3D softtissue management rond implantaten in de esthetische zone

Implantaten

Het einddoel van een enkeltands vervanging door een implantaat gedragen restauratie in de esthetische zone is dat deze niet waarneembaar is. Is dit te realiseren? Wat zijn factoren die de behandelstrategie bepalen? Verslag van de lezing van Martijn Molenaar tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

In het verleden werd bij het plaatsen van implantaten vooral gelet op of het implantaat wel of niet goed osseointegreerde. Tegenwoordig zijn de implantaten zo goed, dat dit vaak niet meer de vraag is. Er wordt nu veel meer gelet op weke delen integratie en macro- en micro-esthetiek. Ook wel de 3D soft tissue integratie genoemd.

Waarop letten bij plannen implantatie?
Bij het plannen van een implantatie moet worden gelet op de volgende onderdelen:

  • Esthetische uitkomst
  • Complicerende factoren (biologisch, functioneel, economisch)
  • Hoe gaat u om met deze factoren?
  • Prothetisch design
  • Wel of geen bone graft/soft-tissue graft?Het rekening houden met als deze stappen leidt tot een gezichtsgerelateerde behandelplanning. Kijk niet alleen naar de mond, maar kijk hoe het eindresultaat mooi in het gezicht past.

Lachlijn
20% van de mensen heeft een lage lachlijn, 70% een normale en 10% een hoge. Ongeveer 80% van de mensen laat dus gingiva zien. Echter 91% van de mensen laat wel de papillen zien bij lachen. De vormgeving van de papillen lijkt dus erg belangrijk bij het verkrijgen van een natuurlijk lijkend eindresultaat.

Bij de midfacial marginal tissue moet gelet worden op de positie en de contour, bij de vormgeving van de papil moet echter ook gelet worden op de vormgeving van de papil zelf (de basis en de punt). De biologische breedte bij een natuurlijk element is 3mm midfaciaal en 5 mm bij de papil. Bij een implantaat is de midfaciale en biologische breedte bij de papil 3 tot 3,5 mm. Dit geeft dus aan dat een implantaat altijd 3 mm onder de wensbare hoogte van het tandvlees geplaatst moet worden.

Behandelstrategie
De ideale uitgangssituatie is een patiënt waarbij voldoende gingiva en bot is. En waarbij het te verwijderen element nog in situ is. De behandelstrategie is dan als volgt:

  • Atraumatische extractie
  • Een implantaat met diameter 4 – 4,5 mm naar palatinaal in de socket plaatsen (niet te dicht bij de buurelementen). Laat je hierbij leiden door waar je naar toe wilt en niet door de situatie die je hebt.
  • Opvullen van de gap
  • Palatumgraft (er is vaak weinig ruimte op het tuber)
  • Vaste tijdelijke voorziening (geen plaatje!)
  • Verschroefde tijdelijke voorziening met een titanium interface, om slijtage van het implantaat te verminderen. De tijdelijke kroon zal apicaal vaak iets breder zijn dan het natuurlijke element.

NB: Gebruik altijd schone componenten. Doe een drupje chloorhexidinegel op het te verschroeven onderdeel. Reinig alles voor plaatsen met alcohol.

Moolenaar is implantoloog en tandarts-prosthodontist en heeft een praktijk in Blaricum.

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z