Tuchtrecht: waarschuwing na onvoldoende te hebben voorzien in behoeften van patiënt

Een tandarts heeft een waarschuwing gekregen van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle nadat zij zich onvoldoende op de hoogte heeft gesteld van de behoeften van de klaagster en daardoor niet aan de wensen en behoeften van de klaagster kon voldoen.

Situatie

Na de uitvoering van een wortelkanaalbehandeling door beklaagde bij klaagster op 25 juli 2019 hebben beide partijen het besluit van klaagster besproken om tot plaatsing van facings op de elementen 12, 21, 22 en 23 over te gaan.

Op 22 augustus 2019 wordt het werkstuk bij klaagster geplaatst in het Tandtechnisch laboratorium. Maar bij thuiskomst was zij niet tevreden met het resultaat. Aangezien de tandartspraktijk van beklaagde 23 augustus dicht was, heeft klaagster haar beklag gedaan bij de tandtechnieker.

Op 28 augustus 2019 vind er een gesprek plaats tussen klaagster en beklaagde. Daarover schreef beklaagde in haar tandheelkundig dossier:

“Op 28 aug heb ik hier met haar een half uur gesproken over haar klacht, de 11 vindt ze te kort terwijl mijn mening is dat de 21 te lang is en de 13 en 23 nog iets ingekort moeten worden. Hier was ze het niet mee eens, er mocht niet meer aan geslepen worden en korter gemaakt worden. Ik wil geen nieuwe kroon maken 11 omdat we dan risico lopen op kleurverschil, nog meer ellende en omdat ik vind dat de 21 ingekort moet worden. Ik vind het een heel mooi werkstuk en ik wil daar niet meer in rommelen, in een mooi beeldhouwwerk ga je ook niet meer lopen hakken…
Naar mijn mening is het prachtig, iets bijslijpen nog van de 21 en de 13 en 23 dan is het een prachtig resultaat.”

Hier was klaagster het absoluut niet mee eens. Twee dagen later dient ze een klacht in bij de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT). Door het KNMT werd een onafhankelijke arts ingeschakeld om te bemiddelen.

Volgens hem is het resultaat “onnatuurlijk en anatomisch onjuist”. Die fouten hadden volgens hem voorkomen kunnen worden als beklaagde de juiste procedure had gevolgd. Er waren bijvoorbeeld geen wax-ups en mock-ups gemaakt. Dit was volgens hem de oorzaak van de teleurstelling bij klaagster.

Op 30 september 2019 heeft klaagster een second opinion laten uitvoeren bij een andere tandarts. Hij concludeerde het volgende:
“Er is tandheelkundig een fraai resultaat bereikt van uit technisch oogpunt; echter is er onvoldoende rekening gehouden met de verwachting met betrekking tot de lengte van de centrale incisieve.”

Met die second opinion op zak ging klaagster op 1 oktober 2019 nogmaals het gesprek aan met de beklaagde tandarts. Die was nog steeds niet bereidt om de wensen van klaagster in te lossen. Het dossier vermeldt over dat gesprek:
“Misschien dat iemand haar beter kan helpen dan ik , ik ga in een mooi kunstwerk niet slopen, ik vind het erg mooi wat ik gemaakt heb…… ik begrijp haar niet en kan haar ook niet meer verder mooi maken.”

Klacht

Op basis van deze situatie verwijt klaagster beklaagde het volgende:

  1. Onjuiste uitvoering van de behandeling;
  2. Onheuse bejegening;
  3. Het naast zich neerleggen van de uitkomst van de second opinion en daardoor niet tot bemiddeling komen;
  4. Nalatigheid in de benadering en uitvoering waardoor klaagster al zes maanden met frustraties rondloopt;
  5. Het volhouden dat een technisch volmaakt product is afgeleverd.

Beoordeling

Het college komt tot de conclusie dat beklaagde onprofessioneel heeft gehandeld. Er is bijvoorbeeld geen professioneel en compleet tandheelkundig dossier bijgehouden. Daarnaast kan ook nergens uit blijken dat beklaagde voldoende rekening heeft gehouden met de wensen en behoeften van klaagster.

Volgens het college is het bij een cosmetische behandeling, zoals een plaatsing van facings op de voortanden, extra belangrijk om de wensen en behoeften van een patiënt volledig te doorgronden voordat er een behandelplan wordt opgesteld. Dit omdat zo’n behandeling niet alleen objectief beoordeeld kan worden, maar ook een subjectief element van kwaliteit heeft. Uit de gepresenteerde feiten en de standpunten tijdens de zitting kan het college niet opmaken dat dit op correcte wijze is gebeurd.

Uitspraak

Het college verklaart de klacht gegrond en legt aan de beklaagde de maatregel van een waarschuwing op.

Bron:
Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht