Alexander Tolmeijer, NMT: Er is altijd ruimte voor tandartsen met een kleine praktijk

Zijn de vrije tarieven het begin van een grote verandering in de mondzorg? dental INFO interviewde Alexander Tolmeijer, vicevoorzitter en penningmeester van de NMT over de toekomst van de tandheelkunde.

Met de vrije tarieven is de tandarts nog meer een ondernemer geworden. Hoe ziet u de toekomstige rol van de NMT bij ondersteuning van praktijken op het gebied van ondernemen?

‘De rol van de NMT voor ondersteuning van tandartsen op het gebied van ondernemen zal steeds groter en belangrijker worden. Er zijn wel veel verschillen tussen praktijken onderling en niet iedere praktijk heeft dezelfde behoefte voor ondersteuning. De NMT ziet een belangrijke rol voor de beroepsvereniging weggelegd in mediacommunicatie. We geven aan wat we goed doen. Bijvoorbeeld over de groei van het aantal praktijkwebsites: 86% van de tandartspraktijk heeft nu een website, dit lag vorig jaar op 25%. De NMT heeft ook een arbeidsovereenkomsten tool en een kwaliteitsjaarverslag tool, waarbij praktijken relatief eenvoudig een goed contract of jaarverslag kunnen maken. Zeker voor de praktijk waarbij de tandarts alles echt zelf doet, is dat belangrijk. Ook bieden we faciliteiten aan om de kwaliteit van de praktijk inzichtelijk te maken voor de patiënt. Zo zal rond de zomer de lijst met kwaliteitsindicatoren definitief worden*. De NMT is daarnaast bezig met andere initiatieven om de kwaliteit van een praktijk aan te geven. Eén daarvan ligt op het gebied van visitatie. We zullen ook meer richtlijnen ontwikkelen. Onlangs is de richtlijn Kindertandheelkunde afgerond die tijdens het NMT jaarcongres op 15 juni wordt besproken.

* De Samenwerkende Mondzorg Koepels (SMK)*, de NMT, de Consumentenbond, de NPCF, de IGZ en Zorgverzekeraars Nederland werken momenteel samen met Regioplan aan de definitieve versie van deze lijst aan de hand van de uitkomsten van de pilot. De patiënt zal straks onder andere aan deze indicatoren kunnen zien over welke kwaliteiten de tandarts- en/of mondhygiënistenpraktijk beschikt. Naar verwachting zal de lijst met kwaliteitsindicatoren rond de zomer definitief zijn.

Albert van der Zee brainstormde onlangs over de toekomst van de mondzorg. Hij noemde daarbij NMT-franchise: een format waarbij investeerders aandelen van NMT-franchisers kunnen kopen en de aangesloten franchisers door de NMT ondersteund worden met het vaststellen van prijzen, richtlijnen voor bedrijfsvoering, een website, facturatie en dergelijke. Wat vindt u van deze gedachtegang?

‘Tja, dit klinkt als met-grote-halen-snel-thuis. De NMT is en blijft de maatschappij voor tandartsen en hun team. We ontwikkelen producten ter ondersteuning en voor diverse praktijkvormen. Soms bieden we die via een aparte organisatie aan, zoals bijvoorbeeld facturatie via NMT FenCS. Elk lid kan zo zelf bepalen of hij van de dienst gebruik wil maken. In het artikel van Van der Zee lijkt het of alle leden gelijk geschaard worden. Ik denk dat het uitgesloten is dat alle leden onder één formule vallen. Er zijn veel verschillen tussen praktijken.’

In oktober 2011 nam een investeerder – NPM Healthcare – een in belang Samenwerkende Tandartsen Nederland. In andere Europese landen heb je al ketens van grote mondzorgpraktijken. Welke tendens verwacht u in Nederland voor het aantal praktijken, de grootte hiervan en de investeerders erachter?

‘Er zal zeker ruimte zijn voor vier echt grote landelijke mondzorgketens in Nederland. Het is wel moeilijk om een keten van praktijken goed te managen. Ook in het buitenland zijn er niet veel voorbeelden van grote succesvolle ketens. Je ziet ook meer praktijken die met elkaar samenwerken en een intensieve verwijsrelatie hebben. Ik denk dat er daarnaast heel veel kleinere praktijken blijven met zo’n 2-3 tandartsen en enkele assistenten. Veel tandartsen werken graag autonoom en kunnen zo een stempel op hun eigen praktijk drukken. Dit type praktijk heeft een prima bestaansrecht want de patiënt wil uiteindelijk graag een vaste tandarts waarmee hij een vertrouwensband heeft.’

Een beperkt aantal praktijken heeft een contract met een zorgverzekeraar, patiënten betalen sinds 2012 meer voor een aanvullende verzekering en ontvangen een lagere vergoeding. Hoe ziet u de rol van de zorgverzekeraar in de mondzorg?

‘Verzekeraars kunnen een enorme hulp zijn voor patiënten bij het spreiden van risico. Ook kunnen ze patiënten bewust maken van de kosten van de mondzorg en de rol van preventie daarin. Ik denk dat verzekeraars veel keuzemogelijkheden aan patiënten moeten geven als het gaat om mondzorg. Want elke patiënt is anders, met een andere behoefte aan mondzorg. Ik hoop dat zorgverzekeraars met nieuwe vormen van verzekeringen komen die daarop inspelen.’

Er zijn zorgverzekeraars die een naturapolis aanbieden waarbij de verzekerde alleen bij de door de verzekering gecontracteerde aanbieders terecht kan. Zou dit ook kunnen werken voor de mondzorg?

‘Nee, hier geloof ik niet in. Elke patiënt wil z’n eigen keuze maken en ook zelf z’n tandarts kunnen kiezen.’ Slechts een deel van de patiënten zal zich op die manier door een verzekeraar laten sturen.

Er is veel geschreven over de vergoeding van mondzorg voor kinderen tot 18 jaar. Hoe verwacht u dat de vergoeding voor mondzorg voor kinderen geregeld zal worden in de toekomst?

‘De NMT is voorstander van geheel vergoede mondzorg voor kinderen tot en met 18 jaar, en liefst zelfs tot en met 21 jaar. Tandartsen voelen zich maatschappelijk verplicht om de mondzorg voor kinderen goed toegankelijk te houden. De NMT is hierover met de verzekeraars in gesprek om dit ook beheersbaar te houden.’

Met de huidige crisis zijn de overheidsbudgetten voor mondzorgpreventie geslonken. GGD’en hebben weinig budget voor voorlichting op scholen. Wiens verantwoordelijkheid is de voorlichting over mondgezondheid?

‘We zien inderdaad dat de overheid preventie niet meer oppakt en we zullen dit meer zelf gaan doen. We zullen moeten wennen aan deze nieuwe rol van de overheid. Het project Hou je mond gezond! van het Ivoren Kruis is een hartstikke mooi voorbeeld van preventie waarbij tandartsen, mondhygiënisten en assistenten een poetsles geven op school. Er zijn nog steeds veel tandheelkundig zorgverleners nodig om vrijwillig een poetsles op school te geven. Ze kunnen zich aanmelden via de website van Hou je mond gezond! Maar het allerbelangrijkste is de één-op-één voorlichting van iemands eigen tandarts of mondhygiënist. Het is daarom zo belangrijk dat alle Nederlanders regelmatig bij een tandarts of mondhygiënist komen.’

Veel tandartsen vinden dat het werkgebied van de mondhygiënist vooral op het gebied van preventie ligt maar in werkelijkheid behandelen ze veel paropatiënten. Het aantal preventieassistenten groeit. Hoe ziet u de rolverdeling tussen de disciplines?

‘Preventie assistenten zijn belangrijk voor de ondersteuning van tandartsen en het geven van voorlichting aan de patiënt. En ook de samenwerking met mondhygiënisten is van belang. De vorige NVM-voorzitter noemde mondhygiënisten altijd de “preventiespecialisten”. Maar er is nog een slag te slaan. Voor een goede onderlinge- én patiëntcommunicatie is het belangrijk dat tandartsen, mondhygiënisten en assistenten in één team werken, onder één dak. Op bestuurlijk niveau praten we met de NVM over wie-doet-wat-in-welke-situatie. In de praktijk zelf blijkt de samenwerking weinig problemen te geven.’

Wat vindt u ervan dat minister Schippers bekijkt of de mondhygiënist zonder opdracht van de tandarts een röntgenfoto’s mag maken?

‘Dit is een discussie die nergens over gaat. Het is alleen van belang voor vrijgevestigde mondhygiënisten. Als het hele team onder één dak werkt, komt dit niet ter sprake. Waar het allemaal om draait, is de voorlichting en communicatie met de patiënt. Er is nog een wereld te winnen in de preventieve aanpak onder leiding van de mondhygiënist in de praktijk.

Denkt u dat social media een grote rol gaan spelen binnen de mondzorg?

‘Social media kunnen een extra vorm van communicatie zijn. Je bereikt er soms mensen mee die je met andere media niet bereikt. Het is interessant voor voorlichting en het imago van de praktijk. Het is zeker het overwegen waard maar het is wel tijdrovend om aan het einde van de dag al je Twitter berichten nog even door te gaan.’

Alexander Tolmeijer is vicevoorzitter en penningmeester van de NMT. Daarnaast is hij werkzaam als tandarts in een groepspraktijk in Delft.

 

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *