De indicaties voor behandeling van cariës bij kinderen: van NRCT, ART en Hall tot narcose

cariës bij kinderen

Minimale invasieve behandeling van cariës is de eerste behandelkeuze binnen de kindertandheelkunde. Wat gaat goed en wat niet bij deze minimaal invasieve behandelstrategieën? Waarmee schaal je dan op en wanneer is een behandeling onder algehele anesthesie geïndiceerd?

Minimaal invasieve behandeling als eerste keus

Voor kinderen geldt dat er het liefst zo minimaal invasief mogelijk behandeld wordt. Het streven is om het liefst zonder lokale anesthesie en boor te behandelen zodat eventuele pijn en angst voorkomen kunnen worden. Actief monitoren staat hierbij centraal en bestaat uit het opstellen van een strak individueel preventieplan, regelmatige herbeoordeling en het op tijd ingrijpen.
De resultaten van de studie van Ladewig et al. (2018) laten zien dat de oral-health related quality of life niet verbetert bij het uitvoeren van restauratieve behandeling ten opzichte van niet-invasieve behandelingen bij kinderen.
Het is belangrijk om het cariësproces goed te volgen op tand- en patiëntniveau. Dit kan met behulp van de volgende tools.

Tandniveau

Patiëntniveau

  • Caries care international – 4D

De 4 D’s staan voor:

  • Determine – het bepalen van het cariësrisico
  • Detect – het stellen van een diagnose
  • Decide – het opstellen van een behandelplan
  • Do – het uitvoeren van de interventie

Dit model sluit goed aan bij de nieuwe Kimo-richtlijn ‘Klinische Praktijkrichtlijn Mondzorg voor Jeugdigen’ en is goed toepasbaar in de praktijk.

Indicaties NRCT, ART & Hall techniek

Niet restauratieve cariësbehandeling (NRCT)

  • Deze methode bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Cariëslaesies in dentine vrijleggen voor reiniging.
  • Zelfzorg stimuleren.
  • Monitoren en documenteren.
  • Remineralisatie-bevorderend middel aan brengen (zoals Silver Diamine Fluoride (SDF)).
  • Mogelijkheid om regelmatig te evalueren.
  • Ouders motiveren.

Het doel van deze methode is de ouders en kind leren de balans te vinden.

Atraumatic restorative treatment (ART)

Bij deze methode wordt de caviteit schoongemaakt met handexcavatoren waarbij de randen goed schoongemaakt worden en er centraal selectieve cariësverwijdering plaatsvindt. De laesie wordt gevuld met een glasionomeercement met hoge viscositeit. ART werkt goed voor één-vlaks caviteiten.

Hall techniek

Bij deze methode wordt er een roestvrijstalen kroon over het carieuze element geplaatst zonder te excaveren. De Hall-techniek kan niet worden toegepast worden bij tekenen en symptomen van irreversibele pulpitis en/of een caviteit die te dicht bij de pulpa zit. Het succespercentage van deze methode ligt tussen de 94-97%.

Pulpitis: behoud of extractie

Wanneer er sprake is van pulpitis (of pulpa-exponatie) en er de wens is om het melkelement te behouden dan kan er gekozen worden om een pulpotomie uit te voeren met MTA of Biodentine. Het succespercentage van deze behandeling ligt boven de 95%. Bij deze behandeling is het aan te raden om een Quick Sleeper anesthesie te gebruiken.
Wanneer een pulpa-behandeling geen optie is, kan er gekozen worden voor extractie. Daarbij is het goed om te weten dat de kans op een glazuurontwikkeling nihil is bij melkelementen met een ontsteking bij kinderen ouder dan 7 jaar. Bij kinderen die ouder dan 8 jaar zijn is de kans op ruimteverlies (leewayspace) minimaal.

Algehele anesthesie

Er kan voor algehele anesthesie gekozen worden indien:

  • Er sprake is van onvoldoende coöperatie door angst of jonge leeftijd voor behandeling met behavioral management technieken.
  • Er sprake is van onvoldoende coöperatie vanwege fysieke, medische of speciale behoeften.
  • Er sprake is van een uitgebreid behandelingsbehoefte.
  • Wanneer er sprake is van behandeling van trauma.

De volgende factoren spelen mee in de keuze of een kind wel of niet onder narcose behandeld gaat worden:

  • Ontwikkelingsleeftijd: past de ontwikkeling van het kind bij zijn of haar leeftijd?
  • Angst scoren aan de hand van de CFSS-DS scores
  • Hoe is de psychische belastbaarheid: hoe gaat iemand om met spanning/stress?
  • Behandelbaarheid: kun je bitewings maken of lukt dat al niet?
  • Hoeveel kwadranten behandelen? Hoeveel extracties zijn er nodig?
  • Zijn er nog andere bijzonderheden zoals extreme naaldangst, kokhalzen?
  • Wat is de wens van de ouders? Sommige ouders vinden behandeling onder narcose een vervelend idee. Het is belangrijk om hierbij goed te bespreken wat voor het kind het beste is.

Verwachtingsmanagement

Wanneer ouders geen narcose willen dan is het bespreken van verwachtingen erg belangrijk. De ouders worden ingelicht over het volgende:

  • Mogelijk extracties nodig.
  • Het succes is afhankelijk van de coöperatie en mate van mondhygiëne.
  • Frequentie afspraken hoog.
  • Algehele narcose misschien toch nodig.

Cariësvrije toekomst

De speerpunten voor een cariësvrije toekomst zijn:

  • Every child born in 2026 should stay cavity-free during their life time.
  • Begin bij zwangere vrouwen.
  • Interval – Kind vanaf jonge leeftijd zien.
  • Toepassen van een individueel fluoride advies.
  • Goede vertrouwensrelatie opbouwen.
  • Advies over voeding etc.

Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van Prof. Cor van Loveren. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.

Arie Riem studeerde af als tandarts in 1988 en werkte van begin af aan met ‘bijzondere zorggroepen’. Ruim 10 jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Justitietandartsen en tandarts van onder andere het Pieter Baan Centrum. Hij was 12 jaar bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Sinds 2006 is hij een door de NVvK erkend pedodontoloog. Hij werkte 14 jaar op de afdeling angstbegeleiding en gehandicaptenzorg van de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam. Van 2002 tot 2010 was hij verbonden aan het CBT van het St. Antonius ziekenhuis waar hij voor regio Midden Nederland de gebitsbehandelingen onder algehele anesthesie bij gezonde kinderen uitvoerde. Sinds 2012 werkt hij bij Kinderkliniek TandInZicht en helpt verwezen kinderen zonder wachttijden. Hij geeft lezingen en een cursus over zijn passie: kindertandheelkunde.

Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Clarissa Bonifácio en Arie Riem tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kindertandheelkunde, Thema A-Z