyses en het zorgdoel
  • De te verrichten diagnostiek (soort / planning) om schadelijke processen op te sporen en/of te monitoren (bijvoorbeeld intervalfoto’s, interval bloedingsindex, speekseltest)
  • Stand van zaken omtrent het behandelplan

Door:
Sjoerd Kuiken adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving: wat de tandarts moet weten

Wet- en regelgeving: wat de tandarts moet weten

Welke wetten zijn belangrijk voor tandartsen? En wat betekenen deze wetten voor uw praktijk? De belangrijkste wetten en do’s en dont’s op een rijtje.

Een verslag van de workshop ”Wet- en regelgeving voor tandartsen” van de Associatie Nederlandse Tandartsen , verzorgd door mr. drs. Astrid van Zon en drs. Sherif El Boushy.

Mondzorgprofessionals moeten zich houden aan wetten, besluiten en richtlijnen. Wat niet geregeld is bij wet, wordt uitgewerkt in een besluit, bijvoorbeeld het besluit radiologie. Aan een officiële richtlijn moet u zich houden zoals aan een wet. Van een protocollen mag worden afgeweken, als dat wordt gemotiveerd en in het dossier wordt vastgelegd.

Beroepsorganisaties zoals NMT, ANT en NVT maken officiële richtlijnen, waarop de Inspectie voor de Gezondheidszorg controleert. Voordat een richtlijn wordt vastgesteld, kunt u altijd feedback geven op de conceptversie. Daardoor wordt de richtlijn beter uitvoerbaar in de praktijk.

Aan welke wetten, besluiten en richtlijnen moeten tandartsen zich houden?
 Een overzicht:

1. Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO)
De WGBO omschrijft de geneeskundige behandelovereenkomst. Enkele onderdelen van de WGBO:

  • Dossierplicht
    Voor elke patiënt die u behandelt moet u een dossier aanleggen.
  • Recht op informatie
    U moet uw patiënt informeren over de risico’s, kosten en vergoeding van uw behandeling. U moet deze informatie duidelijk en begrijpelijk verstrekken. Als u een tariefswijziging bijvoorbeeld alleen kenbaar maakt via de website en een folder op de balie is dat niet genoeg.
    Tegenwoordig moet u steeds meer vertellen over een behandeling. Indien een behandeling niet noodzakelijk is wordt de verplichting om op de risico’s te wijzen groter. Check altijd of de patiënt u begrepen heeft.
  • Plichten van de patiënt
    De patiënt moet meewerken met de behandeling en betalen. Doet de patiënt dat meerdere keren niet, dan mag u de behandelovereenkomst opzeggen.
  • Toestemmingsvereiste
    De patiënt moet toestemming geven voor een behandeling. Bij niet ingrijpende zaken zoals controle, is toestemming verondersteld. Als een patiënt akkoord gaat met een begroting, dan heeft hij ook toestemming voor de behandeling gegeven.
  • Geheimhouding
    Schendt u de geheimhoudingsplicht, dan kan u dat een tuchtklacht en een tuchtmaatregel opleveren. Een voorbeeld: patiëntgegevens mogen niet op het computerscherm zichtbaar zijn voor bezoekers aan de balie.

Welke tuchtmaatregelen kan een tandarts opgelegd krijgen?

  • Een waarschuwing;
  • Een berisping;
  • Een geldboete tot 4.500;
  • Een schorsing van de inschrijving in het register, maximaal 1 jaar lang;
  • Een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om uw beroep uit te oefenen;
  • Uitschrijving uit het BIG-register.

Hulpverleningsplicht
De hulpverleningsplicht houdt in dat u ingeschreven patiënten behandelt u zoals zij dat willen. U moet noodhulp verlenen voor niet ingeschreven patiënten, zoals tijdens een weekenddienst. U bent in principe niet verplicht om een patiënt aan te nemen. Uitzonderingen zijn als u weigert door discriminatie, vanwege afspraken met derden, of als u eerder de indruk heeft gewekt dat inschrijven mogelijk was. Baliemedewerkers die patiënten inschrijven moeten dus op hun woorden letten. Zij moeten duidelijk vertellen dat de tandarts na een gesprek beslist of patiënt definitief wordt aangenomen.

Wanneer mag u de behandelovereenkomst opzeggen?
Opzeggen mag bij conflicten, agressie, bedreiging en wanneer een patiënt een tuchtklacht tegen u indient. U mag echter niet de behandelovereenkomst met een heel gezin opzeggen vanwege één gezinslid. Andere geldige redenen voor opzeggen zijn bijvoorbeeld:

  • Voortdurend niet betalen;
  • Een ernstig meningsverschil over behandeling;
  • Aantoonbaar meerdere keren afspraken niet nakomen;
  • Praktijkinkrimping.

Er zijn ook voorwaarden verbonden aan de manier van opzeggen. U moet duidelijk maken dat er een probleem is en op redelijke termijn opzeggen. Daarnaast moet u lopende behandelingen afmaken en de patiënt helpen bij het vinden van een andere tandarts. Daarbij volstaat een lijst met tandartsen in de buurt. U moet ook de patiëntgegevens aan de nieuwe tandarts geven.

2. Wet op de beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG)

  • Titelbescherming
    Tandarts is een beschermde titel. U mag deze alleen voeren als u de juiste opleiding heeft afgerond en een BIG-registratie heeft, anders bent u strafbaar. Ook de titel mondhygiënist is beschermd.
  • Voorbehouden handelingen
    Deze handelingen mogen alleen zelfstandig uitgevoerd worden door tandartsen, bijvoorbeeld lokale anesthesie en röntgenfoto’s maken. Onder bepaalde voorwaarden mag de tandarts deze handelingen wel delegeren. Tijdens de uitvoering moet de tandarts dan wel in het pand aanwezig zijn. Mondhygiënist hebben ”functionele zelfstandigheid” voor lokale verdovingen de behandeling van kleine caviteiten. Daarvoor hoeft de tandarts niet in het pand aanwezig te zijn.
  • Verantwoorde zorg
    U moet verantwoorde zorg bieden en de kwaliteit van zorg systematisch bewaken.
  • Strafbepalingen
    Strafbepalingen vullen het tuchtrecht aan. Het strafrecht wordt toegepast als u een tuchtrechtelijke maatregel niet naleeft. U bent ook strafbaar als u onbevoegd voorbehouden handelingen uitvoert of als u gezondheidsschade veroorzaakt. U mag geen overeenkomst aangaan om aansprakelijkheid uit te sluiten.

3. Kwaliteitswet
Elke instelling moet een kwaliteitsjaarverslag openbaar maken en dat verslag voor 1 juni van het volgende jaar inleveren bij de inspectie, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het regionale consumenten- en/of patiëntenplatform. Daarin vermeldt u hoe u verantwoorde zorg levert. U bent verplicht elk jaar een verslag te publiceren op grond van de Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ) als u een ‘zorginstelling’ bent. Werken 2 of meer tandartsen met elkaar samen, waarbij ook het patiëntenbestand wordt gedeeld, dan is er sprake van een zorginstelling. Vermeld in het verslag of uw praktijk dat jaar een officiële klacht bij klachtencommissie heeft gehad. Schrijf ook op hoe u dat in de toekomst wil voorkomen.

4. Wet Klachtrecht Cliëntenzorgsector
Deze wet versterkt de positie van de patiënt. U moet een klachtenregeling hebben. Deze moet bekend zijn bij patiënten. U kunt de klachtenregeling van de ANT of NMT gebruiken of zelf een klachtencommissie vormen met anderen.

5. Arbowet
Als werkgever bent u verantwoordelijk voor de veiligheid van uw personeel. Eens per vijf jaar moet u een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) uitvoeren. Vanaf 25 medewerkers is externe controle van uw RI&E-instrument verplicht. Bewaar een RI&E-mapje in uw praktijk voor de inspectie met:

  • Fysieke belasting en werkdruk, BHV-er, brandveiligheid / nooduitgang
  • AED apparaat (optioneel), eerste hulp koffer (verplicht)
  • Vaccinatie Hepatitis B aanbieden
  • Prikaccidenten overleggen met Prikpunt (advies: vooraf aanmelden als werkgever)
  • Veiligheidsinformatiebladen en dental stoffenmanager

U moet ook een arbo- en verzuimbeleid maken of u aansluiten bij arbodienst. Een andere eis is dat in elke praktijk gediplomeerde bedrijfshulpverleners moeten zijn. Solisten moeten dus altijd een BHV-diploma hebben.

6. Besluit Stralingsbescherming
In dit besluit staan eisen aan ruimtes met röntgenapparatuur. Er moeten bijvoorbeeld waarschuwingstekens op de deur staan, als een medewerker kan worden blootgesteld aan een stralingdosis hoger dan 6 millisievert per jaar. Voor een röntgenapparaat van 100 kilovolt of meer moet u een vergunning hebben. Voor andere apparaten geldt een meldingsplicht. Doorgaans wordt het röntgenapparaat al aangemeld bij aankoop.

7. Kernenergiewet (KEW)
De gezondheidschade door straling moet altijd afgewogen worden tegen het therapeutisch nut. U moet ook altijd zo weinig mogelijk straling gebruiken. Maak dus niet bij elke patiënt standaard twee keer per jaar bite wings.
De stralingsdeskundige tandarts in uw praktijk moet een KEW-dossier aanleggen met:

  • KvK-uittreksel;
  • Een uitdraai van BIG-registratie;
  • Een stralingsanalyseplattegrond;
  • Maatregelen die u treft voor de laagste dosis;
  • Instructies voor assistenten die foto’s maken;
  • Werkprotocollen;
  • Een beschrijving van de taakdelegatie;
  • Een taakomschrijving van stralingsdeskundige tandarts;
  • Een acceptatietest van de leverancier;
  • Gegevens over de jaarlijkse apparaatcontrole.

Het dossier moet ook een ondertekende bekwaamheidsverklaring bevatten voor elke assistent die foto’s maakt. Deze bekwaamheidsverklaring moet de assistent elk jaar opnieuw ondertekenen, ook als hij of zij een röntgendiploma heeft.

8. Geneesmiddelenwet
U mag alleen werken met in Nederlandse geregistreerde geneesmiddelen. Bij overtreding krijgt u een boete van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). Informatie op de verpakking en in de bijsluiter moet beschikbaar zijn in het Nederlands.

9. Drinkwaterwet
Drinkwaterbedrijven voeren terugslagklepcontrole van uw unit uit, maar u moet zelf de waterkwaliteit van uw unit testen. In de nieuwe WIP-richtlijn wordt opgenomen dat u elk half jaar de waterkwaliteit zelf moet testen.

10. WIP-richtlijn
De nieuwe WIP-richtlijn komt waarschijnlijk voor de zomer van 2014 uit. Docent Sherif El Boushy raadt mondzorgprofessionals aan om feedback te geven (via de website van de ANT en NMT) op de conceptversie, zodat deze praktisch haalbaar wordt. Wat betreft persoonlijke hygiëne verandert er niet veel in de nieuwe richtlijn. Nagellak wordt in de nieuwe WIP-richtlijn toegestaan als de nagels kortgeknipt zijn.

Onder infectiepreventie vallen:

  • Lege en schone werkbladen;
  • Handsfree kranen, alcohol- en zeepdispensers;
  • Werkkleding, zonder sieraden;
  • Hepatitisvaccinaties;
  • Geen eten en drinken in de behandelruimte;
  • Veiligheidsbrillen;
  • Handschoenen.
    Handschoenen zijn poreus, dus let altijd goed op handhygiëne. Handdesinfectie is erg belangrijk, want 70% van de infecties verloopt via de handen. Draag ook altijd aan uw veiligheidsbril, want van een herpescontaminatie in het oog kunt u blind worden.

Tot slot: wat mag de IGZ-inspecteur doen in uw praktijk?
U mag de inspecteur niet weigeren. De inspecteur mag in uw hele praktijk alles doorzoeken, ook zakelijke gegevens. Daarnaast mag de inspecteur dossiers inkijken zonder toestemming van patiënten, maar met geheimhoudingsplicht.
Een praktijk wordt alleen gesloten als er heel veel mis is. Krijgt u een bevel van de inspectie en heeft u de volgende dag geen goede tegenargumenten, dan moet u de praktijk sluiten. De praktijk blijft dan dicht tot verbeteringen zijn doorgevoerd.
Een bevel wordt altijd op de website van de inspectie gemeld en kan daar worden gezien door de media. Wilt u dat voorkomen, let dan op of de inspecteur iets zegt zoals: ”In vergelijkbare gevallen werd de praktijk gesloten”. Vervolgens kunt u zeggen dat u zelf besluit om de praktijk te sluiten tot verbeteringen zijn doorgevoerd. U voorkomt dan dat u een bevel krijgt opgelegd.

Over de docenten
Mr. drs. Astrid van Zon is senior beleidsadviseur bij de ANT. Zij studeerde naast tandheelkunde ook rechten en was onder meer werkzaam als tandheelkundig adviseur bij de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ).

Drs. Sherif El Boushy is sinds 2004 praktijkhouder in Delft, algemeen practicus en manager. Hij studeerde bedrijfskunde (MBA) en geeft daarnaast trainingen en coaching aan tandartsen. Hij is eigenaar van Dentallect, een video e-Learningplatform voor het opleiden van medewerkers in en rond de tandartspraktijk en is bestuurslid van de ANT.

Een verslag van de workshop ”Wet- en regelgeving voor tandartsen” van de Associatie Nederlandse Tandartsen, verzorgd door mr. drs. Astrid van Zon en drs. Sherif El Boushy.

 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Nieuwe WIP-richtlijnen waarschijnlijk voor de zomer ingevoerd

De richtlijnen voor infectiepreventie worden momenteel door de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) herzien. Onlangs had de werkgroep haar laatste bijeenkomst, meldt de ANT. Binnenkort start de commentaarfase waarin alle mondzorgpartijen hun commentaar kunnen geven. Na zes weken volgt de autorisatiefase waarin de definitieve versie wordt vastgesteld. De ANT verwacht dat de nieuwe WIP-richtlijnen voor de zomer ingevoerd worden.


Bron:
ANT

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
justice

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg februari 2014

Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges over een tandarts die foto’s van een patiënte in ondergoed maakte en een tandarts die het op vrijwel alle terreinen te bont maakte en doorgehaald is in het BIG-register.

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van februari 2014 over een tandarts die foto’s van patiënte in ondergoed maakte en een tandarts die het op vrijwel alle terreinen te bont maakte en doorgehaald is in het BIG-register.

Foto’s van patiënte in ondergoed; buiten de professionele grenzen getreden
Uitspraak 4 februari 2014, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen (nr. T2013/04) (ECLI:NL:TGZRGRO:2014:6)

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft een zelfstandig onderzoek ingesteld naar het handelen van de tandarts. Uit dat onderzoek zijn drie klachtonderdelen voortgevloeid, namelijk;

1) dat de tandarts stelselmatig op een onprofessionele wijze zijn patiënten heeft bejegend door aanraking van lichaamsdelen waartoe hij als tandarts geen noodzaak had,
2) de tandarts is buiten zijn professionele grenzen getreden door digitale foto’s te maken van verwondingen van de patiënt na een ongeval waarbij hij de patiënte verzocht zich uit te kleden tot aan haar ondergoed, en
3) de tandarts zou een onvoldoende mate van zelfreflectie en gebrek aan interpersoonlijke sensitiviteit getoond hebben in de ongelijkwaardige relatie tussen patiënt en hulpverlener.

De tandarts betwist de gestelde onprofessionele bejegening en voert daarbij aan dat de aangiftes die tegen hem werden gedaan moeten worden bezien in het licht van een slechte werkverhouding die hij tijdens de behandelingen kreeg en welke uiteindelijk hebben geleid tot zijn ontslag.

Ten aanzien van het nemen van de foto’s van de patiënte oordeelt het College dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in art. 7:453 BW (SL: het vereiste van goed hulpverlenerschap) nu de tandarts bij het verlenen van de zorg niet heeft gehandeld in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid. Ten aanzien van de stelselmatige onprofessionele bejegening, de attitude richting de patiënte en het aanraken van lichaamsdelen waartoe de tandarts geen noodzaak had stelt het College vast dat de feiten uiteenlopen en omdat deze door de tandarts stelselmatig worden betwist, kan niet worden vastgesteld welke lezing de juiste is zodat volgens vaste jurisprudentie de klacht op punt ongegrond moet worden verklaard. Tot slot constateert het Tuchtcollege dat er ter zitting nog steeds geen sprake is van enige zelfreflectie zodat de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond worden verklaard en de maatregel van een berisping wordt opgelegd.

Tandarts maakt het op vrijwel alle terreinen te bont zodat diens doorhaling als maatregel wordt opgelegd
Uitspraken 18 februari 2014, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag:
(nr. 2012/178) (ECLI:NL:TGZRSGR:2014:21)
(nr. 2012/191) (ECLI:NL:TGZRSGR:2014:22)
(nr. 2013/055) (ECLI:NL:TGZRSGR:2014:23)
(nr. 2013/050) (ECLI:NL:TGZRSGR:2014:24)

Het gaat in deze tuchtzaak om vier tegen de tandarts aanhangig gemaakte klachtzaken. De vier klachtonderdelen worden grotendeels gegrond verklaard en zien onder andere op het niet of slecht informeren van patiënten, langdurig en structureel onoordeelkundige bijstand als tandarts en het niet of onvoldoende bijhouden van de dossiers. Daarnaast is in algemene zin ook gebleken dat niet de vereiste patiëntenzorg is geleverd, dat in alle gevallen de administratie niet adequaat is bijgehouden (er zijn dubbele declaraties ingediend en er worden op verschillende data dezelfde behandelingen met verwijdering van dezelfde elementen genoteerd, er lijkt zelfs sprake te zijn van een frauduleus lijkende aanpak) en er is ten aanzien van de radiologie geen adequaat röntgenbeleid. Zo ontbreekt iedere verslaglegging waar röntgenfoto’s zijn gemaakt.

Dit alles maakt dat het College tot het oordeel is gekomen dat de tandarts structureel op verschillende essentiële terreinen tekort is geschoten in de zorg voor zijn patiënten waarbij het College zich afvraagt of de tandarts in staat is om aan deze situatie een einde te maken. Daarnaast lijkt de tandarts de situatie te bagatelliseren en bestaat er volgens het College geen aanwijzing om te oordelen dat de klagers, van wie de klachten gegrond worden verklaard, behoorden tot een uitzonderingsgroep. Dit alles leidt tot de maatregel van doorhaling van de tandarts in het BIG-register.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Factoren voor het slagen van een mondhygiënistenpraktijk

Naast de inhoudelijke ontwikkeling van de beroepen in de mondzorg, is er steeds meer kwaliteit van ondernemerschap. Welke factoren bepalen het slagen van een mondhygiënistenpraktijk en wat zijn de perspectieven in de mondzorg? Lees de visie van de Rabobank.

Aanbod
In Nederland werken ruim 3.000 mondhygiënisten. De meeste mondhygiënisten zijn vrouw en bijna 70% is jonger dan 40 jaar. Ongeveer 65% van de mondhygiënisten werkt parttime. Opvallend is de regionale spreiding van het beroep. In Noord-Holland en Utrecht werken de meeste mondhygiënisten. In Zeeland, Limburg en Drenthe zijn relatief weinig mondhygiënisten werkzaam. Het beroep bevindt zich nog in een ontwikkelingsfase: het aantal toetreders is met circa 200 drie keer zo hoog dan het aantal uittreders.

Uit onderzoek blijkt dat 44% van de mondhygiënisten werkzaam is in de praktijk van een tandarts of orthodontist. Verder werkt 6% (ook) in de praktijk van een collega-mondhygiënist, 3% in de intramurale zorg en 10% op een andere wijze (Bron: NIVEL).
Bijna vier van de tien (38%) mondhygiënisten zijn actief in een eigen praktijk. Deze vrijgevestigde mondhygiënisten hebben gemiddeld 1.266 patiënten. Omgerekend gaat het om 1.740 patiënten per fulltime-equivalent (fte) vrijgevestigde mondhygiënist.

Vraag
Bijna 90% van de 8.000 tandartsen in Nederland verwijst patiënten naar een mondhygiënist. Dit geldt zowel voor de eigen praktijk, in praktijk van een collega en/of vrijgevestigd. Een tandarts verwijst wekelijks gemiddeld acht patiënten naar een mondhygiënist. De verwijzing zal doorgaans voor een behandeling zijn die uit meerdere sessies kan bestaan. Vaak blijft de patiënt daarna bij de mondhygiënist voor nazorg.

Mensen zonder aanvullende tandartsverzekering gaan niet alleen minder naar de tandarts maar ook minder naar de mondhygiënist. Wel willen zij voor periodieke controles zonder verwijzing van de tandarts bij de mondhygiënist terechtkunnen. Ze zeggen ook vaker naar de mondhygiënist te zullen gaan als die goedkoper is dan de tandarts. Een groeiend aantal consumenten verzekert zich voor de tandarts. 54% kiest in 2014 voor een tandartsverzekering. Vorig jaar was dit nog 48%. Andere aanvullende verzekeringen dalen juist in populariteit. Onder mensen die wel een aanvullende verzekering hebben, steeg het bezoek aan de mondhygiënist in 2012 van 39% naar 47%.

Belangrijke factoren voor het slagen van een mondhygiënistenpraktijk zijn:

  • Voldoende verzorgingsgebied

Voor een mondhygiënist ligt het gemiddeld aantal inwoners in het werkgebied op 7.730. Wij zien dat cliënten zowel bij tandartsen als mondhygiënisten vrij honk vast zijn. Er zijn sterke geografische verschillen in provincies: van 5.400 mensen in Noord-Holland tot 11.200 mensen in Zeeland.

  • Goede kwaliteit van de dienstverlening

In april 2013 stonden 1.172 mondhygiënisten in het Kwaliteit Register Mondhygiënist. Indien de mondhygiënist in een tandartspraktijk werkt is zij mede afhankelijk van de reputatie van de tandarts. Belangrijk is ook of er sprake is van specialisme in de praktijk en of er sprake is van een klachtenregeling.

  • Kostenbeheersing

Mede door de huidige fluctuaties in het tandarts bezoek is het hebben van een goed inzicht in de kosten belangrijk. Met name vaste kosten als (eventueel) personeel en huisvesting is relevant. Steeds meer tandartsen werken met een meerstoelen concept. De mondhygiënist dient in navolging hierop de logistiek in het behandelproces te optimaliseren.

  • Samenwerkingsgericht

Zowel uit marketing als kostenoverwegingen werkt bijna 10% van de tandartsen samen. Deze strategie zou ook voor mondhygiënisten te overwegen zijn. Lid zijn van de beroepsorganisatie NVM en meedoen aan de Week van de Mondhygiënist op 17 t/m 22 maart zijn hierbij van belang.

Perspectief mondzorg

Omzetstijging, ondanks beperkte volumedaling.
Het volume daalt door de afgenomen bestedingskracht van de consument. De omzet in 2014 stijgt licht vanwege de nieuwe NZa-tarieven 2014 met een prijsstijging van +3,5%. De groei is beperkt omdat consumenten momenteel zorgvuldig zijn in hun zorgconsumptie en vooral ‘grote’ behandelingen uitstellen, zoals het plaatsen van kronen en bruggen. Hierdoor staat de omzet bij alle mondzorgaanbieders onder druk en is het sentiment neutraal te noemen.

Beperkt aanbod tandartsen maakt prognose positief
De prognose voor de komende jaren is gematigd positief. De vraag naar mondzorg zal komende jaren beperkt stijgen, maar het aanbod van tandartsen lijkt dalende. De komende jaren verwachten wij meer bedrijfsoverdrachten. De nieuwe generatie, waarvan het merendeel vrouw, kiest steeds vaker voor een parttime werkverband en vakinhoudelijke uitdagingen in de vorm van specialismen.

Zelfs de toestroom van buitenlandse tandartsen en het tandheelkundig toerisme naar het buitenland kunnen dit tekort in aanbod maar moeilijk opvangen. De oplossing om de toenemende vraag naar mondzorg te pareren is gelegen in schaalvergroting in de vorm van ketenvorming en teamsamenwerking tussen mondzorgaanbieders. Dit vergroot ook de onderhandelingskracht richting de zorgverzekeraars.

Door: Geert van der Heijden en Marleen Jansen, sectormanagers gezondheidszorg Rabobank Nederland, aanwezig op de Vakbeurs Mondhygiëne.

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen

Dordtse tandarts uit BIG-register gehaald

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg besloot op 18 februari dat de Dordtse tandarts Van Wijngaarden zijn beroep niet meer mag uitoefenen en schrapte zijn BIG-inschrijving.

Het college vindt dat ‘de tandarts structureel en op verschillende essentiële terreinen is tekort geschoten in de zorg voor zijn patiënten.’ Tandarts Van Wijngaarden kreeg eerder een verbod om te boren of scherpe voorwerpen te hanteren. De tandarts zou belemmerd worden door Parkinson om zijn werk uit te voeren.

Verder staat in de uitspraak: ‘gelet op het gebrek aan zelfinzicht en openheid bij de tandarts, het vertrouwen ontbreekt dat de tandarts in staat zal zijn om zijn praktijk en de zorg voor zijn patiënten ingrijpend te verbeteren’. De schoring gaat in op 24 februari. Zijn patiënten zijn hiervan op de hoogte gesteld.

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Communicatie sleutel tot samenwerking tandarts en mondhygiënist

De samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist verloopt niet altijd even soepel. Hoog tijd dus voor wat tips. In dit interview geven trainer communicatie Thalita Smit, coach Mieke Miltenburg en psycholoog Jan Jaap Reinders hun visie op communicatie tussen tandarts en mondhygiënist.

Als psycholoog heeft Jan Jaap Reinders twee deskundigheidsgebieden: inter-professionele samenwerking en gedragsverandering bij patiënten. Jan Jaap is afgestudeerd als arbeids-, organisatie- en personeelspsycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen met sociale psychologie als tweede aandachtsgebied. Hij is, naast docent van de opleidingen Tandheelkunde en Mondzorgkunde, ook coördinator van het inter-professioneel onderwijs van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde binnen het Universitair Medisch Centrum Groningen. Momenteel doet hij een promotieonderzoek naar de relatie tussen professionele identiteit van tandartsen en mondhygiënisten en inter-professionele samenwerking en taakherschikking.

Thalita Smit houdt zich bezig met de ontwikkeling van commercieel inzicht van niet-commerciële mensen in de (paramedische) zorg. Ze is trainer en verandermanager bij Smit en Cornelder Bedrijfstrainingen. Zij specialiseert zich in (interne) communicatietechnieken, salescommunicatie, persoonlijk leiderschap en teamontwikkeling.

Mieke Miltenburg, van Coaching Mieke Miltenburg, begeleidt mensen die veel van zichzelf vragen bij het bereiken van hun doel. Steeds vaker doet ze dat voor tandartsen en andere professionals in de (para)medische wereld. Zij heeft Bestuur- en Organisatiewetenschap gestudeerd en heeft de opleiding “Coaching voor professionals” gevolgd.

Respons
De mondhygiënist ‘klaagt’ dat de tandarts niet reageert als er gevraagd wordt te overleggen, foto’s op te sturen of een opdracht uit te schrijven bij voorbehouden handelingen. Hoe kan de mondhygiënist zorgen dat de tandarts respons geeft?
Thalita: “Respons krijgen hangt vooral af van de instelling van de mondhygiënist. Kruip niet in een slachtofferrol. Reageer actief op de situatie. Stap over de drempel en plaats je op gelijkwaardig niveau met de tandarts. Geef feedback op het gedrag van de tandarts; op het niet reageren. Vind je dat moeilijk, dan helpt het om te leren communiceren met je verwijzers.”

Mieke doet voor wat je kunt zeggen als mondhygiënist: “Ik merk de afgelopen maand dat ik geen respons van je krijg wanneer ik met je wil overleggen, als ik je vraag foto’s te sturen en wanneer ik je vraag een opdracht uit te schrijven. Ik voel me daardoor niet serieus genomen als collega en het maakt het moeilijk om mijn werk goed te doen. Daar wil ik graag met je over van gedachten wisselen.” Op deze manier kan de ander, zonder zich aangevallen te voelen, een toelichting geven op zijn/haar manier van handelen. Vervolgens is van alles mogelijk. De tandarts zegt bijvoorbeeld toe of er worden gezamenlijk afspraken gemaakt over hoe met elkaars verzoeken om te gaan.

Natuurlijk is het mogelijk dat de boodschap niet meteen overkomt. Herhaal de feedback dan. Doe dit het liefst op het moment dat het probleem zich voordoet of anders zo kort mogelijk daarna.

Nette feedback
Ook Jan Jaap is groot voorstander van nette feedback en geeft de theoretische achtergrond daarvoor:
”Wanneer de feedback sterk emotioneel geladen is door de opgelopen frustratie, loopt men de kans dat de tandarts de feedback ervaart als een aanval van de mondhygiënist. Een waargenomen aanval wordt dan vaak met een tegenaanval of verdediging beantwoord. Door dit actiereactiepatroon escaleert het conflict. De meningsverschillen worden dan gaandeweg groter. In plaats van samenwerking slaat het sociaal gedrag om in tegenwerking. Dat is zeer onwenselijk en weinig doeltreffend.

Begrip
Een manier om escalatie te ondervangen is begrip tonen. Begrip tonen is een vorm van ‘samengedrag’ dat uiteindelijk ‘samengedrag’ kan uitlokken. Zo kan men een negatief actiereactiepatroon omzetten in een positief patroon. Verken als mondhygiënist waar uw eigen doelen en belangen aansluiten op die van de tandarts. Zoek naar een compromis of een oplossing waar beide partijen zich in kunnen vinden. Het komt namelijk vaker voor dat er misverstanden in het spel zijn en dat verwachtingen niet altijd blijken te kloppen.”

Ook andersom
Maar ook de tandarts ‘klaagt’: de mondhygiënist rapporteert te miniem. De tandarts wil meer informatie dan: ‘Ik heb schoongemaakt’. Hoe krijgt een tandarts dat voor elkaar?

Thalita: “Het kan handig zijn om hiervoor een vast patroon of een rapportageformulier te gebruiken dat door beide partijen is goedgekeurd. Daarnaast blijft het belangrijk om als tandarts regelmatig te vragen of alles nog naar wens verloopt. Maar dat geldt ook voor de mondhygiënist! Plan dat gewoon in.”

Mieke: “Ook hier geldt dat feedback geven de beste optie is. De tandarts kan dan bijvoorbeeld zeggen: “Na jouw behandeling vraag ik jou wat je gedaan hebt en dan antwoord je steeds heel miniem. Daardoor voel ik me slecht voorbereid voor de controle en daar voel ik me niet prettig bij. Ik wil graag dat je na elke behandeling rapporteert welke werkzaamheden je precies hebt verricht. Daardoor kan ik de patiënt op een professionele manier behandelen en te woord staan.” En dan wacht u als tandarts af. U laat een stilte vallen. De mondhygiënist kan dan de boodschap door laten dringen en bedenken wat hij of zij daarvan vindt.”
De mondhygiënist voelt zich soms niet serieus genomen als er bijvoorbeeld wordt gesuggereerd dat het beter is om een kies te laten trekken. Hoe kan de mondhygiënist hier het beste mee omgaan?

Thalita zegt heel duidelijk: “De mondhygiënist moet meer voor zichzelf opkomen! Die moet met de tandarts in discussie en zal moeten gaan onderbouwen met feiten. Ga niet in een hoekje zitten klagen, maar maak de situatie bespreekbaar. Kijk of u draagvlak kunt creëren of probeer tot een win-winsituatie te komen. Laat zien aan de tandarts dat u verstand heeft van uw vak. Mocht er een beslissing genomen zijn, leg u hier dan bij neer en accepteer de situatie. Blijf geen oude koeien uit de sloot halen.”

Concreet
Mieke stelt dat het probleem niet de kies is, maar dat de mondhygiënist zich niet serieus genomen voelt. Ook hierbij is feedback van belang. “Wees concreet over het voorbeeld, maar leg de nadruk op het vervelende gevoel dat u er aan overhoudt. Over een gevoel kan geen welles-nietesdiscussie ontstaan. Het opent de mogelijkheid voor de ander om toe te lichten waarom hij of zij zo handelde. Dit leidt tot wederzijds begrip en een vruchtbare grond voor verbetering.”
Samenwerking als parapluterm

Jan Jaap is het hiermee eens en vult aan: “Met name de opvattingen over elkaars beroepsgroep kunnen hierbij van invloed zijn. In dit geval zouden de opvattingen over elkaars sociale positie en bevoegdheden een rol kunnen spelen.” Jan Jaap vertelt dat er veel misverstanden bestaan over het begrip ‘samenwerking’. In feite zijn er meerdere samenwerkingsstijlen en is de term ‘samenwerking’ een parapluterm. Zo kan men bediscussiëren of tandartsen en mondhygiënisten ‘multi-professioneel’ of ‘interprofessioneel’ samen moeten werken.

Multi- versus inter-professionele samenwerking
Multi-professionele samenwerking richt zich enkel op de coördinatie van de zorg en kenmerkt zich door strikt gescheiden taken. Dat leidt tot fragmentatie van het zorgproces. Meestal zijn efficiëntie en schijnbaar organisatiekundige eenvoud de belangrijkste motieven om op deze wijze samen te werken.

Daarentegen is interprofessionele samenwerking een stijl die zich kenmerkt door een integrale benadering van de zorg. Hierbij richt men zich op de optimale ‘vormgeving’ van een behandeltraject. De tandarts en mondhygiënist vullen elkaar aan in de klinische besluitvorming en behandelplanning. Echter, naast een taakoverlap, hebben beide beroepsgroepen kerntaken waarin zij zich in sterke mate specialiseren. In tegenstelling tot multi-professionele samenwerking, is er sprake van meer inhoudelijke afstemming en flexibiliteit binnen een behandeltraject. Een voorwaarde is dan wel dat men de inter-professionele communicatie efficiënt vorm geeft.

Weigeren
Wat moet een mondhygiënist doen als een tandarts weigert samen te werken? Jan Jaap: “Het scheppen van een win-winsituatie is een vereiste. Ook hier begint het bij een verkenning. Zoek naar een gemeenschappelijk doel of bedenk hoe u voor elkaar iets zou kunt betekenen. Niet alleen maar wat uzelf zou willen als mondhygiënist.”

Thalita benadrukt dat een mondhygiënist sterk en zelfverzekerd moet overkomen bij de tandarts. “Soms kan het erg lastig zijn om binnen te komen bij de juiste tandartsen of specialisten. U zult ten eerste zelfverzekerd moeten zijn en exact moeten weten waar u voor staat. Uw visie en missie moeten dus helder zijn. Daarnaast zal u ook creatief moeten zijn en de tandarts op een andere manier moeten aanspreken. Wacht hem of haar eens op in de pauze, aan einde van de dag of desnoods bij de auto. Dit vergt wat moed, maar het is van groot belang dat u opvalt. De meesten zullen uw moeite en creativiteit waarderen.“ Mieke geeft weer een voorbeeld: “Ik merk dat je geen patiënten aan me doorverwijst en zelf behandelingen uitvoert die ik van je zou kunnen overnemen. Dat geeft mij het gevoel dat je me er niet bij wilt hebben en dat je me buitensluit. Daar word ik heel verdrietig en onzeker van, omdat ik niets liever wil dan in een plezierige samenwerking onze patiënten zo goed mogelijk helpen.” Dan biedt u de tandarts de mogelijkheid om alle mogelijke antwoorden te geven. Van: “Ja, ik heb anders zelf niet genoeg werk. Er zit dus niets anders voor me op dan de samenwerking met jou te beëindigen” tot “Joh, wat vervelend dat je je door mijn gedrag nu verdrietig voelt. Sorry. Ik dacht dat ik je een plezier deed door je werk uit handen te nemen”. Het eerste is wellicht vervelend om te horen, maar wel duidelijk, u weet waar u aan toe bent. Het tweede antwoord komt veel vaker voor. In veel tandartspraktijken wordt, met de beste bedoelingen overigens, voor elkaar gedacht en gehandeld zonder dat de ander daar echt mee geholpen is.

Trainingen
Komt u er nog niet uit? Dan adviseert Thalita actieve trainingen waarbij u kunt oefenen. Dan ervaart u welk effect bepaalde gesprekstechnieken hebben. Ook Mieke vindt dat je communiceren kunt leren en met elkaar moet oefenen. Daardoor wordt de communicatie steeds beter en wordt de werksfeer prettiger. In zo’n werkomgeving functioneert iedereen optimaal en daar profiteert de patiënt dan weer van. Mieke werkt daarbij sinds kort samen met andere disciplines.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Recht vierkant

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg december 2013 / januari 2014

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van december 2013 en januari 2014 december 2013 over volledige dossiervorming, achterstallig onderhoud en weekenddienst.

Volledige dossiervorming?

Uitspraak 3 december 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 2012-241) (ECLI:NL:TGZRSGR:2013:33)

De klacht houdt in dat de tandarts zijn informatieplicht niet is nagekomen. Het college oordeelt dat de verplichting om klaagster te informeren over het feit dat er sprake was van een zwak element – zodat er rekening mee moest worden gehouden dat de behandeling niet tot behoud van het element zou leiden – op de tandarts zelf rust. Ook als de reguliere tandarts klaagster al omtrent dat risico zou hebben geïnformeerd. Degene die een tandheelkundige behandeling uitvoert, is verantwoordelijk voor het juist en adequaat informeren van de patiënt omtrent de aard, de gevolgen en de risico’s van de behandeling. Weliswaar heeft de tandarts gesteld dat hij klaagster, zoals hij gewoonlijk doet, omtrent de gevolgen en het risico van de behandeling heeft geïnformeerd, maar dat blijkt niet uit enige aantekening in het medisch dossier en is ook anderszins niet aannemelijk geworden. Als gevolg hiervan wordt de tandarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
Bekijk hier de uitspraak

Wanneer er in een situatie als deze twee verhalen lijnrecht tegenover elkaar staan wordt in de regel door het tuchtcollege aanknoping gezocht bij het medisch dossier. U doet er als tandarts daarom goed aan, het wijzen van uw patiënten op risico’s expliciet te documenteren.

Achterstallig onderhoud?

Uitspraak 12 december 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (nr.13105) (ECLI:NL:TGZREIN:2013:5)
Klaagster verwijt verweerster, tandarts, dat zij alleen noodvullingen heeft aangebracht bij klaagster, dat zij een endo twee maal in
rekening heeft gebracht, dat zij een achterstand in de behandeling van twee elementen heeft laten ontstaan, een aantal caviteiten niet heeft behandeld, en dat zij langdurig antibioticum heeft voorgeschreven. Het zorg- of behandelplan laat een “gat” zien waarbij niet duidelijk is of klaagster in die periode door verweerder behandeld is. Het college oordeelt daaromtrent dat, indien ervan wordt uitgegaan dat klaagster in die periode niet is verschenen, juist het ontbreken van een zorg- of behandelplan zich wreekt. Een volledige en accurate dossiervorming is dus van groot belang. Volgens het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven kan dit dus zelfs betekenen dat bij een periode waarin geen behandeling heeft plaatsgevonden hiervan melding wordt gedaan in het zorg- of behandelplan, althans het dossier van de patiënte.

Bekijk hier de uitspraak

Onrechtmatig gehandeld tijdens weekenddienst?

Uitspraak 31 januari 2014, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (nr. 302-2012) (ECLI:NL:TGZRZWO:2014:11)

Klager heeft zich met pijn en een gezwollen kaak bij de tandarts gemeld tijdens een weekenddienst. De vraag die in deze procedure centraal staat is, of de tandarts heeft mogen handelen zoals hij heeft gehandeld. Het college oordeelde dat wanneer iemand zich met pijn en een gezwollen kaak zich in het weekend meldt, het daarbij voor de hand ligt om een foto te maken om tot een afgewogen oordeel te komen. Dit heeft de tandarts ook onderschreven. Nu de tandarts echter ter zitting tevens aannemelijk heeft gemaakt dat de zwelling klager veel pijn opleverde, dat klager angstig was en de mond niet goed kon openen, is voorstelbaar dat de tandarts er onder die omstandigheden, waarbij hij door middel van medicijnen de ontsteking wilde inperken, van heeft afgezien om een foto te maken. Hierdoor valt de tandarts volgens het Regionaal Tuchtcollege tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.
Hierbij is meegewogen dat de tandarts wel een voor de hand liggende behandeling is gestart waarbij hij, blijkens zijn aantekeningen, de medische situatie en het medicijngebruik van klager heeft meegenomen. Aangezien onder de geschetste omstandigheden in het onderhavige geval van een onzorgvuldige behandeling, laat staan van een onverantwoord risico als door klager gesteld, niet is gebleken wordt de klacht als ongegrond afgewezen.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
facebooktand

Meer patiënten voor uw praktijk met Facebook

Facebook is een handig middel contact te houden met patiënten. Wilt u betere klantenservice bieden op Facebook? Ireland’s Dental Magazine verzamelde enkele tips.

1. Maak een pagina, geen profiel
Bedrijven hebben op facebook geen profiel, maar een pagina. Om een pagina te maken, moet u wel eerst een profiel aanmaken voor uzelf. Vervolgens start u een pagina voor uw praktijk.

2. Personaliseer uw Facebookpagina
Zet het praktijklogo op uw pagina en maak de pagina visueel aantrekkelijk. Verwijs in de infotab naar uw website en vermeld belangrijke informatie voor uw patiënten.

3. Maak een Facebook Place
Als u een Facebook Place aanmaakt, dan kunnen uw patiënten met hun mobiele telefoon inchecken op uw locatie. Zo laten ze aan hun Facebookvrienden weten dat ze in uw praktijk zijn. Dat vergroot de zichtbaarheid van uw praktijk online.

4. Maak een nieuw pagina-adres
Als u meer dan 25 likes krijgt, kunt u de link naar uw Facebookpagina aanpassen. Kies bijvoorbeeld voor facebook.com/uwpraktijknaam.

5. Post interessante content
Biedt bezoekers waardevolle kennis over mondgezondheid en nieuwe producten. Met interessante informatie zorgt u ervoor dat mensen uw posts kunnen delen met anderen. Zorg er wel voor dat de nadruk niet teveel ligt op het verkopen van uw diensten en producten.

6. Gebruik verschillende soorten posts
Gebruik bijvoorbeeld een video, foto’s, schrijf over een interessant weetje of stel een vraag. Post regelmatig een bericht, maar zorg er voor dat het niet teveel wordt. Let op: wees niet controversieel, en houd het interessant.

7. Ga in gesprek
Bedank fans voor positieve opmerkingen en reageer snel op negatieve feedback. Ga het gesprek met uw bezoekers aan door snel te reageren. Maak daarvoor tijd vrij binnen uw praktijk.

8. Promoot u Facebookpagina voor meer bezoekers
Zet een link naar uw pagina op uw website, in uw e-mailhandtekening en bij e-mailmarketing. Op drukwerk kunt u het Facebookicoon gebruiken.

9. Stel doelen
Bedenk goed wat u wil met u Facebook pagina en maak dat doel meetbaar. Stel bijvoorbeeld een doel voor het aantal likes of bezoekers dat u wilt.

Bron:
Irelands Dentalmagazine

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Nieuw boek: Praktijkmanagement talent

De tandartsenpraktijk is een dynamisch geheel dat beweegt in een turbulente wereld. Er zijn veel uitdagingen en regels die heel wat van het aanpassingsvermogen van de praktijk vragen. Ondanks dat het vak van tandarts hetzelfde is gebleven, verandert er veel in de manier waarop dit vak uitgeoefend wordt. Allemaal ontwikkelingen waar de tandarts niet omheen kan, maar ook vaak niet voor opgeleid is.

Een tandarts kan de keuze maken een praktijkmanager in te huren of om het zelf te gaan doen. In beide gevallen geldt: hoe worstelt iemand zich door het management van de praktijk heen? Waar liggen talenten met betrekking tot praktijkmanagement? Hoe zijn deze talenten verder te ontwikkelen?

Praktijkmanagement talent
Anna Berends van Loenen is auteur van het boek “Praktijkmanagement Talent”. Het boek houdt het praktijkmanagement talent van de tandarts of praktijkmanager tegen het licht en stimuleert. Het leidt de lezer langs de vele aspecten die iemand tegenkomt bij het managen van een tandartsenpraktijk. “Praktijkmanagement Talent” gaat niet alleen in op de praktische handvatten voor praktijkmanagement, maar ook op persoonlijk leiderschap en de communicatie en begeleiding van het team in de tandheelkundige praktijk.

Boekpresentatie
Op 18 februari 2014 zal het boek “Praktijkmanagement Talent” gepresenteerd worden in Zwolle. Tijdens deze avond wordt niet alleen stil gestaan bij het boek, maar zal er ook een korte workshop gegeven worden door Pieter Henzen over de borging van de visie binnen de tandartsenpraktijk. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar voor degene die deze kosteloze avond zouden willen bijwonen. Indien u hierbij aanwezig wilt zijn of meer informatie wenst kunt u contact opnemen met Anna Berends van Loenen via info@qanz.nl

Lees meer over: Management, Ondernemen

Arbeidsrecht verandert in 2014

Werkgevers krijgen in 2014 te maken met aanpassingen van het arbeidsrecht. De Zaak somde op wat er verandert in het arbeidsrecht op korte en lange termijn.

  • Tijdelijke contracten: geen proeftijd en concurrentiebeding
    Waarschijnlijk mag een tijdelijk arbeidscontract vanaf 1 juli 2014 geen proeftijd of concurrentiebeding meer bevatten. Als u uiteindelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangaat, vergeet dan niet alsnog een concurrentiebeding op te nemen.
  • Eerder contract voor onbepaalde tijd
    Verwacht wordt dat werkgevers vanaf 1 juli 2014 maximaal drie tijdelijke contracten in 24 maanden kunnen aangaan, met een maximale tussenperiode van zes maanden en een dag. Nu mag u nog drie tijdelijke contracten bieden in 36 maanden met een tussenliggende periode van maximaal drie maanden en een dag.
  • Ziektewet aangepast
    Meldt uw medewerker zich maximaal 28 na uitdiensttreding ziek? Is uw meewerker ziek uit dienst getreden? Of kreeg uw werknemer in 2012 of 2013 een ziektewetuitkering na het einde van een tijdelijk contract? Dan wordt u doorbelast voor de ziektewetuitkering van de medewerker. Wat u betaalt is afhankelijk van het aantal werknemers dat u had of heeft.
  • Uitzendbeding vervalt
    Waarschijnlijk krijgen uitzendkrachten vanaf 1 juli 2014 recht op een ‘gewoon’ tijdelijk contract.
  • Kortere WW
    Tussen 1 juli 2016 en 2019 vermindert het maximaal aantal maanden WW van 38 naar 24.
  • Scheiding ontslagprocedures
    Arbeidscontracten kunnen ontbonden worden vanwege persoonlijk redenen of bedrijfseconomische redenen. In 2015 behandelt het UWV alleen nog maar ontslagaanvragen vanwege bedrijfseconomische redenen. Voor ontslag om persoonlijke redenen moet u naar de kantonrechter.
  • Lagere ontslagvergoeding
    Werknemers krijgen in de toekomst een ‘transitievergoeding’ van maximaal €75.000,- of een jaarsalaris bij een hoger jaarlijks loon.

Bron:
De Zaak

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Tips voor besparen en investeren in uw praktijk

Onder tandartsen en mondhygiënisten wordt hevig gediscussieerd over de mogelijke tarievendaling in 2015. Hoe gaat er straks bezuinigd worden? Moeten assistenten vrezen voor hun baan? Of zijn er slimmere bespaartips?

Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna vroeg tips aan Onno Karssen van Karssen Financieel en Michael Joosen van Heertjes Advies. Onno Karssen is al jaren actief in de financiële dienstverlening met als specialisme tandheelkunde. Hij geeft bijvoorbeeld adviezen bij praktijkoverdracht, hypotheken en verzekeringen. Michael Joosen specialiseert zich in facility management voor tandartspraktijken.

Dalend tandartsinkomen
Onno verwacht eigenlijk niet dat de tarievendaling erg fors zal zijn: ‘Het korten van de tarieven is niet juist. Ik denk dat de NZa dit uiteindelijk zal inzien. Ik verwacht wel dat er een druk komt te staan op de inkomsten van de tandartsen. Belangrijk daarbij is dat de NMT en ANT zich samen sterk maken voor hun leden om ook de verzekeraars een halt toe te roepen.’

Slim bezuinigen
Tandartsen willen niet graag op hun eigen inkomen inleveren. Gaat de tandarts echter verkeerd bezuinigen, dan kan dit ten koste gaan van de kwaliteit en capaciteit van het personeel. ‘Dat zal zeker ook gevolgen hebben voor de patiënt op de langere termijn’, waarschuwt Onno ‘Als de tandarts het goed wil aanpakken, bespaart hij op de praktijkvoering. Kijk goed naar de financiële huishouding en de kostenstructuur. Denk aan de kosten van de accountant, verzekeringen, stroom, automatisering en onderhoudscontacten. Dit kan duizenden euro’s per jaar schelen!’

Scherper inkopen
Michael haakt in: “Door goed inkoopmanagement kan men inderdaad fors besparen. Voeg bijvoorbeeld ook alle contracten voor beveiliging en brandbeveiliging samen. Meestal heeft een praktijk losse overeenkomsten voor onderhoud aan beveiligingsinstallatie, de brandblusser, de noodverlichting ende brandmeldcentrale. Daarnaast is er ook nog een meldkamerovereenkomst en een alarmopvolgingsdienst. Dit zijn zes overeenkomsten, met zes organisaties. Die sturen allemaal een eigen monteur en een eigen factuur. Ook vragen ze regelmatig even wat tijd om te bespreken hoe de dienstverlening bevalt. Breng beveiliging onder bij een partij, dan ben je veel minder tijd en geld kwijt. Bijkomend voordeel is dat er minder onrust in de praktijk is, aangezien er geen zes monteurs per jaar langskomen, maar slechts een.

Onderscheidend vermogen
Je onderscheiden en investeren blijft zeker belangrijk volgens beide heren. Michael: ‘Door te besparen blijft er geld over om te kunnen investeren in de kwaliteit. Niet investeren is geen stilstand, maar achteruitgang. Onderscheidend vermogen blijft belangrijk, ook tijdens een periode waarin de vraag het aanbod overstijgt.’

Onno ziet vooral in de communicatie kansen om te onderscheiden: ‘Zet bijvoorbeeld social media in om belangrijke stappen te maken in de onderscheiding. En investeren in kwaliteit moet. Kwaliteit komt altijd naar boven en daarvoor zijn investeringen nodig.”

Gezonde praktijk
Michael: ‘Investeringen verdienen zich in de meeste gevallen terug. Investeren is niet alleen een goede voorbereiding op het moment dat het tandartsentekort stopt te bestaan. Het is ook een manier om een gezonde praktijk te hebben en te houden. Een praktijk met optimale zorg, kwaliteit en klantbeleving is ook voor medewerkers vaak een meer inspirerende werkomgeving. Dit kan zorgen voor een lager ziekteverzuim, hogere productiviteit en vooral meer werkvreugde.”

Slim investeren
Michael: ‘Een goed plan is bij investeren wel essentieel. Stel een pakket van eisen op waaraan een product moet voldoen voor de praktijk. Vergelijk vervolgens de verschillende offertes op een gestructureerde manier. Gun dus niet klakkeloos een partij een opdracht wegens een lange relatie.’ Onno’s advies aan alle tandartsen en vrij gevestigde mondhygiënisten: ‘Wees creatief en ga ondernemen. Er liggen kansen en mogelijkheden genoeg, maar je moet er wel wat meer voor doen. Hij adviseert jonge tandartsen bijvoorbeeld om verder te kijken dan de Randstad. “Ik zie het in de Randstad steeds meer vollopen. Er liggen elders grote kansen, dus pak ze.’

Tips
Samenvattend zijn de drie gouden tips voor de tandheelkundig specialist:

  • Laat de kostenstructuur in je praktijk beoordelen
  • Plan je toekomst
  • Sta in verbinding met je omgeving door het gebruik van social media

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Financieel, ICT, Ondernemen

Nieuwe praktijk, oude patiënten?

Zoals bij alle vrije beroepen is ook in de tandheelkunde het oprichten, overnemen of verplaatsen van werkzaamheden aan de orde van de dag. Maar wat als bij die verschuivingen er op oneerlijke wijze geconcurreerd wordt?

Zoals bij alle vrije beroepen is ook in de tandheelkunde het oprichten, overnemen of verplaatsen van werkzaamheden aan de orde van de dag. De traditionele tandarts (man en vrije beroeper) maakt daarnaast al jaren plaats voor de tandarts die werkzaam is als zzp’er, vaak vrouw is en werkt in deeltijd. Daarnaast neemt het aantal ketens in de mondzorg toe¹. Maar wat als bij die verschuivingen er op oneerlijke wijze geconcurreerd wordt? Een kleine uiteenzetting.

Gronden voor inbreuk
Wanneer u een nieuwe praktijk start of naar een andere praktijk verhuist, zullen er altijd patiënten zijn die graag “meeverhuizen”. De praktijk die met die verhuizing patiënten verliest, zal wellicht willen betogen dat zij schade lijdt. Voor de vraag of er sprake is van een inbreuk op gemaakte afspraken of (ongeschreven) recht, moet er onderscheid gemaakt worden in de diverse inbreuken die kunnen spelen.

Concurrentie of relatiebeding
Een concurrentiebeding beperkt de vertrekkende tandarts in de keuze op welke wijze (werkzaamheden, plaats of omgeving) als ex-werknemer werkzaam te zijn. Dit beding moet schriftelijk zijn overeengekomen tussen een meerderjarige werknemer en een werkgever. Een relatiebeding is een concurrentiebeding, waarin is opgenomen in hoeverre de ex-werknemer klanten of relaties van de werkgever mag benaderen, of werkzaamheden mag verrichten voor een onderneming waarmee de werkgever in contact staat.

Doorgaans zullen de zzp’ers of tandartsen in loondienst met de inhurende praktijk of werkgever contractueel bedingen dat bij een eventueel vertrek geen klanten en/of relaties ‘meegenomen’ of benaderd mogen worden. Daarnaast is het gebruikelijk om in een dergelijk contract op te nemen dat het de tandarts of mondhygiënist niet is toegestaan om binnen een bepaalde straal rondom de voormalige praktijk voor een bepaalde periode de werkzaamheden van tandarts/mondhygiënist uit te oefenen.
De NMT-arbeidsvoorwaardenregeling tandheelkundige praktijken stelt over een concurrentie of relatiebeding niet meer dan dat deze in de arbeidsovereenkomst opgenomen mag worden. Gebruikelijk is dat de werkzaamheden voor gemiddeld een jaar in een gebied van 30 km rondom de huidige praktijk wordt verboden op straffe van een boete. Met die boete wordt doorgaans de schade voor de werkgever door de concurrentie op voorhand gefixeerd.

Wordt het gebied aanzienlijk uitgebreid voor een langere periode, dan kan de rechter worden verzocht om het beding aan te passen of zelfs als onredelijk te bestempelen, zodat het in zijn geheel niet meer van toepassing is. De afgelopen jaren is er een aantal keer geprocedeerd over de toepassing van een concurrentiebeding. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval werd het concurrentiebeding verminderd of zelfs geheel buiten toepassing verklaard.

De mate waarin het de (ex)werkgever vrij staat om zijn voormalig werknemer aan een non-concurrentiebeding te houden, danwel een onrechtmatige daad voor de voeten te werpen wordt mede ingekleurd door de bijzondere relatie tussen de tandarts en de patiënt, namelijk de vertrouwensrelatie die tussen hen bestaat. Patiënten hebben namelijk een vrije artskeuze, hetgeen inhoudt dat zij zich zelf mogen wenden tot de vertrekkende tandarts op een andere locatie. Dit recht staat niet volledig los van de contractuele afspraken die de tandarts met zijn voormalig werkgever heeft gesloten.

Onrechtmatige daad
Uit de jurisprudentie valt verder op te maken dat wanneer werkgever en werknemer geen concurrentiebeding overeengekomen zijn, er sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden, wil er sprake zijn van onrechtmatig handelen. De ervaring leert dat het informeren van patiënten over het vertrek van een arts onder omstandigheden gerechtvaardigd is. Wanneer vervolgens de patiënt te kennen geeft met de vertrekkende tandarts mee te willen gaan naar de nieuwe praktijk, dan leidt dat enkele feit niet tot een onrechtmatige daad van de vertrekkende tandarts tegenover de voormalige praktijk. Het wordt echter al snel anders wanneer met gebruikmaking van de vakkennis van de patiënt, inzetbaar in de relatie tot de patient, patiënten worden benaderd met het enkele doel om deze patiënten te bewegen over te laten stappen naar de nieuwe praktijk die rechtstreeks concurrerend is met de voormalige praktijk.

Let op en wees terughoudend
Kortom, let bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst of het vestigen van een nieuwe praktijk goed op het eventuele concurrentiebeding in de (arbeids/samenwerkings)overeenkomst. Mocht er geen concurrentiebeding van toepassing zijn, wees dan terughoudend met het ‘ronselen’ van oude patiënten. Deel de patiëent enkel mede dat u overstapt naar bijvoorbeeld een nieuwe praktijk (zonder deze onomwonden voor een nieuwe praktijk te werven) en zorg er vervolgens bijvoorbeeld voor dat u zichtbaar bent op internet, zodat de patiënt die met u mee wilt, u ook kan vinden.
Zoals uit het voorgaande blijkt, hangt de werking van een concurrentie- of relatiebeding af van de concrete feiten en omstandigheden van het geval. Dat wat partijen over en weer jegens elkaar hebben verklaard bij het begin van de relatie, kan ook van invloed zijn op de latere invulling van het beding. Wees daarom niet terughoudend met het inwinnen van advies en leg uw geval voor aan een deskundige.

¹ Rabobank cijfers&trends, mondzorg 2013

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V








Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving, ZZP-er

Stichting Onafhankelijke Hulpverlening: Waarden belangrijker dan tarieven

De professie reageert allergisch op tariefmaatregelen. De NZa en de zorgverzekeraars verwachten niet anders. Een professie die daarover verontwaardigd is, is voor deze instanties dan ook een kat in het bakkie. Pers en publiek zal hen zelfs bijvallen. Het imago zal er dus niet beter op worden.

De Stichting Onafhankelijke Hulpverlening stelt zich anders op. Deze stichting, die naar aanleiding van de Wet Tarieven Gezondheidszorg is opgericht in 1986, is nieuw leven ingeblazen. Echte veranderingen komen niet van boven maar van beneden. Daarom richt de SOH zich op tandartsen die voor kwaliteit gaan. Daarbij speelt onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid een grote rol. Dat betekent dus dat jouw kwaliteit niet afhankelijk wordt gesteld van ‘gemiddelden’. De SOH heeft wat dit betreft haar visie over wat kwaliteitsbeleid is op haar website staan.

Goed om te weten
Tandartsen die zich bij de SOH hebben geregistreerd worden voorzien van korte berichten “Goed om te weten”. Deze berichten zijn speciaal bestemd voor hen en met name voor hun patiënten. Er wordt daarin uitgelegd wat kwaliteit is en wat die kwaliteit schaadt. Bovenal zullen ze worden geïnformeerd over wat er zich achter de schermen afspeelt van zorgverzekeraars en overheidsinstanties. De SOH heeft hiertoe een bedrijfsonderzoeker aan het werk gezet.

Geregistreerd
Inmiddels hebben zich meer dan 175 tandartsen geregistreerd. Dat is goed voor meer dan 100.000 patiënten. De SOH neemt echter aan dat veel meer tandartsen de waarde van deze aanpak inzien. Zij kunnen zich dan registreren via de website. Op die manier neem je verantwoordelijkheid. Daarbij hoort ook het informeren van je patiënten over de schadelijke effecten van het huidige beleid met de daarachterliggende belangen. Op die manier wordt de power aangeboord die nu nog passief is: de patiënt.
Den Haag zal moeilijk stil kunnen blijven zitten als meer dan 100.000 mensen beschikken over met name de bedrijfsinformatie die onthullend en onthutsend is. Op dat moment is de tijd rijp om aandacht te vragen voor de beleidsvisie van de SOH die zowel het belang van patiënten als van tandartsen omvat.

Door:
Stichting Onafhankelijke Hulpverlening

Lees meer over: Management, Ondernemen, Opinie, Tarieven, Thema A-Z

Meer rendement: Jij bepaalt de agenda en niemand anders

Veel praktijken kunnen hun rendement enorm verhogen door simpelweg efficiënter te werken. Een aandachtsgebied hierbij is ‘time management’. Je bepaalt je eigen agenda. Lees de tips voor het efficiënt omgaan met je tijd.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Uit ervaring blijkt echter dat veel praktijken hun rendement enorm kunnen verhogen simpelweg door efficiënter te werken. Het verhogen van hun rendement moet voor deze praktijken de komende tijd een aandachtspunt zijn. Een rendementsverhoging levert op jaarbasis namelijk veel meer op dan de kleine voordelen die worden geboekt via besparingen aan de ‘kosten kant’.

De tips in de vorige artikelen over ‘Meer rendement’ waren:

  1. Het gebruik van het 3 S’en model (Simplificeer, Standaardiseer, Specialiseer)
  2. Een goede (efficiënte) meerkamerplanning met toepassing van taakdelegatie
  3. Slimmer werken door het stellen van prioriteiten

Time management
Een aandachtsgebied voor een efficiëntere werkwijze is ‘time management’. Het kan bijvoorbeeld niet de bedoeling zijn dat patiënten de agenda van de tandarts bepalen. Jij bepaalt je eigen agenda en dient vast te houden aan deze interne afspraken. Dit kan voor veel praktijken een enorme efficiëntieslag betekenen die zijn weerslag heeft op een hogere productie.

Het gevoel ‘geleefd te worden’
Regelmatig geven tandartsen aan op een werkdag geleefd te worden door de agenda. Veel controles achter elkaar. Een pijnklacht onverhoopt tussendoor gepland. Telefoontjes van toeleveranciers. Deze acties zijn vaak ingegeven vanuit de instelling binnen de praktijk om de patiënt te ‘pleasen’. Onder het mom van: patiëntgericht werken en service verlenen. Dit leidt echter tot grote inefficiënties in de dagelijkse werkwijze en tot onrust. Het advies is een omslag te maken in denken. Een andere ‘mindset’ in de omgang met patiënten en derden.

Omslag in denken – ander perspectief
Het advies is dat praktijken veel meer gaan handelen vanuit hun eigen interne afspraken en waarden. Hiermee wordt bedoeld dat je allereerst bedenkt hoe een prettige werkdag eruitziet en wat je dagelijks minimaal wilt omzetten, om de jaarlijkse omzetdoelstelling te halen. Zo begin je met het plannen van je eigen dagschema. Kortom, plan je eigen succes. Vervolgens is het belangrijk om dit dagschema als ‘heilig’ te verklaren in de praktijk. Dit heeft als resultaat dat veel strategischer met kostbare tijd wordt omgegaan.

Tips om dit te bereiken
5 Tips om strategisch om te gaan met je tijd:

  • Stel eenmalig een goede ‘blokplanning’ voor de kamers op en volg deze planning elke dag:
    Een vaste planning creëert duidelijkheid en rust, wat tijdwinst gaat opleveren.
  • Afspraken worden alleen gemaakt op tijden dat het de praktijk schikt en niet andersom:
    De eigen planning is een weergave van een efficiënte werkdag en wordt daarom als ‘heilig’ verklaard. Hierin concessies doen betekent een negatieve invloed op de efficiëntie en productie van de praktijk.
  • Maak de behandeltijd niet langer als deze tijd niet is gereserveerd:
    Doe alleen extra verrichtingen als de agenda dit toelaat. De wachttijd neemt toe en het zelf opgezette (efficiënte) dagschema komt daarmee direct onder druk te staan.
  • Creëer momenten op een werkdag voor niet belangrijke zaken tijdens niet-productie uren:
    Beantwoord mail en telefoontjes, maak behandelplannen en verwerk de administratie buiten de tijden dat patiënten worden behandeld.
  • Geef naar patiënten aan dat zij tijd hebben gereserveerd bij de tandarts:
    Het reserveren van tijd maakt duidelijk naar patiënten dat de tandarts voor hen tijd vrijmaakt.

Door: Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum – Sjoerd Kuiken van http://kuikenpraktijkmanagement.nl/advies-tandartspraktijken/ adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering. Verry van Rossum van www.pdi-nl.nl is praktijkadviseur die praktijken de unieke werkwijze van het PDI Business Model kan leren en beschikt over een expertise van vele jaren in het begeleiden en opleiden van tandartsen.

Lees meer over: Management, Ondernemen

KaVo Nederland B.V. verbreedt haar distributiekanaal in de Benelux

Als toonaangevend tandheelkundig bedrijf levert KaVo al meer dan 100 jaar kwalitatief hoogwaardige producten en dienstverlening voor de gehele tandheelkundige markt. Met een compleet assortiment van producten, diensten en technologieën, heeft KaVo als doel het gevarieerde en complexe werk van tandartsen, tandtechnici, en andere tandheelkundige professionals efficiënter en gemakkelijker te maken.

Voor haar behandeleenheden, röntgeneenheden en toebehoren heeft KaVo Nederland haar krachten gebundeld met verschillende dealers om de tandheelkundige markt in de Benelux hoogwaardige service te blijven verlenen. Deze producten zijn vanaf heden verkrijgbaar via de volgende dealers:

Nederland
– All Dent B.V.
– Dental Bauer Nederland
– Dental Partners Rotterdam B.V.
– Henry Schein Nederland

België en Luxemburg
– Dental Promotion & Innovation
– Henry Schein België
– Technique Dentaire Luxembourgeoise

KaVo richt zich voortdurend op de verbetering van de werkprocessen van de gebruiker en de continue betrouwbare distributie van haar producten. In samenwerking met deze dealers zal KaVo hard werken om haar leidende positie in de tandheelkundige markt te waarborgen en de uitdagingen van de hedendaagse dynamische tandheelkunde met succes aan te gaan.

De directeur van KaVo Nederland, Mathieu Deijns, ziet deze samenwerkingsverbanden met enthousiasme tegemoet: “Met deze partners bouwen we verder aan onze leidende positie in de tandheelkundige markt. We kijken met veel vertrouwen naar de toekomst.”

KaVo Nederland BV
T+31 33 45 07 900
E info.nl@kavo.com
I www.kavo.nl

Lees meer over: Bedrijven, Instrumenten, Praktijkinrichting, Tandtechnische materialen

Financiële tips voor meer rendement

Ron Schouw, belasting- en bedrijfsadviseur, sprak met tandartsen tijdens een tandheelkundig congres. Lees zijn tips financiële tips voor meer rendement.

De uitnodiging van Paul Kalker – organisator van het congres Frontrestauraties – om bij zijn congres aanwezig te zijn, nam ik graag in ontvangst. Wie ben ik? Ron Schouw, een Amsterdamse ondernemer in accountancy & bedrijfsadvisering én een vreemde eend in de bijt tussen tandheelkundige specialisten. Zeker als 700 specialisten op hetzelfde moment een bezoek brengen aan het congres Frontrestauraties in de RAI te Amsterdam.

Ik was benieuwd op welke manier de huidige economie van invloed is op de tandheelkundige specialist en ben daarom in gesprek gegaan met veel congresbezoekers.

Kostenstructuur
Er werd mij verteld dat er veel vertrouwen is in het klantenbestand en de omzet, maar er is weinig interesse en besef omtrent de kostenstructuur van het bedrijf. Wel volgen er zorgelijke blikken als ik vraag wat er ‘na de streep’ overblijft en of er voldoende pensioenopbouw is.

Advies
Richt uw administratie zo in dat elke maand gestuurd kan worden op de cijfers. Laat u elke maand een kwartiertje adviseren door de accountant. Hij/zij is tenslotte uw externe CFO. Ik voorspel dat u met deze simpele ingreep binnen een jaar meer rendement uit uw bedrijf haalt, zonder dat u één euro extra omzet heeft moeten realiseren.

Investeringsaftrek
Op het congres werden veel vragen gesteld over de investeringsaftrek en de 30% regeling. Ik kan kort zijn, de versobering vanuit de regering wordt breed doorgevoerd, ook voor deze regelingen.

De 30% regeling is verkort en de investeringsaftrek vervalt in 2014 voor alle personenauto’s. De  kleinschaligheidinvesteringsaftrek blijft mogelijk bestaan voor onder andere de aanschaf van medische apparatuur.

Tip
Indien uw investeringsbedrag hoger is dan € 55.249,-, spreid dan de bedragen en investeer in 2014 de bedragen die € 55.249,- te boven gaan. Hiermee realiseert u een extra belastingbesparing van 28% in het jaar 2014.
Let op! niet alle investeringen komen hiervoor in aanmerking: o.a. de aanschaf van bedrijfspanden is uitgesloten.

Zo ziet u maar, met een simpele ingreep of bedachtzame actie bespaart u gemakkelijk duizenden euro’s.

Maar goed! … Het werd donker en het congres liep ten einde. Een tandarts kwam naar mij toe en vroeg: ‘Wat verkoop jij?’ ‘Belastingbesparingen’, zei ik….’Mooi, dan kan je met de belastingbesparingen die scheve hoektand bij mij recht laten zetten’. De cirkel was hiermee rond voor deze dag. Het was een gezellige en leerzame ervaring en bij thuiskomst nam ik een goed glas wijn en heb direct mijn tandarts gemaild voor een afspraak.


Door:
Ron Schouw, Founder en eigenaar RON-A.D. advies & accountancy BV

Lees meer over: Financieel, Ondernemen